Nota n.a.v. het (nader/tweede nader/enz.) verslag : Nota naar aanleiding van het nader verslag
34 687 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 in verband met de evaluatie van die wet, alsmede regeling van enkele andere aan het handelsregister gerelateerde onderwerpen in het Burgerlijk Wetboek, de Handelsregisterwet 2007 en de Wet op de Kamer van Koophandel
Nr. 10
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET NADER VERSLAG
Ontvangen 21 december 2018
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft na kennisneming van de
nota naar aanleiding van het verslag nog behoefte aanvullende vragen en opmerkingen
aan de regering voor te leggen.
Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende
zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
INHOUDSOPGAVE
I.
Algemeen
1
1.
Vooraf
2
1.1
Inleiding
2
1.2
Aanhangig wetsvoorstel
2
1.3
Maatregelen ter bescherming van de privacy
3
1.4
Europese ontwikkelingen ten aanzien van het handelsregister
4
II.
Beantwoording van de vragen in het nader verslag
4
1.
Inhoud van het wetsvoorstel
4
2.
Terugmelding van onjuistheden in niet-authentieke gegevens
9
3.1
Ontbinding van rechtspersonen
11
3.2
Inputfinanciering
11
3.3
Voorbehoud van het databankenrecht
12
3.3.1
Inleiding en wettelijke context
12
3.3.2
Ontwikkelingen
18
I. Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar
aanleiding van het verslag van bovengenoemde wet. Deze nota roept evenwel enkele vervolgvragen
op.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de nota naar aanleiding
van het verslag en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de nota
naar aanleiding van het verslag en willen graag nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het
verslag.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar
aanleiding van het verslag.
1. Vooraf
1.1 Inleiding
Op 6 maart 2017 is het wetsvoorstel wijziging van de Handelsregisterwet 20071 (hierna: wetsvoorstel) aan de Tweede Kamer aangeboden. De leden van de fracties van
VVD, D66, GroenLinks, SP en PvdA hebben op 28 maart 2018 in reactie op de nota naar
aanleiding van het verslag vragen gesteld in het nader verslag. Net als in het verslag
gaat een aantal vragen over het verstrekken van data als open data en hoe zich dit
verhoudt tot het beschermen van de privacy van specifiek die ondernemers die een onderneming
drijven zonder rechtspersoonlijkheid. De vragen die in de nota naar aanleiding van
het nader verslag zijn gesteld, hebben geleid tot het scherper kijken naar mogelijkheden
om de privacy van de betreffende groep ondernemers beter te beschermen.
De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) heeft voor de zomer aangegeven eveneens
te willen adviseren over mogelijke verbeteringen in het beschermen van de privacy
van ondernemers in relatie tot het handelsregister. Ik ben in afwachting van dit advies
van de AP.
1.2 Aanhangig wetsvoorstel
In het wetsvoorstel staan belangrijke maatregelen om het handelsregister beter te
laten functioneren. Om de voortgang van het wetgevingsproces met betrekking tot deze
maatregelen te laten continueren zonder verdere vertraging, stel ik voor om de behandeling
van het wetsvoorstel te vervolgen en de nog te nemen maatregelen rondom privacy in
een separaat wetsvoorstel op te nemen.
Het wetsvoorstel strekt in eerste instantie tot uitvoering van de aanbevelingen naar
aanleiding van de evaluatie van de Handelsregisterwet 2007. De resultaten van het
evaluatieonderzoek en de reactie daarop van de Minister van Economische Zaken zijn
op 25 februari 2013 aangeboden aan de Tweede Kamer2.
Het wetsvoorstel bevat verschillende maatregelen om de Kamer van Koophandel (hierna:
KvK) slagvaardiger te laten opereren in zijn rol bij de bestrijding van malafide praktijken
met ondernemingen en rechtspersonen:
• Zo voorziet het wetsvoorstel in de rechtsgrond voor de mogelijkheid voor de KvK om
actief signalen die kunnen duiden op malafide praktijken aan andere bestuursorganen
te melden. Dat kan bijvoorbeeld gaan om adressen met opvallende huishoudenssamenstellingen
of om gevallen, waarin op één locatie sprake is van een hoge concentratie van inschrijvingen
of faillissementen.
• Ook worden in het wetsvoorstel de gronden voor de ontbinding van inactieve rechtspersonen
door de KvK aangevuld met een ontbindingsgrond, die vervolgens ook toegepast kan worden
op niet-actieve stichtingen en verenigingen.
• Eveneens bevat het wetsvoorstel een regeling voor de registratie van door de rechter
opgelegde bestuursverboden in een openbaar register. Dit is inmiddels urgent omdat
de eerste onherroepelijke bestuursverboden recent van kracht geworden zijn. De registratie
van deze verboden is nodig voor de naleving van de opgelegde verboden en speelt door
de transparantie een belangrijke rol in de bescherming van ondernemers en burgers
in het handelsverkeer.
Daarnaast voorziet het wetsvoorstel in het regelen van verschillende aan het handelsregister
gerelateerde onderwerpen die aanzienlijke verbeteringen brengen in het uitvoeren van
de Handelsregisterwet 2007. Er wordt een wettelijke basis gecreëerd voor de terugmelding
van onjuistheden in niet-authentieke gegevens, voor de zogenoemde inputfinanciering
door bestuursorganen bij het raadplegen van het handelsregister, voor het inschrijven
van onderdelen van publiekrechtelijke rechtspersonen waarvoor de inschrijving thans
niet mogelijk is (zoals rechtbanken), voor de uitgifte van de Legal Entity Identifier
door de KvK en voor de opname van het gegeven «indicatie van het aantal arbeidsverhoudingen»
in het handelsregister.
1.3 Maatregelen ter bescherming van de privacy
Het handelsregister is één van de weinige basisregistraties in Nederland. Het kent
veel persoonsgegevens, is naar haar aard openbaar en wordt voor een aanzienlijk deel
tariefgefinancierd. Het in de nota naar aanleiding van het verslag geschetste spanningsveld
tussen het kosteloos en volledig beschikbaar stellen van data enerzijds en de bescherming
van persoonsgegevens anderzijds speelt daarom in het bijzonder bij het handelsregister
en heeft al op meerdere fronten de aandacht.
Ik begrijp de zorg over de mate van borging van de privacy van ondernemers. Ik zal
dan ook uitvoering geven aan de motie van de leden Amhaouch (CDA) en Wörsdörfer (VVD)
over het afschermen van het woonadres bij ondernemers van ondernemingen ondergebracht
in rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid3.
Het standaard afschermen van het woonadres vraagt een aanpassing van de Handelsregisterwet
2007. Ik stel voor om hiertoe een separaat wetgevingstraject voor te bereiden. Het
opnemen van deze fundamentele wijziging zal het huidig wetsvoorstel anders te veel
vertragen. Ik beraad mij bovendien nog op aanvullende maatregelen en zal uw Kamer
hier in het voorjaar van 2019 nader over informeren; ook de verwachte adviesbrief
van de AP geeft mogelijk nog aanleiding tot nadere maatregelen.
De KvK heeft voorts aangegeven zelf selectiever te zijn bij het verstrekken van handelsregistergegevens;
zo kondigde zij onlangs aan geen telefoonnummers meer te verstrekken in het product
«Adressenbestand aangevraagd via internet». Aangezien het telefoonnummer een openbaar
gegeven is, wordt het op verzoek wel via andere producten verstrekt.
Tevens zal ik inzetten op een opt-in ter vervanging van het bel-me-niet-register,
zoals ik al in de consumentenagenda4 aankondigde en waar ook deze zelfde groep ondernemers baat bij zal hebben.
1.4 Europese ontwikkelingen ten aanzien van het handelsregister
De Europese Commissie heeft op 25 april 2018 het voorstel uitgebracht voor een richtlijn
van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met
betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van
het vennootschapsrecht5. In dit voorstel wordt voorgesteld om, in aanvulling op de gegevens die al kosteloos
beschikbaar zijn, een aantal extra gegevens voortaan kosteloos beschikbaar te stellen
aan autoriteiten in de EU-lidstaten via het BRIS-portaal van de gekoppelde nationale
bedrijvenregisters (bijvoorbeeld de informatie over de wettelijke vertegenwoordigers
van kapitaalvennootschappen in alle EU-lidstaten).
Op 25 april 2018 heeft de Europese Commissie tevens een voorstel uitgebracht tot wijziging
van de Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013
tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG inzake het hergebruik van overheidsinformatie6 (Public Sector Information Directive). In dit voorstel wordt ter bevordering van
een datagedreven economie het concept van «high value datasets» geïntroduceerd, welke
kosteloos beschikbaar moeten worden gesteld. De datasets worden aangewezen in Europese
implementatieregelgeving, waarbij onder andere wordt bezien of en in hoeverre ook
de informatie in de nationale bedrijvenregisters, waaronder het handelsregister, kan
worden ontsloten als high value dataset.
Relevante vragen bij deze voorstellen zijn hoe deze verdere vrijgave van gegevens
zich tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) verhoudt en welk
effect het kosteloos beschikbaar stellen van deze informatie heeft op de opbrengsten
van handelsregisterinformatieproducten van de KvK. Dit speelt met name bij de te wijzigen
Richtlijn hergebruik van overheidsinformatie, waardoor in het Comité van Permanente
Vertegenwoordigers (Coreper) Nederland de wens heeft geuit dat hier tijdens de triloog
voldoende duidelijkheid over komt.
Mede aan de hand van de uitkomsten van de bovenstaande ontwikkelingen zal ik vervolgens
bezien of aanpassing van beleid opportuun is. Ik zal u in het voorjaar informeren
over de wijze waarop ik invulling zal geven aan de motie Amhaouch (CDA) en Wörsdörfer
(VVD) over het standaard afschermen van het woonadres en daarin zal ik ook eventuele
verdere maatregelen ter bescherming van de privacy meenemen.
II. Beantwoording van de vragen in het nader verslag
1. Inhoud van het wetsvoorstel
1. De leden van de VVD-fractie constateren dat, omdat er geen wettelijke plicht toe
bestaat, de regering niet voornemens is de met het wetsvoorstel samenhangende wijzigingen
van algemene maatregelen van bestuur voor te hangen. Deze leden hechten aan betrokkenheid
van de Kamer en vragen om een met argumenten onderbouwde afweging om te zijner tijd
toch een voorhangprocedure toe te passen.
Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag is gesteld, bestaat er geen wettelijke
verplichting om de betreffende algemene maatregelen van bestuur voor te hangen. Wel
zal ik de Tweede en Eerste Kamer voorafgaand aan de internetconsultatie informeren
over de hoofdpunten van de wijzigingen in het Handelsregisterbesluit 2008.
2. De leden van de VVD-fractie lezen dat in het antwoord op vraag 4 in de nota naar
aanleiding van het verslag wordt ingegaan op gratis openstelling van het handelsregister.
Deze leden lezen en begrijpen, dat het aanbieden van alle data om niet, een fundamentele
herbezinning vereist op hoe zich dit verhoudt tot privacywetgeving en op de financieringsstructuur
van het handelsregister. Zij vragen op welke wijze een dergelijke herbezinning zou
kunnen worden ingericht.
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar de inleidende opmerkingen. Hoewel
ik de huidige toepassing van het profijtbeginsel (de gebruiker die profijt heeft,
draagt bij in de kosten) steun, ben ik van mening dat de discussie rondom open data
en privacy in relatie tot de eerder genoemde Europese ontwikkelingen zich eerst moet
uitkristalliseren. Pas dan kan de discussie over de wijze van financiering van het
handelsregister aan de orde komen.
3. Tevens vragen zij de regering daarbij in te gaan op technologische ontwikkelingen,
zoals blockchain, en de impact die dat kan hebben op onder andere de financieringsstructuur.
Technologische ontwikkelingen maken innovatie mogelijk. Blockchain is een interessante
technologie die op termijn ook consequenties kan hebben voor hoe we omgaan met registers
in het algemeen en het handelsregister in het bijzonder.
De KvK is betrokken bij diverse initiatieven om zo de impact en mogelijkheden van
blockchain te onderzoeken. Zo is de KvK partner van de Dutchchain in Groningen en
is ze betrokken bij de Brightlands Smart Services Campus in Heerlen. Ook heeft de
KvK een demonstratiemodel ontwikkeld om te kijken wat blockchain kan betekenen bij
het opstellen van een «slim» contract. Verder worden de juridische implicaties van
gebruik van blockchain door de KvK met interesse gevolgd.
Het is nu nog te vroeg om aan te geven welke impact deze en andere technologische
ontwikkelingen concreet zullen hebben op het handelsregister, de huidige processen
als inschrijving en muteren, en de financieringsstructuur.
4. De leden van de GroenLinks-fractie hebben nadere vragen over het op een open wijze
toegankelijk maken van het handelsregister door de Kamer van Koophandel. In de nota
naar aanleiding van het verslag worden twee spanningsvelden omschreven rondom het
gratis en volledig beschikbaar stellen van data uit het handelsregister. Als eerste
wordt gesteld dat het volledig ter beschikking stellen van data uit het handelsregister
op gespannen voet staat met de bescherming van de privacy. Deze leden hechten veel
belang aan een goede waarborging van privacy, maar zijn van mening dat er goede mogelijkheden
zijn om de privacy te waarborgen. Zo kan er een uitzondering worden gemaakt op bepaalde
gegevens van eenpersoonszaken en personenvennootschappen. In het onderzoek van de
Technische Universiteit (TU) Delft, waar in het verslag naar wordt verwezen, worden
ook oplossingen hiervoor aangedragen. Zo kunnen namen ook verkort worden of de gegevens
van natuurlijke personen worden uitgesloten. Overigens zijn deze persoonsgegevens
op dit moment al beschikbaar. Houdt de regering vol dat er op geen enkele manier aan
de wens om de privacy te beschermen kan worden voldaan als de data wordt opengesteld?
De AVG definieert een persoonsgegeven als «alle informatie over een geïdentificeerde
of identificeerbare natuurlijke persoon [...]. Als identificeerbaar wordt beschouwd
een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name
aan de hand van een identificator, zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens,
een online identificator, of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de
fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale
identiteit van die natuurlijke persoon.»7 Deze definitie is ruim en betekent dat het informatie betreft die ofwel direct over
iemand gaat, ofwel naar deze persoon te herleiden is.
De door Technische Universiteit Delft aangedragen mogelijke oplossingen waren niet
van dien aard om met voldoende zekerheid de privacy te kunnen waarborgen. De geanonimiseerde
datasets die de KvK na toezegging van de Minister van Economische Zaken in aanvulling
op de kosteloos beschikbare informatie op de website en de wettelijke publicaties
als open data beschikbaar heeft gesteld, voldoen aan de vereisten rondom privacy.
Het betreft hier datasets die periodiek worden ververst. Ook kan een ieder uittrekselinformatie
30 maal kosteloos inzien via de HR-app.
In dit kader wil ik tevens verwijzen naar de inleidende woorden ten aanzien van de
uitingen van de AP, de Europese ontwikkelingen rond hergebruik van overheidsinformatie,
de mogelijke uitbreiding van de kosteloze verstrekking van informatie over alle kapitaalvennootschappen
uit de nationale bedrijvenregisters en het beter beschermen van de privacy van ondernemers.
5. De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook nadere vragen over het kostenaspect
van de openbaarstelling van data door de Kamer van Koophandel. De 50 miljoen euro
die wordt genoemd is gebaseerd op de meest vergaande variant van de Kamer van Koophandel
zelf. De Kamer van koophandel noemt zelf ook goedkopere alternatieven. Wat is een
realistischere kosteninschatting?
De kosten van de vrijgave van het handelsregister als «open data» zijn tweeledig:
kosten om de systemen aan te passen, bijvoorbeeld om gegevens machine leesbaar maken,
en kosten die samenhangen met de gederfde inkomsten (in de meest vergaande variant
is dat laatste € 50 miljoen). Wanneer slechts een gedeelte van de gegevens kosteloos
wordt verstrekt, zullen de gederfde inkomsten lager liggen. Een exacte berekening
daarvan is echter lastig te maken. Sommige gegevens komen in meerdere handelsregisterinformatieproducten
voor, maar met andere gegevenscombinaties. Het effect in bepaalde gegevenscombinaties
en het gedrag van afnemers, voor welke gegevens is men bereid nog wel te betalen,
laat zich beperkt voorspellen.
Indien de KvK niet financieel afhankelijk zou zijn van de financiering door middel
van de verkoop van handelsregisterinformatieproducten, zouden de kosten slechts betrekking
hebben op de aanpassing van systemen. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van
de technische vereisten die hierbij gesteld zouden worden.
6. Ook is er weinig transparantie over de inkomsten en uitgaven van de Kamer van Koophandel.
Kan de regering een overzicht geven van de exacte inkomstenbronnen van de Kamer van
Koophandel?
In de jaarrekening van de KvK zijn onderverdelingen en toelichtingen opgenomen van
de kosten en de opbrengsten van de KvK. De opbrengsten van de KvK in 2017 worden in
de jaarrekening (zie bijlage) uitgesplitst in opbrengsten uit operationele activiteiten
(€ 95,3 miljoen) en de Rijksbijdrage (€ 116,7 miljoen, dit is inclusief de door EZK
toegekende loonbijstelling). De opbrengsten uit operationele activiteiten worden voorts
uitgesplitst in handelsregisterinformatieproducten (€ 49,9 miljoen), exportdocumenten
(€ 11,5 miljoen), inschrijfvergoeding (€ 12,7 miljoen) en overige opbrengsten (€ 21,2
miljoen)8. De overige opbrengsten bestaan bijvoorbeeld uit het verstrekken van de Legal Entity
Identifier.
In de bijlage van de jaarrekening is een overzicht per wettelijke taak gegeven van
de kosten en van de inkomsten uit producten en uit de Rijksbijdrage. Voor de volledigheid
is de jaarrekening 2017 van de KvK als bijlage aan deze nota naar aanleiding van het
nader verslag toegevoegd.
7. Wat zijn de exacte kosten voor overheidsorganisaties, medeoverheden of andere publieke
organisaties voor het gebruik van het handelsregister?
De kosten voor overheidsorganisaties in 2017 voor de afname van elektronische standaard
handelsregisterproducten onder inputfinanciering bedroegen in totaal € 5,1 miljoen.
Daarnaast namen overheidsorganisaties voor € 0,4 miljoen handelsregisterinformatieproducten
af die buiten de inputfinanciering vallen.
8. Wat zijn de exacte kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van de Handelsregisterwet
door de Kamer van Koophandel?
In 2017 bedroegen de totale kosten voor het uitvoeren van de handelsregistertaak € 104,2
miljoen, zoals ook vermeld in de bijlage van de jaarrekening «Resultatenrekening per
wettelijke taak» (bijgevoegd). De kosten voor het uitvoeren van de handelsregistertaak
bedragen 55% van de totale kosten van de KvK. Deze kosten zijn als volgt uit te splitsen:
Directe kosten (€ x mln)
Automatisering handelsregister
35,7
Back office
19,2
Front office
13,1
Overig
4,7
72,7
Indirecte kosten (€ x mln)
Huisvesting
11,0
Personeelszaken en opleidingen
4,0
Kantoorautomatisering
3,0
Financiële administratie, control en audit
3,7
Business Intelligence & communicatie
4,9
Staf overig
4,8
31,4
Totale kosten
104,2
De directe kosten betreffen voor het overgrote deel werkzaamheden die worden verricht
aan de balie, de verwerking van inschrijvingen en mutaties, het ontwikkelen en beheer
van applicaties rondom het handelsregister en het verder digitaliseren van de handelsregisterprocessen.
De indirecte kosten, zoals huisvesting en diverse staffuncties worden op basis van
FTE’s toegerekend aan de verschillende wettelijke taken, waaronder de handelsregistertaak.
9. Wat zijn de exacte kosten die gemoeid zijn met het openlijk verstrekken van de
gegevens uit het handelsregister?
Het antwoord op deze vraag hangt af van wat er in de exacte kosten van het openlijk
verstrekken wordt meegenomen. Wanneer met deze vraag de gederfde inkomsten worden
bedoeld in het geval dat de gegevens uit het handelsregister kosteloos zouden worden
verstrekt, dan zou dit op basis van de financiële cijfers over 2017 maximaal € 50
miljoen zijn. Ik verwijs verder naar de beantwoording van vraag nummer 5.
10. Zijn alternatieve inkomstenbronnen voor de Kamer van Koophandel voldoende onderzocht?
Er zijn verschillende alternatieve inkomstenbronnen verkend ter dekking van de kosten
die samenhangen met de uitvoering van de Handelsregisterwet 2007. Zo kan gedacht worden
aan een jaarlijkse bijdrage door alle ingeschrevenen. In 2013 is echter een vergelijkbaar
systeem van jaarlijkse bijdragen afgeschaft om plaats te maken voor een Rijksbijdrage
vanuit het toenmalig Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Deze
Rijksbijdrage is vervolgens onderhevig geweest aan een aantal taakstellingen, welke
de KvK in een reorganisatie en bijbehorende personele krimp heeft opgevangen.9
De inkomsten zouden ook kunnen worden vergroot door het tarief voor de inschrijving,
de zogenaamde inschrijvingsvergoeding, te verhogen. Dit tarief bedraagt momenteel
€ 50 per inschrijving. Wanneer dit met € 10 wordt verhoogd, betekent dit € 2,5 miljoen
meer opbrengsten. Om te komen tot een substantiële dekking van de kosten van het handelsregister,
moeten de inschrijvingskosten fors worden verhoogd. De hoogte van de inschrijfvergoeding
is gebaseerd op de kosten die door de KvK worden gemaakt bij een inschrijving. Deze
relatie tussen de kosten van de inschrijving en de vergoeding vervalt, wanneer de
vergoeding tevens bij gaat dragen aan de instandhouding van het register in den brede.
Voorts is het een optie om mutaties in het handelsregister te gaan beprijzen. Nu kunnen
kosteloos de gegevens in het handelsregister, zoals adres, functionaris, aard van
de activiteiten enz., worden gewijzigd door degene die daartoe bevoegd is. Hier zou
een tarief aan gekoppeld kunnen worden. De vraag is echter of daarmee geen drempel
wordt opgeworpen richting ondernemers en rechtspersonen om de gegevens juist en actueel
te houden. Dit komt de rechtszekerheidsfunctie van het register niet ten goede.
Tot slot zou de KvK – ter uitvoering van de handelsregistertaak – nevenactiviteiten
kunnen ontplooien om extra inkomsten te genereren. Deze activiteiten dienen echter
op grond van artikel 35 van de Wet op de Kamer van Koophandel kostendekkend uitgevoerd
te worden en kunnen om die reden niet leiden tot extra inkomsten ter dekking van andere
wettelijke taken. Daarnaast beletten de Wet Markt en Overheid en de Wet op de Kamer
van Koophandel dat de KvK facultatieve werkzaamheden uitvoert die leiden tot, uit
het oogpunt van goede marktwerking, ongewenste mededinging met ondernemingen of vrije
beroepsbeoefenaren.10 Als gevolg van hiervoor genoemde wetten zijn de mogelijkheden om extra inkomsten
te genereren voor de KvK beperkt.
Daarmee lijkt het voortzetten van de huidige systematiek de meest aangewezen weg ter
dekking van de kosten ter uitvoering van de Handelsregisterwet 2007.
2. Terugmelding van onjuistheden in niet-authentieke gegevens
11. De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het antwoord op vraag 11
inzake het al dan niet terugmelden van onjuistheden in niet-authentieke gegevens indien
deze zijn verkregen voor de uitvoering van een niet publieke taak. Waarom wordt in
dit verband niet aangehaakt bij het verkrijgen van dergelijke gegevens in plaats van
bij het al dan niet vanuit een publieke taak opvragen van deze gegevens door overheidsorganen?
Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag is aangegeven, zijn bestuursorganen
niet verplicht om niet-authentieke gegevens uit het handelsregister te gebruiken.
Echter wanneer zij dit wel doen en zij onjuistheden tegenkomen, zijn zij verplicht
om die onjuistheden te melden voor zover sprake van een publiekrechtelijke taakuitoefening.
Bestuursorganen kunnen immers alleen binnen de uitoefening van hun publieke taak verplichtingen
worden opgelegd en enkel dan kan worden gemonitord in hoeverre die verplichtingen
worden nagekomen. Uiteraard staat het bestuursorganen vrij om onjuistheden die zij
signaleren bij werkzaamheden die niet tot de uitoefening van hun publiek taak behoren
bij de KvK te melden.
12. De leden van de VVD-fractie zijn niet overtuigd door de antwoorden op vragen 18
en 19 en hebben dan ook nog vragen over het opnemen van een woonadres voor zelfstandigen
zonder personeel (zzp’ers) met een eigen onderneming. Deze leden constateren dat in
het antwoord besloten zit dat ten tijde van dit wetsvoorstel kennelijk niet is overwogen
een zzp’er de mogelijkheid te geven niet het woonadres vast te leggen, maar het adres
waarop de onderneming is gevestigd. Voor een directeur-grootaandeelhouder, die aansprakelijk
kan zijn voor alles wat er in zijn onderneming gebeurt, is deze mogelijkheid er echter
wel. Waarom is dit, gezien de grote groei van het aantal zzp’ers alsook de digitale
ontwikkelingen inzake onder meer de wijze van werken, niet (her)overwogen? Is de regering
bereid alsnog hierover na te denken?
Bij een directeur-enig aandeelhouder van een rechtspersoon is de rechtspersoon aansprakelijk
voor de schulden van de onderneming, niet de directeur-enig aandeelhouder. Om deze
reden is het vestigingsadres van de onderneming openbaar en kan het woonadres van
de directeur-enig aandeelhouder alleen geraadpleegd worden door bestuursorganen, notarissen,
advocaten en deurwaarders.
In het geval van zzp’ers ligt het anders. Zoals ook in de antwoorden op Kamervragen
van de leden Lodders (CDA) en Wörsdorfer (VVD) over het btw-nummer van zzp’ers11 is aangegeven, worden in het handelsregister bij eenmanszaken en personenvennootschappen
zowel het bezoekadres van de onderneming als het woonadres van de eigenaar en vennoten
getoond. Dit gebeurt, omdat de eigenaar van een eenmanszaak en de (beherende) vennoten
van een personenvennootschap persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de
onderneming en fysiek moeten kunnen worden getraceerd.
Om uitvoering te geven aan de motie12 van de leden Amhaouch (CDA) en Wörsdörfer (VVD) over het standaard afschermen van
het woonadres bij ondernemers van ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid voor
niet geautoriseerde organisaties zal ik een separaat wetgevingstraject voorbereiden.
13. Wordt een zzp’er die zijn woonadres wenst af te schermen, zo niet gedwongen een
besloten vennootschap (bv) op te richten? Is dat laatste alsdan wenselijk?
Allereerst verwijs ik naar het antwoord op de voorgaande vraag.
Verder merk ik op dat een zzp’er verschillende keuzes heeft. De keuze voor een besloten
vennootschap biedt voor de ondernemer naast afscherming van zijn woonadres tevens
de voordelen van een onderneming met rechtspersoonlijkheid, zoals de scheiding tussen
privé en zakelijk vermogen. In geval van een eenmanszaak wordt geen onderscheid gemaakt
tussen zakelijk en privé vermogen. Zowel zakelijke als privé schulden worden verhaald
op het vermogen van de eigenaar. Het oprichten van een besloten vennootschap is in
de afgelopen jaren eenvoudiger en goedkoper geworden.
Daarnaast kan een zzp’er bijvoorbeeld ook de onderneming vestigen op een fysiek bezoekadres
dat niet gelijk is aan het woonadres van de ondernemer. Hij moet daarvoor een rechtsgeldig
huurcontract tonen bij de KvK om te onderbouwen dat hij daar is gevestigd. Vervolgens
kan het woonadres van een eigenaar eenmanszaak dan op zijn verzoek worden afgeschermd
(artikel 51, derde lid, van het Handelsregisterbesluit 2008). Er moet in dat geval
wel sprake zijn van een waarschijnlijke dreiging, waarbij de betrokkene ook zelf al
maatregelen heeft genomen om de bekendheid van zijn adres te verminderen. Zo moet
hij geen vermelding van het adres op de website hebben en ook moet bij de basisregistratie
personen zijn verzocht om afscherming.13 Dit gaat veranderen wanneer het woonadres standaard wordt afgeschermd.
14. Klopt het dat verschillende Kamers van Koophandel hier niet op eenzelfde wijze
mee omgaan?
Sinds de fusie van de twaalf Kamers van Koophandel per 1 januari 2014 is er één, landelijk
aangestuurde, KvK. De kantoren van de KvK kennen een uniforme handelwijze.
15. De leden van de VVD-fractie vragen tevens de over dit onderwerp op 19 maart 2018
door de leden Lodders en Wörsdörfer gestelde Kamervragen te betrekken bij de reactie.
De antwoorden op deze vragen zijn op 30 april 2018 naar de Tweede Kamer verzonden14, en zijn betrokken bij deze reactie.
3.1 Ontbinding van rechtspersonen
16. De leden van de VVD-fractie vragen met betrekking tot de keuze voor publicatie
in de Staatscourant van het voornemen tot ontbinding en van de kennisgeving van ontbinding,
waarom niet ook publicatie kan plaatsvinden op de website van de Kamer van Koophandel.
In het voorstel gaat het om uitzonderingssituaties, waarbij in het geval van een voornemen
tot ontbinding of de kennisgeving van een ontbinding door de KvK reeds op andere wijze
gepoogd is om contact op te nemen met de bestuurder, maar dit niet tot enige reactie
heeft geleid. Als laatste middel wordt bezien of de bestuurder via een publicatie
in de Staatscourant bereikbaar is, aangezien de publicatie het formele moment is waarop, bij het
voornemen tot ontbinding, de acht weken hersteltermijn gaat lopen. In dat geval schrijft
de Algemene wet bestuursrecht voor dat de publicatie in de Staatscourant plaatsvindt.
Daarom wordt één publicatiebron, de Staatscourant, aangehouden.
3.2 Inputfinanciering
17. De leden van de SP-fractie lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat
de financiering van de Kamer van Koophandel hoofdzakelijk bestaat uit de rijksbijdrage
en de productopbrengsten. Deze leden zijn benieuwd naar de opbrengsten van de Kamer
van Koophandel uit het gebruik van het handelsregister door bijvoorbeeld overheidsorganisaties
en vragen de regering of de productopbrengsten nader zijn uit te splitsen naar categorieën
van afnemers, waarbij onder andere onderscheid wordt gemaakt tussen publieke en private
afnemers.
Van de totale opbrengsten in 2017 van handelsregisterinformatieproducten van circa
€ 50 miljoen is € 5,5 miljoen afkomstig van overheidspartijen. De overige opbrengsten
van € 44,5 miljoen zijn als volgt uit te splitsen naar categorie afnemers:
– 29% informatiebrokers: deze partijen nemen de gegevens af uit het handelsregister
en verrijken deze met gegevens (bijvoorbeeld telefoonnummers en emailadressen) uit
andere bronnen. Deze verrijkte bestanden zijn te koop voor creditrating, debiteurenbeheer,
fraudeherkenning of marketingdoeleinden. Daarnaast zijn er in deze categorie ook partijen
die gegevens uit het handelsregister (meerdere malen) doorverkopen zonder deze te
verrijken, bijvoorbeeld door (mogelijk verouderde) uittreksels of gegevensbestanden
voor een gunstiger tarief door te verkopen;
– 24% juridische dienstverlening: advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, accountants.
Deze partijen gebruiken de gegevens uit het handelsregister voor rechtszekerheidsdoeleinden;
– 21% financiële instellingen: banken en verzekeraars. Deze partijen gebruiken de handelsregistergegevens
met name om te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving;
– 25% overige dienstverlening en andere sectoren: dit is een brede categorie van afnemers
die de gegevens uit het handelsregister afnemen voor uiteenlopende doeleinden, zoals
rechtszekerheid, marktanalyses, of het benaderen van nieuwe klanten.
18. De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat uit de nota naar aanleiding van
het verslag (p. 13) blijkt dat de totale kosten van het handelsregister 98 miljoen
euro in 2016 waren. De opbrengsten uit de verstrekking van handelsregisterinformatieproducten
en opbrengsten van de inschrijfvergoedingen bedroegen 67,2 miljoen euro. Het tekort
is gedekt door de rijksbijdrage. Kan de regering aangeven hoe de kosten voor het handelsregister
zijn opgebouwd?
In het antwoord op vraag nummer 8 is een weergave van de opbouw van de kosten van
het handelsregister opgenomen.
19. Hoeveel ontvangt de Kamer van Koophandel van overheidsorganisaties en bestuursorganen
anders dan het Rijk, die voor de uitvoering van publieke taken gebruik (moeten) maken
van digitale informatie uit het handelsregister?
Bestuursorganen die verplicht worden het handelsregister te gebruiken bij de uitvoering
van de publieke taak, maken daarbij gebruik van de systematiek van inputfinanciering.
In de administratie van de KvK zijn deze bestuursorganen dan ook bekend. Hierbij is
niet vastgelegd of ze deel uitmaken van de rijksoverheid of dat het decentrale bestuursorganen
zijn. Ik verwijs verder naar de beantwoording van vraag nummer 7.
3.3 Voorbehoud van het databankenrecht
3.3.1 Inleiding en wettelijke context
20. De leden van de VVD-fractie vragen met betrekking tot de antwoorden op vragen
over het voorbehoud van het databankenrecht of en zo ja, op welke wijze, hierin voldoende
rekening is gehouden met belangen van bestaande (en toekomstige) afnemers, nu dit
voorbehoud de Kamer van Koophandel mogelijkheden geeft eisen te stellen aan wedergebruik
van aangeleverde gegevens.
Het voorbehoud op het databankenrecht beperkt niet de mogelijkheden om openbare gegevens
uit het handelsregister te gebruiken en te bewerken tot bijvoorbeeld eigen informatieproducten.
Het voorbehoud heeft als doel het voorkomen dat uittreksels uit het handelsregister
worden doorverkocht uit schaduwregistraties als zijnde «KvK-uittreksels». Het doorverkopen
van uittreksels vanuit de schaduwregistraties als zijnde «KvK-uittreksels» schaadt
de rechtszekerheidsfunctie van het handelsregister.
Wanneer bijvoorbeeld in een gerechtelijke procedure bewijs moet worden geleverd van
de registratie van een onderneming of een rechtspersoon in het handelsregister, dan
is het goed gebruik dat dit met een KvK-uittreksel geschiedt in verband met de wettelijke
derdenwerking van het handelsregister en niet met informatie uit een schaduwregistratie
die pretendeert originele KvK-informatie te verstrekken. Ik verwijs in dit verband
ook naar mijn antwoord op de vragen 36 en 38 in de nota naar aanleiding van het verslag.15
21. Tevens vragen deze leden de regering of, nu in het antwoord op vraag 36 wordt
opgemerkt dat de regering wil tegengaan dat andere partijen dan de Kamer van Koophandel
de indruk wekken de handelsregistertaak uit te voeren, daarvan sprake is of dat er
aanwijzingen zijn dat daarvan sprake zou kunnen gaan zijn.
Er zijn inderdaad aanwijzingen dat uittreksels uit het handelsregister worden doorverkocht
als zijnde «KvK-uittreksels». Officiële handelsregisterdocumenten worden via private
aanbieders aangevraagd bij de KvK. Vervolgens worden deze uittreksels, wellicht inmiddels
verouderd of niet meer een juiste weergave van de feiten gevend, meermaals tegen een
lager tarief aangeboden aan ondernemers. De wettelijk verankerde rechtszekerheidsfunctie
van het handelsregister wordt hiermee ondermijnd.
22. Voorts vragen zij een toelichting op de opmerking dat het voorbehoud beoogt te
voorkomen dat uittreksels uit het handelsregister worden doorverkocht onder de noemer
«Kamer van Koophandel-uittreksels». Begrijpen de leden van de VVD-fractie dat alleen
in die gevallen sprake zou zijn van het opleggen van voorwaarden door de Kamer van
Koophandel?
Het databankenrecht ziet toe op bescherming van de databank. Daaruit volgt dat enkel
voorwaarden kunnen worden opgelegd die dienen ter bescherming van de databank. Een
voorbeeld hiervan zijn voorwaarden ter voorkoming van het door derden aanbieden van
informatie als ware dit (gelijk aan) KvK-informatie.
23. Tot slot begrijpen deze leden dat onder juristen onduidelijkheid bestaat over
het antwoord op de vraag of daadwerkelijk sprake kan zijn van voorbehoud op het databankenrecht.
Zij vragen daarom een nadere juridische onderbouwing op dit standpunt.
De KvK is een zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoonlijkheid. Op grond
van artikel 8, tweede lid, van de Databankenwet moet in zo’n geval het databankenrecht
hetzij in het algemeen bij wet, besluit of verordening, hetzij in een bepaald geval
blijkens mededeling op de databank zelf of bij terbeschikkingstelling aan het publiek
van de databank uitdrukkelijk worden voorbehouden.
Zoals in de memorie van toelichting en in het antwoord op vraag 28 is aangegeven,
heeft de KvK kwalitatief en kwantitatief substantieel geïnvesteerd in (in ieder geval)
de controle, ordening en presentatie van de gegevens en is zij, wat betreft het handelsregister,
producent in de zin van de Databankenwet. De KvK houdt hiermee het databankenrecht,
bedoeld in artikel 2 van die wet. In het voorgestelde artikel 51a van de Handelsregisterwet
2007 wordt het databankenrecht ten aanzien van het handelsregister wettelijk voorbehouden
aan de KvK. Met deze codificatie krijgt de wet een gelijke bepaling als de Kadasterwet
thans bevat in artikel 7v. Voorts wordt verwezen naar het antwoord op vraag 28.
24. De leden van de D66-fractie stelden het verslag een vraag over het voorgestelde
databankrechtelijk voorbehoud in relatie tot de Wet hergebruik overheidsinformatie
(vraag 38). Uit de nota naar aanleiding van het verslag blijkt dat in artikel 50,
tweede lid, Handelsregisterwet 2007, conform de Wet hergebruik van overheidsinformatie
een uitzondering is gecreëerd voor onder andere de Kamer van Koophandel betreffende
de vergoedingen voor hergebruik van de gegevens uit het handelsregister. De Kamer
van Koophandel mag ter bestrijding van de kosten van de uitvoering van de publieke
taak bepaalde kosten in rekening brengen. Kan de regering deze leden inzicht geven
in deze uitvoeringskosten, alsmede hoe deze uitvoeringskosten worden berekend.
Voor inzicht in de kosten van het uitvoeren van de Handelsregisterwet 2007 verwijs
ik naar mijn antwoord op vraag nummer 8. De KvK verwerkt niet, zoals de Wet hergebruik
van overheidsinformatie wel toestaat, de gehele kostprijs in de tarieven voor handelsregisterinformatieproducten.
Zou de KvK dat wel doen, dan zouden de tarieven aanzienlijk hoger liggen, hetgeen
drempelverhogend zou werken voor de afname van handelsregisterinformatieproducten
bij de bron, het handelsregister.
25. De leden van de D66-fractie nemen kennis van de uitzonderingspositie van de Kamer
van Koophandel ten aanzien van het berekenen van de vergoedingskosten over de gegevensverstrekking.
De Kamer van Koophandel mag afwijken van de marginale verstrekkingskosten, omdat zij
deze mag vermeerderen met een redelijk rendement op investeringen. Deze leden vragen
hierbij wat de daadwerkelijke verstrekkingskosten van gegevens zijn.
Conform de Wet hergebruik van overheidsinformatie mag de KvK de kosten van verzameling,
productie, vermenigvuldiging en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement
op investeringen, in rekening brengen bij het verstrekken van informatie.
De KvK maakt bijvoorbeeld kosten voor het muteren, digitaliseren en beveiligen van
gegevens in het handelsregister. In de praktijk is er geen exacte scheiding tussen
de processen van verzameling, productie, vermenigvuldiging en verspreiding en deze
zijn derhalve ook niet uit de administratie van de KvK te abstraheren. Zoals in het
antwoord op vraag 24 is aangegeven, brengt de KvK niet de gehele kostprijs in rekening
en wordt er daarmee ook geen rendement op investeringen gemaakt.
26. Wat wordt er precies verstaan onder een redelijk rendement en hoe wordt dit vermeerderd
met de marginale verstrekkingskosten?
Op grond van artikel 9, derde lid, van de Wet hergebruik van overheidsinformatie en
artikel 50, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2007, mag de KvK voor de inzage
en verstrekking van handelsregistergegevens de kosten van verzameling, productie,
vermenigvuldiging en verspreiding, vermeerderd met een redelijk rendement op investeringen,
in rekening brengen bij het verstrekken van informatie. Alhoewel het op grond van
de hiervoor genoemde artikelen is toegestaan om een rendementsopslag in rekening te
brengen, wordt dit niet door de KvK gedaan. De grondslag voor de tarieven ligt in
het toepassen van het profijtbeginsel tegen maximaal de kosten van verzameling, productie,
vermenigvuldiging en verspreiding. Ik verwijs naar de beantwoording van de vragen
nummer 24 en 25.
27. De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de juridische grondslag die
de Kamer van Koophandel verplicht tot het genereren van inkomsten, waardoor data niet
per definitie gratis zijn. Het vragen van een vergoeding voor deze data zou berusten
op het databankenrecht.
28. De aanname dat het databankrecht van toepassing is op het Handelsregister wordt
echter niet onderbouwd. Deze leden merken op dat, indien de Kamer van Koophandel aanspraak
hierop wil maken, aangetoond moet worden dat de Kamer van Koophandel een substantiële
investering heeft gedaan in het ontwikkelen van het Handelsregister. Kan de regering
aangeven welke investeringen door de Kamer van Koophandel zijn gedaan in het ontwikkelen
van het Handelsregister en welke investeringen door de overheid zelf?
Indien blijkt dat de Kamer van Koophandel geen substantiële investering heeft gedaan
in het ontwikkelen van het Handelsregister, dan wensen de leden van de D66-fractie
een onafhankelijk juridisch advies over het vraagstuk of de Kamer van Koophandel wel
of niet aanspraak kan maken op het databankenrecht voor het handelsregister.
De grondslag voor het (moeten) genereren van inkomsten uit de verstrekking van handelsregisterinformatieproducten
ligt niet in het databankenrecht, maar is vastgelegd in de financieringssystematiek
van het handelsregister (artikel 50 van de Handelsregisterwet 2007).
Deze grondslag in de Handelsregisterwet 2007 is in overeenstemming met de Wet hergebruik
van overheidsinformatie. In artikel 50, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2007
is vastgelegd dat artikel 9, derde lid, van de Wet hergebruik van overheidsinformatie
van toepassing is op de voor inzage en verstrekking gevraagde vergoedingen. In de
memorie van toelichting bij de Wet hergebruik van overheidsinformatie is toegelicht
dat «bij het stellen van voorwaarden de overwegingen worden betrokken die tot de uitzondering
hebben geleid». Het artikel biedt derhalve de ruimte aan de KvK, RDW en het Kadaster
om hun financiële doelstelling te realiseren door, waar nodig, nadere voorwaarden
te stellen aan de verstrekking van informatie, en zich daarbij te bedienen van het
databankenrecht.
Om te beoordelen of er sprake is van een substantiële investering in databankenrechtelijke
zin (artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Databankenwet), zijn de kosten die
zien op de verkrijging, controle of presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief
opzicht relevant. Zoals hiervoor is aangegeven, is de kostendekking van het handelsregister
gebaseerd op het profijtbeginsel. Waar mogelijk, dient de KvK de kosten van het handelsregister
terug te verdienen met de opbrengsten uit de verkoop van handelsregisterinformatieproducten.
De inkomsten die de KvK hiermee genereert, worden geïnvesteerd in de uitvoering van
de wettelijke handelsregistertaak en daarmee ook in de verkrijging, controle, ordening
en presentatie van de handelsregistergegevens en documenten. Op systematische wijze
is zo vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw de huidige elektronische databank
handelsregister gerealiseerd. Het is ook aan de KvK om met deze inkomsten zelfstandig
het handelsregister (verder) te ontwikkelen, te beheren en de overige registertaken
uit te voeren.
De genoemde inkomsten zijn onvoldoende om de totale kosten van de uitvoering van de
handelsregistertaak te financieren. Het tekort in de financiering wordt aangevuld
met publieke middelen (de Rijksbijdrage, zie artikel 39, tweede lid, van de Wet op
de Kamer van Koophandel). Vóór 2013 werd dit deel nog gefinancierd door middel van
een deel van de opbrengsten uit de jaarlijkse bijdragen van ondernemingen en rechtspersonen.
Deze Rijksbijdrage vertoont vanaf de introductie door de verdergaande digitalisering
en ook afschaling van de KvK een dalende trend. De investering door de overheid is
daarmee niet alleen ingezet na het ontstaan van de databank in de jaren tachtig, maar
neemt dus ook af.
Voor de kosten van de uitvoering van de wettelijke handelsregistertaak en de kosten
voor de databank geldt dat deze niet van elkaar zijn te scheiden, omdat middelen en
werkzaamheden worden ingezet die beide doelen (registertaak en databank) dienen. De
uitvoering van de handelsregistertaak (het innemen van de opgaven, het identificeren
van ondernemers, de controles op actualiteit, juistheid en volledigheid) vormt een
geheel met het (technisch) aanleggen van de databank (het in een geautomatiseerd systeem
vastleggen van handelsregisterdata, het herkenbaar en opzoekbaar maken en het presenteren
en verstrekken van de betreffende handelsregistergegevens). De ondernemer gaat bijvoorbeeld
direct bij inschrijving met een KvK-uittreksel de deur uit en bij het schriftelijk
of elektronisch doorgeven van een handelsregistermutatie ontvangt de ondernemer hiervan
een bevestiging.
Het aanleggen van een databank met 2,8 miljoen inschrijvingen vergt in aanleg en in
onderhoud een substantiële investering. Dit geldt eveneens voor de toe te rekenen
kosten van de automatiseringsafdeling van de KvK, omdat die activiteiten gericht zijn
op zowel het ondersteunen van de uitvoering van de handelsregistertaak als op het
onderhoud van de databank. Hierbij kan gedacht worden aan de aanschaf en het onderhoud
van een centrale computerfaciliteit of het creëren, onderhouden en verwerken van een
elektronisch mutatieformulier (ca 2,5 miljoen mutaties per jaar). Ook bij het verstrekken
van handelsregistergegevens is het onderscheid tussen het uitvoeren van de handelsregistertaak
en de databank niet te maken, zoals bij het verstrekken van gewaarmerkte elektronische
documenten.
Gelet op bovenstaande is een onafhankelijk juridisch advies over het vraagstuk of
de KvK al dan niet aanspraak kan maken op het databankenrecht voor het handelsregister
mijns inziens dan ook niet aan de orde. Verder verwijs ik naar het antwoord op vraag
23 en paragraaf 3.5 van de memorie van toelichting. Tenslotte wijs ik er op dat het
voorbehoud van het databankenrecht de Raad van State geen aanleiding gaf tot het maken
van opmerkingen.
29. De leden van de SP-fractie lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat
de regering onvoldoende informatie heeft om een vergelijking te maken met andere landen.
Deze leden vragen de regering aan te geven welke landen hun handelsregistergegevens
vrij toegankelijk maken in een open voor machines uitleesbare vorm.
In Nederland is via de website van de KvK kosteloos (maar niet in machine leesbare
vorm) een aantal basisgegevens beschikbaar: het KvK-nummer, de naam van de onderneming
of rechtspersoon, de rechtsvorm, het vestigingsnummer, de hoofd/ nevenvestiging, het
bezoekadres en de activiteit (SBI-code).
In het Verenigd Koninkrijk zijn de gegevens en documenten over kapitaalvennootschappen
(limiteds) op individuele basis kosteloos in te zien in het bedrijvenregister Company
Register, inclusief de gegevens over de functionarissen. De gegevens worden eveneens
aangeboden in kosteloos machine leesbare open data bestanden, maar dan exclusief de
gegevens over natuurlijke personen. Er zijn echter ook nog opbrengsten uit bepaalde
(informatie)producten.
In België kan het bedrijvenregister Kruispuntbank van Ondernemingen kosteloos op individuele
basis worden bevraagd, inclusief bepaalde gegevens over natuurlijke personen. Daarnaast
worden de actieve gegevens van actieve ondernemingen (exclusief de gegevens over natuurlijke
personen) uit het bedrijvenregister als kosteloos machine leesbare open data bestanden
beschikbaar gesteld, zowel op het niveau van de onderneming als op het niveau van
de vestigingseenheid.
Een aantal landen biedt niet machine leesbare informatie (beperkt) kosteloos aan.
Zo is in Duitsland via het landelijke gezamenlijke portaal van de verschillende lidstaten
«Gemeinsames Registerportal der Länder» op individuele basis beperkt kosteloos informatie
beschikbaar. Deze informatie is niet machine leesbaar.
In Zweden biedt het bedrijvenregister (Bolagsverket) beperkt kosteloos gegevens aan,
maar niet in machine leesbare vorm.
30. De leden van de PvdA-fractie constateren dat de regering bij eerder onderzoek
naar het ontsluiten van het handelsregister als open data aangaf in het algemeen voorstander
te zijn van open data. In het geval van het handelsregister nam de regering echter
het standpunt in dat het gratis openstellen van het handelsregister vanwege de nadelige
financiële effecten die dat voor de Kamer van Koophandel zou opleveren, niet gewenst
was (Kamerstuk 32 802, nr. 28). Er is daarna slechts in beperkte mate gekozen voor een gratis inzagemogelijkheid
in het handelsregister. In de nota naar aanleiding van het verslag (p.15) geeft de
regering nu opnieuw aan dat het handelsregister naar zijn aard openbaar is maar dat
die data niet gratis zijn. Voor de uitoefening van de publieke taken moeten de kosten
van de Kamer van Koophandel gedekt blijven uit inkomsten van het tegen betaling raadplegen
van het handelsregister.
De leden van de PvdA-fractie hechten belang aan de uitoefening van die publieke taken
en begrijpen ook dat dat niet los gezien kan worden van de financiering daarvan. Daarnaast
hechten deze leden evenzeer aan open data en het hergebruik van gegevens. Deze informatie
kan immers leiden tot nieuwe investeringen die de Nederlandse economie weer ten goede
komen. Zij zijn daarom van mening dat er een spanning zit tussen enerzijds de wens
om de publieke taken van de Kamer van Koophandel te financieren en anderzijds de wens
om de data van het handelsregister gratis beschikbaar te stellen. Het komt deze leden
voor dat daarom tenminste inzicht moet bestaan over de financiering van de Kamer van
Koophandel en de financiële gevolgen voor het gratis beschikbaar stellen van informatie
uit het handelsregister voor de Kamer van Koophandel. Pas dan kan een goede inschatting
worden gemaakt van de financiële gevolgen van het gratis beschikbaar stellen van de
data uit het handelsregister. Vervolgens kan een eventuele volgende stap worden gezet
naar het gratis beschikbaar stellen en een andere financieringswijze van de Kamer
van Koophandel. Deelt de regering dit en hoe gaat de regering inzage verlenen in de
financiering van de Kamer van Koophandel?
In de antwoorden op de vragen nummer 6 tot en met 9 en in de bijgevoegde jaarrekening
is inzicht gegeven in de financiering van de KvK als geheel en in de handelsregistertaak
in het bijzonder.
Zoals in het antwoord op vraag nummer 5 is geschetst, is het lastig om het gedrag
van afnemers te voorspellen. Als een groter deel van de informatie kosteloos beschikbaar
wordt gesteld dan thans gebeurt, is op voorhand lastig in te schatten voor welke informatie
afnemers nog wel bereid zijn om een tarief te betalen. Aangezien de KvK geacht wordt
zelf verantwoordelijk te zijn voor een deel van haar financiële huishouding en de
mogelijkheden voor het genereren van andere inkomsten, buiten de vergoedingen voor
de verstrekking van gegevens uit het handelsregister om, beperkt zijn, zal aan de
KvK een financiële garantie geboden moeten worden, alvorens hier door de KvK verder
mee kan worden geëxperimenteerd. Zoals ik al eerder heb aangegeven, heb ik hiervoor
binnen de EZK-begroting geen middelen beschikbaar.
31. Daarnaast willen de leden van de PvdA-fractie ook graag weten welke maatschappelijke
en economische baten gemist worden en welke innovatie belemmerd wordt door het feit
dat data uit het handelsregister nu niet gratis beschikbaar is. Kan de regering daar
inzicht in verschaffen?
De Wet hergebruik van overheidsinformatie schrijft voor dat openbare overheidsinformatie
voor hergebruik beschikbaar moet worden gesteld, en indien mogelijk en passend, in
een open en machine leesbaar formaat, tegen maximaal de marginale vertrekkingskosten.
Richtlijn hergebruik van overheidsinformatie kent enkele mogelijke uitzonderingen
op het uitgangspunt dat slechts de marginale verstrekkingskosten mogen worden berekend.
Dit geldt voor instellingen die verplicht zijn inkomsten te genereren om een aanzienlijk
deel van de kosten van de uitoefening van hun publieke taken te dekken. Deze uitzondering
is van toepassing verklaard op de KvK.
Overigens stelt de KvK kosteloos periodiek geactualiseerd open data bestanden beschikbaar
met daarin alle niet-persoonsgerelateerde gegevens uit, en jaarrekeningen bij, het
handelsregister. Beide open data bestanden zijn vrij te gebruiken om analyses te maken.
Mij zijn geen onderzoeken of cijfers bekend specifiek met betrekking tot de maatschappelijke
en economische baten en welke innovatie belemmerd wordt door het feit dat persoonsgegevens
uit het handelsregister nu niet kosteloos beschikbaar zijn.
3.3.2 Ontwikkelingen
32. De leden van de SP-fractie vragen de regering toe te lichten wat de effecten zijn
van de minder vergaande varianten uit het rapport van de TU Delft van het om niet
aanbieden van gegevens uit het handelsregister als open data.
34. Deze leden zijn tevens benieuwd of bij deze varianten nog steeds sprake zou zijn
van herbezinning op de verhouding met privacywetgeving en de bestaande financieringsstructuur.
Om een antwoord te geven op deze vraag, is nodig dat er eerst wordt gekeken naar privacy
aspecten, bijvoorbeeld welke gegevens niet drempelvrij aangeboden zouden mogen worden,
omdat daarmee de persoonsgegevens snel te achterhalen zijn. Nadat de privacy afdoende
is beschermd, kan gekeken worden welke gegevens resteren om als open data ter beschikking
te stellen. Dit geldt ook voor de minder vergaande varianten uit het rapport van de
TU Delft.
De huidige bestanden die de KvK als open data bestand verstrekt, met periodieke actualisering,
bevatten geen persoonsgegevens en voldoen in die zin aan de privacywetgeving.
Voor wat betreft het kostenaspect, van het verstrekken van gegevens als open data,
verwijs ik naar de beantwoording van de vragen nummer 5 en 30.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.