Jaarverslag : Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2018
35 200 IIB Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2018
Inhoudsopgave
A. ALGEMEEN
1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING
2. LEESWIJZER
B. BELEIDSVERSLAG
3. BELEIDSARTIKELEN
Artikel 1 Raad van State
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 3. De Nationale ombudsman
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
Artikel 9. Kiesraad
A Algemene doelstelling
B Rol en verantwoordelijkheid
C Beleidsconclusies
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
E Toelichting op de financiële instrumenten
4. NIET-BELEIDSARTIKEL
Artikel 10. Nominaal en onvoorzien
5. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF
Bedrijfsvoeringsparagraaf Raad van State
Bedrijfsvoeringsparagraaf Algemene Rekenkamer
Bedrijfsvoeringsparagraaf Nationale ombudsman
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kanselarij der Nederlandse Orden
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kiesraad
C. JAARREKENING
6. DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2018
7. SALDIBALANS
8. WNT-VERANTWOORDING2018
D. BIJLAGEN
BIJLAGE 1. ZELFSTANDIGE BESTUURSORGANEN EN RECHTSPERSONEN
Nr. 1
JAARVERSLAG VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS
EN DE KIESRAAD VOOR HET JAAR 2018 (IIB)
Aangeboden 15 mei 2019
Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x
€ 1 mln.) Totaal € 124.482.000,–
Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen
(x € 1 mln.) Totaal € 6.398.000,–
Inhoudsopgave
A.
ALGEMEEN
4
1.
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening
4
2.
Leeswijzer
7
B.
BELEIDSVERSLAG
9
3.
Beleidsartikelen
9
Artikel 1. Raad van State
9
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
13
Artikel 3. De Nationale ombudsman
17
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
22
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
25
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
29
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
33
Artikel 9. Kiesraad
37
4.
Niet-beleidsartikel
40
Artikel 10. Nominaal en onvoorzien
40
5.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
41
C.
JAARREKENING
53
6.
Verantwoordingsstaat
53
7.
Saldibalans
54
8.
WNT-verantwoording 2018 – Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs
en de Kiesraad
60
D.
BIJLAGEN
62
Bijlage 1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen
62
A. ALGEMEEN
1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING
AAN de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het jaarverslag van de begroting van de Raad van State, de Algemene
Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet
van de Gouverneur van Aruba, het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het Kabinet
van de Gouverneur van Sint-Maarten en de Kiesraad (IIB) over het jaar 2018 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek
ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
decharge te verlenen over het in het jaar 2018 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening
stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de
Comptabiliteitswet 2001 een rapport op. Dit rapport wordt separaat door de Algemene
Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en
het oordeel van de Rekenkamer over:
a. het gevoerde financieel beheer en materieel beheer;
b. de bijgehouden administraties van het Rijk;
c. de financiële informatie in het jaarverslag;
d. de betrokken saldibalans;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven,
stukken betrokken:
a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2018;
b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie
van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel
jaarverslag van het Rijk, over 2018 opgenomen rijksrekening van uitgaven en geraamde
ontvangsten over 2018, alsmede over de saldibalans over 2018 (de verklaring van goedkeuring,
bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet
is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer
is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Dechargeverlening door de
Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane
verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit,
genomen in de vergadering van
De voorzitter van de
Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar
van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring,
ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de
Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de Voorzitter
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane
verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit,
genomen in de vergadering van
De voorzitter van de
Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar
van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring,
doorgezonden aan de Minister van Financiën.
2. LEESWIJZER
Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2018 van de overig Hoge Colleges van Staat en Kabinetten
van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Het jaarverslag 2018 is als volgt opgebouwd:
A. een algemeen deel met de dechargeverlening;
B. het beleidsverslag met de artikelen en de Bedrijfsvoeringsparagraaf;
C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat; de saldibalans en de WNT verantwoording
2018.
De begroting van de overig Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs
en de Kiesraad HIIB heeft geen apart centraal apparaatsartikel. Bij de toelichting
onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid is een uitsplitsing opgenomen van de
apparaatsuitgaven.
Groeiparagraaf
Kiesraad
Met ingang van de begroting 2018 is, naar aanleiding van de wijziging in de Comptabiliteitswet
2016 (CW 2016 artikel 2.1, vierde lid) waarin de Kiesraad de status van «college»
heeft gekregen, artikel 9. Kiesraad aan HIIB toegevoegd (Kamerstukken II 2016–2017
34 550, nr. 8). Door de overheveling van de Kiesraad naar HIIB wordt tevens de bijlage Zelfstandige
Bestuursorganen en Rechtspersonen toegevoegd.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2018 een focusonderwerp aangewezen: «de
onderbouwing van de ramingen van inkomsten en uitgaven». Het focusonderwerp is onderdeel
van het Financieel Jaarverslag van het Rijk (FJR). Dit focusonderwerp is niet relevant
voor de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.
Overgangsrecht Comptabiliteitswet
Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven
voor de presentatie en inrichting van de jaarverslagen en slotwetten over 2018 de
bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing
zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari
2018. Voor de dechargeverlening inzake het jaar 2018 over het gevoerde financieel
beheer en materieelbeheer zijn de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 en de
daarop gebaseerde regelgeving van toepassing. Dit is conform de brief aan het parlement
over het overgangsrecht in de Comptabiliteitswet 2016 (Vergaderjaar 2018–2019, 34 426, nr. 33). Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet
worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 voor de presentatie en
inrichting en voor de begrotingsuitvoering de artikelen van de Comptabiliteitswet
2016 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139.
Art. in CW 2016
Art. in CW 2001
3.2 – 3.4
19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid
3.5
22, eerste lid; 26, eerste lid
3.8
58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid
3.9
58, eerste lid, onderdeel b en c
2.37
60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid
2.35
61, tweede tot en met vierde lid
2.40
64
7.12
82, eerste lid; 83, eerste lid
7.14
82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid
Beleidsverslag
Beleidsartikelen
Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:
A. Algemene doelstelling
B. Rol en verantwoordelijkheid
C. Beleidsconclusies
D. Budgettaire gevolgen van beleid
E. Toelichting op het artikelonderdeel
Budgettaire gevolgen van beleid
In de toelichting op de artikelonderdelen wordt een toelichting gegeven bij verschillen
tussen de vastgestelde begroting 2018 en de realisatie 2018.
Bedrijfsvoeringsparagraaf
De Bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.
B. BELEIDSVERSLAG
3. BELEIDSARTIKELEN
Artikel 1 Raad van State
A Algemene doelstelling
De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste
algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische
rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar
bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.
De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen
de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.
Met ingang van 1 januari 2014 is de Afdeling advisering als instantie aangewezen die
in Nederland is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de begrotingsregels
die in Europa zijn afgesproken. Deze functie vloeit voort uit het Stabiliteitsverdrag
dat de lidstaten van de Europese Unie (EU) in 2012 hebben gesloten.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige
Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges
voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van
dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en
de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie1.
C Beleidsconclusies
De Afdeling advisering
Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede
wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid
zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.
In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2015–2018 weergegeven.
Voor het jaar 2018 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie
(afgedaan).
Tabel 1.1 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
2015
2016
2017
2018
2018
Ontwerpbegroting
Realisatie
Instroom
465
447
416
475
410
Afhandeling
452
430
442
475
392
Toelichting
De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2018 zijn in lijn met de trend
uit de voorgaande jaren. De in de ontwerpbegroting opgenomen aantallen voor instroom
en afhandeling zijn, mede door de afhankelijkheid van externe factoren, indicatief.
De externe positionering van de Afdeling advisering als grondwettelijk gewaarborgd
onafhankelijk adviesorgaan van regering en parlement vraagt bijzondere aandacht. Onder
meer in het licht van de ontwikkeling dat het zwaartepunt van de besluitvorming steeds
vroeger in het proces van voorbereiding komt te liggen, bestaat er behoefte aan advisering
door de Afdeling op verschillende momenten in het wetgevingsproces. Daarbij past een
differentiatie in het soort adviezen dat wordt gegeven, waarbij de Afdeling zich niet
beperkt tot adviezen over concrete wetsvoorstellen. Voor alle typen advisering geldt
overigens dat meer interdisciplinair werken de kwaliteit van de advisering waarschijnlijk
zal verhogen. In 2018 is er toegewerkt naar een andere en bredere inzet van zowel
medewerkers als staatsraden die dit op kunnen vangen
De Afdeling bestuursrechtspraak
Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief
goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid
en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak
bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.
In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling
bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen
(hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.
Tabel 1.2 Doorlooptijd in weken
Norm doorlooptijd
Realisatie 2017 gemiddelde doorlooptijd
Realisatie 2018
gemiddelde doorlooptijd
Ruimtelijke-ordeningskamer
52
28
31
Algemene kamer
40
37
38
Vreemdelingenkamer
23
8
9
Tabel 1.3 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak (Hoofdzaken
en Voorlopige Voorzieningen)
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Afgedaan
Afgedaan
Afgedaan
Ontwerpbegroting
Ingekomen
Afgedaan
Ruimtelijke-ordeningskamer
2.258
1.409
1.327
1.600
1.186
1.107
Algemene kamer
3.688
3.161
3.295
3.800
3.368
3.816
Vreemdelingenkamer
5.853
6.402
8.216
6.290
8.845
8.558
Totaal bestuursrechtspraak
11.799
10.972
12.838
11.690
13.399
13.481
Toelichting
De in de ontwerpbegroting opgenomen instroomverwachtingen van de Ruimtelijke-ordeningskamer
en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd
beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. In 2018 was het totaalaantal ingekomen
zaken lager dan verwacht. Het aantal afgedane zaken in de Algemene kamer kwam onder
het actuele (jaar)aanbod uit, maar lag boven de afdoening in voorgaande jaren.
De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de
rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen
de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom
bij de genoemde ketenpartners.
De verwachtingen ten aanzien van de instroom en productie van de Vreemdelingenkamer
worden in samenwerking met de partners binnen de vreemdelingenketen jaarlijks vastgesteld.
De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid
van de Voorjaarnota en in de suppletoire begrotingen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Raad van State (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
58.577
59.570
58.906
54.691
63.633
54.934
8.699
Uitgaven:
58.521
59.502
57.616
56.173
60.428
54.934
5.494
1.1
Advisering
0
0
7.375
7.519
5.193
5.923
– 730
1.2
Bestuursrechtspraak
0
0
50.241
24.832
28.598
27.525
1.073
1.4
Raad van State gemeenschappelijke diensten
58.521
59.502
0
23.822
26.637
21.486
5.151
Ontvangsten:
2.560
2.017
1.725
1.899
1.704
1.950
– 246
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
1.1 Advisering
In 2018 was de externe mobiliteit hoger dan gebruikelijk. Onder meer door marktomstandigheden
bleken vacatures lastig te vervullen. De realisatie van de personele uitgaven was
hierdoor € 0,7 mln. lager dan geraamd in de ontwerpbegroting.
1.2 Bestuursrechtspraak
De vastgestelde begroting is tijdens de begrotingsuitvoering enkele malen verhoogd.
De wijzigingen betroffen het programma digitaal procederen, om onder meer aan de wettelijke
eisen van digitale toegang tot de rechtspraak te kunnen voldoen, een voorziening voor
de beheerslasten van het programma en verhoging van de uitgavenraming die het gevolg
was van een opwaartse bijstelling van de instroom- en productieraming in het Hoger
Beroep Vreemdelingen. Ook is het bedrag van de loon- en prijsbijstelling toegevoegd
aan de begroting.
Naar aanleiding van de taak- en middelen analyse zijn voor borging van de uitvoering
van de wettelijke taken van de Hoge Colleges van Staat (Raad van State, Algemene Rekenkamer
en Nationale ombudsman) in deze kabinetsperiode, bij voorjaarsnotabesluitvorming 2018,
extra middelen aan de begroting toegevoegd. De Raad van State ontving € 0,8 mln. in
2018. (Kamerstukken II, 34 775, nr. 5)
Ook binnen de bestuursrechtspraak was in 2018 de externe mobiliteit van personeel
hoger dan gebruikelijk en bleken vacatures lastig te vervullen. De beschikbare begrotingsgelden
voor het programma digitaal procederen zijn in 2018 volledig besteed. De realisatie
op het artikelonderdeel was € 1,0 mln. hoger dan geraamd in de ontwerpbegroting.
1.3 Gemeenschappelijke diensten
De vastgestelde begroting is bij gelegenheid van de tweede suppletoire begroting met
€ 1,6 mln. verlaagd. Deze verlaging betrof voor een belangrijk deel de verdeling van
€ 3,6 mln. (bekostiging project digitaal procederen) in een kasritme over de jaren
2018 t/m 2022. Daarnaast leidden lagere personele uitgaven in 2018 ook op dit artikelonderdeel
tot een wijziging bij tweede suppletoire begroting 2018.
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Bedragen * 1.000
Apparaat
2018
Personeel
52.706
Eigen personeel
48.070
Externe inhuur
3.630
Overig personeel
1.006
Materieel
7.722
Overig materieel
7.722
Totaal apparaat
60.428
Ontvangsten
De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn lager dan begroot. Dit is het
gevolg van jurisprudentie inzake «betalingsonmacht» die onder voorwaarden on- en minvermogenden
vrijstelling van het tarief van griffierechten verleent.
Artikel 2. Algemene Rekenkamer
A Algemene doelstelling
De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven
van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer
functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren.
Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal
verband is aangegaan.
De Grondwet en de Comptabiliteitswet 2001 vormen het wettelijke kader voor het onderzoek
van de Algemene Rekenkamer.
De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd
in de Grondwet (artikel 76 en artikel 105.3) en in de Comptabiliteitswet 2001. Hierin
ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke taak om jaarlijks de rechtmatigheid
te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring
te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid
ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid
te onderzoeken. De wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk
geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het
vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële
basis, die de ruimte om in vrijheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemene Rekenkamer heeft daarmee een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie
ten opzichte van de regering en het parlement. Zij dient geen ander belang dan het
goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer
laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden
organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk
zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij
ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig,
zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende
onderzoeksagenda. De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal
en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare
en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van
een Minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie
bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer
en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer
bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt.
De Algemene Rekenkamer doet onderzoek bij de rijksoverheid, bij zelfstandige organisaties
die met publiek geld een publieke taak uitvoeren en bij particulieren, bedrijven en
overheden die Europese subsidies ontvangen. Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden
om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking
in binnen- en buitenland.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige
Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges
voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van
dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en
de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie2.
C Beleidsconclusies
Strategie en onderzoeksprogramma’s
Op grond van de strategie «Inzicht als basis voor vertrouwen» kiest de Algemene Rekenkamer
er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te volgen. Daarbij ligt de focus op terreinen
waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft.
Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in twee Rekenkamerbrede regieprogramma’s en
drie thematische programma’s, namelijk:
– Doorontwikkeling Verantwoordingsonderzoek; «Uitbouwen moderne en adequate verantwoording»
– DOEN; «Investeren in methoden & technieken»
– Premiesectoren Zorg en Sociale Zekerheid (ZSZ)
– Toekomstbestendige Overheidsfinanciën (TOF)
– Ontvangsten ontcijferd
De programma’s «Ontvangsten», «Toekomstbestendige overheidsfinanciën» en «DOEN» zijn
in 2018 geëvalueerd. Besloten is dat deze programma’s voorlopig doorlopen, de inbedding
ervan binnen lopend onderzoek wordt geborgd en dat er voorstellen voor nieuwe onderzoeksprogramma’s
worden geformuleerd.
Organisatieverandering
In 2018 is aansluitend op de reorganisatie in 2017 gewerkt aan een verdere organisatievernieuwing,
met een cultuur en gedrag passend bij een moderne organisatie. In 2018 zijn diverse
initiatieven genomen, zowel binnen de directies als Rekenkamerbreed om beter in verbinding
te staan met onze omgeving, meer in gesprek te zijn met elkaar en meer helderheid
en duidelijkheid te creëren in onze interne werkafspraken en regels. Tevens is er
gewerkt aan verdere professionalisering van de ondersteunende functies (staf) en is
er in 2018 geïnvesteerd in kwaliteit en innovatie. Zo is er geïnvesteerd in expertise
op het terrein van beeld- en data-analyse en op het terrein van de overheidsfinanciën.
Beleidsdoelen
Door de reorganisatie in 2017 en de aanzienlijke gevolgen van de personeelsreductie
en onderzoekscapaciteit was 2018 een transitiejaar. Tegen deze achtergrond is de Algemene
Rekenkamer er grotendeels in geslaagd haar beleidsdoelen voor 2018 te realiseren.
In 2018 heeft de Algemene Rekenkamer in totaal 58 publicaties opgeleverd3:
• 36 rapporten waarvan 21 verantwoordingsonderzoeken;
• 1 update van een webdossier
• 21 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 13 brieven aan de Tweede Kamer met aandachtspunten
bij de begroting 2018 (Begrotingsbrieven).
Verder is de toetsing van de kwaliteit van het onderzoek geïntensiveerd, onder andere
door meer externe toetsing van onderzoeken. Ook is een peer review door buitenlandse
rekenkamers in voorbereiding genomen. Voorts is de beheersing van de planning en doorlooptijd
van projecten verbeterd. De formatie-opbouw voor de komende jaren is op hoofdlijnen
vastgesteld en de P&C-cyclus is verder ontwikkeld. Ook is een organisatieontwikkelingstraject
in gang gezet voor het realiseren van meer «wendbaarheid», «zakelijkheid» en «kwaliteit»
in de praktijk.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr
Verplichtingen:
29.947
28.531
29.159
28.555
31.088
28.541
2.547
Uitgaven:
30.028
28.714
28.868
28.576
30.574
28.541
2.033
2.1
Recht- en doelmatigheidsbevordering
30.028
28.714
28.868
28.576
30.574
28.541
2.033
Ontvangsten:
977
1.137
802
1.153
1.592
1.217
375
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
2.1 Recht- en doelmatigheidsbevordering
De oorspronkelijke begroting 2018 bedroeg € 28,5 mln. Bij eerste- en tweede suppletoire
begroting 2018 is extra budget toegevoegd voor reorganisatiekosten in 2018. Daarnaast
is de loon- en prijsbijstelling toegevoegd. De stand na de 2e suppletoire begroting bedroeg € 31,1 mln.
Het begrotingsartikel van de Algemene Rekenkamer bevat alleen apparaatsuitgaven. In
de volgende tabel zijn deze gespecificeerd.
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Personeel
Eigen personeel
23.054
Externe inhuur1
3.158
Overig personeel
Materieel
Materieel
4.362
Totaal apparaat
30.574
X Noot
1
Inclusief inhuur ten behoeve van onderzoek
De financiële onderuitputting van € 684.000 is vooral het gevolg van de hiervoor genoemde
personele onderbezetting in 2018 (ca. 4 à 5 fte). Verder komen middelen voor een aantal
aan huisvesting gerelateerde posten pas in 2019 tot besteding.
Door de forse uitstroom van medewerkers tijdens de reorganisatie (ook doorwerkend
naar 2018) is er bij de start van het jaar sprake geweest van een aanzienlijke onderbezetting.
Deze onderbezetting is door forse wervingsinspanningen tijdens het jaar (instroom
van meer dan 50 medewerkers) gedeeltelijk ingelopen. De werving van grote aantallen
medewerkers kost echter tijd, terwijl ook het absorptievermogen van de organisatie
begrensd is. De onderbezetting is deels gecompenseerd door externe inhuur van medewerkers.
In de loop van 2018 zijn de wervingsinspanningen verder geïntensiveerd.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting voor 2018 bedroeg € 1.217.000. De gerealiseerde ontvangsten
waren € 375.000 hoger dan begroot. Dit kwam vooral door het realiseren van meer ontvangsten
voor internationale projecten en voor de detachering van medewerkers.
Artikel 3. De Nationale ombudsman
A Algemene doelstelling
De burger heeft recht op behoorlijke behandeling door de overheid. Meestal gebeurt
dat ook, maar het lukt niet altijd. Dan kan de burger terecht bij de Nationale ombudsman.
De missie van de Nationale ombudsman is: Wij geloven dat het perspectief van burgers
geborgd moet worden in alles wat de overheid doet.
Door burgers (op weg) te helpen als het misgaat tussen hen en de overheid.
Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket. Door ze te empoweren met adviezen
en tools. En door op een effectieve manier onderzoek te doen (reactief).
Door overheden uit te dagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties.
Door met een team van specialisten te kijken naar alles wat de overheid doet. Door
na te denken over manieren waarop het anders en beter kan. Met meer oog voor het perspectief
van de burger. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken. En ze uit te dagen
om zaken te verbeteren (proactief).
De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten
van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen
en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman
zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van
de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde
beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan
hun staatsrechtelijke positie4.
C Beleidsconclusies
De transitie die de Nationale ombudsman doormaakt, heeft in 2018 verder vorm gekregen.
De Nationale ombudsman heeft zich ook dit jaar gericht op professionele klachtbehandeling.
Daarnaast heeft de ombudsman zich gericht op het bereiken van mensen die de ombudsman
lastig weten te vinden en de beïnvloeding van overheidsorganisaties daar waar dat
nodig is.
Eén van de instrumenten die hiervoor is ingezet is het uitvoeren van onderzoek uit
eigen beweging. Meer dan voorheen is de nadruk gelegd op de proactieve kant van het
werk. Hierdoor is het werk veranderd. Voor het ontwikkelen van de daarvoor benodigde
kennis en vaardigheden bij medewerkers zijn trainingen ingezet. Deze transitie krijgt
de komende jaren verder vorm en inhoud.
De organisatie is anders ingericht en verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn lager
in de organisatie belegd en integraal management is uitgerold.
Het ontwikkelen van een permanent educatieprogramma loopt, maar heeft meer tijd nodig.
Het afgelopen jaar heeft zich vooral geconcentreerd op inzicht in benodigde educatie
per functie binnen het primair proces.
Portaal voor burgers en overheden
De doorontwikkeling van de website naar een portaal voor zowel burgers als overheden,
een zogenaamd «business platform», verloopt voorspoedig. Het afgelopen jaar is gewerkt
aan een nieuw uiterlijk en gebruiksgemak van de website, wat aansluit bij de missie
en visie van de organisatie. Ook is een doelgroepenaanpak ontwikkeld die gebruikt
wordt bij de inrichting van het portaal. Door deze doelgroepenaanpak zijn we in staat
de communicatieaanpak en inzet van middelen goed op elkaar af te stemmen. Een voorbeeld
is het onderdeel «Kunnen wij u helpen?» waarin mensen (op weg) worden geholpen met
concrete oplossingen voor veel voorkomende vragen en problemen. Hierdoor wordt de
website meer dan alleen een communicatiemiddel en is het van toegevoegde waarde bij
het bereiken van onze doelstellingen en kunnen we meer burgers en professionals op
gepaste en efficiënte wijze helpen als zij in de knel komen met de overheid. De uitrol
van het portaal staat gepland in 2019. Het tot stand brengen van deze migratie (en
het continue actueel houden van het portaal van functionaliteiten en contentmanagement
wordt de komende jaren geleidelijk uitgerold.
Locatieonafhankelijk werken
In 2018 is de verbouwing gestart die ervoor zorgt dat de hele organisatie weer in
één pand kan werken. De dependance kan hierdoor in 2019 worden afgestoten. Deze aanpassing
in de huisvesting is een bezuinigingsmaatregel. De verbouwing is vertraagd en hierdoor
is de verbouwing niet in 2018 afgerond, maar wordt deze medio 2019 afgerond.
Om medewerkers beter uit te rusten om hun werk in te delen en uit te voeren waar zij
dit willen is het afgelopen jaar de kantoorautomatisering en de telefonie vernieuwd.
Hierbij is aangehaakt bij de reguliere vervangingstermijnen. De aanschaffingen hebben
volledig plaatsgevonden in 2018, door de vertraging in de verbouwing wordt een deel
van deze uitrol doorgeschoven naar 2019.
Wettelijke taken Caribisch Nederland
Om zichtbaar te zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg te helpen,
om bij te dragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht
onder de aandacht te brengen bij de overheid zijn in de jaren 2011 tot en met 2016
jaarlijks middelen beschikbaar gesteld door het Ministerie van Binnenlandse zaken
en Koninkrijksrelaties. In de loop van 2016 is opnieuw het gesprek over financiering
gevoerd. Dit heeft geleid tot een structurele toekenning van middelen vanaf 2018 (0,4
mln.). Deze middelen worden ingezet voor het geven van voorlichting, bereikbaarheid,
spreekuren, workshops en gesprekken met de overheid ter plaatse en klachtbehandeling
door professionele medewerkers. In 2018 is het aantal klachten (198) verder toegenomen
ten opzichte van het jaar daarvoor. Burgers weten ons vaker online te vinden, door
onze aanwezigheid op de radio, het houden van inbelspreekuren, het plaatsen van columns
in kranten en doordat de periode tussen de bezoeken korter is.
Wetsevaluatie Kinderombudsman
De Wetsevaluatie is in 2017 uitgevoerd. In 2018 hebben de Nationale ombudsman en de
Kinderombudsman dit uitgebreid besproken met het Ministerie van VWS. Hierbij is gesproken
over de visie van de Kinderombudsman op de invulling van haar wettelijke taken en
de hiervoor benodigde middelen. Over de benodigde middelen zijn nadere afspraken gemaakt
voor 2019 en verder.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
16.676
17.674
16.662
16.131
17.949
16.311
1.638
Uitgaven:
16.361
17.016
16.306
16.266
18.339
16.311
2.028
3.1
Reguliere klachten
13.982
14.472
14.035
14.112
16.089
14.138
1.951
3.2
Klachten van lagere overheden
2.379
2.544
2.271
2.154
2.250
2.173
77
Ontvangsten:
2.765
3.192
2.775
2.580
2.357
2.189
168
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Personeel
Eigen personeel
12.247
Externe inhuur
179
Overig personeel
316
Materieel
Overig materieel
5.597
Totaal apparaat
18.339
3.1 Reguliere klachten
Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder
ook het onderzoek op eigen initiatief. Daarnaast ook uitgaven voor de uitvoering van
taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman.
Bij Voorjaarsnota 2018 is € 2,5 mln. aan het budget toegekend. Dit naar aanleiding
van de uitgevoerde taken en middelen analyse m.b.t. de bedrijfsvoering, zoals is opgenomen
in de Kamerbrief van Minister van BZK over de uitkomst van deze analyse5.
• Incidenteel is budget toegekend om locatie onafhankelijk werken mogelijk te maken,
zoals het aanschaffen van nieuwe kantoorautomatisering en telefonie (1 mln.)
• In verband met vertraging van de transitie van de organisatie naar een toekomstbestendige
organisatie is meer tijd nodig dan voorzien. Daarom is een deel van de incidentele
middelen, die in 2017 zijn toegekend, doorgeschoven naar 2018 (0,55 mln.).
• Vanaf 2018 is structureel budget toegekend voor de uitvoering van taken voor Caribisch
Nederland (0,4 mln.) en Veteranenombudsman (0,1 mln.)
• Het overige budget dat beschikbaar is gekomen heeft betrekking op de EJM (0,152 mln.)
en Loon- en prijsbijstelling (0,331 mln.)
Aantal klachten naar ontvangst
Klachten
realisatie 2015
realisatie 2016
realisatie 2017
realisatie 2018
Per post
3.750
3.860
3.140
3.250
Digitaal
9.420
6.810
6.490
7.230
Totaal schriftelijk
13.170
10.670
9.630
10.480
Mondeling
24.980
24.160
19.750
15.190
Inschatting niet geregistreerde klachten1
2.800
Totaal mondeling
24.980
24.160
19.750
17.990
Totaal
38.150
34.830
29.380
28.470
Bron klachtbehandeling: DOS: overzicht algemeen (18-1-2019)
Bron inschatting niet geregistreerde klachten: BI: overzicht telefonische bereikbaarheid
(17-1-2019)
X Noot
1
Ongeveer 10% van de mondeling ontvangen klachten zijn onterecht niet ingevoerd in
het registratiesysteem
Het aantal behandelde klachten door de Nationale ombudsman is in 2018 afgenomen met
13% t.o.v. 2017. Dit ligt genuanceerder dan aan de hand van het percentage kan worden
afgeleid. Enerzijds hebben we, omdat de maatschappij in een rap tempo verandert, te
maken met een verschuiving van ons werk van reactief naar proactief. Een werkwijze
gericht op een (duurzame) verandering in het handelen van de overheid. Anderzijds
komt dit doordat de registratie niet altijd consequent is uitgevoerd.
De toegenomen online zichtbaarheid, leidt tot meer inspanningen op dat terrein. Deze
inspanningen kunnen we tot nu toe nog onvoldoende kwantitatief in beeld brengen.
Als we rekening houden met de aantallen klachten die niet zijn geregistreerd en de
toegenomen online inspanningen, dan is het beeld dat de ontvangen verzoeken in 2018
t.o.v. 2017 vrijwel gelijk gebleven zijn. Wel zien we dat de manier waarop burgers
ons bereiken, langzaam verschuift.
De klachtbehandeling van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn niet opgenomen
in bovenstaande tabel.
• De Kinderombudsman heeft 2000 verzoeken ontvangen. Dit is een daling van 460 (2017:
2460) klachten t.o.v. het jaar daarvoor.
• De Veteranenombudsman heeft 200 klachten ontvangen. Dat is een toename van 50 (2017:
150) klachten t.o.v. het jaar daarvoor.
3.2 Klachten van lagere overheden
Op artikel 3.2 worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de decentrale overheden
zichtbaar.
Ook het aantal klachten voor de decentrale overheden is in 2018 afgenomen ten opzichte
van 2017.Ook hier komt dit doordat de organisatie haar werk verschuift van reactief
naar proactief.
Artikel 3.2 Aantal klachten naar ontvangst decentrale overheden
Ontvangen klachten
realisatie 2015
realisatie 2016
realisatie 2017
realisatie 2018
Totaal
5.425
6.740
6.145
5.239
In het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2018 wordt ingegaan op alle activiteiten
van zowel de Nationale ombudsman, Kinderombudsman als de Veteranenombudsman.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de klachtbehandeling voor de decentrale
overheden, zoals is vastgelegd in het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman
20066.
Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden
A Algemene doelstelling
De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni
1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:
• het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde huisvest
en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;
• zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de
correcte verzending ervan aan de betrokken Ministeries;
• zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden
personen.
Kapittel der Militaire Willems-Orde
De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:
• het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over
de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over
aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;
• het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen
bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan
deze departementen;
• het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;
• het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.
Kapittel voor de Civiele Orden
Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot
taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen
in één van de Civiele Orden.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van
de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde
beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan
hun staatsrechtelijke positie7.
C Beleidsconclusies
De KNO en al haar ketenpartners maken voor de aanvraag en behandeling van Koninklijke
onderscheidingen gebruik van een in 2001 gebouwd ICT-systeem, genaamd DAISY. Dit systeem
dient dringend te worden vervangen uit hoofde van continuïteit en zekerheid. Het nieuwe
systeem, genaamd LINT, heeft in 2018 vertraging opgelopen, omdat de leverancier van
het systeem meer tijd nodig heeft gehad om een goed werkbare en betrouwbare versie
beschikbaar te stellen voor gebruik. Inmiddels heeft de Kanselarij een 1e versie ontvangen en is zij gestart met de acceptatie.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen
x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde
begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
3.954
3.933
6.178
3.315
5.291
4.730
561
Uitgaven:
3.583
4.170
4.409
4.807
5.392
4.730
662
4.1
Apparaat
2.462
2.906
3.187
3.326
4.364
3.188
1.176
4.2
Decoraties
1.120
1.262
1.221
1.480
1.027
1.537
– 510
4.3
Riddertoelagen
1
2
1
1
1
5
– 4
Ontvangsten:
154
241
294
308
335
29
306
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Personeel
2.665
Eigen personeel
1.453
Externe inhuur
997
Overig personeel
215
Materieel
1.699
Overig materieel
1.699
Totaal apparaat
4.364
4.1 Apparaat
De vastgestelde begroting 2018 houdt geen rekening met de kasschuif die in 2018 heeft
plaatsgevonden vanwege vertraging die de leverancier van het nieuwe ICT-systeem in
2017 heeft opgelopen. In totaal was er voor de vervanging van ICT-systeem DAISY in
2018 € 2,1 mln. beschikbaar waarvan € 1,1 mln. daadwerkelijk is opgenomen in de begroting
voor 2018. Bij de Najaarsnota is tevens éénmalig € 0,2 mln. extra budget toegekend
voor de invoering van de AVG.
4.2 Decoraties
De gerealiseerde uitgaven van decoraties op de begroting heeft onder andere te maken
met de jaarlijkse bestelling van versierselen.
4.3 Riddertoelagen
Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaren van Ridders
Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde
wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.
Ontvangsten
Jaarlijks ontvangt de KNO een vergoeding van de Nationale Politie voor afgenomen politiemedailles,
jaartekens en batons. Deze vergoeding wordt niet in de begroting verwerkt maar hiervoor
dient de KNO een rekening te sturen naar de Politie. Verder zijn er iets meer borgsommen
ontvangen dan was begroot voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke
onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden.
Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba
A Algemene doelstelling
De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening
van zijn taken. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het kabinet een afgeleide
van de wettelijke taken en bevoegdheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken
en bevoegdheden zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling
van Aruba en het Reglement van de Gouverneur. Verder is de regelgeving voor naturalisatie,
paspoorten en visa van belang (de rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet,
de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba en de visuminstructies
van de Minister van Buitenlandse zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie).
De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit,
alsmede een organisatie en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van
de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde
beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan
hun staatsrechtelijke positie8.
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Aruba als landsorgaan, als in relatie
tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het hele werkveld
van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten behoeve
van de Gouverneur met de Staten van Aruba, met Ministers, andere bestuurders en instituties
in het Koninkrijk, Aruba en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Sint-Maarten
en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende
Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en
Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van
Buitenlandse Zaken. Binnen het land Aruba heeft het kabinet intensief contact met
de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten.
De Gouverneur van Aruba heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale
paspoorten aan ingezetenen van Aruba deels gemandateerd aan de Dienst Bevolking en
Burgerzaken (Censo).
C Beleidsconclusies
Er zijn in 2018 geen beleidswijzigingen geweest.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen
x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
1.742
2.000
1.978
2.006
1.876
1.814
62
Uitgaven:
1.759
2.000
1.978
2.006
1.876
1.814
62
6.1
Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba
1.759
2.000
1.978
2.006
1.876
1.814
62
Ontvangsten:
78
66
97
100
89
60
29
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Personeel
1.200
Eigen personeel
954
Externe inhuur
85
Overig personeel
161
Materieel
690
Overig materieel
690
Totaal apparaat1
1.891
X Noot
1
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
6.1 Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Onder Eigen personeelskosten zijn opgenomen de loonkosten. Onder Overig personeel
zijn de opleidingskosten en de kosten voor postactieven opgenomen. Eind 2018 had nog
geen volledige doorbelasting aan het Kabinet plaatsgevonden van een deel van de salariskosten
en de toelagen op grond van het Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (VUBZK), van de uitgezonden medewerkers die werkzaam waren
of zijn op het Kabinet. De doorbelasting van o.a. de loonkosten over de periode sep
2017 tot maart 2018 van de voormalige directeur alsmede o.a. de loonkosten over de
periode jan t/m juli/aug 2018 van twee andere in het derde kwartaal vertrokken uitgezonden
medewerkers zijn achtergebleven. De personeelskosten en daarmee de totale uitputting
zou anders hoger zijn geweest. Daartegenover staat dat in 2018 wel al een deel van
de verplaatsingskosten van de twee, in 2018 nieuw aangetreden uitgezonden medewerkers,
is doorbelast.
In 2018 heeft het Kabinet onvoorziene uitgaven ten behoeve van externe inhuur moeten
doen i.v.m. langdurige arbeidsongeschiktheid.
In 2018 heeft een deel van de medewerkers van het Kabinet een EHBO en een BHV-cursus
met goed gevolg afgerond en zijn kosten gemaakt voor teambuilding activiteiten.
De verrekening van onderwijskosten m.b.t. de in 2018 vertrokken directeur heeft niet
plaats kunnen vinden.
In 2018 bestond het voornemen om groot onderhoud c.q. verbouwing/aanpassing van het
Kabinetsgebouw te realiseren. Ook zou de sinds 2017 voorziene inrichting van de bovenverdieping
van de Cas Ceremonial van de Gouverneur (voormalige Gouverneurswoning) gerealiseerd
worden. Zoals aangekondigd bij de tweede suppletoire begroting was het Kabinet voornemens
om deze plannen in 2018 ten uitvoer te brengen, maar door verschillende omstandigheden
(zoals wisseling van de directie, het ontbreken van een Hoofd Bedrijfsvoering en de
verhuizing van de Gouverneur naar zijn eigen woning) zal uitvoering van deze plannen
noodzakelijkerwijs pas op een later tijdstip plaatsvinden. In 2018 zijn extra kosten
gemaakt voor de verhuizing van de Gouverneur en voor de beveiliging van de eigen woning
van de Gouverneur, overeenkomstig het advies van de veiligheidsdienst.
In 2018 zijn belangrijke stappen genomen i.v.m. het nieuwe kassasysteem voor de consulaire
afdeling, maar zijn de daarmee samenhangende uitgaven nog niet gerealiseerd.
Er is eind 2018 geïnvesteerd in de verbetering en het upgraden van het bestaande beveiligings-
en camerasysteem van het Kabinet.
De restantgelden van de twee Stichtingen die voor goede doelen bestemd zijn, zijn
in 2018 nog niet uitgegeven.
Ontvangsten
In 2018 is sprake geweest van een sterke toename van het aantal door de Gouverneur
vastgestelde landsbesluiten, landsbesluit houdende algemene maatregelen en landsverordeningen.
Dit houdt waarschijnlijk verband met het feit dat 2017 een verkiezingsjaar was en
in november 2017 een nieuwe regering is aangetreden. De aantallen ingekomen naturalisatieverzoeken
en aangevraagde reisdocumenten en visa zijn licht gedaald. De daling van het aantal
optieverzoeken is significanter. In 2018 was er een grote stijging van het aantal
binnengekomen voorstellen voor een Koninklijke onderscheiding. Dit houdt zowel verband
met extra inspanning van de Arubaanse Decoratiecommissie, die de voorstellen voorbereidt,
en de voorlichting die de commissie heeft gekregen van de Kanselarij der Nederlandse
Orden tijdens hun bezoek aan Aruba in 2018.
Prestaties en productgegevens (in aantallen)
Prestaties en productgegevens
2017
2018
Landsbesluiten
1.987
3.263
Landsverordeningen en Landsbesluiten h.a.m.
45
51
Doorgeleiden rijkswetten en verdragen
32
37
Naturalisatieverzoeken
396
381
Naturalisatieceremonies
4
4
Optieverzoeken
281
245
Ingediende bezwaarschriften afwijzing optieverzoeken
13
2
Aangevraagde reisdocumenten
433
415
Aangevraagde visa Schengengebied
121
116
Gratieverzoeken
4
6
Uitleveringen
0
0
Verlenen toestemming voor overvliegen, landen, havenbezoeken etc.
21
23
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen
11
51
Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
A Algemene doelstelling
De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening
van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering
van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn
afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur.
De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen
in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke)
Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur
van Curaçao. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen
van de rijkswet op het Nederlanderschap en van de rijkswet Paspoortwet ontleent het
Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast
zijn de taken en inrichting van het kabinet vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit,
evenals in een organisatie- en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van
de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges en kabinetten voeren zelf het beheer over
hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken
(de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan
wordt aan hun staatsrechtelijke positie9.
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in
relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele
werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het kabinet ten
behoeve van de Gouverneur met de Staten van Curaçao, met Ministers, andere bestuurders
en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. De relaties met de collega
Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten zijn verder geïnstitutionaliseerd.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende
Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en
Naturalisatiedienst en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Binnen het land Curaçao werkt het kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van
Ministers, het Openbaar Ministerie en met overige landsdiensten. De Gouverneur van
Curaçao heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten gemandateerd
aan de landsdienst voor Burgerzaken (Kranchi).
C Beleidsconclusies
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in
relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele
werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden. Ook onderhoudt het Kabinet
ten behoeve van de Gouverneur contacten met de Staten van Curaçao, met ministers,
andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder
zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.
Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende
Nederlandse ministeries, en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en
Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van
Buitenlandse Zaken. Binnen het land Curaçao werkt het kabinet intensief samen met
de Staten, de Raad van Ministers en met diverse landsdiensten.
De meest relevante omgevingsfactor is de omvang van de externe vraag naar dienstverlening
door het Kabinet (consulaire zaken, waaronder de verlening van visa voor Nederland,
de BES-eilanden en het Schengengebied, reisdocumentenverstrekking en aanvragen voor
verlening van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie) en het beroep op de
Gouverneur van Curaçao om als orgaan van het Koninkrijk toezicht te houden op bestuursdaden
in de diverse werkterreinen van de overheid.
De beperkte omvang van het Kabinet brengt met zich mee dat de vereiste expertise en
adviescapaciteit niet altijd beschikbaar is. Enige flexibiliteit bij de inzet van
derden is daarom aangewezen.
Bij een aantal uitvoerende processen is het kabinet afhankelijk van de informatie
die door landsdiensten wordt verstrekt. De kwaliteit en de bereidheid tot en de mate
van samenwerking is daarom bepalend voor het resultaat.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen
x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
3.371
3.196
3.227
3.052
3.008
2.758
250
Uitgaven:
3.062
3.497
3.227
3.052
3.008
2.758
250
7.1
Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
3.062
3.497
3.227
3.052
3.008
2.758
250
Ontvangsten:
51
106
158
163
186
200
– 14
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Bedragen x € 1.000
Personeel
Eigen personeel
1.582
Externe inhuur
53
Overig personeel
163
Materieel
Overig materieel
1.149
Totaal apparaat
2.947
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
7.1 Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Ondersteunen van de Gouverneur
Het Kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische,
sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur hierover. Het gaat
hierbij om een veelheid aan onderwerpen, van belastingwetgeving tot constitutionele
verhoudingen, van armoedebeleid tot budgetdiscipline, van privatisering tot non-gouvernementele
organisatie (NGO)-beleid. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving
en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de Gouverneur. De ambtelijke
ondersteuning van de Gouverneur is erop gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands-
en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen.
Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene
maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het Kabinet
de toetsing voor van de aan de Gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving
aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk
bestuur. Aangeboden stukken worden tijdig en in correcte vorm aan de Gouverneur ter
tekening of ter goedkeuring voorgelegd.
Uitvoeringstaken
Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de Gouverneur de uitvoering
(van delen daarvan) daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de rijkswet op
het Nederlanderschap, en de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. Het Kabinet
bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor,
behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken, verzoekschriften
en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Aanvragen voor naturalisatie en/of
optie, paspoorten en visa worden volgens de geldende voorschriften behandeld. Op de
– deels gemandateerde – uitgifte van paspoorten door het land Curaçao wordt actief
toezicht gehouden
Prestaties en productgegevens (in aantallen)
Producten
2015
2016
2017
2018
Landbesluiten/-verordeningen/-personeel
5.265
3.865
3.898
3.620
Reisdocumenten
658
767
812
735
Visa
262
258
254
389
Naturalisaties (ingenomen verzoeken)
190
178
195
152
Naturalisatieceremonies
3
5
5
5
Opties (ingenomen verzoeken)
99
80
105
151
Gratieverzoeken
6
6
6
25
Uitleveringen
4
6
3
2
Paspoortsignaleringen
0
0
0
1
Audits afgifte reisdocumenten
1
1
1
1
Overvliegvergunningen en havenbezoeken
117
113
181
126
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen (aantal toegekende
Koninklijke onderscheidingen)
15
17
10
11
Totaal
6.620
5.296
5.470
5.218
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao heeft behalve de ontvangsten uit consulaire
producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges)
genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en
visa.
Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
A Algemene doelstelling
Het kabinet draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur in zijn
hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het
land Sint-Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.
De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint-Maarten zijn opgenomen in het
Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Sint-Maarten, verschillende (organieke)
Sint-Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur
van Sint-Maarten.
Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de rijkswet op
het Nederlanderschap en van de rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur
veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet
zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie-
en formatieplan.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van
de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting
of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde
beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan
hun staatsrechtelijke positie10.
De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Sint-Maarten als landsorgaan, als
in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het
kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten
worden onderhouden met de Staten van Sint-Maarten, met Ministers, andere bestuurders
en instituties in het Koninkrijk, Sint-Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs
van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.
Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende
Ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en
Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van
Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint-Maarten heeft het kabinet intensief contact
met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten.
De Gouverneur van Sint-Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van
nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint-Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst
voor Burgerzaken (Census Office).
C Beleidsconclusies
Voor de uitvoering van de werkzaamheden hebben zich weinig bijzonderheden voorgedaan.
Naast een afname van in de afgifte van de reisdocumenten en de optieverzoeken is een
kleine toename waarneembaar in de behandeling van de naturalisatieverzoeken ten opzichte
van het jaar 2017. De afname van de reisdocumenten en optieverzoeken in 2018 ten opzichte
van het jaar 2017 is verklaarbaar, voornamelijk gelet op de gevolgen van orkaan IRMA
in het jaar 2017 ten aanzien van de afgifte van reisdocumenten.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
(bedragen x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
2.803
2.338
2.299
2.168
2.472
1.980
492
Uitgaven:
2.831
2.365
2.321
2.194
2.472
1.980
492
8.1
Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van St. Maarten
2.831
2.365
2.321
2.194
2.472
1.980
492
Ontvangsten:
80
67
113
114
135
50
85
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Personeel
Eigen personeel
1.462
Externe inhuur
14
Overig personeel
334
Materieel
Overig materieel
631
Totaal apparaat
2.441
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
8.1 Apparaat van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
Ondersteunen van de Gouverneur
Het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten verzamelt informatie aangaande politieke,
juridische, bestuurlijke, economische, financiële en (sociaal)maatschappelijke ontwikkelingen
en informeert de Gouverneur hierover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het
Kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse
en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het Kabinet de aan de Gouverneur
verrichte verzoekschriften door De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is erop
gericht dat de Gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze
kan vervullen.
Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten
De Gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene
maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee toetst het Kabinet de
aan de Gouverneur voorgelegde Maartense (concept-) landsregelgeving en landsbesluiten
aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk
bestuur.
Uitvoeringstaken
Het Kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen
van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur
belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet,
het Verdrag van Schengen en de rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het Kabinet
paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen,
registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies.
Ook behandelt het Kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en
aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen
die de Sint-Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel
willen doorkruisen.
Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint-Maarten
De Gouverneur heeft de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint-Maarten met
ingang van 10 oktober 2011 gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie (Census).
Tegelijkertijd blijft het op 10–10–’10 gesloten convenant – en het daarin opgenomen
toezichtsinstrument – onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van
maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie
en de directeur van het Kabinet van de Gouverneur.
Bedrijfsvoering
De zorg voor de medewerkers en het beheer van de huisvesting, het secretariaat, de
(financiële) administratie, de ICT en het archief maken het gezamenlijk mogelijk dat
het Kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen. Toezicht op doelmatigheid
en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen eveneens een belangrijk onderdeel
van het bedrijfsvoeringsproces.
Ontvangsten
Het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire
producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges)
genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en
visa.
Opbrengsten
2018
Opties en Naturalisaties
47
Paspoortgelden
11
VISA
21
Overige ontvangsten consulair
0
Totaal apparaat
79
Afwijking ten opzichte van de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» betreft koersverschillen
Prestaties en productgegevens (in aantallen)
Producten
Aantal
2017
Aantal
2018
Aantal
t.o.v.
2017
Reisdocumenten Kabinet (incl. nooddocumenten)
472
303
– 169
Reisdocumenten BSBV Sint-Maarten
5.391
5.400
+ 9
Visa
391
319
– 72
Naturalisatieverzoeken
153
171
+ 18
Optieverzoeken
141
125
– 16
Doorgeleide Landsbesluiten
752
945
+ 193
Doorgeleide landsverordeningen
18
17
– 1
Beëdigingen
32
62
+ 30
Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen
0
4
+ 4
Overvliegvergunningen en havenbezoeken
37
21
– 16
Uitleveringen
2
6
+ 4
Gratieverzoeken
7
2
– 5
Artikel 9. Kiesraad
A Algemene doelstelling
De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer,
de Eerste Kamer en het Europese parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen,
nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen
vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het
terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder
verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers
en media over kiesrecht en verkiezingen.
De Kiesraad heeft sinds de inwerkingtreding van de Wet raadgevend referendum in 2015
een aanvullende taak voor het verzamelen, tellen en controleren van inleidende verzoeken
en ondersteuningsverklaringen voor het raadgevend referendum, en het vaststellen van
de uitslag ervan.
De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht
en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers
en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor
het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige
Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges
voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van
dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en
de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie11.
C Beleidsconclusies
De Kiesraad heeft in 2018 namen (aanduidingen) en logo’s geregistreerd van politieke
partijen die willen deelnemen aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de Eerste
Kamer en het Europees Parlement. Het register voor de Tweede Kamerverkiezing is in
2018 uitgebreid met drie aanduidingen en één logo; het register voor Europese Parlementsverkiezingen
is uitgebreid met twee aanduidingen en één logo.
De Kiesraad benoemt nieuwe leden in (tijdelijke) vacatures in de Eerste Kamer en Tweede
Kamer en in vacatures (Nederlandse leden) in het Europees Parlement.
Aantal benoemingen in vacatures in de periode 2014–2018
2014
2015
2016
2017
2018
Tweede Kamer
12
15
13
15
16
Eerste Kamer
3
2
4
9
11
Europees Parlement
1
2
0
3
0
Op 21 maart 2018 vonden gemeenteraadsverkiezingen plaats in combinatie met een raadgevend
referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv). Het
referendum van 21 maart was het tweede en laatste referendum dat plaatsvond op basis
van de Wet raadgevend referendum. Op 10 juli 2018 stemde de Eerste Kamer in met intrekking
van de Wet raadgevend referendum (Wrr). Sinds 1 juli 2015 konden kiezers verzoeken
indienen om een raadgevend referendum te houden over een verdrag dat of wet die was
goedgekeurd of aangenomen, maar nog niet in werking was getreden. In de periode 1 juli
2015 tot 10 juli 2018 zijn in totaal 323 wetten referendabel geweest. Tijdens de looptijd
van de Wrr zijn twee referenda gehouden. In de periode 2015–2018 waren er twee wetten
die wel de drempel van 10.000 geldige verzoeken in de inleidende fase haalden, maar
waarvoor in de definitieve fase niet de benodigde 300.000 geldige verzoeken werden
ingediend (beiden in 2018).
Op 21 november 2018 vonden herindelingsverkiezingen in 37 gemeenten plaats. De herindelingen
gingen in op 1 januari 2019.
Bij verkiezingen kunnen politieke partijen, gemeenten en hoofdstembureaus en centrale
stembureaus gebruikmaken van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV). In aanloop
naar de verkiezing en het referendum op 21 maart heeft Software Quality Systems (SQS)
de OSV-programma’s 4 en 5, die de vaststelling van de uitslag en de zetelberekening
ondersteunen, getoetst. Het toetsingsrapport werd eind januari opgeleverd en beschikbaar
gesteld op de website van de Kiesraad. Zowel voor het referendum als de gemeenteraadsverkiezingen
werden de OSV-programma’s ter beschikking gesteld aan politieke partijen en gemeenten.
De Kiesraad bracht in 2018 tien adviezen uit, waarvan negen adviezen werden uitgebracht
op verzoek van en gericht aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK). Het evaluatieadvies over de gemeenteraadsverkiezingen en het raadgevend referendum
van 21 maart 2018 bracht de Kiesraad op eigen initiatief uit.
Het in november 2017 ingestelde Informatiepunt Verkiezingen t.b.v. gemeenteraadsverkiezingen
2018 en het referendum over de Wiv was actief tot mei 2018. In 2018 handelde dit informatiepunt
3.470 vragen af. In oktober 2018 werd t.b.v. gecombineerde provinciale statenverkiezingen/
waterschapsverkiezingen, eilandsraadsverkiezingen, kiescollegeverkiezingen, de Eerste
Kamerverkiezing én de verkiezing van de Nederlandse leden van het Europees Parlement
die in 2019 worden gehouden een nieuw Informatiepunt Verkiezingen ingesteld, wat actief
blijft tot medio juni 2019. In 2018 behandelde dit Informatiepunt 671 vragen.
De Kiesraad was als extern deskundige betrokken bij zesentwintig rechtszaken. Hierbij
verstrekte de Kiesraad op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State inlichtingen.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 Kiesraad (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
2.526
2.295
231
Uitgaven:
2.393
2.295
98
9.1
Kiesraad
2.393
2.295
98
Ontvangsten:
0
0
0
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
Apparaat
2018
Personeel
Eigen personeel
1.389
Externe inhuur
100
Overig personeel
436
Materieel
Overig materieel
468
Totaal apparaat*
2.393
9.1 Kiesraad
Bij gelegenheid van de 2e suppletoire begroting 2018 heeft een ophoging van de begroting met € 0,117 mln. plaatsgevonden
als gevolg van compensatie voor gestegen lonen en prijzen (loon- en prijsbijstelling
2018).
Het opgenomen verschil betreft het verschil tussen de vastgestelde begroting en de
uitgaven per ultimo december.
Verbetering verkiezingssoftware
In 2018 werden technische verbeteringen doorgevoerd in de OSV-programma’s 4 en 5 in
verband met de beveiliging van deze programma’s. De bij de 2e suppletoire begroting 2018 ontvangen financiële middelen zijn voor een belangrijk
deel hiervoor gebruikt.
4. NIET-BELEIDSARTIKEL
Artikel 10. Nominaal en onvoorzien
Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
Realisatie
Vastgestelde begroting
Verschil
2014
2015
2016
2017
2018
2018
2018
Art.nr.
Verplichtingen:
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven:
0
0
0
0
0
0
0
10.1
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
waarvan: Programma
0
0
0
0
waarvan: Apparaat
0
0
0
0
10.2
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
waarvan: Programma
0
0
0
0
waarvan: Apparaat
0
0
0
0
10.3
Onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten:
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting
Bij miljoenennota 2019 is de tranche 2018 van de loon- en prijsbijstelling verdeeld
over de artikelen.
5. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF
Bedrijfsvoeringsparagraaf Raad van State
De Raad van State besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan het primair proces,
aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken. De Raad
beschikt over een planning en controlcyclus, die voorziet in momenten waarop (financiële)
managementinformatie wordt beoordeeld.
Paragraaf 1 – uitzonderingsrapportage
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is
spraken van een getrouwe weergave.
Paragraaf 2 – Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Misbruik en oneigenlijk gebruik
De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en
oneigenlijk gebruik.
Grote lopende ICT-projecten
De Raad van State is geen ministerie en valt derhalve niet onder de rapportageplicht
voor grote ICT-projecten.
De Raad van State kent geen projecten met een kasbeslag in 2018 dat de € 5 mln. overstijgt.
Gebruik open standaarden en open source software
In 2018 zijn geen nieuwe projecten gestart die hieronder vallen, vandaar niet van
toepassing.
Betaalgedrag
In 2018 wordt gemiddeld 99,2% van de facturen binnen dertig dagen betaald.
Dit onderdeel is derhalve niet van toepassing voor de Raad van State.
Audit Comittees
Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Comittee kent.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
In control verklaring
De Raad van State heeft zijn beleid ten aanzien van informatiebeveiliging in 2018
geactualiseerd. Over de informatiebeveiliging is een in control verklaring opgesteld.
De interne beheersing heeft zodanig gefunctioneerd dat er voldoende zekerheid is verkregen
dat de bedrijfsvoering voldoet aan het VIR 2007 / BIR:2012 en – waar nodig – aanvullende
maatregelen zijn of zullen worden getroffen.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Algemene Rekenkamer
Bedrijfsvoeringsparagraaf
De Algemene Rekenkamer besteedt op een gestructureerde wijze aandacht aan het primaire
proces, aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken.
De Algemene Rekenkamer beschikt over een planning- en controlcyclus, die voorziet
in momenten waarop (financiële) managementinformatie wordt beoordeeld. In deze paragraaf
worden opvallende zaken in de bedrijfsvoering toegelicht.
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële
overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
De managementinformatiesystemen hebben voldaan aan de kwaliteitseisen. Er hebben zich
in 2018 geen zodanige verstoringen voorgedaan dat de juistheid, volledigheid, tijdigheid,
continuïteit en vertrouwelijkheid in gevaar zijn gebracht. De managementinformatie
is reproduceerbaar.
3. Financieel en materieelbeheer
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Informatiebeveiliging
De Algemene Rekenkamer heeft de beheersing van informatiebeveiliging zodanig ingericht,
dat op basis van risicobeheer gestuurd wordt op maatregelen ter borging van de vertrouwelijkheid,
integriteit en de beschikbaarheid van informatie. De implementatie van maatregelen
is gebaseerd op de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst 2017. Als uitvloeisel
daarvan is besloten een CISO te werven. De risico analyse is in 2018 geactualiseerd.
De belangrijkste aanpassing is dat met de overgang van het datacenter naar Overheids
Data Centrum heeft geleid tot een hoger volwassenheidsniveau van met name het kwaliteitsaspect
Beschikbaarheid.
In 2018 hebben zich 11 beveiligingsincidenten voorgedaan. Daarbij is het beveiligingsbeleid
effectief gebleken in de zin dat de incidenten tijdig zijn gedetecteerd, gemeld en
door de getroffen maatregelen niet tot ernstig nadelige gevolgen hebben geleid.
Reorganisatiekosten
De reorganisatie heeft geleid tot een substantieel lagere personeelsformatie en -bezetting.
Om de beoogde personeelsreductie te bereiken is in 2017 het Van Werk Naar Werk-beleid
van het rijk toegepast. De kosten van de reorganisatie in 2018 kunnen als volgt worden
weergegeven:
Kosten reorganisatie 2018 in euro’s
2017
2018
2019
2020
2021
Totaal
Stimuleringspremies
455.451
208.940
0
0
0
664.391
Buitengewoon verlof
271.852
1.231.701
300.000
65.000
0
1.868.553
Begeleiding en inhuur deskundigheid
603.579
108.438
0
0
0
712.017
Totaal
1.330.882
1.549.079
300.000
65.000
0
3.244.961
Externe inhuur
In 2018 was er 3,1 miljoen euro gemoeid met externe inhuur. Afgezet tegen het personeelsbudget
ging het om ongeveer 12%. Daarmee overschrijdt de Algemene Rekenkamer de voor departementen
geldende beleidsregel dat 10% van de loonkosten aan inhuur mag worden besteed.
Er is vooral ingehuurd om de onderbezetting bij de start van 2018 op te vangen en
voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Daarbij ging het onder meer om
expertise op het gebied van onderzoek, accountancy, financiën en administratieve organisatie.
Daarnaast worden er uitzendkrachten ingehuurd (waaronder secretaresses), bijvoorbeeld
in de vakantieperioden.
2018
Accountancy, financiën, AO
54
interim-management
111
organisatieadvies
106
juridisch advies
4
uitzendkrachten
234
advisering ICT
95
beleidsadvies
99
onderzoeksopdrachten
2.455
communicatieadvies
0
3.158
Specificatie uitgaven externe inhuur 2018 (x € 1.000)
De doelstelling is dat de kosten voor externe inhuur de komende jaren minder dan 10%
van het personeelsbudget zullen bedragen.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Tijdigheid betaling crediteuren
91 procent van de uitgaven is binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. Dat is
een lichte verbetering ten opzichte van 2017, waarmee de Algemene Rekenkamer echter
nog niet voldoet aan de rijksbrede doelstelling om ten minste 95 procent binnen dertig
dagen te betalen. De belangrijkste oorzaak was een technische fout in het betaalsysteem,
waardoor facturen niet zichtbaar waren voor uitbetaling. Dit probleem is na constatering
direct opgelost.
Audit Advisory Committee (AAC)
In 2018 is het AAC zes maal bijeengekomen, vijf maal voor een reguliere vergadering
en één extra vergadering. Het Audit Advisory Committee legt zich voornamelijk toe
op advisering over de «brede bedrijfsvoering» van de Algemene Rekenkamer. Onder brede
bedrijfsvoering wordt verstaan de wijze waarop de Algemene Rekenkamer met haar organisatie
en bedrijfsvoering is toegesneden op haar mandaat en op de daaruit voortvloeiende
missie en strategie. Onderwerpen die zijn besproken, zijn onder meer de planning en
control cyclus en het strategisch personeelsbeleid.
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De inrichting van de accountantscontrole bij de Algemene Rekenkamer
Het outsourcen van de P-administratie en het gebruik maken van systemen van derden
had gevolgen voor de controlesituatie: de openbare accountant controleerde de materiële
uitgaven en de ADR de personele uitgaven. Bovendien ontstonden er over en weer steeds
meer onderlinge afhankelijkheden.
Daarom is begin 2018 gekozen voor een controlemodel waarbij aanvullend op de controleverklaring
van de ADR bij Hoofdstuk IIB Hoge Colleges van Staat (controle op 10% materialiteitsniveau)
de ADR bij de Rekenkamer verdergaand controleert op 2% materialiteitsniveau. In aanvulling
hierop reviewt de openbare accountant (conform COS 610) de werkzaamheden van de ADR
(zoals risico-analyse, systeemgerichte werkzaamheden, gegevensgerichte werkzaamheden)
en geeft de openbare accountant een controleverklaring af bij de financiële verantwoording
van de Algemene Rekenkamer.
Interne Controle (IC)
De interne controle is in 2018 versterkt. Er is een intern controleplan opgesteld
en er zijn steekproefsgewijs controles uitgevoerd. Ook zijn er spendanalyses uitgevoerd
waarbij betalingen die meerjarig boven een bepaald bedrag uitkomen zijn gecontroleerd.
Daarbij zijn geen belangrijke afwijkingen geconstateerd. Bevindingen hebben wel geleid
tot het aanbrengen van procesverbeteringen, bijv. bij het contractbeheer.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Nationale ombudsman
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen overschrijdingen en bijzonderheden te melden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Bij het tot stand komen van de niet-financiële informatie is geconstateerd dat niet
alle mondeling ontvangen klachten zijn geregistreerd. Hiervan is een inschatting gemaakt
en dit is herkenbaar opgenomen in de verantwoording.
3. Financieel en materieelbeheer
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Het is de organisatie niet gelukt om in het kader van de informatiebeveiliging een
in control statement af te geven. Wel is een nulmeting uitgevoerd door de ADR en is
de organisatie aan de slag met de mogelijke verbeteringen. Ook zijn er maatregelen
getroffen om vanaf 2019 informatiebeveiliging meer aandacht te geven. Het Bureau Nationale
ombudsman hoeft niet te voldoen aan de BIR, maar wil hier wel aan voldoen, maar heeft
hier tijd voor nodig.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Vanaf 2018 is er structureel budget beschikbaar gekomen voor de versterking van bedrijfsvoeringstaken.
Hierdoor is gestart met het doorvoeren van verbeteringen op het gebied van inkoop,
kwaliteit, privacy en informatiebeveiliging. De komende jaren wordt dit verder uitgewerkt.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kanselarij der Nederlandse Orden
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
3. Financieel en materieelbeheer
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Aruba
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
Vanuit de bij BZK bekende informatie zijn er geen fouten en onzekerheden op de artikelen
van hoofdstuk IIB Overige Hoge Colleges van Staat en kabinetten die gerapporteerd
moeten worden.
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden
ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren
van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde
gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën
ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken
waarop een archiveringsverplichting ligt worden geregistreerd.
3. Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid
en wordt zo doelmatig mogelijk ingericht. In 2018 zijn belangrijke stappen gezet voor
de integratie van de consulaire kas binnen het gehanteerde financiële administratiesysteem.
Door betere controleerbaarheid en het verkorten van processen wordt een verdere verbetering
van het beheer van deze gelden beoogd en wordt de kans op onjuistheden nog verder
verkleind. In het geval deze zich toch voordoen kunnen zij sneller en eenvoudiger
geconstateerd en gecorrigeerd worden.
In 2018 is verder gewerkt aan de verbetering van zowel de beveiliging als de bedrijfshulpverlening
bij het Kabinet. Er is eind 2018 geïnvesteerd in de verbetering en het upgraden van
het bestaande beveiligings- en camerasysteem van het Kabinet.
Op het gebied van bedrijfshulpverlening zijn o.a. 3 AED-apparaten aangeschaft, waarvan
1 voor de dienstauto van de Gouverneur.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Organisatie
In 2018 heeft het Kabinet te kampen gehad met langdurige arbeidsongeschiktheid van
één van haar medewerkers. Gezien het belang van de functie, de onzekerheid betreffende
de duur van de arbeidsongeschiktheid en de personele omvang van het Kabinet, is in
het eerste kwartaal besloten tot inhuur van een tijdelijke medewerker. Gedurende het
jaar is echter – na onderzoek door de bedrijfsarts – gebleken dat re-integratie onmogelijk
is. Eind 2018 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot beëindiging van de arbeidsrelatie.
Per eind maart is de detachering van de voormalige directeur beëindigd en per 1 april
is een nieuwe directeur aangetreden. De plaatsvervangend directeur is per september
vertrokken naar Nederland en de nieuwe plaatsvervangend directeur is per half augustus
aangetreden.
Medio juli is de uitgezonden senior consulair medewerker teruggekeerd naar Nederland
en zijn haar werkzaamheden belegd bij de andere medewerkers van de consulaire afdeling.
In 2018 is geconstateerd dat de behoefte aan een Hoofd Bedrijfsvoering voor het Kabinet
groot is. Eind 2018 is daarom de sollicitatieprocedure gestart teneinde te komen tot
invulling van die functie medio 2019. De aanstelling van een Hoofd Bedrijfsvoering
zal bijdragen aan de verdere verbetering en optimalisering van de bedrijfsvoering
binnen het Kabinet.
Huisvesting
Geringe en ad-hoc onderhoudswerkzaamheden aan het Kabinet van de Gouverneur zijn uitgevoerd.
In 2018 zijn stappen gezet richting groot onderhoud c.q. verbouwing van het Kabinet.
De verschillende scenario’s, waaronder een eventuele toekomstige verhuizing, worden
in 2019 verder onderzocht en uitgewerkt.
De (her)inrichting van de bovenverdieping van het Cas Ceremonial di Gobernador heeft
door verschillende omstandigheden niet kunnen plaatsvinden in 2018 en zal worden uitgevoerd
in 2019.
De Gouverneur is medio november 2018 verhuisd naar zijn eigen woning die hij had verlaten
en verhuurd toen hij een aantal jaren geleden naar Den Haag vertrok om daar de functie
van Gevolmachtigde Minister te bekleden. De laatste werkzaamheden ten behoeve van
de beveiliging van zijn woning – op advies van de veiligheidsdienst – worden thans
uitgevoerd.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
Paragraaf 1 Uitzonderingsrapportage
1. Financiële rechtmatigheid
Begrotingsuitvoering wordt regulier door Auditdienst van Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties gecontroleerd.
2. Totstandkoming (niet financiële) informatie
Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden
ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren
van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde
gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën
ontleend aan het Document Management System, waarin alle inkomende en uitgaande stukken
waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.
3. Financieel en materieel beheer
Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijks vergelijk tussen
begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.
4. Overige aspecten
Uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector (WNT)
Hierbij verklaart het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao dat er in 2018 op grond
van de WNT geen functionarissen met een bezoldiging c.q. uitkering wegens beëindiging
dienstverband vermeldt behoeven te worden.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is
sprake van een getrouwe weergave.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen
die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingvoorschriften van het Ministerie van
Financiën. Processen en informatie worden beheerd in een Document Management Systeem
(DMS). Aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa worden in beheersystemen van Buitenlandse
Zaken verwerkt. Ook organisatie- en personeelsinformatie is gedocumenteerd. Het per
1 juli 2015 geactualiseerde O&F-rapport wordt gehanteerd en hierin zijn in 2018 geen
aanpassingen doorgevoerd.
3. Financieel en materieelbeheer
Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid
en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Bedrijfsvoeringsparagraaf Kiesraad
Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage
1. Rechtmatigheid
In 2018 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële
overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Financieel en materieelbeheer
De Kiesraad maakt sinds 1 januari 2018 onderdeel uit van begrotingshoofdstuk IIB.
De Kiesraad voert zelf het beheer over de budgetten die zijn vastgesteld in de begroting
IIB en draagt onder meer zorg voor:
• De doelmatigheid van de bedrijfsvoering;
• Een rechtmatig, ordelijk, controleerbaar en doelmatig financieel en materieel beheer,
met inachtneming van de binnen de rijksdienst geldende regelgeving.
De Kiesraad blijft met de overgang naar begrotingshoofdstuk IIB een ZBO zonder eigen
rechtspersoonlijkheid. Het secretariaat van de Kiesraad ondersteunt de Kiesraad.
Voor de inhoudelijke werkzaamheden m.b.t. benoemingen, vaststellen verkiezingsuitslag,
advisering, etc. is het secretariaat van de Kiesraad onafhankelijk van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges
van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over
hun begroting of begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de
zgn. beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt
aan hun staatsrechtelijke positie.
De financiële administratie van de Kiesraad werd onder begrotingshoofdstuk VII gevoerd
door het Financieel Dienstencentrum (FDC); onder begrotingshoofdstuk IIB wordt dat
gecontinueerd.
Daartoe is tussen het Ministerie van BZK en het FDC een overeenkomst gesloten waarin
in hoofdlijnen wordt beschreven wat de Kiesraad en BZK via het FDC van elkaar mogen
verwachten op het gebied van de financiële administratie. Het betreft een samenspel
om de rechtmatigheid, ordelijkheid, controleerbaarheid en doelmatigheid van de gevoerde
administraties te borgen.
4. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Grote lopende ICT-projecten
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Gebruik openstandaarden en open source software
Naast dat gebruik wordt gemaakt van gangbare open standaarden en open source software,
is bij de ontwikkeling en realisatie van de website verkiezingsuitslagen.nl door de
Kiesraad nadrukkelijk aandacht besteed aan het gebruik van openstandaarden en open
source software. Daarnaast beheert de Kiesraad de EML_NL-standaard welke is opgenomen
op de «pas toe of leg uit» lijst van het Forum Standaardisatie. De EML_NL-standaard
wordt toegepast bij de uitwisseling van gegevens binnen het verkiezingsproces van
de kandidaatstelling en uitslagvaststelling. De voornaamste gebruikers van de standaard
zijn politieke partijen, gemeenten, hoofdstembureaus en centraal stembureaus.
Betaalgedrag
In 2018 werd 94 procent van de facturen binnen 30 dagen betaald. Dat is een verbetering
van 12 procent ten opzichte van 2017. Met 94 procent wordt nog niet voldaan aan de
rijksbrede doelstelling om ten minste 95 procent van alle ontvangen facturen binnen
30 dagen te betalen. Oorzaak van niet-tijdig betalen van facturen is voornamelijk
gelegen in facturen die niet overeenkomstig de contractuele afspraken zijn.
Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsonderwerpen
Audit Committee
De Kiesraad maakt geen gebruik van een Audit Committee.
Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
De Kiesraad is voornemens in 2019 de uitvoering van het gemeenschappelijk normenkader
voor de beveiliging van informatie(systemen) te actualiseren.
C. JAARREKENING
6. DE VERANTWOORDINGSSTAAT 2018
1
2
3=(2–1)
Omschrijving
Vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil realisatie en vastgestelde begroting
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Verplichtingen
Uitgaven
Ontvangsten
Totaal
113.363
113.363
5.695
127.843
124.482
6.398
14.480
11.119
703
Beleidsartikelen
Raad van State
54.934
54.934
1.950
63.633
60.428
1.704
8.699
5.494
– 246
Algemene Rekenkamer
28.541
28.541
1.217
31.088
30.574
1.592
2.547
2.033
375
De Nationale ombudsman
16.311
16.311
2.189
17.949
18.339
2.357
1.638
2.028
168
Kanselarij Nederlandse Orden
4.730
4.730
29
5.291
5.392
335
561
662
306
Kabinet Gouverneur Aruba
1.814
1.814
60
1.876
1.876
89
62
62
29
Kabinet Gouverneur Curaçao
2.758
2.758
200
3.008
3.008
186
250
250
– 14
Kabinet Gouverneur St. Maarten
1.980
1.980
50
2.472
2.472
135
492
492
85
Kiesraad
2.295
2.295
0
2.526
2.393
0
231
98
0
Niet beleidsartikelen
Nominaal en onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7. SALDIBALANS
Saldibalans per 31 december 2018 van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten
van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (Bedragen x € 1.000)
Activa
31-12-2018
31-12-2017
Passiva
31-12-2018
31-12-2017
Intra-comptabele posten
1)
Uitgaven ten laste van de begroting
124.482
113.074
2)
Ontvangsten ten gunste van de begroting
6.398
6.317
3)
Liquide middelen
490
595
4)
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
0
0
4a)
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
116.385
105.635
5a)
Rekening-courant RHB begrotingsreserves
0
0
5)
Begrotingsreserves
0
0
6)
Vorderingen buiten begrotingsverband
368
871
7)
Schulden buiten Begrotingsverband
2.557
2.588
8)
Kas-transverschillen
0
0
Subtotaal intra-comptabel
125.340
114.540
Subtotaal intra-comptabel
125.340
114.540
Extra-comptabele posten
9)
Openstaande rechten
0
0
9a)
Tegenrekening openstaande rechten
0
0
10)
Vorderingen
638
137
10a)
Tegenrekening vorderingen
638
137
11a)
Tegenrekening schulden
0
0
11)
Schulden
0
0
12)
Voorschotten
1.350
1.404
12a)
Tegenrekening voorschotten
1.350
1.404
13a)
Tegenrekening garantieverplichtingen
0
0
13)
Garantieverplichtingen
0
0
14a)
Tegenrekening andere verplichtingen
8.749
4.786
14)
Andere verplichtingen
8.749
4.786
15)
Deelnemingen
0
0
15a)
Tegenrekening deelnemingen
0
0
Subtotaal extra-comptabel
10.737
6.327
Subtotaal extra-comptabel
10.737
6.327
Overall Totaal
136.077
120.867
Overall Totaal
136.077
120.867
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 (IIB)
Waardesprong 01-01-2018
Er heeft een waardesprong plaatsgevonden op 01-01-2018 door de invlechting van de
Kiesraad vanuit Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) naar de Overige Hoge
Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB). De waardesprong betreft
een bedrag van € 418 (x 1.000) op balanspost 14 Andere verplichtingen en is verwerkt
in deze saldibalans.
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten
opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door
de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden
aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Raad van State
6.891
Algemene Rekenkamer
1.492
Nationale ombudsman
435
Kanselarij der Nederlandse Orden
567
Kabinet van de Gouverneur van Aruba
260.568
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
46.139
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
173.887
Totaal
489.979
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding
met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant
afschriften en het saldobiljet. De volgende rekening-courantverhouding is opgenomen
in de balans:
(Bedragen in €)
a) Rekening-courant Financiën/Rijkshoofdboekhouding (RHB)
116.384.970
Totaal
116.384.970
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
a)
Vorderingen kasbeheerders:
Raad van State
111.728
Algemene Rekenkamer
28.092
Nationale ombudsman
26.974
Kabinet van de Gouverneur van Aruba
28.305
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
66.952
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
84.235
b)
Overige intra-comptabele vorderingen
21.041
Totaal
367.327
Ad a) Vorderingen kasbeheerders
De vorderingen van de Raad van State hebben voornamelijk betrekking op detacheringen
(€ 49.938) en nog af te wikkelen vergoedingen SchadebewaringsZaken (€ 47.535).
De vorderingen van de Algemene Rekenkamer hebben grotendeels betrekking op vorderingen
op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de aangiften
loonbelasting (€ 12.382), alsmede vorderingen in het kader van de levensloopregeling
(€ 8.004).
De vorderingen van de Nationale ombudsman betreffen levensloop van personeel.
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba betreffen voornamelijk
verstrekte voorschotten aan eigen personeel.
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat uit een tussenrekening
bankafschrijvingen (€ 56.096) en diverse debiteuren (€ 10.856).
De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten betreffen voornamelijk
paspoortgelden en paspoortleges (€ 79.495).
Ad b) Overige intra-comptabele vorderingen
De overige posten bestaan voornamelijk uit vorderingen op eigen personeel (€ 20.329).
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
a)
Schulden kasbeheerders:
Raad van State
232.009
Algemene Rekenkamer
4.019
Nationale ombudsman
26.202
Kabinet van de Gouverneur van Aruba
50.720
Kabinet van de Gouverneur van Curaçao
284.567
Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
65.113
b)
Overige intra-comptabele schulden
1.893.793
Totaal
2.556.423
Ad a) Schulden kasbeheerders
De schuld van de Raad van State bestaat voornamelijk de permanente bevoorschotting
van griffierechten (€ 181.958) en een aantal posten in onderzoek (€ 49.304).
De schuld van de Algemene Rekenkamer betreft voornamelijk een nog af te wikkelen post
betreffende een overplaatsing.
De vorderingen van de Nationale ombudsman betreffen levensloop van personeel.
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat grotendeels uit te betalen
paspoortgelden, nooddocumenten en naturalisatiegelden (€ 38.148). Het overige bedrag
bestaat uit stortingen van restant gelden Stichtingen.
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat uit diverse crediteuren.
De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaat uit af te dragen
naturalisatiegelden en paspoortgelden.
Ad b) Overige intra-comptabele schulden
De overige posten bestaan onder andere uit nog af te dragen loonheffing en sociale
premies (€ 1.365.626) en een schuld aan Binnenlandse Zaken (VII) (€ 508.702).
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Vorderingen kasbeheerders:
Algemene Rekenkamer
605.687
Nationale ombudsman
22.437
Overige vorderingen
8.937
Totaal
637.061
Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat uit door te berekenen loonkosten in verband
met detacheringen.
De vorderingen van de Nationale ombudsman bestaan uit vergoedingen aan decentrale
overheden.
De overige vorderingen betreffen vergoedingen Kiesraad.
Ad 12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
Het saldo van de openstaande voorschotten per 31 december 2018 is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Voorschotten kasbeheerders:
Raad van State
155.051
Algemene Rekenkamer
204.338
Nationale ombudsman
767.713
Kanselarij der Nederlandse Orden
215.906
Overige voorschotten
6.063
Totaal
1.349.071
De voorschotten van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman
en de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit aan APG Service Partners
(voorheen Loyalis) verstrekte voorschotten vanaf 2016. Deze worden afgerekend na ontvangst
van een goedkeurende accountantsverklaring.
De overige voorschotten betreffen reiskosten personeel.
Het saldo van de in 2018 afgerekende voorschotten is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Afgerekende voorschotten kasbeheerders:
Raad van State
155.336
Algemene Rekenkamer
28.361
Nationale ombudsman
585.355
Kanselarij der Nederlandse Orden
44.470
Totaal
813.522
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De stand van de openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €)
Verplichtingen per 01-01-2018
4.788.931
Correctie beginstand Algemene Rekenkamer
180.343
Waardesprong Kiesraad per 01-01-2018
417.800
+/+
Gecorrigeerde stand per 01-01-2018
5.387.074
Aangegane verplichtingen
127.842.549
+/+
133.229.623
Tot betaling gekomen in 2018
124.481.592
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerder begrotingsjaren
0
–/–
Openstaande verplichtingen
8.748.031
8. WNT-VERANTWOORDING2018
Op www.topinkomens.nl (http://www.topinkomens.nl) vindt u het geldend normenkader voor 2018: de Wet normering topinkomens (WNT), het
Uitvoeringsbesluit WNT, de Uitvoeringsregeling WNT, Beleidsregels WNT, QenA's en een
overzicht van de geldende bezoldigingsmaxima. Tevens is er een verantwoordingsmodel
opgenomen, waarin gedetailleerd is uitgewerkt op welke wijze de WNT-verantwoording
kan worden opgesteld en ingevuld.
De geldende wet- en regelgeving is leidend.
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen
van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld
moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor
topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking
hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder
naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum
te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking echter vallen buiten
de reikwijdte van de wet.
Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande
functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep
zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2018 € 189.000.
Nieuw in 2018 is het vervallen van het begrip gewezen topfunctionaris en de inwerkingtreding
van de anticumulatiebepaling, die bepaalt dat indien een topfunctionaris met verschillende
WNT-instellingen een dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris, niet zijnde een
toezichthoudende topfunctionaris, de som van de bezoldigingen niet meer mag bedragen
dan het algemeen bezoldigingsmaximum (€ 189.000).
Naam instelling
Naam topfunctionaris
Functie
Datum aanvang dienstverband
(indien van toepassing)
Datum einde dienstverband (indien van toepassing)
Omvang dienstverband in fte
(+ tussen haakjes omvang in 2017)
Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalendermnd; > 12 kalendermnd)
Beloning plus onkostenvergoedingen (belast)
(+ tussen haakjes bedrag in 2017)
Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn
(+ tussen haakjes bedrag in 2017)
Totale bezoldiging in 2018
(+ tussen haakjes bedrag in 2017)
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum
Motivering (indien overschrijding)
Algemene Rekenkamer
Dhr. C. van der Werf
Secretaris
1 (1)
nee
137.185 (27.782)
18.383 (4.223)
155.568 (32.005)
189.000
Kanselarij der Nederlandse Orden
Mevr. M.A.K. van Grieken
Directeur
0,94 (0,94)
nee
108.479 (116.045)
17.190 (15.999)
125.669 (132.044)
178.500
Kiesraad
Dhr. M. Bakker
Secretaris-directeur
1 (1)
nee
113.953 (110.347)
17.893 (16.611)
131.846 (126.958)
189.000
Kiesraad
Dhr. J.G.C. Wiebenga
Voorzitter
0,3 (0,3)
nee
24.731 (34.362)
24.731 (34.362)
56.700
Kiesraad
Dhr. R.B. Andeweg
Lid
0,05 (0,05)
nee
4.397 (5.084)
4.397 (5.084)
9.450
Kiesraad
Mevr. G.M.M. Blokdijk
Lid
1-10-2018
0,06 (0,05)
nee
5.929 (4.428)
5.929 (4.428)
8.482
Kiesraad
Mevr. J.E. van den Brink
Lid
0,05 (0,03)
nee
4.161 (3.454)
4.161 (3.454)
9.450
Kiesraad
Dhr. P. Castenmiller
Lid
0,05 (0,05)
nee
4.397 (4.397)
4.397 (4.397)
9.450
Kiesraad
Dhr. R. Nehmelman
Lid
1-10-2018
0,06 (0,05)
nee
4.907 (4.632)
4.907 (4.632)
8.482
Kiesraad
Dhr. R.J. Prins
Lid
1-10-2018
0,05
nee
1.099
1.099
2.382
Kiesraad
Mevr. H.E. Reukema-Gevers
Lid
1-10-2018
0,05
nee
1.132
1.132
2.382
Kiesraad
Dhr. W.M.B. Stoker
Lid
1-10-2018
0,06 (0,05)
nee
4.152 (5.200)
4.152 (5.200)
8.482
Nationale ombudsman
Mevr. H. van Essen
Directeur
8-11-2018
1
nee
15.279
2.637
17.916
27.962
Nationale ombudsman
Dhr. P. Tunnisen1
Directeur
8-11-2018
0,78 (0,72)
nee
84.422 (86.736)
12.061 (12.201)
96.483 (98.937)
125.252
Raad van State
Dhr. R.K. Visser
Secretaris
1 (1)
nee
163.111 (160.786)
19.241 (17.892)
182.352 (178.678)
189.000
X Noot
1
de heer Tunnisen is niet uit dienst, maar niet meer als topfunctionaris werkzaam per
8-11-2018.
Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die
in 2018 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen,
of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden
of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2018 geen ontslaguitkeringen betaald die op
grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend
topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar
gemaakt moeten worden.
D. BIJLAGEN
BIJLAGE 1. ZELFSTANDIGE BESTUURSORGANEN EN RECHTSPERSONEN
Overzichtstabel inzake RWT's en ZBO's van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties Bedragen x 1.000 €
Naam van het ZBO of RWT
(1) Vastgestelde begroting
(2) Realisatie 2018
(3) = (2) – (1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting
(4) Realisatie 2017
Bijzonderheden (Ja/Nee)
Kiesraad
Nee
Totale uitgaven
2.295
2.392
97
2.238
Totale ontvangsten
0
0
0
0
Saldo uitgaven en ontvangsten
2.295
2.392
97
2.238
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.