Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op het verzoek van de commissie om een reactie inzake de tussenstand van het Meldpunt Stagemisbruik (Kamerstuk 31524-459)
2020D12592 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 20 februari 2020 inzake de reactie op het
verzoek van de commissie om een reactie inzake de tussenstand van het Meldpunt Stagemisbruik
(Kamerstukken 31 524 en 31 288, nr. 459).
De voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
Blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
3
•
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
4
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
5
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
6
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over het
commissieverzoek een reactie te geven inzake de tussenstand van het Meldpunt Stagemisbruik.
Zij hebben hierover nog enkele vragen.
Mbo
De leden lezen dat het FNV1 Meldpunt Zorg en Welzijn een groot aantal klachten had ontvangen van studenten die
aangaven onvoldoende te worden begeleid en als volledige werknemer te worden ingezet.
Is dit het enige meldpunt waar studenten zich kunnen melden als zij het gevoel hebben
dat ze onvoldoende worden begeleid en als volledige werknemer worden ingezet? Waar
kunnen studenten bij hun mbo-instelling terecht? Hoeveel meldingen zijn bij mbo-instellingen/SBB2 terecht gekomen? Zijn de meldingen die bij FNV en bij SBB zijn gedaan met elkaar
vergeleken? Heeft FNV studenten ook verzocht om melding te doen bij hun eigen instelling
of SBB? Zo nee, waarom niet? Bent u het met de leden eens dat het belangrijk voor
de documentatie is dat er gewerkt wordt met duidelijke meldpunten, zodat we een volledig
beeld krijgen van het probleem. Bent u het met de leden eens dat de aanwezigheid van
meerdere meldpunten een negatieve invloed kan hebben op het aanpakken en oplossen
van de ervaren problemen?
De leden lezen dat niet alle signalen en klachten terecht komen bij SBB. Hoe gaat
de Minister ervoor zorgen dat dit in het vervolg wel het geval is? Is zij bereid om
samen met de verschillende partners in overleg te treden, zodat zij in het vervolg
de meldingen die binnenkomen doorverwijzen naar SBB? Is de Minister het met de leden
eens dat de kaders van de AVG3 niet verbreed hoeven te worden, als de meldingen direct bij SBB worden gedaan in
plaats van een tijdelijk meldpunt van FNV? Gaat de Minister in overleg met FNV dat
zij bij hun Meldpunt Stagemisbruik doorverwijzen naar SBB, zodat SBB sneller kan optreden
en er daadwerkelijk iets verandert, zo vragen de leden.
Hoger onderwijs
De leden lezen in de brief dat de Minister in het hoger onderwijs de verantwoordelijkheid
van het maken van goede stageafspraken bij de betreffende hoger onderwijsinstelling
en het bedrijf/instelling legt waar de stage plaatsvindt. Wat is, volgens de Minister,
hierin de verantwoordelijkheid van de student zelf? Op welke manier kan een student
bezwaar aantekenen als de stagebegeleiding in het hoger onderwijs tekortschiet? En
als de student dan naar een klachteninstantie gaat, in hoeverre kan de kwaliteit van
de stage dan direct worden verbeterd in plaats van dat een student een stage opnieuw
moet doen en daarmee studievertraging oploopt? Kan de Minister een aantal concrete
voorbeelden geven van hoe hogescholen en universiteiten in samenwerking met het bedrijf
of de instelling waar de stage plaatsvindt op een snelle manier de kwaliteit van een
stage heeft verbeterd zodat de student geen hinder heeft ondervonden van zijn klacht?
Ziet de Minister dat er eventueel een kwetsbaarheid is als een student in het buitenland
stage loopt en de begeleiding daar tekortschiet? Op welke manier evalueren hogescholen
en universiteiten deze stageaanbieders in het buitenland?
De leden vragen eveneens op welke manier hogescholen en universiteiten hun studenten
voorbereiden in het maken van een juiste keuze als het gaat om stage. Zijn er lijsten
beschikbaar van goede stagebegeleiders? Wat gebeurt er met een bedrijf/instelling
die heeft aangetoond geen goede stagebegeleider te zijn? Mogen zij het jaar daarop
weer nieuwe studenten als stagiair aannemen of kent een onderwijsinstelling dan een
algemeen beleid waarbij slechte stagebegeleiders worden uitgesloten in het aannemen
van stagiairs van hun onderwijsinstelling? Hoe wordt het voor een student inzichtelijk
waar degene juist wel of juist niet stage moet gaan lopen, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de reactie inzake
de tussenstand van het Meldpunt Stagemisbruik. Deze leden willen dat elke student
er zeker van kan zijn dat ze op een veilige manier stage kunnen lopen, goed begeleid
worden, tijd overhouden voor hun studie en niet als volledige kracht worden ingezet.
Zeker in tekortsectoren zoals de zorg en de kinderopvang dienen bedrijven zuinig te
zijn op hun toekomstige medewerkers. Deze leden willen de Minister nog enkele vragen
voorleggen.
De leden zijn blij om te lezen dat de Minister en SBB voortvarend te werk zijn gegaan
met de meldingen van de studenten waardoor er bij veel leerbedrijven verbetering is
ingezet. Tevens hebben 200 leerbedrijven hun erkenning verloren. Deze leden vragen
de Minister of er hierdoor nog voldoende stageplekken zijn voor de studenten. De leden
lezen dat voornamelijk de thuiszorg onder de loep is genomen door SBB. Wat is er gebeurd
met de signalen uit de andere sectoren zoals de kinderopvang, zo vragen deze leden.
De leden lezen dat het Meldpunt Stagemisbruik van FNV inmiddels is gesloten. Waar
kunnen studenten terecht met hun klachten, zonder dat ze het risico lopen een negatieve
beoordeling te krijgen? Heeft SBB een klachtenmeldpunt? Is het mogelijk dat andere
organisaties, zoals FNV, doorverwijzen naar het juiste meldpunt, zodat de signalen
wel gemeld blijven worden, zo vragen de leden.
De leden constateren dat een deel van de klachten van het stagemisbruik zich toespitst
op het hoger onderwijs. Dat valt niet onder het werkingsgebied van SBB. Deze leden
vragen de Minister te verhelderen waar deze studenten wel met hun signalen van stagemisbruik
terecht kunnen. Is de in de reactie van de Minister genoemde klachteninstantie de
reguliere interne klachtenregeling van de instelling? Op welke wijze worden ervaringen
over stages bij studenten opgehaald en komen die in het accreditatieproces aan de
orde? Kan de Minister aangeven of stagemisbruik ook in de regionale overlegstructuren
tussen het hoger beroepsonderwijs en het werkveld aan de orde komt, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat dit schriftelijk overleg wordt gevoerd
in een onwerkelijke tijd, midden in de coronacrisis. De leden willen daarom allereerst
wederom hun waardering uitspreken voor de enorme inspanningen die op dit moment geleverd
worden door alle professionals en professionals in wording in vitale sectoren, zoals
zorg en onderwijs. Van thuishulpprofessionals tot mbo-stagiairs in de verpleging,
van docenten die nu opeens afstandsonderwijs moeten geven tot mbo-gediplomeerden in
de levensmiddelenbranche: allemaal doen ze nu wat ze kunnen om ons zorgsysteem en
onze samenleving draaiende te houden.
Ieder van hen heeft ooit het vak moeten leren. Allemaal hebben zij ergens werkervaring
opgedaan, vaak met een stage. Dat is de basis en aan die basis wordt soms gemorreld.
Stagemisbruik ontmoedigt studenten, stelt ze op achterstand en leidt er zelfs toe
dat talentvolle studenten helemaal afzien van een verdere carrière in de zorg. Dat
terwijl we deze talenten keihard nodig hebben. De kwaliteit van iemands stage kan
bepalend zijn voor het verdere verloop van zijn of haar carrière. Kansengelijkheid
begint, zo menen deze leden, bij een kwalitatief hoogwaardige stage bieden aan elke
mbo-student.
De leden zien dat de Minister en SBB zich inspannen om stagemisbruik te voorkomen
en wanneer nodig aan te pakken. Zij hebben hier nog een aantal vragen over.
Deze leden horen waarschuwingen uit het veld dat de situatie die door de coronacrisis
is ontstaan, zou kunnen leiden tot een toename van stagemisbruik. Hoe kijkt de Minister
hier tegenaan? De leden begrijpen heel goed dat zorginstellingen in een vrijwel onmogelijke
positie zitten. Nog meer dan vóór de coronacrisis geldt: werkgevers in de zorg moeten
met de beperkte middelen die zij tot hun beschikking hebben, wél de allerbeste kwaliteit
aan zorg blijven leveren. Daarbij verdienen ze alle steun die nodig is. Veel mbo-stagiairs
en mbo-docenten met een zorgachtergrond doen alles wat ze kunnen om daaraan een belangrijke
bijdrage te leveren. Deze leden willen de Minister echter wel vragen hoe ervoor gezorgd
kan worden dat dit op een veilige en verantwoorde manier gebeurt. Welke maatregelen
hebben de Minister en leer-werkorganisaties daarvoor getroffen?
Het FNV Meldpunt Zorg en Welzijn heeft concrete gevallen van stagemisbruik aan het
licht gebracht. De leden vrezen dat dit slechts het topje van de ijsberg is en dat
dit probleem breder speelt dan in de zorg. Tijdens gesprekken met mbo-studenten hebben
deze leden verschillende voorbeelden gehoord over stagemisbruik in andere sectoren,
zoals retail. Hoe wordt stagemisbruik op dit moment gemonitord? Graag ontvangen zij
een reactie van de Minister.
Kan de Minister tevens aangeven op welke manier wordt geborgd dat studenten en docenten
actief geïnformeerd worden over de mogelijkheid aangifte over stagemisbruik te melden
bij SBB? Is de Minister bereid om hier de komende periode extra op in te zetten? Zo
ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
SBB geeft aan dat een complicerende factor is dat niet alle signalen en klachten SBB
bereiken. Voor een deel heeft dat te maken met privacyregels en daarover vinden gesprekken
plaats met het Meldpunt Stagemisbruik van de FNV en met de Autoriteit Persoonsgegevens
om te bezien of er binnen de wettelijke kaders meer mogelijkheden zijn om signalen
uit te wisselen. Van studenten horen deze leden ook vaak dat bestaande meldpunten
versnipperd zijn, te veel op afstand staan van de studenten zelf en dat studenten
zich afvragen of het veel zin heeft om een klacht in te dienen. Zij vragen de Minister
om in overleg met SBB, MBO Raad en JOB4 te bezien of er op iedere school een laagdrempelig juridisch studentenloket zou kunnen
komen, waar studenten stagemisbruik en stagediscriminatie kunnen melden en waar ze
ook advies en hulp kunnen krijgen voor het nemen van vervolgstappen.
Ten slotte hebben de leden een vraag over de erkenning van leer-werkorganisaties.
SBB stelt een onderzoek in als er signalen binnenkomen dat studenten bij een leerbedrijf
niet goed erkend worden. SBB nam in 2019 de leerbedrijven in de thuiszorg onder de
loep en dit leidde tot de intrekking van 200 erkenningen. Zien de Minister en SBB
op basis van de in 2019 geleerde lessen, aanleiding om de criteria voor het verstrekken
van een erkenning aan te passen? Zo ja, welke mogelijkheden zien zij? Is de Minister
bereid met SBB in gesprek te gaan over de mogelijkheden voor het formuleren van een
sectorale aanvulling voor erkenningen van leer-werkorganisaties in de zorg? Met andere
woorden, is het mogelijk om stagemisbruik nog meer vooraf te voorkomen, zo vragen
de leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met zorg ervan kennisgenomen dat honderden leerlingen
in de zorg en kinderopvang overwegen om te stoppen met hun opleiding na vervelende
ervaringen bij hun stagebedrijf. De zogenoemde beroepspraktijkvorming vormt een belangrijke
component van beroepsopleidingen en nu stagiairs vooral tijdens vakanties en ziektes
van werknemers blijken te worden ingeroosterd als volledige kracht en er meldingen
zijn van onveilige situaties, dreigt teveel jong talent voor werk in de zorg en kinderopvang
onnodig verloren te gaan. In hoeverre ziet de Minister dat men deze zorg ook deelt
bij de leerbedrijven?
Wat de zorg specifiek betreft, vinden de leden het van groot belang dat de studenten
goed en adequaat worden begeleid. Zij mogen niet als 100% werknemer worden ingezet.
Problemen in de zorg qua personeel en inzetbaarheid daarvan mogen geen excuus vormen
waarom studenten nu op deze manier worden ingezet. In hoeverre ligt de oorzaak van
de gesignaleerde problematiek erin dat er onvoldoende personeel is in de sectoren
zorg en kinderopvang. Is de Minister bereid om te inventariseren hoeveel extra fte’s
er nodig zijn om begeleiding te garanderen en om te voorkomen dat leerlingen te snel
volledig en onverantwoord worden ingezet? Bestaat de enige duurzame oplossing niet
erin om deze tekorten zo spoedig mogelijk op te lossen? Wat kan en wil de Minister
daaraan doen?
De leden hebben al jarenlang bijzondere aandacht voor de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming.
Zo vormde deze aandacht in 2014 voor het toenmalige PvdA-Kamerlid Jadnanansing de
beweegreden om haar initiatiefnota Elke mbo’er een goede stage; borging stagebegeleiding en stagegarantie bij het mbo5 in te dienen. Een belangrijk element in deze nota was de begeleiding die te vaak
te wensen overliet, zowel vanuit het leerbedrijf als vanuit de opleiding. Terecht
noemt de Minister het nu de verantwoordelijkheid van werkgevers én scholen om te zorgen
dat stagiairs goed worden begeleid. SBB noemt het echter een complicerende factor
dat niet alle signalen en klachten SBB bereiken. Signalen die terechtkomen bij bijvoorbeeld
scholen, de Inspectie van het Onderwijs of Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kunnen
in verband met privacy niet altijd worden gedeeld met SBB. Kan de Minister toelichten
wat scholen wèl kunnen en moeten doen zodra deze zulke signalen krijgen van stagiairs,
als waarvan het FNV Meldpunt Zorg en Welzijn op 18 december 2019 melding maakte? Hoe
vaak komt het nog voor dat men ook vanuit de opleiding onvoldoende de vinger aan de
pols houdt bij de beroepspraktijkvorming, zodat stagiairs ook niet goed elders terechtkunnen
met hun klachten en signalen dan bij het FNV Meldpunt Zorg en Welzijn? Kan de Minister
ook melden in hoeverre bij het FNV Meldpunt Zorg en Welzijn of via een andere weg
seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens stagiairs in beeld komt? Deelt zij de mening
dat het extra belangrijk is dat dat dit laagdrempelig kan worden gemeld? Hoeveel meldingen
zijn dan daarvan bekend? Weten mbo-studenten wat hun rechten zijn, wat ze mogen verwachten
en waar zij terecht kunnen voor klachten, alvorens ze aan hun stage beginnen? De leden
waarderen dat SBB in 2019 alle erkende leerbedrijven in de thuiszorg extra onder de
loep heeft genomen en de kwaliteit van deze leerbedrijven met de scholen heeft besproken.
Maar hoe beziet de Minister de huidige begeleiding vanuit scholen, ook, juist, vóórdat
er meldingen worden gedaan?
Het valt de leden op dat naar aanleiding van de instelling van het FNV Meldpunt Zorg
en Welzijn er ineens veel meer meldingen kwamen van slechte stage-ervaringen. Wijst
dit niet op een noodzaak dat er één meldpunt komt voor zulke klachten? Hoe denkt de
Minister over het pleidooi van de JOB, CNV6Jongeren en FNV Jong, zoals vertegenwoordigd in de Studentenkamer van SBB, voor een
juridisch/studentenloket op iedere school, waar discriminatie-issues kunnen worden
gemeld en studenten ook het juiste en goede advies krijgen hoe ze met deze zaak verder
kunnen. Hoe gaat de Minister de JOB, CNV Jongeren en FNV Jong betrekken bij de uitvoering
van de motie van de leden Van den Berge en Kuik over een app voor laagdrempelige melding
van stagediscriminatie7.
In het hoger onderwijs ligt de verantwoordelijkheid voor het maken van goede stageafspraken
bij de betreffende hoger onderwijsinstelling en het bedrijf/instelling waar de stage
plaatsvindt. Indien de stagebegeleiding vanuit een onderwijsinstelling niet zou voldoen,
hebben bekostigde instellingen een klachteninstantie waar studenten terecht kunnen.
In hoeverre komt het in het hoger onderwijs voor dat studenten met klachten hun weg
naar deze klachtinstantie weten te vinden? Kan de Minister ook toelichten in hoeverre
het voorkomt dat zulke studenten dan de weg kwijtraken tussen de betrokken instanties,
met alle gevolgen van dien voor hun studievoortgang en het verloop van hun stage?
Kan zij uit zulke gevallen ook lessen trekken, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.