Lijst van vragen : Lijst van vragen over maatregelenpakket voor de stikstofproblematiek in de woningbouw- en infrastructuursector en voor de PFAS-problematiek (Kamerstuk 35334-1)
2019D45778 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen
voorgelegd aan het kabinet over de brief d.d. 13 november 2019 inzake het maatregelenpakket
voor de stikstofproblematiek in de woningbouw- en infrastructuursector en voor de
PFAS-problematiek (Kamerstuk 35 334, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Kuiken
De griffier van de commissie, Haveman-Schüssel
Nr.
Vraag
1
Wat zijn de onderliggende berekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) of andere instanties die ten grondslag liggen aan de voorgestelde
drie maatregelen en kunt u deze nog voor het debat van donderdag 14 november 2019
aan de Kamer doen toekomen?
2
Welke maatregelen zijn er naast de drie voorgestelde maatregelen nog meer doorberekend,
waarom worden die niet voorgesteld en kunt u deze berekeningen nog voor het debat
van donderdag 14 november 2019 aan de Kamer doen toekomen?
3
Op basis van welke grondslagen is gekozen voor de voorgestelde drie maatregelen en
zijn andere maatregelen afgevallen?
4
In hoeverre spelen partijpolitieke voorkeuren een rol bij het kiezen van maatregelen
om op korte termijn de stikstofdepositie te verminderen en welke voorkeuren zijn dit?
5
Zorgen de voorgestelde maatregelen ervoor dat er nog voor het einde van dit jaar geen
banen in de bouw verloren gaan? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet en
hoeveel banen staan er op de tocht?
6
In hoeverre zijn de voorgestelde bron- en herstelmaatregelen bewezen effectief in
de zin dat daarmee de ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe stikstofdeposities, welke
onderzoeken liggen daaraan ten grondslag en wilt u de uitkomsten daarvan aan de Kamer
doen toekomen?
7
Heeft u het maatregelenpakket op juridische houdbaarheid laten toetsen, bijvoorbeeld
in relatie tot de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof
(PAS)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de uitkomst van de toets?
8
In welke mate heeft u het vertrouwen respectievelijk de zekerheid dat het maatregelenpakket
ertoe leidt dat de vergunningverlening voor woningbouw weer op gang komt en verleende
vergunningen stand kunnen houden bij de rechter?
9
Hoeveel tijd is gemoeid met het realiseren van de genoemde reductie van stikstofdepositie
en hoe verloopt het tijdpad?
10
Waarom wordt er in de brief geen melding gemaakt van het creëren van ruimte voor de
vergunningverlening van duurzame energieprojecten, en hoe en op welke termijn gaan
ook deze projecten losgetrokken worden?
11
Kunt u een lijst geven van alle Natura 2000-gebieden in Nederland, gerangschikt op
grootte?
12
Waarom wordt in AERIUS Calculator bij verkeersemissies niet verder gerekend dan een
afstand van vijf kilometer en bij bouwprojecten wel, terwijl in beide gevallen sprake
is van de emissie van stikstofoxiden (NOx)?
13
Wat is de stikstofemissie als gevolg van de Formule 1 op het racecircuit bij Zandvoort?
14
Is overwogen om de stikstofdepositie van het autoverkeer te verlagen door maatregelen
ter stimulering van het openbaar vervoer? Zo ja, aan welke maatregelen werd gedacht
en waarom zijn die niet voorgesteld? Zo nee, waarom niet en wilt u dit alsnog doen?
15
Hoeveel woningen zijn dit jaar (ten opzichte van de planning) niet gebouwd vanwege
de stikstofcrisis?
16
Zorgt binnenstedelijk bouwen (verdichting door bijvoorbeeld meer hoogbouw te bouwen)
voor minder stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden dan bouwen aan de randen van
bestaande bebouwing en kunt u dit antwoord nader toelichten?
17
Welk deel van de woningbouwimpuls van € 1 miljard voor de komende tien jaar wordt
gebruikt voor de maatregelen die in deze brief worden aangekondigd?
18
Hoe is de bevoegdheidsverdeling tussen de Minister voor Milieu en Wonen en de Minister
van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, die volgens de portefeuilleverdeling
verantwoordelijk is voor bouw, precies vormgegeven?
19
Op welke wijze wilt u uitvoering gaan geven aan de motie van het lid Bisschop over
het voorkomen dat inzet op sanering ten koste gaat van inzet op emissiereductie door
techniek- en managementmaatregelen (Kamerstuk 32 670 nr. 191)?
20
Hoe gaat de prioritering van de toebedeling van de winst van de stikstofmaatregelen
eruit zien, hoe voorkomt u dat bijv. lagere overheden depositieruimte weggeven die
is bedoeld voor herstel van de natuur of het bouwen van woningen, dijken of infrastructuur?
21
In hoeverre hebben provincies al geïnventariseerd wat de mogelijkheden zijn om piekbelasting
op lokaal niveau te verminderen?
22
Wordt de regionale stikstofwinst ook regionaal ingezet?
23
Hoe is de berekening van mol/ha/jr tot stand gekomen?
24
Hoeveel Kton is de verwachte stikstofreductie (wat nu in mol/ha/jaar is weergegeven)
op jaarbasis in Nederland?
25
Hoe is het juridisch mogelijk om de «stikstofwinst» van een emissieverlagende maatregel
te gebruiken voor een bouwproject, als er in een nabijgelegen natuurgebied door verzadiging
geen depositieruimte is?
26
Als slechts 30% van de vrijgekomen stikstofruimte van de warme sanering van de veehouderij
wordt gebruikt voor natuur en 70% van de ruimte gebruikt kan worden door andere boeren
in de veehouderij, moeten die boeren die die ruimte ontvangen, dan ook die warme sanering
van hun buren betalen of subsidieert de overheid dan de verdere intensivering van
de veehouderij?
27
Hoeveel stikstof wordt er toegevoegd of gereduceerd per in de brief voorgestelde maatregel
en compensatie?
28
Kan het kabinet aangeven of het klopt dat maatregel 1 een verwachte stikstofreductie
van 1,2 mol/ha/jr oplevert, maatregel 2 een verwachte stikstofreductie van 3,6 mol/ha/jr
in het eerste jaar oplevert en maatregel 3 een (potentiele) reductie van 2,8 mol/ha/jr
oplevert?
29
Kan het kabinet aangeven of dit als eerste pakket maatregelen afdoende is om de stikstofproblematiek
aan te pakken?
30
Kunt u bevestigen dat Nederland de doelen van het internationale biodiversiteitsverdrag
(de Aichi-doelstellingen) niet gaat halen?
31
Kunt u bevestigen dat Nederland een van de doelen van het internationale biodiversiteitsverdrag,
namelijk om 17% van het oppervlak aan te wijzen als beschermde natuur, niet haalt
en kunt u aangeven hoeveel procent van het landoppervlak momenteel is aangewezen als
beschermde natuur?
32
Kunt u bevestigen dat sinds 1994 de gemiddelde kwaliteit van alle typen landnatuur
in Nederland achteruit is gegaan?
33
Kunt u bevestigen dat de gemiddelde kwaliteit van alle typen landnatuur de laatste
jaren geen herstel laat zien?
34
Kunt u bevestigen dat de natuurkwaliteit op agrarisch land nog altijd achteruitgaat?
35
Wat is de kabinetsreactie op het bericht dat bouwers minimaal € 1 miljard willen claimen
vanwege de poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) en stikstofschade?
36
Is of wordt er stikstofruimte gereserveerd voor luchthavens en luchtvaart?
37
Gelden er naast de bijdrage aan het terugbrengen van de stikstofdepositie op korte
termijn nog andere criteria op grond waarvan maatregelen worden voorgesteld of afgewezen?
Zo ja, welke criteria zijn dat?
38
Kan het kabinet aangeven of het klopt dat er 5,0 mol/ha/jr stikstofreductie wordt
gerealiseerd met de 3 maatregelen (rekening houdend met het feit dat 70% van de stikstofreductie
van 7,6 mol/ha/jr wordt ingezet om ontwikkelingen mogelijk te maken en de depositieverhoging
in Natura 2000-gebieden naar verwachting 0,3 mol/ha/jr is)?
39
Hoeveel projecten kunnen nu al door in de vergunningverlening en hoeveel niet, wat
is de aard van de projecten die nu al door kunnen in de vergunningverlening en welke
projecten komen nu nog niet in aanmerking voor vergunningverlening?
40
Kan de zin «Het kabinet heeft stappen gezet om de toestemmingverlening in etappes
te hervatten. Provincies geven aan dat, ondanks regionale verschillen, al veel projecten
door kunnen in de vergunningverlening» nader worden toegelicht en kunt u voorbeelden
noemen van projecten die inmiddels weer vergunningen hebben verkregen?
41
Welke partijen hebben er de afgelopen maanden bij u aan tafel gezeten om te overleggen
over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben zij aan tafel gezeten?
42
Welke landbouw- en tuinbouworganisaties of landbouwvertegenwoordigers hebben de afgelopen
maanden bij u aan tafel gezeten om te overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek
en hoe vaak hebben zij aan tafel gezeten?
43
Welke vertegenwoordigers van de bouwsector hebben de afgelopen maanden bij u aan tafel
gezeten om te overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben
zij aan tafel gezeten?
44
Welke natuurorganisaties hebben de afgelopen maanden bij u aan tafel gezeten om te
overleggen over de aanpak van de stikstofproblematiek en hoe vaak hebben zij aan tafel
gezeten?
45
Kunt u bevestigen dat, zolang de latente ruimte in vergunningen van veehouders niet
wordt weggenomen, de stikstofuitstoot feitelijk verder kan toenemen ten opzichte van
de huidige situatie?
46
Hoeveel biomassacentrales (alle vermogens) worden er volgens de huidige plannen de
komende tijd gebouwd en hoeveel nieuwe biomassacentrales verwacht het kabinet de komende
jaren daar nog bovenop?
47
Wat is de stikstofuitstoot die zal ontstaan als gevolg van de bouw van de geplande
biomassacentrales en wat is de stikstofuitstoot die zal ontstaan als gevolg van de
bouw van de verwachtte biomassacentrales?
48
Wat wordt concreet bedoeld met de «korte termijn»?
49
In welke orde van grootte draagt het nu afgekondigde maatregelenpakket bij aan de
totale benodigde reductie van stikstofdepositie?
50
Wanneer wordt de snelheidsverlaging op autowegen overdag een feit en tot hoeveel minder
stikstofdepositie leidt dit per wanneer?
51
Per wanneer leiden de voermaatregelen tot een lagere ammoniakuitstoot en tot hoeveel
minder stikstofdepostie gaat dit leiden?
52
Wanneer gaat de warme sanering voor de varkenshouderij leiden tot minder stikstofdepositie
en hoeveel minder zal dit zijn?
53
Wanneer wordt het advies van de Raad van State verwacht en wanneer wordt het wetsvoorstel
naar verwachting naar de Kamer gestuurd?
54
Hoeveel woningen kunnen er op welke termijn extra gebouwd worden dankzij de voorgestelde
drie maatregelen?
55
Hoeveel woningen kunnen er in Rotterdam, Leiden en Amsterdam gebouwd gaan worden en
wanneer precies?
56
Betekent de beperkte ruimte voor aanvullende stikstofdepositie aan de Zuid-Hollandse
kust dat er in de die regio minder huizen gebouwd kunnen worden dan waar behoefte
aan is? Zo ja, hoeveel minder en hoeveel huizen kunnen er wel gebouwd worden?
57
Hoe kunt u borgen dat de voermaatregel daadwerkelijk wordt toegepast en op welke manier
gaat u hier op toezien en handhaven?
58
Wie gaat het stikstofregistratiesysteem beheren en wat is de rol van mede-overheden
hierbij?
59
Kunt u precies aangeven wat concreet in de spoedwet Aanpak Stikstof respectievelijk
eventuele andere noodwetgeving opgenomen zal worden?
60
Kunt u een indicatie geven van de (orde van grootte van de) kosten die gemaakt zullen
moeten worden voor aanpassing van de bebording in verband met de verlaging van de
maximumsnelheid?
61
Wie gaat het in de brief genoemde stikstofregistratiesysteem opzetten (rijk, provincie,
gemeente)?
62
Wanneer is dit stikstofregistratiesysteem in werking?
63
Gaat de gebiedsgerichte aanpak, waarin rijk, provincies en gemeenten afspraken gaan
maken over de resterende depositieruimte, wachten op dit stikstofregistratiesysteem?
Zo nee, hoe wordt dan vooralsnog besloten wat de resterende depositieruimte in de
provincies cq gemeenten is?
64
Wordt het landelijk registratiesysteem stikstof ook ingezet voor regionale projecten?
65
Klopt het dat de Nederland de staat (de kwaliteit) van de Natura 2000-gebieden niet
mag laten verslechteren volgens de Vogel- en Habitatrichtlijnen?
66
Klopt het dat wanneer de kritische depositiewaarde (kdw) voor stikstofverbindingen
van een habitattype overschreden worden, de kwaliteit van het Natura 2000-gebied achteruitgaat?
67
Is het correct dat stikstofverbindingen zich ophopen in de bodem, en dat hoe langer
een kdw overschreden wordt, hoe verder de kwaliteit van het natuurgebied achteruitgaat?
68
Klopt het dat de Vogel- en Habitatrichtlijnen in feite stellen dat de kdw’s van alle
habitattypen onderschreden dienen te worden?
69
In welk percentage van de Nederlandse Natura 2000-gebieden worden de kdw’s overschreden?
70
Voor welk percentage van de Natura 2000-gebieden stelt het kabinet zich ten doel om
de kdw’s in de toekomst te gaan onderschrijden?
71
Op welke termijn wil het kabinet het percentage Natura 2000-gebieden waarvoor het
zich ten doel stelt de kdw's te onderschrijden, bereiken?
72
Wat is de huidige totale jaarlijkse uitstoot van stikstofverbindingen?
73
Met welk percentage moet die uitstoot verminderen om het bovengenoemde doel te bereiken
(m.b.t. het onderschrijden van kdw’s)? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt
dat neer?
74
Met welk percentage wil het kabinet dat de veehouderij zijn stikstofuitstoot reduceert
om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?
75
Met welk percentage wil het kabinet dat het wegverkeer zijn stikstofuitstoot reduceert
om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?
76
Met welk percentage wil het kabinet dat de luchtvaart zijn stikstofuitstoot reduceert
om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?
77
Met welk percentage wil het kabinet dat de industrie zijn stikstofuitstoot reduceert
om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?
78
Met welk percentage wil het kabinet dat de scheepvaart zijn stikstofuitstoot reduceert
om dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?
79
Met welk percentage wil het kabinet dat de bouw zijn stikstofuitstoot reduceert om
dat doel te bereiken? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie komt dat neer?
80
Zijn er andere sectoren waarvan het kabinet stelt dat de stikstofuitstoot moet verminderen?
81
Welke percentage van de Nederlandse stikstofuitstoot zal gereduceerd worden door de
snelheidsverlaging naar 100 km/uur overdag? Op hoeveel mol/ha/jr depositiereductie
komt dat neer?
82
Is deze reductie nu al met wetenschappelijke zekerheid vast te stellen? Zo ja, hoe?
83
Hoeveel stikstofreductie is er nodig voor het bouwen van de geplande 75.000 woningen?
84
Is het, vóór het afgeven van de Wet natuurbescherming (Wnb)-vergunningen voor de woningbouw,
noodzakelijk om met wetenschappelijke zekerheid vast te stellen dat de stikstofuitstoot
afneemt?
85
Is het noodzakelijk dat de stikstofuitstoot in hetzelfde gebied afneemt als waar er
gebouwd gaat worden?
86
Hoever slaan NOx neer vanaf de uitstootbron?
87
Hoever slaat ammoniak neer vanaf de uitstootbron?
88
Kan het kabinet nu al met zekerheid zeggen dat alle geplande woningen weer gebouwd
kunnen worden door deze snelheidsvermindering?
89
Wat gebeurt er in gebieden waar geen weg in de buurt was waar tot nu toe 130 of 120
km/uur gereden mocht worden? Kan de bouw van nieuwe woningen hier dan wel of geen
doorgang vinden?
90
Kent u de bevinding uit de memo Inzichten stikstofdepositie op natuur van Wageningen
Environmental Research (p. 15) dat de gemiddelde overschrijding van kdw’s 500 mol/ha/jr
is?
91
Erkent u dat het onderschrijden van de kdw’s dus betekent dat we de helft van alle
Nederlandse emissies moeten reduceren (voetnoot 7 van p. 15 van het memo Inzichten
stikstofdepositie op natuur van Wageningen Environmental Research) en om hoeveel mol
emissiereductie gaat dat?
92
Neemt u het doel om de Nederlandse stikstofuitstoot met de helft te verminderen over?
Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?
93
Wanneer worden de drie maatregelen ingevoerd en wanneer leiden die tot daling van
de stikstofdepositie?
94
Hoe wordt gewaarborgd dat het stikstofregistratiesysteem een veilig systeem is waarmee
niet gefraudeerd kan worden?
95
Hoeveel vergunningsaanvragen voor woningbouw worden op dit moment niet gehonoreerd
en welk aantal woningen is hiermee gemoeid?
96
Kunnen alle vergunningsaanvragen voor woningbouw nu in beginsel worden gehonoreerd?
Zo nee, hoeveel wel, hoeveel woningen zijn hiermee gemoeid en op welke plaatsen kunnen
vergunningsaanvragen wel respectievelijk niet worden gehonoreerd?
97
Is er wetenschappelijke en juridische onderbouwing dat het hanteren van een drempelwaarde
compliant is? Zo ja, wat is die onderbouwing? Zo nee, waarom wordt het dan toch overwogen?
98
Wanneer is de uitkomst van de voorlichting van de Raad van State bekend en wilt u
de uitkomst aan de Kamer doen toekomen?
99
Kan de term «gebiedsgerichte aanpak» die diverse malen als belangrijk onderdeel van
de maatregelen wordt genoemd nader worden uitgewerkt?
100
Is de veronderstelling juist dat bij een stikstofdepositie van gemiddeld 0,3 mol/hectare/jaar
voor gecumuleerd 75.000 woningbouwprojecten tegen een achtergronddepositie van gemiddeld
1600 mol en een kritische depositiewaarde van ten minste 500 mol geen sprake kan zijn
van meetbare effecten in het veld en van significante negatieve gevolgen voor de natuurlijke
kenmerken van een Natura 2000-gebied?
101
Kan het kabinet inzicht verstrekken in de projecten die zorgen voor de veiligheid
van onze (vaag)wegen en de waterveiligheid, die volgens het kabinet moeten worden
gegarandeerd en waar via de noodwetgeving ruimte voor wordt gecreëerd?
102
Wat is het effect (in stikstofreductie/ stikstofverhoging) van de projecten waar via
de noodwetgeving ruimte voor wordt gecreëerd?
103
Wat is de voorgenomen mate van natuurherstel met de gereserveerde € 250 miljoen?
104
Zou de natuurcompensatie onder het voormalige Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet
hebben plaatsgevonden?
105
Wat zijn de verschillen tussen de noodwetgeving en het toepassen van de ADC-toets?
Wat kan met deze noodwetgeving wat met de ADC-toets niet kon?
106
Wanneer is er precies sprake van een «gebiedsgerichte» aanpak en wie bepaalt wanneer
er voor een gebied tot een «gebiedsgerichte» aanpak wordt besloten?
107
Hoe wordt gecoördineerd dat de «gebiedsgerichte» aanpak in belendende gebieden niet
in strijd met elkaar zijn?
108
Welk deel van het budget voor natuurherstel en -verbetering wordt ingezet voor natuurherstel
in bestaande Natura 2000-gebieden en welk deel vormt natuurcompensatie daarbuiten?
109
Biedt de reductie van stikstofdepositie van het maatregelenpakket ruimte om de vergunningsverlening
voor infrastructurele projecten weer op gang te brengen? Zo ja, in welke mate en waar
wel en waar niet?
110
Tot hoeveel minder stikstofdepositie leidt de voorgestelde snelheidsbeperking, en
hoe verhoudt zich dat tot de uitspraak van een wetenschapper in Nieuwsuur dat die
snelheidsbeperking tot een verlaging van de stikstofdepositie van 0,2% leidt?
111
Wordt de vermindering van de stikstofdepositie door verlaging van de maximumsnelheid
alleen gebruikt om ruimte te scheppen voor de genoemde zeven Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport (MIRT) projecten?
112
Wordt de vermindering van de stikstofdepositie door verlaging van de maximumsnelheid
ook gebruikt voor het creëren van ruimte voor woningbouw? Zo ja, om hoeveel woningen
gaat het, waar worden die gebouwd en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
113
Wanneer wordt de maatregel met betrekking tot een andere samenstelling van het veevoer
effectief in de zin dat dit tot minder stikstofdepositie gaat leiden?
114
Wanneer gaat de warme sanering van de varkenshouderij tot een lagere stikstofdepositie
leiden?
115
Welke mate van reductie van stikstofdepositie moet generiek worden bereikt om de instandhoudingsdoelen
te bereiken?
116
In hoeverre laten de nationale en Europese regelgeving ruimte voor het schrappen van
Natura-2000-gebieden en heeft u hiernaar juridisch onderzoek laten doen? Zo ja, wilt
u deze onderzoeken ter beschikking stellen? Zo nee, waarom niet?
117
Op welke wijze wilt u de voorgestelde doelvoorschriften inzake veevoer en -voeding
juridisch vormgeven?
118
Hoeveel reductie van stikstof levert de snelheidsverlaging op rijkswegen exact op,
gezien de verwarring die is ontstaan door de verschillende getallen die worden genoemd
in de brief (1,2 mol/ha/jaar) en in de media (0,5 mol/ha/jaar)?
119
Hoeveel stikstofreductie levert een snelheidsverlaging op de autosnelwegen naar 100
km/uur op tussen 19.00 uur – 24.00 uur?
120
Hoeveel stikstofreductie levert een snelheidsverlaging op de autosnelwegen naar 100
km/uur op tussen 19.00 uur – 6.00 uur?
121
Komt de depositiereductie als gevolg van veevoermaatregelen en de saneringsregeling
varkenshouderij voor een groot deel weer beschikbaar als ontwikkelingsruimte voor
de landbouw?
122
Is de opmerking «… dat op enig moment kan worden besloten dat de snelheid weer kan
worden verhoogd …» door het kabinet te concretiseren? Zo ja, wanneer verwacht het
kabinet de snelheid op rijkswegen weer te kunnen verhogen?
123
Welke doelvoorschriften worden hier bedoeld?
124
Is dit veevoer met minder eiwit al direct voorhanden in de markt?
125
Kan dit aangepaste veevoer met minder eiwit direct ingezet worden bij de boeren?
126
Wanneer worden de kosten van de maatregel van een andere samenstelling van het veevoer
in beeld gebracht?
127
Op welke maatregelen doelt het kabinet om het voor de boeren aantrekkelijk te maken
om met een andere samenstelling van het veevoer aan de slag te gaan?
128
Kan het kabinet exact aangeven hoeveel financiële middelen er nu ingezet gaan worden,
dus wat wordt het subsidieplafond, in de subsidieregeling sanering varkenshouderijen?
129
Hoeveel stikstofreductie levert de warme sanering varkenshouderij in potentie op?
130
Kan de warme sanering varkenshouderij nu gelijk ingezet worden?
131
Heeft het kabinet enige inzage in het effect van warme sanering varkenshouderij op
de korte termijn?
132
Wat is de technische ontwerpsnelheid van de zeven MIRT-projecten die speciaal stikstofruimte
krijgen?
133
Hoeveel extra woningen kunnen er gebouwd worden zonder de extra uitstoot door aanleg
en gebruik van de verbrede snelwegen bij Utrecht, Eindhoven en Almere?
134
Hoeveel extra stikstof kan er worden gereduceerd door ook ’s nachts maximaal 100 km/u
te rijden?
135
Weet u wat 100 km/u rijden oplevert aan vermeden voertuigverliesuren door vermeden
files?
136
Wat zijn de effecten van de 100 km/u maatregel op de emissies van CO2, van fijnstof en geluid en kunt u aangeven wat dit doet voor de klimaatplannen en
de volksgezondheid/ voortijdige sterfte?
137
Is er toestemming nodig van de Europese Commissie of de European Food Safety Authority
(EFSA) voor de enzymen die moeten worden toegevoegd aan het veevoer?
138
Hoeveel voer moet die enzymen krijgen om het beoogde effect te bereiken en hoeveel
boeren moeten hier aan meewerken?
139
Hoe gaat u lessen trekken uit het luchtwasserdebacle, hoe gaat u fraude met enzymenvoer
voorkomen en hoeveel extra capaciteit van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) is er nodig om dit te handhaven?
140
Kunt u bevestigen dat een uitbreiding van het aantal vluchten op Schiphol zal zorgen
voor een toename van de stikstofuitstoot ten opzichte van de huidige situatie?
141
Kunt u bevestigen dat een uitbreiding van het aantal vluchten op Lelystad Airport
zal zorgen voor een toename van de stikstofuitstoot ten opzichte van de huidige situatie?
142
Wat zou de bijdrage zijn van volledige weidegang voor alle koeien voor de vermindering
van de stikstofdepositie?
143
Welke mogelijkheden voor het aanpassen het veevoer worden besproken met de veehouderijsector?
144
Laat het kabinet de afspraken uit het advies van de Commissie Grondgebondenheid leidend
zijn in de sturing op de samenstelling van het rantsoen?
145
Wat wordt de status van de doelvoorschriften voor de voermaatregelen, op welke wijze
wordt hierop gestuurd en zijn deze afdwingbaar?
146
Welke projecten van wegaanleg of wegverbreding moeten met dit besluit weer op gang
komen? Klopt het dat niet opnieuw onderzocht is of wegaanleg of -verbreding wel noodzakelijk
is bij de nieuwe snelheid van 100km/u?
147
Is het kabinet bereid om voor ieder infrastructureel project te onderzoeken of het
project nog noodzakelijk is gegeven de nieuwe, verlaagde, snelheid?
148
Kan het kabinet aangeven waarom de verbreding van de A27 bij Utrecht nu wel doorgang
zou kunnen vinden, aangezien de maximale snelheid daar niet verlaagd is (deze was
al 100km/u)?
149
Voor hoeveel van de voorgenomen wegverbredingen geldt dat de snelheid al laag was
en dat er dus in dat gebied geen stikstofreductie gerealiseerd wordt?
150
Welke infrastructuurprojecten, die vanwege de stikstofproblematiek stil waren te komen
liggen, is het kabinet voornemens nu weer door te zetten en waarom is voor deze projecten
gekozen?
151
Zijn de zeven genoemde MIRT-projecten een project van nationaal belang voor een ADC-toets
en is het kabinet voornemens om ook andere projecten middels een ADC-toets te vergunnen?
Zo ja welke?
152
Is er een overzicht van benodigde reductie van stikstofdepositie per Natura-2000-gebied?
Zo ja, wilt u dat overzicht verstrekken? Zo nee, waarom is er niet zo’n overzicht?
153
Hoeveel stikstofruimte is er voor deze zeven MIRT-projecten nodig, voor zowel de bouw-
als de gebruiksfase als er zou worden gekozen voor een ontwerpsnelheid van 100 of
80 km/u?
154
Wat betekent het toevoegen van experimentele stoffen aan het veevoer voor de gezondheid
van consumenten of voor de export van vlees en zuivel?
155
Wat kost de veevoermaatregel, wie gaat dit betalen en gaat dit af van de eerdere € 500
miljoen voor stikstofmaatregelen?
156
Welke natuurgebieden zijn door hun omvang en ligging structureel zwak?
157
Is er overleg geweest met de provincies over het wijzigen van de beschermde status
van Natura 2000-gebieden?
158
Typeert u de € 250 miljoen voor natuurherstel- en verbetering als investering of als
compensatie?
159
Op welke manier komt de veiligheid van rijkswegen in gevaar door de stikstofproblematiek?
160
Wordt bij het kritisch bezien van de aanwijzingsbesluiten ook gekeken naar een betere
prioriteitstelling, zoals is verwoord in de motie van het lid Bisschop (Kamerstuk
32 670, nr. 188)?
161
Wat wordt bedoeld met «instandhoudingsdoelen die niet voortvloeien uit de Europese
Vogel- en Habitatrichtlijn»?
162
Welke Natura 2000-gebieden zijn aan de orde om bekeken te worden of de beschermde
status moet worden aangepast?
163
Heeft het kabinet een overzicht van welke aanwijzingsbesluiten van Natura 2000-gebieden
kritisch bezien worden en welke natuurgebieden worden samengevoegd of heringedeeld?
Zo nee wanneer heeft het kabinet dat inzichtelijk?
164
Hoeveel ruimte voor stikstofdepositie komt er vrij door Natura 2000-gebieden samen
te voegen of her in te delen?
165
Wanneer heeft het kabinet de maatregelen die onder het kopje «perspectief landbouw»
worden genoemd klaar en wanneer denkt het kabinet dat deze maatregelen geïmplementeerd
kunnen worden?
166
Hoeveel financiële ondersteuning gaat het kabinet bieden voor de «bijbehorende investeringen»?
167
Kunt u bevestigen dat, zolang de latente ruimte in afgegeven Wnb-vergunningen niet
wordt weggenomen, de stikstofuitstoot feitelijk verder kan toenemen ten opzichte van
de huidige situatie?
168
Hoeveel stikstofreductie verwacht het kabinet dat de emmissiearme landbouw oplevert?
169
Kunt u bevestigen dat, blijkens de studie «Inventarisatie onbenutte emissieruimte
in vergunningen van veehouderijen rondom de Peelvenen» van Pouderoyen Compagnons en
Wageningen University & Research, de gemiddelde latente «stikstofruimte» in natuurbeschermingsvergunningen
voor veehouderijen 25–30% is?
170
Erkent u dat de onduidelijkheid over het salderen met latente ruimte in vergunningen
ertoe leidt dat sommige ondernemers nu zorgen voor een toename van stikstofuitstoot
om daar op een later moment mee te kunnen salderen, zoals nu in Flevoland lege stallen
zijn gevuld met eenden om zo niet-gebruikte capaciteit snel te veranderen in feitelijk
gerealiseerde capaciteit? Zo nee, kunt u dit toelichten?
171
Erkent u dat het hanteren van bijvoorbeeld 4 oktober als peildatum bij het vaststellen
van niet-gebruikte capaciteit en feitelijk gerealiseerde capaciteit binnen afgegeven
vergunningen, de enige mogelijkheid is om te voorkomen dat er een perverse prikkel
ontstaat om op dit moment nog snel extra feitelijke capaciteit te realiseren (lege
plekken in stallen op te vullen bijvoorbeeld), waardoor de uitstoot van stikstof nog
verder toeneemt? Zo nee, kunt u dit toelichten?
172
Hoe verhoudt de zin «Deze worden opgeschoond, met als doel instandhoudingsdoelen die
niet voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, waaronder habitattypen
die na aanwijzing nog zijn toegevoegd, waar mogelijk te schrappen» zich tot de verplichting
uit de Vogel- en Habitatrichtlijn dat een habitattype dat aanwezig is in een Natura
2000-gebied toch beschermd moet worden en in welke situaties is schrappen dan mogelijk?
173
Welke gevolgen heeft het voornemen voor het samenvoegen of herindelen van natuurgebieden
op de omvang van de opgave om voor soorten aanwezig in dat gebied een gunstige staat
van instandhouding te realiseren en betekent dit dat de herstel- of uitbreidingsopgave
in andere gebieden groter wordt?
174
Kent u het bericht «De zogenaamd schone stal is net zo vervuilend als de traditionele
stal» (Trouw, 6 november 2019) en het onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) waar dit artikel op is gebaseerd?
175
Erkent u de conclusie van het CBS-onderzoek dat er minder stikstof in monsters van
mesttransporten wordt gevonden dan verwacht op basis van modellen, en dat dit betekent
dat er meer stikstof in de lucht terechtkomt?
176
Erkent u de conclusie dat deze uitkomsten werden gevonden bij zowel «ouderwetse» stallen
als bij emissiearme stallen?
177
Erkent u dat uit dit onderzoek blijkt dat technieken zoals emissiearme vloeren en
luchtwassers dus veel minder effect hebben dan waar tot nu van uitgegaan wordt?
178
Hoe neemt u de conclusies uit dit onderzoek mee in de aanpak van de stikstofcrisis?
179
Worden de cijfers betreffende de Nederlandse stikstofuitstoot aangepast n.a.v. deze
gegevens uit metingen, omdat eerdere cijfers alleen op modellen gebaseerd werden?
180
Waarom kiest u er opnieuw voor om ondersteuning te bieden aan landbouwers die uit
willen breiden op een «emissiearme» wijze, als onderzoek aantoont dat nieuwe technieken
niet helpen om stallen emissiearm te maken?
181
Bent u, het onderzoek van het CBS in acht nemend, nog steeds van mening dat veehouders
op een duurzame manier uit kunnen breiden?
182
Welke financiële ondersteuning bedoelt u als het gaat om investeringen van landbouwers
in emissiearme technieken?
183
Bent u voornemens additionele subsidies te verlenen voor deze investeringen, aanvullend
aan de € 252 miljoen die al beschikbaar is vanuit het Klimaatakkoord, de extra middelen
t.b.v. de uitvoering van het Urgenda-vonnis, en uit de subsidieregeling voor de warme
sanering van de varkenshouderij?
184
Als bekend is dat «innovatieve emissiearme technieken» weinig tot geen effect hebben
op de stikstofuitstoot uit stallen, hoe denkt u dan een grootschalige reductie van
de stikstofuitstoot in de landbouw te bewerkstelligen?
185
Kunt u aangeven welke natuurherstelmaatregelen u gaat nemen?
186
Kent u het bericht «De strijd tegen stikstof: melkveehouderij steeds meer in het vizier»
(De Volkskrant, 5 november 2019)?
187
Klopt het dat Nederland, op slechts twee landen na, de minste Natura 2000-gebieden
heeft aangewezen in Europa?
188
Klopt het dat Nederland nog steeds geen duidelijkheid heeft vanuit de EU over de derogatie
voor 2020 en 2021?
189
Klopt het dat de Europese Commissie op een tweetal momenten heeft gedreigd met ingebrekestelling
doordat Nederland te weinig Natura 2000-gebieden had aangemeld?
190
Onderschrijft u de zorg die in het bovenstaande artikel wordt geuit over het mogelijk
niet verkrijgen van de derogatie als dit kabinet geen stevige stikstofmaatregelen
neemt?
191
Verwacht u dat de derogatie voor Nederland op het spel staat vanwege de stikstofcrisis?
Zo ja, waar baseert u dat op? Zo nee, waarom niet?
192
Heeft u contact gehad met de Europese Commissie of een Europese werkgroep over de
derogatie i.v.m. de stikstofcrisis? Zo ja, wilt u deze communicatie met de Kamer delen?
193
Hoe denkt u over het verplaatsen van natuurgebieden met de EU te kunnen onderhandelen,
als ook de derogatie op het spel staat en waar ligt voor u de prioriteit?
194
Aan welke voorwaarden moet een natuurgebied voldoen om in aanmerking te komen voor
het opheffen van de Natura 2000-status?
195
Kunt u aangeven welke Natura 2000-gebieden in Nederland nu of in de nabije toekomst
voldoen aan de voorwaarden om de Natura 2000-status op te heffen?
196
Kunt u aangeven wat u bedoelt met het «overhevelen van de bescherming van specifieke
soorten naar een ander gebied»? Gaat het om soorten die voorkomen in volgens u «kleine
Natura 2000-gebieden [die] door hun omvang en ligging structureel zwak zijn en blijven,
zelfs wanneer de hiervoor genoemde herstelmaatregelen worden getroffen»? Klopt het
dat u wilt dat voor deze gebieden de beschermde status (van specifieke soorten) opgeheven
wordt?
Betekent dit dat u van plan bent deze natuurgebieden en de soorten die daarin voorkomen
als verloren te beschouwen en op te geven? Betekent dit dat er in het gebied waar
de bescherming van deze specifieke soorten naartoe overgeheveld zal worden natuur
bij zal komen?
197
Wat zou een krimp van 50% van het aantal varkens betekenen qua reductie van de gemiddelde
stikstofdepositie?
198
Wat zou een krimp van 50% van het aantal kippen betekenen qua reductie van de gemiddelde
stikstofdepositie?
199
Wat zou een krimp van 50% van het aantal koeien betekenen qua reductie van de gemiddelde
stikstofdepositie?
200
Wat zou een krimp van 50% van het aantal geiten betekenen qua reductie van de gemiddelde
stikstofdepositie?
201
Kunt u aangeven of het «samenvoegen of herindelen van natuurgebieden», betekent dat
er robuuste verbindingszones tussen natuurgebieden zullen worden aangelegd? Zo nee,
hoe zullen natuurgebieden dan worden samengevoegd?
202
Wat zou een krimp van 50% van het aantal schapen betekenen qua reductie van de gemiddelde
stikstofdepositie?
203
Betekent het «samenvoegen of herindelen van natuurgebieden» dat het Natuurnetwerk
Nederland zal worden uitgebreid boven op de oorspronkelijke doelstelling? Zo nee,
hoe bent u dan van plan natuurgebieden samen te voegen?
204
Kunt u aangeven aan welke specifieke natuurgebieden gedacht wordt die kunnen worden
samengevoegd?
205
Kunt u aangeven wat u bedoelt met herindelen van natuurgebieden?
206
Wat zou een krimp van 50% van het aantal professioneel gehouden eenden betekenen qua
reductie van de gemiddelde stikstofdepositie?
207
Kunt u aangeven aan welke specifieke natuurgebieden gedacht wordt die kunnen worden
heringedeeld?
208
Hoe verhoudt het volgende citaat uit het rapport «Natura 2000 in Nederland Juridische
ruimte, natuurdoelen en beheerplanprocessen» (Planbureau voor de Leefomgeving, 2011)
«De staat van instandhouding op netwerkschaal, en op landelijke schaal, is ecologisch
echter niet los te zien van de situatie in de afzonderlijke gebieden, die de basiseenheden
van het netwerk vormen. Ten eerste vertalen ontwikkelingen in de gebieden zich direct
naar hogere schaalniveaus. Dit kunnen positieve ontwikkelingen zijn als de verbetering
en uitbreiding van habitats in een gebied, maar het kunnen ook negatieve ontwikkelingen
zijn als het wegvallen van habitats in een gebied. Ten tweede functioneert een deel
van de soorten en habitattypen op landschapsniveau. Voorbeelden zijn trekvogels of
roofvogels die meerdere Natura 2000-gebieden gebruiken, en grondwaterafhankelijke
habitattypen, die over kilometers gekoppeld kunnen zijn aan gebieden waar regen ingevangen
wordt. Als gebieden elkaar aanvullen wat betreft bescherming van de soorten en habitattypen,
treden problemen in de afzonderlijke gebieden minder snel op en zijn speciale maatregelen
minder snel nodig. Gebieden functioneren beter op netwerkniveau wanneer ze onderling
verbonden zijn en wanneer ze beter met de omliggende natuur zijn verbonden.» zich
tot wat gesteld wordt op pagina 5 van de kabinetsbrief: «Zo kan bijvoorbeeld de kwaliteit
van sommige kleine Natura 2000-gebieden door hun omvang en ligging structureel zwak
zijn en blijven, zelfs wanneer de hiervoor genoemde herstelmaatregelen worden getroffen.
Daar waar dat aan de orde is, zal worden bekeken of de beschermde status moet worden
aangepast. Daarover gaat het kabinet met Europese Commissie in gesprek.»?
209
Voor de inzet op emissiearme landbouw worden zowel landbouwers ondersteund die de
keuze maken voor kringlooplandbouw, als landbouwers die de keuze maken hun bedrijf
in de huidige omvang willen voortzetten of uitbreiden; zijn beide opties nevengeschikt?
210
Kan (globaal) worden aangegeven hoeveel activiteiten via een collectieve regeling
worden gelegaliseerd en kan dit per sector worden uitgesplitst?
211
Wanneer zijn bodemkwaliteitskaarten wel en wanneer niet openbaar?
212
Kan het kabinet inzicht geven in welke projecten er via een collectieve regeling worden
gelegaliseerd?
213
Hoeveel stikstofreductie c.q. stikstofverhoging verwacht het kabinet het legaliseren
van projecten via een collectieve regeling oplevert?
214
Hoe verhoudt de norm voor PFAS waar het RIVM nu aan werkt zich tot de nieuwe gezondheidsnormen
waar de European Food Safety Authority (EFSA) eind dit jaar mee komt en wat zijn de
mogelijke implicaties van de veel hogere EFSA blootstellingsnormen voor de bodemnormen
die nu door het RIVM bepaald gaan worden?
215
Welke additionele stappen kan Nederland zetten om alle toepassingen van alle PFAS-stoffen
te verbieden?
216
Wat is de overweging om artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht niet verplicht te stellen
voor besluiten over PFAS en kan dit alsnog gebeuren?
217
Waarom heeft u niet direct PFAS-maatregelen genomen?
218
Waarom wordt alleen het rijkswater meegenomen in de versnelling analyse waterbodems
en niet het regionale watersysteem en geldt de hieruit komende achtergrondwaarde dan
ook voor diepe plassen? Zo nee, waarom niet?
219
Is het de bedoeling dat alle vrijkomende bagger op de landbodem toegepast moet worden
en kunt u aangeven wat de effecten hiervan zijn voor de uitstoot van stikstof en CO2?
220
Hoe wordt het stand-still principe toegepast voor aangetroffen achtergrondconcentraties
PFAS in de waterbodem en geldt hierbij hetzelfde uitgangspunt als voor landbodems?
221
Kan de gehele PFAS-groep als potentieel Zeer Zorgwekkende Stoffen worden aangemerkt?
222
In hoeverre is de voorgenomen vereenvoudiging van besluitvorming in strijd met bestaande
wetgeving die het gebruik van Zeer Zorgwekkende Stoffen moet beperken?
223
Waarom wordt artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing verklaard
en is dat niet in strijd met de verplichting om de verspreiding van Zeer Zorgwekkende
Stoffen juist vooraf te voorkomen?
224
Kan bevestigd worden dat inspraak achteraf geen zin heeft als het gaat om het verplaatsen
of vermengen van grond aangezien de grond en de daarin aanwezige stoffen achteraf
niet gescheiden kunnen worden?
225
Waarom wordt de inspraak vooraf geschrapt, aangezien het gaat om besluiten die achteraf
niet meer teruggedraaid kunnen worden? Wat gebeurt er als grond is toegepast en dit
achteraf onrechtmatig wordt verklaard en als er op dat moment reeds op de grond gebouwd
is en PFAS-stoffen reeds uitgespoeld zijn naar de omgeving?
226
Hoe vaak wordt in betrekking tot bodembesluiten gebruik gemaakt van inspraak vooraf
en hoe vaak van inspraak achteraf?
227
Waarom is de voorgestelde wijziging van het Besluit bodemkwaliteit niet tijdelijk
gemaakt en waarom is er geen datum opgenomen in het besluit waarop deze wijzigingen
weer teruggedraaid worden?
228
Waarom wordt met zekerheid gesteld dat de wetgeving automatisch opgaat in de Omgevingswet,
aangezien de beide Kamers der Staten-Generaal zich nog moeten uitlaten over het wel
of niet in werking treden van de Omgevingswet, en wat gebeurt er met deze beleidswijziging
op het moment dat de Omgevingswet niet volledig in werking treedt?
229
Is het noodzakelijk dat voor een tijdelijk probleem en een tijdelijk handelingskader
een structurele aanpassing in de besluitvorming gerealiseerd wordt?
230
Klopt het dat door het locatiespecifiek maken van het uitgangspunt in het Besluit
bodemkwaliteit de grond en baggerspecie toch verslechteren, in tegenstelling tot het
uitgangspunt?
231
Hoe wordt de «locatie» waarnaar verwezen wordt in het nieuwe «locatiespecifieke» uitgangspunt
bepaald en aan de hand van welke indicatoren wordt een locatie ingekaderd?
232
Wat wordt bedoeld met «Pm later aanvullen» in de begeleidende brief bij het Besluit
bodemkwaliteit, wat had hier behoren te staan en klopt het dat dit een slordige fout
is die is ontstaan door de haast waarmee dit besluit opgesteld is?
233
Waarom is besloten de bevoegdheid over PFAS-besluiten weg te halen bij de lokale volksvertegenwoordiging
zoals vertegenwoordigd in de gemeenteraad of de waterschappen?
234
Hoeveel procent van het jaarlijkse aanbod aan baggerspecie past in de rijksbaggerdepots?
235
Klopt het dat het verlagen van de maximumsnelheid van 130 naar 100 km per uur tussen
6.00 uur en 19.00 uur leidt tot een dakubg vab 0,2% van de totale stikstof uitstoot
in Nederland en wordt dit bevestigd door de berekeningen van de RIVM?
236
Valt deze 0,2% in de Randstad of in de provincies met veel natuurgebieden, waar zitten
de grootste woningbouwopgaven, klopt het dat dit vooral in de Randstad is en dat de
grote natuurgebieden vooral buiten de Randstad liggen?
237
Welk effect zou het hebben op de totale stikstofuitstoot in Nederlandse natuurgebieden
als Zuid- en Noord-Holland uitgezonderd zouden worden van de 100 km/per uur-maatregel
en klopt het dat dit minder dan 0,1% van de totale stikstofuitstoot in de Nederlandse
natuurgebieden is?
238
Hoeveel extra woningen zouden er gebouwd kunnen worden door deze 0,2%, is dat 0,2%
maal 75.000 = 150 extra woningen en hoe relateert u dit aan de uitspraken van de Minister-President
dat de stikstofmaatregelen een substantieel werkgelegenheidseffect zouden hebben?
239
Wanneer kan de Kamer de doorrekeningen van het RIVM verwachten en worden deze doorrekeningen
nog gevalideerd door het PBL en het CPB?
240
Bent u bereid om medewerkers van het RIVM naar de Kamer te laten komen voor een hoorzitting
over het onderwerp stikstof?
241
Klopt het dat de behoefte aan salderingsruimte voor de woningbouw 0,3 mol N per ha
per jaar is en is dit de hoeveelheid stikstofdepositie die nodig is om de woningbouw
weer op gang te brengen?
242
Waarom wordt dan een verkeersmaatregel (100 km/uur) genomen, die een veel hogere depositiewaarde
(1,6 mol N per ha per jaar) heeft en is dit niet met een kanon op een mug schieten?
243
Waarom wordt geen gebruik gemaakt van de Distributiewet 1939 om de woningbouw weer
op gang te brengen en klopt het dat met deze wet in buitengewone omstandigheden de
overheid de productie van woningen kan vorderen, ook van private partijen?
244
In hoeverre zijn de stikstofmaatregelen van 13 november een gevolg van de Vogel- en
Habitatrichtlijn, hoe wordt deze richtlijn in andere landen toegepast, kunt u een
overzicht geven van landen die in het kader van deze specifieke richtlijn de maximumsnelheid
naar beneden hebben bijgesteld en zou een richtlijn in Nederland niet strenger mogen
worden uitgelegd dan in andere EU-landen?
245
Welke grenswaarde wordt in Nederland gehanteerd voor de stikstofdepositie, waar staat
deze depositienorm in de Vogel- en Habitatrichtlijn en klopt het dat de Raad van State
ook geen heldere norm heeft gegeven?
246
Kan de regering een heldere en eenduidige norm formuleren en zou deze norm niet eerst
vastgesteld moeten worden alvorens men tot vergaande maatregelen overgaat, zoals een
verlaging van de maximumsnelheid met 30 km per uur in heel Nederland?
247
Welke mogelijkheden zijn er om de stikstofuitspraak van de Raad van State juridisch
aan te vechten en welke rechtsgang is er mogelijk bij het Europees Hof van Justitie?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
M.E. Haveman-Schüssel, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.