Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL B. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en marktenBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroeiBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.3 Beleidsartikel 3 ToekomstfondsBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatveranderingBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectiefBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 4 Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld5 Agentschappen5.1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
35 450 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Ontvangen 29 april 2020
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2019‒2020
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
Vanwege de coronamaatregelen is op 15 april 2020 de tweede incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Tweede Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,E.D. Wiebes
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Opbouw 1e suppletoire begroting 2020
Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2019. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
1. Leeswijzer.
2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
5. De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagraaf van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen
Hieronder de extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen met daarin de coronagerelateerde uitgaven vanuit de begroting van het Ministerie van EZK.
Tabel 2 Extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)
Artikel
Naam maatregel/regeling
Kamerstuk
Bedrag verplichtingen
Bedrag uitgaven
Bedrag ontvangsten
2
Noodloket (TOGS)
35 420, nr. 2
475.000
475.000
0
2
Qredits
35 420, nr. 2
6.000
6.000
0
2
BMKB
35 420, nr. 1
0
23.000
0
2
Garantie Ondernemingsfinanciering
35 420, nr. 2
1.100.000
75.000
0
2
Bijdrage RVO.nl
35 420, nr. 2
30.000
30.000
0
2
Noodloket (TOGS)
35 420, nr. 16
1.170.000
1.170.000
0
2
Qredits
35 420, nr. 16
25.000
25.000
0
2
BMKB
35 420, nr. 16
735.000
180.000
0
2
Garantie Ondernemingsfinanciering (Corona module)
35 420, nr. 16
8.500.000
1.000.000
0
3
ROM's (Overbruggingskrediet)
35 420, nr. 16
100.000
100.000
0
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2020
Vastgestelde begroting 2020 na ISB
8.778.923
Belangrijkste suppletoire mutaties
Urgendamaatregelen industrie
2
27.264
PPS-toeslag
2
‒ 27.578
Eindejaarsmarge Toekomstfonds
3
138.778
ISDE
4
‒ 60.000
RVO.nl
4
19.451
Aardwarmte
4
15.000
Schadevergoedingen
5
110.000
Uitvoeringskosten schade
5
45.000
Eindejaarsmarge Groningen
5
25.378
Loon-en prijsbijstelling
41
53.626
Overige mutaties
74.193
Stand 1e suppletoire begroting 2020
9.200.035
Toelichting
Urgendamaatregelen industrie
De verhoging van uitgavenbudget voor de Urgendamaatregelen Industrie (€ 27,3 mln) is het gevolg van de volgende mutaties: De middelen voor Urgendamaatregelen Industrie die bij de 2e suppletoire begroting 2019 zijn teruggestort in de begrotingsreserve voor Urgenda worden bij VJN weer onttrokken om uitvoering te geven aan dezelfde doelen en maatregelen in 2020. Daarnaast worden de middelen die eind 2019 niet benut bleken voor Urgendamaatregelen Industrie via de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2020.
PPS-toeslag
De uitgaven raming voor de PPS toeslag is in 2020 met € 27,6 mln verlaagd. Dit budget is doorgeschoven naar latere jaren. Hiermee wordt de uitgavenraming in lijn gebracht met de verwachte uitfinanciering van de PPS-toeslag regeling.
Eindejaarsmarge Toekomstfonds
De niet benutte middelen van het Toekomstfonds in 2019 worden conform de fondsconstructie toegevoegd aan het budget voor 2020. Het betreft begrotingsgeld voor onder meer het Co-investeringsvehicle met het Europees Investeringsfonds (EIF), het Innovatiekrediet, de Seed Capital regeling, Thematische Technology Transfer, Vroegefasefinanciering en Fundamenteel en toegepast onderzoek.
ISDE
Op basis van het door Mulder c.s. ingediende amendement op de begroting 2020 (Kamerstuk 35 300-XIII, nr. 16) is het budget van de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) met € 100 mln opgehoogd. Doel van de ophoging is het stimuleren van de opwek van duurzame energie door het MKB. Omdat ook volgens de indieners van het amendement in 2020 slechts € 40 mln van de beschikbare € 100 mln benodigd is, wordt € 60 mln doorgeschoven naar 2021 en 2022.
RVO.nl
Om het tekort in 2020 op de uitvoeringskosten van RVO.nl op artikel 4 te dekken is in totaal € 19,5 mln budget toegevoegd aan het budget.
Aardwarmte
In 2020 wordt € 15 mln beschikbaar gesteld voor de voortzetting van het SCAN-programma van EBN, dat tot doel heeft te onderzoeken waar de ondergrond in Nederland mogelijk geschikt is voor de winning van aardwarmte.
Schadevergoedingen
De raming van de schadebetalingen is naar aanleiding van nieuwe prognoses van TCMG met € 110 mln verhoogd.
Uitvoeringskosten schade
De uitvoeringskosten voor schadebetalingen Groningen nemen toe als gevolg van de stijging van de schadeafhandelingen.
Eindejaarsmarge Groningen
De niet benutte middelen van het meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen worden toegevoegd aan de begroting 2020. Het betreft de regelingen Verduurzaming (€ 14,3 mln) en Fonds achterstallig onderhoud (€ 8,7 mln), het onderzoeksbudget (€ 1,4 mln) en het werkbudget van de NCG (€ 0,9 mln). Fonds achterstallig onderhoud, het onderzoeksbudget en het werkbudget van de NCG worden bij Julibrief overgeheveld naar BZK.
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2020 is loon- en prijsbijstellingstranche 2020 voor EZK uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten en pensioenpremies voor de overheidswerkgevers. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen.
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2020
Vastgestelde begroting 2020 na ISB
4.903.988
Belangrijkste suppletoire mutaties
Onttrekking reserve Groeifaciliteit
2
10.000
Co-investment venture capital instrument/EIF
3
15.000
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
4
63.020
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
4
66.160
Schadevergoedingen
5
237.061
Uitvoeringskosten schade
5
45.000
Aardgasbaten
5
‒ 440.000
Overige mutaties
22.915
Stand 1e suppletoire begroting 2020
4.923.144
Toelichting
Onttrekking reserve Groeifaciliteit
Ten behoeve van de begrotingsreserve garanties MKB-financiering wordt € 10 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Groeifaciliteit.
Co-investment venture capital instrument/EIF
Dit betreft de ontvangst van € 15 mln van Invest-NL in het kader van de overdracht van het Co-investment venture capital instrument/EIF aan Invest-NL conform de machtigingswet Invest-NL.
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Het Ministerie van EZK levert een bijdrage aan de financiering van de additionele Urgenda-maatregelen van in totaal € 298,7 mln, waarvan € 63 mln in 2020 en € 235,7 mln in 2021. De bijdrage wordt onttrokken aan de begrotingsreserve Duurzame Energie.
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
De in 2019 door de Ministeries van BZK, LNV en EZK niet-benutte Urgenda-middelen worden aan de reserve maatregelen CO2-reductie onttrokken.
Schadevergoedingen
Betreft vergoedingen van de NAM voor schade-uitkeringen en uitvoeringskosten RVO inzake Groningen die EZK eerder heeft voorgefinancierd.
Uitvoeringskosten schade
De toename van de uitvoeringskosten wordt veroorzaakt door de stijging van de schadeafhandelingen die door TCMG/IMG verwacht wordt. Deze uitvoeringskosten worden gedeclareerd bij de NAM.
Aardgasbaten
De Ministerraad heeft op 21 februari besloten tot de versnelde afbouw van de gaswinning. Dit volume-effect wordt nu conform Regeerakkoord in de aardgasbaten verwerkt. Daarnaast wordt de raming van de aardgasbaten verder naar beneden bijgesteld als gevolg van de neerwaarts bijgestelde raming van de gasprijs in de komende jaren.
3 Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
214.305
0
214.305
5.730
220.035
1.513
4.491
6.116
660
Waarvan garantieverplichtingen
Waarvan overige verplichtingen
214.305
214.305
5.730
220.035
1.513
4.491
6.116
660
Uitgaven
215.326
0
215.326
7.226
222.552
3.143
6.123
6.324
660
Waarvan juridisch verplicht
96%
96%
97%
Subsidies
203
0
203
572
775
0
0
0
0
Cyberweerbaarheid
203
203
572
775
Opdrachten
22.152
0
22.152
‒ 564
21.588
‒ 150
‒ 150
‒ 150
0
Onderzoek en Opdrachten
1.678
1.678
736
2.414
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid
5.844
5.844
‒ 364
5.480
‒ 150
‒ 150
‒ 150
ICT beleid
6.793
6.793
‒ 213
6.580
Digital Trust Center
1.322
1.322
‒ 723
599
Cyber Security
6.515
6.515
6.515
Bijdrage aan agentschappen
30.218
0
30.218
7.218
37.436
2.422
5.472
5.673
0
Agentschap Telecom
21.488
21.488
5.350
26.838
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland
8.730
8.730
1.868
10.598
2.422
5.472
5.673
Bijdrage aan zbo/rwt's
158.870
0
158.870
0
158.870
871
801
801
660
Metrologie
9.483
9.483
9.483
Raad voor Accreditatie
265
265
265
ACM
736
736
736
CBS
148.386
148.386
148.386
871
801
801
660
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
3.883
0
3.883
0
3.883
0
0
0
0
Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)
1.156
1.156
1.156
Internationale organisaties
2.727
2.727
2.727
Ontvangsten
31.934
0
31.934
20
31.954
0
0
0
0
Ontvangsten ACM
162
162
162
High Trust
30.200
30.200
30.200
Diverse ontvangsten
1.572
1.572
20
1.592
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingbudget met € 5,7 mln wordt onder meer veroorzaakt door de bijdrage aan Agentschap Telecom. Dit budget wordt verhoogd met € 5,3 mln. Voor € 3,3 mln heeft dit te maken met onder andere extra opdrachten vanwege de aankomende veilingen van telecomfrequenties en in verband met een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) moet een bedrag van € 2,0 mln terugbetaald worden. Dit betreft een uitspraak gedaan over de in 2016 opgelegde nieuwe verlengingsprijs (eenmalig bedrag) voor kavel A2 (Radio Veronica) van € 12,7 mln en de begin 2017 in rekening gebrachte wettelijke rente van € 2,0 mln. De uitspraak betreft de wettelijke rente en het Agentschap Telecom draagt zorg voor de terugbetaling van de Rente. Tevens is de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland opgehoogd met € 1,8 mln om het budget op het niveau te brengen van de jaarlijkse opdracht.
Uitgaven
Bijdrage aan agentschappen
De verhoging van het kasbudget met € 7,2 mln is toegelicht onder de verplichtingen.
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
2.191.632
12.041.000
14.232.632
174.729
14.407.361
‒ 4.886
‒ 46.174
‒ 46.177
‒ 34.335
Waarvan garantieverplichtingen
1.250.000
10.335.000
11.585.000
5.000
11.590.000
Waarvan overige verplichtingen
941.632
1.706.000
2.647.632
169.729
2.817.361
‒ 4.886
‒ 46.174
‒ 46.177
‒ 34.335
Uitgaven
1.075.493
2.984.000
4.059.493
15.751
4.075.244
‒ 10.040
387
8.934
15.254
Waarvan juridisch verplicht
87%
87%
48%1
Subsidies
205.511
1.675.500
1.881.011
15.890
1.896.901
‒ 3.805
3.387
1.580
17.325
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
39.131
39.131
450
39.581
600
300
Eurostars
18.132
18.132
18.132
Bevorderen Ondernemerschap
21.390
21.390
‒ 1.614
19.776
1.560
1.350
1.350
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG
23.361
‒ 1.000
22.361
‒ 7.336
15.025
‒ 4.000
‒ 2.700
‒ 5.700
7.900
Bijdrage aan ROM's
5.661
500
6.161
1.500
7.661
1.500
1.500
1.500
1.500
Verduurzaming industrie
61.400
61.400
‒ 13.400
48.000
‒ 13.736
‒ 7.334
‒ 5.841
‒ 2.346
Startup-beleid
14.400
14.400
‒ 1.245
13.155
Urgendamaatregelen industrie
21.000
21.000
27.264
48.264
Invest NL
10.271
10.271
10.271
10.271
10.271
10.271
Noodloket
1.645.000
1.645.000
1.645.000
Qredits
31.000
31.000
31.000
Overige subsidies
1.036
1.036
1.036
Garanties
57.211
1.278.000
1.335.211
0
1.335.211
0
0
0
0
BMKB
36.744
203.000
239.744
239.744
Groeifaciliteit
8.722
8.722
8.722
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
11.745
75.000
86.745
86.745
Garantie Ondernemingsfinanciering Corona
0
1.000.000
1.000.000
1.000.000
Garanties MKB Financiering
0
0
0
Opdrachten
10.561
0
10.561
‒ 628
9.933
175
200
200
0
Onderzoek en opdrachten
4.134
4.134
‒ 291
3.843
‒ 25
Caribisch Nederland
1.056
1.056
65
1.121
200
200
200
Regeldruk
2.206
2.206
2.206
Regiekosten regionale functie
665
665
665
Small Business Innovation Research
2.500
2.500
‒ 402
2.098
Bijdragen aan agentschappen
93.235
30.000
123.235
7.902
131.137
‒ 7.830
‒ 7.620
‒ 8.071
‒ 8.071
Bijdrage RVO.nl
82.448
30.000
112.448
18.173
130.621
2.441
2.651
2.200
2.200
Bijdrage Agentschap Telecom
516
516
516
Invest-NL
10.271
10.271
‒ 10.271
0
‒ 10.271
‒ 10.271
‒ 10.271
‒ 10.271
Bijdragen aan ZBO's/RWT’s
316.624
0
316.624
2.342
318.966
‒ 15
‒ 15
0
0
Bijdrage aan TNO
170.860
170.860
1.802
172.662
Kamer van Koophandel
121.757
121.757
563
122.320
Bijdrage aan NWO-TTW
24.007
24.007
‒ 23
23.984
‒ 15
‒ 15
Bijdragen aan medeoverheden
6.800
0
6.800
1.600
8.400
0
0
0
0
Sterke Regio's en Nota Ruimte
6.800
6.800
1.600
8.400
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
385.551
500
386.051
‒ 22.355
363.696
1.435
4.435
15.225
6.000
Internationaal Innoveren
40.851
40.851
176
41.027
250
‒ 250
‒ 250
PPS-toeslag (voorheen TKI-toeslag)
165.059
165.059
‒ 27.578
137.481
‒ 2.604
4.558
17.881
7.781
TO2 (Deltares, MARIN en NLR)
50.121
50.121
3.750
53.871
750
750
500
Topsectoren overig
10.834
10.834
2.066
12.900
2.994
‒ 668
‒ 2.906
‒ 1.781
Ruimtevaart (ESA)
96.430
96.430
185
96.615
Bijdrage NBTC
9.036
500
9.536
‒ 500
9.036
Bijdragen organisaties
5.720
5.720
‒ 454
5.266
45
45
Economische ontwikkeling en technologie
7.500
7.500
7.500
Stortingen begrotingsreserve
0
0
0
11.000
11.000
0
0
0
0
Storting reserve BMKB
0
1.000
1.000
Storting reserve Garanties MKB Financiering
0
10.000
10.000
Ontvangsten
129.867
0
129.867
22.600
152.467
1.875
1.875
1.875
1.300
BMKB
33.000
33.000
33.000
Groeifaciliteit
8.000
8.000
8.000
Onttrekking reserve Groeifaciliteit
0
0
10.000
10.000
Garantie Ondernemings-financiering (GO)
13.000
13.000
13.000
Onttrekking reserve GO
0
0
324
324
MKB Financiering
0
0
0
Luchtvaartkrediet-regeling
6.116
6.116
6.116
Rijksoctrooiwet
36.012
36.012
1.711
37.723
1.875
1.875
1.875
1.300
Eurostars
5.094
5.094
5.094
F-35
7.000
7.000
7.000
Diverse ontvangsten
21.645
21.645
10.565
32.210
X Noot
1
Voor de GO-Corona module is € 1 mld kasbuffer beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn specifiek bedoeld voor het opvangen van verliesdeclaraties en daardoor bestuurlijk gebonden (dit betreft ca. 25% van het totale budget van beleidsartikel 2).
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget is verhoogd met € 174,7 mln. Dit betreft onder meer de volgende mutaties:
• Een overheveling naar beleidsartikel 4 van de EZK-begroting van € 36,6 mln voor de DEI+ regeling voor de Industrie en de JIP tender en het bijbehorende uitvoeringsbudget.
• Het onttrekken aan de begrotingsreserve voor Urgenda van de middelen voor Urgendamaatregelen Industrie om uitvoering te geven aan dezelfde doelen en maatregelen in 2020 (€ 19,5 mln). Deze middelen werden bij de 2e suppletoire begroting 2019 teruggestort in de begrotingsreserve voor Urgenda. Daarnaast worden de middelen die eind 2019 niet benut bleken voor Urgendamaatregelen Industrie via de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2020 (€ 7,3 mln).
• Voor ruimtevaart is € 102,5 mln aan verplichtingenruimte van latere jaren naar voren geschoven om de inschrijvingen op de ESA-programma’s tijdens de ESA-Raad 2019 te kunnen accommoderen.
• Voor Economische technologie en ontwikkeling is 40 mln aan verplichtingen naar voren geschoven ten behoeve van programma’s gericht op Artificiële Intelligentie en Quantum.
• Voor stortingen in de begrotingsreserves BMKB (€ 1 mln) en garanties MKB-financiering (€ 10 mln) is in totaal het verplichtingenbudget met € 11 mln verhoogd.
• Voor een garantie ten behoeve van de funding van Qredits is het verplichtingenbudget met € 5 mln verhoogd.
• Voor de financiering van de RVO-opdracht 2020 voor onder meer O2lab/Ondernemerschapsonderwijs en transitieagenda en uitvoeringsprogramma circulaire economie in de maakindustrie (CETAM) is het verplichtingenbudget met € 4,9 mln verhoogd.
Uitgaven
Subsidies
Cofinanciering EFRO
Voor Cofinanciering EFRO is € 7,3 mln budget verschoven naar latere jaren zodat deze middelen kunnen worden ingezet voor de inschrijving voor de nieuwe EFRO-periode (2021-2027), waardoor de Nederlandse inschrijving op niveau blijft.
Verduurzaming Industrie
De verlaging van het kasbudget voor Verduurzaming Industrie met € 13,4 mln is onder meer het gevolg van de volgende mutaties:
– Een bijdrage t.b.v. realisatie stoomcasus Botlek (€ 2,1 mln).
– Een overheveling van beleidsbudget voor de DEI+ regeling voor de Industrie en de JIP tender naar beleidsartikel 4 van de EZK begroting
(- € 3,6 mln ).
– Een overheveling van de uitvoeringskosten voor de DEI+ en JIP tender naar de bijdrage RVO op beleidsartikel 4 (- € 1,7 mln).
– Een overheveling van uitvoeringsbudget voor beleids- en bedrijvenondersteuning, de monitoring van het programma Verduurzaming Industrie en uitvoering van de TSE regeling voor de Industrie naar de bijdrage RVO op beleidsartikel 2 (- € 3,7 mln).
– Een bijdrage aan de NeA voor de uitvoeringskosten van de CO2 heffing voor de Industrie (- € 0,4 mln).
– Een overheveling van de bijdrage voor de kosten van de FEED fase van het Porthos project naar beleidsartikel 4 van de EZK begroting (- € 3,9 mln).
– Tot slot een overheveling naar de bijdrage mede-overheden in het kader van Smart Delta Resources (- € 1,6 mln).
Urgendamaatregelen industrie
De verhoging van uitgavenbudget voor de Urgendamaatregelen Industrie (€ 27,3 mln) is het gevolg van de volgende mutaties: De middelen voor Urgendamaatregelen Industrie die bij de 2e suppletoire begroting 2019 zijn teruggestort in de begrotingsreserve voor Urgenda worden bij VJN weer onttrokken om uitvoering te geven aan dezelfde doelen en maatregelen in 2020 (€ 26,1 mln). Daarnaast worden de middelen die eind 2019 niet benut bleken voor Urgendamaatregelen Industrie via de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2020 (€ 2 mln) en een overheveling van de uitvoeringskosten voor de VEKI-regeling naar de bijdrage RVO op beleidsartikel 2 (€ 0,85 mln).
Invest-NL
Voor de subsidie aan Invest-NL voor de ontwikkeltaak is € 10,3 mln beschikbaar. Dit budget stond geraamd onder de bijdrage aan agentschappen, maar is vanwege de oprichting van Invest-NL in december 2019 nu verschoven naar de categorie subsidies.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO.nl
Voor de financiering van de opdracht aan RVO.nl in 2020 is € 18,2 mln aan het budget toegevoegd. Dit betreft onder meer de volgende opdrachten: O2Lab/Ondernemerschapsonderwijs, Verduurzaming Industrie, transitieagenda en uitvoeringsprogramma circulaire economie in de maakindustrie (CETAM), Innovatie Attaché Netwerk, Octrooicentrum Nederland, Fast Lane startup, Talent Coalition startup, IND zelfstandigenregeling, Holland Lounge, IMVO en SBIR.
Invest-NL
Het budget voor de ontwikkeltaak van Invest-NL is verschoven naar de categorie subsidies (- € 10,3 mln)
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
PPS-toeslag
De uitgaven raming voor de PPS toeslag is in 2020 met € 27,6 mln verlaagd. Dit budget is doorgeschoven naar latere jaren. Hiermee wordt de uitgavenraming in lijn gebracht met de verwachte uitfinanciering van de PPS-toeslag regeling.
Bijdrage NBTC
Het bedrag van € 0,5 mln in het kader van het amendement Aartsen/Von Martels (Kamerstuk 35300 XIII, nr. 19) is overgeheveld naar Bevorderen Ondernemerschap en zal conform het amendement worden ingezet voor Data Alliantie Toerisme.
Stortingen begrotingsreserves
Storting reserve BMKB
Met betrekking tot het PFAS/Stikstof-luik in de BMKB is € 1 mln ontvangen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het compenseren van eventuele verliezen. Deze bijdrage wordt gestort in de begrotingsreserve.
Storting reserve Garanties MKB-financiering
Voor de garanties MKB-financiering wordt € 10 mln aan de begrotingsreserve toegevoegd om eventuele verliezen op de uitstaande portefeuille op te vangen. Dit betreft een verschuiving van de begrotingsreserve Groeifaciliteit naar de reserve voor de garanties MKB-financiering.
Ontvangsten
Onttrekking reserve Groeifaciliteit
Ten behoeve van de begrotingsreserve garanties MKB-financiering wordt € 10 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Groeifaciliteit.
Diverse ontvangsten
De diverse ontvangsten zijn met € 10,6 mln verhoogd vanwege in het bijzonder de terugontvangsten over de uitvoeringsopdrachten aan RVO.nl voor 2018 en 2019 (€ 10,3 mln).
Toelichting op de Begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn ervoor bedoeld inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren,te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingenwaarop EZK een borgstelling heeft afgegeven.
Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), de Groeifaciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financieringbetreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Tabel 7 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
108.333
+ Geraamde storting
1.000
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2020
109.333
Met betrekking tot het PFAS/Stikstof-luik in de BMKB is € 1 mln ontvangen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het compenseren van eventuele verliezen. Deze bijdrage wordt gestort in de begrotingsreserve.
Tabel 8 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
71.210
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
‒ 324
Stand (raming) per 31/12/2020
70.886
In het kader van de overdracht van de aangegane garanties Energietransitiefinancieringsfaciliteit (GO-ETFF) aan Invest-NL conform de machtigingswet op Invest-NL worden ook de door de Staat ontvangen premies op de aangegane garanties aan Invest-NL overgedragen. Deze premie-opbrengsten worden daarom onttrokken aan de begrotingsreserve GO.
Tabel 9 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
24.546
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
‒ 10.000
Stand (raming) per 31/12/2020
14.546
Er wordt € 10 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Groeifaciliteit. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de begrotingsreserve MKB-financiering.
Tabel 10 Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
9.696
+ Geraamde storting
10.000
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2020
19.696
Voor de garanties MKB-financiering wordt € 10 mln aan de begrotingsreserve toegevoegd om eventuele verliezen op de uitstaande portefeuille op te vangen. Dit betreft een verschuiving van de begrotingsreserve Groeifaciliteit naar de reserve voor de garanties MKB-financiering.
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
142.952
100.000
242.952
129.804
372.756
0
‒ 4.900
‒ 10.000
‒ 14.000
Waarvan garantieverplichtingen
Waarvan overige verplichtingen
142.952
100.000
242.952
129.804
372.756
0
‒ 4.900
‒ 10.000
‒ 14.000
Uitgaven
184.452
100.000
284.452
152.278
436.730
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
Waarvan juridisch verplicht
76%
76%
77%
Subsidies
999
0
999
17.181
18.180
0
0
0
0
Smart Industry
199
199
969
1.168
Haalbaaarheidsstudies STW
800
800
12
812
Thematische Technology Transfer
16.200
16.200
Leningen
175.147
100.000
275.147
129.265
404.412
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund
35.733
35.733
‒ 1.857
33.876
ROM's
0
100.000
100.000
28.000
128.000
Co-investment venture capital instrument / EIF
10.154
10.154
22.308
32.462
Deels revolverend
Innovatiekrediet
55.205
55.205
260
55.465
Risicokapitaal Seed Capital
46.823
46.823
14.807
61.630
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
‒ 1.500
Vroegefasefinanciering / informal investors
13.702
13.702
5.461
19.163
1.400
Startups / MKB
5.186
5.186
7.686
12.872
‒ 1.400
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Met vermogensbehoud
Fundamenteel en toegepast onderzoek
5.500
5.500
6.444
11.944
‒ 2.500
‒ 2.500
Onco research
2.500
2.500
4.318
6.818
Smart Industry
344
344
38
382
Thematische Technology Transfer
31.800
31.800
Regmed
10.000
10.000
2.500
2.500
Bijdrage aan agentschappen
8.306
0
8.306
5.832
14.138
0
0
0
0
Bijdrage RVO.nl
8.306
8.306
5.832
14.138
Ontvangsten
34.600
0
34.600
15.000
49.600
0
0
0
0
Fund to Fund
8.050
8.050
8.050
Co-investment venture capital instrument / EIF
0
0
15.000
15.000
Innovatiekrediet
17.000
17.000
17.000
Seed Capital
9.400
9.400
9.400
DVI II
150
150
150
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 129,8 mln verhoogd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
• Conform de fondsconstructie wordt de eindejaarsmarge 2019 van € 94,3 mln toegevoegd aan de begroting 2020. Dit betreft onder meer het Innovatiekrediet (€ 14,5 mln), Seed Capital regeling (€ 14,7 mln), Vroegefasefinanciering (€ 7,2 mln), regeling Thematische Technology Transfer (€ 24 mln), Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (€ 24 mln), Startups/MKB (€ 5,8 mln) en de bijdrage aan RVO (€ 5,6 mln).
• Als gevolg van de overdracht van het Co-investeringsvehicle/EIF aan Invest-NL conform de Machtigingswet Invest-NL is € 15 mln ontvangen. Dit bedrag is toegevoegd aan de begroting 2020.
• Ten behoeve van de kapitaalstortingen in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen is € 20 mln aan verplichtingenbudget uit latere jaren naar 2020 verschoven.
Uitgaven
Subsidies
De eindejaarsmarge 2019 van € 8,1 mln bedoeld voor de eerste tender van de regeling voor Thematische Technology Transfer (TTT-regeling) wordt toegevoegd aan de begroting 2020. Daarnaast wordt eveneens € 8,1 mln beschikbaar gesteld voor de tweede tender van de TTT-regeling.
Leningen
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
Voor de kapitaalstortingen in de nieuw op te richten Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen Flevoland en Utrecht wordt € 28 mln beschikbaar gesteld.
Co-investment venture capital instrument/EIF
De eindejaarsmarge 2019 van het Co-investment venture capital instrument met het EIF (€ 15,3 mln) is toegevoegd aan de begroting van 2020. Daarnaast is € 15 mln ontvangen van Invest-NL als gevolg van de overdracht van dit instrument aan Invest-NL conform de Machtigingswet Invest-NL. Tot slot is € 8 mln beschikbaar gesteld voor kapitaalstortingen in de nieuw op te richten ROM’s Flevoland en Utrecht.
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Voor de investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is de eindejaarsmarge van 2019 (€ 30,5 mln) toegevoegd aan de begroting 2020. Hiervan is € 24 mln beschikbaar gesteld voor de 2e tender van de TTT-regeling (voor het subsidie- en leningdeel respectievelijk € 8,1 mln en € 15,9 mln). Het restant is beschikbaar voor de uitfinanciering van de regeling Toekomstfondskrediet Onderzoeksfaciliteiten.
Oncode Institute
De eindejaarsmarge 2019 van het instrument Oncode Institute (€ 4,3 mln) is toegevoegd aan de begroting 2020 voor de uitfinanciering van de openstaande verplichtingen.
Regeling Thematische Technology Transfer (TTT-regeling)
Voor het leningsdeel van de TTT-regeling is de eindejaarsmarge 2019 van € 15,9 mln – bestemd voor de eerste tender – toegevoegd aan de begroting 2020. Daarnaast wordt eveneens € 15,9 mln beschikbaar gesteld voor de tweede tender van de TTT-regeling.
REGMED
Voor een publiek privaat ondernemerschapsfonds voor regeneratieve geneeskunde REGMED XB wordt verspreid over enkele jaren in totaal € 15 mln beschikbaar gesteld.
Seed Capital regeling
Voor de Seed Capital regeling is € 36,3 mln eindejaarsmarge 2019 aan de begroting 2020 toegevoegd. Hiervan is € 20 mln beschikbaar gesteld voor de kapitaalstortingen in de nieuw op te richten ROM’s Flevoland en Utrecht en € 1,5 mln voor de subsidierelatie met beide ROM’s die op beleidsartikel 2 wordt verantwoord.
Vroegefasefinanciering
Voor vroegefasefinanciering is € 5,5 mln eindejaarsmarge 2019 conform de fondsconstructie aan de begroting 2020 toegevoegd.
Startups/mkb
De eindejaarsmarge 2019 van € 6,3 mln is toegevoegd aan de middelen voor Startups/mkb t.b.v. de uitvoering van het MKB-actieplan. Daarnaast is € 1,4 mln budget van 2021 naar 2020 verschoven ten behoeve van de MKB-deals.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO
De eindejaarsmarge 2019 op de bijdrage RVO van € 5,7 mln is aan de begroting van 2020 toegevoegd. Daarnaast is voor 0,1 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten van onder meer de regeling Toekomstfondskrediet Onderzoeksfaciliteiten.
Ontvangsten
Ontvangst Co-investment venture capital instrument/EIF
Als gevolg van de overdracht van het Co-investeringsvehicle/EIF aan Invest-NL conform de Machtigingswet Invest-NL is € 15 mln van Invest-NL ontvangen.
Toelichting ijklijn gasbaten
Het Toekomstfonds wordt mede gevoed met eventuele meevallers uit de aardgasbaten. Er is sprake van meevallers wanneer de gerealiseerde aardgasbaten in een bepaald jaar hoger zijn dan de aardgasbaten zoals die voor dat betreffende jaar geraamd zijn in de Miljoenennota 2015. Deze raming wordt herijkt als er beleidsmatige aanpassingen van de gasproductie plaatsvinden (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 5).
De relevante ijklijn die van invloed is voor de bepaling van de voeding van het Toekomstfonds is vastgelegd en toegelicht in de EZK-begroting 2020 (p. 85-87 ).
Ht kabinet heeft in februari besloten tot de versnelde afbouw van de gaswinning. Dit volume-effect wordt in de 1e suppletoire begroting verwerkt. De ijklijn is hierop aangepast.
Naar aanleiding van de bovengenoemde wijziging bij Voorjaarsnota 2020 is er sprake van meevallers voor het Toekomstfonds wanneer de gerealiseerde gasbaten in een bepaald jaar hoger zijn dan de gasbaten zoals in onderstaande tabel is opgenomen (stand actuele ijklijn aardgasbaten Voorjaarsnota 2020).
Tabel 12 Actuele ijklijn aardgasbaten (bedragen x € 1 mln)
2019
2020
2021
2022
20231
2024
Ijklijn aardgasbasten Miljoenennota 2020
5.540
4.150
580
920
20
300
Bijstelling n.a.v. beleidsmatige aanpassingen (volume-effect) bij Voorjaarsnota 2020
‒ 20
‒ 140
‒ 320
‒ 20
‒ 300
Actuele ijklijn aardgasbaten Voorjaarsnota 2020
5.540
4.130
440
600
0
0
X Noot
1
Conform de beleidsmatige mutaties had in 2023 € 410 mln en in 2024 € 310 mln afgeboekt moeten worden. Om de ijklijn op nul te laten sluiten zijn deze bedragen aangepast.
Deze actuele ijklijn wijkt af van de raming van de aardgasbaten op beleidsartikel 5 omdat voor het Toekomstfonds alleen de beleidsmatige aanpassingen van de gasproductie van toepassing zijn. Bij het vaststellen van de gasbatenraming op beleidsartikel 5 spelen onder andere de beursprijs van TTF-gas, de euro/dollar koers en de olieprijs een rol. Deze blijven bij de berekening van de ijklijn voor het Toekomstfonds buiten beschouwing.
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
10.697.624
100.000
10.797.624
53.897
10.851.521
275.695
294.630
266.865
214.889
Waarvan garantieverplichtingen
71.300
71.300
4.500
75.800
Waarvan overige verplichtingen
10.626.324
100.000
10.726.324
49.397
10.775.721
275.695
294.630
266.865
214.889
Uitgaven
3.671.790
100.000
3.771.790
‒ 17.000
3.754.790
‒ 625.127
48.944
7.399
‒ 7.820
Waarvan juridisch verplicht
80,0%
78,0%
80,0%
Subsidies
3.410.444
100.000
3.510.444
‒ 39.128
3.471.316
‒ 636.365
‒ 18.754
‒ 7.049
‒ 20.198
Tenderregeling Energie-innovatie (TSE)
35.244
35.244
12.260
47.504
10.770
8.223
5.209
2.472
SDE+ projecten (hernieuwbare energie)
48.040
48.040
48.040
31.900
39.100
45.000
43.960
Energie-efficientie
2.368
2.368
681
3.049
Green Deals
500
500
500
Demonstratie regeling Klimaat en Energie Innovatie (DEI+)
66.806
66.806
‒ 2.600
64.206
12.356
6.318
2.111
‒ 2.097
Subsidie regeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)
4.900
4.900
‒ 400
4.500
‒ 400
‒ 400
Projecten Klimaat en Energieakkoord
0
0
1.402
1.402
4.491
4.491
4.616
4.870
MEP
0
0
293
293
SDE
699.167
699.167
‒ 4.300
694.867
SDE +
2.322.649
2.322.649
‒ 24.732
2.297.917
‒ 744.447
‒ 129.728
‒ 89.780
‒ 104.960
Aardwarmte
0
0
15.000
15.000
15.000
17.500
17.500
25.000
ISDE-regeling
100.000
100.000
200.000
‒ 60.000
140.000
30.000
30.000
Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)
105.595
105.595
5.030
110.625
Carbon Capture and Storage (CCS)
4.080
4.080
3.900
7.980
1.000
Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS)
0
0
65
65
Hoge Flux Reactor
7.651
7.651
7.651
Caribisch Nederland
4.944
4.944
5.000
9.944
Overige Subsidies
6.000
6.000
‒ 127
5.873
Maatregelen voor CO2-reductie
2.500
2.500
9.400
11.900
Postcoderoos
0
0
0
2.965
5.742
8.295
10.557
Leningen
4.000
0
4.000
0
4.000
0
53.400
0
0
EBN
4.000
4.000
4.000
53.400
Garanties
0
0
0
4.500
4.500
0
0
0
0
Verliesdeclaratie aardwarmte
0
0
4.500
4.500
Opdrachten
11.499
0
11.499
104
11.603
400
400
950
1.100
Onderzoek mijnbouwbodembeweging
1.916
1.916
975
2.891
‒ 450
‒ 450
100
100
SodM onderzioek
1.925
1.925
1.925
Uitvoeringsagenda klimaat
823
823
‒ 246
577
‒ 200
‒ 200
‒ 200
‒ 200
Klimaat mondiaal
369
369
369
Onderzoek & opdrachten
6.466
6.466
‒ 625
5.841
1.050
1.050
1.050
1.200
Bijdrage aan agentschappen
62.421
0
62.421
19.583
82.004
10.990
14.050
13.650
11.280
Bijdrage aan RVO.nl
50.498
50.498
19.451
69.949
6.170
8.000
7.600
7.600
Bijdrage aan Agentschap Telecom
0
0
400
400
4.820
6.050
6.050
3.680
Bijdrage aan KNMI
1.143
1.143
643
1.786
183
183
Bijdrage aan NEa
7.194
7.194
475
7.669
‒ 183
‒ 183
Bijdrage aan NVWA
841
841
‒ 53
788
Bijdrage aan RIVM
1.513
1.513
‒ 1.513
0
Bijdrage aan RWS
1.232
1.232
180
1.412
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
141.955
0
141.955
1.353
143.308
‒ 150
‒ 150
‒ 150
0
Doorsluis COVA-heffing
111.000
111.000
111.000
TNO kerndepartement
29.166
29.166
1.853
31.019
TNO-SodM
1.789
1.789
‒ 500
1.289
‒ 150
‒ 150
‒ 150
0
Bijdrage aan medeoverheden
23.602
0
23.602
0
23.602
0
0
0
0
Uitkoopregeling
23.602
23.602
23.602
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
13.169
0
13.169
588
13.757
‒ 2
‒ 2
‒ 2
‒ 2
Bijdrage aan ECN
11.675
11.675
346
12.021
‒ 2
‒ 2
‒ 2
‒ 2
Internationale contributies
1.494
1.494
242
1.736
Stortingen in reserves
4.700
0
4.700
‒ 4.000
700
0
0
0
0
Storting in begrotingsreserve duurzame energie
0
0
0
Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
0
0
0
Storting in begrotingsreserve aardwarmte
4.700
4.700
‒ 4.000
700
Ontvangsten
3.387.161
100.000
3.487.161
139.375
3.626.536
235.760
80
80
80
Ontvangsten COVA
111.000
111.000
111.000
Opbrengst heffing ODE (SDE+)
2.411.000
2.411.000
2.411.000
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
73.000
100.000
173.000
63.020
236.020
235.680
Ontvangsten zoutwinning
2.511
2.511
2.511
ETS-ontvangsten
450.000
450.000
450.000
Diverse ontvangsten
15.200
15.200
10.195
25.395
80
80
80
80
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
324.450
324.450
66.160
390.610
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 53,9 mln opgehoogd. Dit heeft een groot aantal oorzaken. De belangrijkste ophogingen op het verplichtingenbudget 2020 zijn:
• € 22,4 mln is van 2021 naar 2020 geschoven om het tekort op de openstelling van de Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE) te dekken.
• € 11,9 mln aan niet-gebruikte Urgenda-middelen 2019 zijn niet in de reserve Maatregelen CO2-reductie gestort, maar is via de eindejaarsmarge toegevoegd aan het budget 2020 (zie toelichting onder Uitgaven).
• € 5 mln aan niet-gebruikte middelen voor de ETS-compensatieregeling 2019 is via de eindejaarsmarge toegevoegd aan het budget 2020.
• € 6,1 mln in 2019 te veel aan RVO.nl uitbetaalde uitvoeringskosten wordt door RVO.nl in 2020 teruggestort en ingezet ter dekking van het tekort op de RVO-uitvoeringskosten in 2020.
• € 35 mln wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting overgeheveld ter dekking van de TSE-openstelling voor de industrie en voor de DEI+-tenders waterstof en CO2-reductie industrie .
• € 29,7 mln wordt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) overgeheveld naar de EZK-begroting ter dekking van de DEI+-tender Aardgasvrije wijken en de onderdelen Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) en Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP) binnen de Tenderregeling Energie-Innovatie (TSE).
• € 5 mln is toegevoegd aan het budget voor Caribisch Nederland om noodmaatregelen te kunnen treffen om de energievoorziening op Bonaire te waarborgen en voor deelname aan de tankoverslag op Bonaire (zie toelichting onder Uitgaven).
• € 5 mln aan Klimaatenveloppemiddelen is vanuit de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën toegevoegd aan het budget voor projecten Klimaat- en Energieakkoord (zie toelichting onder Uitgaven).
Tegenover deze ophogingen staan verlagingen van het verplichtingenbudget door:
• € 60 mln verschuiving van de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE-regeling) van 2020 naar 2021 en 2022 (zie toelichting onder Uitgaven).
• € 5,8 mln overheveling naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) (in totaal € 241 mln over de periode 2020-2029) als bijdrage van EZK aan de kosten scheepvaartveiligheid als gevolg van de aanleg van windparken op zee.
Uitgaven
Subsidies
Tenderregeling energie-innovatie
Het budget 2020 voor de TSE wordt met € 12,3 mln opgehoogd door overheveling vanuit de begroting van BZK ten behoeve van de onderdelen Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) en Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP): zie ook bij de verplichtingen. Ook de mutaties in de jaren 2021 e.v. zijn een gevolg van deze overheveling.
SDE+-projecten (Hernieuwbare Energie Regeling)
Het budget van de Hernieuwbare Energie Regeling (HER) wordt vanaf 2021 opgehoogd ter financiering van de voortzetting van de regeling tot en met 2023.
Demonstratieregeling Energie-Innovatie (DEI+)
Het budget van de DEI+ wordt vanaf 2021 opgehoogd ter financiering van de tenders waarvoor vanuit artikel 2 van de EZK-begroting en vanuit de BZK-begroting budgetten zijn overgeheveld naar de EZK-begroting. Tegelijkertijd vindt vanaf 2020 een structurele overboeking van € 2,4 mln naar het RVO-uitvoeringsbudget plaats ter financiering van de uitvoeringskosten van de DEI+: dit bedrag loopt op naar € 4,2 mln vanaf 2022.
Projecten Klimaat- en Energieakkoord
De Klimaatenveloppemiddelen die nog vanaf 2020 op de Aanvullende Post bij Financiën stonden voor de ondersteuning van het Klimaatakkoord (€ 5 mln per jaar) zijn meerjarig aan de EZK-begroting toegevoegd. Tegelijkertijd zijn hieruit meerjarig budgetten overgeheveld naar het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) voor werkzaamheden die de uitvoering van het Klimaatakkoord ondersteunen. In 2020 is daarnaast € 1,9 mln overgeheveld naar artikel 40 van de EZK-begroting ter financiering van de communicatie over het Klimaatakkoord en is € 1,1 mln overgeheveld naar de Raad van State ter financiering van de werkzaamheden rond de Klimaatwet (zie ook bij verplichtingen).
SDE+
Ten behoeve van de hogere kosten die met de uitvoering van de SDE+ gepaard gaan door de toename in het aantal verstrekte subsidies is vanaf 2020 structureel € 3,3 mln budget overgeheveld naar het RVO-uitvoeringsbudget. Daarnaast wordt in 2020 € 15 mln overgeheveld naar het budget voor Aardwarmte (zie aldaar) ter financiering van het SCAN-programma van EBN: over de jaren 2020-2024 wordt in totaal € 90 mln hiervoor overgeheveld. Ook wordt in 2020 € 5,8 mln overgeheveld naar de I&W-begroting als bijdrage van EZK aan de extra kosten voor scheepvaartveiligheid als gevolg van de aanleg van windparken op zee: in totaal bedraagt de EZK-bijdrage hiervoor € 241 mln over de periode 2020-2029. In 2021 wordt € 680 mln overgeheveld naar de algemene middelen als bijdrage van EZK aan de financiering van de rijksbrede problematiek. Vanaf 2021 wordt tevens budget overgeheveld naar de HER ter financiering van de voortzetting van deze regeling tot en met 2023. Tenslotte wordt in 2022 € 53,4 mln overgeheveld naar het budget voor leningen (zie aldaar) ter financiering van de lening aan EBN die het EBN mogelijk maakt deel te nemen aan het Porthos-project in de Rotterdamse haven.
Aardwarmte
In de jaren 2020 tot en met 2024 wordt in totaal € 90 mln beschikbaar gesteld voor de voortzetting van het SCAN-programma van EBN, dat tot doel heeft te onderzoeken waar de ondergrond in Nederland mogelijk geschikt is voor de winning van aardwarmte.
ISDE-regeling
Op basis van het door Mulder c.s. ingediende amendement op de begroting 2020 (Kamerstuk 35 300-XIII, nr. 16) heeft een onttrekking aan de reserve Duurzame Energie plaats gevonden van in totaal € 100 mln ten behoeve van een ophoging van het budget van de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE). Doel van de ophoging is het stimuleren van de opwek van duurzame energie door het MKB. Omdat ook volgens de indieners van het amendement in 2020 slechts € 40 mln van de beschikbare € 100 mln benodigd is, wordt een verplichtingen- en kasschuif doorgevoerd van € 30 mln naar 2021 en 30 mln naar 2022.
Subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS
Het in 2019 niet-gebruikte budget (€ 5 mln) is toegevoegd aan het budget 2020.
Caribisch Nederland
Er is in totaal € 5 mln toegevoegd aan het budget voor Caribisch Nederland. € 3,4 mln is bestemd voor noodmaatregelen om de energievoorziening op gang te houden als de olieleverantie vanuit de olieterminal Bopec onverhoopt stopt. € 1,6 mln is bedoeld als beleidsmaatregel voor deelname van EZK aan de tankoverslag op Bonaire.
Maatregelen CO2-reductie
De in 2019 niet-benutte Urgenda-middelen (€ 11,9 mln) zijn via de eindejaarsmarge toegevoegd aan het budget voor 2020. Hier tegenover staat dat € 2,5 mln naar I&W is overgeheveld als bijdrage aan de ondersteuning van het naleven van de informatieplicht energiebesparing uit de Wet milieubeheer.
Postcoderoosregeling
Na overleg met de sector is het kabinet tot de conclusie gekomen dat energiecoöperaties en VVE’s in de toekomst beter gestimuleerd kunnen worden met een subsidie dan met een verlaagd energiebelastingtarief. Daardoor kan tevens de complexiteit worden verminderd, is de stimulering van postcoderoosprojecten van energiecoöperaties en VVE’s niet meer afhankelijk van veranderingen in de energiebelasting en kan de hoogte van de stimulering toegespitst worden op wat nodig is. Hiervoor wordt vanaf 2021 in totaal via een kadercorrectie € 285 mln toegevoegd aan de EZK-begroting.
Leningen
EBN
Vanuit het SDE+-budget is (zie aldaar) is in 2022 € 53,4 mln overgeheveld naar het budget voor leningen ter financiering van de in 2020 te verstrekken lening aan EBN die het EBN mogelijk maakt deel te nemen aan het Porthos-project in de Rotterdamse haven.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
Om het tekort in 2020 op de uitvoeringskosten van RVO te dekken is in totaal € 19,5 mln budget toegevoegd aan het budget hiervoor. Naast het tekort op de uitvoering van de lopende regelingen gaat het dan om uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de besteding van de Klimaatenveloppemiddelen (ook van de middelen die overgekomen zijn van respectievelijk het Ministerie van BZK en artikel 2 van de EZK-begroting).
Agentschap Telecom
De afbouw van de salderingsregeling brengt uitvoeringskosten met zich mee voor het Agentschap Telecom (AT). Hiervoor wordt in totaal € 21 mln gereserveerd in de jaren 2020 tot en met 2024.
Ontvangsten
Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie
Het Ministerie van EZK levert een bijdrage aan de financiering van de additionele Urgenda-maatregelen van in totaal € 298,7 mln, waarvan € 63 mln in 2020 en € 235,7 mln in 2021. De bijdrage wordt onttrokken aan de begrotingsreserve Duurzame Energie. Omdat de onttrekking is toegevoegd aan de uitgaven en direct is overgeheveld naar de algemene middelen, is deze mutatie niet zichtbaar aan de uitgavenkant van de EZK-begroting.
Diverse ontvangsten
De verhoging van de ontvangstentaakstelling voor «diverse ontvangsten» (€ 10,2 mln) hangt samen met een verhoging van de verwachte onttrekking aan de reserve aardwarmte (€ 4,5 mln), een terugontvangst van RVO.nl van te veel betaalde uitvoeringskosten 2019 (€ 6,1 mln), een terugontvangst van de NEa van te veel betaalde uitvoeringskosten 2019 (€ 1 mln) en een terugbetaling van in het verleden verstrekte lening (€ 4 mln). Hiertegenover staan lagere ontvangsten van provisies op basis van de garantieregeling aardwarmte (€ 4 mln) en lagere ontvangsten van aan initiatiefnemers van energieprojecten doorberekende planschade-uitkeringen (€ 1,5 mln).
Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie
De in 2019 door de Ministeries van BZK en LNV en EZK niet-benutte Urgenda-middelen zijn in 2019 niet aan de reserve maatregelen CO2-reductie onttrokken. Dit wordt nu alsnog gedaan: de middelen worden 1-op-1 overgeheveld naar artikel 2 (€ 26,1 mln), de LNV-begroting (€ 12,5 mln) en de BZK-begroting (€ 27,6 mln) en zijn daarom niet zichtbaar aan de uitgavenkant van artikel 4.
Toelichting op de Begrotigingsreserves
Tabel 14 Begrotingsreserve Duurzame energie (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
3.155.088
+ Geraamde storting
950.000
– Geraamde onttrekking
‒ 236.020
Stand (raming) per 31/12/2020
3.869.068
De begrotingsreserve voor duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de HER of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2 reductie. In 2020 zal naar verwachting zo’n € 950 mln onbenutte (kas)middelen in de begrotingsreserve gestort worden. De verwachte onttrekking van € 236 mln betreft:
• de tranche 2020 (€ 73 mln) van de tijdelijke onttrekking aan de begrotingsreserve die bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2015 aan de orde is geweest (zie hiervoor onder meer het antwoord op vraag 5 en 6 in Kamerstuk 34 210 XIII, nr. 4, blz. 5–7).
• de € 100 mln die op basis van het amendement Mulder c.s. aan de reserve wordt onttrokken ter financiering van de ophoging van de ISDE-regeling (zie aldaar) ten behoeve van het stimuleren van de opwek van duurzame energie door het MKB.
• € 63 mln die onttrokken wordt als bijdrage van het Ministerie van EZK aan de financiering van additionele Urgenda-maatregelen.
Tabel 15 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
21.974
+ Geraamde storting
700
– Geraamde onttrekking
‒ 4.580
Stand (raming) per 31/12/2020
18.094
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. De uit te betalen verliesdeclaraties worden onttrokken aan de reserve.
Tabel 16 Begrotingsreserve ECN verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
6.600
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2020
6.600
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.
Tabel 17 Begrotingsreserve Maatregelen voor CO2-reductie (bedragen x € 1.000)
Stand 1/1/2020
395.210
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking EZK
‒ 49.600
– Geraamde onttrekking LNV
‒ 76.300
– Geraamde onttrekking BZK
‒ 175.600
– Geraamde onttrekking IenW
‒ 63.800
– Geraamde onttrekking Financiën
‒ 14.700
Stand (raming) per 31/12/2020
15.210
Het kabinet heeft additionele maatregelen genomen om aanvullende CO2-reductie te realiseren. Omdat de aard en timing van de aanvullende maatregelen in het najaar van 2018 nog onzeker was, heeft het kabinet besloten deze eventuele maatregelen via een tijdelijke begrotingsreserve mogelijk te maken. De reserve loopt tot en met 2020. De reserve is in 2018 eenmalig gevuld met € 500 mln. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat coördineert de set aan maatregelen om CO2 te reduceren. Andere departementen zoals LNV, IenW en BZK kunnen ook een beroep doen op deze middelen voor CO2-reducerende maatregelen.
3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
264.381
‒ 98.304
166.077
196.178
362.255
1.700
1.700
0
0
Waarvan garantieverplichtingen
Waarvan overige verplichtingen
264.381
‒ 98.304
166.077
196.178
362.255
1.700
1.700
Uitgaven
264.781
‒ 98.704
166.077
196.178
362.255
1.700
1.700
0
0
Waarvan juridisch verplicht
99,0%
87,0%
89,0%
Subsidies
106.487
‒ 85.410
21.077
23.068
44.145
0
0
0
0
Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten
20.976
20.976
14.334
35.310
Verduurzamingsopgave overig (plafond relevante uitgaven)
10.511
‒ 10.410
101
101
Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen
75.000
‒ 75.000
0
0
Instrumentarium woningmarkt
0
0
8.734
8.734
Inkomensoverdrachten
50.000
0
50.000
110.000
160.000
0
0
0
0
Schadevergoedingen
50.000
50.000
110.000
160.000
Opdrachten
13.294
‒ 13.294
0
12.810
12.810
1.700
1.700
0
0
Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie
7.214
‒ 7.214
0
1.440
1.440
Werkbudget
6.080
‒ 6.080
0
3.370
3.370
1.700
1.700
BTW-compensatie NAM
0
0
8.000
8.000
Bijdrage aan agentschappen
95.000
0
95.000
47.000
142.000
0
0
0
0
Bijdrage aan RVO.nl
95.000
95.000
45.000
140.000
Bijdrage aan TCMG
0
0
2.000
2.000
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
0
0
0
3.300
3.300
0
0
0
0
ACVG
0
0
3.300
3.300
Ontvangsten
1.270.000
‒ 75.000
1.195.000
‒ 157.939
1.037.061
‒ 300.000
‒ 360.000
‒ 440.000
‒ 340.000
Schadevergoedingen
50.000
50.000
237.061
287.061
Uitvoeringskosten schade
95.000
95.000
45.000
140.000
Aardgasbaten
1.050.000
1.050.000
‒ 440.000
610.000
‒ 300.000
‒ 360.000
‒ 440.000
‒ 340.000
Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen
75.000
‒ 75.000
0
0
Toelichting
Verplichtingen
Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven.
Uitgaven
Subsidies
De niet benutte middelen in 2019 voor verduurzamingsopgave uit aardgasbaten (€ 14,3 mln) en instrumentarium woningmarkt (€ 8,7 mln) zijn aan het budget van 2020 toegevoegd. Voor het dossier Groningen boekt het Ministerie van EZK de overgebleven budgetten uit 2019 vervolgens over aan het Ministerie van BZK voor de budgetten die bij Nota van Wijziging op de begroting van 2020 naar BZK zijn overgekomen.
Inkomensoverdrachten
De raming van de schadebetalingen is naar aanleiding van nieuwe prognoses van TCMG met € 110 mln verhoogd.
Opdrachten
Overeenkomstig de met de NAM gemaakte afspraken declareert EZK bij de NAM de door RVO.nl uitgegeven uitvoeringskosten voor de schadeafwikkeling. Het BTW nadeel voor NAM wat ontstaat omdat NAM geen rechtstreeks opdrachtgever meer is van de operatie wordt in mindering gebracht op de declaratie aan NAM. Op de Aanvullende Post is € 8,0 mln beschikbaar voor 2019 voor de BTW compensatie.
Bijdrage aan agentschappen
De toename van de uitvoeringskosten van RVO.nl wordt veroorzaakt door de stijging van het aantal schadeafhandelingen die door TCMG/IMG verwacht wordt.
Ontvangsten
Schadevergoedingen
EZK ontvangt in 2020 vergoedingen van NAM die betrekking hebben op schade-uitkeringen en uitvoeringskosten RVO inzake Groningen die EZK in het vierde kwartaal van 2019 en kwartaal 1 t/m 3 van 2020 heeft voorgefinancierd.
Uitvoeringskosten schade
Op basis van de offerte van RVO voor 2020 wordt de raming van de uitvoeringskosten voor schadebetalingen Groningen met € 45 mln naar boven bijgesteld. Deze toename wordt veroorzaakt door de stijging van de schadeafhandelingen die door TCMG/IMG verwacht wordt.
Aardgasbaten
De MR heeft op 21 februari besloten tot de versnelde afbouw van de gaswinning in Groningen. Dit volume-effect wordt nu conform de begrotingsregels in de aardgasbaten verwerkt. Daarnaast wordt de raming van de aardgasbaten naar beneden bijgesteld als gevolg van de neerwaarts bijgestelde raming van de gasprijs in de komende jaren.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement
Tabel 19 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
294.229
‒ 12.444
281.785
13.053
294.838
8.949
8.653
6.824
3.533
Uitgaven
294.229
‒ 12.444
281.785
13.053
294.838
8.949
8.653
6.824
3.533
Personele uitgaven
201.977
‒ 9.898
192.079
9.113
201.192
8.774
8.707
6.864
3.823
waarvan eigen personeel
160.852
‒ 8.908
151.944
19.559
171.503
9.414
9.347
7.504
4.425
waarvan inhuur externen
14.320
‒ 990
13.330
13.330
waarvan overige personele uitgaven
26.805
26.805
‒ 10.446
16.359
‒ 640
‒ 640
‒ 640
‒ 602
Materiële uitgaven
92.252
‒ 2.546
89.706
3.940
93.646
175
‒ 54
‒ 40
‒ 290
waarvan ICT1
20.208
20.208
20.208
waarvan bijdrage aan SSO's
13.810
13.810
13.810
waarvan DICTU
25.671
25.671
1.266
26.937
300
300
waarvan overige materiële uitgaven
32.563
‒ 2.546
30.017
2.674
32.691
‒ 125
‒ 354
‒ 40
‒ 290
Ontvangsten
25.426
0
25.426
100
25.526
100
100
100
100
waarvan ACM
18.134
18.134
18.134
waarvan SoDM
3.150
3.150
3.150
waarvan CPB
1.643
1.643
1.643
waarvan kerndepartement
2.499
2.499
100
2.599
100
100
100
100
X Noot
1
Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan DICTU.
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Er is € 9,1 mln toegevoegd aan de budgetten van het eigen personeel van het Ministerie van Economische Zaken. Deze toevoeging aan budgetten komt onder andere door een technische correctie voor gedeelde onderdelen (€ 2,5 mln), extra capaciteit en ondersteuning voor juridische zaken waaronder de WOB-unit (€ 0,7 mln), reservering voor Groningen vanuit de aanvullende post (€ 3 mln) en het extra budget voor de ACM in verband met de werkzaamheden ten gunste van het Ministerie van VWS (€ 2,3 mln).
Materiële uitgaven
Aan de materiële budgetten van het kerndepartement is € 3,9 mln toegevoegd. Deze toevoeging van budgetten komt onder andere door een technische correctie voor gedeelde onderdelen (€ 1,8 mln). Daarnaast is er € 0,6 mln toegevoegd aan het materieel budget in verband met de kosten voor de Brexit. Ook is voor de centrale ICT-projecten ongeveer € 1,5 mln toegevoegd aan het materieel budget.
4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld
Tabel 20 Nog onderdeeld (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2020 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2020 (3)=(1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)
Mutatie 2021
Mutatie 2022
Mutatie 2023
Mutatie 2024
Verplichtingen
0
0
0
53.626
53.626
51.936
47.789
47.579
47.368
Uitgaven
0
0
0
53.626
53.626
51.936
47.789
47.579
47.368
Loonbijstelling
31.671
31.671
30.664
27.769
27.736
27.628
Prijsbijstelling
21.955
21.955
21.272
20.020
19.843
19.740
Onvoorzien
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2020 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2020 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2020 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.
5 Agentschappen
5.1 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Voorafgaande opmerking in verband met de coronacrisis
De coronacrisis zorgt voor veel veranderingen in het opdrachtenpakket van RVO. Dit heeft effect op zowel de baten als de lasten van de organisatie. Op het moment van het opstellen van deze suppletoire begroting is nog veel onduidelijk en niet afgestemd met de verschillende opdrachtgevers. Vandaar dat RVO deze opmerking opneemt. Hiermee wil RVO aangeven dat opdrachten nog kunnen toenemen door extra werk. De realisatie op opdrachten kan echter ook lager uitvallen door effecten van de crisis. Deze onzekerheden aan de baten kant van de begroting hebben ook gevolgen voor de lasten.
Tabel 21 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVO. nl Suppletoire begroting 2020 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
Baten
Omzet moederdepartement
251.718
129.038
380.756
Omzet overige departementen
346.865
71.841
418.706
Omzet derden
31.100
3.856
34.956
Rentebaten
0
0
0
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
629.683
204.735
834.418
Lasten
Apparaatskosten
619.604
201.487
821.091
Personele kosten
357.811
65.339
423.150
waarvan eigen personeel
288.088
33.669
321.757
waarvan inhuur externen
48.160
31.659
79.819
waarvan overige personele kosten
21.563
11
21.574
Materiële kosten
261.793
136.148
397.941
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan bijdrage aan SSO's
149.193
28.509
177.702
waarvan overige materiële kosten
112.600
107.640
220.240
Rentelasten
22
‒ 22
0
Afschrijvingskosten
9.357
3.042
12.399
Materieel
613
199
812
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten
613
199
812
Immaterieel
8.744
2.843
11.587
Overige lasten
700
228
928
Dotaties voorzieningen
700
228
928
Bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
629.683
204.735
834.418
Saldo van baten en lasten
0
0
0
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 129,0 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
• De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 48,7 mln. Ten eerste is er een bijdrage van € 30,0 mln voor de uitvoering van het noodpakket voor de coronacrisis. Dit betreft de oprichting van het Noodloket (€ 25,0 mln) en de uitbreiding van de Borgstelling MKB-kredieten en de Garantieregeling Ondernemersfinanciering (€ 5,0 mln). De overige mutaties van € 18,7 mln betreffen extra bijdragen voor het Programma Verduurzaming Industrie (€ 3,8 mln), de MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (€ 1,5 mln) en de Transitie Agenda Circulaire economie voor de Maakindustrie (€ 1,5 mln) en overige programma’s (€ 11,9 mln).
• De omzet DG Klimaat en Energie (K&E) neemt toe met € 21,1 mln. Dit betreft een aanpassing aan de definitieve opdracht van 2020. De toename in de opdracht heeft voornamelijk betrekking op regelingen als gevolg van het Klimaatakkoord, de Stimulering Duurzame Energieproductie en het Expertise Centrum Warmte.
• De opdracht aan de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) van het DG Groningen Bovengronds is toegenomen met € 57,6 mln. TCMG is eind 2019 begonnen met het inzetten van schade-opnemers samen met de schade-expertisebureaus. Het continueren van de inzet van schade-opnemers is de voornaamste oorzaak van de stijging in de opdracht.
• De omzet voor de Directie Chief Economist neemt toe met € 1,6 mln. Dit betreft een aanpassing aan de definitieve opdracht 2020.
Omzet overige departementen
De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 71,8 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
• De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stijgt met € 43,7 mln, mede door de bijstelling aan de definitieve opdracht 2020 (€ 15,0 mln) en een doorschuif van werkzaamheden uit 2019 naar 2020 (€ 9,0 mln). Ook is er voor € 11,8 mln aan meerwerkopdrachten verstrekt voor onder andere de voorbereiding voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2021 ‒ 2027 (€ 9,9 mln). Daarnaast wordt er gedurende de rest van het jaar ten minste voor € 6,0 mln aan meerwerk verwacht, waaronder voor de implementatie van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (€ 4,2 mln).
• De omzet van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt met € 5,8 mln verhoogd. Dit betreft diverse programma’s bij Internationale Samenwerking (€ 2,4 mln) en Handelsbevordering (€ 0,7 mln). Daarnaast is een bedrag van € 2,7 mln voor de uitvoering van het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) geraamd.
• De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stijgt met € 17,8 mln. Dit betreft meerwerkopdrachten voor de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (€ 3,1 mln), eIDAS (€ 2,4 mln), de Regionale Energiestrategie (€ 2,0 mln), Renovatieversnellers (€ 1,4 mln) en verschillende andere opdrachten (€ 8,9 mln).
• De omzet van de andere departementen stijgt met € 4,6 mln door bijstelling van de definitieve opdrachten. De grootste mutaties vinden plaats bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (€ 2,9 mln) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 1,4 mln).
Omzet derden
De totale mutatie in omzet derden bedraagt € 3,9 mln. Dit betreft vooral de omzet vanuit de provincies die stijgt met € 3,7 mln door aanpassing naar de definitieve Prestatieovereenkomsten 2020.
Bijzondere baten
Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2020 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.
Toelichting op de lasten
De baten en lasten stijgen beide met € 204,7 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 65,3 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 33,7 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 31,7 mln) zijn geraamd. De materiële kosten nemen toe met (€ 136,1 mln). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt daardoor tot een stijging van € 107,6 mln aan overige materiële kosten. Dit geldt in mindere mate voor de toename in de bijdrage aan Shared Service Organisaties (€ 28,5 mln).
Tabel 22 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Stand 1e suppletoire begroting
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2020
133.610
‒ 24.525
109.085
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
629.683
204.735
834.418
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 620.327
‒ 201.692
‒ 822.019
2.
Totaal operationele kasstroom
9.357
3.042
12.399
Totaal investeringen (-/-)
‒ 11.000
‒ 18.200
‒ 29.200
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringkasstroom
‒ 11.000
‒ 18.200
‒ 29.200
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 10.242
1.476
‒ 8.766
Beroep op leenfaciliteit (+)
11.000
18.200
29.200
4.
Totaal financieringskasstroom
758
19.676
20.434
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2020 (=1+2+3+4)
132.725
‒ 20.007
112.718
Toelichting op het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. Ook de investeringen zijn toegenomen, wat voornamelijk het gevolg is van een beleidswijziging die in de zomer van 2019 is doorgevoerd. De wijziging schrijft voor dat ontwikkeling van software binnen het opdrachtenpakket als een investering wordt gepresenteerd en niet meer als omzet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.