Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Kamerstuk 35074-69)
2019D39201 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestaat de behoefte
om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten
door intermediairs (Kamerstuk 35 074, nr. 69).
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
4
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
6
II
Reactie van de Minister
7
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging
van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Tijdens het recente
algemeen overleg Participatiewet/Breed Offensief op 12 september 2019, hebben de leden
van de VVD-fractie al hun zorgen geuit over de voorliggende algemene maatregel van
bestuur (AMvB) in relatie tot de positie van mensen die onder de doelgroep banenafspraak
en beschut werk vallen. De uitrol van het Breed Offensief heeft als doel bij te dragen
aan het vergroten van de baankans van mensen uit de genoemde doelgroepen. Het kan
volgens deze leden niet de bedoeling zijn dat juist deze AMvB de kans op werk voor
mensen uit de doelgroep verkleind. Daarom de volgende aanvullende vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen op basis van welke criteria de Minister zal besluiten,
na het monitoren van de gevolgen van de payrolling in 2021, of er aanleiding is om
toch een uitzondering te maken voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk. Deze
leden lezen immers dat de uitgangspunten van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) leidend
zijn, terwijl deze uitgangspunten de doelstelling van het Breed Offensief, i.e. het
aan het werk helpen van mensen met een beperking, kunnen belemmeren. Ook vragen zij
hoeveel tijd er dan nodig zou zijn om alsnog een uitzondering door te voeren voor
deze groep en welke consequenties dit heeft voor het realiseren van de banenafspraak.
De leden van de VVD-fractie onderschrijven het standpunt van de Minister dat hij geen
rol heeft in de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden. Zij vragen de Minister wel
om nader toe te lichten waarom hij er niet voor gekozen heeft om direct een uitzondering
in het Besluit op te nemen voor een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor de
doelgroep banenafspraak en beschut werk, mede in ogenschouw nemende dat deze direct
inwerking zou kunnen treden wanneer een cao voor deze groep is gesloten.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging
van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nader toe te lichten waarom er in de
voorliggende AmvB niet voor gekozen is om naast de Wet sociale werkvoorziening (Wsw)-doelgroep,
ook de doelgroep banenafspraak en beschut werk uit te zonderen van de toepassing van
het nieuwe payrollregime. Hoe verhoudt dit zich tot de derde nota van wijziging bij
de Wab, waarin werd opgenomen dat een aantal groepen uitgezonderd kan worden van toepassing
van het payrollregime? Hoe verhoudt dit zich met het streven van de Minister om meer
mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam aan het werk te helpen?
Nu worden veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt immers succesvol duurzaam
aan werk geholpen via detacheringscontracten. Door de doelgroep banenafspraak en beschut
werk niet uit te zonderen van het nieuwe payrollregime lijkt deze succesformule aan
banden te worden gelegd. Kan de Minister aangeven hoe hij hiertegen aankijkt?
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie de Minister aan te geven of het mogelijk
is om voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk een aparte uitzondering te realiseren
via een arbeidsvoorwaardenregeling. Zo nee, waarom niet? Zo ja, waaraan moeten de
contracten voldoen om op basis van een ministeriële arbeidsvoorwaardenregeling van
het payrollregime te worden uitgezonderd?
Kan de Minister voorts nader toelichten waarom in het Besluit niet is opgenomen dat,
zodra er een cao of arbeidsvoorwaardenregeling bestaat voor de doelgroep banenafspraak
en beschut werk, ook voor deze groepen de uitzondering gaat gelden? Is de Minister
bereid om deze zinsnede alsnog op te nemen in de onderhavige AMvB?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister in de nota van toelichting aangeeft
dat de aanwezigheid van een cao de doorslaggevende voorwaarde is voor een uitzondering.
Wat moet hierbij precies onder een cao worden verstaan? Geldt dit bijvoorbeeld ook
voor een bedrijfs-cao?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over het Ontwerpbesluit tot wijziging
van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs.
Deze leden vragen hoeveel mensen in beschut werk en bij de doelgroep banenafspraak
op payrollbasis werken. Zij vragen in hoeveel van deze gevallen het bedrijf dat de
arbeidskrachten ter beschikking stelt, wel onder een cao valt en welke cao dit dan
is.
De leden van de D66-fractie constateren dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor
het payrollregime van de doelgroep banenafspraak en beschut werk. Zij vragen de Minister
nader te duiden wat een uitzondering voor de gehele doelgroep banenafspraak en beschut
werk voor een verwacht effect heeft op de baankansen van deze payrollers bij de inlener.
Zij vragen of het werkbaar zou zijn om mensen met beschut werk of uit de doelgroep
banenafspraak uit te zonderen van de uitgebreidere arbeidsvoorwaarden indien zij op
een cao kunnen terugvallen.
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot
wijziging van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs en hebben daarover
nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie delen het beginsel van de Minister dat gelijke
beloning geldt voor hetzelfde werk op dezelfde werkvloer. Deze leden vragen of de
Minister een beeld heeft van het aantal mensen met een arbeidsbeperking voor wie dit
nu niet geldt omdat zij via een detacheringsconstructie werken. Onder welke cao’s
werken deze mensen nu wel, naast de cao Wsw? Voorts vragen deze leden of het klopt
dat al deze mensen er qua inkomen op vooruit zouden gaan als zij volgens de cao van
de inlenende partij betaald zouden worden.
Tegelijkertijd delen de leden van de GroenLinks-fractie ook de zorgen uit het veld.
Daarnaast valt het deze leden op dat er nog weinig bekend is over de effecten van
de Wab op deze doelgroep. Zij vragen de Minister of hij ook heeft overwogen een tijdelijke
uitzondering te maken, zodat dit verder kan worden verkend en uitgedacht. Waarom is
hier niet voor gekozen? Voorts vragen zij hoe de Minister het feit dat steeds minder
mensen zullen vallen onder de cao Wsw heeft meegenomen in zijn overweging.
De Minister geeft aan dat de Uitzendrichtlijn een aantal mogelijkheden kent om van
het gelijk loonbeginsel af te wijken. De leden van de GroenLinks-fractie vragen de
Minister waarom hij voor de derde optie heeft gekozen en niet voor één van de andere
in de nota van toelichting genoemde uitzonderingsmogelijkheden. Voorts vragen zij
of de Minister het ook als mogelijkheid ziet om de AMvB aan te vullen met een uitzondering
voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, als voor hen op regionaal niveau
of bedrijfsniveau wel een cao is afgesloten.
De Minister erkent dat er sprake is van kosteneffecten. De werkgroep concludeert dat
deze op korte termijn naar verwachting beperkt zullen zijn. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen de Minister nader toe te lichten waar deze verwachting op is gebaseerd. Wat
is de verwachting op lange termijn? Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot de grote
zorgen over de toenemende kosten die door onder andere Cedris en Divosa hierover worden
geuit?
In artikel 2 lid 1 van de Financiële verhoudingswet is vastgelegd dat als de rijksoverheid
een wet aanneemt of wijzigt die leidt tot financiële consequenties voor de andere
(lagere) overheden er compensatie moet plaatsvinden. De leden van de GroenLinks-fractie
vragen hoe de Minister deze wettelijke verplichting ziet en of de Minister bereid
is om op basis van deze verplichting de kosten bij gemeenten te compenseren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging
van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Evenals de Minister
en een overgrote meerderheid van de fracties, zijn de leden van de SP-fractie van
mening dat er voor een aantal groepen een uitzondering gemaakt moet worden van het
nieuwe payrollregime. Deze leden zien met het voorliggend besluit ook dat de Minister
zich hiervoor inspant. Desondanks heeft dit de zorgen bij de belangenbehartiger van
de sociale werkplaatsen, Cedris, niet weg kunnen nemen. De leden van de SP-fractie
verzoeken de Minister daarom de volgende door hen gestelde vragen te beantwoorden
en op de daaraan ten grondslag liggende zorgen te reageren:
– Waarom kiest de Minister voor het beperken van de uitzonderingsbepaling, terwijl onderkend
wordt dat hierdoor extra drempels worden opgeworpen voor werkgevers om werk te bieden
aan mensen uit de doelgroep banenafspraak of beschut werk?
– Waarom heeft de Minister ervoor gekozen om de uitzonderingsbepaling te baseren op
de aanwezigheid van een cao en kiest de Minister niet voor één van de andere in de
nota van toelichting genoemde uitzonderingsmogelijkheden?
– Is het mogelijk om naast de voorgestelde uitzondering voor de Wsw-doelgroep, voor
de doelgroep banenafspraak en beschut werk een aparte uitzondering te realiseren via
een ministeriele arbeidsvoorwaardenregeling?
– Waaraan moeten de contracten voldoen om op basis van een ministeriele arbeidsvoorwaardenregeling
van het payrollregime te worden uitgezonderd? Kan bijvoorbeeld een tweejarig contract
met een vast aantal uren onder de uitzonderingsbepaling vallen?
– Waarom is in het besluit niet opgenomen dat, zodra er een cao of arbeidsvoorwaardenregeling
bestaat voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk, ook voor deze groepen de
uitzondering geldt?
– Wat is erop tegen dit alsnog in de AMvB op te nemen?
– Is een uitzondering binnen het huidige wettelijke kader ook mogelijk als het gaat
om een regionale of een bedrijfs-cao?
– Is de Minister bereid om de AMvB aan te vullen met een uitzondering voor de doelgroep
banenafspraak en beschut werk als voor hen op regionaal niveau of bedrijfsniveau een
cao is afgesloten?
– In de nota van toelichting staat op pagina vijf dat de Europese Uitzendrichtlijn drie
uitzonderingsmogelijkheden biedt op het payrollregime. Wordt hier niet bedoeld, de
richtlijn voor zover Nederland deze in wetgeving heeft geïmplementeerd?
– Is het juist dat in het kader van de Europese Uitzendrichtlijn een aparte uitzondering
mogelijk is voor groepen die met inzet van loonkostensubsidie aan het werk zijn? Klopt
het dat dit punt niet is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving?
– Zou de Minister achteraf gezien en met de kennis van nu, dit deel van de Uitzendrichtlijn
ook willen implementeren? Wat is hiervoor nodig?
– Hoe ver wil de Minister gaan om concrete stappen te zetten om dit, ook de doelgroep
banenafspraak en beschut werk uit te zonderen, mogelijk te maken?
– Kunnen de leden van de SP-fractie ervan uitgaan dat de Minister per direct stappen
zet om artikel 1, derde lid van de Europese Uitzendrichtlijn ook in nationale wetgeving
te implementeren?
– Blijkbaar ziet de Minister dus wel mogelijkheden om de uitzondering te verbreden.
Waarom wordt die keuze niet nu alvast gemaakt?
– Betekent het voornemen om de effecten te monitoren dat de Minister wel degelijk verwacht
dat de Wab negatieve effecten heeft op de baankansen van de doelgroep banenafspraak
en beschut werk?
– Is de Minister bereid tijdens de duur van de monitoring, via pilots en regionaal een
vergelijkingsgroep te creëren waarbinnen de doelgroep banenafspraak en beschut werk
wel wordt uitgezonderd van het payrollregime?
– Hoe past deze AMvB in het streven van de Minister om het eenvoudiger te maken voor
werkgevers om meer mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt bij betaald werk
in te schakelen?
– Erkent de Minister dat detacheringscontracten voor veel kwetsbare werknemers een bewezen
en succesvol instrument is om op de arbeidsmarkt te participeren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging
van het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs. Zij hebben nog enkele
vragen.
Voor de leden van PvdA-fractie is het van groot belang dat uitzonderingen op het payrollregime
in de Wab alleen mogelijk zijn via afspraken in een cao. Is de Minister bereid om
aan deze voorwaarde vast te houden? Ook willen de leden van de PvdA-fractie weten
of de Minister met hen van mening is dat mensen met een arbeidsbeperking de mogelijkheid
moeten krijgen om door te groeien naar een hoger salaris.
Is de Minister het met de leden van de PvdA-fractie eens dat een cao beschut werk/banenafspraak
zeer wenselijk zou zijn voor werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt?
Is de Minister bereid om de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan te sporen
voor een cao beschut werk/banenafspraak? Hoeveel geld zou er nodig zijn om te komen
tot een cao beschut werk/banenafspraak? Is de Minister bereid om hiervoor extra middelen
vrij te maken?
De leden van de PvdA-fractie vragen verder of de Minister inzichtelijk kan maken welke
(vormen van) constructies er bij gemeenten en sociale werkvoorziening (SW)-bedrijven
gebruikt worden bij het uitlenen van mensen met een arbeidsbeperking. Is hierbij ook
sprake van onwettige constructies? Kan de Minister aangeven of gemeenten gevolgen
ondervinden van het nieuwe payrollregime in Wab? Zo ja, hoeveel en op welke manier?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het Ontwerpbesluit.
Zij hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in het Ontwerpbesluit alleen
een uitzondering wordt gecreëerd voor de Wsw-doelgroep, met als argument dat het ontbreekt
aan een cao voor de doelgroepen banenafspraak en beschut werk. Deze leden vragen waarom
de Minister kiest voor het beperken van de uitzonderingsbepaling, terwijl onderkend
wordt dat hierdoor extra drempels worden opgeworpen voor werkgevers om werk te bieden
aan mensen uit de doelgroep banenafspraak of beschut werk. Waarom heeft de Minister
ervoor gekozen om de uitzonderingsbepaling te baseren op de aanwezigheid van een cao
en kiest de Minister niet voor één van de andere in de nota van toelichting genoemde
uitzonderingsmogelijkheden? Kan de Minister uiteenzetten welke mogelijkheden er zijn
om alsnog een uitzondering te creëren voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk?
Is het bijvoorbeeld mogelijk om voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk een
aparte uitzondering te realiseren via een ministeriële arbeidsvoorwaardenregeling?
Welke andere opties zijn er?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom in het besluit niet is opgenomen
dat, zodra er een cao of arbeidsvoorwaardenregeling bestaat voor de doelgroep banenafspraak
en beschut werk, ook voor deze groepen de uitzondering geldt. Wat is erop tegen dit
alsnog in het besluit op te nemen? Of kan in het besluit een uitzondering opgenomen
worden voor de doelgroep banenafspraak en beschut werk als voor hen op regionaal niveau
of bedrijfsniveau een cao is afgesloten?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Europese Uitzendrichtlijn drie uitzonderingsmogelijkheden
biedt op het payrollregime. Lidstaten kunnen deze richtlijn niet van toepassing verklaren
op arbeidsovereenkomsten die met steun van de overheid tot stand zijn gekomen. Klopt
het dat in het kader van de Uitzendrichtlijn een aparte uitzondering mogelijk is voor
groepen die met inzet van loonkostensubsidie aan het werk zijn? Klopt het dat dit
punt niet is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving? Zou de Minister met de kennis
van nu, dit deel van de richtlijn ook willen implementeren? Wat is hiervoor nodig?
II Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.