Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de videoteleconferentie (VTC) van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met de ministers van Defensie van 12 mei 2020
2020D17071 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de aan de Minister van Defensie over de videoteleconferentie (VTC) van de Raad
Buitenlandse Zaken (RBZ) met de ministers van Defensie op 12 mei 2020, waarvan de
geannoteerde agenda op 29 april 2020 door de Kamer is ontvangen (kenmerk 2020Z07684).
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De griffier van de commissie, De Lange
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
videoteleconferentie (VTC) van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met de ministers van
Defensie op 12 mei 2020. Zij hebben nog enkele vragen.
Evenals de Minister onderkennen de leden van de VVD-fractie dat de coronacrisis invloed
zal hebben op discussies over belangrijke dossiers, zoals het Meerjarig Financieel
Kader (MFK). Deze leden spreken hun zorgen uit dat de herschikking van de prioritering
binnen het MFK ten koste zal gaan van de budgettering voor Defensie. Is de Minister
dat met hen eens? Kan de Minister toelichten wat op dit onderwerp haar inzet zal zijn
tijdens de VTC?
Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie vragen over de huidige stand van zaken
van missies in het kader van het GVDB. Kan de Minister aangeven in hoeverre deze nu
stil liggen en binnen welke termijn de EU verwacht dat de missies hun normale werkzaamheden
weer hervatten? De leden van de VVD-fractie willen hierbij in het bijzonder aandacht
vragen voor het belang van de missies die zijn gericht op het versterken van de Europese
grensbewaking (bijv. EUBAM Libië, EUCAP Sahel). Deelt de Minister hun mening dat de
huidige coronacrisis mogelijk tot extra irreguliere migratie gaat leiden? En deelt
zij daarom ook hun mening dat dergelijke missies zoveel mogelijk moeten doorgaan of
moeten worden herstart?
Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie een vraag over de passage in de geannoteerde
waarin de Minister schrijft «moeten de middellange- en lange termijn gevolgen en uitdagingen
van het COVID-19 virus in de besprekingen over onder meer PESCO en het strategisch
kompas worden meegenomen.» Kan de Minister aangeven welke wijzigingen binnen PESCO
en binnen het strategisch kompas als gevolg van het COVID-19 virus zij voorstelt?
Kan zij ook aangeven welke ideeën hierover leven bij andere Europese landen?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde
stukken voor de EU Defensieraad. Zij hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
Allereerst realiseren de leden van de D66-fractie zich dat op dit moment COVID-19
allesoverheersend is, zo ook Defensiesamenwerking binnen de Europese Unie. Zij constateren
dat veel zaken «on hold» zijn gezet. Kan de Minister een toelichting geven van de
lopende projecten betreffende Europese defensiesamenwerking, waar op dit moment als
gevolg van de Coronacrisis al vertraging merkbaar is? Wat zijn de gevolgen van deze
mogelijke vertraging? De leden van de D66-fractie lezen daarnaast in het verslag van
de recente videoconferentie van de EU-ministers van Defensie dat GVDB-missies en -operaties
waar mogelijk operationeel blijven om de stabiliteit in de betreffende landen zoveel
mogelijk te waarborgen. Deze leden onderstrepen deze inzet en vragen of er al aanwijzingen
zijn dat bepaalde GVDB-missies en/of -operaties zijn afgeschaald of operationeel hebben
ingeboet, waarmee de stabiliteit in de betreffende landen inderdaad onder druk is
komen te staan? Op welke wijze vindt hierover tussen de lidstaten afstemming?
De leden van de D66-fractie onderstrepen voorts het belang van het bestrijden van
desinformatie in deze tijd. Juist in een periode waar mensen op zoek zijn naar betrouwbare
informatieverstrekking blijkt desinformatie nog altijd een hardnekkig probleem. Deze
leden constateren dat dit in de eerste videoconferentie van de EU-Defensieministers
door meerdere lidstaten is opgemerkt. Kan de Minister toelichten in hoeverre hier
actiepunten aan verbonden zijn? Hoe wordt tegenactie georganiseerd om (de effecten
van) desinformatie tegen te gaan, zo vragen de leden van de D66-fractie.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
en danken de Minister voor het toezenden. Graag stellen deze leden nog enkele vragen.
Volgens de planning van de EU zou Operatie Irene, de maritieme missie op de Middellandse
Zee met als hoofddoel het handhaven van het wapenembargo tegen Libië, op 1 april 2020
van start zijn gegaan. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de missie zoals
gepland van start is gegaan? Zo ja, dan vragen deze leden of al eerste resultaten
van de missie te melden zijn?
De leden van de GroenLinks-fractie wijzen erop dat de Staatssecretaris van justitie
en veiligheid in haar antwoorden in het verslag van het schriftelijk overleg JBZ-raad
(Kamerstuk 32 317, nr. 615) heeft bevestigd dat het evident is dat de voortdurende burgeroorlog en het snel
toenemende aantal Coronabesmettingen, inclusief de daarmee gepaard gaande avondklok
in Libië, zijn weerslag hebben op de effectiviteit van de Libische kustwacht, aan
wie de Europese Unie het redden van drenkelingen in het Libische SAR-gebied heeft
uitbesteed. De leden van de GroenLinks-fractie vragen in dit licht of er wat de Minister
betreft een rol is weggelegd voor Operatie Irene om het Libische SAR-gebied te monitoren,
en waar nodig reddingsacties uit te voeren. Indien dit nog niet reeds onder het mandaat
van Operatie Irene valt, vragen deze leden of de Minister bereid is om bij de EU-Defensieraad
te pleiten voor een uitbreiding van dit mandaat.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister of er formeel vastgelegde afspraken
zijn gemaakt over de eventuele ontscheping van drenkelingen die door schepen onder
de vlag van Operatie Irene worden ingezet. Zo ja, dan vragen deze leden of de Kamer
deze afspraken kan inzien.
De Minister beschrijft de te verwachten (grote) invloed van COVID-19 op de onderhandelingen
rond het nieuwe MFK. Deze leden constateren dat het voorgenomen EU-Defensiefonds hier
onderdeel van is en dat hiervoor in het concept-MFK € 13 miljard is geraamd. De Minister
schrijft dat zij op de EU-defensieraad zal aandringen op het blijven boeken van voortgang
op deze strategische discussies. De leden van de GroenLinks-fractie vragen een nadere
beschrijving van het type voortgang dat de Minister de komende maanden concreet wenst
te boeken. In het bijzonder vragen de leden van de GroenLinks-fractie of de huidige
Coronacrisis geen aanleiding vormt om de miljardenuitgave aan het EU-Defensiefonds
(EDF) binnen het aankomend MFK te heroverwegen. Deze leden vrezen dat de weg naar
Europees economisch herstel er een van de lange adem zal zijn en dat alle beschikbare
middelen in het aankomend MFK nodig zullen zijn om dat duurzame herstel te bewerkstelligen.
Voorts betogen de leden van de GroenLinks-fractie dat uitstel van de invoering van
het EDF de tijd zou opleveren om te bezien of het fonds, zoals dat nu is voorgesteld,
het meest effectieve middel is om tot Europese militaire harmonisatie te komen.
De Minister schrijft in de geannoteerde agenda dat de impact van COVID-19 op de diverse
projecten van het PESCO eveneens groot zal zijn. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen op welke termijn de Minister een overzicht denkt te kunnen verstrekken van
de concrete consequenties per PESCO-project waaraan Nederland deelneemt.
De leden van de SP-fractie achten het logisch dat de agenda van de EU Defensie ministeriële
raad van 12 mei 2020 in zijn geheel in beslag wordt genomen door de gevolgen van de
COVID-19 pandemie. Dat leidt tot een aantal vragen en opmerkingen over de beknopte
geannoteerde agenda.
Gezien de, naar het oordeel van de leden van de SP-fractie, ongewisse ontwikkeling
van de pandemie in de EU-landen op korte termijn, vragen deze leden wat de Minister
bedoelt met zowel de korte als middellange termijn. Wordt daarbij in jaren gedacht
en kan de Minister aangeven wanneer de korte termijn van de pandemie als eindig wordt
gezien? Voorts vragen deze leden wat analyse van de Minister is van de ontwikkelingen
die zich thans afspelen? Welke relevante trends onderscheidt zij daarin?
Is de Minister bereid de oproep van VN secretaris-generaal Guterres tot een staakt-het-vuren
te ondersteunen? Wat betekent dat voor de oorlog in Libië, die op dit moment nog niet
lijkt gestopt en op welke wijze wil de EU de rol van partner Turkije daarbij aan de
orde stellen? In dat licht zijn de leden van de SP-fractie benieuwd naar het Noord-Afrika
beleid. Wat is de inzet van Nederland in de controle op het wapenembargo op strijdende
partijen in Libië? Wordt over Libië een beslissing genomen of is dat te vroeg?
In het verlengde hiervan vragen deze leden hoe de ontwikkelingen zijn aangaande het
derde-landen-beginsel van PESCO? Zij vragen de Minister om een toelichting op het
algemene beginsel – alle derde landen tezamen – en op de rol van afzonderlijke landen?
Deze kwestie sleept al vanaf het begin. Is de conclusie gerechtvaardigd dat de zaak
onoplosbaar is? Wat moet er dan gebeuren om die oplossing te bereiken, behalve een
oproep, zo vragen deze leden.
De leden van SP-fractie vragen wat de stand van zaken is van een overeenkomst in het
MFK. Liggen deze onderhandelingen ook stil in het kader van de bestrijding van de
Covid-19-pandemie? Hoe wordt de veiligheidspolitiek in het MFK gefinancierd? Wat zijn
hiervan de gevolgen van het strategische kompas? Blijft er iets van een EU-kompas
inzake strategie over? En vooral wat is het strategische kompas van Nederland, of
maakt het uiteindelijk niet uit. De NAVO is ten slotte de basis van het Nederlandse
defensiebeleid. Ligt het veiligheidsbeleid van de EU nu al in stukken? Zo vragen de
leden va de SP-fractie.
In het licht van de bestrijding van desinformatie stellen de leden van de SP-fractie
hetzelfde als wat in de voorbereiding van de NAVO-defensieraad is gezegd. Volgens
deze leden moeten de EU noch de NAVO zich hier rechtstreeks mee bemoeien, maar de
situatie met betrekking tot de vrijheid van nieuwsgaring en vrijheid van meningsuiting
zo optimaal mogelijk laten verlopen. Dat geldt voor de persvrijheid en de vrijheid
van wetenschappelijk onderzoek. Dit is zeker relevant in geval dat sommige EU-lidstaten
beperkende maatregelen in deze vrijheden hebben afgekondigd. De leden van de SP-fractie
zien geen taak voor staten voor de bestrijding van desinformatie, behalve dan er zelf
niet aan meedoen en de samenleving maximaal te faciliteren gebruik te maken van de
grondrechten. De leden van de SP-fractie vragen de Minister hierop te reageren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
T.N.J. de Lange, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.