Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 110 Invoering van een wettelijk mechanisme ten behoeve van de beslechting van belastinggeschillen tussen lidstaten van de Europese Unie (Wet fiscale arbitrage)
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 21 februari 2019
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
De voorzitter van de vaste commissie, Anne Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Boon
INLEIDING
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wet fiscale
arbitrage waarin de geschillenbeslechting tussen EU lidstaten wordt geregeld. Deze
leden zijn positief over het feit dat belanghebbenden arbitrage kunnen afdwingen om
langlopende geschillenbeslechting te voorkomen. Voorgenoemde leden hebben nog een
aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wet fiscale
arbitrage. Deze leden achten het van groot belang dat dubbele belastingheffing zoveel
mogelijk wordt voorkomen en dat belastingplichtigen voldoende middelen in handen hebben
om zelf in actie te komen tegen dubbele belasting. Deze wet is een versterking van
de bestaande mogelijkheden en dat juichen deze leden toe.
De leden van de CDA-fractie vragen de regering tevens te antwoorden op de vragen van
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) in hun commentaar op onderhavig wetsvoorstel.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wet fiscale
arbitrage. Deze leden delen dat de implementatie van de arbitragerichtlijn bijdraagt
aan een tijdige en effectieve beslechting van internationale geschillen over dubbele
belastingheffing en een verschillende uitleg of toepassing van belastingverdragen.
Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Zij hebben hierbij nog een paar vragen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Hoewel deze
leden voorstander zijn van rechtszekerheid, en het oplossen van geschillen, hebben
zij de nodige vragen over de noodzaak van het wetsvoorstel. Ook vragen zij zich af
of er nodeloos door belanghebbenden naar de arbitragecommissie kan worden gestapt
en of overheden hierdoor kunnen worden getraineerd.
I. ALGEMEEN
De leden van de SP-fractie willen graag weten wat de verschillen tussen lidstaten
zijn geweest in het tot stand komen van het wettelijk mechanisme. Zijn er uitgesproken
aanpassingen gedaan aan het oorspronkelijke voorstel om tot instemming te komen? Wat
was de Nederlandse positie precies? Wat is de inzet van het Europees Parlement geweest
tijdens de triloog?
Voorts willen de leden van de SP-fractie graag weten welke verschillende lidstaatopties
bij de invoering van het wettelijk mechanisme mogelijk zijn? Heeft Nederland een eigen
lidstaatoptie? Heeft de regering zicht op hoe andere landen het mechanisme gaan vormgeven?
Deze leden ontvangen deze informatie graag voor de verdere besluitvorming.
1. Aanleiding
De leden van de CDA-fractie vragen de regering aan te geven wat de verhouding is tussen
de arbitragerichtlijn en de overeenstemming met betrekking tot bindende arbitrage
in het Base Erosion en Profit Shifting (BEPS)-project. Hoe verhoudt deze regelgeving
rondom arbitrage zich met het artikel over arbitrage in het Multilateraal Instrument
(MLI)?
De leden van de D66-fractie vragen welke EU-lidstaten de arbitragerichtlijn inmiddels
hebben geïmplementeerd. Deze leden vragen welke EU-lidstaten deze richtlijn nog moeten
implementeren. Zijn er EU-lidstaten die de implementatiedatum van 30 juni 2019 niet
redden?
De leden van de fractie van GroenLinks vragen welke mogelijkheden er zijn als er sprake
is van dubbele niet-belasting? Is het mogelijk om in een dergelijk geval een procedure
te beginnen? Wie kunnen dit doen?
De leden van GroenLinks-fractie vragen of de regering een paar theoretische voorbeelden
kan geven van dubbele belasting en daarbij kan aangeven wat precies het probleem is.
Komt dit alleen voor bij internationale bedrijven of ook bij nationale bedrijven?
En bij huishoudens?
2. Algemeen
De leden van de D66-fractie lezen dat Nederland voorstander is van arbitrage als sluitstuk
van de onderlinge overlegprocedure. Verwacht de regering dat arbitrage vaak ingezet
zal worden? Of is het aannemelijk dat arbitrage als sluitstuk juist als prikkel werkt
om er in onderling overleg uit te komen?
De leden van de fractie van GroenLinks vragen of de regering wat meer kwantitatief
inzicht kan geven over hoe vaak er procedures zijn. Hoe vaak komt dit voor?
Om hoeveel bedrijven gaat het? Wat voor type bedrijven?
Hoeveel belasting wordt er teruggevorderd als gevolg van dergelijke procedures?
Hoe vaak leiden dergelijke procedures tot een verhoging van de Nederlandse belastingheffing
en hoe vaak tot een vermindering?
De leden van de SP-fractie brengen naar voren dat in de memorie van toelichting staat
dat de «onderlinge overlegprocedure» ofwel de situatie dat twee staten overleggen
over mogelijke dubbele belasting, niet altijd soelaas biedt. Landen komen er, anders
gezegd, niet altijd samen uit. Deze leden vragen of dat vaak voorkomt. Zijn daar cijfers
over bekend, zo vragen deze leden. Kan de regering tevens aangeven hoe vaak Nederland
in de afgelopen vijf jaar in een «onderlinge overlegprocedure» verwikkeld is geweest?
Hoe lang duurt zo’n procedure gemiddeld? Hoe vaak wordt er overeenstemming bereikt?
Hoe vaak wordt er geen overeenstemming bereikt? Wat is het effect wanneer er geen
overeenstemming wordt bereikt? Daarnaast vragen de aan het woord zijnde leden de regering
overtuigend aan te geven dat de richtlijn noodzakelijk is en een reëel bestaand probleem
oplost.
3. Inhoud van de arbitragerichtlijn
Kan de regering inzicht geven in het aantal verzoeken tot geschillenbeslechting, wat
de huidige doorlooptijd is van een gemiddeld verzoek en wat de doorlooptijd is van
de langer durende geschillenbeslechting? De leden van de VVD-fractie vragen met welke
landen de meeste verzoeken tot geschillenbeslechting plaatsvinden (binnen Europa en
buiten Europa)?
De leden van de VVD-fractie benoemen dat recent het Multilateraal Verdrag in de Kamer
is behandeld en vervolgens is aangenomen. Het MLI ziet toe op een mechanisme ter voorkoming
van grondslaguitholling en winstverschuiving waar ook de geschillenbeslechting een
rol heeft gekregen. Kan de regering aangeven waarom deze wet is voorzien? Is er overwogen
om de arbitragerichtlijn een plek te geven in het overleg met de OESO en daarmee in
het MLI? Zo nee, waarom niet? Is dit op een later moment nog steeds het streven om
de werking van de arbitragerichtlijn van toepassing te laten zijn op alle belastingverdragen,
ook buiten de EU? Welk stappenplan ziet u om dit doel te bereiken?
De leden van de D66-fractie vragen wanneer een persoon wordt gedefinieerd als vooraanstaand
en onafhankelijk.
Kan de regering aangeven welke partijen landen verzoeken om een onderlinge overlegprocedure
te starten, vragen de leden van de SP-fractie. Zijn het vaak multinationals die hierom
verzoeken, of juist vaak personen? Zijn hier cijfers over voorhanden?
4. Wet fiscale arbitrage
Algemeen
Het verbaast de leden van de CDA-fractie dat Nederland al zoveel mogelijkheden heeft
tot onderling overleg en arbitrage, maar dat de implementatie toch noopt tot een heel
apart wetsvoorstel. Deze leden vragen de regering daarom inzicht te geven in het aantal
onderling overlegprocedures en arbitrageprocedures in de afgelopen vijf jaar, en om
daarbij tevens aan te geven met welke landen de procedure liep. In hoeveel procent
van de onderling overlegprocedures eindigt de procedure in een oplossing? Met welke
landen eindigt een onderling overlegprocedure het vaakst onopgelost? Vervangen de
nieuwe regels rondom het onderlinge overleg en de arbitrage de bestaande regels of
gaan er twee regimes naast elkaar ontstaan? Ziet een onderling overlegprocedure met
een land binnen de Europese Unie er straks hetzelfde uit als met een land buiten de
Europese Unie?
De leden van de D66-fractie vragen in welke andere lidstaten de Minister van Financiën
de rol zal vervullen van bevoegde autoriteit. Zijn er EU-lidstaten die een andere
bevoegde autoriteit aanstellen?
Rechtsbescherming en rechtszekerheid
De leden van de CDA-fractie vragen de regering uiteen te zetten wat de verschillen
zijn qua voorwaarden tussen de huidige Nederlandse onderling overlegprocedure en de
nieuwe procedure. Waarom is ervoor gekozen om beide procedures naast elkaar te handhaven
in de wet?
De leden van de D66-fractie vragen de regering om te reageren op de suggestie van
de NOB om de positie van de belastingplichtige in de procedures beter te regelen,
bijvoorbeeld door de belastingplichtige het recht te geven tijdig inzage te kunnen
nemen van de stukken en door de mogelijkheid te bieden hun mening of advies te kunnen
geven aan de arbitragecommissie.
Stroomschema
De leden van de CDA-fractie danken de regering voor het duidelijke stroomschema. Zij
hebben wel enkele vragen bij dit schema. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de lidstaten
er met onderling overleg uitkomen, maar de belanghebbende de oplossing afwijst? Gelden
er voorwaarden voor de uitkomst van het onderling overleg? Moet het overleg leiden
tot het wegnemen van de dubbele belastingheffing? Of kunnen lidstaten ook tot een
oplossing komen waarbij de dubbele belasting (deels) in stand blijft? Dezelfde vraag
hebben deze leden wanneer lidstaten onderling besluiten af te wijken van het advies
van de arbitragecommissie.
Klachtprocedure
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering in kan gaan op de klachtenprocedure,
de klachtmogelijkheden, termijnen en beroepsmogelijkheden in de wet zoals voorgesteld
en op welke wijze deze afwijken van bijvoorbeeld de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen
(AWR).
De leden van de CDA-fractie vragen de regering of de voorwaarden waaraan een klacht
moeten voldoen afwijken van de huidige voorwaarden voor de onderling overlegprocedure
die door Nederland gesteld worden. Kan een belanghebbende bijvoorbeeld ook al een
klacht indienen als de formele aanslag nog niet is opgelegd? Kan de regering nader
toelichten wanneer sprake is van een «geschilpunt als bedoeld in de arbitragerichtlijn»?
De leden van de CDA-fractie vragen de regering of er gedurende de periode waarin beide
lidstaten de klacht beoordelen overleg kan zijn tussen de lidstaten. Zij merken namelijk
op dat lidstaten een belang kunnen hebben bij een bepaalde uitkomst. Indien zij echter
een klacht afwijzen, lopen ze het risico dat de andere lidstaat de klacht gegrond
verklaart, waardoor ze uitkomen bij een arbitragecommissie in plaats van onderling
overleg. Lidstaten hebben dus een groot belang om de klacht serieus te beoordelen.
Dit zou echter anders kunnen zijn wanneer zij in overleg de andere lidstaat ertoe
kunnen bewegen om de klacht af te wijzen. Dan is de belanghebbende aangewezen op de
rechter (eventueel in twee lidstaten) en heeft de lidstaat in ieder geval uitstel
bewerkstelligd, met een kans op afstel. De leden van de CDA-fractie denken hierbij
niet zozeer aan Nederland, maar wellicht wel aan andere lidstaten die een dergelijke
tactiek kunnen toepassen.
De termijn van drie jaar waarbinnen de belanghebbende zijn klacht moet indienen, komt
de leden van de SP-fractie nogal ruim voor. Kan de regering toelichten waarom voor
een dergelijk lange termijn is gekozen?
Procedure voor onderling overleg
De leden van de CDA-fractie vragen de regering of de procedure voor onderling overleg,
zowel het overleg op basis van onderhavig wetsvoorstel als op basis van een bilateraal
belastingverdrag, de mogelijkheid kent voor de belanghebbende om gehoord te worden.
Hebben belanghebbenden ook het recht om tijdens het proces of daarna alle relevante
processtukken in te zien?
De leden van de D66-fractie vragen hoe de Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten
van onderling overlegprocedures, bijvoorbeeld als een individuele zaak of uitkomst
van de uitleg van belastingverdragen ook een breder geldende betekenis heeft.
De leden van de D66-fractie vragen hoe vaak Nederland als verdragsland wordt verzocht
om in onderling overleg te treden en hoe vaak Nederland andere verdragslanden verzoekt
om in onderling overleg te treden. Kan voor de jaren 2013–2018 een uitsplitsing per
jaar worden gemaakt? Hoe vaak is in 2019 een verzoek tot onderling overleg ingediend?
Tot welke resultaten hebben deze onderling overleg procedures geleid?
De leden van de D66-fractie vragen of het klopt dat de wijze waarop Nederland invulling
geeft aan onderlig overlegprocedures sinds 29 september 2008 niet meer is geactualiseerd.
Deze leden vragen of het feit dat Nederland met een toenemend aantal landen reeds
verplichtende en bindende arbitrage heeft afgesproken aanleiding zou kunnen vormen
tot een actualisering. Zo nee, waarom niet? Hoe heeft de Nederlandse bevoegde autoriteit
sinds het besluit in 2008 invulling gegeven aan de intentie om de onderling overlegprocedure
zo transparant mogelijk te laten verlopen?
Arbitragecommissie
De leden van de D66-fractie lezen dat de voorzitter van de arbitragecommissie in principe
een rechter is. Deze leden vragen om een toelichting waarom de voorzitter niet per
definitie een rechter is.
De leden van de SP-fractie vragen de regering hoe wordt geborgd dat de leden van de
arbitragecommissie echt onafhankelijk zijn.
Verhalen van kosten
De leden van de CDA-fractie constateren dat de onderling overlegprocedure geen kosten
met zich meebrengt voor de belanghebbende, maar de arbitrageprocedure mogelijk wel.
Hoe is dit momenteel geregeld bij Nederlandse belastingverdragen met een arbitrageartikel?
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister van Financiën in principe geen beroep
zal doen op de mogelijkheid van het verhalen van kosten op de belanghebbende. Deze
leden vragen bij wat voor soort uitzonderingen de Minister van Financiën hier wel
voor kiest. Deze leden vragen welke andere landen wel een beroep zullen doen op deze
mogelijkheid.
Waarom verhaalt de regering de kosten niet op de belanghebbende in het geval de klacht
terecht wordt afgewezen, vragen de leden van de fractie van GroenLinks.
Waarom moet de belastingbetaler betalen voor dergelijke klachten van bedrijven?
Om hoeveel geld gaat het hier precies?
Wat doen andere lidstaten?
Hoe voorkomt de regering dat bedrijven een prikkel hebben om altijd te procederen
tegen dubbele belasting, wanneer ze niet zelf hoeven te betalen in het geval dat hun
klacht wordt afgewezen?
Openbaarmaking
De leden van de D66-fractie verwelkomen de inzet op openbaarmaking van eindbesluiten.
Deze leden vragen of de Minister van Financiën in principe, dus tenzij de andere bevoegde
autoriteit of de belastingplichtige daar niet mee instemt, zal kiezen voor openbaarmaking
van eindbesluiten. Deze leden vragen, indien niet met de publicatie van het volledige
eindbesluit wordt ingestemd, welke elementen van het eindbesluit in een samenvatting
zullen worden opgenomen. Deze leden vragen of er bepaalde eisen worden gesteld aan
een dergelijke samenvatting. Gelden er bijvoorbeeld minimumvereisten ten aanzien van
informatie in het eindbesluit waarover gerapporteerd moet worden? Deze leden vragen
of de regering voornemens is om een sjabloon op te stellen voor samenvattingen van
eindbesluiten, bijvoorbeeld om te zorgen dat samenvattingen goed onderling vergelijkbaar
zijn.
De leden van de D66-fractie lezen dat vastgelegde eindbesluiten geen precedent vormen.
Deze leden vragen om een reflectie op het standpunt dat publicaties van eindbesluiten
inzichtelijk kunnen maken hoe de arbitragecommissie situaties beoordeelt en in die
zin toch tot precedentwerking zou kunnen leiden1. Deze leden vragen, als eindbesluiten geen precedent vormen, hoe wordt geborgd dat
gelijke of vergelijkbare feitencomplexen leiden tot gelijke of vergelijkbare uitkomsten.
Ook wanneer geldt dat eindbesluiten door verschillende arbitragecommissies zijn vastgesteld.
Voorgenoemde leden lezen dat een arbitragecommissie voor alternatieve geschilbeslechting
ook de vorm kan hebben van een arbitragecommissie van permanente aard. De leden van
de aan het woord zijnde fractie vragen of Nederland dit heeft overwogen. Deze leden
zijn tevens benieuwd of overwogen is om het Permanente Hof van Arbitrage een rol te
geven bij fiscale arbitragezaken en/of de implementatie van de arbitragerichtlijn.
De leden van de fractie van GroenLinks vragen waarom de publicatie van het volledige
eindbesluit niet altijd openbaar is. Wat is de reden dat bedrijven niet in willen
stemmen met publicatie van een dergelijk besluit? Wat is de reden dat de Belastingdienst
niet zou in stemmen met volledige publicatie?
Samenloop met andere nationale procedures en rechtsgebieden
De leden van de VVD-fractie lezen dat indien een vaststellingsovereenkomst leidt tot
verhoging of vermindering van de Nederlandse belastingheffing, de inspecteur de belastingschuld
dan vaststelt met toepassing van de voor de uitvoering van die belastingwet geldende
regels. Kan de regering aangeven hoe er bijvoorbeeld omgegaan wordt met belastingrente
bij een vermindering van de Nederlandse belastingheffing? En binnen welke termijn
wordt de uitkomst geeffectueerd?
In onderhavig wetsvoorstel worden de termijnen voor het beoordelen van de klacht van
de belanghebbende en het starten van de onderling-overlegprocedure uitgesteld wanneer
de belanghebbende bezwaar op beroep instelt tegen de belastingaanslag. De leden van
de CDA-fractie vragen of dit geen achteruitgang is, nu momenteel het bezwaar en beroep
en de onderling-overlegprocedure gelijktijdig kunnen plaatsvinden.
Keuzemogelijkheden binnen de arbitragerichtlijn
De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader in te gaan op de keuze in de
arbitragerichtlijn. Nederland heeft ervoor gekozen om de toegang tot arbitrage breed
open te stellen. De leden van de VVD-fractie ondersteunen deze lijn omdat ook zij
van mening zijn dat alle geschillen met betrekking tot de toepassing en uitleg van
belastingverdragen opgelost zouden moeten worden. Kan de regering aangeven wat de
gevolgen zijn als een lidstaat waarmee een geschil ontstaat niet voor de brede toepassing
heeft gekozen? Heeft de regering al inzicht of er landen zijn (en zo ja, welke) die
voor een beperkte toepassing kiezen, namelijk alleen een geschil op basis van een
dubbele belasting? En indien de regering dit overzicht nog niet heeft kan hij de leden
van de VVD-fractie toezeggen hen hierover op een later moment te informeren?
De leden van de CDA-fractie vragen de regering of het bekend is welke keuzes andere
lidstaten gemaakt hebben met betrekking tot de twee punten waar de arbitragerichtlijn
keuzevrijheid geeft aan lidstaten. Deze leden gaan er immers vanuit dat arbitrage
alleen mogelijk is wanneer het nationale recht in beide lidstaten dat toestaat. Omdat
Nederland ruimhartig is in de toegang tot arbitrage, ligt het dan aan de wetgeving
van de andere lidstaat of arbitrage mogelijk is, bijvoorbeeld in het geval van andere
kwalificatievraagstukken. Nu Nederland arbitrage mogelijk stelt bij andere kwalificatievraagstukken
en interpretaties van het belastingverdrag, vragen deze leden of onderling overleg
en arbitrage ook mogelijk zijn in het geval van een inwoner van België, die in Nederland
werkt en zijn heffingskortingen niet ontvangt via de werkgever, maar pas bij zijn
(voorlopige) aangifte. Dezelfde vraag hebben deze leden voor een Nederlander die het
onrechtvaardig vindt dat hij in Nederland belasting verschuldigd is over de Duitse
zorgtoeslag (Beitragzuschuss zur Krankenversicherung).
De leden van de D66-fractie vragen waarom de keuzemogelijkheid is opgenomen om toegang
tot de arbitragecommissie te weigeren indien een geschilpunt geen betrekking heeft
op dubbele belasting, maar bijvoorbeeld kwalificatievraagstukken. Deze leden vragen
of andere landen wel voor deze mogelijkheid kiezen? Zo ja, waarom? Deze leden vragen
of bevestigd kan worden dat in de situatie dat kwalificatieverschillen leiden tot
dubbele belastingheffing de toegang tot de arbitragecommissie niet geweigerd kan worden.
De leden van de D66-fractie lezen dat het bij kwalificatievraagstukken onder andere
kan gaan om de situatie «dat het ene verdragsland [verdragsland A, red] toch belasting
heft terwijl het heffingsrecht op grond van het belastingverdrag is toegewezen aan
het andere verdragsland dat dit recht niet effectueert». Deze leden merken op dat
in het geval dat het verdragsland A in een dergelijke situatie ook niet zou heffen,
dit zou leiden tot dubbele niet-belasting. Deze leden vragen of de keuze van bepaalde
verdragslanden om de toegang tot de arbitragecommissie in het geval van kwalificatieverschillen
te weigeren voort zou kunnen komen uit de inzet om dubbele niet-belasting te voorkomen.
Deze leden vragen of de regering nogmaals kan bevestigen dat Nederland bij internationaal
verdragsbeleid niet alleen streeft naar het voorkomen van dubbele belasting maar ook
streeft naar het voorkomen van dubbele niet-belasting.
De leden van de SP-fractie vragen de regering of de onderlinge overlegprocedure altijd
over dubbele belastingkwesties gaat. Zo ja, waarom kiest de regering er dan niet voor
om ook de arbitrageprocedure te beperken tot geschilpunten die met dubbele belasting
te maken hebben, terwijl de richtlijn deze mogelijkheid wel biedt? Acht de regering
het nodig om belastingplichtigen (nog) meer mogelijkheden te bieden om het door hem
gewenste resultaat te bereiken? Hebben de partijen die naar verwachting het vaakst
een klacht zullen indienen, niet al voldoende mogelijkheden om hun gelijk te halen,
gezien de verschillende rechtszaken die multinationals aanspannen tegen overheden,
vragen deze leden. De leden van de SP-fractie verzoeken de regering de stap naar de
arbitragecommissie te weigeren als deze geen betrekking heeft op dubbele belasting.
Zij vragen de regering hierop te reageren.
5. Verhouding met andere internationale mechanismes
De leden van de CDA-fractie merken op dat onderling overleg en arbitrage ook openstaat
voor natuurlijke personen die geconfronteerd worden met dubbele belasting. Zij vragen
hier extra aandacht voor, omdat natuurlijke personen vaker zonder adviseur een dergelijke
procedure zullen starten. Bovendien is de financiële impact groot als het inkomen
van een natuurlijk persoon dubbel belast wordt. Als de belanghebbende een verzoek
indient op grond van de arbitragerichtlijn, eindigen andere lopende geschilbeslechtingsprocedures.
Op welke wijze wordt het voor belanghebbenden, en al helemaal die belanghebbenden
zonder adviseur, duidelijk gemaakt op welke manier je welk verzoek tot overleg kunt
indienen en wat de verschillende gevolgen zijn? Is het voor een belanghebbende altijd
voordeliger om een verzoek te doen in het kader van de arbitragerichtlijn? Of loopt
een belanghebbende het risico om al dan niet bewust een verzoek te doen in het kader
van de arbitragerichtlijn en daarna niet meer terug te kunnen naar onderling overleg
op grond van het belastingverdrag?
De leden van D66-fractie lezen in de reactie op het advies van de Raad voor de rechtspraak
dat de regering van mening is dat een verplichting in de wet dat een fiscale rechter
in de arbitragecommissie dient plaats te nemen te ver gaat. De regering wijst onder
andere op de extensieve lijst van voorwaarden. Deze leden vragen of de regering verwacht
dat het aanbod fiscale rechters te beperkt is om invulling te geven aan een dergelijke
verplichting. Hoe wordt, als er geen fiscale rechter zitting neemt in de arbitragecommissie,
geborgd dat de mogelijk zeer fiscaaltechnische materie goed wordt beoordeeld?
6. Advies Raad voor de rechtspraak
De leden van de CDA-fractie vragen of de belanghebbende zich ook kan verzetten tegen
de keuze van een andere lidstaat voor een van de onafhankelijke personen van de arbitragecommissie
of dat de belanghebbende hierbij afhankelijk is van de afweging die de Nederland maakt
bij het beoordelen van de onafhankelijkheid van de arbitragecommissie.
De leden van de D66-fractie lezen dat de gevolgen en risico’s van het wetsvoorstel
voor gegevensbescherming met behulp van de Privacy Impact Assessment in kaart zijn
gebracht. Deze leden vragen om een toelichting van deze gevolgen en risico’s. Deze
leden vragen of de Functionaris voor de Gegevensbescherming van het Ministerie van
Financiën nog kanttekeningen geplaatst heeft bij de gegevensbeschermingeffectbeoordeling.
Zo ja, hoe zijn deze verwerkt?
7. Verwerking en bescherming van persoonsgegevens
De leden van de D66-fractie vragen hoe de nieuwe werkzaamheid binnen de huidige formatie
wordt opgevangen. Deze leden vragen of de opvang binnen de huidige formatie de reden
is dat deze nieuwe werkzaamheid volgens de uitvoeringstoets niet leidt tot een structurele
toename van uitvoeringskosten. Deze leden vragen of deze nieuwe werkzaamheid ten koste
gaat van andere werkzaamheden.
8. Uitvoeringskosten en administratieve lasten
De leden van de CDA-fractie vragen de regering nader te motiveren waarom onderhavig
wetsvoorstel niet tot een structurele derving leidt. De regering constateert immers
zelf dat het inrichten van arbitragecommissies en de ondersteuning tijdens de arbitragefase
nieuwe werkzaamheden zijn. Deze leden kunnen de inschatting begrijpen dat het wetsvoorstel
niet tot veel meer onderling-overlegprocedures zal leiden, maar het lijkt hen logisch
dat het wetsvoorstel wel tot meer arbitrageprocedures zal leiden. Arbitrageprocedures
zijn vaak het sluitstuk van het hele proces, dus voorlopig zal dit nog niet tot uitvoeringskosten
leiden, maar mogelijk over enkele jaren wel. Kan de regering in dit licht uitleggen
wat zij bedoelt met «Naar huidig inzicht zal deze kunnen worden opgevangen binnen
de huidige formatie»? Lopen we hiermee het risico dat op termijn capaciteitsproblemen
kunnen ontstaan, die nu al voorzien hadden kunnen worden?
De leden van de D66-fractie vragen of er EU-lidstaten zijn die geen gebruik maken
van de beleidsruimte om toegang tot de arbitragecommissie te weigeren indien in die
lidstaat sancties zijn opgelegd in verband met gecorrigeerde inkomsten of vermogen
voor belastingfraude, opzettelijk verzuim en grove nalatigheid. Deze leden vragen
waarom er geen bepaling in de richtlijn is opgenomen om de toegang tot de arbitragecommissie
in dergelijke gevallen direct te weigeren. Zijn er EU-lidstaten die pleiten voor toegang
tot de arbitragecommissie van dergelijke fraudeurs?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoeveel fte zich op dit moment bezighouden
bij het Ministerie van Financiën en/of de Belastingdienst met procedures/klachten
over dubbele belasting.
Klopt het dat er op termijn meer arbitragezaken zullen komen dan nu op basis van de
reeds bestaande mogelijkheden voor arbitrage? Hoeveel meer? Wat betekent dit voor
de uitvoeringskosten?
9. Transponeringstabel
II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 2.1
De leden van de D66-fractie vragen of het begrip «eerste kennisgeving» als bedoeld
in artikel 2.1 lid 2 verder toegelicht kan worden.
Artikel 4.3
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister van Financiën en zijn bevoegde vertegenwoordiger
het advies van de Raad voor de rechtspraak meewegen omtrent het benoemen van een fiscale
rechter. Op welke wijze zullen zij dit doen?
De leden van de D66-fractie vragen wanneer sprake is van de situatie dat een persoon
onvoldoende garanties biedt voor een objectieve behandeling van het geschilpunt. Hoe
wordt dit gemonitord en geborgd?
De leden van de D66-fractie vragen in wat voor soort gevallen Nederland voornemens
is om te kiezen voor final offer arbitrage.
BIJLAGE Uitvoeringstoets belastingdienst
–
OVERIGE
Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie kennisgenomen van de inbreng van de Commissie
Wetsvoorstellen van de NOB. Zij verzoeken de regering in te gaan op de naar voren
gebrachte punten van de Orde.
De leden van de D66-fractie vragen welke concrete stappen deze regering zet om de
capaciteitsopbouw van belastingdiensten in ontwikkelingslanden te ondersteunen2. Dit in het verlengde van het debat over het Multilateraal Verdrag en over de vraag
hoe dit kabinet rekening houdt met zorgen van ontwikkelingslanden over bindende arbitrage.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
K. Boon, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.