Motie : Motie van het lid Azarkan over geen excessieve machtsuitoefening meer door de Staat tegen de burger
31 066 Belastingdienst
Nr. 585
MOTIE VAN HET LID AZARKAN
Voorgesteld 21 januari 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het interim-advies van de commissie-Donner een institutionele
vooringenomenheid is vastgesteld;
overwegende dat volgens de commissie-Donner de basis voor die vooringenomenheid was
gelegen in «de toon en opwinding waarmee in de jaren rond 2013 door regering en Kamer
werd gesproken over fraude in de sociale zekerheid en de aanpak daarvan»;
overwegende dat dit een sneeuwbaleffect op gang heeft gebracht, dat jarenlang is doorgerold
en nu pas, dankzij een ultieme inspanning van de Kamer en journalisten, eindelijk
tot stilstand is gekomen;
van mening dat de verdrukkende en lastigvallende Staat uiteindelijk de grootste vijand
van de burger kan blijken te zijn;
spreekt uit dat de Staat het volk moet dienen en niet het volk moet verdrukken;
verzoekt de regering, hieruit lering te trekking en alle lagen van de overheid ervan
te doordringen dat de Staat er voor de burger is en excessieve machtsuitoefening tegen
de burger verwerpelijk is en niet meer voor mag komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Azarkan
Indieners
-
Indiener
F. Azarkan, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Verworpen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Tegen |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Tegen |
D66 | 19 | Tegen |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
FVD | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Tegen |
Van Kooten-Arissen | 1 | Voor |