Lijst van vragen : 35300-VIII Verslag houdende een lijst van vragen inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
2019D39485 Lijst van vragen en antwoorden
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de regering over de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (35 300-VIII, nr. 2).
Voorzitter van de commissie, Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie, La Rocca
Nr
Vraag
1
Welke investeringen kunnen er niet gedaan worden als de OCW-begroting niet wordt aangenomen?
2
Hoe vaak in het afgelopen decennium zijn de leerling- en studentenaantallen onderschat,
en hoe vaak zijn ze overschat? Klopt het dat er een trend is dat de aantallen vaker
worden onderschat, waardoor er meer middelen vanuit de eigen begroting moeten worden
vrijgemaakt?
3
Waarom komt het groot investeringsfonds voor onder andere het stimuleren van kennisinnovatie
en infrastructuur, waarover de Koning heeft gesproken in de troonrede, niet voor in
de begroting OCW 2020? Betekent dit dat het in de troonrede aangekondigde investeringsfonds
niet ten goede komt aan het onderwijs? Zo ja, wat gaat u doen om te zorgen dat het
onderwijs alsnog kan profiteren van het investeringsfonds? Zo nee, waarom wordt het
investeringsfonds niet genoemd in de begroting van OCW 2020?
4
Kunt u een overzicht maken van subsidies en bestuursbeurzen die jongerenorganisaties
ontvangen vanuit OCW en andere ministeries?
5
Hoe is het te verklaren dat de meevaller in opbrengsten vanuit het leenstelsel voornamelijk
uit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) afkomstig is?
6
Zijn er cijfers beschikbaar over studievertraging en/of uitval ten gevolge van stagediscriminatie?
7
Op welke manier(en) komt de herijking van de structurele onderwijsbekostiging concreet
ten goede aan duurzame en groene onderzoekstrajecten?
8
Hoe wordt het bedrag van de loon- en prijsbijstelling vastgesteld en op welk moment?
9
Kunt u bevestigen dat de begrote uitgaven voor initieel onderwijs worden gekwalificeerd
als consumptieve overheidsuitgaven, terwijl het in feite investeringen in mensen betreft,
die gemiddeld minstens 40 jaar renderen? Kunt u toelichten waarom deze uitgaven niet
als «overheidsinvesteringen» gekwalificeerd worden?
10
Wat is het verschil tussen subsidies en opdrachten?
11
Hoeveel JOGG-gemeenten (Jongeren Op Gezond Gewicht) zijn er momenteel?
12
Hoeveel procent van het aantal scholen heeft een gezonde schoolkantine?
13
Hoeveel procent van het aantal scholen heeft een rookvrij schoolplein?
14
Kunt u een overzicht geven van de totale middelen beschikbaar voor al het onderwijs,
inclusief een uitsplitsing naar techniek, voor en na de «Van Rijnschuif»?
15
Klopt het dat niet alles wat in de sectorwetten staat waar de inspectie toezicht op
houdt, verwerkt is in de Wet op het onderwijstoezicht? Zo ja, wat is de reden hiervoor
en hoe is beslist wat er in de Wet op het onderwijstoezicht thuishoort?
16
Kunt u de Kamer voorzien van een overzicht van de hoogte van de bovenwettelijke uitkeringen,
uitgesplitst naar onderwijssector en uitgesplitst naar de aard van de bovenwettelijke
regeling?
17
Welke kosten van Leven Lang Ontwikkelen vallen onder de OCW-begroting en welke kosten
onder de SZW-begroting?
18
Hoe had de «taakstelling OCW» uitgepakt per beleidsartikel als deze niet was teruggedraaid
in het regeerakkoord? Was deze taakstelling al in mindering gebracht op onderwijsinstellingen
of moesten instellingen hier nog op gekort worden?
19
Welke bewindspersonen waren verantwoordelijk voor de «taakstelling OCW» tijdens Rutte
II?
20
Kunt u de Kamer voorzien van een tabel van de totale publieke onderwijsbekostiging
van NUFFIC in de afgelopen vijf jaar?
21
Hoeveel subsidie ontvangt het project «versterking medezeggenschap» in het funderend
onderwijs van het Ministerie van OCW?
22
Welke kosten heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2018 en
2019 gemaakt ten behoeve van (leden van) het Koninklijk Huis? Welk bedrag is hiervoor
precies gereserveerd in de begroting van 2020?
23
Kunt u aangeven wat de uitkomst is van de gesprekken met het Nationaal Instituut voor
Budgetvoorlichting (Nibud) over het meenemen van studenten in de berekening van de
koopkracht?
24
Wat klopt er van de constateringen in het OESO-rapport (Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling) «Education at a Glance» dat leraren in het voortgezet
onderwijs in Nederland gemiddeld 29% méér leerlingen hebben dan hun collega’s in de
EU, het maximaal aantal lesuren van een leraar in Nederland 750 is, wat 41 uur meer
is dan het OESO-gemiddelde voor leraren in de onderbouw en 83 uur meer dan het OESO-gemiddelde
voor bovenbouwleraren? Is het voorzien dat dit allemaal ook zo blijft, met alle gevolgen
van dien voor de werkdruk van leraren?
25
Kunt u een meer specifieke streefwaarde geven van het «succes eerstejaars mbo» en
«succes doorstromers in eerste jaar hbo»?
26
Welke voorwaarden mogen scholen voor voortgezet onderwijs stellen aan havisten die
hun havodiploma hebben behaald en willen instromen in atheneum 5? In hoeverre verschillen
deze voorwaarden van de voorwaarden die scholen mogen stellen aan vmbo'ers die hun
vmbo-t-diploma hebben behaald, die willen instromen in havo 4?
27
Kunt u uiteenzetten hoe u gaat bepalen welke kinderen een risico op een onderwijsachterstand
hebben?
28
Kunt u specificeren wat de verwachte inhoud van de meerjarige agenda’s wordt, die
opgesteld worden naar aanleiding van de Gelijke Kansen Alliantie?
29
Hoe is het te verklaren dat het aantal vroegtijdige schoolverlaters in het mbo tussen
2016–2017 en 2017–2018 gestegen is?
30
Wat gaat u anders doen dan in de afgelopen jaren om het aantal voortijdige schoolverlaters
terug te dringen naar 20.000 in 2019–2020, nu zich in 2017–2018 bij de realisatie
juist een stijging aftekende?
31
Waar komen de nieuwe streefcijfers voortijdig schoolverlaten (vsv) vandaan? Met wie
maakt u afspraken hierover? Hoe worden de streefcijfers bereikt?
32
Heeft u ook overwogen om ondanks de dalende leerlingenaantallen in het voortgezet
onderwijs, het betrokken budget voor de sector te handhaven op hetzelfde niveau, zoals
ook in 2014 gebeurde bij het Nationaal Onderwijsakkoord? Op grond van welke overwegingen
heeft u besloten deze weg niet in te slaan?
33
Wat hebben de maatregelen om het passend onderwijs voor kwetsbare leerlingen te versterken,
die u aankondigde in de onderwijszorgbrief en de Kamerbrief Stand van zaken thuiszitters,
inmiddels opgeleverd in termen van vermindering van het aantal thuiszitters? Welke
maatregelen zijn effectief gebleken en welke in mindere mate?
34
Hoe hoog zijn de bedragen die beschikbaar komen voor de maatwerkregeling voor krimpscholen
in het voortgezet onderwijs (vo) en voor de structurele regeling waaruit geïsoleerde
kleine vo-scholen extra geld kunnen ontvangen? Zijn deze bedragen ook structureel
beschikbaar in de begroting? Zo ja, waar staan deze bedragen? Zo nee, op welke wijze
gaat u structureel hiervoor geld vrijmaken?
35
Welke andere landen hebben ook een systeem dat vergelijkbaar is met het passend onderwijs
in Nederland? Wat zijn de knelpunten die in deze landen ervaren worden?
36
Hoeveel kinderen die hoogbegaafd zijn kunnen van dit onderwijs- en/of ondersteuningsaanbod
gebruikmaken?
37
Hoeveel hoogbegaafde kinderen hebben extra onderwijs- en/of ondersteuningsaanbod nodig?
38
In welke regio’s in Nederland is er een goed aanbod van onderwijs aan hoogbegaafde
kinderen?
39
Wat is de hoogte van de hoogbegaafdensubsidie per hoogbegaafd kind?
40
Wat is de hoogte van de ouderbijdrage per school die ouders met hoogbegaafde kinderen
aan ouderbijdrage moeten betalen?
41
Wat zijn in meerjarenperspectief de afrekenbare doelen van de samenwerking met onder
meer de sector- en vakorganisaties aan de landelijke tafel lerarentekort om de instroom
in de lerarenopleidingen te verhogen, van de subsidieregeling voor de regionale aanpak
van het lerarentekort en van de plannen om werken in het onderwijs aantrekkelijker
te maken in termen van reductie van het lerarentekort?
42
Wat is de omvang van het oplopende lerarentekort in het po, vo en mbo in 2020? Kunt
u deze specificeren voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal
onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs? Kunt u deze tevens
specificeren per regio?
43
Wat klopt er van de stelling van de Algemene Onderwijsbond (Onderwijsblad, oktober
2019, blz. 15) dat uw maatregelen om het lerarentekort aan te pakken, weinig effectief
zijn? Kunt u specifiek ingaan op de effectiviteit van: de stille reserve benutten;
werkloze leraren terugbrengen; zijinstromers verleiden; parttimers overhalen; ouderen
laten doorwerken;
jongeren interesseren?
44
Kunt u nader specificeren hoe u de «stille reserve» gaat aanwenden? Kunt u specifiek
aangeven hoe u gaat voorkomen dat personeelstekorten in andere sectoren, zoals de
zorg (een derde van de «stille reserve»), verder oplopen door deze maatregel?
45
Wat wordt er precies gedaan om de (zij)instroom in de lerarenopleidingen te verhogen?
Wat zijn de resultaten hiervan per sector?
46
Op welke manier trekt u mensen met een lesbevoegdheid aan voor het onderwijs? Wat
is hiervan het resultaat geweest qua instroom?
47
Welke redenen zijn er volgens u voor het vele parttime werken in het onderwijs? Ziet
u hier een link met de hoge werkdruk in het onderwijs? Op welke manier denkt u leraren
te verleiden meer te gaan werken als de arbeidsomstandigheden in het onderwijs niet
verbeteren?
48
Hoe gaat u bijdragen aan de verbeteringen van de werkomstandigheden in onder andere
het voortgezet onderwijs, aangezien u al € 270 miljoen in het primair onderwijs heeft
geïnvesteerd?
49
Is er volgens u behoefte aan het uitbreiden van het lerarenportfolio? Hoeveel leraren
maken op dit moment actief gebruik van het lerarenportfolio? Hoeveel geld kost dit
jaarlijks?
50
Wat wordt bedoeld met de Wet beroep leraar? Is dit een nieuwe wet? Wat is het doel
van dit wetsvoorstel? Wanneer gaat de Kamer daar meer over horen?
51
Kunt u een meer specifieke streefwaarde geven van het «aandeel afgestudeerden bèta-techniek»
in het hbo, wo en van het «aandeel mbo-studenten techniek»?
52
Waarom zijn er geen rendements- of studiesuccescijfers opgenomen in de begroting?
Kunnen deze alsnog worden gepubliceerd?
53
Kunt u aangeven wat het percentage mbo/hbo/wo-afgestudeerden is dat ruim een jaar
na afstuderen aan het werk is wanneer niet een ondergrens van 12 uur per week wordt
gehanteerd maar het aantal uren van een gemiddelde werkweek à 31 uur?
54
Op welke concrete manier gaan brede universiteiten die ook bètatechnische studies
aanbieden profiteren van de herijking van de structurele onderwijsbekostiging?
55
In hoeverre zal de vervanging van schoolvakken door leergebieden nog uitgangspunt
vormen van de herziening van het curriculum voor het po en het vo? In hoeverre is
zo'n uitgangspunt verenigbaar met een streven naar een betere aansluiting op de samenleving,
arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs?
56
Wanneer is de genoemde «brede verkenning aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt» beschikbaar?
Wanneer wordt de onderzoeksopzet met de Kamer gedeeld? Heeft de Kamer inspraak in
die opzet?
57
Kunt u uiteenzetten wat de verwachte kosten worden voor het stellen en bewaken van
strakke kaders voor onderwijskwaliteit naar aanleiding van het wetsvoorstel Meer ruimte
voor nieuwe scholen?
58
Wat heeft de financiering met een verschuiving van 2021 naar 2020 tot gevolg voor
het vervolg in 2021 van de verkenning van een digitaal overzicht van scholingsmogelijkheden
voor volwassenen en een programma flexibilisering in het mbo?
59
Wat is het beoogde doel van de begrote € 11,75 miljoen voor het actieprogramma Leven
Lang Ontwikkelen? Kunt u specificeren waaraan dit bedrag precies wordt besteed? Hoeveel
van dit bedrag is al juridisch vastgelegd?
60
Wat is er bekend over het zogenoemde succesvolle experiment van de Dienst uitvoering
onderwijs (DUO) met betrekking tot aantallen debiteuren, openstaand debiteurenbedrag,
voldaan bedrag en succesvolle betalingsregelingen?
61
Kunt u een overzicht geven van de gevolgen voor de geldstromen tussen overheid en
wetenschap wanneer alle wetenschappelijke publicaties voor iedereen gratis toegankelijk
zijn?
62
Wanneer is het specifieke plan van aanpak met betrekking tot open access beschikbaar?
63
Kunt u specificeren hoeveel extra geld er vrijkomt voor de toegankelijkheid van cultuur
voor kinderen uit arme gezinnen en personen met een handicap? Hoe u dit geld gaat
inzetten ter bevordering van de toegankelijkheid?
64
Kunt u specificeren hoeveel geld er gaat naar het bereiken van een gelijke verdeling
van zorg, zodat vrouwen meer uren kunnen werken?
65
Klopt het dat zonder wetswijziging het streefcijfer uit de Wet bestuur en toezicht
zal vervallen?
66
Op welke punten voldoet Nederland nog niet aan het CEDAW1-verdrag?
67
Welke acties worden ondernomen om wel aan het CEDAW-verdrag te voldoen?
68
In hoeverre dragen de investeringen in de ICT-systemen van DUO bij aan de meer persoonsgerichte
manier van het innen van schulden?
69
Wat is de achterliggende reden dat er lagere uitgaven zijn op de omzetting van lening
naar gift bij mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol), waardoor er een
meevaller in de studiefinancieringsraming is? Is het zo dat er meer mbo-bol-studenten
met een lening blijven zitten?
70
Hoe werkt de tegenvaller op de leerlingen- en studentenraming en studiefinancieringsraming
door op de rest van de OCW-begroting? Welke artikelen vangen dit bedrag op?
71
Waarom moeten onderwijsinstellingen de rekening betalen van het achterstallig onderhoud
bij DUO?
72
Wat wordt bedoeld met de term «intertemporele compensatie», die is toegepast omdat
het kasritme van de problematiek (ICT-systemen bij DUO tussen 2019 en 2024) niet aansluit
bij dat van de dekking, en wat zijn de financiële gevolgen en effecten van deze compensatie
over de jaren heen?
73
Hoeveel incidenteel geld is er beschikbaar voor het basisonderwijs, zodra er afspraken
gemaakt zijn over hoe de € 285 miljoen voor arbeidsvoorwaarden in het basisonderwijs
moeten worden besteed?
74
Waarom is er, ondanks het feit dat instellingen die lesmateriaal voor mensen met een
visuele beperking maken te maken hebben gehad met forse kostenstijgingen, al sinds
2009 geen loon- en prijsbijstelling in het subsidiebedrag voor deze instellingen opgenomen?
75
Is er voor instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking maken
zicht op een loon- en prijsbijstelling vanaf 2020, gezien de toenemende kosten die
deze instellingen ervaren?
76
Waaruit wordt het incidentele geld dat vrijkomt voor het basisonderwijs na het sluiten
van een cao betaald?
77
Onder welk artikel in de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is de € 285
miljoen voor de arbeidsvoorwaarden in het basisonderwijs te vinden?
78
Waar kan het lpo2-geld nu niet aan besteed worden, nu het wordt gebruikt ten behoeve van de dekking
van de taakstelling? Wie heeft hier nadeel van?
79
Wat zijn de gevolgen in de bekostiging, nu er een tegenvaller op de leerlingen- en
studentenraming en studiefinancieringsraming staat?
80
Hoeveel betreft de overboeking naar het Ministerie van Financiën als het gaat om het
continueren van de fiscale scholingsaftrek?
81
Wat zijn de criteria voor de zogenoemde «scherper afgebakende kern» in het curriculum
van het funderend onderwijs?
82
Kunt u bevestigen dat de aanvullende middelen uit de mediavisiebrief van € 40 miljoen
ook wel opgevat kunnen worden als het structureel maken van de incidentele compensatie
van € 40 miljoen naar aanleiding van de motie-Pechtold c.s.3 tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) van 2018?
83
Kun u nader ingaan op de verschillen in de reeks «aanpak werkdruk primair onderwijs»
bij de voorjaarsnota (schooljaar) en de begroting (kalenderjaar)?
84
Welke projecten vinden er plaats door de inzet van middelen voor aandacht voor hoogbegaafde
kinderen?
85
Hoeveel hoogbegaafde kinderen hebben op dit moment geen passend onderwijs?
86
Welke scholen experimenteren met onderwijsvormen die aansluiten bij de creativiteit,
het denkproces en capaciteiten van hoogbegaafde kinderen?
87
Hoeveel hoogbegaafde kinderen zijn thuiszitters?
88
Klopt het dat het bij de «ombuigingen» die tabel 4 vanaf 2020 vermeldt als twee structurele
lumpsumkortingen, namelijk een korting op de lumpsum mbo van circa € 2,5 miljoen per
jaar en een korting op de lumpsum hoger onderwijs van circa € 3,1 miljoen, om nieuwe
additionele ombuigingen gaat?
89
Kunt u bevestigen dat bij het saldo intensiveringen en ombuigingen per sector op beleidsartikel
6 en 7 post G49 is opgenomen, te weten «Halvering collegegeld eerstejaars HO»? Kunt
u een tabel maken van het saldo intensiveringen en ombuigingen per sector voor beleidsartikel
4, 6 en 7, waarbij de intensiveringen enkel bestaan uit onderwijsgelden aan onderwijsinstellingen?
90
Wat is de reden dat intensiveringen in cultuur de komende jaren afnemen (blz. 30),
maar dit voor 2020 niet blijkt uit de tabellen op blz. 99 en 100?
91
Wat betekent «nog nader in te vullen subsidies» en «opdrachten»? Waaraan wordt gedacht,
waaruit bestaan ze, wat zijn de plannen? Is dit geld nog beschikbaar voor bestedingen?
Wat gaat er mis als dit geld wordt besteed aan in de begroting nog niet genoemde doelstellingen?
92
Hoeveel niet-juridisch verplichte middelen in euro’s zijn nog niet bestemd voor bepaalde
doeleinden?
93
Wat is het doel van het genoemde «digitaal overzicht scholingsmogelijkheden»? Hoe
wordt dat gemeten?
94
Kunt u inzicht geven in het aantal uur dat in het basisonderwijs besteed wordt aan
lessen gericht op gezonde leefstijl, zowel inclusief als exclusief gymlessen? Om welke
lessen gaat dit en welke lessen zijn scholen verplicht te geven?
95
Wat is de reden dat het aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden
thuis zit zonder passend onderwijsaanbod, opnieuw is gestegen in 2018?
96
Op welke manier(en) zet u in op het terugbrengen van het aandeel thuiszittende leerlingen
dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod in het primair onderwijs?
97
Hoe verklaart u de stijging van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs, terwijl
er juist een daling is van het aantal leerlingen in het primair onderwijs? Wat zegt
dit volgens u over de werking van het passend onderwijs?
98
Wat is het aandeel thuiszittende leerlingen dat tussen de een en drie maanden thuiszit
zonder passend onderwijsaanbod?
99
Hoeveel beginnende leraren in primair en voortgezet onderwijs vallen de eerste jaren
uit?
100
Is het mogelijk een andere indicator in te voeren voor leerlingen met een onderwijsachterstand,
nu de schoolgewichten niet meer worden gebruikt?
101
Hoeveel leerlingen werden er sinds de invoering van passend onderwijs per jaar doorverwezen
naar het (voortgezet) speciaal onderwijs, uitgesplitst per samenwerkingsverband en
naar zowel positieve als negatieve verevening? Kunt u dit in tabelvorm weergeven?
102
Hoeveel startende leraren die geen begeleidingsprogramma hebben gevolgd, stoppen?
103
Hoeveel startende leraren die wel een begeleidingsprogramma hebben gevolgd, stoppen?
104
Blijft de bekostiging per leerling gelijk bij dalende leerlingaantallen?
105
Welke middelen uit de prestatiebox worden niet ingezet in de vorm van ondersteuning
in de school, zoals een conciërge, rekenexpert of remedial teacher?
106
Hoeveel middelen krijgen scholen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden? Kunt
u een reeks geven van de afgelopen tien jaar en de komende vijf jaar?
107
Wat gebeurt er met de middelen voor brede scholen?
108
Wanneer zijn de resultaten voldoende om de tweede tranche werkdrukmiddelen volledig
uit te keren?
109
Wat gebeurt er met de werkdrukmiddelen als scholen niet aan de voorwaarden voldoen
voor het uitkeren van de tweede tranche?
110
Hoeveel extra gymdocenten zijn aangenomen van het geld bestemd voor werkdrukverlichting?
111
Hoeveel scholen geven inmiddels drie uur gym? Hoeveel door een ALO4-opgeleide docent?
112
Wat kost het om op alle basisscholen drie uur gymles te geven?
113
Hoe is de verhouding tussen private en publieke bekostiging in het primair onderwijs?
114
klopt het dat per schooljaar 2023/2024 het bedrag voor werkdrukmiddelen kan worden
verhoogd naar structureel € 430 miljoen, terwijl op pagina 27 een ander bedrag weergegeven
wordt? Wat is de reden voor dit verschil?
115
Als er na de evaluatie niet wordt voldaan aan de bepaalde voorwaarden, wat gebeurt
er dan met het bedrag van € 76,5 miljoen, waar nu rekening mee wordt gehouden?
116
Kunt u het aantal scholen en schoollocaties voor speciaal basisonderwijs sinds de
invoering van passend onderwijs, in tabelvorm aangeven? Kunt u dit tevens uitsplitsen
naar samenwerkingsverband met daarbij de positieve of negatieve verevening als gegeven?
117
Kunt u het aantal scholen en schoollocaties voor (voortgezet) speciaal onderwijs sinds
de invoering van passend onderwijs, in tabelvorm aangeven? Kunt u dit tevens uitsplitsen
naar samenwerkingsverband met daarbij de positieve of negatieve verevening?
118
Kunt u een overzicht sturen van het aantal scholen dat een uur, twee uur of drie uur
gymonderwijs geeft, zowel voor het basis- als voortgezet onderwijs?
119
Hoeveel onbevoegde leerkrachten geven gymlessen op de basisscholen?
120
Hoeveel basisscholen maken gebruik van ALO-opgeleide leerkrachten voor gymlessen?
121
Hoeveel basisscholen en middelbare scholen bieden natte gymlessen (zwemonderwijs)
aan?
122
Hoeveel en welke basis- en middelbare scholen in Nederland laten hun kinderen dagelijks
sporten en bewegen?
123
Waaraan wordt het bedrag voor aanvullende bekostiging specifiek uitgegeven?
124
Hoeveel leerlingen volgden er in schooljaar 2018/2019 een aanvullend onderwijsprogramma,
zoals tweetalig onderwijs of technasium, naast het reguliere onderwijsprogramma in
zowel basis- als voortgezet onderwijs? Kunt u dit per aanvullend onderwijsprogramma
in tabelvorm aangeven?
125
Hoeveel leerlingen volgen er dit schooljaar een aanvullend onderwijsprogramma, zoals
tweetalig onderwijs of technasium, naast het reguliere onderwijsprogramma in zowel
basis- als voortgezet onderwijs? Kunt u dit per aanvullend onderwijsprogramma in tabelvorm
aangeven?
126
Hoe ziet de verdeling van de prestatieboxmiddelen eruit? Kunt u hiervan een uitsplitsing
geven?
127
Klopt het dat de bestuurlijke afspraak is gemaakt dat de prestatieboxmiddelen in de
lumpsum zullen gaan?
128
Wat is de hoogte van de totale bekostiging voor hoogbegaafdheid?
129
Wat is het totale bedrag binnen de specifieke uitkering voor bewegingsonderwijs? Kan
hiermee op elke school in het funderend onderwijs twee uur per klas per week bewegingsonderwijs
gegeven worden?
130
Waaraan wordt het geld voor bewegingsonderwijs uitgegeven?
131
Worden er in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties nieuwe sectorakkoorden
opgesteld, na afloop van het Bestuursakkoord PO en het Sectorakkoord VO in 2020? Zo
ja, is dit proces van opstellen van sectorakkoorden al opgestart? Zo nee, wat gebeurt
er met de middelen die nu in de sectorakkoorden staan vermeld? Blijven deze middelen
structureel beschikbaar voor het onderwijs of kan het gebeuren dat als de eindevaluatie
in 2020 negatief uitvalt deze middelen niet meer beschikbaar komen voor het onderwijs?
132
Kunt u het percentage van het aandeel lessen dat gegeven wordt door bevoegde en benoembare
docenten uitsplitsen naar bevoegde leraren en benoembare leraren?
133
Hoeveel leraren staan dit schooljaar voor de klas die benoembaar zijn? Hoe groot was
dit aantal vorig schooljaar?
134
Hoe verklaart u de terugloop van het aantal startende leraren dat een begeleidingsprogramma
heeft gevolgd in 2017?
135
Op welke manier(en) zet u in op het terugbrengen van het aandeel thuiszittende leerlingen
dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod in het voortgezet
onderwijs?
136
Hoeveel van de 80% van de startende leraren die een begeleidingsprogramma heeft gevolgd,
zijn daarna gestopt? Hoeveel van de 20% die het niet gevolgd hebben, stopt?
137
Wat is de reden dat de uitgaven per leerling de komende jaren gaan dalen?
138
Waarom gaan er meer leerlingen naar het praktijkonderwijs, terwijl we een terugloop
zien in het aantal leerlingen dat naar het voortgezet onderwijs gaat? Hoe verklaart
u dit?
139
Klopt het dat po en vo samen in 2024 met 115.000 leerlingen zullen krimpen? Welk percentage
van het totaal is dit? Hoeveel leraren zijn hierdoor minder nodig? Is dit aantal reeds
verrekend met de cijfers die berekend zijn met betrekking tot het lerarentekort?
140
Hoeveel minder schoolgebouwen zijn er nodig bij een daling van de leerlingenpopulatie
met 115.000 leerlingen?
141
Hoe kan gegarandeerd worden dat de kinderen in het praktijkonderwijs de ondersteuning
en het onderwijs krijgen die zij nodig hebben, aangezien er geen geld naar de lichte
ondersteuning in het praktijkonderwijs gaat terwijl de leerlingenaantallen in het
praktijkonderwijs wel stijgen?
142
Wat is de reden dat het budget voor het College voor Toetsen en Examens fors afneemt?
143
Hoe is de verhouding tussen private en publieke bekostiging in het voortgezet onderwijs?
144
Kunt u een uitgesplitst overzicht geven van waar de middelen uit de prestatiebox naartoe
gegaan zijn?
145
Gaat het bij de verhoging van de subsidieregeling praktijkleren met ruim € 10 miljoen,
om de verhoging van € 10,6 miljoen voor de komende vijf jaar om de sectoren landbouw,
horeca en recreatie tegemoet te komen met een extra investering in scholen van werknemers
conform de motie-Pieter Heerma c.s.5? Of gaat het om een verhoging van € 10,1 miljoen conform de bedragen uit de begroting
2020 vergeleken met de begroting OCW 2019, zoals tabel 4.3 vermeldt bij de Subsidieregeling
Praktijkleren?
146
Hoe verklaart u dat, ondanks een aantrekkende economie, het arbeidsmarktrendement
van mbo-niveau 1 (entree) afgenomen is?
147
Is er een verklaring voor het feit dat, ondanks alle inspanning ten aanzien van techniek,
er geen groei is te zien in het aandeel mbo-studenten techniek?
148
Is er een verklaring voor het feit dat het arbeidsmarktrendement van mbo-niveau entree
daalt? Is het bekend waarnaartoe deze studenten uitstromen?
149
Waar in de begroting zijn de middelen vrijgemaakt bestemd voor de introductie van
het mbo-studentenfonds? Hoe hoog is dit bedrag?
150
Waar in de begroting is de tijdelijke voorziening leermiddelen ten behoeve van het
middelbaar beroepsonderwijs te vinden? Wat is het totaalbedrag voor deze voorziening?
151
Wat zijn de onderwijsuitgaven per mbo-, hbo- en wo-student in België, Duitsland, Denemarken
en Finland?
152
Wat zijn de onderwijsuitgaven per hbo- en wo-student? Kan er een vergelijkbare tabel
voor het mbo (tabel 4.2) voor het hbo en wo aangeleverd worden?
153
Hoe komt het dat er alleen in 2020 een toename is van bbl-studenten (beroepsbegeleidende
leerweg) ten opzichte van 2019, maar vanaf 2021 het aantal studenten sterk daalt?
154
Welke criteria zijn benoemd ten behoeve van de pilots praktijkleren? Wanneer zijn
de pilots succesvol? Hoeveel pilots zijn voorzien?
155
Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat de aanvullende bekostiging in verband
met gelijke kansen in 2020 omlaaggaat naar € 2 miljoen en er vanaf 2021 niets meer
van overblijft, terwijl daaraan in 2018 nog bijna € 19 miljoen werd uitgegeven? Zijn
naar verwachting in 2021 voor iedereen gelijke onderwijskansen gerealiseerd?
156
Klopt het dat er voor het jaar 2020 en verder ca. € 1,5 miljoen extra voor de salarismix
Randstadregio’s mbo beschikbaar is?
157
Is er bezuinigd op schoolmaatschappelijk werk in het mbo of vallen deze kosten ergens
anders onder (bijvoorbeeld lumpsum)?
158
Is het verschil tussen 2020 en 2021 voor de subsidie voor Leven Lang Ontwikkelen volledig
te verklaren uit het bedrag dat naar het Ministerie van Financiën is gegaan om de
fiscale scholingsaftrek te continueren?
159
Hoe komt het dat het totaalbedrag voor het actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met
Taal in 2021 en verder lager is dan in 2018 en 2019, terwijl er € 5 miljoen extra
geïnvesteerd wordt?
160
Wat is de reden dat de LOB-middelen (loopbaanoriëntatie en -begeleiding) voor 2020
bijna gehalveerd zijn ten opzichte van 2019? Bestond de portal «kies mbo» in 2019
ook al? Aan welke projecten worden in 2020 minder middelen uitgegeven dan in 2019?
161
Klopt het dat € 12.782.000 van de subsidies momenteel juridisch nog niet verplicht
is?
162
Klopt het dat € 1.247.000 van de opdrachten momenteel juridisch nog niet verplicht
is?
163
Kunt u uitleggen of voor het regionaal investeringsfonds circa € 100 miljoen beschikbaar
is voor de periode 2019 tot en met 2022, waarvan € 25 miljoen voor het jaar 2020,
zoals de begroting vermeldt onder het kopje Aanvullende bekostiging? Of is juist,
zoals valt af te lezen uit tabel 4.3: € 89,315 miljoen voor de periode 2019 tot en
met 2022, waarvan € 23,075 miljoen voor het jaar 2020? Hoe verhouden deze bedragen
zich tot elkaar?
164
Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de daling van de subsidies voor het Actieplan
Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal van nog bijna € 23 miljoen in 2018 naar amper € 14
miljoen in 2024? Wat blijft er per saldo over van de extra impuls die het regeerakkoord
aankondigde als een intensivering van € 5 miljoen?
165
Wat is de totaalomvang van het publiek bekostigd onderwijsbudget van Caribisch Nederland?
166
In welke mate blijkt de Subsidieregeling praktijkleren effectief, en tot gevolg te
hebben dat werkgevers beroepspraktijkvormingsplaatsen aanbieden en dat stagetekorten
verdwijnen? In welke mate doen zich nu stagetekorten voor bij mbo-opleidingen?
167
Op welke manier wordt ervoor gezorgd dat de extra € 10,6 miljoen subsidie praktijkleren
voor de sectoren landbouw, horeca en recreatie ook daadwerkelijk in die sectoren terechtkomt?
168
Waarom gaat er van die extra 10,6 miljoen geen geld naar de sector zorg?
169
Waaraan wordt de € 11,75 miljoen in 2020 concreet besteed als het gaat om het verbeteren
van de randvoorwaarden voor Leven Lang Ontwikkelen?
170
Wat is de positie van associatedegree- en hbo-opleidingen bij de flexibilisering van
het Leven Lang Ontwikkelen? Wat is de reden dat alleen het mbo wordt genoemd bij dit
onderwerp?
171
Hoeveel wordt volgend jaar in totaal uitgegeven (interdepartementaal) aan Leven Lang
Ontwikkelen?
172
Kan er een overzicht gegeven worden van de investeringen en kortingen op het hoger
onderwijs?
173
Kunt u in een overzicht per begrotingsjaar 2019–2024 aangeven welke taakstellingen
ten laste zijn gekomen van de bekostiging van hogescholen (art. 6) en universiteiten
(art. 7) sinds het regeerakkoord, uitgesplitst naar doorlopende bezuinigingsmaatregelen
van vorige kabinetten, afzonderlijke maatregelen uit het regeerakkoord en nieuwe kortingen,
inclusief niet-volledige compensatie van loon- en/of prijsontwikkelingen? Kunt u tevens
aangeven welk budget per begrotingsjaar beschikbaar komt via de bekostiging van hogescholen
(art. 6) en universiteiten (art. 7) aan studievoorschotmiddelen, plus het saldo hiervan
voor het hoger beroepsonderwijs (hbo) respectievelijk het wetenschappelijk onderwijs
(wo) ten opzichte van het totaal aan taakstellingen?
174
Kunt u een overzicht geven van het aantal vroegtijdige studieverlaters in zowel het
eerste, tweede, derde als vierde jaar op het hbo en wo van de afgelopen tien jaar?
175
Hoeveel studenten vielen in het eerste jaar uit in het hbo en wo de afgelopen tien
jaar?
176
Kunt u een overzicht geven van de gemiddelde telefonische wachttijd bij de Dienst
Uitvoering Onderwijs (DUO) per week én per maand van de afgelopen twee jaar?
177
Welke effecten zijn er in de eerste drie jaar, zowel absoluut als relatief, zichtbaar
van de besluiten die genomen zijn naar aanleiding van het advies van de commissie-Van
Rijn?
178
Waarom zijn er geen extra middelen beschikbaar gesteld voor een zachte landing van
het advies van de commissie-Van Rijn?
179
Waarom wordt er geen investering gedaan om de almaar toenemende werkdruk van docenten
in het hoger onderwijs aan te pakken?
180
Wat zullen de bezuinigingen van € 226 miljoen op het hoger onderwijs voor (geschat)
effect hebben op de lange termijn?
181
Hoe gaat voorkomen worden dat investeringen in technische studies niet ten koste gaan
van andere wetenschapsgebieden?
182
Kunt u aangeven hoe een bètastudie af te bakenen is?
183
Zijn volgens u de begrippen «rechtsstaat», «democratie» en «gelijkheidsbeginsel» voortgevloeid
uit de alfa-, de gamma-, of de bètawetenschappen?
184
Wat is de omvang van de verschuiving van rijksbijdragen per CROHO6-sector per universiteit en per hogeschool in de jaren 2020 t/m 2022 vanwege de verschuiving
naar de sectoren bèta en techniek naar aanleiding van het advies van de commissie-Van
Rijn?
185
Kunt u een overzicht geven van alle bezuinigingen die sinds het kabinet-Rutte II in
mindering zijn gebracht op de lumpsum van universiteiten en hogescholen door taakstellingen,
niet- of niet geheel uitgekeerde loon- of prijscompensatie, en doelmatigheidskortingen?
186
De voorgenomen maximale tarieven van het instellingscollegegeld voor studenten uit
de Europese Economische Ruimte (EER) en tevens de minimale tarieven voor het instellingscollegegeld
voor studenten van buiten de EER zullen dalen door de overheveling van de variabele
naar de vaste bekostiging vanwege de invoering van de adviezen van Van Rijn. Wat is
– ceteris paribus – de omvang van het verlies aan inkomsten uit instellingscollegegelden
voor universiteiten en hogescholen voor beide categorieën studenten? Bent u voornemens
de instellingen hiervoor te compenseren?
187
Hoeveel extern geld halen hogescholen voor praktijkgericht onderzoek op?
188
Hoeveel geld wordt er door de overheid uitgegeven aan het praktijkgericht onderzoek
in het hoger beroepsonderwijs?
189
Hoeveel potentiële pabostudenten worden er jaarlijks afgewezen als gevolg van de entreetoets?
190
Kunt u specificeren hoeveel geld uit het regeerakkoord direct (eerste geldstroom)
naar hogescholen en universiteiten is gegaan?
191
Kunt u een simulatie delen van wat netto de financiële effecten zijn van «van Rijn»
op universiteitsniveau per domein alfa/gamma, bèta/techniek en medisch? Hoeveel fte
(fulltime-equivalenten) zullen in 2020 moeten verdwijnen bij alfa-/gamma- en medische
faculteiten als de verandering in de rijksbijdrage een-op-een intern wordt doorgevoerd
door universiteiten?
192
Kunt u een inschatting maken van hoeveel het jaarlijks kost als de eerste generatie
afgestudeerden uit het hoger onderwijs die geen recht meer had op een basisbeurs,
15 jaar lang geen rente zou betalen op het aflossen van de studielening?
193
Kunt u een overzicht geven van alle investeringen en bezuinigingen die sinds het kabinet-Rutte
II in meerdering en mindering zijn gebracht op de lumpsum van universiteiten en hogescholen
door taakstellingen, niet- of niet geheel uitgekeerde loon- of prijscompensatie, en
doelmatigheidskortingen, waarbij de studievoorschotmiddelen worden uitgesloten?
194
Hoe hoog is het bedrag dat aan de lumpsum per jaar wordt toegevoegd vanuit de middelen
voor studievoorschot, en hoeveel blijft hierdoor per saldo over?
195
Hoeveel publieke middelen gaan er naar externe accreditatiebureaus (zoals AeQui) in
het hoger onderwijs?
196
Kunt u per jaar aangeven welk bedrag aan de bekostiging van hogescholen en universiteiten
is toegevoegd vanwege stijgende studentenaantallen?
197
Kunt u een uitsplitsing maken voor hbo- en wo-studenten naar Nederlandse, internationale
(EER-) en internationale (niet-EER-)studenten, zowel voor de gerealiseerde aantallen
als de ramingen? Kunt u aangeven wat het verschil is tussen de geraamde en gerealiseerde
aantallen Nederlandse, internationale (EER-) en internationale (niet-EER-)studenten
over de jaren 2018/19 en 2019/20?
198
Kan tabel 6.2 verder uitgesplitst worden naar aantal Nederlandse studenten, aantal
EER-studenten en aantal niet-EER-studenten?
199
Betekent de technische inboeking van € 226 miljoen ten laste van de onderwijsbekostiging
in het hoger onderwijs (artikel 6 & 7) dat studenten alsnog de rekening krijgen gepresenteerd
van het intrekken van het wetsvoorstel inzake wijziging van de rentemaatstaf voor
de lening hoger onderwijs? Of ziet u mogelijkheden om dit bedrag te dekken zonder
dat studenten hiervan de gevolgen zullen ondervinden?
200
Kunt u specificeren hoe de korting in het hoger onderwijs ten gevolge van het intrekken
van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een
wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs van € 226 miljoen die
technisch is ingeboekt, oploopt in het jaar 2025, 2026 en de jaren erna, en hoe deze
bedragen worden uitgesplitst voor hbo en wo?
201
Waar zijn in de begroting de budgetmutaties als gevolg van de intrekking van het wetsvoorstel
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf
voor de lening hoger onderwijs, nader toegelicht? Waarom ontbreken deze mutaties en
de bijbehorende toelichting bij de desbetreffende tabellen in de verdiepingsbijlage
bij artikelnummer 6, 7 en 11?
202
Hoe is de bezuiniging op het hbo- en wo-budget verdeeld als gevolg van de intrekking
van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een
wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs? Hoe wordt deze toegelicht?
203
Kunt u een overzicht geven van de financiële gevolgen van het inboeken van het intrekken
van het Wetsvoorstel renteverhoging studievoorschotten voor de artikelen 6 en 7 van
de begroting OCW voor de jaren 2025 t/m 2060?
204
Hoe is de feitelijke rentesubsidie vàn studenten aan de Nederlandse Staat, die voortvloeit
uit de huidige negatieve rente op staatsleningen terwijl de rente die studenten moeten
betalen volgens de wet niet lager is dan 0%, te rijmen met het inboeken van een bezuiniging
op het hoger onderwijs oplopend tot € 226 miljoen? Wat betekent dit voor de gelding
van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wet studiefinanciering
2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs7, waarin sprake is van een rentesubsidie áán studenten?
205
Hoe komt het dat het budget dat beschikbaar is voor de bekostiging van de hogescholen
(tabel 6.3) in 2024 in totaal € 130 miljoen hoger is dan in 2019, terwijl er in de
reeks studievoorschotmiddelen in diezelfde tabel sprake is van een toename met bijna
€ 240 miljoen? Kunt u toelichten in hoeverre sprake is van «extra» investeringen in
onderwijskwaliteit met deze studievoorschotmiddelen, als er tegelijkertijd kennelijk
€ 110 miljoen bezuinigd moet worden over dezelfde periode?
206
Hoe verhoudt het inboeken van de niet-gerealiseerde besparing vanwege het intrekken
van het wetsvoorstel voor verhoging van de rente op studieleningen zich tot de basisprincipes
van het begrotingsbeleid met betrekking tot scheiding van inkomsten- en uitgavenkaders,
waarin inkomstentegenvallers niet tot bezuinigingen leiden, maar het EMU-saldo (Economische
en Monetaire Unie) belasten?
207
Hoe verhoudt het inboeken van de niet-gerealiseerde besparing vanwege het intrekken
van het wetsvoorstel voor verhoging van de rente op studieleningen zich tot de basisprincipes
van het begrotingsbeleid met betrekking tot scheiding van inkomsten- en uitgavenkaders,
waarin inkomstentegenvallers niet tot bezuinigingen leiden, maar het EMU-saldo belasten?
208
Waarom is de begrote besparing van structureel € 226 miljoen vanwege het Wetsvoorstel
rentemaatstaf studievoorschot, na intrekking daarvan, ten laste gebracht van de onderwijsbekostiging
hoger onderwijs (artikel 6 en 7 van de begroting OCW), terwijl deze besparing niet
was toegevoegd aan artikel 6 en 7?
209
Wat is de verklaring voor de richting 2024 steeds lagere uitgaven aan «bekostiging
flexibel hoger onderwijs voor volwassenen»?
210
Welke andere opties zijn overwogen om het niet doorgaan van de wijziging van de rentemaatstaf
te dekken?
211
Wat zijn de effecten op het onderwijs en de kwaliteit daarvan van de minus 264 miljoen
structureel ten gevolge van het niet doorgaan van de wijziging van de rentemaatstaf?
212
Klopt het dat € 78.000 van de subsidies momenteel juridisch nog niet verplicht is?
213
Hoe komt het dat bekostiging voor flexibel hoger onderwijs voor volwassenen de komende
jaren zo terugloopt?
214
Klopt het dat € 849.000 van de subsidies momenteel juridisch nog niet verplicht is?
215
Klopt het dat € 758.000 van de opdrachten momenteel juridisch nog niet verplicht is?
216
Hoeveel middelen gaan er vanuit artikel 7 naar bibliotheken, waar zijn deze middelen
voor bedoeld en hoe leggen bibliotheken hierover verantwoording af?
217
Hoeveel studenten hebben in 2020 profijt van de post «deel ondersteuning geneeskundig
onderwijs en onderzoek» in artikel 7? Kan dit uitgesplitst worden naar type opleiding
en het jaar van de opleiding waarin zij zitten?
218
Kunt u een overzicht geven van de niet-juridisch verplichte subsidies rond hoger onderwijs?
219
Kan het Capgemini-model, waarmee universitaire ziekenhuizen de besteding voor het
deel «ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek» van artikel 7 moeten verklaren,
naar de Kamer gestuurd worden?
220
Wat is de reden dat het begeleiden van geneeskundestudenten op de werkplek bekostigd
wordt uit de OCW-begroting (onder «ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek»),
terwijl er voor alle andere sectoren waar studenten stage lopen geen bekostiging voor
de begeleiding beschikbaar is?
221
Met hoeveel plaatsen gaat de capaciteit omlaag van het aantal opleidingen geneeskunde?
Met hoeveel plaatsen gaat de capaciteit omhoog van het aantal opleidingen voor tandarts?
Kan daarbij onderscheid gemaakt worden in absolute en relatieve aantallen?
222
Wat is de kostenbesparing van de afname van de capaciteit van de opleidingsplekken
geneeskunde?
223
Op basis van welke redenen is besloten het aantal opleidingsplekken voor geneeskunde
te verminderen? Hoe verhoudt deze keuze zich tot de groeiende tekorten aan artsen?
224
Wat is de impact op de korte, middellange en lange termijn van de afname van de capaciteit
op de personeelscapaciteit in de zorg? Was is de impact op de kwaliteit van de geleverde
zorg?
225
Kunt u aangeven wat de budgettaire effecten van het verlagen van de capaciteit van
de initiële geneeskunde voor de universitaire medische centra zijn?
226
Klopt het dat voor het uitvoeren van motie-Van der Molen/Westerveld8 een kasschuif nodig zou zijn die al in de begroting voor 2020 gerealiseerd zou moeten
worden? Wat zou de omvang van deze kasschuif moeten zijn om deze motie te kunnen realiseren?
227
Hoeveel studenten zijn er in de periode 2014–2019 geholpen door de diensten van de
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF?
228
Kunt u toelichten wat de United Nations University doet voor het verstrekte subsidiebedrag?
229
Waarom krijgt het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in 2020 € 53.000 meer subsidie
dan de Landelijke Studentenvakbond (LSVb)?
230
Klopt het dat € 513.000 van artikel 8 momenteel juridisch nog niet verplicht is?
231
Wordt er binnen de HGIS9-middelen bij OCW ook begroot op het gebied van mbo?
232
Wat is de gemiddelde hoogte van een lerarensalaris per maand? Wat verdient een leraar
als startsalaris per maand? Hoe hoog is het salaris in vergelijking met het marktgemiddelde
voor mensen met een vergelijkbaar opleidingsniveau?
233
Hoeveel gevallen van burn-out doen zich per jaar voor bij leraren in het basis-, voortgezet
en speciaal onderwijs? Hoeveel leraren hebben daar stressklachten? Hoeveel leraren
overwegen de overstap naar een andere sector?
234
Hoeveel fte's en hoeveel personen zijn er in Nederland over de periode 2017–2021 werkzaam
als leraar?
235
Kunt u in tabelvorm weergeven hoeveel leraren er werkzaam zijn in het basisonderwijs,
speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs
en middelbaar beroepsonderwijs?
236
Kunt u in tabelvorm het aantal leraren per salarisschaal weergeven per sector?
237
Waarvoor wordt de bijna € 3 miljoen voor de Wet beroep leraar en lerarenregister specifiek
gebruikt? Kunt u dit in tabelvorm aangeven?
238
Hoeveel geld wordt er specifiek uitgetrokken voor ondersteuning van de beroepsgroepvorming?
En wie krijgt beschikking over dit geld?
239
Hoeveel leraren zijn niet in loondienst in het primair en voortgezet onderwijs, maar
ingehuurd via onder andere uitzendbureaus?
240
Kunt u in tabelvorm weergeven hoe groot het verwachte lerarentekort is per sector
(primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) in zowel
absolute cijfers als in percentages van 2019 tot en met 2030 bij gelijkblijvende omstandigheden?
Zo niet, kunt u ons dan voorzien van de cijfers die u wel tot uw beschikking heeft?
241
Kunt u in tabelvorm weergeven hoe groot het verwachte lerarentekort is voor specifiek
het speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs in zowel absolute cijfers
als percentages van 2019 tot en met 2030 bij gelijkblijvende omstandigheden? Zo niet,
kunt u ons dan voorzien van de cijfers die u wel tot uw beschikking heeft?
242
Kunt u een overzicht geven van de maatregelen die u genomen heeft om het lerarentekort
aan te pakken, en daarbij per maatregel aangeven wat de stand van zaken is, wat de
resultaten tot nu zijn en de bekostiging daarvan (hoeveel geld is ervoor vrijgemaakt
en hoeveel geld is er tot nu toe aan uitgegeven)?
243
Hoeveel Nederlandse studenten zijn wel ingeschreven als student, maar ontvangen noch
een basisbeurs, noch een aanvullende beurs, noch een studievoorschot?
Hoeveel van die studenten zijn jonger dan 18 jaar?
244
Wat is de reden dat studenten in het hoger onderwijs de aanvullende beurs als gift
uitgekeerd krijgen voor de eerste vijf maanden en mbo-studenten in de beroepsopleidende
leerweg niveau 3 en 4 de eerste 12 maanden? Betekent deze gift dat als studenten stoppen
met hun opleiding ze dit bedrag niet terug hoeven te betalen? Wat zou het kosten als
ook studenten in het hoger onderwijs de eerste 12 maanden als gift uitgekeerd zouden
krijgen? Kunt u een onderbouwing van deze berekening geven?
245
Hoe komt het dat er in 2020 352.700 bol-studenten zijn (pagina 51) en er maar 309.800
(pagina 87) bol-studenten zijn die een vorm van een reisvoorziening gebruiken? Weten
die 42.900 bol-studenten bijvoorbeeld niet dat ze aanspraak kunnen maken op een reisvoorziening?
246
Kunnen alleen voltijdstudenten hoger onderwijs aanspraak maken op een reisvoorziening?
247
Wordt er nog € 200 miljoen bezuinigd via het studentenreisproduct en het programma
Beter Benutten?
248
Op welke manier kan er € 200 miljoen uit het programma Beter Benutten worden gehaald
om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs?
249
Gaat er in de toekomst bezuinigd worden op het studentenreisproduct en de ov-kaart?
250
Op welke wijze wordt de bezuiniging van 200 miljoen uitgewerkt op het studentenreisproduct
en het programma Beter Benutten?
251
Bestaat de mogelijkheid dat de uitwerking van de bezuiniging op studentenreisproduct/Beter
Benutten leidt tot verslechtering van de voorwaarden van de ov-studentenkaart?
252
Wanneer moeten oud-studenten aan wie voor 1986 een studielening is verstrekt, deze
lening aflossen?
253
Wat is de reden er in 2020 minder middelen beschikbaar zijn voor het beheer en behoud
van collecties?
254
Hoe worden de middelen voor beheer en behoud van collecties besteed?
255
Waarom lopen de middelen voor het verbreden van de inzet inzet cultuur volgend jaar
op, daarna weer af en vervolgens weer op?
256
Wat is het beleid wat de emancipatie van mensen met een niet-westerse achtergrond
betreft?
257
In hoeverre zal de € 24,6 miljoen die is bestemd voor de arbeidsmarktagenda ertoe
leiden dat makers in de cultuursector zeker kunnen zijn van een fatsoenlijke beloning?
Kunt u uw antwoord specificeren voor
– de € 15 miljoen die is bestemd voor permanente professionele ontwikkeling in het
kader van verbetering van de arbeidsmarktsituatie van kunstenaars,
– de € 5 miljoen die is bestemd voor een revolverend productiefonds voor innovatie
in de podiumkunsten en
– de € 2,3 miljoen die is bestemd voor het verstrekken van leningen aan individuen
en organisaties uit alle disciplines in de creatieve sector die aantoonbaar een professionele
beroepspraktijk hebben?
258
Hoe hoog zullen de tekorten van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in meerjarenperspectief
gaan oplopen, nu de STER-inkomsten teruglopen, maar de compensatie die het kabinet
daarvoor biedt beperkt blijft tot € 40 miljoen?
259
Wat is de stand van zaken rondom de gesprekken tussen de omroepen en de NPO om de
NPO Ombudsman ook een niet-journalistieke taak te geven? Wanneer wordt hier een beslissing
over genomen?
260
Klopt het dat de NPO Start-app na de laatste update van de app niet meer werkt met
Chromecast? Sinds wanneer is dit bij de NPO bekend? Op welke termijn is dit opgelost?
261
Hoe groot is de gehele mediareserve?
262
Kunt u de Kamer voorzien van een tabel van de nettobezuinigingen op de Nederlandse
publieke omroep van de afgelopen tien jaar? Wat zou de totaalomvang van de landelijke
en regionale publieke omroep zijn als de bezuinigingen van de afgelopen tien jaar
niet zouden zijn doorgevoerd?
263
Wat is het verschil tussen fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek?
264
Wat blijft er over van de € 10 miljoen die er aan extra onderzoeksmiddelen beschikbaar
komt voor een sectorplan voor Sociale en Geesteswetenschappen (SSH), nu het kabinetsbesluit
om meer geld vrij te maken voor de vier technische universiteiten volgens de VSNU
leidt tot een bezuiniging van € 100 miljoen op alfa- en gammawetenschappen en potentieel
honderden ontslagen?
265
Waarom worden er in 2022 opeens meer opdrachten verwacht?
266
Kunt u een overzicht geven van welke subsidies in de paragraaf wetenschappen niet
juridisch verplicht zijn?
267
Welke stappen heeft het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) de afgelopen maanden
gezet om middels geboortebeperking te starten met het verkleinen van de kolonie apen
die bestemd is voor dierproeven? Wat is het verdere tijdpad met bijbehorende doelen?
268
Hoeveel instellingen in Nederland exporteren laboratoriumapen naar het buitenland?
269
Welke instantie controleert de import en export van laboratoriumapen?
270
Wordt er geregistreerd hoe vaak een controle op het transport van laboratoriumapen
plaatsvindt?
271
Hoeveel controles van het transport van laboratoriumapen zijn er in 2017 en 2018 geweest?
272
Zijn er overtredingen geconstateerd op het transport van laboratoriumapen in 2017
en 2018? Zo ja, welke?
273
Welke sancties staan er op overtredingen bij het transport van laboratoriumapen?
274
Zijn er in 2017 en 2018 sancties opgelegd voor overtredingen bij het transport van
laboratoriumapen?
275
Hoeveel laboratoriumapen zijn er gestorven tijdens het transport in 2017 en 2018?
276
Zijn er in 2017 en 2018 laboratoriumapen geëxporteerd naar landen buiten Europa?
277
Zijn er in 2017 en 2018 laboratoriumapen geëxporteerd naar Israël?
278
Hoeveel apen, uitgesplitst naar soort, zijn er in de apenloods van Hartelust in Tilburg
in 2017 en 2018 gestorven?
279
Welke adviezen heeft de Instantie voor Dierenwelzijn op de apenloods van Hartelust
te Tilburg de afgelopen drie jaar gegeven?
280
Wie en met welke deskundigheid zitten er in de Instantie voor Dierenwelzijn op de
apenloods van Hartenlust te Tilburg?
281
Hoeveel projectvergunningen zijn er in 2015, 2016, 2017 en 2018 verleend aan het Erasmus
MC die betrekking hebben op dierproeven op apen, uitgesplitst per jaartal?
282
Hoeveel projectvergunningen zijn er in 2015, 2016, 2017 en 2018 verleend aan de Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) die betrekking hebben op dierproeven
op apen, uitgesplitst per jaartal?
283
Hoeveel projectvergunningen zijn er in 2015, 2016, 2017 en 2018 verleend aan het BPRC
die betrekking hebben op dierproeven op apen, uitgesplitst per jaartal?
284
Zijn er apen gestorven 2017 en 2018 in voorraad in het BPRC, uitgesplitst naar aantal,
soort en reden van sterfte?
285
Zijn er in 2017 en 2018 apen in het BPRC die niet langer gebruikt worden voor proeven,
uitgesplitst per soort?
286
Wat gebeurt er met de apen in het BPRC die niet langer gebruikt worden voor proeven?
287
Wie financiert de opvang van apen van het BPRC die niet langer gebruikt worden voor
proeven?
288
Hoeveel apen zijn er in 2017 en 2018 vanuit het BPRC verhandeld aan andere laboratoria,
uitgesplitst per soort?
289
Op welke manieren vormen ook mannen in het algemeen onderdeel van het emancipatiebeleid?
290
Wat is het beleid met betrekking tot gelijkheid in de sport?
291
Op welke andere manieren dan financiële onafhankelijkheid van vrouwen en de evenwichtige
representatie van vrouwen en mannen in de media geeft u gestalte aan beleid voor vrouwenemancipatie
en gendergelijkheid?
292
Welke steden doen mee aan het programma Veilige Steden?
293
Wat is de laatste stand van zaken rondom onnodige sekseregistratie?
294
Klopt het dat er vanaf 2020 geen budget meer beschikbaar is voor subsidies op het
gebied van vrouwenemancipatie?
295
Welke programma’s die onder de subsidie vrouwenemancipatie vallen worden niet gecontinueerd?
296
Welke gemeenten doen mee aan het project Regenboogsteden?
297
Wat is de verklaring dat de apparaatsuitgaven voor cultuur beduidend hoger zijn dan
voor de andere beleidsartikelen?
298
Welke externe organisaties en adviesbureaus zijn betrokken geweest bij de totstandkoming
van DUO?
299
Welke externe organisaties en adviesbureaus zijn betrokken geweest bij de ICT-projecten
die zijn uitgevoerd voor DUO?
300
Welke externe organisaties en adviesbureaus zijn betrokken geweest bij het uitvoeren
van andere projecten dan ICT-projecten voor DUO?
301
Hoeveel managementfuncties zijn er binnen DUO en hoe staat dit in verhouding tot het
aantal uitvoerende functies?
302
Hoeveel communicatiefuncties zijn er binnen DUO en hoe staat dit in verhouding tot
het aantal uitvoerende functies?
303
Hoeveel medewerkers met tijdelijke contracten werken er bij DUO en hoe staat dit in
verhouding tot het aantal vaste medewerkers?
304
Wat is de stand van zaken rondom het programma Beter Benutten?
305
Op basis van welke wetgeving hebben commerciële partijen (bijv. Ockto) het recht om
gegevens bij DUO op te vragen?
306
Hoeveel mensen worden er ingehuurd voor hoeveel fte voor de genoemde € 34.759?
307
Welke beleidswijzigingen en nieuwe taken worden bedoeld in de zin «tevens is in de
begroting € 21,8 miljoen opgenomen voor de implementatie van beleidswijzigingen en
€ 19,4 miljoen voor nieuwe taken welke nog geen onderdeel zijn van de lumpsum financiering
van het basiscontract?
308
Hoe wil DUO het verambtelijken van relatief dure externen op het gebied van automatisering
aanpakken? Welke concrete acties worden er hiervoor opgepakt?
309
Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat een deel van de loon-prijsontwikkeling
wordt ingehouden ter dekking van de openstaande taakstelling en voor onderhoud en
vervangingen van de ICT-systemen bij DUO? Wat zullen op lange termijn gevolgen zijn
voor het primaire proces in het onderwijs en voor de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep?
310
Waarom ontbreekt in het overzicht met maatregelen uit het Regeerakkoord (tabel 4)
maatregel G50? Kunt u alsnog benoemen op welk(e) begrotingsartikel(en) deze maatregel
drukt?
311
Waar wordt de € 24,9 miljoen van de kasschuif voor leven lang ontwikkelen aan besteed?
312
Waar komt de € 4,6 miljoen van 2019 bij de kasschuif uit?
313
Wat ligt ten grondslag aan de kasschuif in de latere jaren?
314
Welke subsidieregeling of projecten liggen aan de kasschuif ten grondslag?
315
Hoe verhoudt de verschuiving naar bèta en techniek zich tot de op pagina 32 en 33
van het rapport van de commissie-Van Rijn voorspelde tekorten op de arbeidsmarkt in
de sectoren medisch, gedrag en maatschappij en onderwijs? Heeft u het advies van de
commissie getoetst op innerlijke consistentie?
316
Kunt u toelichten hoe aan de motie van het lid Jasper van Dijk over maatregelen tegen
ondermijning van basiswaarden10 uitwerking is gegeven?
317
Wat is de planning voor het onderzoek naar knelpunten voor transgenderpersonen op
de arbeidsmarkt?
318
In hoeveel gemeenten zijn inmiddels kerkenvisies opgesteld en welke inspanningen worden
er gepleegd om dit verder te bevorderen?
319
Kunt u naar aanleiding van motie van de leden Tielen en Bruins over het profileringsfonds
meer bekendheid geven11 toelichten hoe het profileringsfonds nu daadwerkelijk meer bekendheid heeft gekregen
en wat daarvan het resultaat is met betrekking tot het aantal studenten die onvrijwillig
studievertraging oplopen?
320
Welke acties en activiteiten worden in het komende jaar ontwikkeld om de mentale gezondheid
van studenten te bevorderen?
321
Beschikt u naar aanleiding van de motie van de leden Tielen en Van der Molen over
criteria voor de numerus fixus12 over een overzicht van hoeveel en in welke richtingen opleidingen nu gebruik maken
van een fixus, maar dan (tegengesteld aan de motie) om juist de instroom te beperken
richting opleidingen die een beperkte uitstroom richting het specifieke beroep op
de arbeidsmarkt hebben dan wel relatief sneller tot werkloosheid opleiden en kunt
u delen wat hier wel/niet over te melden valt?
322
Welke indicatoren hanteert u om inzicht te krijgen in de resultaten van de intensiveringen
in fundamenteel en toegepast onderzoek?
323
Hoe staat het met de regionale afspraken over (het beperken van) de inzet van commerciële
uitzend- en bemiddelingsbureaus, naar aanleiding van de motie van de leden Kwint en
Westerveld over het beperken van het gebruik van uitzendbureaus13?
324
Kunt u naar aanleiding van motie van het lid Rudmer Heerema c.s. over het wettelijk
mogelijk maken van flexibele onderwijstijden14 uitleg geven hoe deze scholen nu verder gaan?
325
Wordt op dit moment de problematiek van het lerarentekort al in kaart gebracht door
landelijk te registeren, zoals wordt verzocht in de aangenomen motie van het lid Kwint
c.s. over het landelijk registreren van het lerarentekort15? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, wanneer en hoe gaat dit wel gebeuren?
326
In hoeverre biedt deze begroting ruimte om leraren in het voortgezet speciaal onderwijs
te laten vallen onder de CAO van het voortgezet onderwijs, wanneer dit ter sprake
komt in het gesprek dat u aangaat met sociale partners om ten behoeve van het onderwijs
aan de kwetsbare leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs een oplossing voor
het lerarentekort te zoeken? Staat daarmee eigenlijk nu al vast wat de inhoud zal
zijn van de brief over de motie van het lid Van den Hul c.s. over het lerarentekort
in het speciaal onderwijs16 die de Kamer in januari 2020 verwacht te ontvangen?
327
Kunt u specificeren hoeveel er nu nodig zou zijn om het financieel mogelijk te maken
dat leraren in het voortgezet speciaal onderwijs voortaan gaan vallen onder de CAO
voor het voortgezet onderwijs? Kunt u die berekening inzichtelijk maken? Hoe verhoudt
dit zich tot het bedrag dat de Minister-President noemde tijdens de Algemene Politieke
Beschouwingen, van € 120 miljoen?
328
Hoe wordt er in de begroting voor 2020 precies uitvoering gegeven aan motie van de
leden Van Meenen en Westerveld17 over bestemmingsreserve?
329
In hoeverre is er op alle onderwijsinstellingen in het hoger en middelbaar onderwijs
laagdrempelige psychische hulpverlening aanwezig en in hoeverre is het aanbod hiervoor
toereikend?
330
Waarom is er, ondanks het feit dat instellingen die lesmateriaal voor mensen met een
visuele beperking maken te maken hebben gehad met forse kostenstijgingen, al sinds
2009 geen loon- en prijsbijstelling in het subsidiebedrag voor deze instellingen opgenomen?
331
Is er voor instellingen die lesmateriaal voor mensen met een visuele beperking zicht
op een loon- en prijsbijstelling vanaf 2020, gezien de toenemende kosten die deze
instellingen ervaren?
332
Waarom is er, ondanks het feit dat instellingen die lesmateriaal voor mensen met een
visuele beperking maken te maken hebben gehad met forse kostenstijgingen, al sinds
2009 geen loon- en prijsbijstelling in het subsidiebedrag voor deze instellingen opgenomen?
333
Worden er additionele middelen vrijgemaakt om de dienstverlening aan dyslectische
en motorisch beperkte scholieren en studenten te kunnen uitbreiden? Zo nee, waarom
niet?
334
Waarom rekent u voor godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs (gvo/hvo) met een
geraamd gewogen gemiddelde leeftijd met bijbehorende gemiddelde personeelslast (gpl)
van 40-jarigen, waar de werkelijke gemiddelde leeftijd bij gvo/hvo ruim 53 jaar bedraagt?
335
Waarom rekent u voor gvo/hvo geen bedrag voor de factor leiding, daar waar deze sector
wel ruim € 1 miljoen besteedt aan de leiding en begeleiding van docenten en ook de
lumpsumsystematiek voor het primair onderwijs (po) is ingesteld op deze factor?
336
Bent u bereid om de berekening van het bekostigingsbedrag voor gvo/hvo te laten aansluiten
bij de praktische werkelijkheid van gvo/hvo, bijvoorbeeld door bij de normbedragen
uit de ministeriële regelingen voor de bekostiging en instandhouding van personeel
uit te gaan van een juiste weging van de bedragen van schooljaren, om tot een bedrag
voor een boekjaar (kalenderjaar) te komen?
337
Waarop is het totaal bedrag voor de regeling voor zij-instromers gebaseerd?
338
Worden met de regeling voor zij-instromers alle kosten gecompenseerd?
X Noot
1
Convention of the Elimination of All forms of Discrimination against Women
X Noot
2
Loon- en prijsontwikkeling
X Noot
3
Kamerstuk 35 000, nr. 17
X Noot
4
Academie voor Lichamelijke Opvoeding
X Noot
5
Kamerstuk 35 074, nr. 50
X Noot
6
Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
X Noot
7
Kamerstuk 35 007, nr. 3
X Noot
8
Kamerstuk 31 288, nr. 736
X Noot
9
Homogene Groep Internationale Samenwerking
X Noot
10
Kamerstuk 29 754, nr. 459
X Noot
11
Kamerstuk 31 288, nr. 644
X Noot
12
Kamerstuk 31 288, nr. 614
X Noot
13
Kamerstuk 27 923, nr. 336
X Noot
14
Kamerstuk 31 293, nr. 469
X Noot
15
Kamerstuk 35 000-VIII nr. 192
X Noot
16
Kamerstuk 31 497, nr. 290
X Noot
17
Kamerstuk 34 638, nr. 5
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
R. la Rocca, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.