Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de verkenning naar de bereidheid van branche organisaties van werkgevers om aan slachtoffers van de beroepsziekte OPS een eenmalige financiële tegemoetkoming te verstrekken
2018D60642 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestaat de behoefte
om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de op 17 december jl. ontvangen brief inzake de Verkenning
naar de bereidheid van branche organisaties van werkgevers om aan slachtoffers van
de beroepsziekte OPS een eenmalige financiële tegemoetkoming te verstrekken.
De voorzitter van de commissie, Rog
De griffier van de commissie, Esmeijer
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
3
II
Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
3
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de brief van de Staatssecretaris
met de betrekking de verkenning tegemoetkoming OPS slachtoffers. Zij lezen dat het
de verkenners helaas niet is gelukt een werkbare oplossing te vinden. Voor de OPS
slachtoffers een blijvend vervelende situatie. Naar aanleiding van zowel de brief
van de Staatssecretaris, als het bijgevoegde eindverslag van de verkenners hebben
de leden van de VVD-fractie nog een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen in het eindverslag dat de verkenners aangeven bij
de Staatssecretaris dat zij hopen dat de staatsecretaris de komende maanden met de
Stichting OPS tot een voor alle partijen bevredigende oplossing kan komen, waarbij
de financiële tegemoetkoming gezien kan worden als een afronding voor de schrijnende
individuele gevallen. Kan de Staatssecretaris een reactie geven op deze passage uit
het verslag van de verkenners? Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om nog
op korte termijn tot een afronding te komen voor de schrijnende gevallen?
De Staatssecretaris geeft in haar brief aan dat de optie voor een éénmalige financiële
tegemoetkoming vanuit de overheid niet voor de hand ligt omdat dan de overheid de
verantwoordelijkheid van werkgevers voor de gevolgen van nadelige arbeidsomstandigheden
op zich zou nemen. Dit zou mogelijk precedentwerking kunnen hebben. De leden van de
VVD-fractie willen de Staatssecretaris vragen hier nader op in te gaan, vooral op
de passage dat het mogelijk een precedentwerking zou hebben. Wanneer zou hier sprake
van zijn? Kan er meer duiding worden gegeven in welke mate een éénmalige financiële
tegemoetkoming zal leiden tot precedentwerking? Hoe kan dit bepaald worden? Kunnen
hier juridische implicaties aan verbonden zijn? Zijn er nog andere slachtoffers van
beroepsziektes die vergelijkbaar zijn met deze groep?
De leden van de VVD-fractie constateren dat er wordt gesproken over een éénmalige
vergoeding, maar er wordt niet aangegeven wat de hoogte van een dergelijke vergoeding
zou moeten zijn. Wat zou de hoogte van de vergoeding moeten zijn? Wat zou het totaalbedrag
zijn benodigd voor een éénmalige financiële tegemoetkoming? In de bijlage wordt gesproken
over eventuele uitvoeringskosten. Hoe hoog zouden die uitvoeringskosten zijn en waar
zijn die op gebaseerd?
In de brief van de verkenners wordt gesproken over een groep van ongeveer 350 personen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris of deze groep helder in beeld
is bij het ministerie. In dezelfde brief wordt aangegeven dat de individuele leden
reeds gediagnostiseerd zijn door zogenoemde Solventteams verbonden aan de ziekenhuizen
in Enschede en Amsterdam. Deelt u de mening van de twee verkenners dat middels deze
diagnostisering de groep duidelijk afgebakend is?
In hoeveel gevallen bestaan de bedrijven waarin de blootstellingen hebben plaatsgevonden
niet meer? In hoeveel gevallen is er door nog wel bestaande bedrijven sprake van een
financiële tegemoetkoming voor OPS slachtoffers?
Is de Staatssecretaris bereid om met de nog bestaande bedrijven waar OPS slachtoffers
werkzaam zijn geweest in gesprek te gaan voor een financiële tegemoetkoming aan de
OPS slachtoffers?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen bij de aanbieding van het resultaat
van de verkenning naar de tegemoetkoming van OPS slachtoffers. De leden vragen of
de groep van 350 OPS slachtoffers mogelijk nog groeit en waar het bedrag van € 7 miljoen
op is gebaseerd. Daarnaast vragen deze leden of er andere voorbeelden zijn van een
tegemoetkoming in dergelijke gevallen vanuit de overheid en wat dat zou kunnen betekenen
voor de verantwoordelijkheidsverdeling bij andere beroepsziektes.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie zijn teleurgesteld dat de zoektocht naar een vergoeding
voor de slachtoffers van de beroepsziekte OPS niet heeft geleid tot een oplossing
voor hen. Deze leden zijn de verkenners erkentelijk voor de intensieve zoektocht naar
een compensatie voor de slachtoffers. Zij zijn van mening dat het van groot belang
is dat de slachtoffers worden gecompenseerd. Dit ook vanwege de jaren van pijnlijke
strijd door de individuele betrokkenen.
De leden van de PvdA vragen of de Staatssecretaris ook van mening is dat er nu eindelijk
eens duidelijkheid moet komen voor de groep slachtoffers. Zij horen daarom graag of
de Staatssecretaris bereid is om, ondanks de genoemde bezwaren voor deze kleine afgebakende
en overzichtelijke groep, een eenmalige uitzondering wil maken en deze afgebakende
groep financieel tegemoet te komen. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens
dat het niet uit te leggen is aan de slachtoffers van OPS dat vanwege het feit dat
vele bedrijven niet meer bestaan of niet vindbaar zijn zij geen financiële tegemoetkoming
ontvangen?
II Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
M.E. Esmeijer, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.