Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 268 Wijziging van de Mediawet 2008 houdende verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke publieke mediadienst met een jaar
Nr. 5
                   VERSLAG
            
Vastgesteld 23 september 2019
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend
                  onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder
                  het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
                  zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam
                  voorbereid.
               
Inhoudsopgave
1.
Algemeen
1
2.
Invoering maatregelen kabinetsbrief Visie toekomst publiek omroepbestel: waarde voor
                                 het publiek en een nieuwe concessie- en erkenningperiode
2
3.
Consultatie
2
1. Algemeen
               
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig
                  wetsvoorstel. Deze leden hebben alleen nog een vraag over de peildatum voor de ledentelling.
               
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de wijziging van
                  de Mediawet 2008 tot verlenging van de lopende concessie en erkenningen van de landelijke
                  publieke mediadienst met een jaar. Ze hebben begrip voor het gegeven dat met de voorgestelde
                  aanpassingen van het wettelijke kader voor het publieke mediabestel in het licht van
                  het snel veranderende medialandschap, het wenselijk is de concessieperiode met één
                  jaar te verlengen. Zij hebben hierover nog wel enkele vragen.
               
2. Invoering maatregelen kabinetsbrief Visie toekomst publiek omroepbestel: waarde
                  voor het publiek en een nieuwe concessie- en erkenningperiode
               
De leden van de D66-fractie begrijpen dat de verlenging van de huidige concessieperiode
                     noodzakelijk is gezien de urgentie van een aantal voorgestelde wijzigingen in het
                     publieke mediabestel, die met de volgende concessieperiode in werking zullen treden.
                     De regering geeft enkele voorbeelden van deze maatregelen, maar geeft ook aan niet
                     uitputtend te willen zijn. De aan het woord zijnde leden achten dat wel van belang,
                     zodat duidelijk wordt op welke termijn bepaalde aanpassingen vóór de nieuwe concessieperiode
                     dienen te zijn gedaan, ook voor de omroeporganisaties. Kan de regering daarom uitputtend
                     aangeven om welke maatregelen het, naast de ledenaantallen en maatregelen over aanbodkanalen,
                     hierbij gaat? Wat wil de regering voordat het nieuwe concessiebeleidsplan op 1 november
                     2020 wordt ingediend, concreet hebben aangepast? Kan de regering voor de plenaire
                     behandeling van de onderhavige wetswijziging een tijdpad voor de voorgestelde wijzigingen,
                     die voor de nieuwe concessieperiode doorgevoerd dienen te zijn, aan de Kamer doen
                     toekomen, zo vragen de leden.
                  
Voorts vragen de leden op welk moment de regering verwacht de nieuwe eisen die náást
                     de ledenaantallen, zoals geschetst in de visiebrief, aan omroepen worden gesteld om
                     hun draagvlak en vertegenwoordiging in de samenleving te toetsen en hiermee hun plaats
                     in het omroepbestel te verantwoorden, geformuleerd te hebben. Aan welke eisen denkt
                     de regering op dit moment? Welke mogelijkheden ziet de regering om nog vóór de komende
                     concessieperiode deze eisen te schetsen, bijvoorbeeld met behulp van pilots of andere
                     steekproeven? Is de regering het ermee eens dat het onwenselijk zou zijn als op dit
                     punt pas concrete veranderingen in de concessieperiode vanaf 2027 zullen plaatsvinden?
                     Hoe gaat de regering dat voorkomen, zo vragen de leden.
                  
3. Consultatie
               
De leden van de CDA-fractie lezen dat de omroeporganisaties gevraagd hebben of onderzocht
                  kan worden of de peildatum voor de ledentelling van 31 december 2019 kan worden aangehouden,
                  vanwege de inspanningen die reeds door omroepen zijn verricht met het oog op deze
                  peildatum. De regering geeft hierbij aan dat dit nader zal worden bezien. Kan de regering
                  een laatste stand van zaken geven of aan het verzoek tegemoet wordt gekomen en wanneer
                  hier duidelijkheid over komt, zo vragen de genoemde leden.
               
De leden van de D66-fractie vragen wat de huidige ledenaantallen van de aspirant-omroepen
                  HUMAN, PowNed en WNL zijn. Verwacht de regering dat met de verlaging van het minimumaantal
                  leden deze aspirant-omroepen in de nieuwe concessieperiode binnen het bestel blijven?
                  Wat is de reden dat omroepen hebben verzocht om de bestaande peildatum voor de ledentelling
                  van 31 december 2019 te handhaven? Is dit een verzoek dat gedeeld wordt door alle
                  omroepen? Zo nee, welke niet? Wanneer geeft de regering hier uitsluitsel over, zo
                  vragen de leden.
               
De voorzitter van de commissie, Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - 
              
                  Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier 
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
| Fracties | Zetels | Voor/Tegen | 
|---|---|---|
| VVD | 32 | Voor | 
| PVV | 20 | Tegen | 
| CDA | 19 | Voor | 
| D66 | 19 | Voor | 
| GroenLinks | 14 | Voor | 
| SP | 14 | Voor | 
| PvdA | 9 | Voor | 
| ChristenUnie | 5 | Voor | 
| 50PLUS | 4 | Voor | 
| PvdD | 4 | Voor | 
| DENK | 3 | Voor | 
| SGP | 3 | Voor | 
| FVD | 2 | Tegen | 
| Van Haga | 1 | Voor | 
| Van Kooten-Arissen | 1 | Voor | 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.