Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Rapport "Afdekking financiële risico’s DNB; Rol minister van Financiën" (Kamerstuk 28165-300)
2019D13705 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 3 april 2019 een aantal vragen en opmerkingen
                  voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn reactie op het Rapport «Afdekking
                  financiële risico’s DNB; Rol Minister van Financiën» (Kamerstuk 28 165, nr. 300). De reactie van de Minister is te raadplegen op de website van de Algemene Rekenkamer
                  (https://www.rekenkamer.nl/publicaties/brieven/2019/02/19/reactie-de-min….
               
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het rapport «Afdekking financiële
                  risico’s DNB» van de Algemene Rekenkamer en de reactie van de Minister hierop.
               
Het komt deze leden voor dat de functievermenging op het Ministerie van Financiën
                  exemplarisch is voor het pettenprobleem dat bij vrijwel alle staatsdeelnemingen speelt.
                  Publieke belangen die ten grondslag liggen aan een deelneming, financiële belangen
                  die de Staat als aandeelhouder heeft, eventuele opdrachten die via een concessie,
                  subsidieregeling of contract worden uitgevoerd: het zijn belangen die strijdig met
                  elkaar kunnen zijn. Dat vraagt om een heldere functiescheiding en een transparante,
                  controleerbare afweging van belangen. Om precies die reden heeft het kabinet indertijd
                  het aandeelhouderschap in de meeste staatsdeelnemingen overgebracht naar het Ministerie
                  van Financiën.
               
Het ontgaat de leden van de VVD-fractie waarom die functiescheiding rond De Nederlandsche
                  Bank (DNB) niet of minder toegepast zou moeten worden. Kan de Minister toelichten
                  wat wordt bedoeld met de passage «De Minister wordt om die reden vanuit verschillende
                  invalshoeken geadviseerd als het gaat over vraagstukken rondom winstuitkering. Dit
                  is onder andere geborgd door de betrokkenheid van verschillende verantwoordelijke
                  directies. De rol van aandeelhouder is om die reden gescheiden van de rol van bewaker
                  van de rijksbegroting. In de advisering aan de Minister komen beide belangen aan de
                  orde.»? Wie zijn aanwezig bij de aandeelhoudersvergadering van DNB: de beleidsbepalende
                  ambtenaren of de ambtenaren die zich toeleggen op het overheidsaandeelhouderschap?
                  Waarom wordt het aandeelhouderschap niet volledig belegd bij de daarin gespecialiseerde
                  directie, zodat beleidsverantwoordelijkheid en aandeelhouderschap in ieder geval intern
                  volledig zijn gescheiden?
               
De aanduiding «beleidsdeelneming» is in dezen voor de leden van de VVD-fractie weinig
                  overtuigend. De idee dat beleid en aandeelhouderschap dermate verweven zijn dat deze
                  in één hand moeten worden gehouden, wordt nu juist onderuitgehaald door de Algemeen
                  Rekenkamer, zo stellen deze leden vast. Bij alle deelnemingen, beleidsdeelneming of
                  niet, is een kritische aandeelhouder nodig die toeziet op de winstgevendheid en continuïteit
                  van de vennootschap.
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het rapport
                  van de Algemene Rekenkamer «Afdekking financiële risico’s DNB; rol Minister van Financiën»
                  en de reactie van de Minister. Deze leden hebben nog enkele vragen naar aanleiding
                  van de reactie van de Minister.
               
Naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer heeft de Minister in zijn
                  brief uiteengezet hoe de verschillende rollen van DNB, die van de Minister en de verhouding
                  tussen DNB en Minister in die rollen eruitzien. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan
                  de eerste aanbeveling van de Rekenkamer. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister
                  of het niet de duidelijkheid ten goede komt om wat in de brief is uiteengezet te vatten
                  in een apart document. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of het voldoende
                  is om dit enkel in een brief op te sommen.
               
Verder vragen de leden van de CDA-fractie hoe wordt omgegaan met situaties of scenario’s
                  die niet passen in het stramien dat bekend is. Welke uitzonderingsgronden kennen de
                  huidige verhoudingen, zo vragen de leden van de CDA-fractie?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het rapport van
                  de Algemene Rekenkamer over afdekking van financiële risico’s die DNB loopt en de
                  rol van de Minister van Financiën daarin. Zij hebben hierover nog enkele vragen.
               
De leden van de D66-fractie lezen dat in 2016 een invoerfout in de rekenmodellen van
                  DNB is ontdekt. Wat was het doorslaggevende argument om dit destijds niet spoediger
                  aan de Tweede Kamer te melden? Is door DNB, op welk niveau dan ook, zelf verzocht
                  om de invoerfout niet openbaar te maken, of was dit een zelfstandige beslissing van
                  het Ministerie van financiën? Zo ja, wat was de reden hiervoor? Is het kabinet het
                  met deze leden eens dat deze fout eerder gemeld had moeten worden, juist omdat DNB
                  volledig onafhankelijk is in haar monetair beleid en het afdekken van de risico’s
                  die daaruit voortkomen, terwijl de Staat wel voor de gevolgen garant staat? Kan de
                  Minister toelichten welke rijksbegrotingsvoorschriften hier van toepassing waren?
                  Is hij bereid deze op zo’n manier aan te passen dat in dergelijke gevallen een inlichtingenplicht
                  komt te gelden die tot spoediger openbaarmaking dwingt?
               
De leden van de D66-fractie lezen dat in 2013 gekozen is voor het afgeven van een
                  garantie, met als doorslaggevend argument dat dit niet nadelig zou zijn voor de krappe
                  begroting. Hoe beoordeelt het kabinet die beslissing? Waarom is in 2016 wel gekozen
                  voor een kapitaalbuffer en niet voor een garantie? Waarom waren de argumenten die
                  in 2013 doorslaggevend waren voor de keuze voor een buffer, in 2016 niet langer doorslaggevend?
                  Zijn volgens het kabinet in beide gevallen de belangen van de Staat als aandeelhouder
                  en als risicodrager expliciet beargumenteerd en gewogen? Waaruit blijkt dit?
               
De leden van de D66-fractie begrijpen de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om
                  te komen tot een explicieter afsprakendocument. Zij kunnen zich voorstellen dat hierin
                  principe-afspraken worden vastgelegd over hoe om te gaan met situaties waarin verschillende
                  belangen botsen. Kan de Minister een nadere beschouwing geven over de (omgang met
                  de) afweging tussen die belangen? Deze leden benadrukken dat juist de complexiteit
                  van de relatie tussen de Minister van Financiën en DNB de noodzaak van transparantie
                  onderstreept en vragen het kabinet of zij dit steunen en hoe zij dit formaliseren.
                  Deze leden verbazen zich over de nog altijd ontbrekende notulen van officiële gesprekken
                  tussen de President van DNB en de Minister van Financiën. Zij vragen of in 2013 en
                  2016 wel gedetailleerde schriftelijke afspraken zijn gemaakt over de toekenning van
                  de garantie, respectievelijk de opbouw van de kapitaalbuffer door DNB. Zo ja, zijn
                  die openbaar? Zo nee, is het kabinet voornemens om afspraken waardoor de Staat een
                  grote risico loopt in de toekomst wel schriftelijk vast te leggen?
               
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het rapport van de Algemene Rekenkamer
                  betreffende de rol van de Minister in de afdekking van financiële risico’s bij DNB.
               
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij de afspraken met DNB over hun
                  kapitaalbeleid inclusief winstafdracht zal vatten in een formeel document en dit de
                  Kamer zal toezenden. Deze leden vragen de Minister hoe hij de informatie-uitwisseling
                  met DNB en parlement gaat versterken. Deze leden vragen de Minister hoe hij precies
                  voor een zichtbare belangenafweging zal zorgen en of hij deze ook transparant en inzichtelijk
                  zal maken.
               
De leden van de SP-fractie vragen de Minister in welke denkbare situatie hij geen
                  garantie zou willen geven om de winstafdracht op peil te houden. Daarbij vragen zij
                  welke nadelen er bestaan aan het geven van deze garantie. Bovendien vragen zij de
                  Minister waarom hij niet simpelweg kabinetsbeleid maakt en aan de Kamer voorlegt dat
                  de Staat te allen tijde garant zal staan voor DNB.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën - 
              
                  Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.