Brief Kamer : Geleidende brief bij de Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
35 166 Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 1
GELEIDENDE BRIEF
Den Haag, 18 maart 2019
Elk jaar stelt de Tweede Kamer haar eigen begroting op, de Raming. Deze Raming wordt
daarna door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegevoegd aan
hoofdstuk II A van de Rijksbegroting. In december 2018 heeft het presidium de Kamer
een brief gestuurd, waarin is aangegeven op welke wijze er in de afgelopen periode
uitvoering is gegeven aan de ingediende moties en gedane toezeggingen tijdens de Raming
2019 (Kamerstuk 34 892, nr. 16). Met deze brief – die het startpunt vormt van de behandeling van de Raming 2020
– informeren wij u over de aandachtspunten voor 2020.
Dat jaar zal vooral in het teken staan van de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting
aan de Bezuidenhoutseweg 67 en de start van de renovatie van het Binnenhof. Een bijzondere
en ingrijpende gebeurtenis; het is voor het eerst in ruim tweehonderd jaar dat de
Tweede Kamer tijdelijk naar een andere locatie verhuist. In 2020 zal daarnaast veel
aandacht (blijven) uitgaan naar het effectief inzetten van de instrumenten die de
Kamer tot haar beschikking heeft. De werkgroep Herziening Reglement van Orde, onder
leiding van het lid Van der Staaij, komt naar verwachting rond het zomerreces 2019
met aanbevelingen om het parlementaire proces te versterken en waar nodig te moderniseren.
De uitwerking van deze aanbevelingen zal ook in 2020 doorlopen. De aandacht voor de
informatiepositie van het parlement blijft ook het komende jaar centraal staan. Om
de continuïteit en de zichtbaarheid van het parlementaire proces te waarborgen (o.a.
audiovisuele faciliteiten/het structureel onderbrengen van datacenters) wordt de Raming
meerjarig opgehoogd. De thema’s werkbeleving en sociale veiligheid hebben in de afgelopen
periode een steeds grotere plek gekregen in de Kamerorganisatie; in 2020 zal hier
opnieuw veel aandacht voor zijn. Verder is 2020 een bijzonder jaar, omdat het dan
precies 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. De bevrijding
betekende het herstel van onze parlementaire democratie. We staan daar in 2020 expliciet
bij stil, onder meer tijdens de open dagen. Ook de aandacht voor de informatiepositie
van het parlement is en blijft een belangrijke prioriteit.
Met veel van deze speerpunten – die later in deze brief nader worden uitgewerkt –
bouwen we voort op de Raming in voorgaande jaren.
Terugblik – Raming 2019
In de Raming voor 2019 (Kamerstuk 34 892) lag de focus op het zichtbaar maken van het Kamerwerk, de informatiepositie van
de Kamer, informatiebeveiliging en de reorganisatie en kwaliteitsverbetering van de
ambtelijke organisatie. Daarnaast was het beleid erop gericht om burgers meer te betrekken
bij de volksvertegenwoordiging. Zo vond op 5 mei 2018 voor de tweede keer een open
dag, specifiek gekoppeld aan de thema’s «vrijheid» en «bevrijding», plaats – beide
keren kwamen daar 2500 bezoekers op af. Tegen de achtergrond van de viering van honderd
jaar algemeen kiesrecht werd op 27 september 2018 het beeld van het eerste vrouwelijke
Tweede Kamerlid, Suze Groeneweg, onthuld; op hetzelfde moment werd de tentoonstelling
«Ik vier mijn stem» geopend. En op 20 november 2018 werd het eerste Kindervragenuur
in onze parlementaire geschiedenis georganiseerd. Onder de medewerkers van de Tweede
Kamer is een werkbelevingsonderzoek gehouden. Ook is het afgelopen jaar verder gebouwd
aan een professionele ambtelijke organisatie door diverse diensten te herijken. Een
ander belangrijk aandachtspunt dat in de Raming 2019 werd genoemd, was het gebruik
van het eigen instrumentarium, zoals moties, mondelinge en schriftelijke vragen en
hoofdelijke stemmingen. Al deze punten zijn en blijven van cruciaal belang om, op
een onafhankelijke manier, invulling te geven aan de controlerende en medewetgevende
rol die de Tweede Kamer heeft.
Voor een volledige terugblik en een actuele stand van zaken verwijs ik u naar de Kamerbrief
van 19 december 2018 (Kamerstuk 34 892, nr. 16).
Vooruitblik – Raming 2020
Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
In 2015 heeft de Tweede Kamer besloten tot een verbouwing van het Binnenhofcomplex.
Dat er sprake is van achterstallig onderhoud, met name op het installatietechnische
vlak, vormt de belangrijkste aanleiding voor de renovatie. Daar waar dat echt noodzakelijk
is, zullen ook functionele en technische ingrepen op zorgvuldige wijze ingepast moeten
worden. Kamerbewoners willen terugkeren op het Binnenhof zonder dat de «look and feel»
van het gebouw wezenlijk is veranderd. De Tweede Kamer hecht aan een sobere en doelmatige
renovatie waarbij tekortkomingen worden verholpen, noodzakelijke aanpassingen worden
gerealiseerd en onnodige ingrepen worden vermeden. Inmiddels heeft het presidium een
besluit genomen over het structuurontwerp voor de renovatie. Er is gekozen voor de
zogeheten nul-variant, met een zeer beperkt aantal aanpassingen en geen grootschalige
vernieuwingen. Het primaire karakter en de identiteit van het gebouw blijven zo behouden,
en de variant heeft bovendien de laagste kosten. Concreet betekent het dat de huidige
structuur van het Tweede Kamergebouw in tact blijft.
Dit uitzonderlijke project vraagt van de gebruikers dat zij zich uitspreken over wat
voor hen belangrijk is. Dat is onder meer gebeurd in een functioneel Programma van
Eisen. In 2020 zal dit programma vertaald moeten zijn in goede ontwerpen en complete
systemen, zodat het Binnenhof weer decennia mee kan, zonder grote onderhoudsproblemen
of falende systemen.
Het is de bedoeling dat de Tweede Kamer in de zomer van 2020 naar de Bezuidenhoutseweg
verhuist. Dit zal een groot beslag leggen op de organisatie. Belangrijk is dat de
Tweede Kamer toegankelijk en het Kamerwerk zichtbaar blijft. Het presidium rekent
erop dat de Tweede Kamerleden en alle andere Kamerbewoners in 2020 een gebruiksklaar
gebouw krijgen opgeleverd, met alle voorzieningen die nodig zijn om het parlementaire
werk goed te kunnen doen. Aan de Bezuidenhoutseweg zal ruimte moeten zijn voor alle
huidige gebruikers met de bijbehorende systemen, zodat de maximale ruimtelijke condities
worden geschapen en de gebruikers goed en prettig kunnen werken. Dit geldt ook voor
de pers, Nieuwspoort en het kinderdagverblijf.
De uitstraling van de plenaire vergaderzaal en de commissiezalen die aan de Bezuidenhoutseweg
worden ingericht moet zoveel als mogelijk aansluiten op de huidige uitstraling. Waar
mogelijk worden elementen uit de huidige plenaire zaal opnieuw gebruikt; zo gaan de
blauwe stoelen mee. Het draagt bij aan de herkenbaarheid van de Kamer. Bezoekers kunnen
het parlementaire werk volgen vanaf de publieke tribune, maar ook vanuit een aparte
bezoekersruimte met zicht op de zaal en beeldschermen.
Voor wat betreft de organisatie, is er een programmabureau Renovatie en tijdelijke
huisvesting ingericht, die de Kamer ondersteunt bij deze complexe operatie. De Bouwbegeleidingscommissie
(BBC), de adviescommissie voor het presidium op het terrein van huisvestingsaangelegenheden,
is intensief bij de planvorming betrokken. De BBC zal zich in 2020 met name buigen
over het Technisch Ontwerp voor de renovatie van het Binnenhof, dat naar verwachting
in het tweede kwartaal van 2020 gereed zal zijn. Daarnaast zal de BBC de planning,
de uitvoering en het proces ten aanzien van de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting
volgen en het presidium daarover adviseren, waarna besluitvorming kan plaatsvinden.
De verantwoordelijke Kamercommissie, de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, zal
ook in de komende periode over de renovatie debatteren, onder meer naar aanleiding
van de voortgangsrapportages van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Werkwijze van de Kamer
In de Tweede Kamer wordt gedebatteerd over onderwerpen die mensen in hun dagelijks
leven raken. Kamerleden dienen toegerust te zijn om vorm en inhoud te geven aan hun
controlerende en mede-wetgevende rol. Daarbij kunnen zij bouwen op individuele, wettelijk
verankerde rechten. De laatste jaren maken de leden veelvuldig gebruik van de instrumenten
die zij tot hun beschikking hebben. Onderstaande cijfers illustreren dat.
Datum
Meerderheidsdebatten
Spoeddebatten
1 januari 2009
0
0
1 januari 2010
1
1
1 januari 2011
0
0
Datum
Meerderheidsdebatten
Dertigledendebatten
1 januari 2012
12
17
1 januari 2013
9
14
1 januari 2014
19
35
1 januari 2015
27
36
1 januari 2016
64
53
1 januari 2017
73
45
1 januari 2018
26
49
1 januari 2019
80
111
Op 1 januari 2019 stonden er 80 te voeren meerderheidsdebatten en 111 dertigledendebatten
op de lijst. De lijst is na het kerstreces direct verder opgelopen. Het duurt lang
voordat plenaire debatten kunnen worden ingepland, waardoor er over actuele thema’s
niet direct gedebatteerd kan worden.
Ook van andere instrumenten, zoals moties, schriftelijke vragen en hoofdelijke stemmingen,
wordt steeds vaker gebruik gemaakt:
Jaar
Moties
Schriftelijke vragen
Hoofdelijke stemming
2013
3.150
2.562
9
2014
2.860
2.423
19
2015
3.582
2.822
22
2016
3.500
2.627
30
2017
2.476
2.112
35
2018
4.141
2.812
52
Het risico bestaat dat door het grote gebruik ervan, onze instrumenten hun effectiviteit
verliezen. Om de plenaire agenda te ontlasten en de werkwijze van de Kamer te verbeteren,
zijn er voorbereidende stappen gezet die in 2020 verder zullen worden uitgewerkt.
Het gaat allereerst om de instelling van de werkgroep Herziening Reglement van Orde
in april 2018, zoals ik vorig jaar bij de behandeling van de Raming heb toegezegd
(Kamerstuk 34 982, nr. 15). Het eindrapport, met daarin voorstellen voor een integrale herziening van het Reglement
van Orde, wordt voor het zomerreces van 2019 verwacht. De werkgroep richt zich primair
op 1) de verhouding tussen plenaire en commissie-activiteiten, 2) het versterken van
de positie van de Kamer als geheel en het afzonderlijke Kamerlid en 3) communicatie
over de werkwijze en rol van het Reglement van Orde. De werkgroep zal (daarnaast)
kijken naar de invulling van het mondelinge vragenuur en parlementaire instrumenten
die op dit moment minder worden benut. Het presidium ziet het rapport van de werkgroep
met veel belangstelling tegemoet; uiteraard gaan we als Kamer met elkaar in gesprek
over de conclusies en aanbevelingen.
Daarnaast is en wordt gekeken naar versterking van Kamercommissies en het commissiewerk.
Het grootste deel van het Kamerwerk gebeurt in commissieverband. De Kamer is gebaat
bij vaste Kamercommissies die een stevige positie hebben, zodat ze optimaal kunnen
functioneren en aanzien genieten. Dit moet de druk op de plenaire agenda verminderen.
De debatten die plaatsvinden in de commissiezalen zijn volwaardige debatten. Om het
duale karakter van onze democratie ook in commissies beter tot uitdrukking te brengen
en sprekers een duidelijk(er) podium te geven, is één van de grote commissiezalen
aangepast. De komende tijd wordt bekeken of deze opstelling verder verbeterd kan worden.
In 2017 en 2018 is, op initiatief van het presidium, een nieuwe werkwijze voor commissies
geïntroduceerd en geïmplementeerd. Kern daarvan is dat wordt gewerkt met een integrale
staf, dicht bij de commissie, en een concrete jaarplanning. De nieuwe werkwijze is
begin 2019 intern geëvalueerd. De evaluatie wijst uit dat de commissieleden in algemene
zin tevreden zijn over de nieuwe werkwijze en de manier waarop informatie wordt ontsloten.
Ook zijn zij overwegend positief over het werken met een jaarplanning, met als kanttekening
dat het belangrijk is om daar focus in aan te brengen.
Reorganisatie Kamerorganisatie
In 2016 werd door de Kamer de motie-Neppérus c.s. aangenomen (Kamerstuk 34 444, nr. 16), waarin werd opgeroepen tot een spoedige reorganisatie van de ambtelijke organisatie
om het constitutionele proces van de Tweede zakelijk, professioneel en efficiënt uit
te voeren. De verwachting is dat in 2020 de hele ambtelijke organisatie is doorgelicht
en waar nodig is gereorganiseerd. Er zijn al stappen gezet. In 2016 en 2017 zijn veel
diensten gereorganiseerd; daar is in voorgaande Raming bij stilgestaan. In 2018 is
de reorganisatie van de afdeling P&O – die verder gaat onder de naam HR – afgerond.
Daarnaast is een begin gemaakt met de herijking van de Beveiligingsdienst en de stafdienst
FEZ. De afronding van deze reorganisaties is voorzien in 2019. Ook bij de Bodedienst
zal in 2019 een herijking plaatsvinden; na deze herijking zal duidelijk zijn welke
veranderingen worden doorgevoerd. Het Restaurantbedrijf wordt in de loop van 2019
tegen het licht gehouden. De Griffies Commissies en de Griffie Plenair werken aan
stapsgewijze veranderingen om de ondersteuning van Kamerleden verder te verbeteren.
De Dienst Verslag en Redactie heeft de afgelopen jaren een omslag gemaakt naar een
ICT-gedreven bedrijfsvoering. In 2018 zijn alle mondelinge vragenuren ondertiteld,
inclusief een aantal veelbekeken debatten, zoals de Algemene Politieke Beschouwingen,
het debat over de dividendbelasting en het MH17-debat. Het huidige beleid wordt in
2020 voortgezet. De geplande overdracht van de technische ICT-taken aan het Shared
Service Centrum (SSC) ICT van de rijksoverheid is voorlopig uitgesteld. Het Ministerie
van BZK heeft aangegeven dat deze overdracht niet haalbaar en verantwoord is, gelet
op uitvoeringsproblemen bij SSC-ICT. Dit betekent dat de overgang niet voor 2020 zal
plaatsvinden.
Waar de Kamer – ook in de diverse reorganisaties – grote stappen in heeft gezet, is
in het voldoen aan de zogeheten Roemernorm. In de motie-Roemer (Kamerstuk 32 360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10%
van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel.
Lange tijd werd niet aan deze Roemer-norm voldaan. Voor het presidium was het één
van de belangrijkste speerpunten in de afgelopen jaren, en met resultaat. De inzet
heeft ertoe geleid dat het percentrage in 2017 8% bedroeg en in 2018 verder is teruggelopen
tot 7,6%.
Informatiepositie Kamer
Een blijvend speerpunt is de informatiepositie van de Kamer. Een goede informatiepositie
is van cruciaal belang voor Kamerleden; zónder juiste en tijdige informatie kunnen
zij geen invulling geven aan hun controlerende en medewetgevende taak.
Als het gaat om de informatiepositie van de Kamer, zijn verschillende onderwerpen
van belang. Natuurlijk speelt de nieuwe werkwijze van commissies – met een integrale
staf die gericht zoekt naar informatie – daarbij een belangrijke rol. Maar het gaat
(vooral) ook om informatieverstrekking door het kabinet. In maart 2018 heb ik een
brief aan de Minister-President gestuurd over het feit dat het steeds vaker voorkomt
dat de media eerder worden geïnformeerd over kabinetsbesluiten dan de Tweede Kamer.
Vanuit staatsrechtelijk oogpunt is dat ongewenst en ongepast.
Ook de moties-Van der Molen/Omtzigt (Kamerstuk 28 362, nrs. 16 en 17), die op 27 november 2018 door de Kamer zijn aangenomen raken direct de informatiepositie
van de Kamer. Samen met de motie-Van Nispen c.s. (Kamerstuk 34 683, nr. 15) hebben deze drie aangenomen moties geheel of gedeeltelijk betrekking op de vertrouwelijke
informatievoorziening door het Kabinet aan de Kamer. Het presidium heeft een werkgroep
(van Kamerleden en ambtenaren) de opdracht gegeven om de uitwerking van deze moties
nader te verkennen en zo nodig voorstellen te doen tot wijziging van de werkwijze
en/of de Regeling vertrouwelijke stukken.
Werkbeleving en sociale veiligheid
Het is belangrijk dat de Kamer een plek is waar medewerkers hun werk op een prettige
en veilige manier kunnen uitvoeren. In 2018 is er een werkbelevingsonderzoek onder
medewerkers van de Kamer uitgevoerd, dat betrekking had op zowel werkbeleving als
op ongewenste omgangsvormen. Het betrof een nulmeting; het was de eerste keer dat
de Kamer een dergelijk onderzoek liet uitvoeren. De respons was hoog; 74% van de medewerkers
heeft deelgenomen aan het onderzoek. Het getuigt van een grote betrokkenheid bij de
Kamer en het Kamerwerk. Op basis van de uitkomsten is een plan van aanpak opgesteld,
met concrete acties die moeten bijdragen aan een goed werkklimaat, waarin gezondheid,
sociale veiligheid, inclusie en diversiteit belangrijke thema’s zijn. Met name de
omgang met ongewenst gedrag – zoals pesten, discriminatie of intimidatie – en de afhandeling
van klachten daarover dienen op korte termijn te worden aangepakt. Te beginnen met
het versterken van de positie van vertrouwenspersonen. Het is belangrijk dat medewerkers
veilig melding kunnen maken van ongewenst gedrag en er ook van op aan kunnen dat daar
iets meer gebeurt. Er worden trainingen voor vertrouwenspersonen georganiseerd om
de kennisontwikkeling en kennisoverdracht tussen de vertrouwenspersonen te bevorderen.
Vakkennis wordt ook (beter) bijgehouden. Er komt betere voorlichting over gedragscodes,
rechten en plichten van medewerkers. Ook wordt meer bekendheid gegeven aan de Klachtencommissie
Ongewenste Omgangsvormen.
Ook in 2020 wil de Kamer de doelstellingen op het gebied van de Participatiewet, vrouwen
in leidinggevende posities en maatschappelijke stages behalen. De doelstelling Participatiewet
voor 2019 is 15,55 banen en voor 2020 17,44 banen. Aangezien de doelstelling een afgeleid
percentage van de loonsom is, kunnen de doelstellingen per jaar nog iets wijzigen.
Voor vrouwen in leidinggevende posities hanteert de Kamer een doelstelling van 33%.
In navolging van de motie-Biskop (Kamerstuk 32 531, nr. 14) heeft het presidium in 2015 ingestemd met het streefcijfer van 45 deelnemers aan
de maatschappelijke stage per jaar. In 2019 en 2020 zullen daarvoor weer twee stageweken
worden georganiseerd. Daarnaast zal het plan van aanpak dat hoort bij het Charter
Diversiteit – dat de Kamer in december 2019 heeft getekend – worden opgesteld.
Betrokkenheid burgers bij Kamer (transparantie Kamerwerk)
Het presidium zet in op het (verder) vergroten van de betrokkenheid van burgers bij
het parlement. Met de renovatie van het Binnenhof in aantocht, is het doel om meer
mensen de Kamer te laten bezoeken, dus voor we onze deuren tijdelijk sluiten. In 2019
en de eerste helft van 2020 worden daar verschillende activiteiten voor georganiseerd,
ook in het kader van de viering van honderd jaar algemeen kiesrecht en 75 jaar bevrijding.
Dat kunnen tentoonstellingen zijn, bijvoorbeeld over de historische boekencollectie
van de Kamer, toneel- of muziekvoorstellingen of lezingen met een politiek of maatschappelijk
karakter. Een voorbeeld is de theatervoorstelling «De Première», die in november 2018
in de Oude Zaal werd georganiseerd. Tegen de achtergrond van 75 jaar bevrijding wordt
gekeken of de fototentoonstelling over de Holocaust, die in januari 2019 werd geopend
in het Nationaal Holocaust Museum, ook in de Tweede Kamer kan worden getoond. Verder
wordt onderzocht of en onder welke voorwaarden het mogelijk is om de Kamer tijdens
alle recessen en op een aantal zaterdagen open te stellen. Zo vindt op 30 maart 2019
de Kiesrecht Open Dag plaats. Deelname aan open dagen als de Open Monumentendag, de
Museumnacht, de Museumnacht Kids en de open dag op 5 mei wordt gecontinueerd, waarmee
duizenden mensen in staat worden gesteld om de Tweede Kamer te bezoeken:
Activiteit
2017
2018
Open Monumentendag
3.000
4.000
Museumnacht Kids
2.000
1.500
Museumnacht
2.000
1.500
5 mei
2.500
2.500
Openstelling kerstreces
3.600
Daarnaast wordt gekeken hoe invulling kan worden gegeven aan het kabinetsbesluit om
alle scholieren minstens één keer een bezoek aan de Kamer te laten brengen. Het is
iets wat de Kamer al jarenlang doet; we ontvangen dagelijks een groot aantal scholieren:
Jaar
Scholieren
Totaal aantal bezoekers
2015
87.300
166.853
2016
92.000
287.638
2017
93.000
223.577
2018
99.571
224.034
De Kamer moet toegankelijk zijn voor iedereen. Tegelijkertijd moeten we borgen dat
Kamerleden hun werk goed kunnen blijven uitvoeren. De Kamer is tenslotte primair een
plek waar de volksvertegenwoordiging haar werk doet. Het aantal bezoekers zal de komende
jaren groeien. Er moet een balans worden gevonden tussen enerzijds de voortgang van
het parlementaire werk en anderzijds de toegankelijkheid en veiligheid van het gebouw.
Dit betekent dat onderzocht moet worden hoeveel de Kamer aan kan, welke (fysieke)
aanpassingen daarvoor nodig zijn en wat de kosten daarvan zijn. Dat geldt zowel voor
de tijdelijke huisvesting aan de Bezuidenhoutseweg als voor het gerenoveerde Binnenhof.
Natuurlijk betrekken we burgers ook «formeel» bij het Kamerwerk, bijvoorbeeld door
de V100, internetconsultaties en webinars door Kamercommissies. Ook daar hebben we
inmiddels goede ervaringen mee. Zo heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, voor het eerst in het bestaan van de Kamer, een webinar georganiseerd
om in contact te komen met mensen met schulden. Onder leiding van de commissievoorzitter
hebben mensen online hun ervaringen gedeeld. Er namen 205 mensen deel aan het webinar
en het leverde 800 reacties op. De input wordt verwerkt en gebruikt bij de debatten
over schuldhulpverlening. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken organiseert op
3 april 2019 een rondetafelgesprek over uitdaagrecht, waarbij het publiek vragen kan
stellen en zich in het debat kan mengen. Iedereen die geïnteresseerd is kan zich hiervoor
aanmelden. Een ander voorbeeld is het burgerpanel V100, waarbij honderd burgers uit
de hele samenleving voor de tweede keer hebben meegedacht over de Verantwoordingsstukken
die de Algemene Rekenkamer naar de Kamer stuurt. De V100 krijgt dit jaar opnieuw navolging.
De vaste commissie voor Financiën betrekt dit jaar 100 MBO-scholieren bij de stukken
rond Verantwoordingsdag.
Tot slot
De behandeling van de Raming 2020 vindt plaats in juni 2019. Natuurlijk is er tijdens
de behandeling ook ruimte voor thema’s die niet expliciet in deze begeleidende brief
worden genoemd, maar die structureel aandacht krijgen. Het presidium ziet uit naar
een constructief gesprek.
Namens het presidium,
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K. Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.