Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
35 570 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021
Nr. 3 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
            
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
                  d.d. 7 september 2020 en het nader rapport d.d. 14 september 2020, aangeboden aan
                  de Koning door de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse
                  Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
               
Bij Kabinetsmissive van 1 september 2020, no. 2020001644, heeft Uwe Majesteit, op
                     voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Financiën,
                     bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt
                     het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van
                     Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
                     en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
                     de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Blijkens de mededelingen van de Directeur van Uw Kabinet machtigde Uwe Majesteit de
                  afdeling Advisering van de Raad van State haar adviezen inzake de voorstellen van
                  Wet tot vaststelling van de begrotingsstaten 2021 rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
                  Het betreft de mededelingen van 31 augustus en 2 september 2020.
               
Blijkens de adviezen van 7 september 2020, nummers:
W01.20.0298/I
de Koning (I);
W04.20.0300/I
Staten Generaal (IIA);
W04.20.0302/I
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB);
W01.20.0299/I
Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), het Kabinet van de Koning (IIIB); de Commissie
                              van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
                           
W04.20.0301/I
Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H);
W02.20.0307/II
Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);
W16.20.0310/II
Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI);
W04.20.0303/I
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII);
W05.20.0306/I
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII);
W06.20.0311/III
Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA);
W07.20.309/II
Ministerie van Defensie (X);
W17.20.0315/IV
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII);
W18.20.0318/IV
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII)
W11.20.0314/IV
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds
                              (F);
                           
W12.20.0312/III
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV);
W13.20.0313/III
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI);
W02.20.0308/II
Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);
W18.20.0319/IV
Nationaal Groeifonds (XIX);
W17.20.0316/IV
Infrastructuurfonds (A);
W04.20.0304/I
Gemeentefonds (B)
W04.20.0305/I
Provinciefonds (C);
W17.20.0317/IV
Deltafonds (J)
W07.20.0324/II
Defensiematerieelbegrotingsfonds (K)
kan de Afdeling zich verenigen met de daarin voorgedragen voorstellen van Wet inzake
                  de vaststelling van de begrotingsstaten 2021. Er is sprake van één niet-blanco advies
                  met betrekking tot de begroting van het Ministerie van Financiën. In de bijlage bij
                  dit Nader Rapport ga ik in op de opmerkingen van de Afdeling in het niet-blanco advies.
               
Voorts is het inmiddels noodzakelijk gebleken in een aantal begrotingen een wijziging
                  aan te brengen. Ik verwijs Uwe Majesteit daarvoor naar de bijlagen bij dit Nader Rapport.
               
Ten behoeve van de afdeling Advisering van de Raad van State doe ik Uwe Majesteit
                  een afschrift toekomen van dit Nader Rapport en van de daarbij behorende bijlagen1.
               
Overeenkomstig de door U verleende machtiging van 6 maart 1992, nr. 92.002038, zal
                  de ondergetekende de begrotingsstukken voor het jaar 2021 op de derde dinsdag van
                  september bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal indienen.
               
De Minister van Financiën,
                  W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
