Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1. LEESWIJZER2. BELEIDSARTIKELENArtikel 1. Raad van StateA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 2. Algemene RekenkamerA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 3. De Nationale ombudsmanA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 4. Kanselarij der Nederlandse OrdenA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 6. Kabinet van de Gouverneur van ArubaA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao A. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint MaartenA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumentenArtikel 9. KiesraadA. Algemene doelstellingB. Rol en verantwoordelijkheidC. BeleidswijzigingenD. Budgettaire gevolgen van beleidE. Toelichting op de instrumenten3. NIET-BELEIDSARTIKELArtikel 10. Nog onverdeeldD. Budgettaire gevolgenE. Toelichting op de instrumenten4. BIJLAGENBijlage 1: Zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonenBijlage 2: Verdiepingsbijlage
35 300 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2020
Nr. 2 Memorie van toelichting
Vergaderjaar 2019‒2020
INHOUDSOPGAVE
Blz.
A.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
2
B.
BEGROTINGSTOELICHTING
3
1.
LEESWIJZER
3
2.
BELEIDSARTIKELEN
5
Artikel 1. Raad van State
5
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
8
Artikel 3. De Nationale ombudsman
11
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
15
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
17
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
20
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
23
Artikel 9. Kiesraad
26
3.
NIET-BELEIDSARTIKEL
28
Artikel 10. Nog onverdeeld
28
4.
BIJLAGEN
29
Bijlage 1: Zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen
29
Bijlage 2: Verdiepingsbijlage
30
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.
Het wetsartikel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. LEESWIJZER
Algemeen
Voor u ligt de begroting 2020 van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB).
Groeiparagraaf
Bij de Nationale Ombudsman heeft een naamswijziging van de artikelonderdelen plaatsgevonden. Artikelonderdeel 3.1 wordt gewijzigd in «Taakuitoefening Nationale Ombudsman» (was «Reguliere Klachten») en artikel 3.2 wordt «Taakuitoefening medeoverheden» (was «klachten van lagere overheden»).
Beleidsagenda
Een college dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.
Beleidsartikelen
Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:
– artikel 1 Raad van State;
– artikel 2 Algemene Rekenkamer;
– artikel 3 De Nationale ombudsman;
– artikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden;
– artikel 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba;
– artikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao;
– artikel 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten; en
– artikel 9 Kiesraad.
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A Algemene doelstelling;
B Rol en verantwoordelijkheid;
C Beleidswijzigingen;
D Tabel budgettaire gevolgen van beleid; en
E Toelichting op de instrumenten.
Budgetflexibiliteit
In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.
Niet-beleidsartikel
De begroting bevat het volgende niet-beleidsartikel:
– artikel 10 Nog onverdeeld.
De begroting IIB valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.
Bijlagen
Bijlage 1 betreft de bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen.
Bijlage 2 bevat de verdiepingsbijlage voor de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2019 (RBV 2019) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:
Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de RBV 2019
Begrotingsartikel
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)
Technische mutaties (ondergrens in € mln.)
1. Raad van State
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.
2. Algemene Rekenkamer
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
3. De Nationale ombudsman
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
4. Kanselarij der Nederlandse Orden
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
6. Kabinet Gouverneur Aruba
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
7. Kabinet Gouverneur Curaçao
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
8. Kabinet Gouverneur Sint Maarten
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
9. Kiesraad
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
10. Nog onverdeeld
Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.
2. BELEIDSARTIKELEN
Artikel 1. Raad van State
A. Algemene doelstelling
Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
De Afdeling Advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1
C. Beleidswijzigingen
In haar brief van 17 april 2018 heeft de Minister van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over de afronding van de tijdens het Verantwoordingsdebat 2016 door de Minister van Financiën toegezegde taken- en middelenanalyse (Kamerstukken II, 2017/18, 34775 IIB, nr. 5). Daarbij is vastgesteld dat met een aantal budgettaire aanpassingen de middelen van de Hoge Colleges van Staat voor deze kabinetsperiode aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. De wijzigingen met betrekking tot de Raad van State zijn deels reeds meegenomen in de begroting van het jaar 2019 en worden deels meegenomen in deze begroting. In de toelichting bij de artikelonderdelen worden de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2020 genoemd.
Het wetgevingsproces van het initiatiefvoorstel voor een Klimaatwet (Kamerstukken I, 2018/19, 34534) is in mei 2019 afgrond. Het voorstel voorziet in een nieuwe wettelijke taak van de Afdeling advisering van de Raad van State. Zij zal adviseren over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Raad van State (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
63.633
65.362
67.034
63.056
60.881
60.426
60.426
Uitgaven
60.428
65.362
67.034
63.056
60.881
60.426
60.426
1.1
Advisering
5.193
6.271
6.545
6.282
6.282
6.282
6.282
1.2
Bestuursrechtspraak
28.598
34.167
37.286
34.207
32.023
31.559
31.559
1.4
Raad van State gemeenschappelijke diensten
26.637
24.924
23.203
22.567
22.576
22.585
22.585
Ontvangsten
1.704
1.950
1.950
1.950
1.950
1.950
1.950
E. Toelichting op de instrumenten
1.1 Advisering
De Afdeling advisering van de Raad van State is adviseur van regering en parlement voor wetgeving en bestuur. Zij adviseert over onder meer (initiatief) wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur, goedkeuringswetten voor internationale verdragen en de miljoenennota. Verder brengt zij gevraagde voorlichtingen en ongevraagde adviezen uit. Daarnaast heeft zij een taak als onafhankelijke begrotingsautoriteit en schrijft de Klimaatwet voor dat de Afdeling wordt gehoord over het Klimaatplan, de Klimaatnota en de Voortgangsrapportage. Het doel van deze laatste taak is het regeringsbeleid normatief te toetsen en bestuurlijk te wegen in het licht van het realiseren van de klimaatdoelstellingen.
De Afdeling heeft voor zichzelf een ambitie geformuleerd om eerder, breder en scherper te adviseren en daarbij haar externe profiel te versterken. Dit betekent dat zij regelmatiger eerder in het proces van wetgeving betrokken zal zijn en vaker thematisch, los van concrete wetsvoorstellen, zal adviseren. Daartoe behoort ook dat de Afdeling advisering vaker en in een vroeger beleidsstadium door de regering of door één der Kamers kan worden gevraagd om voorlichting te verstrekken. Daarnaast zal zij meer aandacht schenken aan communicatie en toegankelijker taalgebruik.
In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.
Tabel 3 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)1
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Instroom
410
400
400
400
400
400
400
Uitstroom
392
400
400
400
400
400
400
X Noot
1
Bron: Meerjarenraming Afdeling advisering
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
1.2 Bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.
De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Ruimtelijke-Ordeningskamer. Met het oog op de komst van de Omgevingswet (vooralsnog voorzien in 2021) bereidt de Afdeling zich voor door begin 2020 de Ruimtelijke ordeningskamer en een deel van de Algemene kamer tezamen in te richten als Omgevingskamer.
Instroom van zaken
In de uitgavenraming Bestuursrechtspraak zijn als gevolg van de verhoogde prognose van de instroom van beroepszaken in het jaar 2020 en 2021 extra begrotingsmiddelen toegevoegd ter bekostiging van het Hoger Beroep Vreemdelingen.
In onderstaande tabel zijn de in het begrotingsjaar 2018 gerealiseerde uitstroom van zaken en de instroomverwachting voor de jaren 2019 ‒ 2024 weergegeven. In de instroomverwachting is vooralsnog verondersteld dat de nieuwe Omgevingswet niet leidt tot wijziging van de instroom van zaken.
Tabel 4 Uitstroom en instroom van zaken Afdeling bestuursrechtspraak (in aantallen)1
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Ruimtelijke-Ordeningskamer
1.107
1.300
0
0
0
0
0
Omgevingskamer
0
0
2.700
2.700
2.700
2.700
2.700
Algemene kamer
3.816
3.600
2.200
2.200
2.200
2.200
2.200
Vreemdelingenkamer
8.558
10.270
10.400
10.400
10.260
10.260
10.260
Totaal bestuursrechtspraak
13.481
15.170
15.300
15.300
15.160
15.160
15.160
X Noot
1
Bron: Meerjarenraming Afdeling bestuursrechtspraak
1.4 Raad van State gemeenschappelijke diensten
Voor een optimale efficiëntie en doelmatigheid worden de Raad en zijn afdelingen advisering en bestuursrechtspraak ondersteund door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de onderverdeling van het uitgavenartikel. Deze onderverdeling vergroot de inzichtelijkheid van de uitgaven en draagt op die manier bij aan de transparantie van de overheidsfinanciën.
De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies.
Ontvangsten
De ontvangsten van de Raad van State bestaan in hoofdzaak uit griffierechten.
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
A. Algemene doelstelling
De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in de Grondwet (artikel 76 en artikel 105.3) en in de Comptabiliteitswet 2016.
Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda.
Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).
C. Beleidswijzigingen
Op grond van de strategie ‘Inzicht als basis voor vertrouwen’ kiest de Algemene Rekenkamer er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te volgen.2 Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in een aantal Rekenkamerbrede onderzoeksprogramma’s. Besloten is dat deze programma’s voorlopig doorlopen. Voor 2020 worden voorstellen voor nieuwe thematische onderzoeksprogramma’s geformuleerd. 2020 is tevens het laatste jaar van de huidige strategische periode.
De meerjarenbegroting is met ingang van 2019 trapsgewijs structureel aangepast, zodat de middelen aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. Dit is in deze begroting verwerkt. Hierdoor kan de organisatie zich in 2020 versterken en waar nodig aanpassen aan de huidige behoeften qua bemensing in het licht van de strategie van de Algemene Rekenkamer.
In de voorbereiding voor 2020 zal een besluit genomen worden over de toekomstige huisvesting van de Algemene Rekenkamer. De precieze financiële effecten hiervan (incidentele en structurele kosten) laten zich op dit moment nog niet inschatten. De Algemene Rekenkamer is hierover in gesprek met het Ministerie van BZK en het Rijksvastgoedbedrijf.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr
Verplichtingen
31.088
32.104
33.140
32.720
33.236
33.242
33.243
Uitgaven
30.574
32.104
33.140
32.720
33.236
33.242
33.243
2.1
Recht- en doelmatigheidsbevordering
30.574
32.104
33.140
32.720
33.236
33.242
33.243
Ontvangsten
1.592
1.217
1.217
1.217
1.217
1.217
1.217
E. Toelichting op de instrumenten
2.1 Recht- en doelmatigheidsbevordering
De Algemene Rekenkamer heeft voor 2020 vier hoofddoelen voor ogen:
Doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek
Het jaarlijkse onderzoek ten behoeve van de goedkeurende verklaring bij de Rijksrekening blijft op het niveau van de internationale kwaliteitseisen en zal in 2020 inhoudelijk worden doorontwikkeld. Waar nodig wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van dit werk.
Intensivering doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek
Het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek als bedoeld in artikel 7.16 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt versterkt. In 2019 zijn voorstellen voor nieuwe onderzoeksprogramma’s geformuleerd, die in 2020 en verder zullen worden uitgevoerd. Nieuwe technologische mogelijkheden en data-analyse zullen verder worden toegepast. De Algemene Rekenkamer investeert in kwaliteit, innovatie en in de samenwerking met externe partners.
Versterking van de personele organisatie
Op basis van het strategische personeelsbeleid (SPP) wordt de onderzoekcapaciteit en de organisatie verder versterkt, onder meer met personele expertise op ICT-gebied en data-analysten.
Versterking interne bedrijfsvoering
In 2020 wordt ingezet op verdere verbetering van de interne bedrijfsvoering, waaronder het verplichtingenproces, het inkoopbeleid en het contractenregister.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
Ontvangsten
De ontvangsten van de Algemene Rekenkamer bestaan voornamelijk uit vergoedingen voor detacheringen en vergoedingen voor de ondersteuning van zusterorganisaties in het buitenland in het kader van institutionele versterkingsprojecten.
Artikel 3. De Nationale ombudsman
A. Algemene doelstelling
De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt dat ook, maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman. De missie van de Nationale ombudsman is: Wij geloven dat het perspectief van burgers geborgd moet worden in alles wat de overheid doet.
Door burgers (op weg) te helpen als het misgaat tussen hen en de overheid.
Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket. Door ze op weg te helpen met adviezen en tools. En door op een effectieve manier onderzoek te doen (reactief).
Door overheden uit te dagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties.
Door met een team van specialisten te kijken naar alles wat de overheid doet. Door na te denken over manieren waarop het anders en beter kan. Met meer oog voor het perspectief van de burger. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken. En ze uit te dagen om zaken te verbeteren (proactief).
De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3
C. Beleidswijzigingen
Versterken klachtbehandeling en dienstverlening door de overheid
In de Voorjaarsnota 2019 is besloten dat de Nationale ombudsman extra middelen tot zijn beschikking krijgt om de komende jaren de klachtbehandeling en de dienstverlening door de overheid te versterken. Dit doet de Nationale ombudsman omdat de maatschappij in een rap tempo verandert. Mensen uiten hun onvrede en stellen hun vragen over en aan de overheid via meer kanalen en er komen steeds nieuwe kanalen bij. De digitalisering van de samenleving, en ook die van de overheid, gaat snel en voor veel burgers is de voortschrijdende digitalisering niet (meer) bij te benen. Dit is ook van invloed op de mogelijkheid om direct contact met de overheid te krijgen. Mensen kijken ook anders naar instituties als de Nationale ombudsman. Dit vraagt van de ombudsman een andere werkwijze die gebaseerd is op drie pijlers.
Iedereen telt mee
De ombudsman heeft, net als andere instanties, moeite bepaalde groepen te identificeren en te bereiken. Dit zijn vooral burgers die minder zelfredzaam en vaak meer afhankelijk van de overheid zijn (zoals mensen met schulden). Dit vraagt extra tijd en aandacht van de ombudsman. Daarom richten we onze communicatie en dienstverlening anders in, zodat we hen beter (op weg) helpen. We werken aan fysieke aanwezigheid in de regio’s, omdat de doelgroepen die wij nog niet bereiken vaak lokaal georiënteerd zijn. Ook de online aanwezigheid en bereikbaarheid van de organisatie passen we hierop aan (denk onder meer aan een chatfunctie en een online platform). Meer zelfredzame burgers helpen we met vragen en antwoorden verder via onze website.
Dit draagt bij aan één van de beleidsprioriteiten van het kabinet. Dat alle mensen het gevoel hebben dat de overheid er voor hen is. We helpen zo de afstand tussen burger en overheid te verkleinen.
Burgerperspectief in een veranderende samenleving
Aan de hand van wat de ombudsman ophaalt uit contacten met burgers, de overheid- en andere organisaties en het monitoren van media, waaronder social media, wordt de keuze gemaakt om een aantal thema's speciale aandacht te geven door het uitvoeren van omgevingsanalyses, het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging, waar mogelijk in coproductie met derden, het organiseren van kennissessies, het bijwonen van gerelateerde bijeenkomsten etc. Dit vraagt ook om het (doen) managen van belangrijke stakeholders om het (externe) netwerk te onderhouden en het bijhouden en delen van relevante literatuur. Op deze manier wil de ombudsman de gesignaleerde problemen proactief aankaarten.
Door op een effectieve manier te focussen op relevante maatschappelijke problemen draagt de ombudsman bij aan het bevorderen van een goede dienstverlening door overheidsinstanties, waarbij het perspectief van de burger centraal staat.
Duurzaam versterken klachtbehandeling overheidsinstanties
Wij willen onze kennis op het gebied van klachtbehandeling in de relatie burger- overheid delen. Hiermee draagt de ombudsman bij aan een goed functionerend openbaar bestuur. We willen op dit vlak ook meer proactief en structureel werken. Zo kunnen we de eerstelijns klachtbehandeling bij de overheidsinstanties duurzaam versterken. We zien bij overheden een ontwikkeling naar verdere professionalisering op dit terrein en willen daar met onze kennis aan bijdragen. Door overheden uit te dagen op een andere manier naar klachtbehandeling te kijken en de eerstelijns klachtbehandeling te professionaliseren, dragen wij direct bij aan het verbeteren van de relatie tussen burger en overheid.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
17.949
18.936
19.800
19.441
19.540
19.560
19.560
Uitgaven
18.339
18.936
19.800
19.441
19.540
19.560
19.560
3.1
Taakuitoefening Nationale ombudsman
16.089
16.763
17.627
17.268
17.367
17.387
17.387
3.2
Taakuitoefening medeoverheden
2.250
2.173
2.173
2.173
2.173
2.173
2.173
Ontvangsten
2.357
2.189
2.189
2.189
2.189
2.189
2.189
E. Toelichting op de instrumenten
3.1 Taakuitoefening Nationale ombudsman
De Nationale ombudsman behandelt op verzoek klachten over het optreden van de overheid. De organisatie doet dit onder andere door het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen. Daarnaast werkt de Nationale ombudsman steeds meer op een proactieve wijze door het adviseren en informeren van burgers en instanties, maar ook het schrijven van artikelen en het geven van lezingen en aandacht in de media zijn belangrijke instrumenten om de doelen te behalen.
Een voor de Nationale ombudsman belangrijke manier van proactief werken, is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger - overheid. De aanleiding hiervoor kan zijn dat hij over een bepaald onderwerp veel klachten ontvangt. Of er kan maatschappelijke onrust zijn over een onderwerp. Vaak is het een combinatie van beiden. De conclusies en aanbevelingen op basis van een dergelijk onderzoek gaan niet over een enkel geval, maar richten zich op uitvoering in algemene zin. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de onderzoeksagenda die is gebaseerd op onze thema’s.
De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties, door middel van het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het doen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.
De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtpunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman ook de taak om regering en Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt.
De Nationale ombudsman ontvangt zowel klachten over de rijksoverheid als klachten over de mede overheden zowel in Nederland als in Caribisch Nederland. Door het behandelen van klachten en het uitvoeren van onderzoek op eigen initiatief in Caribisch Nederland draagt de Nationale ombudsman bij aan goed bestuur op deze eilanden. Het instituut toetst onafhankelijk de gedragingen van het bestuur.
Tabel 7 Aantal klachten rijksoverheid
2016
2017
2018
Nationale ombudsman
28.080
23.240
23.230
Kinderombudsman
3.290
2.450
2.000
Veteranenombudsman
120
150
200
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
3.2 Taakuitoefening medeoverheden
Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen zijn 73% van de 355 (stand per 1 januari 2019) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.
Tabel 8 Aangesloten gemeenten bij de Nationale ombudsman
2016
2017
2018
percentage aangesloten gemeenten
70%
71%
73%
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten en voor de uitvoering van internationale projecten.
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
A. Algemene doelstelling
De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
– het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
– zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries; en
– zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.
Kapittel der Militaire Willems-orde
De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:
– het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;
– het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;
– het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders; en
– het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4
C. Beleidswijzigingen
Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
5.291
5.825
4.434
4.380
4.380
4.381
4.381
Uitgaven
5.392
5.825
4.434
4.380
4.380
4.381
4.381
4.1
Apparaat
4.364
4.064
2.673
2.619
2.619
2.620
2.620
4.2
Decoraties
1.027
1.756
1.756
1.756
1.756
1.756
1.756
4.3
Riddertoelagen
1
5
5
5
5
5
5
Ontvangsten
335
199
199
199
199
199
199
E. Toelichting op de instrumenten
4.1 Apparaat
De afdeling Decoratie & Advies (D&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. In concreto worden alle voorstellen voor decoratie met betrekking tot de Civiele Orden voorzien van een inhoudelijk pré-advies.
De afdeling Bedrijfsvoering (BV) is belast met de aanschaf, beheer en verstrekking van de versierselen en met de reguliere PIOFACH-taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden inclusief de facilitaire ondersteuning van het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
4.2 Decoraties
Dit budget betreft de middelen voor de aanschaf, beheer en de verstrekking van de versierselen en oorkondes behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast worden Erepenningen Menslievend Hulpbetoon, medailles en oorkondes van de Nationale Politie, Vrijwilligersmedailles, Trouwe dienstmedailles van de Landmacht, Luchtmacht en Marine, Officiersdienstkruizen, medailles ten behoeve van Buitenlandse staatsbezoeken en een aantal dapperheidonderscheidingen van het Ministerie van Defensie door de Kanselarij der Nederlandse Orden aangeschaft, beheerd en uitgegeven.
4.3 Riddertoelagen
Aan de weduwen van de Ridders Militaire Willems-Orde-4e klasse wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.
Ontvangsten
De ontvangsten van de Kanselarij bestaan voornamelijk uit borgsommen gestort door gedecoreerden of nabestaanden van gedecoreerden. Als na overlijden van een gedecoreerde de nabestaanden besluiten het versiersel niet terug te sturen, maar in bruikleen te houden staat daar een borgsomvergoeding tegenover.
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
A. Algemene doelstelling
Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).
Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.
De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.
C. Beleidswijzigingen
Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
1.876
1.922
1.908
1.902
1.902
1.902
1.902
Uitgaven
1.876
1.922
1.908
1.902
1.902
1.902
1.902
6.1
Apparaat
1.876
1.922
1.908
1.902
1.902
1.902
1.902
Ontvangsten
89
60
60
60
60
60
60
E. Toelichting op de instrumenten
6.1 Apparaat Kabinet Gouverneur Aruba
Ondersteunen van de gouverneur
Het kabinet informeert de gouverneur inzake politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, doch vormt geen beleid. Het draagt tevens zorg voor de doorgeleiding van aan de gouverneur gerichte correspondentie en handelt deze af. Voorts bereidt het kabinet de binnen- en buitenlandse bezoeken van de gouverneur voor en begeleidt hem hierin. Het kabinet ondersteunt de gouverneur tijdens de formatie van een nieuwe regering.
Landsbesluiten en landsverordeningen
De gouverneur stelt de landsverordeningen en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming en de toetsing aan het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, een verdrag, een rijkswet of een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel aan belangen, waarvan de verzorging of waarborging aangelegenheid van het Koninkrijk zijn.
Uitvoeringstaken
Het kabinet zorgt, namens de gouverneur, voor afkondigingen van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. Het kabinet draagt tevens, namens de gouverneur, zorg voor de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en voor de registratie, beoordeling en doorgeleiding van naturalisatieverzoeken. Het kabinet behandelt aanvragen voor toestemming aan vreemde (militaire) schepen en vliegtuigen, die Aruba willen aandoen of de Arubaanse wateren respectievelijk het Arubaanse luchtruim wensen te doorkruisen. Het kabinet behandelt tevens aanvragen voor militaire bijstand.
Paspoortafgifte aan ingezetenen van Aruba
De gouverneur heeft de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba gemandateerd aan de Directie Bevolking (Censo) van Aruba. Het kabinet heeft namens de gouverneur de eindverantwoordelijkheid voor de afgifte van reisdocumenten.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
Ontvangsten
De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit ingediende verzoeken om optie en naturalisatie.
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
A. Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.
Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.5
C. Beleidswijzigingen
Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
3.008
2.916
2.896
2.888
2.888
2.888
2.888
Uitgaven
3.008
2.916
2.896
2.888
2.888
2.888
2.888
7.1
Kabinet Gouverneur Curaçao
3.008
2.916
2.896
2.888
2.888
2.888
2.888
Ontvangsten
186
200
200
200
200
200
200
E. Toelichting op de instrumenten
7.1 Apparaat Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Ondersteunen van de gouverneur
Het kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de gouverneur hierover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de gouverneur is erop gericht dat de gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen. Gegeven de brede bestuurlijke rol die de gouverneur vervult, zowel als landsorgaan als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan, onderhoudt het kabinet contact met – onder andere – de Staten van Curaçao, met ministeries en andere instituties binnen het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.
Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten
De gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het kabinet de toetsing voor van de aan de gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Uitvoeringstaken
Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de gouverneur de uitvoering van onderdelen daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. In verband hiermee werkt het kabinet samen met verschillende ministeries. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken alsook verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor naturalisatie en optie, paspoorten en visa. Op de aan de landsdienst Burgerzaken (Kranshi) gemandateerde bevoegdheid voor de uitgifte van paspoorten wordt door het kabinet actief toezicht gehouden.
Bedrijfsvoering
Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces. Daarnaast wordt het personeelsbeleid nageleefd, de huisvesting (inclusief het paleis) beheerd en de organisatie en formatie op een dusdanige wijze ingevuld dat het kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
Ontvangsten
De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit optie- en naturalisatiegelden.
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
A. Algemene doelstelling
De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.
De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.
Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).
De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).
C. Beleidswijzigingen
Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
2.472
2.119
2.105
2.099
2.099
2.099
2.099
Uitgaven
2.472
2.119
2.105
2.099
2.099
2.099
2.099
8.1
Kabinet Gouverneur Sint Maarten
2.472
2.119
2.105
2.099
2.099
2.099
2.099
Ontvangsten
135
75
75
75
75
75
75
E. Toelichting op de instrumenten
8.1 Apparaat Kabinet Gouverneur Sint Maarten
De activiteiten van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaan uit:
Ondersteunen van de gouverneur
Het kabinet verzamelt informatie aangaande politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de gouverneur daarover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het kabinet voert de correspondentie namens de gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het kabinet de aan de gouverneur verrichte verzoekschriften door.
Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten
De gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.
Uitvoeringstaken
Het kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint-Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.
Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint Maarten
De Voortgangscommissie Sint Maarten heeft zich in haar rapporten opeenvolgend positief uitgelaten over de bereikte resultaten bij de Burgeradministratie. Dit heeft ertoe geleid dat de gouverneur de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint Maarten met ingang van 10 oktober 2011 heeft gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie. Tegelijkertijd blijft het op 10-10-'10 gesloten convenant, en het daarin opgenomen toezichtsinstrument, onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het kabinet van de gouverneur.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa.
Artikel 9. Kiesraad
A. Algemene doelstelling
De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.
De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie (Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4).
C. Beleidswijzigingen
Voor 2020 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 Kiesraad (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
2.526
2.549
2.465
2.401
2.401
2.401
2.401
Uitgaven
2.393
2.549
2.465
2.401
2.401
2.401
2.401
9.1
Kiesraad
2.393
2.549
2.465
2.401
2.401
2.401
2.401
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
E. Toelichting op de instrumenten
9.1 Kiesraad
De Kiesraad is belast met uitgaven die betrekking hebben op vaste – verplichte – zaken zoals de personele exploitatie, externe inhuur, materieel en loonkosten voor het secretariaat van de Kiesraad. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
De Kiesraad is belast met uitgaven in directe relatie tot de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, het Europese parlement en het kennis- en informatiepunt zoals de beheerkosten van automatiseringssoftware, aanschaf hardware, communicatieadvies en communicatiemiddelen.
Tenslotte is de begroting 2020 eenmalig verhoogd met het Individueel Keuzebudget (IKB). Het IKB wordt in 2020 ingevoerd en gaat gepaard met overgangskosten (overloop van rechten uit 2019).
3. NIET-BELEIDSARTIKEL
Artikel 10. Nog onverdeeld
D. Budgettaire gevolgen
Tabel 14 Budgettaire gevolgen, niet-beleidsartikel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Art.nr.
Verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
10.1
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
10.2
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
10.3
Onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
E. Toelichting op de instrumenten
Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt. Ook worden er taakstellingen op dit artikel geplaatst die nog niet aan de artikelen zijn toegedeeld.
4. BIJLAGEN
Bijlage 1: Zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen
Tabel 15 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen (vallend onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
Naam organisatie
RWT
ZBO
Functie
Begrotingsartikel
Begrotingsramingen (x € 1.000)
Verwijzing (URL-link) naar website RWT/ZBO
Hyperlink uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet
Kiesraad
x
Adviseren van de regering en de beide Kamers der Staten-Generaal in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen (artikel A 3, tweede lid Kieswet)Optreden als centraal stembureau (artikel A 3, eerste lid Kieswet) voor de verkiezingen van de leden van: a. de Tweede Kamer (artikel E 11, tweede lid Kieswet); b. de Eerste Kamer (artikel S 1, eerste lid, Kieswet); c. het Europees Parlement (artikel Y 2 juncto E 11, tweede lid, Kieswet).
Artikel 9«Kiesraad»
2.465
Valt onder de Kaderwet sinds 2013. Evaluatie voorzien in 2019.
Bijlage 2: Verdiepingsbijlage
Beleidsartikel 1. Raad van State
Uitgaven
Tabel 16 Uitgaven beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
59.844
59.116
59.126
59.151
58.709
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
3.766
3.917
2.200
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
58.709
Nieuwe mutaties
1.752
4.001
1.730
1.730
1.717
1.717
Waarvan:
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
1.752
1.729
1.730
1.730
1.717
1.717
2. Individueel Keuzebudget (IKB)
0
2.272
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
65.362
67.034
63.056
60.881
60.426
60.426
Toelichting
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.
2. Individueel Keuzebudget (IKB)
In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). De overgang naar het IKB leidt tot een incidenteel budgettair probleem in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Dit betreft de bijbehorende compensatie.
Ontvangsten
Tabel 17 Ontvangsten beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
1.950
1.950
1.950
1.950
1.950
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
1.950
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
1.950
1.950
1.950
1.950
1.950
1.950
Beleidsarartikel 2. Algemene Rekenkamer
Uitgaven
Tabel 18 Uitgaven beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
30.223
31.268
31.829
32.331
32.337
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
1.035
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
32.337
Nieuwe mutaties
846
1.872
891
905
905
906
Waarvan:
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
847
876
892
906
906
906
2. Individueel Keuzebudget (IKB)
0
997
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
32.104
33.140
32.720
33.236
33.242
33.243
Toelichting
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.
2. Individueel Keuzebudget (IKB)
In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). De overgang naar het IKB leidt tot een incidenteel budgettair probleem in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Dit betreft de bijbehorende compensatie.
Ontvangsten
Tabel 19 Ontvangsten beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
1.217
1.217
1.217
1.217
1.217
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
1.217
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
1.217
1.217
1.217
1.217
1.217
1.217
Beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman
Uitgaven
Tabel 20 Uitgaven beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
17.961
17.970
17.978
17.977
17.997
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
543
830
1.030
1.130
1.130
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
19.127
Nieuwe mutaties
432
1.000
433
433
433
433
Waarvan:
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
432
432
433
433
433
433
2. Individueel Keuzebudget (IKB)
0
568
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
18.936
19.800
19.441
19.540
19.560
19.560
Toelichting
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.
2. Individueel Keuzebudget (IKB)
In de cao Rijk 2018-2020 zijn afspraken gemaakt over de invoering van een individueel keuzebudget (IKB). De overgang naar het IKB leidt tot een incidenteel budgettair probleem in 2020, omdat onder het IKB het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering eerder worden uitbetaald. Dit betreft de bijbehorende compensatie.
Ontvangsten
Tabel 21 Ontvangsten beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
2.189
2.189
2.189
2.189
2.189
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
2.189
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
2.189
2.189
2.189
2.189
2.189
2.189
Beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
Uitgaven
Tabel 22 Uitgaven beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
4.282
4.283
4.284
4.284
4.285
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
1.447
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
4.285
Nieuwe mutaties
96
151
96
96
96
96
Stand ontwerpbegroting 2020
5.825
4.434
4.380
4.380
4.381
4.381
Ontvangsten
Tabel 23 Ontvangsten beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
199
199
199
199
199
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
199
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
199
199
199
199
199
199
Beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Uitgaven
Tabel 24 Uitgaven beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
1.855
1.854
1.854
1.854
1.854
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
19
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
1.854
Nieuwe mutaties
48
54
48
48
48
48
Stand ontwerpbegroting 2020
1.922
1.908
1.902
1.902
1.902
1.902
Ontvangsten
Tabel 25 Ontvangsten beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
60
60
60
60
60
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
60
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
60
60
60
60
60
60
Beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curacao
Uitgaven
Tabel 26 Uitgaven beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curacao (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
2.819
2.819
2.819
2.819
2.819
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
28
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
2.819
Nieuwe mutaties
69
77
69
69
69
69
Stand ontwerpbegroting 2020
2.916
2.896
2.888
2.888
2.888
2.888
Ontvangsten
Tabel 27 Ontvangsten beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curacao (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
200
200
200
200
200
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
200
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
200
200
200
200
200
200
Beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
Uitgaven
Tabel 28 Uitgaven beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
2.024
2.024
2.024
2.024
2.024
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
45
25
25
25
25
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
2.049
Nieuwe mutaties
50
56
50
50
50
50
Stand ontwerpbegroting 2020
2.119
2.105
2.099
2.099
2.099
2.099
Ontvangsten
Tabel 29 Ontvangsten beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
50
50
50
50
50
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
25
25
25
25
25
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
75
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
75
75
75
75
75
75
Beleidsartikel 9. Kiesraad
Uitgaven
Tabel 30 Uitgaven beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
2.345
2.345
2.345
2.345
2.345
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
148
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
2.345
Nieuwe mutaties
56
120
56
56
56
56
Stand ontwerpbegroting 2020
2.549
2.465
2.401
2.401
2.401
2.401
Ontvangsten
Tabel 31 Ontvangsten beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
0
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
0
0
0
0
0
0
Niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld
Uitgaven
Tabel 32 Uitgaven niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
3.350
3.356
3.374
3.388
3.375
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
3.375
Nieuwe mutaties
‒ 3.350
‒ 3.356
‒ 3.374
‒ 3.388
‒ 3.375
‒ 3.375
Waarvan:
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
‒ 3.350
‒ 3.356
374
‒ 3.388
‒ 3.375
‒ 3.375
Stand ontwerpbegroting 2020
0
0
0
0
0
0
Toelichting
1. Loon- en prijsbijstelling 2019
Dit betreft de verdeling van de loon- en de prijsbijstelling 2019.
Ontvangsten
Tabel 33 Ontvangsten niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Stand ontwerpbegroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Mutatie Nota van Wijziging 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie amendement 2019
‒
‒
‒
‒
‒
‒
Mutatie 1e suppletoire begroting 2019
0
0
0
0
0
‒
Extrapolatie
‒
‒
‒
‒
‒
0
Nieuwe mutaties
0
0
0
0
0
0
Stand ontwerpbegroting 2020
0
0
0
0
0
0
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 32 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
PvdD | 4 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Van Haga | 1 | Voor |
Van Kooten-Arissen | 1 | Tegen |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.