Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 300 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2020
Nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 24 oktober 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 4 oktober 2019 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 22 oktober 2019 zijn ze door de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
1
Waarop is de veronderstelling gebaseerd, dat de nieuwe Omgevingswet niet leidt tot
wijziging van de instroom van zaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak?
Antwoord:
Naar verwachting treedt de Omgevingswet in het jaar 2021 in werking. Voor het begrotingsjaar
2020 zijn er geen (budgettaire) gevolgen. Voor de Afdeling bestuursrechtspraak zijn
de effecten van de nieuwe wet voor het eerst merkbaar in 2022 en 2023. Omdat er nu
nog geen inzicht is in deze effecten zijn de gevolgen voor de instroom van zaken neutraal
gehouden.
2
Waarop is de verhoogde prognose van de instroom van beroepszaken van de Afdeling bestuursrechtspaak
van de Raad van State gebaseerd?
Antwoord:
De prognose van de instroom van beroepszaken in het kader van de Vreemdelingenwet
wordt jaarlijks geactualiseerd en vastgesteld in het overleg van de bij de vreemdelingenketen
betrokken organisaties (waaronder de rechtspraak). De bedoelde cijfers zijn vastgesteld
in de jaarlijkse prognose (november 2018)
3
Wat zijn de budgettaire gevolgen van de versterking van de personele organisatie?
Antwoord:
Een aanpassing van de begroting van de Algemene Rekenkamer was noodzakelijk omdat
door eerdere taakstellingen de taakuitvoering van de Algemene Rekenkamer onder druk
was komen te staan (zie 1e suppletoire begroting 2018 en de begroting 2019). Met de extra middelen wordt de
onderzoekscapaciteit weer in lijn gebracht met de wettelijke taakuitvoering. Daarbij
worden specialismen versterkt zoals beeldexpertise en data-analyse met het oog op
de noodzakelijke verdere innovatie van methoden en technieken van het onderzoek.
Naar aanleiding van de taken- en middelanalyse is afgesproken (Kamerstukken II, 2017–2018
34 775, nr. 5) dat de uitgaven op de begroting van de Algemene Rekenkamer met ingang van 2019 trapsgewijs
structureel wordt verhoogd met oplopend € 3 miljoen in 2022.
De onderzoekscapaciteit van de Algemene Rekenkamer kan hierdoor worden versterkt binnen
de voorgestelde budgettaire ruimte in de begroting 2020 e.v.
4
Komen de klachten die bedoeld zijn voor de Nationale ombudsman ook in alle gevallen
bij hem terecht? Of weet niet iedereen de Nationale ombudsman te vinden?
Antwoord:
De Nationale ombudsman ontvangt jaarlijks veel klachten. Toch komen niet alle mensen
die klachten hebben over de overheid bij de Nationale ombudsman terecht. Vooral burgers
die minder zelfredzaam zijn en daardoor vaak meer afhankelijk zijn van de overheid
bereiken de Nationale ombudsman niet altijd. Daarom wordt momenteel onderzocht wat
er nodig is om ervoor te zorgen dat deze groep mensen de Nationale ombudsman wel weet
te vinden én hoe andersom de Nationale ombudsman hen weet te vinden.
5
Welke kanalen vallen onder «meer kanalen», en welke nieuwe kanalen worden er voorzien,
nu er wordt onder C. Beleidswijzigingen, wordt aangegeven dat «... er meer kanalen
zijn en er steeds nieuwe kanalen bijkomen als het gaat om het stellen van vragen aan
de overheid door burgers.»?
Antwoord:
De Nationale ombudsman ziet dat mensen in toenemende mate online bereikbaar zijn en
hun vragen stellen (bijvoorbeeld via webcare, chats en website applicaties maar ook
via online fora en gespreksgroepen). De ombudsman bekijkt in hoeverre het mogelijk
is om op deze manier ook diensten te verlenen. Een andere manier, waarvan verwacht
wordt dat het effectief zal zijn, is het betrekken en informeren van zogenaamde «intermediaire»
groepen of raadgevers.
6
Wat zijn de budgettaire gevolgen van fysieke aanwezigheid in de regio’s en van betere
online aanwezigheid en bereikbaarheid?
Antwoord:
De Nationale ombudsman krijgt de komende jaren extra middelen om onder andere de online
bereikbaarheid en aanwezigheid te vergroten. Ook met de gemeenten wordt gesproken
over het beschikbaar stellen van extra structurele middelen om de goede dienstverlening
te kunnen blijven leveren.
7
Hoe wordt de communicatie en dienstverlening van de Nationale ombudsman anders ingericht
in verhouding tot eerdere jaren?
Antwoord:
De Nationale ombudsman legt meer de nadruk op effectiviteit. Dit betekent dat vaker
dan voorheen de afweging wordt gemaakt wat in een specifieke situatie de juiste aanpak
is. Afhankelijk van de doelgroep, wordt specifiek maatwerk geleverd qua boodschap
en middel om betrokkenen te bereiken. Dit geldt ook voor de dienstverlening in het
algemeen. Niet alleen rapporten zijn de oplossing maar juist ook snelle, korte (menselijke)
interventies.
De website wordt continue getest op taalkundige en functionele klantvriendelijkheid
en zonodig aangepast. Online aanwezigheid van de Nationale ombudsman op social media
wordt vergroot, bijvoorbeeld door meer aandacht aan webcare, waarbij we reageren op
berichten van burgers en de proactieve variant, waarbij we zelf het initiatief nemen,
webdare.
8
Wat is de oorzaak van het stijgend aantal klachten bij de Veteranenombudsman?
Antwoord:
Het aantal klachten neemt toe, omdat de Veteranenombudsman meer zichtbaar is dan voorheen.
Dit komt onder andere door het uitvoeren van onderzoeken uit eigen beweging en de
speciale Facebook pagina die in 2019 is gestart.
Door vergroten van zichtbaarheid en (behaalde) resultaten in onderzoeken en aanbevelingen,
weten steeds meer veteranen de Veteranenombudsman te vinden. Opvallend is de toename
van jonge Irak/Afghanistan veteranen die een beroep doen op de Veteranenombudsman
en militairen die in actieve dienst zijn. De klachten hebben betrekking op inkomensvoorzieningen,
geneeskundige voorzieningen, schuldenproblematiek, nazorg en erkenning
9
Wat is de reden van de verlaging van de apparaatskosten met ingang van 2020?
Antwoord:
De KNO en al haar ketenpartners maken voor de voordrachten voor Koninklijke onderscheidingen
en de advisering over en afhandeling van deze voordrachten gebruik van een ICT systeem
Daisy. Dit sterk verouderde systeem moest worden vervangen uit hoofde van continuïteit
en beveiliging. Vanaf 2016 is gewerkt aan dit nieuwe systeem, genaamd LINT. In september
2019 is een eerste release van dit systeem opgeleverd. De hogere apparaatskosten waren
hier een gevolg van.
10
Wat is de verklaring van de grote toename in het budget voor decoraties?
Antwoord:
Feitelijk is er in 2019 geen toename van het budget voor decoraties, maar is er in
2018 minder geld uitgegeven dan oorspronkelijk was begroot. In de eerste plaats bleken
er meer geretourneerde onderscheidingen te kunnen worden opgeknapt, waardoor er minder
nieuwe versierselen hoefden te worden gekocht. En daarnaast bleek de voorraad van
een aantal hoge onderscheidingen zodanig te zijn dat de jaarorder van de KNO bij de
Nederlandse Munt lager kon zijn.
11
Waarom zijn de apparaatskosten in 2020 lager dan in 2019, ondanks de eenmalige verhoging
met het Individueel Keuzebudget (IKB)?
Antwoord op vraag 11 t/m 13:
De verklaring ligt in het feit dat de eenmalige verhoging in het kader van het Individueel
Keuzebudget (IKB) voor de Kabinetten van de Gouverneur van Sint Maarten, Aruba en
Curaçao nihil is. Dit aangezien het IKB enkel van toepassing is op de uitgezonden
medewerkers van de Kabinetten. De incidentele verhoging in het kader van de IKB weegt
derhalve niet op tegen de compensatie in het kader van de Eindejaarsmarge voor het
jaar 2019.
12
Waarom zijn de apparaatskosten in 2020 lager dan in 2019, ondanks de eenmalige verhoging
met het Individueel Keuzebudget (IKB)?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 11.
13
Waarom zijn de apparaatskosten in 2020 lager dan in 2019, ondanks de eenmalige verhoging
met het Individueel Keuzebudget (IKB)?
Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 11.
14
Waarom zijn de apparaatskosten in 2020 lager dan in 2019, ondanks de eenmalige verhoging
met het Individueel Keuzebudget (IKB)?
Antwoord:
De apparaatskosten in 2020 zijn lager dan in 2019 omdat de omvang van de eenmalige
verhoging in het kader van de het Individueel Keuzebudget – die de Kiesraad in 2020
ontvangt – lager ligt dan het totaal van de in 2019 ontvangen compensatie Eindejaarsmarge
en Loon- en Prijsbijstelling.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.