Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over verslag IMF voorjaarsvergadering april 2019 (Kamerstuk 26234-226)
2019D40961 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 14 oktober 2019 een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brieven van 15 mei 2019 en 9 oktober
2019 voor de najaarsvergadering van het International Monetary and Financial Committee IMFC op 18 en 19 oktober 2019 (Kamerstuk 26 234, nrs. 226 en 229).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De griffier van de commissie, Weeber
Inhoudsopgave
Blz.
Inleiding
2
Mondiale financieel-economische situatie
2
IMF-programma’s
4
– Argentinië
4
– Oekraïne
5
– Eurozone
6
IMF-middelen en quota
6
IMF Surveillance
7
– Schuldhoudbaarheid in lage-inkomenslanden
8
Overig
9
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van 18 en 19 oktober 2019. De leden hebben daarover nog
een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de voorjaarsvergadering
van het IMF in april 2019 en van de geannoteerde agenda voor de jaarvergadering van
het IMF in oktober.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de jaarvergadering van het IMF.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de IMF-vergadering van 19 oktober 2019. De leden hebben daarover nog een
aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de documenten toegestuurd
door de Minister van Financiën met betrekking tot de jaarvergadering van het IMF 19 oktober
2019.
De leden van SP-fractie hebben met kritische interesse kennisgenomen van de jaaragenda
van het IMF van 18 en 19 oktober.
Mondiale financieel-economische situatie
De leden van de CDA-fractie onderstrepen het belang van het IMF voor het bevorderen
van internationale financiële stabiliteit en samenwerking op monetair gebied. Hierdoor
faciliteert het IMF internationale handel, bevordert het werkgelegenheid en een duurzame
economische groei en helpt het wereldwijde armoede te verminderen. Zaken, die in de
ogen van deze leden, juist wanneer de handelsspanningen tussen landen oplopen, meer
dan eens nodig zijn. De leden van de CDA-fractie zijn blij dat het kabinet het onderwerp
van publieke schulden weer noemt. Deze moeten echt omlaag. Wat deze leden wel een
beetje verbaast, is dat het IMF veel speciale programma’s heeft. Programma’s gericht
op financiële ondersteuning van landen, ook op de versterking van de macro-economische
instituties van een land, toch is er niet een speciaal programma dat zich bezighoudt
met het verminderen van de schuldenlast van een land. Door het verlagen van publieke
schulden kunnen landen minder kwetsbaar worden voor economische schokken en tegelijkertijd
geeft het ruimte voor echte macro-economische hervormingen en voorkomt het dat onnodige
economische ruimte voor de volgende generatie wordt ingeperkt. De leden van de CDA-fractie
vragen de Minister om dit in te brengen in de vergadering. Zou het IMF niet een speciaal
programma voor haar leden kunnen ontwikkelen om de staatsschulden te verminderen?
In dat kader maken de leden van de CDA-fractie zich dan ook zorgen voor de wereldwijde
effecten van de ruime monetaire politiek met als gevolg een mondiaal lage rente. Hierdoor
worden landen niet uitgedaagd om de nodige macro-economische hervormingen te nemen
en schulden te gaan aflossen. Immers, de rente is laag. De leden van de CDA-fractie
vragen de Minister op welke wijze het IMF hierin toch een rol kan spelen. Zijn er
analyses van het IMF om deze buitensporig lage rente het hoofd te bieden? Zo ja, welke
aanbevelingen heeft het hiervoor gedaan?
De leden van de D66-fractie lezen dat er in het World Economic Outlook gesproken wordt over toegenomen neerwaartse risico’s en een krimp van het wereldhandelsvolume,
mede veroorzaakt door de toenemende handelsspanningen. Hoe beoordeelt de Minister
tegen deze achtergrond het recent gesloten handelsakkoord tussen China en de Verenigde
Staten? Hoe evalueert de Minister de effectiviteit van zijn eigen pleidooi en beleid
gericht op het creëren van het door hem geambieerde level playing field in de Chinese markt?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister, net als deze fractie, hecht aan
een open en op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem. Hij pleit dan ook tegen
een verdere toename van protectionistisch beleid en voor de-escalatie van de situatie
bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) middels hervormingen. Voor welke hervormingen
pleit de Minister dan precies? Op welke manier kan de Minister vanuit zijn eigen portefeuille,
gezien het grote belang dat ook hij hieraan hecht, een nog actievere rol spelen om
deze hervormingen door te voeren? Hoe verhoudt de dreigende WTO-crisis zich tot de
Bretton Woods-instellingen? Wat is het advies aan de Kamer van de Minister ten aanzien
van quotahervormingen bij het IMF? Kan de Minister aangeven waarom en door wie de
quota-onderhandelingen zijn stukgelopen en welke rol de Minister hier zelf in heeft
gespeeld? Hoe groot acht hij de kans dat een WTO-achtige crisis zich bij het IMF voordoet
en hoe zou hij nog actiever een rol kunnen spelen om een dergelijke crisis bij het
IMF te voorkomen? Beschouwt de Minister de oprichting van parallelle instituties zoals
de New Development Bank of het Chiang Mai Initiative als een verrijking of een bedreiging voor het multilateralisme en de Bretton Woods-instituties?
De leden van de fractie van GroenLinks waarderen het commitment van de Minister om
via de New Arrangements to Borrow (NAB)-route de slagkracht van het IMF op peil te
houden. Daarnaast spreken de leden hun appreciatie uit voor het feit dat de Minister
zich ook via het Internationaal Monetair en Financieel Comité (IMFC) hard maakt voor
het behoud van de voordelen van het multilaterale financiële systeem. De leden van
de fractie van GroenLinks hebben echter ook een aantal kritische vragen met betrekking
tot de visie van de Minister ten aanzien van de toekomst van het multilaterale financiële
systeem, de manier waarop het IMF schulden beheert en quota.
Allereerst hebben de leden van de fractie van GroenLinks een vraag aan de Minister
aangaande zijn visie met betrekking tot de rol van het IMF in het toekomstige multilaterale
financiële systeem.
Tijdens de G7-ontmoeting voor Ministers van Financiën eerder dit jaar heeft de Singaporese
Minister Tharman Shanmugaratnam beargumenteerd dat het Bretton Woods-systeem zoals
dit nu opgebouwd is afbreekt en Bretton Woods-instituties omgevormd moeten worden
tot een netwerk-georiënteerde structuur die concrete problemen (zoals migratie en
klimaatverandering) kan aanpakken. De leden van de fractie van GroenLinks zijn nieuwsgierig
naar de appreciatie van de Minister van Shanmugaratnams visie.
In aanvulling daarop zijn de leden van de fractie van GroenLinks benieuwd naar de
eigen visie van de Minister met betrekking tot de toekomstige rol van Bretton Woods-instituties,
en specifiek het IMF, in het multilaterale financiële systeem. De leden van de fractie
van GroenLinks zien graag dat de Minister in deze beschouwing ingaat op de toekomstige
afbakening van de rollen van respectievelijk de Wereldbank en het IMF op het moment
dat een toenemende inzet van het IMF met betrekking tot brede welvaart kan leiden
tot coördinatieproblemen met de Wereldbank. Ligt, wat de Minister betreft, een toekomstige
integratie van de twee instituten in het verschiet?
De leden van de SP-fractie constateren dat er tijdens de IMF-jaarvergadering aandacht
zal zijn voor de manier waarop nationaal beleid duurzame, inclusieve groei kan bewerkstelligen.
De leden zien ook dat het vergroten van de economische weerbaarheid en het voorkomen
van de opbouw van kwetsbaarheden in de financiële sector op de agenda staat. De leden
willen graag weten of de Minister vindt dat met een nieuwe directeur van het IMF en
nieuwe voorzitter van de Wereldbank een nieuwe tijd zal aanbreken. Is de Minister
bereid om de dominantie van de VS en de Europese landen binnen het IMF ter discussie
te stellen?
IMF-programma’s
Argentinië
De leden van de VVD-fractie lezen dat Argentinië op 28 augustus 2019 uitstel van betaling
heeft aangekondigd en dat Argentinië in overleg wil met private schuldeisers voor
de herprofilering van nog eens USD 50 miljard aan schuld. Zijn er naast de politieke
onzekerheid in Argentinië nog andere oorzaken voor de sterk verslechterde economische
situatie in Argentinië? Hoe vaak heeft Argentinië in de afgelopen 50 jaar uitstel
van betaling aangekondigd? Wat zijn de mogelijke effecten van de herprofilering voor
de nog uitstaande USD 44 miljard (van de 57 miljard) van het IMF-programma? Welke
maatregelen zijn nodig om de economische stabiliteit te borgen, zo vragen deze leden.
Uit de evaluatie van het laatste steunprogramma aan Argentinië dat afliep in 2006,
blijkt dat door het gebrek aan ownership en implementatiecapaciteit van de Argentijnser
autoriteiten de voortgang met structurele hervormingen om kwetsbaarheden in de economie
te adresseren beperkt wordt. Welke hervormingen heeft Argentinië sindsdien wel en
niet doorgevoerd? Zijn er voldoende hervormingen doorgevoerd om in de toekomst steun
te voorkomen? Welke maatregelen zijn er nog te nemen door Argentinië?
De leden van de CDA-fractie zijn geïnteresseerd in de afspraken met Argentinië. Het
paradoxale lijkt nu te zijn dat ondanks de hervormingen die Argentinië onder de huidige
president heeft doorgevoerd de gunstige effecten zijn uitgebleven. Wat moet hiervan
de conclusie zijn? Heeft het recept van het IMF niet gewerkt? Heeft Argentinië de
aanbevelingen van het IMF onvolledig doorgevoerd? Deze leden zouden hier graag een
analyse van willen hebben. Het gevolg is echter wel, met het steunprogramma nu, dat
het lijkt of het IMF positie kiest voor de huidige regering, maar met een serie maatregelen
komt die meer van hetzelfde lijken en ook weinig populair zullen zijn. Denk aan het
bezuinigen op overheidssalarissen en het verlagen van subsidies. In hoeverre is het
nu het moment om met een ondersteuningsprogramma te komen, terwijl de volgende regering
direct een streep door deze maatregelen kan trekken? Betekent het niet dat we spoedig
weer met een beroep op een extra ondersteuningsprogramma te maken krijgen? En wat
betekent het huidige steunprogramma voor de Nederlandse afdracht aan het IMF?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de stand van zaken van het IMF-programma
in Argentinië. Hoe staat de Minister tegenover een tijdige herstructurering van de
schulden van het IMF? Ziet de Minister een rol voor zichzelf om in bi- of multilateraal
verband actief te zoeken naar een verdere oplossing voor de schuldencrisis nu én/of
deze in de toekomst te voorkomen gelet op de zorgwekkende financieel-economische geschiedenis
van het land? Hoe groot acht hij de impact van de crisis in Argentinië op de Nederlandse
economie?
De leden van de SP-fractie constateren dat het IMF beziet wat de invloed is van een
herprofilering op de schuldhoudbaarheid van Argentinië. De leden vragen de Minister
nu eens kritiek te uiten op de slechte werking van de hervormingspolitiek van het
IMF ten aanzien van Argentinië. De leden zien dat de levensstandaard sterk gedaald
is. De leden zien het verlies van banen voor de overgrote meerderheid van de werknemers
en kleine bedrijven sinds president Macri in 2015 aantrad en zijn bezuinigingshervormingen
uitvoerde die door het IMF vereist waren. De leden vragen de Minister wat hij ervan
vindt dat de financiële markten na een peiling voor de komende verkiezingen extreem
reageerden? Ziet hij hierin ook het bewijs dat het IMF-programma de verkeerde belangen
dient? De leden vragen de Minister om een scherpe analyse en een lange termijnvisie
waarom het beleid van het IMF niet werkt. De leden willen een grondig onderzoek van
de Minister hoe het IMF Argentinië wel kan helpen. De leden vragen de Minister met
deze resultaten aan te kloppen bij het IMF.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of Argentinië recent een recordlening
van USD 56 miljard ontvangen heeft van het IMF. De leden vragen de Minister of de
USD 56 miljard de reële economie is ingegaan. De leden vragen de Minister of de recordlening
aan wereldwijde bankiers en investeerders en hedgefondsen die Macri in 2015 verwelkomde
na zijn aantreden, is uitgegeven.
Oekraïne
De leden van de VVD-fractie lezen dat het budgettair en monetair beleid van Oekraïne
in lijn is met de doelstellingen van het stand-by-arrangement-programma van december
2018 en er vooruitgang is geboekt. Welke hervormingen zijn er doorgevoerd en welke
worden nog doorgevoerd? Wat betreft de hervormingen die zijn doorgevoerd, zijn deze
tijdig en goed gedaan? Welke hervormingen zijn nog niet doorgevoerd en waarom niet?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er vooruitgang geboekt is onder het vorige programma,
o.a. op het gebied van corruptiebestrijding. Hoe wordt de onafhankelijke rol van de
centrale bank gewaarborgd? Zijn er nog maatregelen die genomen kunnen worden om deze
onafhankelijkheid te vergroten? Welke maatregelen worden er nog genomen om het National
Anti-Corruption Bureau of Ukraine (NABU) verder te versterken?
Eurozone
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister tegelijkertijd oproept tot een strenge
naleving van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) én voor een verhoging van het hervormingstempo.
Hoe verhouden volgens de Minister deze twee wensen zich tot elkaar? Is er in zijn
ogen sprake van enige tegenstrijdigheid? Is de Minister van mening dat een rendabele
en productiviteitsverhogende hervorming niet zou mogen worden geïmplementeerd als
hierdoor het overheidstekort boven de SGP-regels uitkomt? Zo nee, kan de Minister
kwantificeren welke marge hij hanteert in zijn beoordeling of de SGP-regels streng
genoeg nageleefd worden? Hoe beoordeelt de Minister de uitspraken van de Italiaanse
kandidaat-commissaris omtrent de ingebouwde flexibiliteit in de SGP-regels1?
De leden van de D66-fractie lezen dat de hervormingsinspanningen in de eurozone zijn
gestabiliseerd op een lager niveau dan voor de crisis. Welke proactieve rol – naast
oproepen in Europese gremia – is de Minister bereid te spelen om de hervormingsinspanningen
in EU-landen te bevorderen, gelet op het feit dat Nederland door de gedeelde munt
en interne markt een sterk belang heeft bij dergelijke hervormingen? Kan de Minister
kwantificeren welke drempelwaardes hij hanteert bij de hoogte van niet-renderende
leningen (NPL’s) en staatsobligaties op de bankbalansen om verdere risicodeling binnen
Europa mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt dit zich tot zijn herhaaldelijk
uitgesproken waardering voor een transparant en op regels gebaseerd financieel-economisch
systeem? Zou verdere risicodeling mogelijk niet juist meer ruimte bieden om nodige
hervormingen door te voeren? Hoe beoordeelt de Minister in dit licht het idee van
Ursula Von der Leyen om de Europese werknemersverzekeringen te herverzekeren? Ziet
de Minister heil in het versterken van het Europees Semester om het financieel-economische
beleid in onze interne markt beter te coördineren, moral hazard in te perken en zodoende de nodige hervormingen op een dwingendere wijze door te
voeren? Zo nee/zo ja, waarom, en wat is zijn strategie om dit doel te bereiken?
IMF-middelen en quota
De leden van de VVD-fractie lezen dat de 15e quotaherziening van het IMF naar verwachting in het najaar van 2019 wordt afgerond.
Welke voorstellen of plannen liggen er op tafel voor de quotamiddelen en quotaformule?
Hoe ziet het krachtenveld eruit? Wat betekenen deze voorstellen of plannen financieel
voor Nederland? In hoeverre gaat er besluitvorming plaatvinden tijdens deze jaarvergadering?
Welke aanpassingen zijn er nodig om landen te prikkelen om werk te maken van noodzakelijke
structurele hervormingen? Wat doet de nieuwe quotaherziening met deze prikkeling?
De leden van de VVD-fractie benadrukken dat de 14e quotaherziening tot aanzienlijke vertraging leidde, vooral aan de Amerikaanse kant.
Verwacht de regering hetzelfde bij de onderhandelingen over de 15e quotaherziening?
De leden van de PVV-fractie willen allereerst weten op welke datum de 15e quotaherziening precies zal worden afgerond. De leden van de PVV-fractie vragen de
Minister tevens meer in detail in te gaan op de vraag wat de financiële gevolgen van
de 15e quotaherziening de komende jaren voor de Nederlandse begroting zullen zijn. Zal de
Nederlandse garantie aan het IMF toenemen en zo ja, is dit wenselijk?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het niet mogelijk is geweest om te komen tot
een quotaherziening van oververtegenwoordigde naar ondervertegenwoordigde landen.
Wat is de positie van Nederland in dit dispuut?
De leden van de fractie van GroenLinks hebben enkele vragen met betrekking rond de
15e Algemene Quota Evaluatie. De Minister constateert dat door de historische bepaling
van quota enkele opkomende markten in het IMF nu ondervertegenwoordigd zijn. Door
de onmogelijkheid van quotaverhogingen kan hun aandeel nu niet verhoogd worden.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen de Minister of hij het problematisch
vindt dat, ondanks het feit dat de regels dit als dusdanig toelaten, de stemverhoudingen
uit de pas lopen met het bbp-deel van landen. Wat zijn hierbij de overwegingen van
de Minister, onder andere met betrekking tot de legitimiteit die het IMF geniet onder
ondervertegenwoordigde lidstaten?
Daarnaast zijn de leden van de fractie van GroenLinks benieuwd naar de positie van
de Minister ten aanzien van over- en ondervertegenwoordiging op het moment dat quotaverhoging
ook onmogelijk blijkt te zijn in de 16e quotaherziening. Vindt de Minister de op dit moment geldende verdeelsleutel op dat
moment nog toereikend?
Ten slotte zijn de leden van de fractie van GroenLinks nieuwsgierig naar de appreciatie
van de Minister van het gegeven dat het overgrote deel van de academische literatuur
betreffende de politieke invloeden op IMF-beleid laat zien dat landen een grotere
kans hebben ondersteuning van het IMF te krijgen als zij goede banden hebben met de
Verenigde Staten. Vindt de Minister dit eerlijk? Zo ja, waarom? Zo nee, wat wil hij
aan deze situatie veranderen, en welke stappen wil hij daartoe zetten?
IMF Surveillance
De leden van de VVD-fractie lezen wat betreft de Comprehensie surveillance review
dat het Koninkrijk nogal wat opmerkingen heeft waar het gaat om realistische ramingen
en mogelijke nieuwe risico’s. Hoe ziet het krachtenveld eruit om deze ramingen realistischer
te maken en de nieuwe risico’s in deze ramingen te verwerken? De leden van de VVD-fractie
lezen dat de Financial Sector Assessment Program (FSAP) Review zich bezighoudt met
de herziening van de financiële sector surveillance. Hoe ziet dit krachtenveld eruit?
En zijn er mogelijk financiële gevolgen voor Nederland in deze herziening?
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat het IMF ook duurzame economische groei als
doelstelling heeft. Blij ook dat de laatste Fiscal Monitor van oktober 2019 als kernthema
het mitigeren van klimaatverandering heeft. In deze monitor wordt een warm pleidooi
voor de invoering van CO2-heffing gedaan. De inkomsten op grond van deze belasting moeten gebruikt worden om
de laagste inkomens te compenseren. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister
hoe hij aankijkt tegen deze aanbeveling. Zijn hier mogelijkheden om op IMF-schaal
de CO2-heffing te gaan invoeren? Wat zouden de gevolgen van het opvolgen van deze aanbevelingen
zijn voor Nederland, wanneer alle lidstaten van de Europese Unie dit zouden doorvoeren?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister zich strijdbaar op te stellen tegen
de voorkeursbehandeling van de financiële sector. De leden vragen de Minister op te
komen voor de kwetsbaarheid van huishoudens en de weerbaarheid van de lokale economie
van lagelonenlanden. De leden van de SP-fractie vragen de Minister expliciet te maken
hoe hij staat tegenover duurzame, inclusieve groei en hoe hij hier invulling aan wil
geven. De leden vragen de Minister waar de grenzen zitten aan de groei en hoe hij
die grenzen denkt te respecteren. De leden vragen de Minister hoe hij hieromtrent
denkt invloed uit te oefenen op de agenda van het IMF.
Is er, zo vragen de leden van de SP-fractie, ruimte voor discussie over het onlangs
verschenen tussenrapport van de OESO «Beyond growth». Is de Minister bereid het initiatief
tot deze discussie te nemen?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom de aanbeveling van het IMF niet
wordt opgevolgd door sommige risico’s in de financiële sector te adresseren door middel
van macroprudentieel beleid en proactief toezicht. De leden vragen de Minister wat
hij gaat doen aan de nimmer aflatende schandalen bij systeembanken in Nederland en
het geringe vertrouwen in de financiële sector. De leden dringen er bij de Minister
op aan de financiële sector te laten krimpen om proactief toezicht te laten werken.
Schuldhoudbaarheid in lage-inkomenslanden
De leden van de VVD-fractie lezen dat oplopende schulden in een substantieel aantal
lage-inkomenslanden het Koninkrijk zorgen baren. Om welke landen gaat het? Nemen deze
landen de benodigde maatregelen om de financiële stabiliteit en houdbaarheid te verbeteren?
Wat zijn de mogelijke financiële gevolgen voor het Koninkrijk van deze openstaande
schulden?
De leden van de D66-fractie lezen dat het aandeel lage-inkomenslanden met schuldhoudbaarheidsproblemen
of een hoog risico hierop sinds 2013 is verdubbeld van 20% tot 40% met alle problemen
van dien. Hoe staat de Minister tegenover het oproepen tot en uitgeven van meer concessionele
financiering om deze problematiek aan te pakken? Ziet de Minister een rol voor Nederland
om concessionele financiering meer op de voorgrond te krijgen, zeker gezien het feit
dat het ontwikkelingsbudget dit jaar het laagste percentage haalt sinds 1973 en tekortschiet
ten aanzien van Europese afspraken?2 Hoe beoordeelt de Minister de bevinding van het IMF dat lage-inkomenslanden de afgelopen
jaren vaker grondstoffen of activa als onderpand voor leningen afgeven? Kan de Minister
aangegeven welke partijen voornamelijk dergelijke leningen afgeven en hoe hij deze
gegevens vanuit geopolitiek perspectief beoordeelt? Ziet hij soelaas in het oprichten
van internationale standaarden in IMF-, Wereldbank- of VN-verband voor het standaardiseren
van dergelijke leningen?
De leden van de fractie van GroenLinks hebben enkele vragen betreffende de visie van
de Minister ten aanzien van het beheer van schulden door het IMF.
Uit een rapport van het Independent Evaluation Office van het IMF uit mei 2018 (een update van een rapport uit 2007)3 blijkt dat IMF-programma’s met herstructurering van schulden meer succesvol zijn
dan programma’s zonder. Het rapport beargumenteert ook dat de economische voorspellingen
van het IMF vaak te optimistisch zijn geweest. Groeiverwachtingen zijn te hoog uitgevallen,
de (positieve) multipliers van anticyclische investeringen zijn onderschat en de positieve effecten van structurele
hervormingsprogramma’s zijn overschat.
De leden van de fractie van GroenLinks zijn benieuwd naar de appreciatie van de Minister
ten aanzien van de rol van schuldherstructurering in IMF-programma’s. In het bijzonder
zijn zij nieuwsgierig naar de visie van de Minister ten aanzien van de vraag hoe de
bevindingen van het rapport op het punt van herstructurering wel of niet complementair
zijn aan de aandacht die de het Koninkrijk vraagt voor het reduceren van schulden
en doorvoeren van structurele hervormingen.
In aanvulling hierop zijn de leden van de fractie van GroenLinks benieuwd naar de
appreciatie van de Minister van de analyse dat anticyclische effecten zijn onderschat
en de positieve effecten van hervormingsprogramma’s zijn overschat. Hoe valt dit,
zo vragen zij zich af, te rijmen met de nadruk van de Minister op hervormingen?
Bovendien hebben de leden van de fractie van GroenLinks een vraag over de omgang van
het IMF met schulden in opkomende economieën. Dat door IMF vereiste hervormingsprogramma’s
door markten in het recente verleden vaak gezien worden als austerity vermoeilijkt de rentree van landen tot private kapitaalmarkten. Welke extra stappen,
zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks zich af, kan het IMF zetten om debiteurlanden
te helpen opnieuw toegang te krijgen tot private kapitaalmarkten? Welke rol kan, zo
vragen de leden van de fractie van GroenLinks, ontwikkelingshulp (vanuit IMF- of andere
kanalen) als aanvulling op IMF-kredieten volgens de Minister spelen in het terugwinnen
van de geloofwaardigheid van markten?
Hetzelfde rapport onderstreept dat het aantal condities waaronder leningen verstrekt
wordt de afgelopen jaren gestegen is. Niet alleen beschouwde het rapport dat de impact
hiervan kwestieus is; ook stelde zij vast dat langere lijsten met condities in toenemende
mate leiden tot politieke turbulentie en onrust (in debiteurlanden als Argentinië,
Oekraïne en Pakistan). De leden van de fractie van GroenLinks zijn benieuwd naar de
appreciatie van de Minister van deze constatering. Ook willen zij graag meer inzicht
hebben in het precieze karakter van de Nederlandse inzet met betrekking tot de «herziening
van het conditionaliteitenraamwerk» (Kamerstuk 26 234, nr. 226). Sluit deze inzet aan op of is zij strijdig met de uitkomsten van het rapport? Waarom,
zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks.
De Minister zet in de geannoteerde agenda uiteen dat de afgelopen jaren steeds vaker
grondstoffen als onderpand dienen voor leningen aan lage-inkomenslanden. De leden
van de fractie van GroenLinks zijn benieuwd naar hoe de Minister de risico’s beziet
van deze fossiele onderpanden op het moment dat zij verworden tot zogenoemde stranded
assets, en welke stappen de Minister vanuit deze risicoanalyse op dit punt wil zetten.
Betreffende het beheer van schulden zijn de leden van de fractie van GroenLinks ten
slotte benieuwd naar een overzicht van (1) de stappen die op dit moment gezet worden
via het IMF klimaatverandering aan te pakken, (2) de interventies met betrekking hiertoe
die voor de komende jaren op de agenda van het IMF staan en (3) de Nederlandse inzet
op dit gebied.
Overig
De leden van de VVD-fractie vragen of er nog gesproken zal worden over de eerdere
suggesties van het IMF en IMF-personeel aan Nederland en Duitsland om extra te investeren
en de lasten te verlichten en zo ja, wat de inbreng van Nederland dan is.
De leden van de PVV-fractie willen verder weten hoe de Minister de oproep van de nieuwe
topvrouw van het IMF, Kristalina Georgieva, dat Nederland extra geld moet steken in
onder andere onderzoek en infrastructuur, beoordeelt.
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat Kristalina Georgieva is aangesteld
als de nieuwe Managing Director van het IMF. In welke opzichten verwacht de Minister
een beleidsverandering van het IMF onder de hoede van Georgieva ten opzichte van haar
voorgangster? Op welke punten komt haar beleidsvisie overeen met die van de Minister
en waar verschillen deze? Hoe is de Minister van plan deze eventuele verschillen te
slechten? Ziet de Minister een mogelijkheid om het Nederlandse beleid beter uit te
dragen door nauwer samen te werken met Axel Van Trotsenburg in zijn nieuwe functie
als World Bank Managing Director of Operations? Zo ja, hoe is de Minister van plan
dit te bewerkstelligen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.