Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het besluit maatregelen kunststof drankverpakkingen (Kamerstuk 30872-244)
2020D19285 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over het Besluit maatregelen kunststof drankverpakkingen (Kamerstuk
30 872, nr. 244) en haar brief over het Besluit tot invoering van statiegeld op kleine plastic flessen en uitvoering moties
blikjes(Kamerstuk 30 872, nr. 245).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
2
PVV-fractie
3
CDA-fractie
4
D66-fractie
4
GroenLinks-fractie
5
SP-fractie
6
ChristenUnie-fractie
7
Partij voor de Dieren-fractie
8
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken met betrekking tot
het Besluit maatregelen kunststof drankverpakkingen. Zij hebben hierover nog enkele
opmerkingen en vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrieven en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
van 24 april 2020 inzake kunststofdrankverpakkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van de brieven
van de Staatssecretaris horende bij het schriftelijk overleg «Besluit maatregelen
kunststof drankverpakkingen» van 19 mei 2020. Deze leden willen de Staatssecretaris
nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het Besluit en hebben
hier enkele vragen en opmerkingen bij.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende besluit. Deze
leden hebben hierbij de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met instemming kennisgenomen van de brieven
van de Staatssecretaris over haar beslissing tot versnelde invoering van statiegeld
op plastic flesjes en de uitvoering van de onder andere de motie Dik-Faber c.s. over
een vergelijkbaar traject voor blikjes (Kamerstuk 35 300 XII, nr. 39). Zij hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn positief over het feit dat er eindelijk
statiegeld komt op kleine flesjes. Dit is een stap in de goede richting waar zij lang
op hebben aangedrongen. Zij betreuren het echter dat de Staatssecretaris de kans laat
lopen om nu ook direct statiegeld op blikjes in te voeren. Zeker omdat blikjes in
zwerfafval twee tot drie keer zoveel voorkomen als flesjes.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie merken allereerst op dat zij het eens zijn met de Staatssecretaris
dat plastic niet in het milieu thuishoort. Echter, deze leden hebben meerdere malen
aangegeven geen voorstander te zijn van de invoering van statiegeld op kleine flesjes
of blik. Het aandeel van dit afval in het zwerfafval is relatief zeer klein. De invoering
van een solide statiegeldsysteem is duur en daarmee niet in balans. Deze leden hebben
al eerder gesteld dat de invoering van statiegeld niet de oplossing van het probleem
rondom zwerfafval is. Ook handhaving speelt daarbij een cruciale rol. Deze leden benadrukken
nogmaals voorstander te zijn van strengere handhaving met betrekking tot vervuiling
van het milieu door het achterlaten van blikjes en plastic flesjes in de natuur. Hoe
wil de Staatssecretaris bereiken dat gemeenten meer gaan handhaven? En is de Staatssecretaris
van plan dit te monitoren?
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de invoering van statiegeld op kleine
plastic flessen zo lastenluw mogelijk plaats moet vinden. Met name kleinere ondernemers,
denk aan tankstations, kleinere winkels et cetera, moeten ontzien worden. Deze leden
vragen hoe de inzameling van kleine plastic flesjes bij bijvoorbeeld tankstations
eruit gaat zien. Deze leden vragen ook hoe zij zich de importeur- en producentenverantwoordelijkheid
voor moeten stellen? Worden zij verantwoordelijk voor het installeren van inname apparaten
bij dergelijke locaties?
De leden van de VVD-fractie nemen waar dat de Staatssecretaris van plan is 15 eurocent
statiegeld per klein flesje te heffen. Deze leden lezen dat het bij een heffing van
10 eurocent al leidt tot een zwerfvuilreductie van 70 tot 90% van kleine flessen.
Deze leden vragen wat de motivatie van de Staatssecretaris is om een heffing van 15
eurocent in te voeren.
De leden van de VVD-fractie nemen waar dat er ook ingezet wordt op de invoer van statiegeld
op blik vanaf 2022. Deze leden achten het voorbarig hier nu al vanuit te gaan. Wat
gaat de Staatssecretaris doen om de gestelde doelen wat betreft blik in het najaar
van 2021 te halen? Deze leden stellen vast dat er in 2019 pilots uitgevoerd zijn met
cameratoezicht voor de handhaving wat betreft zwerfafval. Wat zijn de uitkomsten geweest
van deze pilots? Is het bijvoorbeeld een mogelijkheid dit ook het komende jaar in
te zetten om de doelen met betrekking tot blik in het najaar van 2021 te halen? Is
de Staatssecretaris ook bereid om de ervaringen met en de effectiviteit van statiegeld
op kleine petflesjes mee te nemen in haar besluitvorming?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris aangeeft een nieuwe
nationale campagne tegen zwerfafval te willen starten. Deze leden zijn het eens dat
ook preventie belangrijk is in het tegengaan van zwerfafval en zij zijn benieuwd naar
de uitkomsten van de stakeholder-overleggen voor deze nationale campagne. Wanneer
kunnen deze uitkomsten verwacht worden?
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij kan melden wat de
gewone man en vrouw straks extra moeten betalen voor dranken in kunststof drankverpakkingen.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris welke maatregelen de winkels
en de supermarkten moeten nemen om aan de nieuwe wetgeving te voldoen en welke kosten
daarmee gemoeid zijn voor deze ondernemers.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris welk percentage van het
zwerfafval in Nederland uit plastic bestaat en welk percentage van het hergebruik
van afval in Nederland uit plastic bestaat.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris hoeveel plastic er nu wordt
verbrand in Nederland in plaats van hergebruikt en welk percentage daarvan geschikt
zou zijn voor hergebruik.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris wat de herkomst is van
het plastic zwerfafval in Nederland en hoeveel plastic zwerfafval in onze rivieren
wordt aangetroffen. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris welke actie zij onderneemt
om hier verandering in aan te brengen en of zij al in China is geweest. En dan niet
voor een zonvakantie, maar om de Aziatische oorsprong van de echte verontreiniging
door plastic te aanschouwen.
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de aanpak dat, indien er te weinig voortgang
zou worden geboekt bij het bestrijden van zwerfafval, wetgeving zou worden voorbereid
om statiegeld te kunnen introduceren. Nu er inderdaad te weinig voortgang wordt geboekt
met het verminderen van het aantal plastic flesjes in het zwerfafval is het besluit
om statiegeld op kleine plastic flessen in te voeren logisch.
De leden van de CDA-fractie vragen, nu er naast de introductie van statiegeld ook
een 90%-norm voor gescheiden inzameling van plastic flessen is vastgelegd, hoe handhaving
van die regel gaat gebeuren. Voorts vragen deze leden of de gevolgen van het coronavirus
daarbij betrokken zijn.
De leden van de CDA-fractie hebben goede nota genomen van de afspraak dat indien in
het najaar van 2021 blijkt dat de doelen voor blik in het zwerfafval niet worden gehaald,
in 2022 ook statiegeld op blikjes wordt ingevoerd.
De leden van de CDA-fractie waarderen het dat een campagne tegen zwerfafval met een
nieuwe nationale campagne wordt verbonden. Een campagne om het gedrag te veranderen
is noodzakelijk, zo menen deze leden. Graag vernemen deze leden wanneer deze campagne
start.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag wat de concrete randvoorwaarden zijn om
over te gaan tot invoering van statiegeld op blik. Voorts vernemen zij graag welke
alternatieven de Staatssecretaris voor ogen heeft voor het geval het statiegeld op
blik niet ingevoerd kan worden. Voorts zien deze leden graag nader toegelicht wat
het effect zou zijn van hogere boetes voor mensen die zich ontdoen van blikjes, op
het vervuilen van de openbare ruimte.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat consumenten vanaf 1 juli 2021 hun kleine
plastic flessen naast de huidige inzamelpunten bij supermarkten ook op treinstations
met bemande verkooppunten, bij grote tankstations langs de snelweg en bij grote cateraars
kunnen inleveren. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe gemonitord gaat worden
of deze inzamelpunten voldoende zijn voor effectieve inzameling.
De leden van de D66-fractie benadrukken dat een campagne rondom deze nieuwe wet breed
moet worden gedragen door de samenleving. Daarom vragen deze leden de Staatssecretaris
om toe te lichten met welke initiatieven (zoals de «plastic soup surfer» en de «zwerfinator»)
en met welke milieuorganisaties zij gaat samenwerken om deze campagne een succes te
maken.
De leden van de D66-fractie schrikken ervan dat uit de jaarlijkse gemeentelijke enquête
van Nederland Schoon blijkt dat slecht 120 van de 210 bevraagde gemeentes actief handhaaft
op zwerfafvalregels. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe de handhaving voor
het tegengaan van zwerfafval vormgegeven gaat worden. Deze leden vragen daarbij specifiek
naar handhaving in de buitengebieden, gezien uit de enquête blijkt dat daar de handhaving
te wensen overlaat.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat naast de introductie van statiegeld
ook de 90%-norm voor gescheiden inzameling van plastic flessen is vastgelegd in de
regelgeving en dat daarnaast gekeken wordt naar 90% gescheiden inzameling van blikjes
en eventueel statiegeld. Deze leden zien dat flessen voor sap en zuivel zijn uitgezonderd
van de verplichting van statiegeld, maar niet voor de 90% gescheiden inzamelingsnorm.
Deze leden vragen de Staatssecretaris of het mogelijk is om sap- en zuivelflessen
statiegeld op te leggen. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe aan de 90%-norm kan
worden voldaan zonder statiegeld? Technologische ontwikkelingen zullen het wellicht
logischer maken om deze uitzondering op te heffen. Deze leden vragen de Staatssecretaris
of hier dan mogelijkheden voor zijn. Deze leden vragen de Staatssecretaris om toe
te lichten hoe technische aspecten, die de uitzondering nu veroorzaken, worden gemonitord
om in de gaten te houden wanneer eventuele aanpassingen relevant worden. Tevens vragen
deze leden de Staatssecretaris of, als deze norm niet gehaald wordt, de monitoring
ook aanwijzingen kan geven voor de redenen van het niet halen van deze doelstellingen.
Daarnaast vragen deze leden of hierin factoren, zoals de hoogte van het statiegeld,
het aantal innamepunten en onduidelijkheid bij de consument kunnen worden meegenomen.
En als dat niet het geval is, of er ander onderzoek is dat hier inzicht in kan geven.
De leden van de D66-fractie verzoeken de Staatssecretaris goed te blijven monitoren
of het beleid leidt tot het beoogde doel, namelijk het verminderen van zwerfafval
en meer circulaire ketens. Hierbij past het niet als bedrijven andere verpakkingsmaterialen
gaan gebruiken, bijvoorbeeld van plastic flessen die recyclebaar zijn naar niet-recyclebare
hybride plastic-karton verpakkingen. De voorgenoemde leden vragen de Staatssecretaris
in hoeverre de verschuiving in de soorten verpakkingen die op de markt komen wordt
gemonitord. Deze leden vragen de Staatssecretaris toe te lichten welke stappen ondernomen
worden om te voorkomen dat niet-recyclebare verpakkingen op de markt komen of in aandeel
toenemen. Ook moet het beleid leiden tot het hergebruiken of recyclen van ingezamelde
plastic flessen en niet tot verbranding van dit plastic. Deze leden vragen daarom
hoe de Staatssecretaris gaat waarborgen dat het beleid van een verplichte norm voor
inzameling daadwerkelijk bijdraagt aan recycling of hergebruik en dus meer circulaire
ketens.
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn zeer verheugd dat het dossier van drankverpakkingen,
zwerfafval en recycling, na vier kabinetten vertraging eindelijk een echte stap verder
is gebracht. Deze leden zijn ervan overtuigd dat de invoering van statiegeld de enige
praktische oplossing is en zij hopen dan ook dat over niet al te lange tijd de meeste
drankverpakkingen weer voor hergebruik terug bij de winkel zullen belanden. Nederland
zal hierdoor merkbaar schoner van worden. De leden steunen daarom het besluit van
de Staatssecretaris.
De leden van de GroenLinks-fractie hadden uiteraard graag gezien dat blikjes ook gelijk
zouden worden meegenomen in het statiegeldbesluit. Er is geen steekhoudende reden
te bedenken waarom hiervoor in eerste instantie een andere benadering gold. Gelukkig
geeft de Staatssecretaris aan de moties hierover uit te voeren en eenzelfde pad te
gaan volgen als voor de flesjes is gedaan. Deze leden betreuren de onnodige vertraging,
maar verheugen zich op het uiteindelijke resultaat.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben nog wel een aantal vragen over het Besluit
en de uitvoering ervan. Het flesjesbesluit geldt alleen voor frisdrank en water, met
een uitzondering voor sap en zuivel. Toch maken deze twee met circa 17% een behoorlijk
groot aandeel van alle flesjes uit. Wat is de ratio achter deze uitzondering? Hoe
zorgen we dat ook deze flesjes netjes in de prullenbak of terug bij de winkel belanden?
Als het doel is om 90% van alle flesjes gescheiden in te zamelen, maar voor 17% geldt
geen statiegeld, hoe halen we dan die 90%? Gaan winkels en andere verkooppunten ook
die flesjes innemen waarvoor geen statiegeld verplicht is? Als uit evaluaties blijkt
dat het aandeel zuivel- en sapverpakkingen toeneemt, komt er dan een einde aan deze
uitzondering? En wanneer geldt een drank als sap of zuivel? Wat moet het aandeel sap
of zuivel aan de drank zijn om sap of zuivel te zijn?
De leden van de GroenLinks-fractie stellen vast dat is besloten dat voor blikjes hetzelfde
monitoringstraject zal worden ingesteld als voor kleine plastic flessen, waarbij de
blikjes in het zwerfafval met 70% moeten afnemen en 90% van de blikjes gescheiden
moeten worden ingezameld. Zoals ook bij het Besluit Beheer Verpakkingen in het kader
van statiegeld op plastic flessen is toegelicht, kan de inzameling via Plasticverpakkingen,
Metalenverpakkingen en Drankkartons (PMD) niet worden aangemerkt als gescheiden inzameling
in deze zin. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat blikjes die via het restafval
terechtkomen in de verbrandingsoven, niet mogen worden meegeteld bij recyclingcijfers?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben verder vragen over de inzameling. In het
Besluit Beheer Verpakkingen zijn geen dwingende maatregelen opgenomen om te zorgen
dat winkeliers, supermarkten, tankstations en kiosken op treinstations ook daadwerkelijk
alle soorten flesjes innemen. Maar uit de brief van de Staatssecretaris blijkt dit
wel de bedoeling te zijn. Zijn hier afspraken over gemaakt? Met wie? Wordt dit gehandhaafd?
Zijn er sancties? En klopt het dat straks ieder flesje ook bij ieder verkooppunt mag
worden ingeleverd?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn tenslotte benieuwd hoe uitwijkgedrag van de
industrie wordt voorkomen. Toen statiegeld op flesjes onvermijdelijk werd zagen we
een trend naar meer blikjes ontstaan. Die wordt nu ondervangen met het aanstaande
statiegeldbesluit voor blikjes. Maar hoe zit het met meer drankkartons? Veel dranken
die niet onder druk staan (zoals bijvoorbeeld de sappen en zuivel die nu onterecht
zijn uitgezonderd, maar ook water) kunnen in een kartonnen verpakking zitten die vervolgens
weer als zwerfafval kan eindigen. Moet hier niet op worden voorgesorteerd? Wordt dit
bijgehouden in de monitoringsrapportages? Welke andere sluiproutes zijn denkbaar en
hoe voorkomen we die?
SP-fractie
De leden van de SP-fractie zijn blij dat er nu eindelijk statiegeld wordt ingevoerd
op kleine plastic flessen. Maar deze leden begrijpen niet dat er zo lang is gewacht
om tot dit besluit te komen. Keer op keer werd gewaarschuwd dat de doelstelling niet
gehaald zou worden, maar keer op keer wuifde de Staatssecretaris dit weg. Waarom is
genoegen genomen met deze onnodige vertraging, vragen deze leden?
De leden van de SP-fractie vragen of later in het jaar nog een meetmoment zal zijn.
In het Besluit maatregelen kunststof drankverpakkingen wordt de mogelijkheid opengehouden
géén statiegeld in te voeren als bij de laatste meting blijkt dat de beoogde doelen
zijn gehaald. Deze leden vragen de Staatssecretaris hierop in te gaan. Biedt zij het
bedrijfsleven nu nog een laatste kans?
De leden van de SP-fractie vragen waarom geen hoger bedrag voor statiegeld wordt geheven.
Deze leden menen dat dat een daadwerkelijke prikkel om in te leveren zou zijn. De
voorgestelde bedragen verhogen lijkt effectiever, ook wat betreft de grotere flessen.
Deze leden vragen de Staatssecretaris de gemaakte keuze toe te lichten.
De leden van de SP-fractie vragen waarom de 90%-norm voor gescheiden inzameling van
plastic flessen pas over twee jaar ingaat. Hebben de bedrijven inmiddels niet genoeg
tijd gehad zich voor te bereiden? Ook dit is een traject dat al vele jaren loopt,
zonder resultaat. Ook hier had al veel eerder ingegrepen moeten worden, menen deze
leden. Zij vragen de Staatssecretaris dan ook waarom deze norm niet per 2021 in kan
gaan.
De leden van de SP-fractie begrijpen, gezien het vruchteloze traject om het bedrijfsleven
zelf tot een reductie van het aantal plastic flessen in het zwerfvuil te komen, niets
van het besluit om dit voor blikjes te herhalen. Waarom wordt niet direct ook statiegeld
ingevoerd voor blikjes? Waarom weer hetzelfde traject ingaan, om uiteindelijk toch
tot invoering van statiegeld over te gaan maar dan opnieuw met verloren jaren?
De leden van de SP-fractie vragen ook naar de onnodige kosten die hierdoor gemaakt
moeten worden. Worden de automaten die nodig gaan zijn voor de kleine flesjes direct
geschikt gemaakt voor de inzameling van blikjes? Of moeten daar over twee jaar nieuwe
automaten voor worden gemaakt en de inzamelpunten opnieuw geschikt ingericht worden?
Deze leden vragen of dit niet in één keer meegenomen kan worden.
ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat de reductie van (resten van)
plastic flesjes en blikjes in het zwerfafval noodzakelijk is om de natuur en de gezondheid
van dieren te beschermen. De huidige toename van blik in de natuur maakt de maatregel
des te urgenter. Bovengenoemde leden zijn van mening dat statiegeld het enige middel
is dat echt effect heeft op de hoeveelheid zwerfafval.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Staatssecretaris in haar brieven
spreekt over een versnelde invoering van statiegeld voor plastic flesjes. Welke omstandigheden
zorgen ervoor dat versnelling mogelijk blijkt? Gelden deze omstandigheden ook voor
de blikindustrie? Is de Staatssecretaris bereid de invoering van statiegeld op blik
ook te versnellen? Waarom is er niet gekozen voor een directe verplichte invoering
van statiegeld op plastic flesjes per januari 2021? Waarom hebben betrokken bedrijven
de gegeven 14 maanden voorbereidingstijd nodig?
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat, om daadwerkelijk toe te
werken naar een circulaire economie, een goede markt voor gerecycled plastic onontbeerlijk
is. De combinatie van de coronacrisis en de lage prijs voor «virgin plastics» door
de vele schaliegasboringen maakt dat de markt voor gerecycled plastic in zwaar weer
verkeerd. Hoe gaat de Staatssecretaris deze markt ondersteunen en verder stimuleren?
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij met de vanuit Europa ingevoerde verplichting
tot gebruik van recyclaat van 25% gerecycled plastic. Wil de Staatssecretaris zich
ervoor inzetten om dit percentage te verhogen? Temeer daar een aantal fabrikanten
van bijvoorbeeld shampoo laat zien dat het reeds mogelijk is om 100% gerecycled plastic
toe te passen. Is de Staatssecretaris bereid zich in Europa in te zetten voor het
invoeren van een verplicht percentage recyclaat van blik in blikverpakkingen? Zo nee,
waarom niet? Wat is de ambitie van de Staatssecretaris voor het gebruik van recyclaat
in eigen land? Onderschrijft zij de mening van deze leden dat met een hoge ambitie
Nederland koploper kan worden in de circulaire economie en hiermee ook nieuwe banen
gecreëerd kunnen worden? Is de Staatssecretaris bereid tot het invoeren van een verplicht
percentage recyclaat van blik in blikverpakkingen? Zo nee, waarom niet? Welke maatschappelijke
verantwoordelijkheid neemt de overheid als grote inkoper hierin? Is zij bereid zelf
ook alleen maar verpakkingen van blik en plastic met een bepaald percentage recyclaat
te kopen?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat het bedrijfsleven een onderzoek is
gestart naar de beste manier van inzameling van blikjes. Winkels die nu een inzamelmachine
moeten aanschaffen voor plastic flesjes kunnen beter een investering doen in een machine
die zowel plastic flesjes als blik sorteert. Om deze machines aan te schaffen kan
het onderzoek, dat het bedrijfsleven op dit moment doet naar de beste methode voor
inzameling, erg ondersteunend zijn. Weet de Staatssecretaris of dit onderzoek op tijd
afgerond zal zijn, voordat winkels deze investering moeten gaan doen?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Staatssecretaris in haar brief spreekt
van resultaatdoelen van 90% inzameling voor fabrikanten. Hoe worden deze doelen gehandhaafd?
Hoe geven bedrijven aan deze doelen te gaan halen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen tot slot hoe de Staatssecretaris omgaat
met verschillende typen plastic drankflesjes, zoals flesjes die deels van bioplastic
zijn? Hoe creëert de Staatssecretaris een zo gelijkwaardig mogelijke stroom van plastic
voor drinkflessen, zodat de recycling van dat plastic op een goedkope en kwalitatief
beste manier wordt gedaan, zonder daarbij duurzame innovaties in de weg te zitten?
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Staatssecretaris hoe zij terugkijkt
op het proces waarmee uiteindelijk statiegeld op flesjes tot stand is gekomen. Deelt
zij de mening dat de eerdere pogingen om het (zwerf)afval te reduceren te zeer door
de sector gedicteerd werden? Deelt zij de mening dat de verpakkingsindustrie en levensmiddelenhandel
daarmee actief een effectief beleid voor een schone leefomgeving hebben tegengewerkt?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie herinneren zich nog goed hoe onder druk
van het bedrijfsleven werd overwogen statiegeld in zijn geheel af te schaffen. En
hoe een eerdere uitbreiding van het statiegeld werd voorgenomen maar niet uitgevoerd.
Telkens ging bedrijfsbelang boven publiek belang. Is de Staatssecretaris met deze
leden van mening dat na decennia van «meestribbelen» door de sector nu enige sancties
gerechtvaardigd zijn? Maatregelen om de supermarkten en de verpakkingsindustrie te
laten merken dat het jarenlang tegenwerken van effectief beleid niet zonder consequenties
blijft? Zo nee, waarom niet? Kan de Staatssecretaris zich bijvoorbeeld voorstellen
dat een zo hoog mogelijk percentage recyclaat verplicht gesteld wordt, voor de productie
van plastic flessen? Dat er strikte eisen gesteld worden aan design om inzameling
en recycling te vergemakkelijken? En dat er een groot aantal inzamelpunten komt? Zo
nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Staatssecretaris of zij bereid
is om de monitoring van zwerfafval nog een aantal jaar (bijvoorbeeld vijf jaar) door
te laten lopen zodat het effect van de invoering van statiegeld duidelijk in beeld
gebracht wordt.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden het verder zorgwekkend in het
Besluit te lezen dat het overheidsbeleid erop gericht is om alleen een doel te stellen
en het bedrijfsleven verder te laten bepalen hoe dat doel bereikt wordt. Deelt de
Staatssecretaris de mening dat het «zo veel mogelijk vrij laten» van de sector zoals
zij het noemt tot nog toe niet erg effectief is geweest? Zo nee, waarom niet? Heeft
het zo veel mogelijk vrij laten naar haar mening voornamelijk het publieke belang
of het bedrijfsbelang gediend? Komt er een verandering in dit «staand beleid» waarin
de sector zo veel mogelijk vrijgelaten wordt? Kan de Staatssecretaris aangeven waar
dit staand beleid (waar zij in haar besluit naar verwijst) is vastgelegd?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat in bredere zin het beleid
van de Staatssecretaris gericht lijkt op recycling en het voorkomen van zwerfafval.
Waarom richt de Staatssecretaris zich niet meer op het reduceren van verpakkingen?
Ook op het vlak van drinkverpakkingen. Wat kan bijvoorbeeld geleerd worden van de
verandering die zichtbaar is in het toegenomen gebruik van eigen koffiebekers op stations?
Deze leden lijkt het bijvoorbeeld wenselijk dat er een toename komt in het gebruik
van hervulbare flesjes en flessen. Houdt de Staatssecretaris rekening met een toename
van hervulbare flessen? Houdt de Staatssecretaris bij het opzetten van het statiegeldsysteem
rekening met een overgang van recyclebare flessen naar hervulbare flessen? Zo nee,
waarom niet? Deelt de Staatssecretaris de mening dat het nu kiezen voor een recyclingsysteem
dat niet open staat voor nog duurzamere varianten (zoals hervulbare flessen) een «lock-in»
kan betekenen en daarmee verdere verduurzaming in de weg kan staan?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben een vraag over de Single Use
Plastic Directive. Daarin staat vermeld dat samengestelde drankverpakkingen wel onder
de richtlijn vallen maar metalen verpakkingen niet. Deelt de Staatssecretaris dan
ook de stelling dat blikjes (samengesteld uit metaal en plastic) gewoon onder de richtlijn
vallen? Zo nee, kan zij duiden waarom dit niet het geval is? Wanneer is een product
volgens de Staatssecretaris een metalen drankverpakking? Mag het dan geen andere materialen
dan metaal bevatten? Is de Staatssecretaris bereid erop aan te dringen dat blikjes
onder de uitgebreide producentverantwoordelijkheid vallen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen tot slot of de Staatssecretaris
kan aangeven op welke andere vlakken zij nu wettelijke maatregelen wil voorbereiden
om te komen tot een effectieve afvalaanpak? Overweegt zij wettelijke maatregelen om
een maximale reductie van verpakkingsmateriaal te realiseren? Om maximale recycling
te bereiken? Om maximaal gebruik van recyclaat te regelen? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.