Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 17 en 18 juni 2020
2020D22780 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de aan de Minister van Defensie over de bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie
op 17 en 18 juni 2020.
De voorzitter van de commissie, De Vries
De griffier van de commissie, De Lange
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve
van de videobijeenkomst van NAVO-ministers van Defensie op 17 en 18 juni 2020. Zij
hebben hierbij nog enkele vragen.
Kan de Minister een appreciatie geven van de berichten over een terugtrekking van
een deel van de Amerikaanse militairen uit Duitsland, waarin zij ook ingaat op de
redenen van het besluit en de implicaties voor de NAVO? Een deel hiervan zou terug
naar de VS gaan en een deel naar andere Europese landen zoals Polen. Wat is grofweg
de verdeling? En om wat voor eenheden gaat het? Kan de Minister andere bondgenoten
vragen hoe zij tegen het besluit aankeken, en de Kamer laten weten hoe het plan valt
binnen het bondgenootschap?
De Minister schrijft dat er wederom wordt gesproken over de Russische raketdreiging.
Is er al zicht op een reactie van de NAVO op de Russische plaatsing van SSC-8 raketten?
De leden van de VVD-fractie vinden het zorgelijk dat de NAVO er zo lang over doet
om op deze Russische schending van de afspraken uit het inmiddels ter ziele gegane
INF-verdrag te reageren. Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie?
Welke taken brengt het concept for the deterrence and defence of the Euro-Atlantic
area (DDA) met zich mee voor de Nederlandse krijgsmacht, en kan de krijgsmacht daaraan
voldoen? Zo nee, wat en op welke termijn is er nodig om wel aan de beoogde Nederlandse
rol in dit plan te voldoen, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verslagen van
de bijeenkomsten van NAVO-ministers van Defensie van 12 en 13 februari en 15 april
jl. en de geannoteerde agenda van 5 juni jl. De leden hebben hierover nog enkele vragen
Allereerst gaan de leden van de D66-fractie in op de situatie rond COVID-19. Deze
leden beamen de woorden van de secretaris-generaal van de NAVO, «dat deze gezondheidscrisis
geen veiligheidscrisis mag worden.» Vaak moeten Nederlandse militairen, maar ook geallieerde
militairen stand-by staan voor hun NAVO-verplichtingen. Tijdens COVID-19 hebben veel
landen hun militairen op andere manieren moeten inzetten. Daarom vragen de leden van
de D66-fractie of er vanuit de NAVO zicht is op de gereedstelling van de NAVO-militairen
en of het inderdaad zo is dat de NAVO-bondgenoten nog volledig kunnen voldoen aan
de drie hoofdtaken van de krijgsmacht. Geldt dit ook voor Nederland? In welke landen
lukt dit niet? Wordt hierop vanuit de NAVO gereageerd? De leden van de D66-fractie
hebben nog enkele concrete vragen over COVID-19. Wat is de huidige stand van zaken
rond COVID-19 en NAVO-missies? Wordt er nog NAVO-materieel en personeel ingezet voor
het bestrijden van COVID-19? Wordt er hinder ondervonden aangaande NAVO-missies?
Met betrekking tot EU-NAVO samenwerking en desinformatie zijn de leden van de D66-fractie
tevreden over de opvolging die gegeven is om meer concrete stappen te zetten in de
EU-NAVO samenwerking. De Minister noemt disruptieve technologie, klimaatverandering,
militaire mobiliteit en ook gezondheid (COVID-19) als mogelijke gebieden van samenwerking.
De leden van de D66-fractie vragen of er ook een meerjarenplan komt, waarin de EU-NAVO
samenwerking verder wordt uitgewerkt? Hierbij wordt aangegeven dat de samenwerking
aangaande COVID-19 al vorm krijgt in het gezamenlijk tegengaan van desinformatie.
Welke actoren zitten er voornamelijk achter deze desinformatie? Zijn dat Rusland en
China, of komt desinformatie ook van minder conventionele partijen? De krachten worden
gebundeld, is dat door de taskforces samen te laten werken? Zullen deze taskforces
het precedent zijn voor verdere samenwerking tussen de twee diensten? Zijn er al resultaten
geboekt tegen desinformatiecampagnes?
Met betrekking tot het Trust Fund vragen de leden van de D66-fractie of de EU en NAVO
ook zullen samenwerken om toekomstige pandemieën te bestrijden? Ook willen deze leden
benadrukken dat het inderdaad goed zou zijn als Nederland duidelijk aandringt dat
onvoldoende coördinatie tussen EU en NAVO initiatieven onnodige kosten en dubbel werk
zou kunnen opleveren. Daarbij merken dezelfde leden op dat de NAVO wellicht lessen
kan leren van de manier waarop Finland zich als land heeft voorbereid op pandemieën
en crises.
Inzake de Resolute Support missie zijn de leden van de D66-fractie tevreden over het
feit dat de Minister heeft gepleit voor een inclusief intra-Afghaans vredesproces.
Het lijkt erop, als het vredesakkoord houdt, dat dit inderdaad uit gaat komen. De
Minister van Buitenlandse Zaken heeft aangegeven dat Nederland zal vertrekken uit
Afghanistan aan de hand van het principe «samen er in samen er uit». Heeft de Minister
van Defensie plannen klaar liggen voor het moment dat «samen er uit» aanbreekt – en
Nederlandse militairen voorspoedig en vlot huiswaarts kunnen keren? Zo nee, waarom
niet?
Uit de geannoteerde agenda van 5 juni 2020 blijkt dat Nederland een actieve bijdrage
zal blijven leveren aan de gesprekken met Rusland. De leden van de D66-fractie onderschrijven
de opstelling van de regering hierbij.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat de NAVO zichzelf een duidelijkere toekomst
geeft door in te zetten op nieuwe veiligheidsstrategieën voor de korte en lange termijn.
Dezelfde leden vragen zich af wat de concrete bijdrage van de Nederlandse krijgsmacht
wordt bij het deterrence and defence (DDA)-concept?
De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor het toezenden van de geannoteerde
agenda. Zij hebben naar aanleiding van deze agenda enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat bij de NAVO ministeriële een definitief
concept van het initial concept for the deterrence and defence of the Euro-Atlantic
area zal voorliggen. Deze leden vragen of dit betekent dat de ministers zal worden
gevraagd hier formeel mee in te stemmen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister nader toe te lichten wat zij
bedoelt met de zinsnede dat «Nederland benadrukt dat de DDA als militair-strategisch
concept geen aanpassing betekent van bestaand beleid of nieuw beleid vormt.» Deze
leden vragen waarom het DDA bij de ministers voorligt, indien het geen aanpassing
van bestaand beleid of nieuw beleid vormt. Is het gebruikelijk dat de NAVO ministeriële
wordt gevuld met het bespreken van stukken die eigenlijk nergens over gaan?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen een nadere toelichting van hoe het DDA de
samenhang in de militaire implementatie van de door staatshoofden en regeringsleiders
genomen maatregelen op hun bijeenkomsten sinds die in Wales in 2014 moet gaan bevorderen.
Welke afspraken staan hierover in het DDA? Betreft dit ook afspraken over middelen
en bestedingen? Zo ja, welke?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over het feit dat Nederland zich
in de discussie over het Russische raketarsenaal wil inspannen voor een gebalanceerde,
proportionele en vooral defensieve reactie vanuit de NAVO. Evenwel vragen deze leden
of de Minister voornemens is om haar Amerikaanse ambtsgenoot bij de bespreking van
dit onderwerp te wijzen op het belang van multilaterale afspraken voor het beheersen
van het kernwapengevaar, en de contraproductieve rol van de regering-Trump in dezen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister tijdens het bespreken van
het Russische raketarsenaal ook bereid is het gesprek breder te trekken naar de globale
ontwikkeling van nieuwe aflevermethoden voor kernwapens. Naast de Russische SSC-8
werken zowel de Rusland als China en de VS immers aan hypersone raketten. De leden
van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bereid is ervoor te pleiten dat de
NAVO het initiatief neemt om met alle grootmachten tot beperkende afspraken te komen
over de ontwikkeling, de stationering en de inzet van nieuwe aflevermethoden van kernwapens.
Met betrekking tot missies en operaties vragen de leden van de GroenLinks-fractie
op welke termijn de Minister verwacht dat de plannen voor een mogelijke uitbreiding
van de NMI, op basis van de actuele situatie op de grond, gereed zal zijn en ter besluitvorming
voor zal liggen. Deze leden vragen of de Minister in grote lijnen kan schetsen wat
de relevante ontwikkelingen op de grond zijn, en wat de verwachtingen zijn voor de
nabije toekomst.
Inzake het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) zijn de leden van de GroenLinks-fractie
positief over het initiatief om een revolverend fonds in te stellen dat het NSPA in
staat stelt om snelle verwerving en distributie van medische goederen te realiseren.
Wel vragen deze leden of de NAVO hiervoor het meest aangewezen gremium is, en of het
bijvoorbeeld niet meer voor de hand ligt om dit op Europees niveau te regelen, gelet
op de geografische implicaties van verwerving en distributie. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen hoe zal worden beslist over de verdeling van middelen in het geval de vraag
bij bondgenoten groter is dan het aanbod.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen voorts hoe het revolverend fonds zich verhoudt
tot het voorgestelde trust fund.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de geannoteerde
agenda van de NAVO ministeriële Defensieraad. Aan de hand van de opgegeven agendapunten
heeft de SP-fractie de volgende vragen en opmerkingen.
Met betrekking tot de Nucleaire Planning Group hebben de leden van de SP-fractie en
de fracties van de PvdA en GroenLinks Kamervragen gesteld over de discussie in Duitsland
over de Amerikaanse kernwapentaken1. Belangrijke woordvoerders van de Duitse regeringspartij SPD hebben gesteld dat deze
taak beëindigd moet worden. Omdat de taak ook door Nederland (en België, Italië en
Turkije) wordt uitgevoerd, heeft deze discussie een brede en diepe betekenis. Snelle
beantwoording van deze vragen is dan ook gepast voor een verdere discussie in het
Nederlandse parlement. Maar in afwachting daarvan vragen de leden van de SP-fractie
of de Minister bereid is het streven naar verwijdering van Amerikaanse kernwapens
uit Europa te steunen? Zo nee, hoe ziet de Minister de Duitse discussie?
Die discussie werd door de SP-fractie samen met de fracties GroenLinks en PvdA ook
vormgegeven in een motie, d.d. 5 december 20192, waarin de Minister gevraagd is «steun te vergaren voor een plan voor ontwapening
met als inzet dat Europese landen Amerikaanse kernwapens terug naar de Verenigde Staten
sturen, en Rusland tegelijkertijd ook overgaat tot kernontwapening». Hoewel deze motie
nog niet ter stemming is gebracht mag een ruime steun in Europa voor dit streven worden
verwacht. Op welke manier zal de mnister deze stemmen in de NAVO ministeriële raad
laten weerklinken? Kunt zij dat toelichten?
Vorige week berichtten de Amerikaanse en Duitse pers dat de Amerikaanse regering een
vierde van haar in Duitsland gelegerde militairen terug zal trekken. Er zouden maximaal
nog 25.000 Amerikaanse troepen in Duitsland moeten zijn, inclusief piekmomenten, volgens
dit plan. De leden van de SP-fractie vragen of de Minister dit bericht kan bevestigen?
Kan zij aangeven om welke troepen het daarbij gaat, omdat ook een wezenlijk deel voornamelijk
of uitsluitend bedoeld is voor functies bij operaties in het Midden-Oosten (Irak,
Afghanistan)? Klopt het dat dit plan met ingang van september wordt ingevoerd? Wat
is het oordeel van de Minister over dit plan? Deelt zij de opvatting dat hiervan een
ontspannende invloed zou kunnen uitgaan voor de betrekkingen van staten in Europa?
Zo nee, waarom niet? Heeft deze beslissing ook gevolgen voor Nederland? Zo ja, welke?
Betekent dit dat Duitsland deze troepen moet aanvullen, of zijn ze niet meer nodig?
Op welke wijze past dit besluit in het concept for the deterrence and defence of the
Euro-Atlantic area? Zo vragen de leden van de SP-fractie.
Met belangstelling zien de leden van de SP-fractie de ontwikkelingen in Afghanistan.
Deze leden vragen waarom is besloten vijftien Nederlandse militairen terug te trekken?
Welke taken hebben deze vijftien? Beschikt de Minister over plannen om meer Nederlandse
militairen terug te trekken. Hoe ziet haar «prudent planning» eruit?
Irak
De leden van d SP-fractie vragen op welke wijze uitbreiding van het mandaat van de
NAVO-operatie zich verhoudt tot de beleidsdoelstelling van de regering van Irak om
tot terugtrekking te komen van Amerikaanse en andere buitenlandse militairen uit het
land? Wat is de reden dat in deze agenda niet over dit politieke streven van Irak
wordt bericht?
De SP-fractie vraagt een evaluatie van de NAVO over de gevolgen van COVID-19 voor
de troepen van de NAVO, de gebleken problemen met paraatheid en een evaluatie wat
er anders moet. Deze leden zijn blij met de belangstelling voor dit soort taken, maar
misen feiten, cijfers en argumenten om goed te kunnen beoordelen wat goed is gegaan,
waar tekortkomingen waren en wat de taak van de NAVO is, behalve de nadrukkelijke
noodorganisatie als de civiele maatschappij een tekort aan middelen en mogelijkheden
heeft. Zolang een dergelijke discussie niet is geweest is het moeilijk te beoordelen
wat de NAVO of wat Nederland moet doen en waarop voor te bereiden.
De leden van de SP-fractie vragen of de NAVO plannen heeft, bijvoorbeeld voor 1,5
meter operaties? Zo nee, waarom niet en verhoudt zich dat tot de aanbevelingen tot
de civiele maatschappij?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
T.N.J. de Lange, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.