Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 045 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het opnemen van de klinisch technoloog in de lijst van registerberoepen en het toekennen van bepaalde voorbehouden handelingen aan klinisch technologen
Nr. 4 VERSLAG
Vastgesteld 9 november 2018
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende
door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit voorstel tot wijziging van de Wet op de
beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Het is een positieve ontwikkeling
dat de klinisch technoloog als waardevol medisch technisch professional wordt opgenomen
in het BIG-register en daarmee de bevoegdheid krijgt om vijf veel voorkomende voorbehouden
handelingen te mogen uitvoeren. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat vervolgonderzoek nodig is om te bepalen
of het verrichten van endoscopieën, electieve cardioversie en defibrillatie ook toegelaten
kan worden als voorbehouden handeling voor de klinisch technoloog. Op basis van hetgeen
is beschreven in de memorie van toelichting vragen deze leden de regering hoe dit
vervolgonderzoek eruit komt te zien. Is de verwachting dat vervolgonderzoek wel voldoende
kwantitatieve data gaat opleveren? Wat wordt de looptijd van dit vervolgonderzoek?
Hoe worden de beroepsgroepen en de patiëntervaringen hierin meegenomen? Op welke termijn
wordt dit geëvalueerd? Op welke wijze wordt de Kamer hierin meegenomen? Wat zijn de
consequenties voor de klinisch technoloog dat deze drie voorbehouden handelingen nog
onvoldoende zijn meegenomen? Kan de regering inzicht geven wat dit in de praktijk
betekent voor de werkverdeling tussen de arts, physician assistant, verpleegkundige
en de klinisch technoloog? Wil de regering tevens een verklaring geven waarom uit
de evaluatie is gebleken dat er geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om
de klinisch technoloog in de zetten bij het vergruizen van nierstenen (steenvergruizing)?
Wie doet dit nu dan wel? Is het de verwachting dat dit in de toekomst nog gaat veranderen?
In de zorg gaan de ontwikkelingen op het gebied van medische technologie razendsnel.
De leden van de VVD-fractie willen in dat kader dan ook graag van de regering weten
hoe zij aankijkt tegen de ontwikkeling van de klinisch technoloog binnen de gezondheidszorg.
Wat gaat dit betekenen voor het aantal opleidingsplaatsen voor klinische technologie?
Is de verwachting dat het aantal klinisch technologen dat jaarlijks afstudeert de
komende jaren toeneemt? En zo ja, is de mogelijke inzet van de klinisch technoloog
voldoende bekend bij zorginstellingen, zodat zij daadwerkelijk aan de slag kunnen?
Zo nee, wat is de regering voornemens te doen om die bekendheid te vergroten? Op welke
wijze kunnen de contextuele factoren die de inzet van de klinisch technoloog nu beperken,
aldus het evaluatieonderzoek, verder worden beperkt? Gaat dit met zich meebrengen
dat deze professional in de toekomst meer voorbehouden handelingen mag verrichten?
Zo ja, op welke wijze wordt in de Wet BIG voorzien dat op dit soort ontwikkelingen
snel kan worden ingespeeld? En is de regering voornemens om periodiek te evalueren
of de lijst met voorbehouden handelingen volstaat om aan de behoeften in de dagelijkse
praktijk tegemoet te komen?
Uit het evaluatieonderzoek is onder meer gebleken dat het niet kunnen registreren
en declareren van zorg door de klinisch technoloog een mogelijke belemmering is voor
de efficiencyslag die kan worden gemaakt met de inzet van de klinisch technoloog.
De leden van de VVD-fractie vragen de regering of zij bereid is om de mogelijkheden
te verkennen om ook klinisch technologen te laten registreren en declareren.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel waarmee de klinisch
technoloog in de lijst van registerberoepen wordt opgenomen en zelfstandige bevoegdheid
voor een vijftal voorbehouden handelingen toegekend krijgt. Deze leden hebben bij
dit wetsvoorstel slechts een enkele vraag.
De leden van de CDA-fractie vragen of er door de beroepsgroep daadwerkelijk vervolgonderzoek
wordt uitgevoerd om te beoordelen of de zelfstandige bevoegdheid voor het verrichten
van endoscopieën, electieve cardioversies en defibrillatie alsnog aan de klinisch
technoloog kan worden toegekend. Deze leden vragen hoe dit onderzoek uitgevoerd kan
worden als met de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel het experiment met de tijdelijke
toekenning van deze voorbehouden handelingen wordt beëindigd.
De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast waarom een experiment dat tot 1 januari
2019 loopt voortijdig wordt geëvalueerd. Is dit van tevoren zo afgesproken?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijziging van de Wet op de beroepen in
de individuele gezondheidszorg in verband met het opnemen van de klinisch technoloog
in de lijst van registerberoepen en het toekennen van bepaalde voorbehouden handelingen
aan klinisch technologen. Deze leden kunnen instemmen met het wetsvoorstel waarmee
wordt geregeld dat vijf van de in het kader van dit experiment toegekende bevoegdheden
definitief aan de klinisch technoloog toegekend worden, nu uit de evaluatie is gebleken
dat dit naar tevredenheid van patiënten is, en veilig, doeltreffend en doelmatig.
Deze leden hebben nog een enkele vraag over het voorliggende voorstel.
De leden van de D66-fractie lezen dat het experiment loopt tot 1 januari 2019 en dat
indien voor het verstrijken van de termijn van het experiment een voorstel van wet
tot wijziging van artikel 36 van de Wet BIG wordt ingediend bij de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, de termijn van het experiment wordt verlengd, tot het moment waarop
het voorstel van wet in werking treedt. Deze leden vragen wat de planning is voor
de inwerkingtreding van de wet. En zal tot de inwerkingtreding van de wet, het «volledige»
experiment blijven gelden, waaronder de (nu nog) negen voorbehouden handelingen?
Deze leden vragen ook op welke wijze het benodigde vervolgonderzoek zal worden vormgegeven
naar de drie voorbehouden handelingen waarvoor momenteel nog onvoldoende kwantitatieve
data naar voren zijn gekomen waardoor de doeltreffendheid (nog) niet is gebleken.
Op welke termijn zal hierover een beslissing genomen kunnen worden?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg in verband met het opnemen van de klinisch technoloog in de lijst
van registerberoepen en het toekennen van bepaalde voorbehouden handelingen aan klinisch
technologen.
De leden van de SP-fractie lezen in het voorliggende wetsvoorstel dat klinisch technologen
een aanvulling zijn op de kennis en ervaring van de arts en andere disciplines door
hun specifieke en complexe kennis. In hoeverre is er sprake van taakherschikking als
zij na opname in de lijst van registerberoepen ook daadwerkelijk voorbehouden handelingen
van artsen kunnen overnemen? Kan de regering dit nader toelichten?
De leden van de SP-fractie maken uit de evaluatie op dat de klinisch technoloog positieve
effecten heeft op een vijftal voorbehouden handelingen. Deze leden vinden het juist
dat wanneer een beroepsgroep voorbehouden handelingen uitvoert zij in het BIG-register
dient te worden opgenomen. Genoemde leden maken uit de evaluatie op dat niet alle
voorbehouden handelingen worden overgenomen omdat vervolgonderzoek nodig is. Zij vragen
de regering of het niet beter is om te wachten op de resultaten van het vervolgonderzoek
alvorens deze wijziging in de wet in te voeren. Waarom wordt nader onderzoek niet
afgewacht?
Voorts lezen de leden van de SP-fractie in het voorliggende wetsvoorstel dat de arts
zelf geen expertise heeft in de complexe medisch technische handelingen die de klinisch
technoloog uitvoert. Kan de regering verduidelijken wat hiermee precies bedoeld wordt?
De leden van de SP-fractie missen in het voorliggende wetsvoorstel welke aanbevelingen
en/of kritiekpunten de regering heeft ontvangen van consultatiepartijen naast het
Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Waarom is dit niet in de memorie van toelichting
opgenomen en kan de regering een nader overzicht hiervan de Kamer doen toekomen? Kan
de regering aangeven welke nadelen artsen, wetenschappers en andere betrokkenen verwachten
van de voorliggende wetswijziging? Welke risico’s worden door beroepsgroepen gesignaleerd
als klinische technologen voorbehouden handelingen van specialisten gaan overnemen?
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie de regering of er meer beroepen op de lijst
staan om in de BIG opgenomen te worden. Kan de regering dit nader toelichten? Genoemde
leden vragen met name aandacht voor verpleegkundigen, die de overstap hebben gemaakt
naar het beroep chauffeur ambulancezorg. Na vijf jaar verloopt hun BIG-registratie
en verliezen deze enthousiaste verpleegkundigen – die tevens handelingen verrichten
– hun registratie. Kan de regering aangeven of dit wenselijk is? Zou het – ook in
het licht van de grote personeelstekorten in de zorg – niet beter zijn als verpleegkundigen
die als ambulancechauffeur werken hun registratie behouden of dat zij als beroepsgroep
in het register worden opgenomen? De leden van de SP-fractie vragen om een reactie
op dit punt.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De adjunct-griffier van de commissie, Clemens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.C.R.M. Clemens, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.