Brief regering : Verslag van de informele Landbouwraad van 22-24 september 2019
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1199
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de informele Landbouwraad
die op 22-24 september jl. plaatvond in Helsinki.
ONDERWERPEN OP DE INFORMELE LANDBOUWRAAD
Bevorderen van duurzame landbouw door middel van koolstofvastlegging
Het Finse voorzitterschap agendeerde als centraal thema de vastlegging van CO2 in landbouwgronden en op welke wijze het GLB dit kan bevorderen. In zijn inleiding
benadrukte het voorzitterschap dat landbouw niet alleen veel potentie heeft om CO2op te slaan en daarmee een bijdrage te leveren aan het mitigeren van klimaatverandering.
CO2-opslag stelt de landbouw ook beter in staat om teweer te stellen tegen de gevolgen
van klimaatsverandering. Centrale vraag in het debat was hoe het toekomstige GLB hieraan
kan bijdragen.
Zoals gebruikelijk kregen belangrijke stakeholders gelegenheid de ministers over dit
thema toe te spreken. COPA-COGECA (de unie van de twee grote agrarische koepelorganisaties
COPA en COGECA en de sterkste belangengroep voor Europese boeren) benadrukte dat boeren
gecompenseerd moeten worden voor hun bijdrage om CO2 in de bodem op te slaan. Daarbij sluit zij niet uit dat ook private financiering
hierin een rol kan spelen. CEJA, de overkoepelende organisatie die jonge boeren uit
heel Europa samenbrengt en een van de belangrijkste pleitbezorgers voor de agrarische
sector in Europa is, benadrukte de urgentie van de problematiek en wees op verbetering
van watermanagement, maar ook het gebruik van biotechnologie voor snelle aanpassing
van gewassen. Het European Environmental Bureau, de federatie van meer dan 140 niet-gouvernementele milieuorganisaties, gevestigd in
alle 27 lidstaten van de Europese Unie, kandidaat-lidstaten en een aantal omliggende
landen, ziet graag een veel grotere ambitie om met het toekomstige GLB een bijdrage
aan de klimaatproblemen te leveren. Volgens hen zou zeker 50% van het GLB-budget hiervoor
geoormerkt moeten worden en zou een hoog niveau van conditionaliteit daarin wezenlijk
zijn.
Commissaris Hogan ziet goede mogelijkheden om met het toekomstige GLB een deel van
de oplossing te bieden en hecht daarbij ook aan vasthouden aan conditionaliteit. Hij
wees erop dat er nog open vragen zijn: hoe effectief de opslag van CO2 te meten en in de grond vast te houden. De missie «healthy soils & food» in kader van Horizon Europe zal daarin helpen. Ook precisielandbouw en uitbreiding agro-bosbouw kan hierbij helpen,
aldus Hogan. Ook benadrukte de Europese Commissie dat de groeiende productiviteit
in de landbouw helpt om meer landbouwgrond te benutten voor aanplant bos en energiegewassen.
Het is daarbij noodzakelijk om snel ervaring op te doen middels pilots.
Het Europees Parlement onderstreepte ook de noodzaak om CO2-opname beter te kunnen monitoren, maar wees er ook op dat de emissie van klimaatgassen
uit de landbouw verminderd moet worden. In principe levert het toekomstige GLB met
de mogelijkheden in de 1e en 2e pijler goede instrumenten, maar de grote voorgenomen bezuiniging op de 2e pijler helpt hier niet bij, aldus het EP.
Hierop volgde een tafelronde waarbij de lidstaten in gelegenheid werden gesteld om
te reageren op de vragen die het voorzitterschap had voorgelegd: biedt het herziene
GLB een bruikbaar instrumentarium voor de klimaatuitdaging? Hebben lidstaten al specifieke
maatregelen voor ogen die zij in hun Nationale strategische plannen (NSP) willen opnemen?
Zijn er goede praktijken in de lidstaten die gedeeld kunnen worden?
Veel lidstaten, waaronder Nederland, hechten aan het belang om regionaal te kunnen
inspelen op klimaatproblemen. Deze lidstaten willen ook ruimte om de conditionaliteitsregels
aan te kunnen passen aan regionale omstandigheden en noden. Deze lidstaten waarschuwen
dat conditionaliteitregels niet ontmoedigend moeten werken voor boeren. Dit zou namelijk
het gebruik van eco-regelingen onaantrekkelijk maken voor de boeren.
Ik heb het belang van CO2-vastlegging in landbouwgrond ook onderstreept, niet alleen als mitigatiemaatregel
maar ook met het oog op aanpassing van de landbouw aan klimaatverandering, biodiversiteit
en kringlooplandbouw. Nederland zal niet alleen gebruik maken van het toekomstige
GLB maar ook nationale middelen inzetten om de gestelde doelen te verwezenlijken.
Binnen het GLB zie ik vooral kansen in het instrument van de eco-regelingen. Ook andere
lidstaten zien de groene architectuur als een effectief instrumentarium om koolstofvastlegging
te verbeteren in Europa. Een groep lidstaten hecht daarbij aan een stevig niveau van
conditionaliteitseisen. Een aantal lidstaten wijzen op het belang van de instrumenten
in de 2e pijler van het GLB met oog op effectieve klimaatmaatregelen.
Een aantal lidstaten pleit voor toenemende substitutie van kunstmest door (verwerkte)
dierlijke mest. Andere lidstaten hechten sterk aan het behoud van het areaal permanent
grasland in het kader van CO2-vastlegging. Een groep lidstaten wijst nog op het belang van behoud en uitbreiding
bosareaal.
Hoewel lidstaten zich niet negatief uitlaten over handelsverdragen, wordt aandacht
gevraagd voor behoud van een concurrerende landbouw binnen de EU. Zo wordt gewezen
op het belang van reciprociteit in handelsverdragen. De uit derde landen geïmporteerde
landbouwproducten moeten ook op klimaatverantwoorde wijze geproduceerd zijn, aldus
deze groep.
Een grote groep lidstaten roept de andere lidstaten op om zich ambitieus en offensief
op te stellen met inzet van GLB op klimaatproblemen. Alleen dan kan het substantieel
GLB-budget onderbouwd worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit