Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op de motie van de leden Bruins en Paternotte over knelpunten bij de routes van en naar Lelystad Airport
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 375 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 8 augustus 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 28 mei
2019 over de reactie op motie van de leden Bruins en Paternotte over knelpunten bij
de routes van en naar Lelystad Airport (Kamerstuk 29 665, nr. 371).
De vragen en opmerkingen zijn op 11 juni 2019 aan de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 23 juli 2019 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Blz.
Inleiding
2
Algemeen
2
Wezep
4
Zwolle-Stadshagen
5
Vechtdal
6
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Minister op
de motie-Bruins/Paternotte over het routeontwerp Lelystad (Kamerstuk 29 665, nr. 313). De leden hebben vragen als het gaat om de vliegroutes van en naar Lelystad Airport
en de beschreven uitvoering van de motie.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de beantwoording/interpretatie
van de aangehouden motie-Bruins/Paternotte en hebben hier enkele vragen en opmerkingen
bij.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister
waarin zij een oordeel geeft over (en een interpretatie aan) de aangehouden motie-Bruins/Paternotte.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de stukken
en hebben daarover enkele kritische vragen en opmerkingen.
Algemeen
De leden van de D66-fractie vragen de Minister of zij nader kan uiteenzetten of het
besluit omtrent de opening van Lelystad Airport wettelijk gezien genomen kan worden,
gelet op het feit dat het openen en uitbreiden van vliegvelden en ook de bijbehorende
vliegroutes volgens het EU-recht volledig aan een milieueffectrapportage (MER) onderworpen
moeten worden, ook in het licht van de recente uitspraak van de Raad van State over
vergunningverlening en stikstofuitstoot.
Om te beginnen vragen de leden van de GroenLinks-fractie waarom de verschillende bouw-
en uitbreidingsplannen van de gemeenten onder de vliegroutes niet zijn meegenomen.
De Minister schrijft dat alle onderzochte varianten substantiële vermindering van
het aantal gehinderden teweegbrengt. Maar de bouw van 600 woningen in de nieuwe woonwijk
Reeve in Kampen is niet meegenomen. Kan de Minister hierop ingaan?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben naar aanleiding van de brief een aantal
aanvullende vragen. Deelt de Minister de conclusie dat de in de Startbeslissing (Kamerstuk
31 936, nr. 595) voorgespiegelde voordelen van eerder naar reguliere vlieghoogten doorstijgen zich
ergens op de vertrekroutes van Lelystad Airport moeten vertalen in meer geluidsoverlast
en uitstoot? Zo niet, wil zij dan aangeven wat haar bevindingen zijn? Kan de Minister
bevestigen dat doorstijgen vanaf 1.800 meter ter plaatse zal resulteren in een toename
met circa 10 dB en zal leiden tot piekniveaus van ≥ 65 dB LAmax? Indien de Minister
tot andere berekeningen komt, wil zij die dan delen met de Kamer?
In de Startbeslissing lezen de leden van de GroenLinks-fractie op pagina’s 53 en 29:
(a) «Hierdoor zal buiten het B+-gebied na Wezep ongehinderd doorgeklommen kunnen worden
tot de bestaande hoge internationale overdrachtshoogte op de Duitse grens.»; (b) «Het
horizontale routedeel op 6.000 voet (circa 1.800 meter) aan de oostelijke kant van
de Veluwe wordt hierdoor alleen nog in uitzonderingsgevallen (...) gebruikt.»; (c) «De
horizontale routedelen op 9.000 en 10.000 voet (circa 2.700 en 3.000 meter) vanaf
Apeldoorn tot Gorinchem verdwijnen hierdoor in nagenoeg alle gevallen»; en (d) «Zodra
er ruimte in het verkeersbeeld is, zal de op dat moment verantwoordelijke luchtverkeersleider
vliegtuigen opdragen om hoger te vliegen.»
Wil de Minister met argumenten onderbouwd haar oordeel geven over de conclusies dat
(a) door deze voornemens en geografische inperkingen het doorklimmen vanaf 1.800 meter
heel vaak, zo niet altijd, in de nabijheid van de kernen Wezep, Hattemerbroek, Hattem,
Wapenveld en Heerde zal plaatsvinden; en (b) er geen grond is voor de suggestie dat
door stelselmatige spreiding van de doorklimlocaties over een veel grotere afstand
een evenwichtige verdeling van de overlast ontstaat?
De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag zien dat de Minister met argumenten
onderbouwd haar oordeel geeft over de conclusies dat (a) uit de MER en het ontwerp-Luchthavenbesluit
omtrent deze toename van geluidsoverlast en uitstoot in regio Noordoost-Veluwe geen
goed beeld valt te destilleren; (b) dit op gespannen voet staat met haar beleid inzake
zorgvuldigheid en transparantie; en (c) het gevaar bestaat dat aldus voeding wordt
gegeven aan het wantrouwen in deze regio? Deelt de Minister de conclusie dat doorstijgen
bij Wezep, Hattemerbroek, Hattem, Wapenveld en Heerde de betekenis van alle varianten
voor een «optimalisatie» voor de «flessenhals Wezep» tot minder dan nul zal reduceren?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister om met redenen omkleed aan te
geven of zij bereid is om voor de – door laag boven en nabij de kernen overvliegen
toch al bedreigde – Noordoost-Veluwe een doorklimverbod uit te vaardigen. Wil de Minister
haar oordeel geven over de conclusie dat de onderhavige doorklimproblematiek onderstreept
dat alleen een fundamentele koerswijziging (éérst herijken van het mobiliteitsbeleid,
éérst op basis van schone leien het luchtruim herindelen, éérst goede routes ontwikkelen
e.d.) een oplossing kan bieden én een begin kan maken met daadwerkelijk herstel van
vertrouwen?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat zes gemeenten enkele weken geleden
in een gezamenlijke brief hebben geschreven dat hun vertrouwen is geschaad. Deze leden
vinden dit een ernstige zaak. Hoe heeft het zo ver kunnen komen, welke stappen gaat
de Minister zetten om dit op te lossen? Op welke manier krijgen inwoners van deze
gemeenten de mogelijkheid om inspraak te hebben op de voorliggende routevarianten?
Welke garanties kan de Minister bieden dat het laagvliegen waar veel zorgen over zijn
voorbij zal zijn? Hoe definieert de Minister het moment dat er niet meer sprake is
van laagvliegen? Op welke minimale vlieghoogte kunnen mensen in Wezep rekenen? En
de inwoners van Stadhagen? Zal op deze minimale vlieghoogte ook gehandhaafd worden?
De leden van de GroenLinks-fractie concluderen dat heel veel details rond de aan-
en uitvliegroutes nog niet goed zijn geregeld. Deze leden zijn van mening dat het
proces rond Lelystad Airport niet verder kan, voordat de omwonenden meer zekerheid
hebben, het vertrouwen van burgers en lagere overheden is hersteld en er garanties
zijn voor het voorkomen van overlast in de wijde omgeving van de luchthaven.
Ook de leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het besluit omtrent Lelystad wettelijk
gezien genomen kan worden, wetende dat bij het openen en uitbreiden van vliegvelden
ook de bijbehorende vliegroutes volgens EU-recht volledig aan een MER moeten worden
onderworpen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie pleiten al lange tijd voor een stevige
krimp van de luchtvaart. Het luchtvaartbeleid van de toekomst moet zich afspelen binnen
de grenzen van het klimaat, leefomgeving en veiligheid. Dat adviseerde niet alleen
de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli)1, ook de Kamer heeft zich daar inmiddels over uitgesproken door de motie-Van Raan/Kröger
(Kamerstuk 31 936, nr. 600) aan te nemen. Het is kraakhelder dat de uitbreidingsplannen voor Lelystad Airport
niet passen binnen de grenzen van klimaat, leefomgeving en veiligheid. De CO₂-uitstoot
van de luchtvaartsector is onverantwoord hoog, de leefomgeving van mens en dier rond
luchthavens wordt ernstig aangetast en de vliegveiligheid staat onder druk. Een herziening
van het luchtruim doet daar weinig aan af. De toekomst van luchtvaart in Nederland
omvat een stevige krimp van het aantal vliegbewegingen. Lelystad Airport is ongewenst
en overbodig.
Met betrekking tot de routes van en naar Lelystad Airport benadrukken de leden van
de Partij voor de Dieren-fractie dat ook de belangen van flora en fauna moeten worden
meegenomen. Lelystad Airport dreigt stiltegebieden te verstoren, terwijl de uitstoot
van schadelijke stoffen juist zal toenemen. Onderwijl wordt in faunabeheerplannen
de weg geplaveid voor het op grote schaal doodmaken van diverse diersoorten rond luchthavens.
Het is typerend voor hoever we als mens zijn weggedreven van de natuur. Op initiatief
van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie organiseerde de Kamer daarom rondetafelgesprekken
over het risico op botsingen met vogels en de impact van luchtvaart op de natuur.
Het risico op botsingen met vogels is onvoldoende onderzocht en wordt gebagatelliseerd.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie bevroegen de Minister hier al meermaals
op, maar de Minister wilde zelfs niet in gesprek met bezorgde piloten en oud-piloten
over dit thema. Hoe kijkt de Minister naar de uitvoering van de genoemde motie-Van
Raan/Kröger in verhouding tot de plannen voor Lelystad Airport? Erkent de Minister
dat het afblazen van de plannen voor Lelystad Airport een mooie bijdrage zou leveren
aan het uitvoeren van deze motie, maar ook aan het verdedigen van de belangen van
flora en fauna? Zo nee, hoe gaat de Minister deze motie dan wel uitvoeren en hoe gaat
de Minister dan de belangen van flora en fauna borgen in het dossier Lelystad Airport?
Wezep
De leden van de D66-fractie lezen dat het ministerie samen met Luchtverkeersleiding
Nederland (LVNL), Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) en de betrokken gemeenten een
aantal varianten op vliegroutes heeft ontwikkeld om de impact op Wezep te verminderen.
Kan de Minister nader uiteenzetten wat deze varianten zijn? Met welke gemeenten is
er overleg over het aanpassen van vliegroutes die eerder boven en rondom Wezep gepland
waren? Zorgt een van de varianten voor een nieuw knelpunt rondom een woonkern? Welke
lokale en regionale afwegingen spelen een rol om tot een keuze te komen van een andere
vliegroute? Wordt de voorziene stapeling van geluid simpelweg verplaatst? Blijft er
sprake van (laag)vliegroutes boven Wezep? Wat is de geluidsimpact van de genoemde
varianten van vliegroutes volgens het verplichte Europees rekenmodel, ECAC Doc29?
Wat betekenen de varianten voor de nabijgelegen Natura 2000-gebieden als het gaat
om geluidsimpact en stikstofuitstoot? Wat betekent de aanpassing voor de huidige MER
en het te nemen Luchthavenbesluit?
De leden van de GroenLinks-fractie zouden de motie-Bruins/Paternotte met betrekking
tot Wezep willen steunen, omdat zij zich ernstig zorgen maken over de geluidsbelasting
van de geplande uitvliegroutes van Lelystad Airport. De brief van de Minister naar
aanleiding van de aangehouden motie neemt deze zorgen niet weg. Integendeel, deze
leden zien hun vrees bevestigd.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de regering in de motie wordt verzocht
er ten eerste zorg voor te dragen dat een acceptabele oplossing wordt gevonden voor
de voorziene stapeling van geluid bij de woonkern Wezep. De Minister wijst erop dat
een aantal varianten is ontwikkeld die leiden tot substantiële verbeteringen. Op welke
wijze zal de Minister het advies van betrokken gemeenten meewegen in het proces? Is
de Minister het ermee eens dat een acceptabele oplossing op zijn minst betekent dat
een bevredigend antwoord wordt gegeven op de brief van zes gemeenten d.d. 20 mei inzake
«Vliegroutes Lelystad Airport Noord-Veluwe»? Op welke wijze komt de Minister de afspraken
na die op 16 april zijn gemaakt met de zes gemeenten over de mogelijkheid van het
indienen van reacties op de alternatieve routes? Welke acties zal de Minister ondernemen
om het bij de zes gemeenten geschade vertrouwen te herstellen?
In het Startbesluit wordt aangegeven dat bij het exitpoint Wezep de vliegtuigen direct
zullen doorstijgen naar grotere hoogte. Op basis van de MER 2018 betekent dit dat
het doorklimmende vliegtuig op dat punt een geluidsniveau van 65dB tot 70dB zal gaan
produceren. Bent u het eens met de zes gemeenten dat de gevolgen van het Startbesluit
zodanig groot zijn dat de gepresenteerde verkenning van de vliegroutes geen representatief
beeld geeft van de geluidsniveaus, het aantal gehinderden en de gevolgen voor het
woon- en leefklimaat in dit gebied? Hoe past de verwachte toename van geluid bij exitpoint
Wezep in het verzoek van de motie dat tot een acceptabele oplossing wordt gekomen?
Wat is de geluidsimpact van de genoemde varianten van vliegroutes volgens het verplichte
Europees rekenmodel, ECAC Doc29?
Zwolle-Stadshagen
De leden van de D66-fractie lezen dat het mogelijk is om de vliegroutes dusdanig aan
te passen dat inkomend verkeer op minimaal 5.000 voet Zwolle-Stadshagen zal passeren.
Kan de Minister nader uiteenzetten wat de geluidsimpact is van vliegverkeer op minimaal
5.000 voet voor Zwolle-Stadshagen? Welke aanpassingen worden er gedaan om inkomend
vliegverkeer op minimaal 5.000 Zwolle-Stadshagen te laten passeren? Wat betekent deze
aanpassing voor uitgaand vliegverkeer? Zal (uitgaand) vliegverkeer nog steeds op relatief
laag niveau Zwolle-Stadshagen passeren? Zal de aanpassing direct van toepassing zijn
bij de opening van Lelystad Airport? Wat is de vermeende geluidsimpact van het vliegverkeer
op de toekomstige uitbreiding van de wijk Zwolle-Stadshagen? Wat is de geluidsimpact
van de genoemde aanpassing van vliegroutes volgens het verplichte Europees rekenmodel,
ECAC Doc29? Wat betekent de aanpassing voor de huidige MER en het te nemen Luchthavenbesluit?
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de regering in de motie ook wordt
verzocht ervoor zorg te dragen dat de routes nabij Zwolle zoveel mogelijk de wijk
Stadshagen blijven ontzien, ook wanneer de wijk uitbreidt conform bestaande plannen.
Welke formele handhavingsmogelijkheden heeft de Minister, of hebben de betrokken gemeenten,
om te garanderen dat de bocht linksom bij Stadshagen door inkomende vliegtuigen (bij
gebruik van landingsbaan 05) zodanig wordt genomen dat niet boven bebouwing wordt
gevlogen, maar om de wijk heen wordt gevlogen zoals bedoeld is en zoals getoond is
bij de belevingsvlucht vorig jaar?
Deze leden vragen of de huidige ontwerproutes (en in het bijzonder de genoemde bocht)
boven onbebouwd gebied liggen waarvan in de planning ligt dat dat in de komende jaren
bebouwd wordt. Is westwaartse verplaatsing van deze route nodig en/of voorzien om
de wijk Stadshagen blijvend te vermijden? En is er na geplande uitbreiding van de
wijk Stadshagen nog voldoende onbebouwd terrein aanwezig tussen Zwolle Stadshagen
en Kampen om tussen de twee steden door te vliegen? Wat is de geluidsimpact van dit
deel van de vliegroute volgens het verplichte Europees rekenmodel, ECAC Doc29?
Vechtdal
De leden van de D66-fractie lezen dat het de inzet is van de Minister om de situatie
boven het Vechtdal niet te laten verslechteren na de herindeling van het luchtruim.
Kan de Minister nader uiteenzetten wat haar inzet is om de situatie niet te laten
verslechteren boven het Vechtdal? Wat betekent «niet verslechteren» voor de geluidsimpact,
vlieghoogte, geluidscontainer, stikstofuitstoot en frequentie boven het Vechtdal?
Op welke wijze heeft de herindeling van het luchtruim impact op de stikstofdepositie
in de Natura 2000-gebieden gelegen in het Vechtdal?
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de regering in de motie eveneens
wordt verzocht er zorg voor te dragen dat de situatie qua geluidsoverlast als gevolg
van glijvluchten boven het Vechtdal niet verslechtert na de herindeling van het luchtruim
ten opzichte van de situatie tot 2023. Welke winst (in voet) kan naar schatting worden
bereikt wanneer wordt gewerkt met Continuous Descent Approaches (CDA’s) nabij Twente,
Lemelerveld, Hoonhorst en Zwolle Noord, ten opzichte van het huidige ontwerp? Hoe
verhoudt de bij CDA’s verwachte 4000 voet bij Zwolle Noord zich met de in uw brief
genoemde minimale hoogte van 5000 voet bij Zwolle Stadshagen? Welke restricties aan
CDA’s en Continuous Climb Operations (CCO’s) worden verwacht, wanneer het aantal vliegbewegingen
toeneemt van 10.000 naar 45.000, mede in relatie tot Control Areas (CTA) Schiphol
en internationale routes?
II Reactie van de bewindspersoon
Op 11 juni heeft u mij vragen en opmerkingen voorgelegd over mijn reactie op de motie
Bruins/Paternotte over knelpunten bij de routes van en naar Lelystad Airport. Met
deze brief reageer ik daarop.
In de beantwoording wordt zo veel mogelijk de door uw Kamer gebruikte indeling in
categorieën gevolgd. Voor de helderheid worden gelijkluidende of met elkaar samenhangende
vragen in de beantwoording gebundeld. Achtereenvolgens wordt ingegaan op:
– Algemene vragen
– Startbeslissing Luchtruimherziening
– Routeoptimalisatieproces Wezep
– Motie Van Raan/Kröger
– Routeverbetering Zwolle-Stadshagen
– Routeverbetering Vechtdal
Algemeen
De leden van de fracties van D66 en ChristenUnie vragen of het besluit omtrent de
opening van Lelystad Airport wettelijk gezien genomen kan worden, gelet op het feit
dat een volledige milieueffectrapportage moet worden doorlopen, ook in het licht van
de recente uitspraak van de Raad van State over vergunningverlening en stikstofuitstoot
De milieueffecten van zowel de lokale naderings- en vertrekroutes als de aansluitroutes
zijn in de actualisatie van de MER volledig betrokken. De milieu-, veiligheid- en
gezondheidseffecten zijn uitgebreid onderzocht in de verschillende MER-onderzoeken.
De Commissie voor de m.e.r. concludeert dat het MER alle essentiële informatie over
de geactualiseerde milieueffecten van het voorgenomen gebruik van Lelystad Airport
bevat.
In mijn brief van 2 juli 2019 heb ik aangegeven dat opening van Lelystad Airport in
april 2020 niet langer haalbaar is. De komende periode wordt voortvarend doorgewerkt
aan de voorbereidingen, waaronder een oplossing voor het vervallen van het PAS.
De leden van de fracties van D66 en de ChristenUnie vragen wat de geluidsimpact is
van genoemde vliegroutes volgens het verplichte Europees rekenmodel, ECAC Doc29.
Doc29 is op dit moment niet wettelijk voorgeschreven. Voor regionale luchthavens dient
het berekeningsmodel in het kader van een MER voor een Luchthavenbesluit formeel uitgevoerd
te worden met het wettelijk voorgeschreven rekenvoorschrift uit de Regeling burgerluchthavens.
Het besluit en de regeling burgerluchthavens bevatten de wettelijke (reken)voorschriften voor geluidsbelasting van regionale luchthavens. NRM is gebaseerd
op dit wettelijk rekenvoorschrift, derhalve zijn de berekeningen uitgevoerd met NRM.
In het advies van de commissie MER naar aanleiding van het geactualiseerde MER 2018
voor Lelystad Airport bevestigt de commissie dat het NRM het te gebruiken model is
voor Lelystad Airport. Daarbij geeft de Commissie in haar advies van 18 april 2018
aan dat los van het feit dat het wettelijk niet is voorgeschreven en niet beschikbaar
is voor toepassing voor regionale luchthavens, het nog niet duidelijk is of Doc29
relevant zou zijn in de situatie van een nieuwe luchthaven voor groot luchtverkeer.
Momenteel wordt bezien of, en zo ja, op welke wijze Doc29 voor de regionale luchthavens
geschikt gemaakt en geïmplementeerd kan worden.
Startbeslissing Luchtruimherziening
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of ik de conclusie deel dat de in de startbeslissing
voorgespiegelde voordelen van eerder naar reguliere vlieghoogten doorstijgen zich
ergens op de vertrekroutes van Lelystad Airport moeten vertalen in meer geluidsoverlast
en uitstoot. En of ik kan bevestigen dat doorstijgen vanaf 1.800 meter ter plaatse
zal resulteren in een toename van circa 10 dB.
Door de omgeving en uw Kamer is gevraagd om hoger te gaan vliegen op de aansluitroutes.
Dat betekent inderdaad dat ergens op de aansluitroutes doorgestegen moet worden naar
hoogtes boven de 6.000 voet.
Een exacte locatie van doorstijgen kan echter op geen enkele route ter wereld gegeven
worden, omdat er sprake is van diverse variabelen. De locatie is namelijk afhankelijk
van weersomstandigheden (luchtdruk, windrichting en -snelheid, temperatuur), het type
vliegtuig, het actuele verkeersbeeld, en daarmee het precieze moment van kliminstructie
door de verkeersleiding, en de snelheid waarmee de piloot de instructie opvolgt.
In de actualisatie van het MER is van bovenstaande melding gedaan, waarbij worst-case
inzichtelijk is gemaakt wat het betekent als al het verkeer altijd op precies hetzelfde
punt doorklimt; de jaarlijkse geluidsbelasting komt ook dan niet in de buurt van de
wettelijke contouren. Door de variabele omstandigheden zal de resulterende jaarlijkse
geluidsbelasting lager zijn dan de niet-wettelijke 40 Lden contour die ter informatie in beeld is gebracht.
In het MER zijn, naast de wettelijke Lden, ter informatie ook indicatieve LAmax waarden voor verschillende hoogtes aangegeven.
Dat zijn gemiddelde maximale waarden. Doorstijgen vanaf 1.800 meter geeft voor een
individueel passerend vliegtuig een indicatieve gemiddelde piekwaarde tussen de 60
dB en 65 dB. Het betreft geen wettelijke norm.
Wezep
De leden van de GroenLinks-fractie vragen waarom de verschillende bouw- en uitbreidingsplannen
van de gemeenten onder de vliegroutes niet zijn meegenomen.
Bij het tellen van aantallen inwoners bij de verschillende routevarianten wordt gebruik
gemaakt van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster. Daar
zitten wijken die nog gebouwd moeten worden niet in. Daarbij merk ik op dat routeset
B+ al sinds 2014 bekend is. Om ontwikkelingen zoals nieuwbouwprojecten wel mee te
kunnen wegen is in dit optimalisatietraject rondom Wezep in het iteratieve proces
ruimte geweest om dergelijke informatie in te brengen. Daarop is een routevariant
ontwikkeld die Reeve niet overvliegt.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het doorklimmen vanaf 1.800 meter heel
vaak, zo niet altijd, in de nabijheid van de kernen Wezep, Hattemerbroek, Hattem,
Wapenveld en Heerde zal plaatsvinden? En of er geen grond is voor de suggestie dat
een evenwichtige verdeling van de overlast ontstaat?
Op de vertrekroute naar het zuiden (naar verwachting 11 á 12 vliegtuigbewegingen per
dag bij een maximum van 10.000 vliegtuigbewegingen per jaar) zal ná de regio Wezep/Hattem
de klim aanvangen. Ook in het huidige routeontwerp kon als gevolg van het actuele
verkeersbeeld al na de regio Wezep/Hattem doorgestegen worden. Met de aangekondigde
maatregelen, die de belemmeringen wegnemen om zo veel mogelijk ongehinderd te klimmen,
zal dat vaker eerder op de route zijn.
Er zal ook dan nog spreiding van doorstijgen op de route zijn, omdat er sprake is
van diverse variabelen, zoals onder de paragraaf «Startbeslissing Luchtruimherziening»
hierboven aangegeven.
De leden van de fracties van D66, GroenLinks, ChristenUnie hebben verder verscheidene
vragen over het routeoptimalisatieproces rondom Wezep gesteld.
Door de omgeving en uw Kamer is gevraagd om hoger te gaan vliegen op de aansluitroutes.
Dat betekent uiteraard dat ergens op de aansluitroutes doorgestegen moet worden naar
hoogtes boven de 6.000 voet. Een doorklimverbod zou haaks op die wens staan. De verbetermaatregelen
hebben overigens betrekking op alle aansluitroutes in alle luchtruimsectoren. De verbetermaatregelen
worden in detail uitgewerkt door LVNL en CLSK. Hieruit zal blijken hoe ná Wezep/Hattem
doorgestegen gaat worden.
De aangekondigde maatregelen passen binnen alle wettelijke normen. Als gevolg van
participatie en consultatie zijn een groot aantal verbeteringen aan de routes doorgevoerd.
Dat probeer ik in samenspraak met de omgeving, als gevolg van verzoeken die in de
consultatiefase over de aansluitroutes in het najaar van 2017 zijn gedaan, ook rond
Wezep bij opening van Lelystad Airport te realiseren. Specifiek voor Heerde en Oene
is het in februari 2018 al mogelijk gebleken de vertrekroute oostelijker van de woonkernen
te laten lopen. De gepresenteerde routevarianten ten behoeve van Wezep sluiten hier
allemaal op aan.
In de actualisatie van het MER is worst case inzichtelijk gemaakt wat het betekent als al het verkeer altijd op precies hetzelfde
punt doorklimt; de jaarlijkse geluidsbelasting komt ook dan niet in de buurt van de
wettelijke contouren. Door de variabele omstandigheden zal de resulterende jaarlijkse
geluidsbelasting lager zijn dan de niet-wettelijke 40 Lden contour die ter informatie in beeld is gebracht.
De wijziging van het huidige luchthavenbesluit heeft de openbare voorbereidingsprocedure
gevolgd waarbij eenieder de mogelijkheid heeft gekregen om te reageren op het wijzigingsbesluit
en het geactualiseerde MER, waar van bovenstaande melding is gedaan.
Specifiek rondom Wezep heb ik met Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Commando
Luchtstrijdkrachten (CLSK) en de omringende gemeenten zorgvuldig verkend op welke
wijze een aanpassing van de ligging en het gebruik van de route boven Wezep mogelijk
is. Doel daarbij is dat er minder over bebouwd gebied gevlogen wordt. Bij de verkenning
zijn de gemeenten Oldebroek, Elburg, Hattem, Heerde en later ook Kampen en Zwolle
betrokken. Het afgelopen jaar zijn met hen de mogelijkheden verkend. Ik heb uw Kamer
over de routevarianten op een aantal momenten geïnformeerd.
Het aangehaalde exit punt na Wezep is niet het punt waarop doorgestegen wordt. Exit
punten zijn niets meer dan navigatiecoördinaten in een vliegprocedure. Het exit punt
na Wezep betreft het uiteinde van B+ en is als richtpunt gebruikt om tot de routealternatieven
te komen die bebouwing zoveel mogelijk vermijden. Een exit punt zegt dus niets over
wanneer wel of niet gestegen kan worden.
Op verzoek van uw Kamer heb ik mijn reactie op de brief van de Noord-Veluwse gemeenten
met u gedeeld. De effecten van de verschillende routevarianten zijn in beeld gebracht
en toegelicht en besproken met regionale bestuurders en inwoners. Zij konden hun oordeel
geven. De informatie inclusief regionale aandachtspunten is ook gepubliceerd op www.luchtvaartindetoekomst.nl. De bestuurders hebben recentelijk gereageerd, zonder een voorkeur uit te spreken.
Het ministerie is in bestuurlijk vervolgoverleg om de zorgen en vragen die leven te
adresseren. De zorg en daarmee het vertrouwen van de gemeenten in dit proces gaat
over het presenteren van de startbeslissing en de effecten daarvan enkele dagen na
een bestuurlijk overleg over de routevarianten. Ik heb in mijn reactie daarop aangegeven
en daarna toegelicht dat de startbeslissing en het routeproces rondom Wezep aparte
sporen zijn. Ongeacht de maatregelen uit de startbeslissing om eerder dan 2023 al
hoger te kunnen gaan vliegen, zijn namelijk alle drie de routealternatieven ten behoeve
van Wezep een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Ik deel dus niet de
opvatting dat doorstijgen na de regio Wezep/Hattem de betekenis van de drie routevarianten
«tot minder dan nul zal reduceren» of dat «de gepresenteerde verkenning geen representatief
beeld geeft van de geluidsniveaus».
De term «laagvliegen» duidt een relatief begrip aan waarmee bedoeld wordt dat het
vertrekkend Lelystad-verkeer zonder aanvullende instructie onder het luchtruim moet
blijven dat primair gebruikt wordt door Schiphol-verkeer. Op verzoek van uw Kamer
heb ik in samenwerking met Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Commando Luchtstrijdkrachten
(CLSK) met prioriteit bekeken of, vooruitlopend op de integrale luchtruimherziening,
de aansluitroutes van Lelystad Airport verbeterd kunnen worden. Dat is mogelijk. Met
de verbeteringen worden in alle luchtruimsectoren de belemmeringen weggenomen om ongehinderd
door te klimmen en zal alleen in uitzonderingsgevallen niet direct worden doorgeklommen.
De verbeteringen zullen uiterlijk in de winter van 2021/2022 zijn doorgevoerd. Toepassing
van de maatregelen wordt vergemakkelijkt door de eerder gerealiseerde co-locatie en
verdergaande operationele afstemming tussen civiele en militaire verkeersleiders.
De minimale hoogte in de regio Wezep is 6.000 voet (circa 1.800 meter). Bij Stadshagen
is de hoogte 5.000 voet (circa 1.500 meter), omdat het vliegtuig hier een vaste nadering
volgt om te kunnen landen. Gelet op het feit dat exacte hoogtes van meerdere factoren
afhankelijk zijn kan ik die praktisch gezien niet vastleggen in regelgeving. Bovendien
vind ik het belangrijk dat de verkeersleiding kan anticiperen om te allen tijde de
veiligheid van het luchtverkeer te garanderen.
Richting alle vijf luchtruimsectoren zorgen de aangekondigde verbetermaatregelen op
de aansluitroutes van Lelystad Airport ervoor dat zoveel mogelijk ongehinderd doorgeklommen
wordt. De inzet bij de luchtruimherziening is dat ook zo veel mogelijk met ongehinderd
doorklimmen (continuous climb operations) en gelijkmatig dalen (continuous descent approaches) wordt gewerkt.
Motie Van Raan/Kröger
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen mij naar de uitvoering van de
genoemde motie in verhouding tot de plannen voor Lelystad Airport.
Met mijn brief van 14 juni 2019 heb ik u geïnformeerd over de uitvoering van de motie
(Kamerstuk 31 936, nr. 641). In de motie wordt de regering verzocht grenswaarden voor de luchtvaart op te stellen
op het gebied van klimaat, leefomgeving en veiligheid. In het kader van de voorbereiding
van de Luchtvaartnota 2020- 2050 onderzoek ik de mogelijkheden hiertoe en de te verwachten
effecten. Op basis daarvan zal ik hierover besluiten in de ontwerp-Luchtvaartnota,
die ik verwacht na de zomer te publiceren.
De effecten op de flora en fauna van Lelystad Airport zijn onderzocht in het MER.
De Commissie voor de m.e.r. geeft hierover onder andere aan dat het MER»18 alle aspecten
beschouwt die moesten worden geactualiseerd.
Zwolle-Stadshagen
De leden van de fracties van D66 en de ChristenUnie hebben verscheidene vragen over
de situatie bij Zwolle-Stadshagen gesteld.
In het geconsulteerde ontwerp eind 2017 werd ter hoogte van Zwolle vanaf 6.000 voet
de daling naar Lelystad Airport ingezet. Bij gelijktijdig aankomend en vertrekkend
verkeer bij noordoostelijk baangebruik in het B+-gebied werd ten noorden van Stadshagen
een vlieghoogte van 3.000 voet voor naderend verkeer voorzien. Dit betreft een sporadisch
voorkomende situatie. Door in het nieuwe ontwerp bij deze uitzonderingssituatie het
verkeer met instructies te separeren is het, in ieder geval tot een jaarvolume van
10.000 vliegtuigbewegingen, in alle gevallen mogelijk het naderend verkeer ten noorden
van Stadshagen op minimaal 5.000 voet te laten vliegen. Ik heb uw Kamer daar op 21 februari
2018 over geïnformeerd. De verbetering gaat direct in bij opening van de luchthaven.
Bij de daling in noordoostelijke richting wordt ter hoogte van Zwolle op 6.000 voet
gevlogen. Vlak voor Stadshagen wordt de daling vanaf 6000 voet ingezet, en zal het
toestel ter hoogte van Stadshagen in ieder geval niet lager dan 5.000 voet vliegen.
Dit betekent een significante verbetering. Er komt geen uitgaand verkeer langs Stadshagen.
In de actualisatie van het MER is het oorspronkelijke scenario van 3.000 voet als
worst case in beeld gebracht. De situatie zal dus nu en in de toekomst beter zijn, omdat ik
eerder heb toegezegd dat ook bij de luchtruimherziening een oplossing zal worden gezocht
die minimaal gelijk is aan 5.000 voet.
De actualisatie van de MER laat zien dat de geluidsbelasting bij 10.000 en 45.000
vliegtuigbewegingen buiten de wettelijke en informatieve geluidscontouren valt. De
geluidsbelasting is dus lager dan 40 Lden. Dat geldt ook voor de toekomstige uitbreiding van de wijk.
De routes worden ingevoerd in de boordcomputers van vliegtuigen. Zonder aanvullende
instructie van de verkeersleiding worden de routes met een navigatienauwkeurigheid
van 1 nautische mijl (1,8 kilometer) links en rechts van de route gevlogen. Dit is
in luchtvaarttermen een nauwe spreiding. In praktijk zal nauwkeuriger dan 1 nautische
mijl spreiding gevlogen worden.
Uit het geactualiseerde MER blijkt dat de gekozen routevariant B+ de routeset is die
veilig en efficiënt is en veruit het beste scoort op geluidsbelasting en andere milieuaspecten.
In het traject van de luchtruimherziening is B+ geen uitgangspunt. Daarin zal opnieuw
gekeken worden naar de effecten op gebieden zoals rondom Stadshagen en welke integrale
keuzes daarin te maken zijn.
Vechtdal
De leden van de D66-fractie vragen naar mijn inzet om de situatie niet te laten verslechteren
boven het Vechtdal en wat dat betekent. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen
welke winst (in voet) naar schatting kan worden bereikt wanneer er wordt gewerkt met
continuous descent approaches ten opzichte van het huidige ontwerp en welke restricties worden verwacht wanneer
het aantal vliegtuigbewegingen toeneemt naar 45.000.
Inzet bij de luchtruimherziening is onder andere dat, net als in het huidige verbeterde
routeontwerp, zo veel mogelijk gelijkmatig gedaald (continuous descent approaches) wordt. Daarbij is niet gezegd dat het Vechtdal overvlogen zal blijven worden. In
de integrale luchtruimherziening zijn de huidige aansluitroutes namelijk geen uitgangspunt.
Tevens zal een Plan-MER worden doorlopen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier