Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 273 Wijziging van de Kieswet en de Waterschapswet tot aanpassing van de regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de vertegenwoordigende organen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 27 september 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
Wijziging van de Kieswet en de Waterschapswet tot aanpassing van de regeling van de
tijdelijke vervanging van leden van de vertegenwoordigende organen wegens zwangerschap
en bevalling of ziekte. Zij achten het een goede zaak dat de tijdelijke vervanging
bij zwangerschap en bevalling of ziekte ook mogelijk wordt aan het einde van de zittingsperiode
van een vertegenwoordigend orgaan. Zij willen de regering daarover graag enkele vragen
stellen.
De Kiesraad wijst er op, zo lezen de leden van de VVD-fractie, dat er zich een situatie
kan voordoen dat de voorzitter van een vertegenwoordigend orgaan een verzoek tot tijdelijk
ontslag in behandeling heeft en nog voordat dit verzoek binnen de gestelde termijn
kan worden afgedaan, het lidmaatschap van het betreffende lid reeds op andere gronden
is beëindigd. De Kiesraad stelt de vraag wat de voorzitter in dat geval met het verzoek
moet. De Kiesraad stelt voorts dat het onwenselijk is als de voorzitter dit verzoek
alsnog moet toewijzen, maar een expliciete bevoegdheid om het verzoek op deze grond
af te wijzen ontbreekt. De Kiesraad geeft in overweging om in artikel X11 van de Kieswet
te bepalen dat het verzoek dient te worden afgewezen wanneer het lidmaatschap reeds
om andere gronden is geëindigd. De regering neemt het advies van de Kiesraad niet
over. De leden van de VVD-fractie vragen de regering dit nader te motiveren. De regering
stelt dat de voorzitter verzoeken «ex nunc» behandelt. De leden van de VVD-fractie
vragen waarop dat is gebaseerd. Ook wordt verwezen naar artikel 4.5, eerste lid, onder
a van de Algemene wet bestuursrecht. De leden van de VVD-fractie krijgen graag een
nadere verduidelijking van die verwijzing. En in hoeverre is dat artikel bijvoorbeeld
van toepassing op de Voorzitters van de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal,
zo vragen deze leden. Zij krijgen graag een reactie van de regering.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
Wijziging van de Kieswet en de Waterschapswet tot aanpassing van de regeling van de
tijdelijke vervanging van leden van de vertegenwoordigende organen wegens zwangerschap
en bevalling of ziekte. De leden waarderen het dat de regering de schriftelijke vragen
over dit onderwerp serieus heeft genomen en zijn blij dat deze vragen hebben geleid
tot dit voorstel tot wetswijziging. De leden sluiten zich dan ook aan bij de positieve
beoordeling van de VNG, het IPO en de bestuurscolleges van St. Eustatius en Bonaire.
In het wetsvoorstel word aangegeven dat beoogd word om dit wetsvoorstel voor 17 maart
2021 inwerking te laten treden. De leden van de D66-fractie sluiten zich daar bij
aan en moedigen de regering aan om dit wetsvoorstel ruim voor eerst volgende reguliere
Tweede Kamer verkiezing in werking te laten treden.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel. Zij zijn blij dat de regering, mede naar aanleiding van door onder andere
schriftelijke vragen van een van de leden van haar fractie, de problematiek die in
de praktijk werd ervaren met de tijdelijke vervanging van volksvertegenwoordigers
aan het einde van een legislatuur ter hand heeft genomen en met een wetswijziging
komt. Zij hebben op dit moment een specifieke vraag.
In de Tweede Kamer en Eerste Kamer vinden beëdigingen van (tijdelijke) volksvertegenwoordigers
op de dag na het (tijdelijke) ontslag plaats. Dit is dus niet in dezelfde vergadering
dat het afscheid dan wel ontslag van de (tijdelijk) vertrekkende volksvertegenwoordiger
plaatsvindt. Op decentraal niveau is het zo dat nieuw te beëdigingen leden wel op
dezelfde dag en tijdens de zelfde vergadering waarop/-in het (tijdelijk) vertrekkende
lid afscheid dan wel ontslag neemt kunnen worden beëdigd. Graag ontvangen de leden
van de fractie van GroenLinks een toelichting van de regering op dit verschil tussen
het moment van beëdigen op nationaal en decentraal niveau.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.