Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. het verslag Voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep van 11 tot en met 13 april 2019 in Washington (Kamerstuk 26234-227)
2019D39986 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
bestond bij enkele fracties de behoefte de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen inzake haar brief d.d. 4 oktober 2019
houdende Inzet Jaarvergadering Wereldbankgroep (Kamerstuk 26 234, nr. 228). Tevens is voor dit schriftelijk overleg geagendeerd het verslag Voorjaarsvergadering
van de Wereldbankgroep van 11 tot en met 13 april 2019 in Washington (Kamerstuk 26 234, nr. 227).
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Meijers
Algemeen
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor haar brieven d.d. 15 mei en 4 oktober
jl. over de vorige vergadering van de Wereldbank en de Nederlandse inzet bij de aanstaande
Jaarvergadering van de Wereldbank. Dit jaar is het 75 jaar geleden dat werd besloten
om de Wereldbank op te richten. Sindsdien heeft de Wereldbank veel belangrijk werk
verricht op het gebied van armoedebestrijding. De leden van de VVD-fractie hebben
naar aanleiding van de brieven van de Minister enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de Nederlandse
inzet bij de Jaarvergadering van de Wereldbankgroep van 18 tot en met 20 oktober aanstaande.
Zij onderschrijven het belang dat het kabinet hecht aan de Bank als middel in het
realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) voor 2030 en de internationale
klimaatagenda. Helaas moeten de leden van de fractie van D66 constateren dat de noodzaak
van het bestaan van de Wereldbank, gezien het aantal mensen dat wereldwijd onder de
armoedegrens leeft, nog niet aan belang heeft ingeboet. Zij ondersteunen dan ook de
proactieve inzet van Nederland op de (herstructurering van de) werkwijze en inzet
van de Bank. Zeker gezien het feit dat de afgelopen jaren het multilaterale systeem
steeds verder onder druk is komen te staan, hechten zij juist aan het behoud van belangrijke
instrumenten als de Wereldbank om welzijn wereldwijd te vergroten en armoede wereldwijd
te bestrijden. Grotendeels kunnen de aan het woord zijnde leden zich vinden in de
Nederlandse inzet in de aankomende Jaarvergadering. De leden danken de regering daarbij
voor de uitgebreide toelichting op het financieel overzicht van de Bank en de Nederlandse
bijdrage eraan.
De leden hebben naar aanleiding van de inzet nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kamerbrief
over de Nederlandse inzet bij de Jaarvergadering 2019 van de Wereldbankgroep. Deze
leden ondersteunen de voorgenomen inzet in algemene zin, maar hebben nog wel een aantal
vragen.
De leden van de SP-fractie hebben de onderliggende stukken gelezen en bestudeerd en
hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
World Development Report 2020
De leden van de CDA-fractie menen met het kabinet dat er een belangrijke rol is weggelegd
voor de private sector voor de verduurzaming van de waardeketen. Deze leden vragen
de Minister om in het verslag van de jaarvergadering van de Bank de besproken best practices hierover mee te nemen.
De Bank roept op om meer diepgaande handelsakkoorden te sluiten. Daarbij steunt het
kabinet de oproep om daarin sectoren mee te nemen die tot op heden buiten de akkoorden
bleven. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister aan te geven om welke (nieuwe)
akkoorden het gaat en om welke sectoren het gaat. Daarbij vragen deze leden de Minister
ook of er naar een intensivering van handelsakkoorden met Afrika gekeken kan worden.
Deze leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd om te lezen dat Nederland de Bank
op zal roepen om zich meer in te zetten voor een duurzaam en inclusief productieproces.
Hoe is de Minister van plan om concreet invulling te geven aan die oproep? Is het
kabinet bijvoorbeeld bereid om de Wereldbank op te roepen tot een aanscherping van
de criteria voor financiering van het bedrijfsleven vanuit de International Finance
Corporation (IFC) op het gebied van duurzaamheid, mensenrechten en belastingontwijking?
Ondanks recente stappen van het IFC om investeringen in vervuilende sectoren zoals
steenkool uit te faseren, blijven er zorgen bestaan over investeringen van het IFC
die direct of indirect (via investeringen in andere financiële instellingen) bijdragen
aan klimaatverandering en verlies van biodiversiteit. Deelt het kabinet deze zorgen?
De leden van de SP-fractie constateren dat uit de stukken blijkt dat de Wereldbank
blijft vasthouden aan de ideologische kleur van weleer. Ondanks de ontkenning van
de Minister tijdens het vorige Algemeen Overleg, menen de leden nog steeds een neoliberale
koers waar te nemen in het beleid van de Wereldbank. Zo wordt gesteld dat de Wereldbank
nog steeds een belangrijke plaats weggelegd ziet voor «integratie van ontwikkelingslanden
in mondiale waardeketens als instrument voor ontwikkeling». Dit lijkt een verhulde
pleidooi voor meer vrijhandel, aldus de leden van de SP-fractie. Kan de Minister dit
bevestigen of ontkennen? Kan zij haar antwoord toelichten?
De leden van de SP-fractie stellen dat het idee dat de Minister in haar brief schrijft
over de betekenis van de mondiale waardeketens voor ontwikkeling, namelijk «Zij kunnen
een belangrijke stimulans voor economische groei en werkgelegenheid zijn. Ook betalen
bedrijven die deelnemen aan mondiale waardeketens vaak hogere lonen en hebben deze
relatief meer vrouwen in dienst.», achterhaald is aangezien deze ketens juist korter
neigen te worden. De Minister spreekt veel bedrijven, gaat naar Davos en de Bilderberg
conferenties, en spreekt CEO’s. Kan zij ook bevestigen dat mondiale waardeketens door
politieke én technologische ontwikkelingen korter lijken te worden, en dat globalisering
op zijn retour is, en dat het daarom gek is dat de Wereldbank er nog steeds zo positief
over spreekt?
De leden van de SP-fractie stellen dat de economie van de toekomst helemaal niet richting
mondiale waardeketens lijkt te gaan, maar juist richting meer lokale economieën. Dus
waarom richt de Wereldbank zich dan nog steeds op een achterhaald denken, vragen deze
leden zich af. Zij vragen om een reactie van de Minister.
Wat dit allemaal nog kwalijker maakt is dat het beleid van de Wereldbank niet in staat
is geweest de schuldenlast voor lage- en middeninkomenslanden te verminderen, zo kunnen
de leden van de SP-fractie lezen in de stukken. Sterker nog, er is een toenemende
groep landen die een «toegenomen kwetsbaarheid [...] voor risico’s op het terrein
van schuldenhoudbaarheid» eraan overhoudt. De leden van de SP fractie vragen zich
af wat dit precies betekent? Zijn er ontwikkelingslanden waarvan de schuldenberg alleen
maar toeneemt? Wat is het effect daarvan op de armoedebestrijding? Is armoedebestrijding
niet de allerbelangrijkste doelstelling van de Wereldbank? Zo ja, dan willen de leden
van de SP-fractie graag een grondige analyse van de oorzaken voor het falen in deze
doelstelling. Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat er eerst
een analyse moet zijn van de oorzaken voor de toegenomen schulden, alvorens de inzet
van de Wereldbank te onderschrijven die stelt dat ze haar eigen instrumenten «nog
sterker» moet inzetten? Is de Minister bereid te onderzoeken of er andere, mogelijk
effectievere, methodes zijn om de schulden te verminderen, met als gevolg minder armoede,
dan op dit moment wordt gevoerd?
In dit kader verbaast het de leden van de SP-fractie in het bijzonder dat het kabinet
de oproep van de Wereldbank om meer diepgaande internationale handelsakkoorden te
sluiten onderschrijft en ondersteunt. De leden van de SP-fractie wijzen op het groeiende
verzet tegen o.a. CETA en het Mercosur-verdrag. De leden van de SP-fractie vragen
zich dan ook af of het niet bevorderend voor het draagvlak voor de Wereldbank zou
zijn als zij zich neutraler op zouden stellen in dit soort politiek beladen discussies.
Is de Minister van plan de Wereldbank hierop te wijzen, of komt het haar wel goed
uit dat de politieke kleur van de Wereldbank overeen lijkt te komen met die van haar,
vragen de leden van de SP-fractie zich af. Een kritische houding op dit punt zou passen
bij de inzet van het kabinet om de Wereldbank op te roepen om meer aandacht te hebben
voor de verduurzaming van waardeketens, en zich in haar beleidsdialoog en ander werk
op dit terrein in te zetten voor een duurzaam en inclusief productieproces met respect
voor mensenrechten en gelijkheid van kansen op eerlijk werk en een leefbaar loon.
De leden van de SP-fractie steunen de inzet van de Minister op dit punt, maar benadrukken
dat verduurzaming van de waardeketen vaak ook verkorting kan betekenen, wat dus ook
steeds vaker gebeurt. Is de Minister dit met de leden van de SP-fractie eens, en is
zij bereid dit te benadrukken tijdens de vergadering?
Update van de implementatie van het Human Capital Project
Nederland roept de Bank op, zo schrijft de Minister, «om meer aandacht te hebben voor
demografische ontwikkelingen (sterke bevolkingsgroei), en daarbij ook het beleid op
gender en op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) te betrekken».
Tot welke inzet roept de Minister de Wereldbank op, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Wat wil ze dat de Wereldbank concreet doet? Deelt de Minister ook de prioriteiten
van David Malpass, zoals infrastructuur en werkgelegenheid? Kan de Minister aangeven
of de afweging bij de selectieve kapitaalverhoging van IFC in 2010, dat wil zeggen
het afzien van deelname door Nederland om ruimte te geven aan opkomende economieën
om hun aandeel binnen IFC te vergroten, ook een rol speelt bij het bepalen van de
hoogte van de Nederlandse inbreng bij IDA19? Kan de Minister inzichtelijk maken in
hoeverre het feit dat IDA inmiddels zelf ook financiering op de kapitaalmarkt ophaalt
gevolg heeft voor de hoogte van de Nederlandse inbreng bij IDA19?
Het productiepotentieel van jonge Afrikanen is schrikbarend laag, namelijk rond de
veertig tot vijftig procent. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om aan
te geven hoe met het huidige Nederlandse beleid deze productiviteit verhoogd wordt
en de conclusies hieromtrent tijdens deze jaarvergadering van de Bank op te nemen
in het verslag.
De Bank beschrijft dat de ontwikkelingslanden een economische transformatie moeten
doormaken. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wat hier precies onder wordt
verstaan en op welke manier Nederland bijdraagt aan deze transformatie. Zo stelt de
Minister in haar brief dat het nodig is dat landen wereldwijd de betrokkenheid van
burgers bij overheidsbeleid en de verantwoording door de overheid moeten versterken.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister in hoeverre dat prioriteit heeft in
ontwikkelingslanden, of dat dit juist betrekking heeft op de westerse landen, en welke
suggesties de Minister kan doen om dit te realiseren.
In 2030 zal naar verwachting 80 procent van de allerarmsten in sub Sahara Afrika wonen,
constateert de Bank. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister om er bij de Wereldbank
op aan te dringen om op korte termijn een strategie te ontwikkelen om deze ontwikkeling
tegen te gaan.
Jobs and Economic Transformation
De leden van de D66-fractie zijn positief over het agendapunt «Jobs and Economic Transformation».
Zij delen de analyse van de Wereldbank dat er een gat dreigt te ontstaan tussen beschikbare
banen en het aantal werknemers dat de arbeidsmarkt instroomt. Een economische transformatie
is daarom cruciaal en daarvoor is, zoals het kabinet terecht noemt, de rol van de
private sector belangrijk. De leden wijzen daarbij tevens naar de al bestaande hoge
werkloosheid onder jongeren in niet alleen lage-inkomenslanden, maar ook middeninkomenslanden
die met deze problematiek te kampen hebben. Zij hadden echter meer concrete stappen
van de Wereldbank op dit punt verwacht. De discussie tijdens de Jaarvergadering is
een eerste stap in het ontwikkelen van een bredere strategie, zo lezen zij, maar is
de regering bereid hier in te zetten op meer concretisering en – met name – meer actie
op dit punt? Zeker omdat, zoals de regering terecht noemt, de Bank hiertoe goed gepositioneerd
is. De leden zien graag een meer proactieve en concrete agenda op dit punt. Deze leden
ontvangen hierop graag een reactie.
De leden van de GroenLinks-fractie onderschrijven de kabinetsinzet op het beter integreren
van het onderwerp Jobs and Economic Transformation in het werk van de Bank. De private sector speelt uiteraard een belangrijke rol,
zoals de Minister beschrijft. Is het kabinet het er echter mee eens dat de rol van
de publieke sector verder gaat dan slechts het faciliteren van de private sector en
dat een duidelijke industriepolitiek cruciaal is voor het op gang brengen van een
inclusieve economische transformatie in ontwikkelingslanden? Is zij bereid om hier
aandacht voor te vragen in de bredere strategie die de Bank zal ontwikkelen op dit
thema?
Herziening stemrechtraamwerk en Negentiende middelenaanvulling van IDA
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de Nederlandse prioriteiten bij de
onderhandelingen over de aanstaande middelenaanvulling van de Wereldbank, IDA19, onvoldoende
afgebakend zijn. In de brief noemt de Minister klimaat, fragiliteit, onderwijs en
private sectorontwikkeling als haar prioriteiten. Welke thema’s zijn voor haar niet
prioritair? Thema’s zijn immers pas prioritair wanneer andere dat niet zijn. Daarnaast
valt het de genoemde leden op dat er licht zit tussen deze prioriteiten en de prioriteiten
van het beleid voor ontwikkelingssamenwerking zoals geformuleerd in het regeerakkoord.
Hoe verklaart de Minister dat?
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse de agendapunten rondom de International
Development Association (IDA) gelezen, zowel de herziening van het stemrechtraamwerk
als de inzet voor de negentiende middelenaanvulling. De leden zijn benieuwd, met het
oog op het eerste punt, of de regering de haalbaarheid van de voorgestelde herziening
kan schetsen? Wat is hierin het speelveld en welke obstakels om tot de voorgestelde
herziening te komen ziet de regering? Kan de regering tevens het speelveld schetsen
voor de onderhandelingen betreffende de negentiende middelenaanvulling van IDA?
De leden van de GroenLinks-fractie ondersteunen de inzet van Nederland op behoud van
de bestaande thematische speerpunten (fragiliteit, klimaat, gender, werkgelegenheid
en bestuur) onder IDA19. Wel hebben zij nog een vraag op het gebied van klimaat. De
brief gaat in op hernieuwbare energie en adaptatie. In hoeverre is er ook aandacht
voor biodiversiteit en verdient dit thema niet een apart speerpunt?
Overig
De leden van de VVD-fractie hechten veel waarde aan transparantie en controleerbaarheid
van de uitgaven op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Tijdens het vorige algemeen
overleg over de Wereldbank van 4 april jl. heeft de Minister de toezegging gedaan
om bij de Wereldbank na te gaan of er meer gedaan kan worden om de toegankelijkheid
van informatie die aan derden beschikbaar wordt gesteld over de uitgaven van de Wereldbank
te vergroten. Hier is zij in haar brieven van 15 mei en 4 oktober jl. niet meer op
terug gekomen. Deelt de Minister de mening dat meer transparantie over de uitgaven
van de Wereldbank noodzakelijk is? Hoe gaat zij vorm geven aan haar toezegging om
hier bij de Wereldbank op aan te dringen?
De leden van de VVD-fractie hebben zorgen over het leengedrag van China bij de Wereldbank.
China wordt niet genoemd in de inzetbrief, maar wat de leden van de VVD-fractie betreft
kan China niet ontbreken in een overleg over de Wereldbank. De genoemde leden kunnen
zich dan ook goed vinden in de eerdere uitspraken van David Malpass, de nieuwe president
van de Bank, die stelt dat de Wereldbank haar relatie met China moet herzien. China
leent immers nog altijd tegen zeer gunstige tarieven veel geld bij de Wereldbank.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het gaat om miljarden per jaar. Kan de Minister
inzichtelijk maken hoeveel geld China jaarlijks van de Wereldbank ontvangt?
De leden van de VVD-fractie vinden het extra bevreemdend dat China zo veel geld tegen
zulke gunstige tarieven mag lenen wanneer de cijfers over de rol van China als uitlenende
partij onder de loep genomen worden. Bekend is dat China aan ontwikkelingslanden overal
ter wereld met behulp van schimmige constructies leningen verstrekt voor bijvoorbeeld
infrastructuur. Deze leningen brengen deze ontwikkelingslanden dan vaak in de financiële
problemen, waarna de Wereldbank vervolgens weer de reddende hand mag komen bieden.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of zij het redelijk vindt dat de grootste
uitlener van geld ter wereld nog zo veel mag lenen bij de Wereldbank. Ziet de Minister
de ontwikkelingsstatus van China en de onterechte voordelen die China op dit moment
geniet niet als probleem? Wat is de inzet van de Minister ten aanzien van de herevaluatie
van de ontwikkelingsstatus van China in het kader van de nieuwe landenstrategie van
de Wereldbank? Is zij voornemens te rol van China te adresseren en coalities te smeden
om een einde te maken aan het ten onrechte behandelen van China als een ontwikkelingsland
om zo de concurrentiepositie van de Nederlandse economie te beschermen?
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie de Minister of de status van China als
ontwikkelingsland op enig moment tijdens deze vergadering besproken wordt. Wanneer
dat het geval is vragen de leden de Minister om er op in te zetten dat China behandeld
wordt als een ontwikkeld land. Wanneer dat niet het geval is vragen de leden de Minister
dit waar mogelijk te adresseren.
De leden van de D66-fractie herinneren zich een recente studie van de Wereldbank genaamd
«Women, Business and the Law», over aantoonbare juridische obstakels voor vrouwen
in landen over de gehele wereld. Om precies te zijn was volgens de studie in 187 landen
sprake van genderdiscriminatie als het gaat om gelijke salarissen tussen mannen en
vrouwen. De aan het woord zijnde leden vinden dit vanzelfsprekend resultaten waar
zo snel mogelijk verandering in gebracht moet worden. De leden zijn daarom benieuwd
wat de opvolging van deze studie is geweest en in hoeverre dit punt ook tijdens de
komende Jaarvergadering besproken zal worden? Aangezien het niet specifiek op de agenda
staat, is Nederland bereid dit punt alsnog op enige wijze in te brengen in de Jaarvergadering?
De leden vragen dit tevens met het oog op de belangrijke plaats die gender heeft in
de beleidsnota van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen ook of de Minister bij de Bank wil pleiten
voor het opstellen van een Wereldbank-brede strategie op het gebied van biodiversiteit
en ecosystemen, zodat de Bank zo goed als mogelijk kan bijdragen aan het ondersteunen
van partnerlanden bij inclusief beheer en behoud van cruciale ecosystemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.