Lijst van vragen : Lijst van vragen over de eindevaluatie grootprojectstatus HSL Zuid (Kamerstuk 22026-511)
2020D10983 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de Eindevaluatie grootprojectstatus
HSL-Zuid (Hogesnelheidslijn-Zuid; Kamerstuk 22 026, nr. 511).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Israel
Nr
Vraag
1
Kunt u toelichten waarom er niet wordt geëvalueerd of de oorspronkelijke doelstellingen
zijn gerealiseerd?
2
Waarom wordt in de eindevaluatie niet ingegaan op de realisatie van de oorspronkelijke
doelstellingen, zoals vereist is op grond van artikel 16a van de Regeling Grote Projecten?
3
In welke mate zijn de oorspronkelijke doelstellingen van het project verwezenlijkt
en indien deze niet voldoende zijn verwezenlijkt, kunt u dit alsnog laten onderzoeken?
4
Kunt u de vraag in welke mate de oorspronkelijke doelstellingen van het project zijn
verwezenlijkt alsnog laten onderzoeken? Kunt u hierbij de huidige en verwachte prestaties
van het vervoersysteem betrekken?
5
In hoeverre zijn de oorspronkelijke doelstellingen gerealiseerd en hoe verhouden deze
doelstellingen zich tot de maatschappelijke kosten van de aanleg van de HSL-lijn?
Kunt u hier uitgebreid op reflecteren?
6
Als deze doelstellingen niet zijn gerealiseerd, welke factoren hebben daar een rol
in gespeeld en welke maatschappelijke effecten zijn daardoor opgetreden?
7
Is het mogelijke om ondanks niet geconcretiseerde doelstellingen alsnog een beeld
te schetsen van wat het project HSL-Zuid heeft bijgedragen aan het versterken van
de economische positie van Nederland en de Randstad en wat het heeft bijgedragen aan
de substitutie van auto- en vliegverkeer door de trein? Kunt u uw antwoord uitgebreid
toelichten?
8
Kunt u nader specificeren waarom de evaluatie wordt beperkt tot een deel van de aanleg,
terwijl het gehele vervoersysteem uiteindelijk relevant is voor het bereiken van de
doelen?
9
Waarom is er voorbijgegaan aan de overwegingen van de commissie om de grootprojectstatus
langer aan te houden in verband met problemen met de totstandkoming van het vervoer
(onder andere Fyra) en later zettingen en betonkwaliteit en wordt er gekozen voor
een beperkte evaluatie?
10
Waarom is de scope van de eindevaluatie beperkt (alleen aanleg onderbouw) en zijn
het vervoer over de HSL-Zuid en de aanleg van de bovenbouw van de HSL niet meegenomen
in de eindevaluatie?
11
Waarom wordt alleen de onderbouw van de HSL meegenomen in de evaluatie, terwijl we
weten dat de kosten voor de bovenbouw fors zijn uitgelopen, en in potentie de komende
jaar ook nog verder kunnen oplopen?
12
Waarom is de scope van de eindevaluatie beperkt tot de uitgaven die op artikel 17.3
van het Infrastructuurfonds zijn gedaan en worden de aanleg van de bovenbouw en het
vervoer achterwege gelaten, terwijl de Kamer hierop in diverse parlementaire onderzoeken
en een parlementaire enquête diep ingegaan is?
13
Waarom wordt in de eindevaluatie niet de integrale scope van de voortgangsrapportages
gehanteerd, waarin vanaf voortgangsrapportage 16 in 2005 ook het vervoer een prominente
plaats inneemt?
14
Waarom worden er geen concrete aanbevelingen geformuleerd over het (voor)traject van
kosteninschatting, aanbestedingsprocedure en politieke besluitvorming? Kunnen deze
alsnog opgesteld worden?
15
Hoe worden lessen die uit het (voor)traject van kosteninschatting, aanbestedingsprocedure
en politieke besluitvorming getrokken kunnen worden nu toegepast op infrastructuurprojecten?
16
Kunnen de prestaties en de prestatieontwikkeling op de HSL geëvalueerd worden, en
kan daarbij ook gekeken worden naar de toekomstige gebruikersontwikkelingen op de
HSL en eventuele investeringen die daarbij nodig zijn?
17
Waarom is deze eindevaluatie uitsluitend gebaseerd op onderzoeken die door de Kamer
en de Algemene Rekenkamer zijn uitgevoerd en bevat deze geen nieuwe inzichten?
18
Waarom is geen gebruik is gemaakt van eigen (deel)evaluaties van het ministerie? Waarom
zijn huidige en voormalige medewerkers niet geraadpleegd voor deze eindevaluatie?
19
Welke inzichten met bredere relevantie voor toekomstige infrastructuurprojecten heeft
het ministerie opgedaan in dit project?
20
Welke lessen voor huidige en toekomstige projecten trekt u uit deze evaluatie?
21
Waarom worden er in de evaluatie geen expliciete lessen getrokken met het oog op huidige
en toekomstige projecten?
22
Waarom voldoet de eindevaluatie niet aan de eisen uit de Regeling Grote Projecten?
23
Waarom bevat de eindevaluatie geen nieuwe informatie?
24
Welke inzichten – anders dan de lessen die de Kamer zelf eerder heeft getrokken in
haar parlementaire onderzoeken – zouden de Kamer kunnen ondersteunen bij het beoordelen
en autoriseren van toekomstige grote (infrastructuur)projecten?
25
Hoe zorgt u er momenteel voor dat te lage ramingen worden voorkomen? Zijn hierbij
lessen uit het groot project HSL-Zuid betrokken?
26
Hoe gaat het ministerie tegenwoordig om met beperkte concurrentie? Is dit wezenlijk
anders dan bij de HSL-Zuid?
27
Welke lessen voor toekomstige projecten trekt u uit de vertragingen in de planning?
Welke lessen zijn reeds ingevoerd in de huidige projectbeheersing?
28
Welke lessen voor huidige en toekomstige projecten trekt u uit de problemen met de
programmabeheersing en het risicomanagement? Welke lessen zijn reeds ingevoerd in
de huidige projectbeheersing?
29
Waarom worden in de evaluatie geen expliciete lessen getrokken voor toekomstige (spoor)projecten?
30
Welke lessen zijn tijdens de realisatie van dit project getrokken voor toekomstige
projecten voor nieuwe spoorlijnen?
31
Kan de beperkte invulling van deze eindevaluatie als precedent werken voor toekomstige
eindevaluaties en zo ja, welke nadelige effecten treden daarbij op voor een goede
informatievoorziening?
32
Waarom is de publiek-private samenwerkingsconstructie (PPS) met Infraspeed niet betrokken
bij de evaluatie van het project?
33
Hoe kwalificeert u de conclusie dat beoogde voordelen bij het PPS-contract op de HSL
zijn uitgebleven, maar wel de financiële risico’s bij de Staat zijn gebleven?
34
Welke lessen worden uit de evaluatie getrokken voor wat betreft (gedeeltelijke) PPS-contracten
bij dit soort grootschalige railinfrastructuurprojecten?
35
Kunt u met het oog op toekomstige DBFM-projecten (Design Build Finance Maintain) reflecteren
op de vraag of het DBFM-contract met Infraspeed al dan niet voordeliger is dan traditionele
contracten?
36
Hoe wordt bij DBFM-contracten omgegaan met risico’s? Liggen deze risico’s nog steeds
overwegend bij de Staat?
37
Hoe verhoudt de complexiteit van (het beheren van) DBFM-contracten zich tot die bij
traditionele contracten?
38
Hoe gaat u de Kamer informeren over de gerealiseerde voor- en nadelen en van de DBFM-constructie
met Infraspeed?
39
Hoe wordt de Kamer na beëindiging van de grootprojectstatus geïnformeerd over de prestaties
van Infraspeed, de manier waarop Infraspeed meewerkt aan infrastructurele verbeteringen
en eventuele knelpunten en beperkingen hierbij vanuit hun contract?
40
In hoeverre is het werken met DBFM-contracten voordeliger of nadeliger gebleken dan
het werken met traditionele contracten?
41
Hoeveel binnenlandse en internationale reizigers zijn in 2019 geregistreerd op de
HSL-Zuid, en hoe is de ontwikkeling hierin over de afgelopen tien jaar?
42
Hoeveel binnenlandse en internationale reizigers die gebruik maken van de HSL-Zuid
verwacht u in 2020?
43
Kunt u bevestigen dat de meest actuele reizigersaantallen stammen uit 2016? Zo ja,
kunt u toelichten hoeveel internationale en binnenlandse reizigers er zijn geregistreerd
op de HSL-Zuid in 2019?
44
Hoeveel vluchten zijn uitgespaard doordat de HSL eenzelfde dienst aanbiedt?
45
Wat is de stand van zaken van de quickscan naar de twee spanningssluizen die gevoelig
zijn voor storingen? Wanneer stuurt u de resultaten hiervan naar de Kamer?
46
Kunt u reflecteren op de vraag of de huidige en voorziene exploitatie van het vervoer
rendabel is?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M.Y. Israel, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.