Lijst van vragen : Lijst van vragen over de stand van zaken uitvoering moties en toezeggingen in het kader van transparantie burgerslachtoffers (Kamerstuk 27925/35363-707)
2020D13340 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de brief van 24 maart 2020 inzake de stand van zaken uitvoering
moties en toezeggingen in het kader van transparantie burgerslachtoffers (Kamerstukken
27 925 en 35 363, nr. 707).
De voorzitter van de commissie, Aukje de Vries
De griffier van de commissie, De Lange
Nr.
Vraag
1
Kunt u, mede gelet op uitlatingen die door CENTCOM ten opzichte van Nederlandse media
zijn gedaan en daarna weer formeel zijn gerectificeerd, aangeven of u nog vertrouwen
hebt in de informatievoorziening van CENTCOM?
2
Klopt het dat ten minste één ander land van de coalitie weigerde de aanval op Hawija
uit te voeren? Zo ja, waarom was dat? Wat zijn hier de feiten?
3
Wanneer en hoe heeft het kabinet besloten dat (mogelijke) burgerslachtoffers in de
strijd tegen ISIS niet ten tijde van de F-16-missie (of in ieder geval pas jaren na
dato) zouden worden gemeld aan de Kamer?
4
In welk document is het door de Minister-President genoemde beleid dat informatie
over mogelijke burgerslachtoffers niet met de Kamer gedeeld zou worden vastgelegd?
1Kan dat document met de Kamer gedeeld worden?
5
Week de informatievoorziening over (mogelijke) burgerslachtoffers in de strijd tegen
ISIS af van de informatievoorziening hierover ten tijde van de inzet van F-16’s in
Afghanistan? Zo ja, hoe en waarom?
6
Wat staat er in de BDA over de aanval op Hawija over burgerslachtoffers?
7
Op basis van welke jurisdictie wordt er vanuit gegaan dat Nederland op basis van de
wettelijke aansprakelijkheid kan worden aangesproken op betrokkenheid bij burgerslachtoffers?
8
Bij hoeveel incidenten die de coalitie publiekelijk bevestigd heeft als «credible»,
ofwel waarvan is bevestigd dat burgers zijn gedood of verwond, zijn Nederlandse piloten
betrokken geweest? Bij hoeveel van deze incidenten betwist de Nederlandse staat de
beoordeling van de coalitie als «credible»?
9
Waarom heeft u de brief van CENTCOM van 20 november 2019, waarin melding wordt gemaakt
dat onderzoek heeft uitgewezen dat er in Hawija burgerslachtoffers zijn gevallen als
gevolg van een grote secundaire explosie, niet eerder gemeld?
10
Kunt u in een tijdlijn alle mondelinge en schriftelijke contacten tussen Defensie
en CENTCOM uiteenzetten inzake het bombardement in Hawija? Bent u bereid alle hieraan
gerelateerde documenten aan de Tweede Kamer te doen toekomen?
11
Klopt het dat u de brief van de Amerikaanse ondersecretaris van Defensie op 28 februari
2020 heeft ontvangen, deze op 6 maart 2020 is vertaald en voorts op 24 maart 2020
naar de Kamer heeft verzonden? Om welke reden heeft het toezenden aan de Kamer zolang
op zich laten wachten?
12
Op welke feitelijke informatie baseerde u zich tijdens het debat van 19 december 2020,
waarin u stelde dat de circa 70 burgerslachtoffers in Hawija géén onderdeel uitmaakten
van de grafiek in het Amerikaanse defensierapport? Kan de onderbouwing van deze uitlating
aan de Kamer worden gezonden? Indien deze informatie niet voorhanden is, wat maakte
dat u deze uitspraak – waarvan u in uw brief van 24 maart 2020 aangeeft dat deze onjuist
is – desondanks deed?
13
Tijdens het interpellatiedebat van 19 december 2020 gaf u aan dat CENTCOM «meermaals»
heeft bevestigd dat het het aantal slachtoffers nooit heeft kunnen vaststellen. Kan
«meermaals» worden gedefinieerd? Hoe vaak precies? Kan de betreffende correspondentie
tussen CENTCOM en het Ministerie van Defensie, waaruit blijkt dat dit meermaals het
geval is geweest, aan de Kamer worden toegezonden?
14
In de brief van 24 maart 2020 verwijst u naar het «Civilian Casualty Review» uit april
2018, waarin – zoals nu blijkt – het aantal burgerslachtoffers dat «meer waarschijnlijk
dan niet» is gevallen staat. Op welk moment hebt u voor het eerst kennisgenomen van
dit rapport?
15
Hoe vindt op dit moment registratie plaats van burgerslachtoffers die «meer waarschijnlijk
dan niet» gevallen zijn bij bombardementen uitgevoerd met Nederlandse betrokkenheid?
16
Kan een overzicht worden geven van alle correspondentie tussen u en de Minister van
Algemene Zaken over het bombardement op Hawija, waar nodig geanonimiseerd?
17
Kan een overzicht worden geven van alle correspondentie tussen u en uw Amerikaanse
partners over het bombardement op Hawija, waar nodig geanonimiseerd?
18
Welke rol heeft de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
in de evaluatie van bombardementen tijdens door Nederland uitgevoerde internationale
missies?
19
Heeft u naar aanleiding van het artikel «In Hawija is niemand de Nederlandse bomaanval
vergeten»2 onderzocht of de informatie van de Iraakse informant, betreffende het arriveren van
vier vrachtwagens met TNT in de gebombardeerde loods, de Nederlandse luchtmacht heeft
bereikt voordat het bombardement werd uitgevoerd? Heeft deze informatie de Amerikaanse
Defensie bereikt? Hebt u de Amerikanen gevraagd deze informatie te delen?
20
Hebben vaker bombardementen plaatsgevonden, waarvan CENTCOM-rapporten niet openbaar
zijn gemaakt, waarbij Nederland betrokken is geweest? Zo ja, welke?
21
Op welke wijze wordt Nederland door de Amerikaanse partners geïnformeerd wanneer «meer
waarschijnlijk dan niet» burgerslachtoffers zijn gevallen bij aanvallen met Nederlandse
betrokkenheid? Op welke wijze wordt door het Ministerie van Defensie actief bij de
Amerikaanse partners om (aanvullende) informatie verzocht? Op welke momenten is dit
in het geval van het bombardement in Hawija geweest?
22
Wat was de reden voor CENTCOM om in het geval van Hawija aanvullend onderzoek te doen?
23
Welke aanpassingen zijn sinds de openbaarmakingen met betrekking tot de luchtaanval
in Hawija gemaakt in afspraken met partners van de internationale coalitie over evaluatie
van missies, de transparantie hierover en het delen van rapporten?
24
Bent u bereid de uitkomsten van het Amerikaanse verzoek om openbaarmaking van documenten
over wapeninzet, op basis van de Amerikaanse Freedom of Information Act waarnaar in
de brief van 24 maart 2020 wordt verwezen, per direct aan de Kamer toe te zenden wanneer
deze zijn gepubliceerd?
25
U stelt in uw brief van 24 maart 2020 dat «Op de vragen die tot nu toe via deze weg
aan het ministerie zijn gesteld is aangegeven dat, voor zover bij het ministerie bekend,
er geen sprake is van Nederlandse betrokkenheid». Klopt het dat u daarmee niet met
zekerheid kan zeggen dat Nederland bij meer aanvallen betrokken is dan – in het kader
van verhoogde transparantie – tot nog toe aan de Kamer is gemeld? Om hoeveel gevallen
gaat dit?
26
Kunt u een overzicht geven van alle aanvallen waarover u niet eerder gerapporteerd
hebt over Nederlandse betrokkenheid?
27
U stelt in uw brief van 24 maart 2020 dat «Op de vragen die tot nu toe via deze weg
aan het ministerie zijn gesteld is aangegeven dat, voor zover bij het ministerie bekend,
er geen sprake is van Nederlandse betrokkenheid». Klopt het dat u daarmee niet met
zekerheid kan zeggen dat u op de hoogte bent van alle aanvallen waarbij Nederland
betrokken is geweest en welke meer waarschijnlijk dan niet burgerslachtoffers tot
gevolg hebben gehad? Kunt u een uitputtende lijst aan de Kamer doen toekomen van aanvallen
met Nederlandse betrokkenheid waar dit niet met zekerheid vast te stellen is?
28
Kunt u aangeven hoe het kan dat er op de plek van het doelwit in Hawija meer explosieven
aanwezig waren dan gedacht? Hoe kwam het dat Nederland niet wist dat er meer explosieven
dan gedacht aanwezig waren? Welke afweging is gemaakt om de aanval toch door te zetten?
29
Wat waren de afspraken tussen Nederland en de Amerikanen over het uitwisselen van
informatie op basis waarvan Nederland de luchtaanvallen als onderdeel van de internationale
coalitie in de strijd tegen ISIS uitvoerde?
30
Welk type bronnen werden ten tijde van de luchtaanvallen van Nederland als onderdeel
van de internationale coalitie tegen ISIS door Nederland gebruikt als basis voor het
uitvoeren van een luchtaanval?
31
Heeft Nederland zelf onderzoek laten doen naar de bronnen en/of rapporten met inlichtingen
die als basis dienden voor de luchtaanval? Zo nee, wat maakt dat dit niet is gebeurd?
32
Heeft Nederland actief gevraagd naar inlichtingenrapporten van de Amerikanen op basis
waarvan de luchtaanval op Hawija is verricht? Zo nee, wat maakt dat dit niet is gebeurd?
Is dit onderdeel van standaard protocol? Bent u bereid dat alsnog te doen?
33
Welke rol speelde de Iraakse overheid in het doorgeven van informatie ter plaatse
die relevant zou kunnen zijn om te kunnen bepalen of de luchtaanval op Hawija burgerslachtoffers
zou kunnen opleveren? Op welke wijze worden inlichtingen gedeeld tussen Iraakse autoriteiten
en de internationale coalitie? Wordt op enige wijze informatie tussen Nederland en
Irak gedeeld?
34
Klopt het dat Nederland niet over alle eigen geverifieerde informatie beschikte en
daarmee niet onafhankelijk van andere landen kon opereren om beschikking te hebben
over informatie op basis waarvan luchtaanvallen tijdens de strijd tegen IS, waaronder
Hawija, werden uitgevoerd?
35
Klopt het dat Nederland over alle eigen geverifieerde informatie beschikte en daarmee
onafhankelijk was van informatie van andere landen op basis waarvan luchtaanvallen
ten tijde van de strijd tegen IS werden uitgevoerd?
36
Kunt u aangeven, indien in antwoord op vragen over inlichtingenbronnen deze informatie
vanwege veiligheidsoverwegingen niet gedeeld kan worden, op welke wijze gecontroleerd
wordt of kan worden dat Nederland bij luchtaanvallen op basis van juiste informatie
(al dan niet verkregen van andere landen) heeft gehandeld?
37
Kunt u aangeven in welke mate er lessen te trekken zijn uit het rapport van de commissie
Davids die betrekking hebben op onderhavig voorval in Hawija, als het gaat om inlichtingenvergaring,
het delen van informatie met andere landen en het gebruik maken van inlichtingen van
andere landen?
38
Kunt u aangeven hoeveel IS-strijders bij de luchtaanval op de bommenfabriek in Hawija
zijn omgekomen, vermoedelijk dan wel bevestigd?
39
Van welk aantal burgerslachtoffers (m.b.t. de wapeninzet in Hawija op 2/3 juni 2015)
gaan de Iraakse autoriteiten momenteel uit? En betreft het hier vermoedelijke slachtoffers
of gaat het om bevestigde gevallen op basis van onderzoek ter plaatse?
40
Bewijst de vermelde gang van zaken «Ook zou uit mediaberichtgeving blijken dat CENTCOM
– in tegenstelling tot de informatie die mijn ministerie van CENTCOM had ontvangen –
sinds 1,5 jaar een aantal van 70 burgerslachtoffers ten gevolge van deze wapeninzet
meerekent in het totale aantal burgerslachtoffers ten gevolge van acties van de anti-ISIS
coalitie» dat het informatie- en verificatiesysteem van Defensie faliekant faalde?
Kunt u daarbij ook aangeven welke (mogelijke) gevolgen het falende informatie- en
verificatiesysteem heeft voor de operationele continuïteit van Defensie en in hoeverre
de betrouwbaarheid van de overige cijfers – ten aanzien van het aantal burgerslachtoffers
door Nederlandse luchtaanvallen – in het geding is? Zo nee, waarom niet?
41
Beschikte u over aanwijzingen dat de cijfers over het aantal burgerdoden m.b.t. de
wapeninzet in Hawija wél opgenomen waren in de maandelijkse rapporten, nog voordat
u een schriftelijke reactie kreeg uit de VS namens uw collega Secretary Esper? Zo
ja, kunt u aangeven waaruit deze aanwijzingen bestonden en wanneer u ermee bekend
werd?
42
In het antwoord dat namens Secretary Esper is gegeven staat dat op grond van relevante
nieuwsberichten wordt geschat dat er 70 burgerslachtoffers zijn gevallen in Hawija.
Echter, in de desbetreffende relevante nieuwsberichten (o.a. Reuters/Al-jazeera) wordt
weliswaar gesproken over 70 slachtoffers, maar wordt niet exact duidelijk in welke
mate dit burgers of IS-strijders betreft. Kunt u verklaren waarom Secretary Esper
– terwijl hij zich op de mediaberichten beroept als bron – dan toch van 70 burgerslachtoffers
uitgaat? Gaat u zelf uit van 70 slachtoffers of van 70 burgerslachtoffers?
43
Welke waarde kan de Kamer nog hechten aan de overzichten/aantallen burgerslachtoffers
van de internationale coalitie als de cijfers ogenschijnlijk gekopieerd en geplakt
worden uit nieuwsbronnen waarvan de journalisten hoogstwaarschijnlijk niet of nauwelijks
ter plaatse zijn geweest om de cijfers te verifiëren?
44
Hoe kan het dat ten tijde van het aanvullende onderzoek naar het targetting proces
het nog geen vereiste was dat een CIVCAS Closure Report wordt opgesteld bij meldingen
over burgerslachtoffers? Waren hier geen goede afspraken over gemaakt?
45
Sinds welke datum geldt er wél een verplichting om een CIVCAS Closure Report op te
stellen bij meldingen van burgerslachtoffers? Waarin is dit vastgelegd?
46
Is bekend wat de aard en de oorzaak is van de «administratieve fout» die ertoe heeft
geleid dat de burgerdoden bij de aanval op Hawija pas sinds 5 december 2020 in het
overzicht van CENTCOM is opgenomen? Heeft de discussie in Nederland over het bombardement
geleid tot het ontdekken van de fout?
47
Kunt u (grofweg) aangeven van hoeveel procent van de door CENTCOM zelf onderzochte
incidenten, die zijn opgenomen in de eigen lijst met burgerslachtoffers, niet een
zogenaamd Closure Report is opgesteld, zoals in het geval van Hawija?
48
Van (grofweg) hoeveel procent van de door CENTCOM zelf onderzochte incidenten, die
zijn opgenomen in de eigen lijst met burgerslachtoffers, kon berichtgeving in internationale
media over burgerslachtoffers niet worden geverifieerd, zoals in het geval van Hawija?
49
Kunt u (grofweg) aangeven bij hoeveel procent van de door CENTCOM zelf onderzochte
incidenten, die zijn opgenomen in de lijst met burgerslachtoffers, een dodental niet
is bevestigd maar meer waarschijnlijk dan niet wordt geacht, zoals in het geval van
Hawija?
50
Is de door u verstuurde brief aan Secretary Esper de eerste keer dat u direct aan
de Amerikaanse regering heeft gevraagd of de burgerdoden die zijn gevallen bij het
bombardement op Hawija worden meegeteld in de statistieken van CENTCOM?
51
Heeft u er een verklaring voor dat CENTCOM u verkeerd heeft geïnformeerd over het
meetellen in de statistieken van de burgerdoden die zijn gevallen bij het bombardement
op Hawija? Zo nee, hebt u bij CENTCOM om een dergelijke verklaring gevraagd?
52
Is het criterium «meer waarschijnlijk dan niet» nu het criterium dat voor de statistieken
van CENTCOM gehanteerd blijft? Zo ja, zal dit in formele afspraken worden vastgelegd
om onduidelijkheid te voorkomen?
53
Geldt voor nog meer gevallen van wapeninzet, naast het bombardement op Hawija, dat
in de statistieken van CENTCOM burgerdoden worden meegeteld die meer waarschijnlijk
dan niet zijn gevallen? Hoeveel burgerdoden zijn officieel vastgesteld en hoeveel
zijn geregistreerd aan de hand van «meer waarschijnlijk dan niet»?
54
Kunnen de Verenigde Staten juridisch gezien eenzijdig de openbaarmaking van de rapporten
over Hawija blokkeren?
55
Bent u voornemens navraag te doen bij de Verenigde Staten over de argumentatie om
de rapporten niet openbaar te maken, dan wel besloten voor te leggen aan de Kamer?
Zo nee, waarom niet?
56
Wanneer werden de burgerdoden van Hawija opgenomen in de officiële lijst van CENTCOM
en hoeveel doden betreft dit?
57
Wanneer werd Nederland geïnformeerd dat de doden van Hawija in de lijst van CENTCOM
werden opgenomen?
58
Waarom werden de doden van Hawija niet meteen na afronding van onderzoek opgenomen
in de lijst van CENTCOM?
59
Welke definitie hanteert CENTCOM voor het begrip «bevestigd» voor de eigen lijst met
burgerdoden? Omvat dit ook de term «meer waarschijnlijk dan niet»? Zo nee, waarom
niet? Wordt er dan met meerdere lijsten gewerkt?
60
Heeft CENTCOM de definitie van doden die zijn «bevestigd» ooit aangepast? Zo ja, hoe
en wanneer?
61
Zijn er ook andere incidenten in de lijst van CENTCOM waarbij doden niet bevestigd
zijn maar als meer waarschijnlijk dan niet zijn opgenomen?
62
Heeft iemand van CENTCOM of iemand anders eens aangegeven, formeel dan wel informeel,
dat de doden van Hawija wel in de lijst voorkomen? Zo ja, wanneer en hoe is dat gecommuniceerd?
63
Vanaf wanneer was u ervan op de hoogte dat de doden van Hawija in de lijst van CENTCOM
zijn opgenomen?
64
Leidt het hanteren van het criterium «meer waarschijnlijk dan niet» bij de registratie
van burgerdoden door CENTCOM bij u tot een heroverweging van uw positie dat burgerdoden
pas kunnen worden geteld als er onomstotelijk bewijs is?
65
Hoe is precies onderzocht of de aanval op Hawija in lijn met het internationaal recht
is? Kunt u een gedetailleerd en uitputtend overzicht geven?
66
Hoe wordt, met het oog op het juridische uitganspunt van proportionaliteit, het doel
van de aanval op Hawija afgezet tegen de immense schade die de aanval heeft veroorzaakt?
Kunt u dit ook aangeven voor het incident in Mosul waar een verkeerd doel is geraakt?
67
Klopt het dat het OM de rechtmatigheid van de aanvallen op Hawija en Mosul nooit specifiek
heeft onderzocht?
68
Waarom is het OM pas vrij laat betrokken bij onderzoek naar dodelijke incidenten?
69
Klopt het dat het onderzoek van het OM alleen gebruik maakte van informatie van Nederlands
militair personeel? Zo nee, wat zijn dan de feiten?
70
Kunt u een uitputtend overzicht geven van de bronnen waarop het OM zich heeft gebaseerd
voor onderzoek naar Hawija en Mosul?
71
Klopt het dat allerlei relevante informatie niet is meegenomen in het onderzoek van
het OM, zoals beelden van vliegtuigen en informatie van buitenlandse militairen?
72
Wat stelt het OM precies over de rechtmatigheid van de aanvallen op Mosul en Hawija?
Wat is de letterlijke conclusie in de rapporten?
73
Wat staat er in rapporten van het OM over de aard van het eigen onderzoek wat betreft
vraagstukken van internationaal recht?
74
Is er strafrechtelijk onderzoek gedaan naar de aanvallen op Hawija en Mosul? Zo nee,
waarom niet?
75
Welke activiteiten ondernemen de Iraakse autoriteiten momenteel om – zoals ze volgens
algemene internationaalrechtelijke beginselen verplicht zijn – de nabestaanden van
burgerslachtoffers van de luchtaanval op de bommenfabriek in Hawija financieel te
compenseren?
76
Schieten de Iraakse autoriteiten tekort ten aanzien van het compenseren van de nabestaanden
van slachtoffers die zijn gevallen als gevolg van de Nederlandse luchtaanval op de
bommenfabriek in Hawija? Zo ja, uit welke gedragingen/handelingen van de Iraakse autoriteiten
maakt u dat op?
77
In hoeverre bestaat het risico dat de vrijwillige vergoedingen gezien worden als een
impliciete schulderkenning? Plaveit u met deze – in strikt juridische zin – onnodige
vergoedingen juist niet de weg voor allerlei juridische procedures waarbij de Nederlandse
staat civielrechtelijke en/of staatsaansprakelijkheid wordt aangesmeerd?
78
Klopt het dat het maken van een fout juridisch niet (per se) relevant is voor het
beantwoorden van de vraag of in lijn met het internationaal recht is gehandeld?
79
Kan gesteld worden dat tot op heden nooit onafhankelijk is onderzocht of de aanvallen
op Hawija en Mosul rechtmatig waren?
80
Kunt u aangeven hoe de vrijwillige vergoeding aan burgerslachtoffers zich verhoudt
met het feit dat defensieslachtoffers (chroom-6, burnpits etc.) aan hun lot worden
overgelaten en jarenlang moeten procederen voor een aalmoes? Bewijst deze gang van
zaken dat Defensie met twee maten meet en de eigen militair het onderspit delft? Zo
nee, waarom niet?
81
Wat is (grofweg) de omvang van een bedrag dat in verhouding is met vrijwillige vergoedingen
dan wel uitgekeerde schadevergoedingen die door Defensie in andere zaken zijn aangeboden
dan wel uitgekeerd?
82
Heeft u bij het ICRC navraag gedaan naar hun informatie over de gevolgen van de aanval
op Hawija? Zo ja, tot welk inzicht heeft dit geleid? Zo nee, waarom niet en wilt u
dit alsnog doen?
83
Waarom gaat u niet verder in uw transparantie over inzet van F-16’s zodat nagegaan
kan worden of Nederland ook bij andere incidenten met burgerslachtoffers betrokken
is geweest?
84
Waarom geeft u over mogelijke Nederlandse betrokkenheid bij andere aanvallen met burgerslachtoffers
sinds kort ook duidelijkheid als u hier door derden (bijvoorbeeld door media en/of
ngo’s) naar wordt gevraagd? Kan er vanuit gegaan worden dat hetzelfde beleid wordt
gehanteerd richting vragen vanuit de Kamer over mogelijke Nederlandse betrokkenheid
bij andere incidenten?
85
Is uitgesloten dat in intern onderzoek en rapportages van aanvallen door Nederlandse
F-16’s, zoals BDA’s, melding wordt gemaakt van (mogelijk) meer burgerslachtoffers
dan de nu publiek bekende gevallen? Zo nee, welke aanvallen geven aanleiding rekening
te houden met (eventueel) meer burgerslachtoffers?
86
Kunt u aangeven of, en zo ja op welke wijze, de interdepartementale werkgroep onderzoek
doet naar de mogelijkheid dat vergoedingen ten goede kunnen komen aan (rechts)personen
die heulen met de vijand (zoals o.a. IS) en/of zich schuldig hebben gemaakt aan gruwelijke
(oorlogs)misdaden?
87
Kunt u aangeven of, en zo ja op welke wijze, de interdepartementale werkgroep onderzoek
doet naar de objectiviteit van de schade bij de burgerslachtoffers (zoals o.a. de
causaliteit en schadeomvang) en welke bronnen (zoals o.a. getuigenissen, deskundigen)
hiervoor worden gebruikt? Kunt u daarbij ook aangeven waaruit deze bronnen bestaan,
welke waardering zij krijgen en op welke wijze de objectiviteit (zoals o.a. de betrouwbaarheid,
onpartijdigheid en onafhankelijkheid) van de bron wordt gecontroleerd?
88
Kunt u aangeven wie er allemaal in de interdepartementale werkgroep zitten? Maakt
de interdepartementale werkgroep ook gebruik van externe adviseurs? Zo ja, kunt u
aangeven welke mensen en/of organisaties het betreft? Zo nee, waarom niet?
89
Zal de Kamer in toekomstige gevallen bij het instellen en afronden van onderzoeken
naar burgerdoden door Nederlandse wapeninzet altijd worden geïnformeerd over vermoedelijke
aantallen burgerdoden, waaronder in ieder geval het aantal burgerdoden dat wordt geregistreerd
als meer waarschijnlijk dan niet?
90
Kunt u uitgebreid aangeven hoe wordt voorkomen dat er (vrijwillige) vergoedingen worden
uitgekeerd aan nabestaanden van IS-strijders en collaborateurs? Wordt er op inlichtingenniveau
samengewerkt met de Iraakse autoriteiten om te verhinderen dat vergoedingen in de
zakken belanden van corrupte Iraakse ambtenaren, (voormalig) IS-strijders, collaborateurs
en/of nabestaanden daarvan? Zo nee, waarom niet?
X Noot
1
Bron: debat, 27 november 2019, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20192020-29-10.html; «Het is niet zo dat kennis over wel of geen burgerslachtoffers gedeeld had kunnen
worden met de Kamer, want vanwege de veiligheid van vliegers was het protocol op dat
moment dat dit niet met de Kamer werd gedeeld.»
X Noot
2
https://nos.nl/artikel/2306655-in-hawija-is-niemand-de-nederlandse-boma….
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
T.N.J. de Lange, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.