Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
35 368 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van de onderdelen van richtlijn (EU) 2018/1972 die betrekking hebben op toegangsregulering in geval van replicatiebelemmeringen, het overstappen van telecomaanbieder en het vorderen van inlichtingen ten behoeve van een geografisch onderzoek naar het bereik van elektronische communicatienetwerken
Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 18 oktober 2019 en het nader rapport d.d. 19 december 2019, aangeboden aan de
Koning door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Het advies van de
Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 15 juli 2019, no. 2019001396, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Telecommunicatiewet ter invoering van toegangsregulering in geval van replicatiebelemmeringen,
met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel strekt tot versnelde implementatie van artikel 61, derde lid, van
Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van
het Europees wetboek voor elektronische communicatie (hierna: de richtlijn). Dit artikel
voorziet in toegangsregulering in geval van replicatiebelemmeringen. In een ander
wetsvoorstel worden twee andere bepalingen uit deze richtlijn versneld geïmplementeerd.2 De resterende onderdelen van de richtlijn zullen op een later moment door middel
van een breder implementatiewetsvoorstel in nationale regelgeving worden omgezet.3
Met het bovengenoemde wetsvoorstel worden twee wetsvoorstellen samengevoegd die elk
afzonderlijk ter overweging bij de Afdeling advisering van de Raad van State aanhangig
zijn gemaakt. Het betreft het voorstel van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet
ter invoering van toegangsregulering in geval van replicatiebelemmeringen en het voorstel
van wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een versnelde implementatie
van richtlijn 2018/1972 in het belang van het verder verlagen van drempels bij het
overstappen van telecomaanbieder, en het voorzien in een bevoegdheid tot het vorderen
van inlichtingen ten behoeve van een geografisch onderzoek naar het bereik van elektronische
communicatienetwerken.
Blijkens de mededelingen van de Directeur van Uw kabinet van 15 juli 2019, nr. 2019001396
en nr. 2019001397, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van
State haar adviezen inzake de hiervoor bedoelde afzonderlijke wetsvoorstellen rechtstreeks
aan mij te doen toekomen. Deze adviezen, gedateerd 18 oktober 2019, nr. W18.19.0213/IV
en W18.19.0215/IV, bied ik U hierbij aan.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert de versnelde implementatie
van genoemde bepaling van de richtlijn dragend te motiveren. In verband daarmee is
aanpassing van de toelichting wenselijk.
De richtlijn dient uiterlijk op 21 december 2020 te zijn geïmplementeerd. Hoewel de
datum van inwerkingtreding van het voorstel bij koninklijk besluit zal worden geregeld,
wordt gestreefd naar een eerdere inwerkingtreding van dit wetsvoorstel.4 In de toelichting wordt niet ingegaan op de vraag of de richtlijn vervroegde toepassing
van richtlijnbepalingen toelaat. Artikel 124, eerste lid, tweede alinea, van de richtlijn
schrijft voor dat de lidstaten de implementatiewetgeving vanaf 21 december 2020 toepassen.5 De Uniewetgever beoogt met dit type bepaling te voorkomen dat de lidstaten in richtlijnen
vervatte bepalingen op uiteenlopende tijdstippen in de loop van de hun toegekende
omzettingstermijn gaan toepassen.6 Hierdoor zouden nieuwe belemmeringen kunnen ontstaan.
De Afdeling adviseert dragend te motiveren dat de richtlijn de vervroegde toepassing
van de met dit voorstel te implementeren bepalingen zou toelaten. Zij adviseert daarbij
ook in te gaan op de wenselijkheid om de verschillende onderdelen van de Telecomcode
gelijktijdig en in onderlinge samenhang te implementeren. Dit gelet op de doelstelling
van de richtlijn om de onderlinge samenhang en toegankelijkheid van de regels die
van toepassing zijn op elektronische communicatienetwerken te versterken. Daar komt
bij dat implementatie in dit geval zou betekenen dat de bepalingen waarin dit voorstel
voorziet waarschijnlijk slechts enkele maanden eerder in werking zouden treden dan
de overige bepalingen van de richtlijn (bij tijdige implementatie daarvan).
De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert voor beide wetsvoorstellen
in de toelichting nader in te gaan op de beoogde versnelde implementatie, mede gelet
op het feit dat ook een wetsvoorstel in voorbereiding is ter implementatie van de
overige onderdelen van de Telecomcode.
In paragraaf 2 van de memorie van toelichting wordt ingegaan op het belang van een
afzonderlijke implementatie voor de onderdelen van de Telecomcode waarop dit wetsvoorstel
betrekking heeft, rekening houdend met het belang van samenhang en toegankelijkheid
van de regels voor elektronische communicatienetwerken. In het gewijzigde wetsvoorstel
is naar aanleiding van de opmerking van de afdeling over artikel 124 van de Telecomcode
bepaald dat het wetsvoorstel, eenmaal tot wet verheven, op 21 december 2020 in werking
treedt.
Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt een tweetal wijzigingen aan te brengen
die niet het gevolg zijn van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van
State. Het betreft ten eerste de aanvulling van het gewijzigde wetsvoorstel met een
verplichting voor overdragende aanbieders om een overstappende abonnee eventuele resterende
tegoeden voor vooruitbetaalde diensten terug te betalen, zoals artikel 106, zesde
lid, derde alinea, van richtlijn (EU) 2018/1972, van lidstaten vereist. De tweede
wijziging heeft betrekking op de definities van micro-onderneming, kleine onderneming
en organisatie zonder winstoogmerk. De definities van micro-onderneming en kleine
onderneming zijn zo aangepast dat wordt aangesloten bij richtlijn 2013/23/EU (de Jaarrekeningenrichtlijn).
Hiernaast is een definitie toegevoegd voor het begrip organisatie zonder winstoogmerk.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het
voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
S.F.M. Wortmann
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.