Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over afschrift van het antwoord op de brief van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) inzake commentaar op de concept aanpassing van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met het wetsvoorstel btw-behandeling van vouchers (Kamerstuk 34755)
2019D04012 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 1 februari 2019 een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn met brief van 4 december
2018 toegezonden besluit en de daarbij behorende nota van toelichting van 18 oktober
2018 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 (aanpassing btw-regeling
voor waardebonnen).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Boon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het besluit
van 18 oktober 2018 inzake de aanpassing btw-regeling voor waardebonnen. De leden
van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen.
Deze leden constateren dat er nog onduidelijkheid bestaat of de nieuwe btw-regels
voor vouchers zullen leiden tot het heffen van btw op het recht op een geschenk. Kan
de Staatssecretaris bevestigen dat de nieuwe regels uitsluiten dat op het weggeven
van gratis vouchers geen btw wordt geheven? Zo ja, in welke regels is dit verankerd?
Kan de Staatssecretaris verder aangeven hoe hij dit naar de belastingbetalers kan
en gaat verduidelijken?
Zo nee, kan de Staatssecretaris aangeven waarom hij van mening is dat heffing van
btw op gratis vouchers wel aan de orde kan zijn?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben met enige verbazing kennisgenomen van het besluit
van 18 oktober 2018 inzake de aanpassing btw-regeling voor vouchers. In dit besluit
is opgenomen dat «in de nieuwe opzet ondernemers in de meeste gevallen btw moeten
afdragen ter zake van gratis verstrekte goederen». Dit bevreemdt de leden van de CDA-fractie
nu zij in het verslag over het wetsvoorstel btw-behandeling van vouchers gevraagd
hebben naar de fiscale gevolgen voor de btw van het verstrekken van een bon voor een
specifiek product (single purpose voucher). Het gaat hier bijvoorbeeld om een bon
voor een gratis tandpasta die wordt verstrekt door een drogist. De Staatssecretaris
heeft hierop geantwoord dat dit product wordt aangemerkt als een geschenk van geringe
waarde of als monster en dat de verstrekking daarom niet gelijk wordt gesteld aan
een levering onder bezwarende titel. Hij concludeert hierbij dat de drogist geen btw
verschuldigd is bij de verstrekking van de enkelvoudige voucher die ingewisseld kan
worden voor een tube tandpasta.
In het genoemde besluit geeft de Staatssecretaris zelf echter het voorbeeld van een
voucher op de verpakking van een fles schoonmaakmiddel die kan worden ingewisseld
voor een schoonmaakspons. Hierbij komt de Staatssecretaris tot de conclusie dat er
wel btw verschuldigd is op het moment van verstrekking van de voucher.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris dan ook of er een fiscaal verschil
is tussen tandpasta’s en sponzen of dat de regelgeving gewijzigd is tussen de plenaire
behandeling van de wet btw-behandeling van vouchers en de verschijning van het besluit.
Indien dit laatste het geval is, vernemen zij graag wat er gewijzigd is en wat daarvoor
de reden is.
De leden van de CDA-fractie achten het niet gewenst dat over een gratis single purpose
voucher reeds bij verstrekking btw moet worden afgedragen. De ondernemer weet dan
immers nog niet of de voucher zal worden ingewisseld en zoals bij de nota naar aanleiding
van het verslag is aangegeven (Kamerstuk 34 755, nr. 5. blz. 8) kan de ondernemer de btw niet terugvragen indien de consument de voucher
niet inwisselt. De leden van de CDA-fractie achten het een vrij bizarre uitkomst wanneer
een ondernemer btw moet afdragen over een niet geleverd product tegen een niet in
rekening gebrachte prijs. Zij vermoeden dat dit voor ondernemers een argument zou
kunnen zijn om minder vaak gratis producten te verstrekken die werden aangemerkt als
«geschenk van geringe waarde of monster». Bovendien komt het deze leden voor dat er
dan sprake is van dubbele heffing van btw, want het niet geleverde product wordt door
de ondernemer vervolgens aan een andere consument verkocht. De leden van de CDA-fractie
verzoeken de Staatssecretaris hierop te reageren.
Hoewel de Staatssecretaris in het besluit reeds enkele voorbeelden geeft, vragen de
leden van de CDA-fractie naar enkele op de werkelijkheid gebaseerde voorbeelden en
zij vragen de Staatssecretaris naar de fiscale gevolgen voor de btw van deze voorbeelden,
zowel wanneer de voucher/waardebon wel wordt ingewisseld als wanneer deze wel wordt
verstrekt, maar niet wordt ingewisseld. Tevens vragen zij ter vergelijking naar de
fiscale btw-gevolgen van producten die direct om niet worden vergeven aan een consument.
Zij denken dan aan de verstrekking van een betaald dagblad om niet ter promotie. Daarnaast
denken zij aan de verstrekking van proefmonsters van een nieuw product ter promotie
zoals die wel eens uitgedeeld worden in een winkelcentrum of op een station.
Voorbeelden:
– De gratis verstrekking van een doos met babyproducten door een drogist of winkelier
tegen inlevering van een op naam gesteld afhaalbewijs.
– Via een app kan de consument ter promotie het geld terugvragen van een nieuwe soort
koffiepads. In dit voorbeeld wordt zowel gevraagd naar een app waarbij alle gebruikers
dezelfde promoties te zien krijgen als naar een app waarbij de gebruikers gepersonaliseerde
promoties te zien krijgen, dus de ene gebruiker kan met de app het geld terugvragen
van koffiepads en de andere gebruiker van chocolademelk.
– Een bon in een tijdschrift geeft recht op gratis verkrijging van een pakje kauwgom.
– De gratis verstrekking van een kortingsbon voor tandpasta die klanten kunnen meenemen
bij de tandarts. In dit voorbeeld wordt tevens gevraagd wie de ondernemer is.
– Koopzegels van een supermarkt, waarbij de consument bij de boodschappen voor € 1,–
zegels koopt en een volle spaarkaart kan inwisselen voor € 1,50 korting op de boodschappen
dan wel contante uitbetaling.
–
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
K. Boon, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.