Brief regering : Toekomst 3,5 GHz-band
24 095 Frequentiebeleid
Nr. 459 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 december 2018
In mijn brief van 16 oktober 2018 heb ik uw Kamer, mede namens de Ministers van Binnenlandse
                  Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en Defensie, geïnformeerd over de stand van zaken
                  van het onderzoek naar oplossingsrichtingen voor verantwoorde beschikbaarstelling
                  van de 3,5 GHz-band (3400–3800 MHz1) voor 5G.2 Hierbij informeer ik u, mede namens de Ministers van BZK en Defensie, over de uitkomsten
                  van het onderzoek naar de oplossingsrichtingen en het besluit dat is genomen naar
                  aanleiding hiervan (zoals ook gevraagd door de Kamer in de motie-Van den Berg3). Met deze brief informeer ik uw Kamer ook over de uitvoering van de drie aangenomen
                  moties op dit onderwerp, namelijk de motie van het lid Paternotte c.s. over oplossingen
                  voor de Sigint functie4, de motie van de leden Weverling en Paternotte over de veilingdatum van de 3,5 GHz-band5 en de motie van het lid Van der Lee c.s. over duidelijkheid over de beschikbaarheid
                  van de 3,5 GHz frequenties.6
De verwachtingen van de volgende generatie mobiele communicatie (5G) zijn groot. Een
                  belangrijke drijfveer achter 5G is een gedifferentieerd dienstenaanbod dat aansluit
                  op economische en maatschappelijke behoeften. Om deze ontwikkeling te stimuleren en
                  mogelijk te maken, moeten de randvoorwaarden op orde zijn. De belangrijkste randvoorwaarde
                  die gerealiseerd kan worden door de overheid is het beschikbaar stellen van op Europees
                  niveau geharmoniseerd spectrum. De 3,5 GHz-band is in Europees verband aangewezen
                  voor 5G en zal naar verwachting één van de eerste frequentiebanden zijn waar 5G in
                  zal worden toegepast. Nederland is net als alle andere EU-lidstaten gehouden om op
                  grond van EU-wetgeving (de zgn. Telecomcode7) uiterlijk op 31 december 2020 het gebruik van voldoende grote blokken spectrum in
                  de 3,5 GHz-band voor draadloos breedband mogelijk te maken.
               
In Nederland wordt deze frequentieband op dit moment boven de lijn Amsterdam–Zwolle
                  gebruikt voor de interceptie van satellietcommunicatie. Deze interceptie levert onmisbare
                  informatie op voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze informatie is van
                  cruciaal belang voor de nationale veiligheid. Ook is de informatie van belang voor
                  de veiligheid van onze uitgezonden militairen en voor het welslagen van de missies.
                  Satellietinterceptie is daarnaast van groot belang binnen het cyberdomein. Regelmatig
                  worden infecties en hacks geïdentificeerd.
               
De afgelopen periode is gezocht naar een oplossing die recht doet aan de uitrol van
                  5G enerzijds en het beschermen van de nationale veiligheid anderzijds. TNO is gevraagd
                  om onderzoek te doen naar co-existentie van toekomstige 5G-netwerken en satellietinterceptie
                  in de C-band in Burum en welke maatregelen daarbij effectief kunnen zijn om de uitrol
                  van 5G in Nederland te faciliteren. Daarnaast hebben de Ministeries van BZK en Defensie
                  een eerste verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van verplaatsing van een deel
                  van het satellietgrondstation.
               
Resultaten onderzoek oplossingsrichtingen beschikbaarstelling 3,5 GHz-band
TNO-onderzoek
TNO heeft onderzoek gedaan naar de co-existentie van toekomstige 5G-netwerken en de
                  satellietinterceptie in de C-band in Burum en welke maatregelen daarbij effectief
                  kunnen zijn om 5G-uitrol in Nederland te faciliteren zonder dat daarbij de nationale
                  veiligheid wordt geschaad.8 In dit onderzoek heeft TNO de oplossingsrichtingen van introductie van nieuwe interceptieconcepten,
                  geografische exclusiezone, License Shared Access (LSA)-technologie (incl. frequentieseparatie)
                  en de inzet van slimme 5G-antennetechnieken meegenomen.
               
Uit het TNO-onderzoek blijkt dat co-existentie tussen het gebruik van de 3,5 GHz-band
                  ten behoeve van 5G en het gebruik van satellietinterceptie in de C-band niet mogelijk
                  is zonder ernstige hinder van de uitrol van 5G of van satellietinterceptie. TNO concludeert
                  dat er geen realistisch co-existentiescenario is waarbij de huidige norm voor productieverlies9 niet wordt overschreden. In het meest progressieve uitrolscenario (voltooiing van
                  een landelijke uitrol in 2028 tot 20 kilometer van Burum) dat TNO heeft gehanteerd
                  zal een productieverlies optreden dat de 50% overstijgt.
               
TNO concludeert verder dat het mogelijk is om met een combinatie van mitigatiemaatregelen
                  aan zowel de kant van mobiele operators als aan de kant van het satellietgrondstation
                  in Burum, het productieverlies beperkt te houden tot 1% voor een periode van 5 tot
                  7 jaar na introductie van 5G in de 3,5 GHz-band. Dit echter alleen onder de aanname
                  dat rekening wordt gehouden met een geografische exclusiezone van 50 km rond Burum.
                  In deze zone bevinden zich o.a. de drie steden Assen, Groningen en Leeuwarden. Daarbij
                  wordt geen rekening gehouden met het effect van de uitrol van 5G in Duitsland.
               
Om een exclusiezone van 50 km permanent te voorkomen geeft TNO aan dat de enige mogelijkheid
                  is om in die zone een spectrumsplitsing toe te passen waarbij een deel van de band
                  kan worden ingezet voor 5G en een ander deel beschikbaar blijft voor satellietinterceptie
                  in Burum. Met een spectrumsplitsing wordt echter zowel de uitrol van 5G als satellietinterceptie
                  ernstig beperkt. Co-existentie door spectrumsplitsing is daarom geen optie.
               
Verkenning naar verplaatsing
De Ministeries van BZK en Defensie zijn de mogelijkheden van een verplaatsing van
                  (delen van) het satellietgrondstation in Burum naar een andere fysieke locatie in
                  het buitenland aan het onderzoeken. Hierbij zijn de volgende aspecten aan de orde:
                  mogelijke alternatieve locaties, de juridische en technische haalbaarheid, tijdsduur
                  en de kosten. Verplaatsing binnen Nederland is in principe geen optie, omdat er geen
                  storingsvrije locaties zijn. De Kamer zal nader geïnformeerd worden in de toegezegde
                  technische briefing.
               
De haalbaarheid van verplaatsing naar het buitenland is mede afhankelijk van factoren
                  die buiten de eigen beïnvloedingssfeer liggen, zoals politieke steun van andere landen.
                  Er zal een special envoy worden aangesteld met kennis van en ervaring in de inlichtingenwereld om bij de (beoogde)
                  buitenlandse partners draagvlak te creëren voor de verplaatsingsoptie.
               
Bij verplaatsing van een deel van de interceptiefaciliteiten naar het buitenland geldt
                  dat dit vanzelfsprekend slechts mogelijk is met instemming van het desbetreffende
                  land. Er dient in dat geval een verdrag tussen Nederland en het desbetreffende land
                  te worden gesloten, waarin alle met de vestiging van de faciliteit gepaard gaande
                  zaken uitputtend moeten worden geregeld.
               
In de Nota Mobiele Communicatie, die eind Q1 2019 gepubliceerd zal worden, zal definitief
                  duidelijkheid gegeven worden over de haalbaarheid van de verplaatsingsoptie.
               
De kosten van een eventuele verplaatsing worden eveneens nader onderzocht. Over de
                  dekking van deze kosten wordt dit voorjaar besloten.
               
Conclusie
Op basis van het TNO-rapport is onze conclusie dat co-existentie in de 3,5 GHz-band
                  niet mogelijk is en dat verplaatsing van (delen van) het satellietgrondstation in
                  Burum noodzakelijk lijkt. De haalbaarheid zal nader worden verkend.
               
Resultaten onderzoeken t.b.v. uitgiftebeleid 3,5 GHz-band
Voor het vormgeven van het toekomstige uitgiftebeleid van de 3,5 GHz-band heeft Kwink
                  Groep een behoeftepeiling uitgevoerd onder huidige en potentiële vergunninghouders
                  in de 3,5 GHz-band.10 Daarnaast heeft Agentschap Telecom een inventarisatie gemaakt van het huidige gebruik
                  in de 3,5 GHz-band en onderzocht welke migratiescenario’s er zijn om het huidige gebruik
                  in de 3,5 GHz-band te verplaatsen om ruimte te maken voor 5G.11 De resultaten van deze twee onderzoeken worden hieronder beschreven. Op basis van
                  de resultaten van beide onderzoeken wordt een beschrijving gegeven van de vormgeving
                  van het toekomstige uitgiftebeleid van de 3,5 GHz-band.
               
Onderzoek Kwink Groep
Kwink Groep heeft onderzoek gedaan naar de behoefte aan frequentieruimte in de 3,5 GHz-band
                  van huidige en potentiële vergunninghouders en een internationale vergelijking gemaakt
                  van de toekomstige verdeling van de 3,5 GHz-band in tien Europese landen. Uit deze
                  behoeftepeiling is naar voren gekomen dat de behoefte die op dit moment reeds wordt
                  ingevuld door het gebruik van de 3,5 GHz-band bestaat uit:
               
• bedrijfskritische communicatie: communicatietoepassingen die essentieel zijn voor
                        de continuïteit van bedrijfsprocessen en waarvoor hoge betrouwbaarheid en afscherming
                        van het netwerk belangrijk zijn;
                     
• lokale Openbare Orde en Veiligheid (OOV): een gesloten communicatiesysteem ten behoeve
                        van gemeenten voor met name cameratoezicht, waarvoor een hoge betrouwbaarheid en afscherming
                        van het netwerk van belang zijn;
                     
• breedband in het buitengebied: een draadloze breedbandige internetverbinding ten behoeve
                        van bedrijven en bewoners;
                     
• satellietcommunicatie: civiele satellietcommunicatie voor scheepvaart en communicatie
                        met afgelegen gebieden.
                     
Daarnaast geven de mobiele telecomaanbieders aan de 3,5 GHz-band landelijk te willen
                  inzetten voor 5G om te voorzien in de behoefte aan snel mobiel internet (enhanced
                  mobile broadband), grootschalige Internet of Things-toepassingen en bedrijfskritische
                  communicatietoepassingen. Kwink concludeert dat de beschikbare brandbreedte in de
                  3,5 GHz-band onvoldoende is om in alle geïdentificeerde behoeften naast elkaar te
                  voorzien.
               
Op basis van de geïdentificeerde behoeften en de internationale vergelijking beveelt
                  Kwink aan om een substantieel deel van de 3,5 GHz-band landelijk beschikbaar te stellen.
                  Daarnaast beveelt Kwink aan om aanvullende instrumenten in te zetten om te borgen
                  dat in de maatschappelijke belangen kan worden blijven voorzien. Verder beveelt Kwink
                  aan om nader onderzoek te doen om de omvang van een beschermingszone voor civiele
                  satellietcommunicatie in Nederland vast te stellen.
               
Onderzoek Agentschap Telecom
Agentschap Telecom is door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gevraagd
                  om een inventarisatie te maken van het huidige gebruik in de 3,5 GHz-band en om migratiescenario’s
                  te onderzoeken om het huidige gebruik binnen de 3,5 GHz-band te verplaatsen om ruimte
                  te maken voor 5G. Ook is Agentschap Telecom gevraagd om te bezien welke alternatieve
                  frequentiebanden een mogelijkheid bieden voor verplaatsing van het huidige gebruik.
               
Het huidige mobiele frequentiegebruik in de 3,5 GHz-band (die loopt van 3400 tot 3800 MHz)
                  ziet er als volgt uit:
               
3410–3500 MHz
3500–3600 MHz
3600–3700 MHz
3700–3800 MHz
Mobiele communicatie
besloten netten tot 1 september 2026
Mobiele communicatie
algemeen tot 1 september 2026
Mobiele communicatie
algemeen tot 1 september 2022
Mobiele communicatie
Besloten netten tot 1 september 2026
Er zijn in totaal 155 vergunningen uitgegeven, waarvan 24 vergunningen met een einddatum
                  1 september 2022. Vanaf 1 september 2022 ziet Agentschap Telecom mogelijkheden om
                  200 MHz van de band vrij te spelen voor toekomstig 5G-gebruik. Om onderlinge storing
                  te voorkomen is het nodig om voorwaarden te stellen aan het toekomstige gebruik en
                  het gemigreerde gebruik. Verder is er een noodzaak om additionele frequentieruimte
                  te vinden voor lokale netwerken.
               
Na 1 september 2026 lopen alle bestaande vergunningen in de 3,5 GHz-band af. Vanaf
                  die datum is de 3,5 GHz-band in principe in zijn geheel beschikbaar. Agentschap Telecom
                  beveelt aan om de band van 3700–3800 MHz op lokaal niveau te blijven uitgeven, zodat
                  ook na afloop van de huidige vergunningen blijvend in de lokale behoefte van bestaande
                  vergunninghouders kan worden voorzien. De band 3800–4200 MHz (dat is direct boven
                  de 3,5 GHz-band) blijft voor commerciële satellietcommunicatie beschikbaar.
               
Vormgeving toekomstig uitgiftebeleid 3,5 GHz-band
Op basis van de onderzoeken door Kwink Groep en Agentschap Telecom zal in september
                  2022 frequentieruimte ter grootte van 200 MHz beschikbaar worden gesteld in de 3,5 GHz-band
                  voor mobiele communicatie. Het gaat dan om de frequentieruimte die loopt van 3500–3700 MHz.
                  Het gebruik in de band 3500–3600 MHz zal daarbij gemigreerd worden, voornamelijk naar
                  de 3410–3500 MHz-band. Het banddeel onder de 3500 MHz zal vanaf september 2026 aan
                  de voor mobiele communicatie beschikbare 200 MHz worden toegevoegd. Er zal een veiling
                  worden gehouden om tot een verdeling van deze frequentieruimte te komen. Deze veiling
                  zal zo mogelijk eind 2021 of begin 2022 plaatsvinden. Een nadere uitwerking van de
                  contouren van het uitgiftebeleid zal zijn beslag krijgen in de Nota Mobiele Communicatie.
                  Deze Nota zal eind Q1 2019 gepubliceerd worden. Voorafgaand aan publicatie van deze
                  Nota zal de uitwerking van de contouren van het uitgiftebeleid rond de 3,5 GHz-band
                  worden geconsulteerd.
               
Het banddeel 3700–3800 MHz zal vanaf 2026 beschikbaar gesteld worden voor lokaal gebruik
                  en kan daarmee voor het commerciële satellietgebruik in de band 3800–4200 MHz de nodige
                  bescherming tegen verstoring bieden. Hiermee kan blijvend worden voorzien in de lokale
                  behoefte zoals ook in het onderzoek door Kwink Groep wordt geïdentificeerd. Het uitgiftebeleid
                  voor het banddeel 3700–3800 MHz zal worden bepaald ruim voorafgaand aan het moment
                  dat vergunningen in dit specifieke banddeel aflopen. De band 3800–4200 MHz blijft
                  voor commercieel satellietgebruik beschikbaar.
               
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Indieners
- 
              
                  Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat