Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit maatregelen kleine kunststof drankflessen (Kamerstuk 30872-226)
2019D12915 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over de voorpublicatie tot wijziging van het Besluit beheer verpakkingen
2014 in verband met het opnemen van een recyclingdoelstelling voor kleine kunststof
drankflessen en het aanpassen van de artikelen over statiegeld op drankverpakkingen
(Besluit maatregelen kleine kunststof drankflessen) (Kamerstuk 30 872, nr. 226).
De vragen en opmerkingen zijn op 28 maart 2019 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van... zijn deze door haar beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
2
2.
Algemeen
2
3.
Recycledoelstellingen
3
4.
Statiegeld
4
5.
Gevolgen
8
6.
Actieplan Nederland Schoon
9
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende ontwerpbesluit,
en hebben daarover nog een aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Zij hebben
nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het genoemde ontwerpbesluit
en deze leden leggen de Staatssecretaris nog enkele vragen voor.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier
enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggend ontwerpbesluit. Zij
stellen hierbij de volgende vragen en maken de volgende opmerkingen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met onvrede kennisgenomen van
het ontwerpbesluit en willen de Staatssecretaris nog enkele (kritische) vragen voorleggen.
De leden van de 50PLUS-fractie danken de Staatssecretaris voor de toezending van het
ontwerpbesluit. Deze leden willen hier graag nog enkele vragen bij stellen.
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende ontwerpbesluit.
Zij hebben nog enkele vragen.
2. Algemeen
De leden van de D66-fractie geven aan dat zij grote ambities hebben als het gaat om
het terugdringen van zwerfafval en gebruik van plastic, waar dit ontwerpbesluit positieve
effecten op kan hebben.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd dat er eindelijk concrete stappen
zijn gezet naar invoering van statiegeld op kleine flesjes. Alle voorgaande systemen
en afspraken hebben ruim onvoldoende gewerkt. Het zwerfvuil en het plastic in ons
milieu nemen toe. Recycling en daarmee de ontwikkeling van een circulaire economie,
blijven achter. Plastic drankverpakkingen hebben hier een groot aandeel in en deze
leden zijn van mening dat er al vele jaren geleden tot dwingende wetgeving had moeten
worden overgaan. De stappen die de Staatssecretaris nu zet, komen dus zeker niet te
vroeg.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn wel teleurgesteld dat het voorgestelde systeem
nog steeds veel te veel uitgaat van de wensen van de industrie die het probleem veroorzaakt
en niet vanuit wat nodig is om het probleem van zwerfaval en plastic vervuiling maximaal
aan te pakken. Dat had wel gekund. Het is een keuze om het probleem niet echt aan
te pakken, om nu al mazen in het net in te bouwen en ruimte om te sjoemelen over te
laten. Dat is nergens voor nodig en deze leden roepen de Staatssecretaris dan ook
op om deze gebreken, in het ontwerpbesluit te herstellen voordat de behandeling verdergaat.
De leden van de GroenLinks-fractie laten weten dat de belangrijkste kritiek zich op
meerdere punten richt. Zo zijn een aantal onnodige mazen ingebouwd die straks vooral
gaan leiden tot andere productverpakkingen in de schappen en niet tot minder zwerfafval.
De leden van de SP-fractie vragen of de ministeriële regeling met de verdere uitwerking
ter informatie aan de Kamer wordt aangeboden.
De leden van de SGP-fractie geven aan dat zij liever hadden gezien dat gekozen was
voor definitieve invoering van het statiegeldsysteem voor kleine kunststofflessen,
gelet op de urgentie, de effectiviteit van de maatregel en de tijd die nodig is voor
invoering.
3. Recycledoelstelling
De leden van de GroenLinks-fractie hebben er weinig vertrouwen in dat de controle
en handhaving van het systeem, dat zwaar leunt op de sector zelf, werkt. Onafhankelijke
controle, toetsing en handhaving zijn onontbeerlijk. De realisatie van het doel, 90%
reductie, zou veel beter gehandhaafd kunnen worden door uitgifte en inname met elkaar
te vergelijken in plaats van te tellen wat er alsnog in de bosjes belandt.
De leden van de SP-fractie vragen waarom de doelstelling om kleine plastic flessen
in het zwerfafval terug te dringen is vastgesteld op 70 tot 90%. De door een brede
Kamermeerderheid gesteunde en door de toenmalig Staatssecretaris overgenomen petitiemotie
van de Plastic Soup Surfer in 2017 vraagt specifiek om 90% en niet minder.
De leden van de SP-fractie merken op dat er al decennia wordt gepoogd afspraken met
de sector te maken om de hoeveelheid plastic flesjes in het milieu terug te dringen.
Dit echter zonder noemenswaardig resultaat. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom
zij er nu wel vertrouwen in heeft dat de doelstelling voor het najaar 2020 wordt gehaald?
Wat is bereikt sinds de overgenomen petitiemotie van de Plastic Soup Surfer? Is er
een significante vermindering waar te nemen? Deze leden vragen naar het plan van aanpak
van het bedrijfsleven. Is dit plan er? Zo ja, kan het naar de Kamer worden gestuurd?
De leden van de SP-fractie vragen op welke manier de praktijk van inzameling, die
nodig is voor hoogwaardige recycling, afwijkt van de praktijk van inzameling met statiegeld.
Met andere woorden, hoe wordt gezorgd voor de juiste wijze van inzameling, zodat hoogwaardig
hergebruik mogelijk is?
De leden van de SP-fractie vragen op welk moment en op welke wijze de Kamer geïnformeerd
wordt over de prestatieafspraak van 90% recycling. Verder vragen zij hoe wordt bepaald
dat aan de doelstelling is voldaan. Kan de monitoring hiervan worden toegelicht?
De leden van de SP-fractie wijzen er op dat de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) nu al capaciteitsproblemen met betrekking tot handhaving kent. Met de uitbreiding
van het al overvolle takenpakket met monitoring en handhaving van de genoemde doelstellingen
zal de werkdruk verder toenemen. Hoe wordt de ILT gefaciliteerd voor deze nieuwe taak?
De leden van de SP-fractie vragen of alsnog per direct statiegeld ingevoerd wordt
wanneer op enig moment na 2021 wordt geconstateerd dat het afval toeneemt en de recycling
af. Wordt de hoogte van het statiegeld gelijkgesteld aan de huidige tarieven?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de forse kritieken
door groene organisaties op het wetsontwerp. Met het ontwerp wordt ontzettend weinig
geregeld en het wijkt sterk af van de meest succesvolle statiegeldsystemen in het
buitenland, die zich allang bewezen hebben. Kan de Staatssecretaris vertellen waarom?
De doelstelling schiet tekort, er zijn te weinig garanties dat de doelen gehaald worden.
De verplichte recycledoelstelling is juridisch aanvechtbaar en de Europese doelstelling
van 90% gescheiden inzameling van alle plastic drankflessen wordt in dit ontwerp niet verankerd. Ook daarvoor de vraag,
waarom? Waarom worden naast blik ook andere drankverpakkingen als glas bij voorbaat
uitgesloten? Deze leden vragen wiens belang met dit wetsontwerp wordt gediend. Het
lijkt in ieder geval niet het milieu te zijn. Graag een reactie. Ook vragen deze leden
in hoeverre het wetsontwerp beïnvloed is door lobbyisten. Kan de Staatssecretaris
daarover uitweiden?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Staatssecretaris erkent
dat de innameplicht voor verkooppunten geen onderdeel is van de regelgeving. Erkent
de Staatssecretaris dat er daardoor onvoldoende garanties zijn dat de wettelijke doelstellingen
gehaald worden en er een onduidelijke situatie voor de consument ontstaat? Graag een
reactie.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Staatssecretaris erkent
dat de verantwoordelijkheid moet liggen bij producenten én retailers, maar dat het
wetsontwerp dat niet regelt. Is de Staatssecretaris bereid tot het invoeren van een
innameplicht voor verkooppunten?
De leden van de 50PLUS-fractie constateren dat de recycledoelstelling van 90% met
het ontwerpbesluit wordt opgenomen in het Besluit beheer Verpakkingen. Deze leden
zijn daar verheugd over. Met statiegeld is volgens onderzoek 70 tot 90% reductie mogelijk.
Als het streefpercentage op deze wijze op genoemde datum wordt gehaald, wordt geen
statiegeldplicht ingevoerd. Wordt in de jaren daarna de ontwikkeling gemonitord? Als
het percentage later weer zakt, is het dan een optie dat statiegeld later alsnog wordt
ingevoerd? Op welke wijze zal recycling worden gepromoot en bevorderd?
De leden van de SGP-fractie constateren dat het nog onduidelijk is op welke wijze
het recyclepercentage van kleine kunststof flessen in het najaar van 2020 vastgesteld
zal worden. Het maakt geen deel uit van bestaande of nieuwe rapportageverplichtingen.
Deze leden horen graag hoe de Staatssecretaris dit vorm wil gaan geven.
4. Statiegeld
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris heeft aangegeven te
zullen overgaan op de invoering van statiegeld, indien het verpakkende bedrijfsleven
in het najaar van 2020 de vermindering van kleine plastic flesjes in het zwerfafval
en recycling van kleine plastic flesjes niet heeft behaald. Deze leden vragen in hoeverre
er contact is met de sector over het behalen van de doelen. Zijn er knelpunten in
het behalen van deze doelen?
De leden van de VVD-fractie vragen aanvullend daarop of al meer zicht is op de prestaties
van het verpakkende bedrijfsleven. Wanneer kunnen cijfers worden verwacht die meer
duidelijkheid verschaffen over de huidige hoeveelheid kleine plastic flesjes in het
zwerfafval?
De leden van de CDA-fractie zien dat in de ontwerpnota van toelichting bij het ontwerpbesluit
wordt verwezen naar een rapport van CE Delft over de effecten van wettelijke varianten
van statiegeld op kleine kunststof drankflessen. Graag vernemen deze leden of belanghebbenden,
zoals het verpakkende bedrijfsleven, gemeenten, enzovoort betrokken zijn bij dit onderzoek
en zo ja, op welke wijze. Ook vernemen zij graag of die belanghebbenden hebben ingestemd
met het advies.
De leden van de CDA-fractie menen dat het voorkomen en terugbrengen van de plasticsoep
het belangrijkste argument is om tot de heffing van statiegeld over te gaan.
De leden van de CDA-fractie zien graag bevestigd dat de Staatssecretaris statiegeld
zal invoeren als in het najaar van 2020 blijkt dat de reductiedoelstelling van 70
tot 90% minder kleine plastic flessen in het zwerfafval of het doel van 90% recycling
van plastic flesjes niet wordt gehaald door de industrie.
De leden van de CDA-fractie hebben zorgen over het noodzakelijke aantal inzamelpunten.
Graag vernemen zij hoe geborgd gaat worden dat er voldoende inleverpunten zijn, zodat
het inlevergemak voor de consument maximaal is.
De leden van de D66-fractie lezen in de nota van toelichting dat de statiegeldverplichtingen,
zoals opgenomen in dit wijzigingsbesluit, alleen gelden voor kleine kunststofflessen
die gebruikt worden voor het verpakken van frisdrank en water. Nadrukkelijk worden
de verpakkingen van sappen en zuivel uitgezonderd. Kan de Staatssecretaris toelichten
wat het gewichtsaandeel is van verpakkingen van sappen en zuivel in zwerfafval? Wat
zijn de ontwikkelingen in het recyclen van verpakkingen van sappen en zuivel? Wat
gebeurt er nu in de afvalinzameling en recycling van verpakkingen van sappen en zuivel?
Worden er ambities en doelstellingen opgesteld met de sector als het gaat om het recyclen
van verpakkingen van sappen en zuivel? Welk recyclingspercentage verwacht de Staatssecretaris
te bereiken met het statiegeldsysteem kijkend naar het huidige ontwerpbesluit en de
bestaande statiegeldsystemen in het buitenland? Wat zijn daar de behaalde recyclingspercentages?
Deze leden vragen de Staatssecretaris de antwoorden nader te onderbouwen. Als laatste
vragen deze leden of er een perspectief is waarin de verpakkingen van sappen en zuivel
wel onder het statiegeldsysteem gebracht kunnen worden, bijvoorbeeld wanneer blijkt
dat door technische innovaties in recyclingsystemen de hygiëne beter gegarandeerd
kan worden.
De leden van de D66-fractie lezen ook in het ontwerpbesluit dat er geen innameplicht
opgenomen is voor verkooppunten. De innameplicht geldt alleen voor producenten en
importeurs. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom de innameplicht alleen van toepassing
is op een producent of importeur, die in principe niet beschikt over innamepunten,
en niet voor de verkooppunten? Waarom geldt dit niet voor beide? Zijn er in meer landen
statiegeldensystemen zonder innameplicht bij verkooppunten? Zo ja, wat is het effect
van een dergelijk systeem op de recyclingspercentages en de onderhandelingspositie
van de verkooppunten? Wat is het risico voor de recyclingdoelstelling met deze beperkte
innameplicht? In hoeverre schat de Staatssecretaris in dat producenten en importeurs
alleen hun eigen flessen gaan innemen? Op welke wijze wordt geborgd dat er geen «free
riders»-gedrag ontstaat bij betrokkenen in het statiegeld door het ontwerpbesluit?
Hoe gaat het systeem, in ieder geval voor de consumentenkant, worden samengevoegd
met het bestaande statiegeldsysteem? Hoe wordt gekomen tot één gebruiksvriendelijk
systeem dat consumenten begrijpen en leidt tot de hoogst mogelijke recyclingpercentages?
Wat is het effect van het «nieuwe» statiegeldsysteem op het nu niet wettelijk vastgelegde
systeem voor grote kunststof flessen en glazen flesjes?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het voorgestelde ontwerpbesluit
zich onterecht beperkt tot kleine plastic flesjes. Dat zal naar verwachting ertoe
leiden dat veel meer kartonnen drankverpakkingen worden gebruikt en meer blikjes en
nieuwe verpakkingen waar het ontwerpbesluit niets over zegt. Het innemen en recyclen
van blikjes is technisch even makkelijk als dat van flesjes. Blikjes maken in veel
tellingen zelfs een groter deel uit van het zwerfafval. Er is wat deze leden betreft
dus geen enkele reden om blikjes geen onderdeel te laten zijn van de wet. Is de Staatssecretaris
bereid om de inname en recycling van blikjes toe te voegen?
De leden van de GroenLinks-fractie zien geen enkele goede reden om de statiegeldverplichting
en inname van grote flessen of glazen flessen af te schaffen. Dat systeem werkt. Mede
daardoor maken statiegeldplichtige verpakkingen nu amper deel uit van de zwerfvuilmix.
De verplichting tot inname en tot statiegeld van alle drankverpakkingen maakt het
systeem robuuster en uiteindelijk voor iedereen goedkoper per verpakking. De recyclingsector
kan een haalbare businesscase opbouwen, zich tot een volwaardige industrie ontwikkelen
en bij het ontwerp van een nieuw product kunnen fabrikanten hier makkelijk rekening
mee houden. Wat deze leden betreft hebben wegwerpproducten geen bestaansrecht meer
in een circulaire economie.
De leden van de GroenLinks-fractie geven aan dat een derde onterechte uitzondering
flesjes voor sap en melkproducten betreft. Deze leden begrijpen dat hergebruik van
deze flesjes lastiger is, maar dat kan geen reden zijn om af te zien van statiegeld
en innameverplichting. Immers is dat systeem vooral bedoeld om zwerfvuil te voorkomen.
De secundaire doelstelling van hergebruik kan desnoods deels worden behaald door de
flesjes na inname door de shredder te halen en als makkelijk te zuiveren grondstof
her te gebruiken. Een generieke uitzondering voor bepaalde soorten drank leidt alleen
maar tot handhavingsproblemen en definitiediscussies. Want wanneer is een fruitdrank
sap? Hoeveel melk moet een product bevatten om voor de uitzondering in aanmerking
te komen? Deze leden vragen de Staatssecretaris om geen enkele uitzondering te maken.
Is de Staatssecretaris hiertoe bereid?
De leden van de GroenLinks-fractie beschouwen de ontbrekende innameverplichting als
een fundamentele fout in het systeem. De crux is uiteraard niet het betalen van statiegeld,
maar dat consumenten hun flesje weer inleveren en dat die worden hergebruikt. Zonder
innameplicht kan het systeem niet werken. Deze leden vragen de Staatssecretaris dan
ook met klem om dit gebrek te herstellen. Zonder innameplicht is het hele ontwerpbesluit
vooral een toeslag voor consumenten en draagt het te weinig bij aan een beter milieu.
De leden van de GroenLinks-fractie kunnen zich voorstellen dat voor kleine winkels
met weinig ruimte en omzet een uitzondering op de innameplicht wordt gemaakt. Maar
supermarkten, gespecialiseerde drankhandels en grote ketens, zouden verplicht moeten
worden om adequate en effectieve innamesystemen in te richten, die de consument aanmoedigen
om ook daadwerkelijk hun flessen en flesjes terug te brengen. Gemeenten, die er bijvoorbeeld
in de praktijk mee worden geconfronteerd dat in een bepaald gebied of verkooppunt
de uitzondering tot veel zwerfafval leidt, moeten de mogelijkheid krijgen om lokaal
af te wijken van de uitzondering van kleine winkels en ook daar met een eenvoudige
aanwijzing de inname kunnen verplichten.
De leden van de SP-fractie spreken nogmaals hun verbazing uit over het feit dat er
opnieuw is gekozen de sector weer enkele jaren uitstel te geven. Statiegeld is bewezen
effectief, convenanten blijken dat keer op keer niet te zijn. Dat dit ontwerpbesluit
er nu ligt, doet niets af aan de onnodige vertraging die is opgelopen. Klopt het dat
na doorlopen van het wetstraject van het voorliggend ontwerpbesluit alleen een koninklijk
besluit is vereist om tot de daadwerkelijke invoering van statiegeld voor kleine plastic
flesjes te komen, maar dat het dan nog minimaal anderhalf tot twee jaar duurt voor
de daadwerkelijke inwerkingtreding en invoering van het statiegeldsysteem?
De leden van de SP-fractie merken op dat er dan uiteindelijk vijf à zes jaar is verlopen
om tot 90% reductie van kleine plastic flessen in het zwerfafval te komen. Zeker gezien
het feit dat het maatschappelijk en politiek debat over uitbreiding van het statiegeldsysteem
al decennia loopt en net zolang bekend is dat statiegeld een effectieve methode is,
merken zij op dat dit een zeer teleurstellend tijdpad is en vragen zij de Staatssecretaris
hierop te reageren.
De leden van de SP-fractie merken op dat ook drankblikjes een groot aandeel vormen
in de overlast en vervuiling. Kan worden toegelicht waarom er niet voor is gekozen
dit mee te nemen in het ontwerpbesluit en ook hiervoor alvast een wettelijke basis
vast te leggen? Hoe hoog wordt het risico geschat dat er een verschuiving van gebruik
van plastic flesjes naar blikjes optreedt? Is de Staatssecretaris bereid nu de wettelijke
basis te leggen voor statiegeld op blikjes, zodat wanneer dit in de toekomst wenselijk
blijkt het direct ingevoerd kan worden?
De leden van de SP-fractie merken verder op dat er ook niet voor is gekozen het huidig
statiegeldsysteem alsnog wettelijk te verankeren. Zij zien dit als gemiste kans en
vinden de aangedragen argumentatie in de toelichting onvoldoende. Waarop is de aanname
gebaseerd dat het wel specificeren van flesjes met inhoud minder dan één liter bij
wet er automatisch toe leidt dat de inname van grotere flessen en glazen bierflessen
is geborgd? Graag zien zij deze keuze verder toegelicht.
De leden van de SP-fractie zien graag dat het bedrijfsleven verantwoordelijk wordt
gehouden voor de inzameling van flesjes. Anderzijds merken zij op dat met name kleine
plastic flesjes juist op punten worden verkocht waar inzameling moeilijk is, zoals
attractieparken en festivals. Hoe wordt voorkomen dat alle daar gekochte flesjes alsnog
in de vuilnisbakken belanden? Verwachten dat de consument het flesje meeneemt om bij
de supermarkt in te leveren is niet realistisch, merken zij op.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie willen een zo snel mogelijke invoering
van statiegeld op plastic flesjes en blikjes. In veel Europese landen is het al een
gangbare en succesvolle praktijk. In Noorwegen en Duitsland komt 97% tot 99% van de
flessen en blikjes waar statiegeld op zit retour. Inmiddels hebben 328 gemeenten (95%)
zich via de Statiegeldalliantie uitgesproken voor een uitbreiding van statiegeld.
De leden van de PvdD-fractie constateren dat het voorliggende ontwerpbesluit ernstig
tekortschiet. Het ontwerpbesluit regelt slechts de invoering van statiegeld op plastic
flesjes, maar niet op blikjes. Daarmee wordt zwerfafval onvoldoende tegengegaan. Er
komen immers twee keer zoveel blikjes voor in het zwerfafval als plastic flesjes.
Erkent de Staatssecretaris dit? De focus van het ontwerpbesluit op plasticsoep
flesjes (circa 15% van het totale zwerfafval) is te beperkt om een nieuwe maatschappelijke
omgang met zwerfafval in brede zin te bewerkstelligen. Erkent de Staatssecretaris
dit? En erkent de Staatssecretaris het risico van substitutie, de overstap van plastic
naar blik als verpakking? Het zwerfafval neemt daardoor niet af en de CO2-uitstoot juist toe, doordat de productie van aluminium toeneemt. Deze leden verzoeken
de Staatssecretaris om in het voorliggende ontwerpbesluit alsnog statiegeld voor blikjes
op te nemen. Graag zien deze leden een reactie tegemoet. Zowel Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) als het bedrijfsleven heeft inmiddels aangeven geen voorstander te
zijn van een aparte aanpak voor blikjes. Het zou zonde van de tijd en moeite zijn
als in een later stadium opnieuw eenzelfde wetgevingstraject voor blik moet worden
doorlopen als nu voor kleine plastic flesjes. Graag ook hierop een reactie van de
Staatssecretaris.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Staatssecretaris bekend
is met de statiegeldsystemen in Kroatië, Estland, Finland, Litouwen, Noorwegen, Zweden,
Hawaii, New York en Oregon, waar sappen in plastic flessen zonder probleem via statiegeldsystemen
worden ingezameld. Deelt de Staatssecretaris daarom de mening dat sap- en zuivelverpakkingen
niet op «technische gronden» maar op «politieke gronden» worden uitgezonderd van statiegeld?
Deelt de Staatssecretaris de mening dat daarmee onnodig geen eenduidige boodschap
naar consumenten wordt gegeven en dat dat een negatief effect kan hebben op de omgang
met zwerfaval?
De leden van de 50PLUS-fractie constateren dat gesteld wordt dat de mogelijkheid om
statiegeld op andere drankverpakkingen dan kleine kunststof flesjes te heffen mogelijk
later per ministeriële regeling kan worden toegevoegd. De wettelijke grondslag hiervoor
zou nu ontbreken en het zou niet redelijk zijn. Kan de Staatssecretaris op beide aspecten
nog eens nader ingaan? Onder welke omstandigheden zou de visie van de Staatssecretaris
kunnen wijzigen? Waarom wordt een statiegeldregeling voor bijvoorbeeld blikjes op
voorhand uitgesloten met nauwelijks een opening bij voortschrijdend inzicht?
De leden van de SGP-fractie constateren dat de Staatssecretaris ervoor heeft gekozen
kleine kunststof flessen, die gebruikt worden voor het verpakken van sappen en zuivel,
uit te zonderen van de eventuele statiegeldverplichting. Zij hebben hier nog enkele
vragen over. Wat is het aandeel van dit type flessen ten opzichte van de kleine kunststof
flessen voor water en frisdrank? Is de veronderstelling juist dat met de recycledoelstelling
van 90% voor kleine kunststof flessen waar flessen met sappen en zuivel wel onder
vallen sowieso een groot deel van de flessen voor het verpakken van sappen en zuivel
gerecycled zal moeten worden?
De leden van de SGP-fractie constateren dat in zwerfafval niet alleen veel kleine
kunststof flessen zitten, maar ook veel blikjes, met alle gevolgen van dien. De leden
van de SGP-fractie horen graag wat de stand van zaken is van het overleg met het bedrijfsleven
over de recycling van blikjes. Waarom heeft de Staatssecretaris er niet voor gekozen
in het voorliggende ontwerpbesluit alvast een mogelijkheid voor invoering van een
statiegeldsysteem voor blikjes op te nemen?
5. Gevolgen
De leden van de SP-fractie merken op dat er een enorme bandbreedte is in de kosten
van een statiegeldsysteem. Deze ligt tussen de 2 en 27 miljoen euro. Kan dit worden
toegelicht? Waarom is deze bandbreedte niet kleiner te krijgen?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat in een circulaire economie producenten
verantwoordelijk blijven voor hun product. Deze leden betreuren dat dit uitgangspunt
niet het uitgangspunt van het ontwerpbesluit is geworden. Voor de handhaving en controle
van de afspraken is het volgens deze leden nodig dat er een sluitende administratie
komt van alle drankverpakkingen die worden verkocht en weer worden ingenomen. Alleen
zo kan worden nagegaan of het systeem voldoende werkt en waar extra controle of aanscherping
van regels nodig is. Het ontwerpbesluit moet ook de mogelijkheid bevatten om een ongewenste
verschuiving naar drankkartons of andere «innovatieve» verpakkingen die zijn ontworpen
om buiten het systeem te vallen, aan te pakken. Ook dat ontbreekt nu. Deze leden willen
graag weten welke mogelijkheden de Staatssecretaris ziet om dit ook op te nemen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben heel veel reacties uit de maatschappij ontvangen
over het probleem van plasticsoep, zwerfafval en de kansen die een statiegeldsysteem
biedt om dit op te lossen. Deze leden gaan ervan uit dat dit ook tot uiting komt in
de inspraakreacties. Deze leden ontvangen daarom graag ook de gebundelde ingediende
zienswijzen en de reactie van de Staatssecretaris hierop. Hoe gaat de Staatssecretaris
de vragen en suggesties betrekken bij de verdere behandeling?
6. Actieplan Nederland Schoon
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat met het Actieplan Nederland
Schoon (hierna: Actieplan) de industrie uitstel heeft weten te verkrijgen van de uitbreiding
van het statiegeldsysteem en mogelijk zelf afstel. Daarom is het belangrijk om niet
alleen te reflecteren op het ontwerpbesluit, maar ook op het Actieplan. Deze leden
hebben daarom enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden het zeer opmerkelijk en verontrustend
dat de industrie in het Actieplan zichzelf tot doel heeft gesteld om «in de ontwerpfase
van een verpakking al rekening te houden met het idee dat de verpakking weggegooid
zal worden». Deelt de Staatssecretaris de mening dat het bedrijfsleven bezig zou moeten
zijn met het beëindigen van de wegwerpcultuur, in plaats van die wegwerpcultuur te
versterken? Deelt de Staatssecretaris de observatie dat de verpakkingsindustrie onvoldoende
inzet op het verhogen van recyclingpercentages en helemaal niet inzet op het verminderen
van het plasticgebruik? Voor deze leden wordt met het Actieplan opnieuw pijnlijk duidelijk
dat de vrijwillige inzet van het bedrijfsleven onvoldoende is om serieus een einde
te maken aan het plasticprobleem. Deelt de Staatssecretaris deze mening?
De leden van de PvdD-fractie merken op dat het Actieplan sterk leunt op de inzet van
gemeenten, terwijl juist het bedrijfsleven aan zet is om zijn verantwoordelijkheid
te nemen. In het Actieplan staat dat gemeenten hun acties onverminderd voort zullen
zetten, ongeacht het Actieplan. Met andere woorden: hun acties staan los van het Actieplan.
Wat blijft er van het Actieplan over als de inzet van gemeenten buiten beschouwing
wordt gelaten? Het Actieplan leunt ook stevig op vrijwilligers. Welke maatregelen
blijven over in het Actieplan als de inzet van vrijwilligers buiten beschouwing wordt
gelaten? Graag een reactie.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie steunen bepaalde voorstellen in het
Actieplan, zoals handhavingsacties die toegesneden zijn op opruimacties en de plaatsing
van toegankelijke afvalbakken. Daarbij merken deze leden op dat deze maatregelen slechts
vormen van symptoombestrijding zijn. Zij dragen bij tot het (tijdelijk) tegengaan
van zwerfaval, maar niet tot hogere recyclingpercentages. Deelt de Staatssecretaris
de mening dat hier kansen blijven liggen om plasticgebruik werkelijk tegen te gaan?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het Actieplan een verdere
grootschalige plaatsing van flesjesbakken, waar een aparte ophaalstructuur voor wordt
ontwikkeld, behelst. Wat is de extra milieubelasting daarvan? Net als voor de outdoor-reclameposters
en consumentenbeloning via goodiebags? Het doel zou toch vooral minder milieubelasting
en minder materiaalgebruik moeten zijn in plaats van meer? Graag een reactie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.