Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen over wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (Kamerstuk 35095-XVI)
2018D58626 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de regering inzake de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018 (wijziging samenhangende
met de Najaarsnota) (Kamerstuk 35 095 XVI).
De voorzitter van de commissie, Lodders
De griffier van de commissie, Post
Nr
Vraag
1.
Is alle informatie die de regering heeft over de oorzaken van de meevaller van € 720
miljoen bij de raming voor de zorguitgaven in 2018 opgenomen in de Najaarsnota of
in de suppletoire wet VWS?
Zo ja, in welke mate heeft u dan nog zicht en grip op de omvang van de zorguitgaven
in het lopende jaar?
Zo nee, kunt u alsnog nader ingaan op de oorzaken van de verschillende meevallers
per sector?
2.
Heeft u een analyse gemaakt waarom de uitgaven onder het uitgavenplafond Zorg in 2018
naar verwachting € 1,5 miljard lager uitvallen dan bij aanvang van de regeerperiode
werd verondersteld?
3.
Heeft u een analyse gemaakt waarom de uitgaven onder het uitgavenplafond Zorg sinds
2013 steeds miljarden lager uitvallen dan bij aanvang van de regeerperiode werd verondersteld?
4.
Is er een relatie tussen de vooraf voor een begrotingsjaar geraamde zorgkosten, de
achteraf blijkende feitelijk gemaakte kosten en de hoogte van de premies en eigen
bijdragen? Zo ja, hoe is deze relatie? Zo nee, mag dan geconcludeerd worden dat premies
en bijdragen sinds 2013 in feite te hoog zijn vastgesteld in relatie tot de feitelijke
gemaakte zorgkosten?
5.
Kunt u een overzicht geven van de ontwikkeling van het Budgettair Kader Zorg (BKZ)
de afgelopen vijf jaar, maar dan ook uitgesplitst naar de verschillende ramingsmomenten?
6.
Zijn er binnen de totale ramingsbijstelling van € 720 miljoen in 2018 ook structurele
meevallers? Zo ja, welke?
7.
Kunt u van alle meevallers die voorin de 2e suppletoire wet worden genoemd (in het
«overzicht belangrijkste mutaties») steeds aangeven of het een eenmalige meevaller
in 2018 betreft of een meevaller met een meerjarig/structureel karakter?
8.
Kunt u daarbij ook aangeven welke deel van een meevaller in 2018 weer terugkomt in
de begroting 2019 of later jaren via de eindejaarsmarge of een kasschuif?
9.
Waaruit bestaat de onderuitputting van € 69,4 miljoen op de VWS-begroting die genoemd
wordt in de Najaarsnota?
10.
Hoeveel onderuitputting is er nu in totaal op de VWS-begroting in 2018 opgetreden
ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2018?
11.
Wat is er met de totale onderuitputting 2018 gedaan?
12.
Hoeveel onderuitputting in 2018 mag VWS (via de eindejaarsmarge) maximaal meenemen
naar de begroting 2019? Wat gebeurt er als er meer geld overblijft dan deze maximale
eindejaarsmarge?
13.
Kunt u nader toelichten waarom het aantal personen dat gebruik maakt van de diverse
regelingen voor voormalig verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen sterk is gedaald?
Om welke regelingen gaat het hier? En om hoeveel minder personen dan geraamd gaat
het hier, die leiden tot een meevaller op het budget van € 7,9 miljoen in 2018?
14.
Wat is het totaalbedrag dat uitgekeerd is aan belanghebbenden in het kader van de
backpay-regeling? Welke bedrag was hiervoor voorzien?
15.
Hoe hoog zijn de BTW-inkomsten van alcohol en tabak?
16.
Hoeveel zorggeld, graag gespecificeerd per jaar, is er de afgelopen vijf jaar teruggestort
de schatkist in?
17.
Waarom wordt er minder geld uitgegeven aan wijkverpleging?
18.
Is er een relatie tussen de vooraf voor een begrotingsjaar geraamde zorgkosten, de
achteraf blijkende feitelijk gemaakte kosten en de hoogte van de premies en eigen
bijdragen? Zo ja, hoe is deze relatie? Zo nee, mag dan geconcludeerd worden dat premies
en bijdragen sinds 2013 in feite te hoog zijn vastgesteld in relatie tot de feitelijke
gemaakte zorgkosten?
19.
Hoeveel onderuitputting in 2018 mag VWS (via de eindejaarsmarge) maximaal meenemen
naar de begroting 2019? Wat gebeurt er als er meer geld overblijft dan deze maximale
eindejaarsmarge?
20.
Waarom wordt er structurele onderuitputting geboekt op de begroting van VWS?
21.
Waarom wordt de taakstellende onderuitputting op voorhand opgenomen in de VWS-begroting?
22.
Hoe verhoudt de meevaller bij geneesmiddelen zich tot de signalen dat geneesmiddelen
onbetaalbaar worden?
23.
Kunt u een overzicht geven van de beschikbare middelen in de envelop «Waardig ouder
worden» en de (voorziene) besteding daarvan in de jaren 2018–2021?
24.
Kunt u aangeven hoe de € 2 miljoen die voor 2018 was gereserveerd voor landelijke
vrijwilligersorganisaties uit de envelop «waardig ouder worden» wordt besteed?
25.
Wat is de reden dat er vertraging is opgetreden bij de voorbereidingen om Geestelijke
Gezondheidszorg (GGZ)-instellingen in staat te stellen hun patiëntgegevens te ontsluiten?
26.
Wat is het effect van de vertraging bij GGZ-instellingen op de planning en de reeds
gestelde doelstellingen?
27.
Wat is de oorzaak dat de subsidieregeling Bijzondere transitiekosten Jeugdwet € 6
miljoen lager uitvalt?
28.
Kan aangegeven worden wanneer naar verwachting de tegemoetkoming aan Q-koortspatiënten
wordt uitbetaald?
29.
Aangegeven wordt dat vanwege vertragingen bij de voorbereidingen om GGZ-instellingen
in staat te stellen om hun patiëntgegevens te ontsluiten, het budget in 2018 met € 14,3
miljoen wordt verlaagd en dat de middelen voor een groot deel worden doorgeschoven
naar 2019; waarom wordt er voor gekozen om niet het volledige budget van € 14,3 miljoen
van de post door te schuiven naar 2019?
30.
Waarom worden de uitgaven voor crisiszorg voor ouderen doorgeschoven naar 2021?
31.
Wanneer is de start van de pilot logeerzorg voorzien?
32.
Waarom zijn er minder trajecten Waardigheid en Trots op locatie aangevraagd? Waarom
zijn de trajecten goedkoper dan voorzien?
33.
Kan nader worden toegelicht waarom het aantal personen dat gebruik maakt van de diverse
regelingen voor voormalig verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen zo sterk is gedaald?
34.
Om welke regelingen gaat het bij de diverse regelingen voor voormalig verzetsdeelnemers
en oorlogsgetroffenen? En om hoeveel minder personen dan geraamd gaat het hier, die
leiden tot een meevaller op het budget van € 7,9 miljoen in 2018?
35.
Wat is de verklaring voor het feit dat van het verhoogde budget van € 5,4 miljoen
voor de overstap naar loondienst nu minder dan € 2 ton nodig is in 2018?
36.
Wat wordt er bedoeld met de mededeling dat het restantbedrag (van € 6,25 miljoen)
vrijvalt middels herzieningen van subsidies in het kader van Waardigheid en Trots?
Is dit een bezuiniging en ten koste waarvan gaat deze?
37.
Dragen de doorgeschoven middelen voor crisiszorg voor ouderen bij aan het oplossen
van de zorgval, en zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
38.
Wat is de reden dat het opstellen van plannen voor de dagopvang langer duurt dan voorzien,
en betekent het doorschuiven van middelen naar de pilot logeerzorg en de implementatie
van adviezen van de ambassadeur respijtzorg dat de oorspronkelijk voor dagopvang bedoelde
middelen hiervoor verloren gaan?
39.
Hoe gaan de zorgkantoren de expertise van de specialist Ouderengeneeskunde in de eerste
lijn (kernteams ouderen in de wijk) en in de verbinding naar de spoedzorg concreet
inzetten, en op welke manier wordt deze gericht op mensen met dementie?
40.
Waarom duurt het opstellen van plannen voor de dagopvang langer dan voorzien, en betekent
het doorschuiven van middelen naar de pilot logeerzorg en de implementatie van adviezen
van de ambassadeur respijtzorg dat de oorspronkelijk voor dagopvang bedoelde middelen
hiervoor verloren gaan?
41.
Wanneer gaat het programma rond levensbegeleiding van start en wat zijn de actuele
plannen voor de fasering van de inzet van middelen hiervoor, wanneer komt de € 10
miljoen tot besteding?
42.
Kunt u aangeven wat de achterliggende redenen zijn waarom er in 2018 zeer beperkt
gebruik is gemaakt van de subsidieregeling waarmee medisch specialisten in de periode
2017–2019 worden gefaciliteerd bij de overstap naar loondienst?
43.
Kunt u aangeven hoe de € 10 miljoen die voor 2018 was gereserveerd voor levensbegeleiding
uit de envelop «waardig ouder worden» nu wordt ingezet en in welk jaar/welke jaren?
44.
Kunt u de garantie geven dat de € 10 miljoen die voor 2018 was gereserveerd voor levensbegeleiding
uit de envelop «waardig ouder worden» beschikbaar blijft voor levensbegeleiding?
45.
Wat is de reden van de bijstelling van de financiële middelen in het kader van de
uitvoering van de landelijke nota gezondheidsbeleid / Nationaal Programma Preventie?
46.
Wat is de reden van de bijstelling van de financiële middelen in het kader van regelingen
publieke gezondheid en seksuele gezondheid?
47.
Met welke reden wordt het beschikbare budget voor het Nationaal Programma Preventie
verlaagd met € 3.006.000?
48.
Zijn de termijnen voor aanmelden voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten opgeschoven,
nu de inrichting van de uitvoering hiervan meer tijd blijkt te vragen?
49.
Hoe veel aanvragen voor de tegemoetkoming Q-koorts patiënten zijn er tot nog toe ingediend?
Tot wanneer loopt de aanvraagperiode nog?
50.
Waarvoor gaan de middelen «bevordering seksuele gezondheid», die in 2018 niet tot
besteding zijn gekomen, worden ingezet in 2019?
51.
Er wordt € 0,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de ICT-ondersteuning voor toestemming
uitwisseling persoonsgegevens Rijksvaccinatieprogramma (RVP) als gevolg van de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG). Kan dit onderdeel nader worden toegelicht?
Waar wordt het bedrag precies aan besteed en is er ook aandacht voor de gevolgen van
de AVG in het kader van het RVP met betrekking tot een teruglopend inzicht in de vaccinatiegegevens?
52.
Wat is de reden dat de ontvangsten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu (RIVM) niet geraamd waren?
53.
Welke activiteiten zijn niet verricht in het kader van de sluitende aanpak voor personen
met verward gedrag? In hoeveel gemeenten is nu sprake van een sluitende aanpak?
54.
In hoeverre komen de «lokale initiatieven mensen met verward gedrag» ten goede aan
mensen met dementie?
55.
In hoeverre is er in de sluitende aanpak voor personen met verward gedrag aandacht
voor mensen met dementie, of kan de onderbesteding op deze post meer worden ingezet
voor crisishulp aan mensen met dementie?
56.
Waarom is in de Voorjaarsnota het budget voor de subsidieregeling waarmee medisch
specialisten worden gefaciliteerd bij de overstap naar loondienst verhoogd van € 2,7
miljoen naar € 5,4 miljoen?
57.
Wat is de verklaring voor het feit dat van het verhoogde budget van € 5,4 miljoen
voor de subsidieregeling «overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg»
nu minder dan € 2 ton nodig is in 2018?
58.
Kunt u aangeven waarom er bijna € 2 miljoen niet uitgegeven is aan de kwaliteit, veiligheid
en doelmatigheid van medische hulpmiddelen en wat er nu met dit geld zal gebeuren?
59.
Waarom is beperkt gebruik gemaakt van de subsidieregeling «sluitende aanpak verwarde
personen»?
60.
Is de subsidieregeling «sluitende aanpak verwarde personen» voldoende bekend?
61.
Hoe kan het achterblijven van de aanvragen van de regeling «sluitende aanpak verwarde
personen» worden verklaard in relatie tot de berichtgeving dat het aantal mensen met
verward gedrag op straat toeneemt?
62.
Bij de subsidie voor een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag blijft
het aantal aanvragen achter bij de ramingen, hoeveel aanvragen waren er geraamd en
hoeveel aanvragen zijn er gedaan? Kunt u een toelichting geven op de effecten en of
dit geleid heeft tot meer meldingen van personen met verward gedrag?
63.
Is bekend waarom er minder gebruik is gemaakt van de subsidieregeling waarmee financiële
belemmeringen, om medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde personen te verlenen,
worden weggenomen?
64.
Hoe vaak is er gebruik gemaakt van de Tolkenvoorziening huisartsen-statushouders?
Wat is de verklaring dat er minder gebruik gemaakt wordt van de tolkenvoorziening
dan voorzien? Is het wellicht nodig de bekendheid van de tolkenvoorziening te vergroten?
65.
Hoeveel aanvragen voor de subsidieregeling waarmee medisch specialisten worden gefaciliteerd
bij de overstap naar loondienst zijn er gedaan in 2018?
66.
Er wordt € 2,1 miljoen bestemd voor een pilot naar aanpassingsstoornissen. Kunt u
een overzicht geven welke resultaten worden beoogd met deze pilot?
67.
Waarom wordt de ontstane meevaller van € 5,2 miljoen op de subsidieregeling «Overgang
integrale tarieven medisch-specialistische zorg» doorgeschoven naar 2019 als er in
2018 nauwelijks een beroep op deze regeling is gedaan?
68.
Waarom treden er, bovenop de uitgavenverlaging in 2018 die reeds bij Miljoenennota
2019 bekend was, zoveel en zulke grote vertragingen op bij Waardig ouder worden?
69.
Welke onderdelen van «Waardig ouder worden» starten later dan verwacht en waarom?
70.
Waarom is er niet voor gekozen om de middelen die nog niet besteed zijn in het kader
van Waardig ouder worden (vanwege het later starten van sommige programma’s dan verwacht)
toe te voegen aan de middelen voor 2019?
71.
Uit welke elementen (met bijbehorende bedragen) is de € 28 miljoen verlaging van het
budget voor Waardig ouder worden opgebouwd, en welke bedragen op welk onderdeel komen
in welk jaar alsnog tot besteding?
72.
Welk deel van de middelen voor Waardigheid en Trots is bij nader inzien niet nodig,
wat gebeurt er met deze middelen en hoe verhoudt dit zich tot de € 12,8 miljoen die
wordt doorgeschoven naar 2019?
73.
Welk deel van de toegekende middelen in het kader van Waardigheid en Trots blijken
niet benodigd te zijn? Waar zijn deze middelen naartoe gegaan?
74.
Voor het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zijn aanvullende middelen nodig, onder
andere voor het verbeteren van de kwaliteitsprestaties; wat wordt verstaan onder deze
kwaliteitsprestaties? Betreft dit ook het versnellen van aanvraagprocedures?
75.
Het budget van het CIZ wordt verhoogd met € 5,7 miljoen om extra capaciteit te creëren,
om zo een structurele daling van de werkvoorraad te realiseren, de doorlooptijden
te borgen en het verbeteren van de kwaliteitsprestaties; kan worden aangegeven hoeveel
extra capaciteit er beschikbaar komt door deze extra € 5,7 miljoen?
76.
Het budget voor de opleiding tot verpleegkundig specialist en physician assistent
wordt met € 7,2 miljoen verlaagd, daarvan is € 5,1 miljoen voor het aanpassen van
de berekening aan verschillende CIBG-producten. Waaruit is de verlaging van de resterende
€ 2,1 miljoen opgebouwd? Heeft dit nog consequenties voor het aantal opleidingsplekken?
77.
Aangegeven wordt dat voor de campagnes: Werken in de Zorg, Nix18, Zorg van Nu, Rookvrij
Opgroeien en Een tegen Eenzaamheid budget is overgeheveld vanuit andere artikelen
en dat dit in totaal gaat om € 7 miljoen; kan de verdeling van deze middelen over
de campagnes nader worden toegelicht?
78.
Hoe kan het grote verschil tussen mutaties miljoenennota en overige mutaties 2e suppletoire
begroting voor wanbetalers en onverzekerden verklaard worden?
79.
Waarom is het budget innovatie en zorgvernieuwing met bijna € 12 miljoen euro verlaagd?
80.
Er is € 3,9 miljoen overgeheveld van Curatieve zorg naar uitbreiding van het actieprogramma
«lokale initiatieven mensen met verward gedrag», kunt u toelichten wat hiermee wordt
gedaan? Welke resultaten worden beoogd?
81.
Kunt u toelichten wat de aanleiding is geweest om het zorgcontract voor ziekenhuis
op Bonaire op te hogen? Welke extra zorg gaat hiervoor geleverd worden?
82.
In hoeverre komen de «lokale initiatieven mensen met verward gedrag» ten goede aan
mensen met dementie?
83.
Wat is de reden dat de uitgaven voor de subsidieregeling bijzondere transactiekosten
Jeugdwet naar verwachting € 6 miljoen euro lager uitvallen dan verwacht?
84.
Aan welke projecten heeft u bijgedragen, graag de bijdrage per project uitgesplitst
en toegelicht, met betrekking tot kindermishandeling?
85.
Waarom wordt verwacht dat de uitgaven voor de subsidieregeling bijzondere transitiekosten
Jeugdwet lager uitvallen dan verwacht? Wanneer komt meer duidelijkheid over de beoordeling
van de verschillende subsidieaanvragen?
86.
Waar zal de € 6 miljoen niet-besteedde uitgaven voor de subsidieregeling bijzondere
transitiekosten Jeugdwet komend jaar aan worden besteed? Kan deze € 6 miljoen worden
uitgegeven aan andere zaken binnen de Jeugdzorg?
87.
Wat is de verklaring voor het naar beneden bijstellen met € 402,6 miljoen van de uitgavenraming
zorgtoeslag?
88.
Kunt u aangeven wat precies de veranderingen in het tempo van de Belastingdienst in
het verwerken van aanvragen zijn waardoor er meer nodig is (€ 8,5 miljoen) voor de
tegemoetkoming specifieke zorgkosten?
89.
Welke verklaring is er voor een toename van de geraamde uitgaven voor externe inhuur
bij het kerndepartement met € 5.9 miljoen euro? Waarom is er sprake van een toename
van € 5,9 miljoen voor externe inhuur van personeel terwijl er tegelijkertijd sprake
is van een afname van € 2,9 miljoen als het gaat om de geraamde uitgaven ten behoeve
van het eigen personeel van het kerndepartement?
90.
Met welke reden zijn de geraamde personele uitgaven van de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) sinds de eerste suppletoire begroting met € 5,4 miljoen neerwaarts
bijgesteld?
91.
Wat is de gemiddelde nominale premie in 2019 en in hoeverre wijkt deze af van de raming
van het Ministerie van VWS in september?
92.
Wat is in 2018 en 2019 het aandeel huishoudens dat zorgtoeslag ontvangt?
93.
Welk deel van het inkomen besteden mensen in 2018 en 2019 aan de zorg? Welk deel van
het inkomen besteden mensen in 2040 aan de zorg?
94.
Kan een uitsplitsing worden gegeven op welke onderdelen binnen het BKZ sprake is van
een onderschrijding?
95.
Hoe verklaart u een onderschrijding van het uitgavenplafond zorg met ruim € 1,5 miljard?
Heeft u een analyse gemaakt waarom de uitgaven onder het uitgavenplafond Zorg in 2018
naar verwachting € 1,5 miljard lager uitvallen dan bij aanvang van de regeerperiode
werd verondersteld? Welk deel van dit budget is in 2019 alsnog beschikbaar voor de
begroting VWS?
96.
Heeft u een analyse gemaakt waarom de uitgaven onder het uitgavenplafond Zorg sinds
2013 steeds miljarden lager uitvallen dan bij aanvang van de regeerperiode werd verondersteld?
97.
Is er een analyse gemaakt waarom de uitgaven onder het uitgavenplafond Zorg in 2018
naar verwachting € 1,5 miljard lager uitvallen dan bij aanvang van de regeerperiode
werd verondersteld?
98.
Kan van de meevallers uit 2018 worden aangeven of het een eenmalige meevaller betreft
of een meevaller met een meerjarig/structureel karakter?
99.
Is er een relatie tussen (i) de vooraf voor een begrotingsjaar geraamde zorgkosten,
(ii) de achteraf blijkende feitelijk gemaakte kosten en (iii) de hoogte van de premies
en eigen bijdragen? Zo ja, hoe is deze relatie? Zo nee, mag dan geconcludeerd worden
dat premies en bijdragen sinds 2013 in feite te hoog zijn vastgesteld in relatie tot
de feitelijke gemaakte zorgkosten?
100.
Zijn er binnen de totale ramingsbijstelling van € 720 miljoen in 2018 ook structurele
meevallers? Zo ja, welke?
101.
Kan aangegeven worden hoe de onderschrijding van circa € 600 miljoen euro binnen de
Zorgverzekeringswet (Zvw) verdeeld is over de eerstelijnszorg, wijkverpleging, GGZ
en genees- en hulpmiddelen?
102.
Hoe groot is de onderschrijding op wijkverpleging? Hoe verklaart u die onderschrijding
op de wijkverpleging?
103.
Hoe is de onderschrijding van circa € 600 miljoen bij de Zvw verdeeld over de genoemde
sectoren eerstelijnszorg, wijkverpleging, GGZ en genees- en hulpmiddelen, en hoe zijn
de betreffende onderschrijdingen te verklaren?
104.
Wat zijn de meest actuele inzichten omtrent de oorzaken en verdere ontwikkeling van
de reeds in de definitieve kaderbrief Wet langdurige zorg (Wlz) 2019 verwerkte neerwaartse
bijstelling van € 120 miljoen bij de Wlz-uitgaven?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.J. Post, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.