Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda videoconferentie voor landbouwministers 8 juni 2020
2020D21782 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande
fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de geannoteerde agenda van de videoconferentie van
de EU Landbouwministers op 8 juni 2020.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
De adjunct-griffier van de commissie, Goorden
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
8
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
10
II
Antwoord/Reactie van de Minister
12
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en de
toegezonden stukken. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
videoconferentie van EU Landbouw- en Visserijministers op 8 juni. Deze leden willen
benadrukken het vervelend te vinden de stukken zo laat te ontvangen en te lezen dat
de agenda vanuit het Kroatisch voorzitterschap nog niet beschikbaar is. Zij zijn daarnaast
hoogst verbaasd dat er tijdens deze videoconferentie niet wordt gesproken over COVID-19.
Het virus is van grote invloed op de agro- en foodsector in Europa. De veeteelt, landbouw,
tuinbouw en visserijsector worden in sommige EU-landen hard geraakt door deze crisis.
Waarom wordt hier tijdens de videoconferentie geen aandacht aan besteed? Welke maatregelen
heeft de Europese Commissie (EC) genomen om de impact van COVID-19 op de land-, tuinbouw
en visserij zo veel mogelijk te beperken? Deelt de Minister de mening van deze leden
dat de door de EC genomen maatregelen onvoldoende tegemoetkomen aan de problemen die
in een aantal sectoren aan de orde zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? Is
de Minister voornemens alsnog aandacht te vragen voor de gevolgen van COVID-19 in
de agro- en foodsector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?
De leden van de VVD-fractie delen de mening van de Minister dat er een aantal goede
punten zitten in de Van boer tot bord-strategie, bijvoorbeeld de voedselzekerheid
en de stimulans van kennis en innovatie. Deze leden vragen waarom de Van boer tot
bord-strategie volgens de Minister op hoofdlijnen goed aansluit bij het Nederlandse
beleid. Waar ziet de strategie op? Met welke doelen en welke middelen? Op welke manier
komt dit overeen met het Nederlandse beleid? Tegelijkertijd delen deze leden dat de
Van boer tot bord-strategie verschillende aandachtspunten bevat, punten waar zij toch
enige zorgen over hebben. Waarom is het nog onduidelijk op basis van welke uitgangspunten
het bereik van de Van boer tot bord-strategie wordt gemeten? Wat zegt dit over de
volledigheid van de strategie? Is het strategisch voorstel vanuit de EC wel compleet?
De Nederlandse landbouw produceert op een duurzame manier. Een aantal EU-lidstaten
kan hier een voorbeeld aan nemen. Deze leden vragen naar de onderbouwing van de EC.
Is het grote verschil in duurzaamheid van de productie de reden dat de EC aanbevelingen
per lidstaat doet? Op welke manier gaat Nederland een rol vervullen om haar koploperspositie
met andere EU-lidstaten te delen? Deze leden vragen aandacht voor de grote hoeveelheid
regels en aanbevelingen die aan boeren worden toebedeeld. Met de ontwikkelingen binnen
het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), de nieuwe Van boer tot bord-strategie
en ontwikkelingen op een aantal andere vlakken worden boeren geconfronteerd met steeds
meer regels en voorwaarden. Regels die op Europees niveau worden bedacht en niet altijd
het gewenste en juiste effect hebben. Daarnaast hebben boeren ook te maken met de
(financiële) gevolgen van COVID-19. De EC moet voedselproductie op een juiste manier
stimuleren, zodat er, ook in tijden van schaarste, voldoende voedsel geproduceerd
kan worden. Deze leden vragen hoe de regering invulling gaat geven aan de afspraken
in het regeerakkoord om in te zetten op een verlaging van de regeldruk vanuit Europa
en het op nationaal niveau behouden van de vrijheid om invulling te geven aan de in
Europa gestelde doelen.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister de hoofdlijnen van de biodiversiteitsstrategie
kan delen. Op basis waarvan verwacht de Minister Europees brede steun voor de hoofdlijnen?
Daarnaast lezen deze leden dat tijdens de aanstaande Raad een eerste gedachtewisseling
gepland staat over de recent gepubliceerde biodiversiteitsstrategie. Onderdeel hiervan
is het opnemen van de eis ten minste 30% van het land- en zeeoppervlak in Europa te
beschermen. Ten aanzien van dergelijke doelstellingen wijzen zij er in dit geval op
dat er op dit moment wordt gesproken over een Noordzeeakkoord, nationale bossenstrategieën
en investeringen in de natuur. Deelt de Minister de opvatting van deze leden dat een
dergelijke, generieke «30%-eis» niet passend en niet haalbaar is in de Nederlandse
context en dat het daarmee onwenselijk is dat dergelijke eisen deze nationale beleidsvormingsprocessen
doorkruisen? Deelt de Minister eveneens de opvatting dat in een land met beperkte
oppervlakte, zoals Nederland, de kwaliteit van natuurgebieden leidend moet zijn en
niet een arbitrair percentage?
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister de door de EC gewenste routekaart te
delen met betrekking tot de Van boer tot bord-strategie en de biodiversiteitsstrategie.
Wanneer wordt hier per lidstaat over gesproken en wanneer wordt hier tussen de EC
en het Europees parlement over gesproken? Kortom, wat is het verzoek van de EC met
betrekking tot de politieke besluitvorming over beide strategieën?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Kamer in juni de kabinetsappreciatie krijgt
van beide EC-strategieën. Deze leden vragen waarom de Minister eerst deelneemt en
reageert op bepaalde gedachtewisselingen in Europees verband alvorens zij een kabinetsappreciatie
van de strategieën deelt met de Kamer. Waarom is gekozen voor deze route? Kan de Minister
ervoor zorgen dat in de appreciaties ook wordt toegelicht hoe de andere EU-lidstaten
staan tegenover respectievelijk de Van boer tot bord-strategie en de biodiversiteitsstrategie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Twee weken geleden kwam het advies van de International Council for the Exploration
of the Sea (ICES) dat het pulsvisverbod onnodig is. De leden van de PVV-fractie willen
dat de Minister met haar collega’s in de EU afspreekt dat de pulsvisserij weer door
kan gaan. Gaat de Minister dit doen?
De leden van de PVV-fractie menen dat de Brexit ervoor gaat zorgen dat Nederlandse
vissers het grootste deel van hun visgronden kwijtraken. Is de Minister bereid om
met andere visserijnaties aan de Noordzee en het Verenigd Koninkrijk om de tafel te
gaan om buiten EU-verband te onderhandelen voor de Nederlandse visserijbelangen? Zo
nee, waarom niet?
De leden van de PVV-fractie zien de Van boer tot bord-strategie als «luchtfietserij».
Hoe gaat de Minister er zorg voor dragen dat Nederlandse boeren een fatsoenlijke boterham
kunnen verdienen en dat we niet voor ons voedsel afhankelijk worden van het buitenland?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
videoconferentie van de Landbouwministers op 8 juni 2020 en willen de Minister nog
enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om een eerste appreciatie te geven
van zowel de Van boer tot bord-strategie als de biodiversiteitsstrategie en daarbij
dieper in te gaan op de door haar genoemde aandachtspunten bij beide strategieën.
Deze leden vragen hoe Europese kwantitatieve doelstellingen uit de Van boer tot bord-strategie
en de biodiversiteitsstrategie vertaald zullen worden naar nationaal beleid en doelstellingen.
Zij vinden het van groot belang dat rekening gehouden wordt met de Nederlandse omstandigheden
en dat Europese doelen niet zomaar één op één vertaald worden naar nationale doelstellingen.
Kan de Minister aangeven of hierover reeds afspraken zijn gemaakt? Zo ja, hoe zien
deze afspraken eruit? Hoe ziet de Minister de doorvertaling naar nationaal beleid
en doelstellingen van zowel de Van boer tot bord-strategie als de biodiversiteitsstrategie?
De leden van de CDA-fractie hebben in het schriftelijk overleg over de videoconferentie
van de EU Landbouw- en Visserijministers op 13 mei al hun zorgen uitgesproken over
verdere uitbreiding van Natura 2000 en de doorvertaling van doelen uit de biodiversiteitsstrategie
naar nationale doelen. Deze leden merken op dat in de biodiversiteitsstrategie wordt
voorgesteld om minimaal 30% van het landoppervlak van de EU wettelijk te beschermen,
als onderdeel van Natura 2000 of onder een nationaal instrument. Kan de Minister verduidelijken
hoe dit doel vertaald zal worden naar nationaal beleid en een Nederlandse doelstelling?
Zijn de doelstellingen uit de biodiversiteitsstrategie volgens de Minister überhaupt
haalbaar voor Nederland? Zo ja, wat is er dan voor nodig om deze in Nederland te behalen?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de EC al in 2023 aanzienlijke vooruitgang wil
zien bij lidstaten in het aanwijzen van beschermde gebieden. Deze leden vragen de
Minister hoe zij dit wil gaan realiseren en hoeveel gebieden/hectaren er voor 2023
in Nederland moeten worden aangewezen. Indien er al sprake zal zijn van het aanwijzen
van nieuwe beschermde gebieden, dan zouden deze gebieden geen onderdeel moeten vormen
van Natura 2000, zo stellen zij. Van uitbreiding van het Natura 2000-netwerk in Nederland
kan geen sprake zijn. Zij vragen daarom tevens hoe de ambitie van de EC om het Natura
2000-netwerk te voltooien en eventueel zelfs uit te breiden zich verhoudt tot de gesprekken
die de Minister wil voeren met de EC over het al dan niet herzien van eerdere aanwijzingsbesluiten.
Kan de Minister hier duidelijkheid over geven? Wat is de visie van de Minister op
de Europese ambitie om het Natura 2000-netwerk te voltooien en eventueel zelfs uit
te breiden? Is uitbreiding van het Natura 2000-netwerk in de Nederlandse situatie
realistisch en wenselijk? De biodiversiteitsstrategie bevat tevens inspanningen om
visbestanden op duurzame niveaus te brengen en richtsnoeren voor de ontwikkeling van
duurzame aquacultuur. Deze leden vragen de Minister hoe zij in dit kader de rol ziet
die duurzame innovaties zoals de pulskor kunnen spelen en hoe zij zich ervoor zal
inzetten om hiervoor in de Europese biodiversiteitsstrategie ruimte te vinden.
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de Van boer tot bord-strategie die
de EC voorstelt te weinig rekening houdt met de Nederlandse omstandigheden. Deze leden
vinden dat boeren door het aantrekkelijk maken van gewenste bewegingen verleid moeten
worden en dat dit niet gedaan moet worden door verplichtingen op te leggen. Onrealistische
doelstellingen met nog meer controles en sancties zullen uiteindelijk leiden tot versnelde
beëindiging van de familie- en gezinsbedrijven, is hun verwachting. Zij vinden dit
een ongewenste ontwikkeling. Hoe gaat de Minister voorkomen dat Nederlandse boeren
allerlei extra eisen opgelegd krijgen die niet in de markt terug te verdienen zijn?
Kan de Minister aangegeven welke referentieperiode gaat gelden voor de diverse reductiepercentages?
De leden van de CDA-fractie hebben al diverse keren gepleit voor voedselzekerheid
en maken zich ernstig zorgen dat de voorgestelde strategie leidt tot vermindering
van voedselproductie in de Europese Unie. Deelt de Minister deze zorgen? Zo nee, waarom
niet?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de EC in het kader van de Van boer tot bord-strategie
voorstelt om op basis van een eigen analyse per lidstaat aanbevelingen te doen, waarmee
zij rekening wil houden bij de goedkeuring van de Nationaal Strategische Plannen (NSP)
voor het GLB. Deze leden vrezen dat dit voornemen van de Commissie zal leiden tot
onrealistische doelstellingen die geen recht doen aan de Nederlandse omstandigheden.
Hoe kijkt de Minister aan tegen dit voorstel van de Commissie en wat zijn precies
de vragen die dit bij haar oproept met betrekking tot de beoogde subsidiariteit van
het nieuwe GLB? Kan de Minister tevens aangeven of en hoe de nieuw aangekondigde verplichtingen
uit de Van boer tot bord-strategie reeds meegenomen worden in de voorbereidingen voor
het NSP? De EC stelt in deze strategie ook als doelstelling om nutriëntenverliezen
(met name stikstof en fosfor) met ten minste 50% terug te dringen. Kan de Minister
uitleggen hoe dit zich verhoudt tot de huidige stikstofproblematiek in Nederland?
Is de doelstelling om nutriëntenverliezen met 50% te verminderen haalbaar voor Nederland
en wat zouden daarvan de consequenties zijn voor de Nederlandse landbouwsector?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Van boer tot bord-strategie ook maatregelen
bevat om tegen 2030 het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen met 50% te
verminderen. Deze leden zijn van mening dat het sneller beschikbaar maken van «groene»
alternatieven voor gewasbescherming, zodat agrariërs ook daadwerkelijk een alternatief
hebben, een belangrijke randvoorwaarde is voor de reductie van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Welke mogelijkheden ziet de Minister om tot een reductie te komen van het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen en hoe kan ervoor worden gezorgd dat veilige «groene»
alternatieven voor gewasbescherming sneller beschikbaar zijn?
De leden van de CDA-fractie constateren dat er voor de biodiversiteitsstrategie ongeveer
20 miljard euro per jaar nodig is en dat ongeveer 25% van de EU-begroting voor klimaatactie
zal worden geïnvesteerd in biodiversiteit en op natuur gebaseerde oplossingen. Deze
leden vragen de Minister te verduidelijken uit welke onderdelen van de begroting deze
middelen komen en hoeveel hiervan uit het GLB komt. Zij merken tevens op dat de verdeelsleutel
van de extra 15 miljard euro die beschikbaar komt voor plattelandsontwikkeling momenteel
nog niet bekend is. Wat zijn de verwachtingen van de Minister met betrekking tot de
verdeling van het extra geld voor plattelandsontwikkeling en wat zal hierbij haar
inzet zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agenda ten behoeve
van de videoconferentie van de EU Landbouwministers op 8 juni 2020. Deze leden hebben
nog enkele vragen.
Van boer tot bord-strategie
De leden van de D66-fractie zijn positief over de komst van de Van boer tot bord-strategie
en hebben hier nog enkele vragen over. Deze leden zijn van mening dat de transitie
naar kringlooplandbouw essentieel is, niet alleen voor een gezondere aarde en een
verbeterd dierenwelzijn, maar ook voor de portemonnee van de boer. Een duurzaam voedselsysteem
is belangijker dan ooit, zeker gezien de huidige klimaatverandering en de coronacrisis.
Hoe beoordeelt de Minister de Van boer tot bord-strategie? Wat is haar inzet tijdens
de Landbouw- en Visserijraad? Worden de nieuwe maatregelen uit de strategie meegenomen
in de voorbereidingen voor het NSP? Hoe wordt deze strategie ontvangen binnen de rest
van Europa? Is de Minister bereid om het belang van kringlooplandbouw te agenderen
binnen de Van boer tot bord-strategie, die nu vooral focust op biologische landbouw?
Daarnaast missen deze leden in de strategie de urgentie om de veestapel te verminderen.
Het is immers belangrijk dat boeren ook met minder dieren en betere boterham kunnen
verdienen. Daarbij missen zij ook concrete plannen om vleesconsumptie te verminderen.
Beide punten zijn goed voor het welzijn van dieren en goed voor het milieu. Is de
Minister bereid deze belangen te agenderen binnen de Raad?
De leden van de D66-fractie waren verheugd te vernemen dat de Van boer tot bord-strategie
ook de noodzaak om het dierenwelzijn te verbeteren meeneemt in de visie op de landbouwtransitie.
De herziening van de Europese wetgeving omtrent dierenwelzijn om deze in lijn te brengen
met de laatste wetenschappelijke inzichten en handhaving te vergemakkelijken klinkt
hierbij enorm veelbelovend. Deze leden vragen de Minister echter of zij in de Landbouw-
en Visserijraad de herzieningspunten verder kan concretiseren. Om welke wetenschappelijke
inzichten gaat het en op welke punten wenst de EC de wetgeving hierop aan te passen?
Op welke manieren gaat de handhaving vergemakkelijkt worden? Kan de Minister bovendien
toelichten wat hierin haar inzet gaat zijn, zeker gezien het kabinet in hun reactie
op de openbare consultatievragen van de EC voor de evaluatie van de EU-dierenwelzijnsstrategie
2012–2015 enigszins kritisch leek te zijn op de effectiviteit van de huidige maatregelen?
Deze leden zijn ook erg benieuwd naar de uitwerking van het onderzoek met betrekking
tot etikettering op het gebied van dierenwelzijn. Zij zijn van mening dat het inzichtelijk
maken hoe diervriendelijk of dieronvriendelijk een dierlijk product is geproduceerd
enorm belangrijk is voor het functioneren van de markt. Kan de Minister haar inzet
hierover voorafgaande aan de Raad uiteenzetten en in de Raad om nadere toelichting
vragen?
De leden van de D66-fractie hebben ook nog enkele opmerkingen en een vraag over de
plannen rondom gewasbeschermingsmiddelen. Deze leden zijn tevreden met het feit dat
de EC harde doelen wil stellen voor de vermindering van het gebruik hiervan. Zo lezen
deze leden dat de Commissie tegen 2030 het totale gebruik van chemische pesticiden
en de daarmee samenhangende risico’s evenals het gebruik van gevaarlijkere pesticiden
met 50% wil verminderen. Echter, het is nu onduidelijk hoe de EC gaat zorgen dat laagrisico-alternatieven
voor gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn. Daarbij kan kringlooplandbouw een
belangrijke factor in het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
zijn. Ziet de Minister de omslag naar kringlooplandbouw voldoende terug in de doelen
met betrekking tot het verminderen van gewasbeschermingsmiddelen? Zo nee, is ze bereid
het belang hiervan de bepleiten in de Raad?
De leden van de D66-fractie lezen dat de EC maatregelen neemt om nutriëntenverliezen
(zoals stikstof en fosfor) met ten minste 50% terug te dringen. Het gebruik van meststoffen
zal hierdoor tegen 2030 met ten minste 20% verminderd zijn. Hoe beoordeelt de Minister
deze doelstelling en hoe verhoudt deze zich tot de Nederlandse stikstofaanpak en het
mestbeleid?
De leden van de D66-fractie zien in de strategie dat de EC voor eind 2023 een wetgevingsvoorstel
voor een kader voor een duurzaam voedselsysteem zal presenteren. Deze leden vragen
zich af waarom het wetgevingsvoorstel drie jaar op zich laat wachten en zijn van mening
dat dit sneller kan. Is de Minister het met hen eens? Zo ja, zal zij tijdens de Raad
dit punt en versnelling ervan agenderen? Zo nee, waarom niet?
Ten slotte vernemen de leden van de D66-fractie graag een reactie van de Minister
op de beleidsvoornemens van de EC op het gebied van visserij. Kan de Minister om nadere
toelichting vragen bij haar Europese collega’s over hoe de ambitie van de EC om de
verspillende praktijk van de teruggooi van bijvangst in te dammen en de toepassing
van technieken die schadelijk zijn voor het milieu te voorkomen, zullen worden nagestreefd?
Kan zij bovendien aangeven hoe zij zelf hierin staat? Deze leden zijn ook benieuwd
of de Minister de recente bevindingen van het ICES-onderzoek over de pulskorvisserij
zal meenemen in haar inzet op dit punt, en de Raad in zijn algemeenheid. Ter afsluiting
vernemen zij graag of de Minister zich hard zal maken voor een adequate representatie
van Europa en Nederland in de visserijorganisaties (RFMO’s) die betrekking hebben
op duurzame tonijnvisserij in de Raad, gezien de druk op deze visstanden mogelijk
toe kan nemen door de prioritering die China heeft aangegeven te geven aan deze vis
als bron van virusvrije eiwitten.
Biodiversiteitsstrategie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Biodiversiteitsstrategie.
Deze leden dienden in 2019 een motie in met als doel een «Parijsakkoord voor de Natuur»
(Kamerstuk 21 501, nr. 1440), die ook werd aangenomen. De achteruitgang van biodiversiteit
is een wereldwijd probleem dat zo snel mogelijk tegengegaan moet worden. Dit is niet
alleen van belang voor de natuur, maar ook voor de mens, gezien natuur en economie
sterk met elkaar verbonden zijn. Zij zien de strategie van de EU dan ook als een stap
in de goede richting naar een wereldwijd akkoord en hebben nog enkele vragen aan de
Minister. Hoe beoordeelt de Minister de biodiversiteitsstrategie? Wat wordt haar inzet
rondom deze strategie in de Raad? Neemt de Minister de maatregelen uit de strategie
mee in het NSP? Op welke wijze gaat het NSP de aansluiting op de Biodiversity Strategy
concretiseren?
In de strategie wordt vermeld dat er ongeveer 20 miljard euro per jaar nodig is om
de doelstellingen en verplichtingen te realiseren. Daarnaast wordt aangegeven dat
ongeveer 25% van de EU-begroting voor klimaatactie wordt geïnvesteerd in biodiversiteit
en op natuur gebaseerde oplossingen. Kan de Minister toelichten uit welke onderdelen
van de begroting dit komt? Hoeveel hiervan komt uit het GLB? Hoe wordt de strategie
ontvangen in andere lidstaten? Een voorstel in het plan betreft dat minimaal 30% van
het land- en zeeoppervlak van de EU wettelijk beschermd moet worden. Hierbij wil de
Commissie in 2023 aanzienlijke vooruitgang zien bij lidstaten over het aanwijzen van
beschermde gebieden. Hoe gaat de Minister dit realiseren? Houdt de Minister hierbij
bijvoorbeeld rekening met het verbinden van natuurgebieden? Bovendien stelt de EC
dat in 2030 30% van habitats en soorten waar het slecht mee gaat weer zijn hersteld
en dat in 2030 een lengte van 25.000 km rivieren zijn hersteld in «free flowing rivers».
Ziet de Minister kans om dit percentage te verhogen en om te pleiten voor een ambitieuzere
doelstelling?
GLB & Green Deal
De leden van de D66-fractie hebben gelezen dat de EC een analyse heeft gepresenteerd
over de links tussen de Green Deal en de GLB-hervorming op 20 mei. Hierbij geeft de
EC aan dat het nieuwe GLB en de Green Deal goed met elkaar overeenkomen. Deze leden
zijn positief over de Green Deal, maar zien graag dat de Minister in Europees verband
meer inzet op kringlooplandbouw en cohesie tussen verschillende lidstaten met betrekking
tot dit onderwerp. Daarnaast zijn deze leden benieuwd hoe het staat met de ontwikkeling
van het NSP. Kan de Minister toelichten wat de Green Deal betekent voor haar inzet
binnen het NSP? Hoe ver is het NSP momenteel ontwikkeld?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van de Commissie
om de begroting voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO)
met 15 miljard euro te verhogen om landbouwers en plattelandsgebieden te ondersteunen
bij de structurele veranderingen die nodig zijn in het kader van de Europese Green
Deal en de Van boer tot bord-strategie. Daarbij stelt de EC voor de eerste pijler
258 miljard euro voor, terwijl dit voor de tweede pijler 90 miljard euro is. Deze
leden zijn van mening dat het belangrijk is dat de focus juist komt te liggen op de
tweede pijler, zodat investeringen in een duurzaam landbouwsysteem worden aangemoedigd
en gestimuleerd, in plaats van opschaling. Is de Minister bereid te pleiten voor het
verhogen van de gelden in pijler twee ten opzichte van pijler een, zodat investeringen
in duurzame landbouw worden beloond in plaats van het stimuleren van schaalvergroting?
De verdeelsleutel van de extra 15 miljard euro is nog niet bekend. Is de Minister
bereid dit bedrag te agenderen als extra investering in kringlooplandbouw?
De leden van de D66-fractie hebben tot slot nog twee vragen over het GLB. Wordt in
het NSP een indicator opgenomen voor bestuivende insecten? Zo nee, waarom niet? Wordt
de impact van de Nederlandse landbouw op biodiversiteit in het buitenland (bijvoorbeeld
ontbossing voor soja) ook meegenomen in criteria voor GLB, dan wel kringlooplandbouw?
Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Van boer
tot bord-strategie en de biodiversiteitsstrategie van de EC. Deze leden danken de
Minister voor de korte geannoteerde agenda, ondanks dat de agenda van de videoconferentie
van de EU-Landbouwministers nog niet beschikbaar was.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de uitgesproken ambities in de biodiversiteitsstrategie
en de Van boer tot bord-strategie. Zo zijn er duidelijke doelen over het terugdringen
van pesticide- en kunstmestgebruik, moet 25% van de productie in de EU biologisch
zijn, wordt natuur beter beschermd en worden boeren geholpen om een betere prijs te
krijgen voor hun product. Allemaal belangrijke zaken waarvan deze leden blij zijn
dat deze in heel de Europese Unie geregeld gaan worden.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de korte geannoteerde agenda dat de Minister
in juli komt met een appreciatie van de twee strategieën en dat ze verwacht dat de
lidstaten de hoofdlijnen zullen steunen. Geldt dit ook voor het kabinet? Wat vindt
het kabinet in hoofdlijnen van beide strategieën en wat zal haar inzet zijn tijdens
de bespreking van de Raad? Deze leden zijn met name benieuwd hoe zij dit ziet in relatie
tot de ontwikkeling van het nieuwe GLB. De Minister heeft gezegd dat het nieuwe GLB
en de Green Deal een goede match zijn. Toch is het halen van deze ambities afhankelijk
van wat de lidstaten doen en het verplichtende karakter van bijvoorbeeld de eco-regelingen.
Hierover hebben deze leden enkele vragen. Is de Minister bekend met de oproep van
ruim 3.600 wetenschappers die hun zorgen hebben geuit over de gebrekkige ambities
van het toekomstige GLB? Deelt zij die zorgen? Is zij het met deze leden eens dat
het GLB gelijkgesteld moet worden aan de doelen uit zowel de Van boer tot bord-strategie
en de biodiversiteitsstrategie? Hoe worden de nieuw aangekondigde verplichtingen uit
beide strategieën meegenomen in de voorbereidingen van het NSP? Is de Minister het
met deze leden eens dat dit niet alleen in het NSP moet gebeuren maar dat ook de conditionaliteit
van het GLB strikter moet worden? Wat vindt zij bijvoorbeeld van een basiseis waarbij
elke boer op 10% van zijn of haar land ruimte moet maken voor natuur, zoals met landschapselementen,
om aanspraak te maken op gelden van het GLB? Daarnaast vragen deze leden hoe de doelen
op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen zich verhouden tot de inzet van de Toekomstvisie
Gewasbescherming 2030. Hoe denkt de Minister het huidige areaal biologisch van 3,3%
te verhogen naar 25% zoals in de strategieën genoemd wordt? Hoe gaat zij zorgen voor
meer vraag naar biologische producten? Heeft zij de ambitie van Nederland op dit gebied
een koploper te maken in plaats van een hekkensluiter?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich nog wel zorgen over de internationale
impact van de biodiversiteitsstrategie. De lidstaten hebben namelijk niet alleen impact
op eigen grond en wateren maar ook op die van derde landen. De Minister schrijft dat
het verminderen van onze ecologische voetafdruk in het buitenland daarbij ook van
belang is. Hoe ziet zij dit in relatie tot bestaande en toekomstige handelsakkoorden
die door de Europese Unie gesloten worden, zo vragen deze leden.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook nog enkele vragen over de financiering
van de biodiversiteitsstrategie. In de biodiversiteitsstrategie wordt aangegeven dat
ongeveer 20 miljard euro per jaar nodig is om aan de doelstellingen en verplichtingen
geformuleerd in de strategie te voldoen. Ook wordt in de strategie aangegeven dat
ongeveer 25% van de EU-begroting voor klimaatactie wordt geïnvesteerd in biodiversiteit
en op natuur gebaseerde oplossingen. Uit welke onderdelen van de begroting komt dit?
Hoeveel hiervan komt uit het GLB? Deze leden hebben vernomen dat in het economisch
herstelplan van de EU geen geld gereserveerd is voor natuurherstel en daarmee de uitvoering
van deze plannen. Zij vinden dat een gemiste kans. Wat vindt de Minister van het «Next
Generation EU»-voorstel en het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK)-voorstel op
het gebied van landbouw en natuur? In hoeverre acht zij de EU-bijdragen voor landbouw
voldoende voor de transitie waar de landbouwsector de komende jaren voor staat, mede
ook in het kader van de recent gepresenteerde Van boer tot bord-strategie en biodiversiteitsstrategie?
Kan de Minister ingaan op de mate waarin deze plannen bijdragen aan de aanpak van
de klimaat- en biodiversiteitscrisis? Is de Minister voornemens herstelplannen op
het gebied van landbouw te ondersteunen? Erkent de Minister daarnaast dat kleine boeren
en telers vooropgesteld zouden moeten worden in de steunmaatregelenpakketten van de
Europese Commissie? Erkent de Minister dat het GLB als onderdeel van dit herstelpakket
zou moeten worden herzien om de nodige omslag in de landbouw in gang te zetten en
zowel veerkrachtig uit de coronacrisis te komen als de klimaat- en biodiversiteitscrisis
aan te pakken?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn daarnaast benieuwd hoe de maatregelen om nutriëntenverliezen,
zoals stikstof en fosfor, met 50% terug te dringen zich verhouden tot de huidige stikstofproblematiek
in Nederland. Kan de Minister hier op ingaan en hoe denkt zij de deze doelen te halen?
Een van de voorstellen is om minimaal 30% van het landoppervlak van de EU wettelijk
te beschermen, als onderdeel van Natura 2000 of onder een nationaal instrument. De
EC wil al in 2023 aanzienlijke vooruitgang zien bij lidstaten in het aanwijzen van
deze beschermde gebieden. Kan de Minister ingaan op hoe zij dit wil gaan realiseren?
Hoe verhoudt de ambitie van de EC om het Natura 2000-netwerk te voltooien en eventueel
zelfs uit te breiden zich met het voornemen van de Minister om in overleg te gaan
met de EC over het al dan niet herzien van eerdere aanwijzingsbesluiten?
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de Minister na deze Raad een
uitgebreider krachtenveld kan schetsen zowel ten aanzien van het landbouwdeel van
het herstelpakket, de biodiversiteitsstrategie en de Van boer tot bord-strategie.
Kan zij dit meesturen voor het volgende algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben enkele vragen over het Herstelpakket
EU, de Van boer tot bord-strategie, de biodiversiteitsstrategie, het GLB en de Green
Deal.
Hoe verhouden deze strategieën en pakketten zich tot elkaar qua beleidsintentie? Hoe
zou het GLB bij kunnen dragen aan of kunnen conflicteren met de intenties in de EU-biodiversiteitsstrategie
en de Van boer tot bord-strategie? Wat zijn de geplande budgetten voor de Van boer
tot bord-strategie, de biodiversiteitsstrategie en de Green Deal? Zijn deze bedragen
al gereserveerd en waar komt dit geld vandaan? Hoe verhouden de budgetten voor de
Van boer tot bord-strategie, de biodiversiteitsstrategie, de Green Deal en het GLB
zich tot het Herstelpakket EU en het MFK? Is er in het MFK rekening gehouden met de
biodiversiteitsstrategie, met de Van boer tot bord-strategie en met de Green Deal?
In de EU-biodiversiteitsstrategie staat er dat tenminste 20 miljard euro per jaar vrij moet komen om
uit te geven aan natuur, inclusief prioriteiten voor Natura 2000 en groene infrastructuur.
Kan de Minister aangeven waar het bedrag van 20 miljard euro per jaar vandaan moet
komen en of het al in het EU-budget is opgenomen? Kan de Minister verhelderen aan
welk budget gerefereerd wordt in de EU-biodiversiteitsstrategie op bladzijde 21, waar
staat dat 25% van het EU-budget voor klimaatactie naar natuurherstelmaatregelen moet
gaan? Hoe verhoudt het EU-klimaatactiebudget zich tot het EU-biodiversiteitsstrategiebudget
en tot het EU-herstelpakket? Kan de Minister aangeven hoeveel van dit bedrag naar
klimaatmitigatie en adaptatie gaat?
Van boer tot bord-strategie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse kennisgenomen van
de Europese Van boer tot bord-strategie. Op verschillende vlakken (het gebruik van
landbouwgif, antibiotica en meststoffen) worden concrete reductiedoelen gesteld, wat
volgens deze leden belangrijk is om groene beloftes te kunnen monitoren en daadwerkelijk
te realiseren. De Minister heeft daarentegen op veel van deze vlakken (nog) geen concrete
reductiedoelen gesteld. Hoe staat de Minister tegenover de doelstellingen uit de Van
boer tot bord-strategie? Erkent de Minister dat het wettelijk vastleggen van die doelen
belangrijk is voor het daadwerkelijk behalen van de doelen? Gaat de Minister zich
binnen de EU inzetten voor de wettelijke borging van de reductiedoelstellingen op
het gebied van landbouwgif, antibioticagebruik, meststoffen en een toename van het
biologisch landbouwareaal?
De uitwerking van het NSP in het kader van het nieuwe GLB is cruciaal voor het operationaliseren
van de Van boer tot bord-strategie. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie
stellen dat indien boeren directe inkomenssteun blijven ontvangen die niet gekoppeld
is aan duurzaamheidseisen, dit een perverse prikkel vormt, waardoor vergroening niet
zal worden gerealiseerd. Zo heeft het bedrag van bijna 2 miljard euro, dat de afgelopen
zes jaar via het GLB aan vergroeningsmaatregelen is uitgegeven, geen positief effect
gehad op de natuur.1 Erkent u dat directe inkomenssteun intensivering en overproductie stimuleert, waarmee
de afhankelijkheid van landbouwgif, antibiotica en kunstmest wordt vergroot en waarmee
dierenwelzijn verder onder druk komt te staan? Op welke manier zal de Minister de
doelen uit de Van boer tot bord-strategie, alsmede uit haar eigen Toekomstvisie Gewasbescherming
2030, de structurele aanpak van de stikstofproblematiek en haar visie op kringlooplandbouw
integreren in de uitwerking van het NSP? Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over
de vorderingen met betrekking tot het nieuwe NSP?
Wat betreft het biologisch landbouwareaal stelt de EC wat de leden van de Partij voor
de Dieren-fractie betreft een goed doel: 25% in 2030. Deelt de Minister de mening
dat dit Europese doel ambitieus is voor ons land, maar des te belangrijker voor onze
natuur, het milieu en dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet? Staat de Minister achter
deze doelstelling van de EC en zal zij zich in dat verband hard maken voor de wettelijke
borging van dit doel? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet? Wat is het huidige
percentage biologisch landbouwareaal in respectievelijk Europa en Nederland? Erkent
de Minister dat er voor Nederland haast geboden is om het aandeel van 25% aan biologisch
areaal binnen tien jaar te realiseren? Zo ja, wat gaat de Minister op korte termijn
doen om deze transitie in te zetten en te versnellen?
Biodiversiteitsstrategie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de EU-biodiversiteitsstrategie
en merken op dat dit vooral een intentieverklaring is. Om de biodiversiteit in Europa
te versterken zijn alleen intenties echter onvoldoende; daarvoor is een daadkrachtige
strategie nodig, met bindende, jaarlijks te behalen doelstellingen. De EU-biodiversiteitsstrategie spreekt onder andere over het beschermen van 30% van het zee- en landoppervlak
(waarvan 10% strikte bescherming) en meldt dat de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn
beter geïmplementeerd moet worden om biodiversiteitsdoelen te behalen. Het ontbreken
van jaarlijks te behalen bindende doelstellingen vinden deze leden gevaarlijk, aangezien
het slecht gaat met de Nederlandse en mondiale biodiversiteit. Zo hebben noch Nederland,
noch de Europese Unie de biodiversiteitsdoelstellingen in het kader van het Biodiversiteitsverdrag
van de Verenigde Naties behaald. Deze leden willen weten waarom er pas vanaf 2023
gekeken zal worden of er in 2024 een wettelijke methodiek voor het behalen van de
doelen in de EU-biodiversiteitsstrategie nodig is, terwijl nu al gebleken is dat biodiversiteitsdoelstellingen
nog nooit zijn gehaald. Waarom zijn er bijvoorbeeld geen duidelijke doelstellingen
opgenomen met betrekking tot het reduceren van bijvangst door de visserijsector? Wat
houdt strikte bescherming in, wanneer er gesproken wordt over 10% strikt beschermde
gebieden? Erkent de Minister dat voor het behalen van biodiversiteitsdoelstellingen
er jaarlijks bindende doelen zouden moeten worden opgezet? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, is de Minister bereid om zich in te zetten voor het opnemen van jaarlijks te behalen
bindende doelstellingen vanaf 2021?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
F.C.G. Goorden, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.