Initiatiefnota : Initiatiefnota
35 475 Initiatiefnota van het lid Paternotte over Bescherm Nederlanders met een ongewenste tweede nationaliteit
Nr. 2 INITIATIEFNOTA
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
Achtergrond, historische context
3
3.
Problematiek onvrijwillig verkregen nationaliteit
5
3.1.
Diplomatieke bescherming
5
3.2.
Veiligheidsmachtigingen
7
3.3.
Vervallen paspoort
8
3.4.
Intrinsieke problemen
8
4.
Voorbeelden
9
4.1.
Marokkaanse casus
9
4.2.
Griekse casus
11
4.3.
Iraanse casus
13
4.4.
Syrische casus
15
5.
Voorstellen en beslispunten
16
6.
Financiële consequenties
19
1. Inleiding
«Hier staat een Nederlander.» Met die woorden kondigde schrijver Asis Aynan namens
een groep Marokkaanse Nederlanders aan af te willen van zijn Marokkaanse nationaliteit.1 Eenvoudig gezegd, maar onmogelijk gedaan. Voor Marokko geldt: eens een Marokkaan,
altijd een Marokkaan. Zijn verhaal staat niet op zichzelf. Griekenland, Iran, Syrië,
Argentinië en nog zo’n twintig andere landen maken het (bijna) onmogelijk om afstand
te doen van die nationaliteiten. Vaak worden ook de kinderen van deze mensen belast
met een tweede nationaliteit, ook al zijn ze er niet geboren en hebben ze geen enkele
band met het land. Het kan een levenslange veroordeling zijn tot een ongewenste identiteit.
In hoeverre dat mensen in hun dagelijks leven dwars zit, verschilt. In deze initiatiefnota
bespreken we de casus van een geboren Nederlander langs die gedwongen werd in Griekenland
de dienstplicht te vervullen. We laten Iraanse Nederlanders aan het woord die bij
grenspassages steeds weer gevraagd worden om hun Iraanse paspoort, ook al hebben ze
alleen een Nederlands. En we kijken naar de geboren Nederlanders die – zoals Asis –
zich simpelweg gevangen voelen in de nationaliteit van een land waar ze niets mee
van doen willen hebben. De coronacrisis heeft laten zien dat de tweede nationaliteit
Marokkaanse Nederlandse letterlijk heeft gebonden aan Marokko, ook als ze die nationaliteit
nooit hebben gewild en in Nederland zijn geboren. Grote groepen Marokkaanse Nederlanders
konden na het sluiten van de grenzen weken of maandenlang niet gerepatrieerd worden.
Dit omdat, zodra ze een voet in Marokko zetten, ze door de overheid enkel en alleen
als Marokkaan gezien worden. Met alle gevolgen van dien als ze de Marokkaanse – deels
Islamitische – wet overtreden. En nu ook wanneer ze er enkel zijn.
We laten zien dat de problemen van Nederlanders met een ongewenste nationaliteit veelkleurig
zijn. En ook niet voor iedereen gelijk. Nederlandse mannen met een Griekse ouder kunnen
niet zomaar in Griekenland gaan wonen en werken, zoals andere Nederlanders. Vrouwen
hebben daarvoor niet te vrezen. Zij kampen bijvoorbeeld juist met het Marokkaanse
huwelijksrecht, wat voor mannen weer veel liberaler is. Wie voor het werk een Nederlandse
of NAVO-veiligheidsmachtiging nodig heeft, zal de vraag krijgen of een buitenlandse
mogendheid enige invloed op je heeft. Syrische vluchtelingen zullen de komende jaren
voor een moeilijke keuze staan: door het Nederlanderschap aan te vragen overtreden
zij de Syrische nationaliteitswet waardoor hun verdere leven een gevangenisstraf kan
dreigen mochten ze ooit weer naar Syrië reizen. En van weer een andere orde is de
problematiek van mensen die – soms nauwelijks bewust – een Amerikaanse nationaliteit
hebben en daarom forse aanslagen van de Amerikaanse belastingdienst krijgen.2 En op 16 mei jongstleden meldde NRC Handelsblad dat een Frans-Iraanse onderzoeker is veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf wegens
«samenzwering tegen de nationale veiligheid». Iran maakt in dit geval van de dubbele
nationaliteit van deze vrouw gebruik om druk uit te oefenen op westerse landen.3
Met het manifest «keuzevrijheid in nationaliteit» hebben twaalf Nederlanders met een
Marokkaanse ouder aandacht gevraagd voor dit probleem, en hulp gevraagd van de politiek.
Keuzevrijheid is waar zij om vragen, en is wat de initiatiefnemer betreft ook waar
Nederland zich voor in moet zetten. Keuzevrijheid en zelfbeschikking zijn namelijk
fundamentele waarden waar de initiatiefnemer veel belang aan hecht. Nederlanders moeten
de vrijheid hebben om te kunnen kiezen of zij wel of geen afstand willen doen van
hun tweede nationaliteit.
Veel Nederlanders met een tweede nationaliteit zeggen dat zij die juist graag behouden.
Wat de initiatiefnemer betreft is dat ook onderdeel van die keuzevrijheid. Wie de
wortels van zijn of haar familie graag tot uitdrukking ziet gebracht in het aanhouden
van die tweede nationaliteit mag dat wat de initiatiefnemer betreft. Echter, wanneer
een tweede nationaliteit geen keuze meer is, maar een plicht, kan het juist de vrijheden
die horen bij het Nederlanderschap in de weg staan. In deze nota is dan ook beschreven
welke effecten een ongewenste nationaliteit heeft. En wat wij willen dat Nederland
eraan doet.
Gelijke behandeling is een hoeksteen van onze democratische rechtsstaat, en niet voor
niets verankerd in het allereerste artikel van onze Grondwet. Een opgedrongen nationaliteit
druist hier recht tegen in. Datzelfde grondwetsartikel maakt duidelijk dat in Nederland
je afkomst niet je toekomst hoort te bepalen. Een regering in een staat ver weg hoort
niet geboren Nederlanders als haar onderdanen te beschouwen. Artikel 15 van de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) stelt dat niemand het recht ontzegd mag
worden om van nationaliteit te veranderen. Met de huidige nationaliteitswetten van
meer dan twintig landen zouden honderdduizenden Nederlanders tot in de vierde, vijfde,
zesde en verdere generaties een tweede nationaliteit kennen, ook al is hun betovergrootmoeder
het enige familielid dat in Syrië geboren is. Het wordt tijd om hier iets aan te doen,
en deze Nederlanders de keuzevrijheid terug te geven.
2. Achtergrond, historische context
In de Rijkswet op het Nederlanderschap is bepaald onder welke voorwaarden iemand de
Nederlandse nationaliteit kan verkrijgen. Voornamelijk wordt hierbij uitgegaan van
het rechtsprincipe jus sanguinis, ofwel het «recht van het bloed». Dit houdt in dat kinderen met tenminste één Nederlandse
ouder ook automatisch recht hebben op het Nederlanderschap.
Ook kunnen niet-Nederlanders die Nederlander willen worden, via een zogenaamde optieverklaring
of een verzoek tot naturalisatie aanspraak maken op het Nederlanderschap. Er zijn
daarbij verschillende scenario’s denkbaar:4
➢ Als je Nederlander wordt raak je automatisch je oorspronkelijke nationaliteit kwijt.
➢ Als je Nederlander wordt, moet je zelf actief afstand doen van de nationaliteit die
je op dat moment hebt.
➢ Je kunt geen afstand doen van je oorspronkelijke nationaliteit. Als je Nederlander
wordt, behoud je je oorspronkelijke nationaliteit.
Bij naturalisatie tot het Nederlanderschap moet in principe iedereen afstand doen
van de oorspronkelijke nationaliteit (afstandsplicht). Echter, sommige (nieuwe) Nederlanders
kunnen naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere tweede nationaliteit
hebben omdat zij simpelweg geen afstand kunnen doen van deze tweede nationaliteit.
De overheid van het land van de tweede nationaliteit maakt dat onmogelijk. Bovendien
geven deze mensen de tweede nationaliteit soms automatisch door aan hun kinderen.
Zo kan het dat onder andere de Marokkaanse overheid Nederlanders met één of twee ouders
met een Marokkaanse nationaliteit ook automatisch beschouwt als Marokkaans onderdaan.
Overheden die het afstand doen van de nationaliteit niet toestaan
Op dit moment staan 26 landen het afstand doen van de nationaliteit niet aan (alle)
houders van die nationaliteit toe.5 Van de 26 maken drie landen (de Bahama’s, Maleisië en Pakistan) het wel mogelijk
voor wie ouder dan 21 jaar is. Drie Latijns-Amerikaanse landen (Argentinië, Mexico
en Uruguay) staan het afstand doen van de nationaliteit toe wanneer je de nationaliteit
van dat land hebt verkregen door naturalisatie. Afstand doen van de nationaliteit
is in alle andere gevallen vrijwel niet mogelijk.
Veel van deze landen geven de nationaliteit automatisch ook aan de kinderen van hun
burgers, ook als de ouders dat niet willen. Dit geldt met name voor landen in het
Midden-Oosten, en juist niet in Latijns-Amerika, waar de nationaliteit niet automatisch
aan kinderen wordt toegekend als de ouders niet in het land wonen.6
Registratie dubbele nationaliteit
«Nederlandse burgers, geen onderdanen van Marokko.» Onder deze titel vroegen het Rotterdamse
raadslid Salima Belhaj – thans Tweede Kamerlid – en een groep Marokkaans-Nederlandse
schrijvers en politici in 2008 in een manifest om hun toekomst – en die van hun kinderen –
los te kunnen zien van Marokko.7
Dat losraken van een Marokkaanse achtergrond was tot 2014 extra lastig. Nederlandse
gemeenten registreerden namelijk actief de tweede (of verdere) nationaliteiten van
nieuwe inwoners in de gemeentelijke basisadministratie. Journalist Christiaan Bonebakker
maakte hier in 2010 bezwaar tegen in een column die hij in de Volkskrant wijdde aan
het inschrijven van zijn dochters, die vanwege deze gewoonte tegen de zin van beide
ouders als Marokkaans werden ingeschreven.8
Kamervragen van de leden Schouw (D66) en Hennis-Plasschaert (VVD)9 leidden destijds tot een discussie die eindigde in het besluit niet langer andere
nationaliteiten dan de Nederlandse te registreren. De overheid registreert daarom
niet (meer) een dubbele nationaliteit. Wanneer je de Nederlandse nationaliteit hebt,
dan registreert de gemeente geen andere nationaliteit. Dit is een landelijke maatregel
welke geldt sinds 6 januari 2014. Op 31 januari 2015 zijn ook de bestaande registraties
aangepast. Alleen als je de Nederlandse nationaliteit verliest doordat je de vreemde
nationaliteit krijgt, wordt de vreemde nationaliteit wél in de basisregistratie personen
(BRP) opgenomen.
Aantal Nederlanders met een tweede nationaliteit1
1998
2000
2010
2011
2012
2013
2014
Tweede nationaliteit
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
aantal
Totaal niet-Nederlandse nationaliteiten
607.925
735.675
1.155.387
1.195.090
1.234.642
1.273.166
1.306.274
Totaal Europese nationaliteiten
371.322
435.613
578.079
590.460
604.520
617.515
628.703
Europese Unie
151.584
162.105
242.829
249.377
256.118
266.154
268.815
Belgisch
26.322
27.460
31.800
32.400
32.925
33.531
33.956
Brits
38.257
39.889
44.252
44.569
44.778
44.999
45.103
Duits
37.699
40.283
54.158
55.958
57.848
59.500
61.048
Marokkaans
101.524
136.855
273.172
285.344
298.488
310.814
320.782
Pools
10.700
12.558
17.822
18.334
19.018
19.722
20.386
Surinaams
11.007
12.168
16.055
16.540
17.014
17.350
17.687
Turks
171.434
204.050
284.788
293.557
301.764
307.933
312.080
Onbekende nationaliteit
735
3.301
73.930
82.441
87.125
92.157
95.402
X Noot
1
CBS, https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/70798NED/table?fromst….
Nederland heeft hiermee een aantal belangrijke stappen gezet om Nederlanders met een
tweede nationaliteit (1) gelijk te behandelen als andere Nederlanders zonder een tweede
nationaliteit en (2) het eventueel bekendmaken van geboorte van hun kinderen aan andere
overheden over te laten aan de ouders.
Voor veel Nederlanders geldt dat deze maatregelen niet het probleem hebben doen verdwijnen.
In veel gevallen hebben hun ouders hen ingeschreven bij het consulaat van het land
van de tweede nationaliteit. In andere gevallen weet het land van tweede nationaliteit
van hun bestaan simpelweg doordat zij een reis maken naar het land met één of beide
ouders, of registreert de vreemde mogendheid hun bestaan wanneer een familielid verhuist
naar het desbetreffende land en melding maakt van hun bestaan.
3. Problematiek onvrijwillig verkregen nationaliteit
Wie een ongewenste nationaliteit heeft kan hier op veel manieren mee te maken hebben:
in de praktijk én symbolisch, door de ongewenste associatie met het land. Onderstaand
worden allereerst alle feitelijke problematieken doorgenomen. Ten slotte gaan we in
op het belang van de keuzevrijheid en de ongewenste associatie.
3.1. Diplomatieke bescherming
Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal sprak in 2011 zijn afschuw uit: «Een barbaarse daad van een barbaars regime».10 Kort daarvoor kreeg de Nederlands-Iraanse politiek activiste Zahra Bahrami na een
schijnproces de doodstraf opgelegd die niet veel later aan de galg werd voltrokken.
Gedurende de rechtszaak weigerden de theocratische machthebbers in Teheran de Nederlandse
ambassade om haar consulair bij te staan. Reden hiervoor was dat de Iraniërs haar
simpelweg niet erkenden als Nederlander. De voormalige president van Iran, Mahmoud
Ahmadinejad, gaf aan dat Allah maar één nationaliteit erkent en dat hierom een geboren
Iraniër nooit vrijwillig van zijn of haar nationaliteit af kan.11 Hetzelfde probleem kennen nu de nabestaanden van Canadees-Iraanse burgers die zijn
omgekomen bij de crash van PS752 in januari van dit jaar.12
Landen met een seculiere constitutie, zoals Argentinië, die een gedwongen nationaliteit
opleggen beroepen13 zich daarentegen op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waaraan
zij zich samen met alle andere lidstaten van de Verenigde Naties hebben gecommitteerd.
Artikel 15 bepaalt namelijk dat eenieder het recht heeft op een nationaliteit en dat
deze niet willekeurig kan worden ontnomen.14 Echter, lid 2 van datzelfde artikel bepaalt ook dat niemand het recht mag worden
ontzegd om van nationaliteit te veranderen. Dit laatste impliceert eveneens het recht
op afstand van nationaliteit.15
Toch houdt het probleem niet op bij wederzijdse erkenning. Teheran had de Nederlandse
consulaire hulp alsnog kunnen weigeren, ook bij erkenning van de Nederlandse nationaliteit.
Nederland is immers partij bij het Verdrag nopens zekere vragen betreffende wetsconflicten inzake nationaliteit,16 dat ziet op wetsconflicten inzake nationaliteit, en waarin is geregeld dat staten
geen diplomatieke bescherming kunnen uitoefenen voor onderdanen jegens een staat waarvan
deze onderdaan ook de nationaliteit bezit. In 2006 heeft de International Law Commission
van de Verenigde Naties dit probleem geadresseerd door het principe van een predominant nationality te benoemen, de situatie waarin een land diplomatieke bescherming uitoefent ten faveure
van een burger die weliswaar twee nationaliteiten heeft, maar primair burger is van
de staat die diplomatieke bescherming wenst uit te oefenen.17 Volgens Emeritus hoogleraar migratierecht aan de Universiteit van Amsterdam Jessurun
d’Oliveira is het hiermee nog steeds de vraag of Bahrami wel recht had op Nederlandse
consulaire bijstand.18 De interpretatie van het begrip predominant nationality is daarnaast niet eenduidig. Zo meent het Verenigd Koninkrijk dat hier enkel sprake
van is wanneer het land waar diplomatieke bescherming in zou moeten worden uitgeoefend
de persoon in kwestie heeft benaderd en behandeld als Brits, in ieder geval tot aan
de ter zake doende wetsovertreding. Zoals hoogleraar Internationaal Publiekrecht Marko
Milanovic benoemt zal Iran hoe dan ook in voorkomende gevallen haar nationaliteitsrecht
onverkort toepassen, omdat simpelweg geen andere nationaliteit dan de Iraanse erkend
wordt.19 Door de ambiguïteit van de verdragen en de strikte toepassing van eigen nationaliteitsrecht
door sommige staten staan Nederlanders met een ongewenste tweede nationaliteit in
de praktijk veel zwakker dan «gewone» Nederlanders.
In principe staat het huidige internationaal recht er zo niet aan in de weg dat de
achterkleinzonen- en dochters van in Nederland genaturaliseerde Marokkaanse gastarbeiders
het moeten doen zonder Nederlandse diplomatieke bescherming indien zij in Marokko
verblijven. Ongewenste dubbele nationaliteiten maken hiermee een serieuze inbreuk
op het principe dat Nederlandse staatsburgers kunnen rekenen op gelijke behandeling.
3.2. Veiligheidsmachtigingen
Onderdeel van het takenpakket van onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten is om
personen die solliciteren op een vertrouwensfunctie te screenen. In de regel doen
zij dit via een routine veiligheidsonderzoek en in de uitzonderlijke gevallen dat
de nationale veiligheid mogelijk in het geding zou zijn middels de naslagprocedure.
De AIVD en de mandaathouders (Nationale Politie en Koninklijke Marechaussee) hebben
in 2018 gezamenlijk bijna 44.00020 veiligheidsonderzoeken uitgevoerd naar personen die een vertrouwensfunctie (wilden
gaan) vervullen en 31 keer naslag verricht. De MIVD heeft in datzelfde jaar 17.220
besluiten genomen op basis van veiligheidsonderzoeken waaruit 23 negatieve beoordelingen
volgden.21
Zoals blijkt uit de leidraad22 voor deze screenings kijken de diensten naar het gedrag en omstandigheden van een
persoon in relatie tot welke functie hij of zij beoogt uit te gaan voeren. Het is
immers van belang dat vertrouwenspersonen niet worden belemmerd in de getrouwe uitoefening
van hun plichten. Hierbij speelt mogelijke beïnvloeding vanuit het buitenland dan
ook een belangrijke rol. Zo stellen de diensten onder meer:
«Het in contact staan met een buitenlandse inlichtingendienst levert een grote kwetsbaarheid
op. Het komt vaak voor dat betrokkene dit zelf niet door heeft. Vanwege het risico
kan dit wel leiden tot weigering of intrekking van een Verklaring van Geen Bezwaar
(VGB) [...] Het risico op ongewenste beïnvloeding kan worden versterkt door sterke
druk op loyaliteit aan de familie of het land van herkomst.»
Van personen met een dubbele nationaliteit is het sneller aannemelijk dat zij (on)bewust
in het vizier staan van een buitenlandse inlichtingendienst. Bovendien heeft een buitenlandse
overheid beschikking over meer (juridische) pressiemiddelen wanneer zij iemand classificeren
als hun eigen staatsburger. Nederlandse staatsburgers met een gedwongen dubbele nationaliteit
wordt het simpelweg onmogelijk gemaakt om dergelijke risico’s terug te dringen. Een
dergelijke risicoweging komt ook terug in de opgave persoonlijke gegevens veiligheidsonderzoek.23 Zo is er bijvoorbeeld geen verplichting om vroegere nationaliteiten te melden, maar
wordt een kandidaat wel verplicht tot het opgeven van huidige nationaliteiten.
Wie ongewild over een dubbele nationaliteit beschikt heeft op z’n minst hogere drempels
te overwinnen bij werk in de veiligheidssector. De procedures duren langer omdat in
de werkinstructies verdiepend onderzoek vereist is naar de achtergrond van personen
met een ongewenste tweede nationaliteit. Voor een security clearance van de AIVD geldt in de richtlijnen bijvoorbeeld dat «onafhankelijkheid» een concreet
criterium is voor het wel of niet verlenen van de veiligheidsmachtiging. «Personal environment could also generate dependence, for example a person in question
may be (undesirably) influenced by their partner, family, friends or foreign governments.»24 «Het risico van ongewenste beïnvloeding kan blijken uit de aard van de relatie met
bepaalde personen, organisaties of buitenlandse overheden.»25 De AIVD en MIVD maken ook duidelijk dat maatwerk wordt geleverd, en gekeken wordt
naar de omstandigheden van het geval.
De tweede nationaliteit an sich is dus niet het beletsel, maar bijvoorbeeld wel het
feit dat iemand onderworpen kan worden aan de dienstplicht in het tweede land en daarmee
chantabel is. De initiatiefnemer heeft gesproken met een Marokkaanse Nederlander die
acht maanden langer moest wachten dan collega’s in een vergelijkbare situatie voordat
zijn veiligheidsmachtiging werd verleend. De initiatiefnemer sprak een Italiaan met
Argentijnse nationaliteit die in Nederland woont, en die het advies kreeg überhaupt
geen poging te doen tot het verkrijgen van een NATO Security Clearance.
3.3. Verlenging paspoort
Nederlanders in het buitenland dienen hun paspoort tijdig te verlengen. Het niet tijdig
verlengen van je Nederlandse paspoort in het buitenland kan tot allerlei praktische
complicaties leiden. Echter, het probleem voor mensen die een tweede opgedrongen nationaliteit
hebben en langer dan tien jaar in het buitenland wonen26 is ernstiger. Zij verliezen namelijk automatisch hun Nederlanderschap als ze niet
op tijd hun paspoort verlengen. Dit geldt niet wanneer men alleen de Nederlandse nationaliteit
heeft. Hier bestaat daardoor een rechtsverschil voor mensen die een ongewenste tweede
nationaliteit hebben.
3.4. Intrinsieke problematiek
Zoals in bovenstaande voorbeelden aangetoond is de problematiek voor mensen met een
ongewenste tweede nationaliteit veelzijdig, maar zijn de concrete effecten ervan deels
vermijdbaar. Niet reizen naar het land van de tweede nationaliteit voorkomt de meest
problematische gevolgen, namelijk het onderworpen zijn aan de wetten van het land
van tweede nationaliteit. In het geval de houder familie in dat land heeft wonen vormt
dit enkele feit echter al een serieuze inbreuk op hun vrijheid en vrijheidsbeleving,
zeker in verhouding tot andere Nederlanders.
De directe aanleiding voor deze initiatiefnota laat echter ook iets anders zien, namelijk
de ongewenste associatie die de houders vaak met zich dragen. Ze wíllen enkel Nederlander
zijn, maar dit wordt hen door een vreemde mogendheid simpelweg niet gegund. En er
is geen mogelijkheid aan deze wens formeel uitdrukking te geven. «Wij zijn jullie
burgers, doe iets!», was daarom de boodschap van de 12 initiatiefnemers van het manifest
«Keuzevrijheid in Nationaliteit».
«Je achtergrond blijft Marokkaans, maar je wilt gewoon niet die nationaliteit. [....]
Hier staat een Nederlander, en een hele trotse Berber.»
Asis Aynan, ondertekenaar manifest «Keuzevrijheid in Nationaliteit»27
«Mijn Marokkaanse nationaliteit is iets wat ik niet wil, maar wat moet. In Nederland
worden mijn rechten gewaarborgd, maar ik val ook onder een systeem waarin homoseksualiteit
en abortus strafbaar is.»
Laila Ezzeroili, ondertekenaar manifest «Keuzevrijheid in Nationaliteit»28
«Bij mijn geboorte werd ik verplicht naast de nationaliteit van mijn geboorteland
óók de nationaliteit van mijn vader aan te nemen. Ja, dat moest van de Nederlandse
overheid. Al heb ik werkelijk niets met het geboorteland van mijn vader, Nederland
zou en moest mij ook als Algerijn aanduiden. Algerije, een land waarvan ik de taal
niet eens spreek.»
Karim Bettache, universitair docent en onderzoeker
4. Voorbeelden
In de volgende paragrafen worden de situaties voor Marokkaanse, Griekse, Iraanse en
Syrische Nederlanders uiteengezet. Wat zegt de nationaliteitswet van de verschillende
landen van herkomst over het verwerven en afstand doen van de nationaliteit? Hoe staat
dat land tegenover het verwerven van een tweede nationaliteit? En, tegen welke negatieve
gevolgen lopen de houders van deze tweede opgedrongen nationaliteit? Al deze vragen
worden in de volgende hoofdstukken per casusland uiteengezet.
4.1. Marokkaanse casus
Het meest in het oog springende voorbeeld van een land waar de oorspronkelijke nationaliteit
niet van opgegeven kan worden is Marokko. Sinds 2007 schrijft de Marokkaanse wet voor
wat feitelijk al decennia geldt: dat het kind van elke Marokkaan vanaf zijn geboorte
Marokkaans is. De Marokkaanse nationaliteit wordt van rechtswege toegekend, een kind
hoeft dus niet bij de burgerlijke stand van Marokko te worden ingeschreven.29
Marokkanen kunnen formeel, onder bepaalde omstandigheden, een verzoek indienen om
afstand te doen van de Marokkaanse nationaliteit. Echter, de facto is zo’n verzoek
een verloren zaak. Een verzoek heeft namelijk pas gevolg indien het bij koninklijk
besluit wordt ingewilligd. Dit blijkt in de praktijk slechts in zeer uitzonderlijke
gevallen te worden gegeven. Het betreft vrijwel alleen vrouwen die getrouwd zijn met
een moslim uit een ander islamitisch land, in dat land wonen en daar moeilijkheden
ondervinden vanwege hun Marokkaanse nationaliteit.30
Consequenties voor Marokkaanse Nederlanders
Veel Marokkaanse Nederlanders hebben geen behoefte afstand te doen van hun tweede
nationaliteit en/of schrijven hun kinderen bewust als Marokkaan in bij het Marokkaanse
consulaat. Er is echter ook een groep Marokkaanse Nederlanders die om meerdere redenen
(veiligheid en privacy) zorgen heeft over het feit dat zij als sinds hun geboorte
in Marokko als onderdaan te boek staan. Zo is het bekend dat Marokko een actief diasporabeleid
voert, en de gegevens van de jongere generaties Nederlanders met een Marokkaanse nationaliteit
gebruikt om ze rechtstreeks te kunnen benaderen voor bijeenkomsten31 met de ambassadeur en consuls en met Marokkaanse Nederlanders die al tot het netwerk
behoren. Diasporabeleid zoals Marokko het voert is uiteraard niet uniek, en het is
prima als Nederlanders hun Marokkaanse nationaliteit willen behouden. Zij die dat
juist niet willen kunnen echter tegen concrete problemen oplopen.
Het Marokkaanse huwelijksrecht leidt in Nederland tot problemen en complicaties32 bij echtscheidingen en huwelijken. Naast polygamie33 en alimentatiezaken34 die in Marokko worden aangespannen, wordt er veel dreiging van kinderontvoering35 naar Marokko ervaren door met name moeders. De omgangsregeling tussen ouder en kind
kan om die reden afgewezen worden door de rechtbank. Het Marokkaans familierecht kent
namelijk twee vormen van voogdij na een scheiding. De vader heeft de «wilaya», het
wettelijk gezag over het kind en dit strekt zich uit over alle leefgebieden. De moeder
alleen de «hadana», wat zoveel inhoudt als de zorg of het behoeden van het kind voor
schade.36, 37
Hiernaast vormt ook de toepassing van de strenge Marokkaanse zedelijkheidswetten38 een probleem, en wordt het volgens sommigen gebruikt om kritische stemmen het zwijgen
op te leggen. Er zijn voorbeelden van journalisten en personen uit de oppositie die
met (valse) aanklachten van overtredingen van zedelijkheidswetten worden geconfronteerd.
Journalist Taoufik Bouachrine,39 journalist Hicham Al Mansouri40 en het meest recente slachtoffer: Hajar Raissouni, de journaliste die wegens abortus41 en seks buiten het huwelijk onlangs tot 1 jaar gevangenisstraf is veroordeeld. Inmiddels
heeft de Marokkaanse Koning, na grote nationale en internationale druk, gratie verleend
aan de journaliste.
De ongewenste dubbele nationaliteit van Marokkaanse Nederlanders bemoeilijkt ook hun
bewegingsvrijheid en repatriëring in tijden van crisis. De situatie rondom het coronavirus
heeft tot een strikte lockdown van Marokko geleid. Mensen die trachtten naar huis
te reizen werden dit verboden door de Marokkaanse autoriteiten.
De initiatieven van de Nederlandse staat om Nederlandse staatsburgers op het vliegtuig
naar huis te zetten zijn zwaar bemoeilijkt door de Marokkaanse autoriteiten.42 Het gaat om de repatriëring van zo’n 3.000 Nederlanders, die inmiddels mondjesmaat
terugkeren naar Nederland.43 Volgens het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) wordt er «onderscheid
gemaakt tussen leden van Marokkaanse diaspora».44 Het lijkt erop dat de Marokkaanse staat geen noodzaak ziet om Marokkaanse Nederlanders
toestemming te verlenen naar Nederland te reizen, omdat ze volgens de Marokkaanse
wet in eerste instantie de Marokkaanse nationaliteit hebben. Deze situatie was toonaangevend
voor hoe Marokko onderscheid maakt tussen burgers met alleen een Nederlandse paspoort
en Marokkaanse Nederlanders met een dubbele nationaliteit, en vormt daarmee en voedingsbodem
voor ongelijke behandeling.45 Hieruit blijkt ook weer het gebrek aan keuzevrijheid en zelfbeschikking aangaande
de eigen nationaliteit.
De problemen
Waar een Nederlander zich niet hoeft te houden aan de Marokkaanse zedelijkheidswetten
of een alcoholverbod, moeten Nederlanders met een onvrijwillig verkregen Marokkaanse
nationaliteit altijd rekening houden met de Marokkaanse wet en bijbehorende straffen.
Zo kan een ongetrouwde Nederlander op vakantie in Marokko prima een hotelkamer delen
met zijn of haar partner. Voor een Nederlander met een onvrijwillig verkregen Marokkaanse
nationaliteit is dit altijd een risico, zeker wanneer zijn of haar geaardheid in Marokko
bij wet verboden is.
In het verlengde hiervan kennen Marokkaanse Nederlanders een tweede concreet probleem
in het feit dat Marokkaanse overheidsfunctionarissen, ook zonder dat dit verordonneerd
is door de centrale regering, weten dat Marokkaanse Nederlanders in hun land kwetsbaarder
zijn dan «gewone» toeristen. «Ik heb meerdere keren meegemaakt dat ik zonder reden
smeergeld bij politiecontroles moest betalen – alleen omdat ze mij als Marokkaan zien»,
zei Said Bouddouft, voormalig voorzitter van het Samenwerkingsverband van Marokkanen
en Tunesiërs (SMT), hierover.46
Een bijzonder vervelend effect deed zich voor in het geval van de Amersfoortse loodgieter
Mokhtar A. Dit effect vloeit voort uit de wetgeving ten aanzien van polygamie in Marokko,
terwijl het sluiten van een huwelijk tussen meer dan twee personen in Nederland niet
is toegestaan. Wanneer je in Nederland schuldig wordt bevonden aan polygamie kun je
maximaal 4 jaar celstraf krijgen of een geldboete van 20.500 euro. En als de tweede
partner niet van het eerste huwelijk weet kan die celstraf oplopen tot 6 jaar gevangenisstraf.
Dit geldt niet voor Marokkaanse mannen die voor de Marokkaanse wet trouwen en niet
voor de Nederlandse. De zaak van Mokhtar A. laat zien tot hoeveel onbegrip dit leidt.
De man geeft ruiterlijk toe dat hij met een tweede vrouw getrouwd is in Marokko, het
land waar hij is geboren. Hij kon geen kinderen krijgen bij zijn eerste vrouw, die
een scheiding in Nederland weigerde. Hij wendde zich tot de rechter in Marokko en
hem werd een tweede huwelijk toegestaan. Uiteindelijk heeft de Nederlandse officier
van justitie de man beschuldigd van bigamie. Hij was namelijk in huwelijk getreden
met een andere vrouw, terwijl hij reeds getrouwd was. In strijd met de Nederlandse
wet die polygamie verbiedt.47
4.2. Griekse casus
Een Griek mag van de Griekse overheid geen afstand doen van zijn of haar nationaliteit.48 Voor nageslacht kent Griekenland een met Marokko vergelijkbare systematiek: een kind
van een Griekse vader of een Griekse moeder wordt beschouwd als Griek.49 Wanneer een Grieks staatsburger bij de gemeente aangeeft een kind te hebben, wordt
dit kind daarom automatisch geregistreerd als Grieks staatsburger.50 Deze nationaliteit bestrijkt in voorkomende gevallen alle rechten en plichten die
uit het Griek zijn voortvloeien.
Een verzoek tot afstand doen van de Griekse nationaliteit wordt niet als kansrijk
gezien, zoals ook blijkt uit het feit dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
dit niet als mogelijkheid heeft opgenomen in haar landenlijst. Formeel kan een Griek
wél afstand doen van zijn nationaliteit middels een speciaal verzoek aan het Griekse
Ministerie van justitie. Voor mannen geldt dat zo’n verzoek enkel ontvankelijk is
na voltooiing van een volledig jaar dienstplicht in de Griekse strijdkrachten.51
Consequenties voor Griekse Nederlanders
Er zijn geen voorbeelden waarin Griekse Nederlanders in Nederland voor hen ongewenste
invloed ervaren. Bij hen speelt vooral het feit dat Griekenland hen in brede zin – dus
ook voor de dienstplicht – als onderdaan beschouwt. Zo kan een vakantie van een nietsvermoedende
Nederlander wiens naam is opgenomen in het gemeenteregister van Griekenland, maar
niet eens beschikt over een Grieks paspoort, eindigen op een Griekse legerbasis.52 Een kind van een Griek wiens naam wordt geregistreerd in het gemeenteregister van
Griekenland wordt automatisch gezien als Grieks. Daarmee is zo’n jongen dienstplichtig,
ook al woont hij in het buitenland. Wie niet de Griekse dienstplicht wil uitvoeren
staat een slepend bureaucratisch proces te wachten. Wie de dienstplicht wil ontlopen
moet bereid zijn tot zijn 45ste Griekenland te vermijden of een fikse boete betalen.
Voor mannelijke Griekse Nederlanders betekent hun tweede nationaliteit daardoor dat
zij – anders dan elke andere houder van een EER-paspoort – niet onder dezelfde voorwaarden
gebruik kunnen maken van het vrij verkeer van personen in de Europese Unie.
De problemen
De actieve dienstplicht53 geldt voor alle Griekse mannen tussen 19 en 45 jaar oud en duurt 9 tot 12 maanden.Voor
Grieken die buiten Griekenland woonachtig zijn kan deze dienstplicht wel worden uitgesteld.
Hiertoe dient een Griek met bewijsstukken aan te tonen niet in Griekenland te wonen
en er niet (deels) te zijn opgegroeid.54 Een andere optie is de dienstplicht voor een fors bedrag af te kopen door de boete
te betalen of te proberen met een complexe rechtsgang – eventueel bijgestaan door
gespecialiseerde advocaten – ontheffing te krijgen. De dienstplichtbeperking maakt
dat er een ongelijkheid ontstaat tussen Nederlanders met en zonder tweede Griekse
nationaliteit. Gewone Nederlanders hebben immers binnen de Europese Unie het recht
om te wonen en werken in Griekenland. Nederlanders met een ongewenste Griekse nationaliteit
moeten in dezelfde situatie na een half jaar in Griekenland voor 9–12 maanden het
leger in. Als ze dit niet willen is een langdurig verblijf in Griekenland voor hen
niet mogelijk. Wie kort in Griekenland wil verblijven zal bovendien moeten aantonen
niet in Griekenland te wonen. Dit kan goed mis gaan, zoals de casus van Panayiotis
Piperis liet zien [zie kader].55
Demis Iossifidis is een Griekse Nederlander en vertelt hoe hij voorkwam dat hij in
dienst moest: «Op mijn achttiende stond ik voor de deur van mijn oude basisschool.
Ik moest een dossier bouwen met bewijslast van het feit dat ik geboren en getogen
ben in Nederland. Zonder dat bewijs zou mijn dienstplicht niet opgeschort worden,
en kon mij hetzelfde overkomen als Peperis, of kon ik niet naar het land reizen waar
ik familie heb wonen. Mijn basisschool rapporten zouden samen met documenten van de
middelbare school, gemeente, hypotheekakten en belastingaangiften belangrijke onderdelen
van de bewijslast vormen. Uiteindelijk is mijn dienstplicht opgeschort» Iossifidis
kan hierdoor weer voor familiebezoek naar Griekenland reizen. Nog steeds geldt hiermee
dat hij niet langer dan een half jaar in Griekenland kan zijn zonder alsnog in dienst
te moeten. Mocht hij bijvoorbeeld voor een bedrijf werken dat graag zijn kennis van
het land en de taal zou benutten door hem in Griekenland te laten werken, dan kan
dat niet.
In 2013 veranderde een vakantie naar Griekenland in een jaar dienstplicht voor de
destijds 22-jarige Panayiotis Piperis. Deze geboren en getogen Noord-Hollander had
zojuist zijn studie afgemaakt als kok en voedingskundige waarna hij besloot de Griekse
kant van zijn familie te bezoeken. Zijn vader was inmiddels weer in Griekenland gaan
wonen, en had bij de gemeente desgevraagd aangegeven een zoon te hebben. Met zijn
droombaan in het vooruitzicht maakte Panayiotis zich klaar voor twee zorgeloze weken
in het land van herkomst van zijn vader.
Na aankomst op het vliegveld in Athene raakte Panayiotis bij een routinecontrole in
de problemen toen bleek dat hij gezocht werd door de Griekse autoriteiten wegens het
verzaken van zijn dienstplicht.56 Voordat hij het wist werd Panayiotis» paspoort ingenomen en kreeg hij de boodschap
dat hij 12 maanden verplicht de landmacht moest gaan versterken. Dat hij amper Grieks
sprak en daarom lastig orders kon opvolgen werd hierbij compleet over het hoofd gezien.
De bezwaarprocedure bleek een onmogelijk bureaucratisch proces waar hij van het kastje
naar de muur werd gestuurd. Uiteindelijk zag hij geen andere uitweg dan zijn dienstplicht
uit te zitten. Voor een jaar lang werd Panayiotis» vrijheid afgepakt door een land
waar hij nooit voor heeft gekozen of in heeft geleefd. Inmiddels werkt hij weer als
kok in Nederland.57
4.3. Iraanse casus
Je bent een Iraniër wanneer je geboren wordt in Iran, ongeacht de nationaliteit van
je ouders. Verder wordt de Iraanse nationaliteit van vader op kind doorgegeven ongeacht
waar je geboren bent.58 Een Iraniër kan in de praktijk vrijwel onmogelijk afstand doen van de Iraanse nationaliteit.59 De Iraanse nationaliteitswet voorziet formeel wel in een afleggingsmogelijkheid,
omkleed met voorwaarden in artikel 988, boek 2.60 Afstand doen is in theorie mogelijk indien de verzoeker 25 jaar of ouder is. De Iraanse
overheid staat geen afstand van de Iraanse nationaliteit toe wanneer betrokkene niet
heeft voldaan aan de militaire verplichtingen. Ook in het geval van Iran gaat de IND
niet uit van de mogelijkheid tot aflegging.
Consequenties voor Iraanse Nederlanders
Veel Iraanse Nederlanders zijn naar Nederland gekomen na de Iraanse revolutie van
1979, welke de totstandkoming van de Islamitische Republiek inluidde. Deze vluchtelingen
hebben doorgaans bij voorbaat veiligheidsredenen om het land niet te willen bezoeken,
ook al hebben ze er familie wonen. Iraanse Nederlanders zien het effect van hun tweede
nationaliteit daardoor vooral als ze reizen, en merken dat derde landen hen niet enkel
als Nederlander beschouwen.
Zo houdt presentator/regisseur Bahram Sadeghi altijd rekening met drie uur wachten
en meerdere verhoren bij aankomst als hij naar Israël vliegt.61 En kon de Nederlandse Sara Mir, geboren in Brabant, als gevolg van Executive Order 13769 niet de Verenigde Staten in omdat ze een Iraanse vader heeft.62 De initiatiefnemer heeft gesproken met een journalist die bij een reis naar Sudan
bijzonder veel moeite had om uit te leggen dat er geen Iraans paspoort overlegd kon
worden.
Het Amerikaanse reisverbod maakte het reizen naar de VS voor mensen uit Irak, Iran,
Jemen, Libië, Somalië, Soedan en Syrië vrijwel onmogelijk. Dat geldt dus ook voor
Nederlanders met een onvrijwillig verkregen nationaliteit uit één van deze landen.
Zij kunnen vaak geen gebruik van het Amerikaanse systeem van elektronische reisautorisatie
(ESTA), en moeten een visumprocedure doorlopen. Dit ondervond begin januari nog de
Amstelveense studente Annahita, die geen contact heeft met haar in Iran woonachtige
vader en zich alleen Nederlandse voelt.63
«Niemand kon of wilde mij vertellen wat de officiële reden is voor de weigering. Ik
kan het zelf wel bedenken, maar het slaat totaal nergens op. Ik woon al vanaf mijn
zesde in Nederland. Heb totaal geen contact met mijn vader die in Iran woont. Ik ben
Nederlands staatsburger en heb een Nederlands paspoort. Ik voel me neergezet als terrorist.»
Annahita Mazaheri, studente64
De problemen
Geboren Nederlanders met een onvrijwillig verkregen Iraanse nationaliteit zijn dienstplichtig
in Iran wanneer zij het land betreden. Dit kan worden afgekocht, maar kost vaak een
hoop geld. Een Iraanse student zegt daarover: «Ik kan zo'n groot bedrag niet zomaar
ophoesten. Dat kan lastige situaties opleveren. Er zijn mensen die op vakantie gaan
naar Iran en niet meer terug kunnen, omdat ze in dienst moeten."65 De zaak-Bahrami heeft laten zien welke gevaren Iraanse Nederlanders lopen wanneer
zij naar Iran afreizen en worden beschuldigd van het overtreden van Islamitische wetten
of kritiek hebben op het regime.66
4.4. Syrische casus
De Syrische nationaliteitswet werd in 1969 aangenomen door middel van decreet 276.
Dit decreet is voornamelijk gebaseerd op vaderlijk jus sanguinis
67 en betekent dat een persoon Syrisch is als hij of zij een Syrische vader heeft, ongeacht
de plaats of het land waar het kind geboren wordt.68 Een Syrische moeder geeft dus niet automatisch de Syrische nationaliteit door aan
haar kind. Wanneer Syriërs een ander nationaliteit verkrijgen kunnen zij de facto
geen afstand doen van hun Syrische nationaliteit en behouden zij, volgens de Syrische
nationaliteitswet, ook de Syrische nationaliteit.69
Consequenties voor Syrische Nederlanders
Het aantal Syriërs dat een Europese nationaliteit aanvraagt zal de komende jaren snel
kunnen oplopen. Volgens de UNHCR zijn sinds 2011 meer dan 5,6 miljoen Syriërs het
land ontvlucht,70 en vormen Syriërs in Europa al jaren de grootste groep asielzoekers voor de lidstaten.71 Dit geldt ook voor Nederland.72 Volgens de laatste cijfers van het CBS verblijven 98.090 Syriërs in Nederland.73 Uit onderzoek van het SCP blijkt dat 55% van Syrische statushouders hun toekomst
hier ziet, en Nederland verkiest boven een mogelijke terugkeer naar het land dat zij
ontvluchtten.74
Bevolking in Nederland naar migratieachtergrond1
1 https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/37325/table?dl=21316&….
Dat geeft deze Syrische Nederlanders wel meteen een nieuwe ballast. De Syrische nationaliteitswet
biedt formeel ruimte om met het verkrijgen van een ander nationaliteit afstand te
doen de Syrische nationaliteit. Echter, het Syrische Ministerie van informatie verklaart
dat deze procedure dermate gecompliceerd is dat men er goed aan doet om deze überhaupt
niet te starten.75 Deze procedure kan namelijk enkel succesvol worden afgerond als de Syrische Minister
van binnenlandse zaken hiervoor toestemming geeft.76 Een Syriër die de Nederlandse nationaliteit aanvraagt overtreedt dus de Syrische
wet. Artikel 10 lid 2 van de Syrische nationaliteitswet bepaalt dat in dat geval Syriërs
een gevangenisstraf boven het hoofd hangt.77
Voorlopig zullen de meeste vluchtelingen met een verblijfsstatus weinig reden hebben
om naar Syrië af te reizen. Velen zullen echter wel familie hebben in het land. Een
toekomstig bezoek zou zo – ook als in Syrië de oorlog achter de rug is – achter tralies
kunnen eindigen.
De problemen
Volgens de Syrische militaire wet zijn alle Syrische mannen tussen de leeftijden van
18 tot 42 jaar verplicht om in het leger te dienen voor een periode van 18 tot 21
maanden, afhankelijk van hun opleidingsniveau.78 Sinds 2011 heeft het Syrische regime duizenden Syrische mannen in militaire dienst
gehouden voor onbepaalde tijd. Sommigen van hen dienen al acht jaar op basis van de
dienstplicht. Wanneer men zich niet houdt aan wet, dan kan men vervolgd worden en
maximaal drie jaar gevangenisstraf krijgen.79 Voor Syrische jongeren is de dienstplicht een reden om hun land te ontvluchten: zij
worden volgens de Syrische wet beschouwd als militaire deserteur en worden gearresteerd
wanneer ze terugkeren.80
Wanneer Syrische Nederlanders naar de Verenigde Staten willen reizen lopen zij tegen
de Amerikaanse Executive Order 13769 aan.81
Dit betekent dat zij, in tegenstelling tot Nederlanders zonder een onvrijwillig verkregen
Syrische nationaliteit, de Verenigde Staten niet kunnen bezoeken onder het Visa Waiver Program en moeten zij een visumprocedure volgen.
De omgang met tweede nationaliteit gaat in de Verenigde Staten soms op nog veel schadelijker
wijze mis. De zaak van de Canadees-Syrische ingenieur Maher Arar laat zien dat dit
kan ook, ook wanneer zij al 15 jaar niet in Syrië wonen.82 Arar reisde onder zijn Canadese paspoort toen hij in september 2002 door de Amerikaanse
autoriteiten werd vastgehouden op John F. Kennedy airport in New York, onder verdenking
van banden met terroristische organisaties. Hij werd door de Amerikanen gedeporteerd
naar Syrië, ondanks protest van Canada en ondanks het feit dat de 33-jarige Arar al
zijn hele volwassen leven in Canada woonde. Volgens een later ingestelde Canadese
onderzoekscommissie is Arar in Syrië veelvuldig gemarteld en gedwongen valse bekentenissen
te ondertekenen. Canada kon weinig anders dan diplomatieke druk uitoefenen. «We hebben
geprotesteerd», gaf premier Chretien aan. Uiteindelijk werd Arar na tien maanden naar
Canada overgebracht.
5. Voorstellen en beslispunten
De initiatiefnemer stelt voor alles in het werk te stellen om Nederlanders met een
ongewenste nationaliteit de bescherming te bieden die zij nodig hebben en bovendien
(internationaal) werk te maken van het terugdringen van ongewenste nationaliteiten.
Ten slotte stel ik voor alle Nederlanders die hun tweede nationaliteit als ongewenst
willen markeren voortaan materieel enkel als Nederlander te gaan beschouwen.
Overeenkomstig artikel 119, tweede lid, van het Reglement van Orde, voorziet de indiener
deze initiatiefnota dan ook van concrete beslispunten. In dat kader wordt de Kamer
gevraagd in te stemmen met het verzoeken van de regering tot het ondernemen van actie
op de volgende punten:
1. Stel een Nederlands Register Ongewenste Nationaliteit in
Nederlanders uit 23 landen hebben niet – of praktisch niet – de vrijheid om afstand
te doen van hun tweede nationaliteit. Ze zijn Marokkaan, Argentijn, Griek, Costa Ricaan,
Iraniër. Of ze nou willen of niet. In de meeste gevallen geldt dit automatisch ook
voor hun kinderen, gezien het feit dat deze landen doorgaans een breed jus sanguinis principe voor nationaliteitstoekenning hanteren. Sommige Nederlanders met deze gedwongen
tweede nationaliteit beschouwen die nationaliteit als ongewenst. Dit kan inhoudelijke
redenen hebben, maar kan hen ook in de weg zitten vanwege de symboliek. De ongewenste
associatie met een land waarvan zij geen onderdaan willen zijn.
Wij stellen voor in het belang van deze Nederlanders een Register Ongewenste Nationaliteit
in te stellen. In dit register kunnen alle Nederlandse staatsburgers die ongewild
een tweede en/of derde nationaliteit hebben zich laten opnemen. Het register zal niet
openbaar zijn, om de privacy van degenen te beschermen die ervoor kiezen zich te laten
registreren. Wel wordt het mogelijk van de registratie zelf een officieel uittreksel
te krijgen, dit in voorkomende situaties te gebruiken en – desgewenst – zelf te openbaren.
Het register valt onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Andere overheidsinstanties
ontvangen geen gegevens uit dit register, tenzij de ingeschrevene zelf – middels een
uittreksel – deze gegevens wil delen. Een registratieverzoek kan enkel gedaan worden
door en voor de persoon zelf.
Het register dient de volgende doelen:
(1) Eenieder die zich heeft geregistreerd en daarmee heeft aangegeven enkel de Nederlandse
nationaliteit te wensen maar andere nationaliteiten niet af te kunnen leggen zal door
de Nederlandse staat beschouwd worden als ware zij of hij enkel Nederlander, met alle
rechten en plichten die daaruit voortvloeien en ongeacht het territorium waar deze
persoon verblijft.
(2) In situaties waarin een toets dient te worden gedaan op de loyaliteit jegens Nederland
dan wel de mogelijke beïnvloedbaarheid van de persoon door statelijke actoren van
andere landen kan dit register worden geraadpleegd of kan de registratie door de Nederlander
in kwestie gebruikt worden om de ongewenstheid van de tweede nationaliteit te onderbouwen.
(3) Het register vormt een plek waar Nederlanders officieel kunnen laten vastleggen zich
enkel en alleen Nederlander te voelen en de wens te hebben dit ook in hun nationaliteit
tot uiting te laten komen, ook al is dat door gebrek aan medewerking uit het land
van tweede nationaliteit nog niet formeel mogelijk.
2. Agendeer de Griekse nationaliteitswetgeving voor de JBZ-raad
Binnen de Europese Unie kennen EU-burgers met een Griekse tweede nationaliteit – en
hun kinderen – een concrete beperking op het vrij verkeer, als gevolg van de actieve
handhaving van de Griekse dienstplicht. Maak op Europees niveau afspraken die (1) zorgen
voor een modernisering van het Griekse nationaliteitsrecht ten aanzien van houders
van andere EU-nationaliteiten en (2) het voor Griekse Nederlanders en andere EU-burgers
met een tweede Griekse nationaliteit mogelijk maakt om zonder oplegging van de Griekse
dienstplicht in Griekenland te wonen en werken.
3. Plaats nationaliteitswetgeving op de diplomatieke agenda
De grootste groep Nederlanders met een nationaliteit die zij niet kunnen afleggen
zijn houder van de Marokkaanse nationaliteit. Nederland streeft momenteel naar versterking
van bilaterale afspraken over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers. Het
is wenselijk bij dit gesprek niet enkel het belang van snelle terugkeer van uitgeprocedeerden
te betrekken, maar ook de vrije keuze voor Nederlanders die geen Marokkaan zijn. In
2019 werd de vijftigste verjaardag van het wervingsverdrag voor arbeidsmigratie met
Marokko gemarkeerd: het is nu tijd een volgend hoofdstuk te openen in de bilaterale
verhoudingen, waarbij Nederland niet langer uitgaat van een vanzelfsprekende invloed
van Marokko op haar diaspora in Nederland en Nederlanders met die afkomst zélf laat
bepalen of zij ook nog Marokkaan willen zijn.
Hetzelfde geldt voor diplomatieke inzet die Nederland pleegt richting andere landen
waarvan burgers zich hebben laten opnemen in het Register Ongewenste Nationaliteit.
4. Vorm een coalitie van landen die burgers nationaliteitsvrijheid willen geven
Tussen 1963 en 1969 tekende Marokko arbeidsmigratieverdragen met Nederland, België,
Frankrijk en Duitsland. In Frankrijk wonen daardoor meer dan een miljoen burgers met
naast de Franse ook de Marokkaanse nationaliteit. In Nederland en België telt dit
op tot meer dan een kwart miljoen, in Duitsland gaat het om 130.000 inwoners. Daarnaast
wonen nog bijna een miljoen Marokkanen in Spanje en Italië, in de meeste gevallen
door migratie die later is gestart dan de periode van grote arbeidsmigratie.83
Sinds 2013 hebben deze landen, maar bijvoorbeeld ook Zweden, grote aantallen Syrische
vluchtelingen opgenomen. Zij zullen met dezelfde problematiek te maken krijgen wanneer
die vluchtelingen aanspraak maken op de Zweedse, Duitse of Franse nationaliteit.84 Voor Frankrijk geldt daarnaast dat na de dekolonisatie grote aantallen Algerijnen
in Frankrijk zijn komen wonen. Ook hun kinderen worden door Algerije als Algerijn
beschouwd.
Deze landen hebben dan ook een gedeeld belang om de wetspraktijken in landen als Marokko,
Algerije en Syrië gewijzigd te krijgen. Organiseer een conferentie voor vertegenwoordigers
van deze Europese landen met omvangrijke groepen burgers van Marokkaanse en Syrische
afkomst. Vorm met Frankrijk, België en Duitsland een coalitie die bij Marokko aandringt
op het wijzigen van de werking van hun nationaliteitsrecht. Deze coalitie dient als
basis voor een internationale coalitie van landen die gaat pleiten voor nationaliteitsvrijheid.
5. Initieer een internationaal Register Ongewenste Nationaliteit
Concrete problemen ontstaan voor houders van een ongewenste nationaliteit doorgaans
bij de grens. Zij worden daar niet enkel gezien als burger van Nederland. Hiermee
strekt de invloed van de staat die het afstaan (of niet bij geboorte automatisch verwerven)
onmogelijk maakt zich over de hele wereld uit, zonder dat de staat in kwestie daar
iets voor hoeft te doen. Een internationaal Register Ongewenste Nationaliteit kan
hier tegenwicht aan bieden. Landen die deelnemen aan dit register accepteren van elkaar
dat zij ingeschreven burgers enkel beschouwen als houder van hun eerste nationaliteit.
Hoe meer landen deelnemen aan dit register, hoe meer het effect van de ongewenste
nationaliteit kracht verliest. Dat heeft niet alleen een praktische werking: de deelnemende
landen maken expliciet duidelijk geen situatie te wensen waarin landen generatie na
generatie invloed trachten te houden op de nazaten van burgers die hun land definitief
verlaten hebben.
Op deze wijze beschermen de deelnemende landen hun eigen burgers door het effect van
hun ongewenste nationaliteit in te perken. Dit internationaal register kan de vorm
krijgen van een treaty on the mutual recognition of unwanted nationalities.
6. Laat een onafhankelijk orgaan advies uitbrengen over de implicaties van het hebben
van een tweede nationaliteit waar men geen afstand van kan doen en verken of er aanknopingspunten
zijn voor beleid
Internationaalrechtelijk bestaat geen eenduidigheid over de werking van dubbele nationaliteiten
op bijvoorbeeld het uitoefenen van diplomatieke bescherming, zoals besproken in de
analyse van deze initiatiefnota. Steeds meer Nederlandse burgers kunnen hiermee te
maken krijgen. Daarom is het wenselijk de commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken (CAVV) te vragen hierover een advies uit te brengen. De CAVV is een onafhankelijk
adviesorgaan en adviseert de regering en de Eerste en Tweede Kamer over vraagstukken
van internationaal recht. Doel van deze adviesvraag is het oordeel van de CAVV te
verwerven over de botsende uitoefening van nationaliteitsrechten in het geval Nederlanders
met een ongewenste tweede nationaliteit op bezoek zijn in dat derde land. Ook vraagt
de initiatiefnemer om te bezien of en welke aanknopingspunten de CAVV ziet voor nieuw
beleid.
6. Financiële consequenties
Bovenstaande voorstellen leiden niet noodzakelijkerwijs tot nieuwe financiële verplichtingen.
Voorliggende voorstellen kunnen worden uitgevoerd door andere prioritering te hanteren
binnen de departementale begroting.
Paternotte
Indieners
-
Indiener
Jan Paternotte, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.