Lijst van vragen : 35000-XV Verslag houdende een lijst van vragen inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019
2018D50385 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de vaststelling van de begrotingsstaten
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019 (Kamerstuk
35 000 XV).
De voorzitter van de commissie, Rog
De adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord
Nr.
Vraag
1
Hoeveel boetes en/of naheffingen met betrekking tot schijnzelfstandigheid zijn er
opgelegd na het aanscherpen van het handhavingsbeleid per 1 juli 2018? Hoe verhoudt
zich dat tot de periode voor 1 juli 2018?
2
Hoeveel lopende zaken zijn er opgestart sinds 1 juli 2018 met betrekking tot de handhaving
op schijnzelfzelfstandigheid en hoeveel opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn daarbij
in beeld?
3
Hoeveel capaciteit wordt er in 2019 vanuit de Belastingdienst en vanuit de Inspectie
SZW specifiek vrijgemaakt met betrekking tot de handhaving op schijnzelfstandigheid
en hoe verhoudt zich dat tot de jaren 2016, 2017 en 2018?
4
Hoe vaak is er inmiddels met de Europese Commissie gesproken over belemmeringen vanuit
Europese wet- en regelgeving voor de invoering van de zelfstandigen zonder personeel
(zzp)-maatregelen uit het regeerakkoord?
5
Welke Europese wetten en regels en welke uitspraken van het Europees Hof staan er
precies in de weg bij het invoeren van de zzp-maatregelen uit het regeerakkoord?
6
Welke Europese wetten en regels moeten er worden aangepast om de zzp-maatregelen uit
het regeerakkoord in Nederland te kunnen invoeren en hoeveel tijd zou met dergelijke
wijzigingen gemoeid kunnen zijn, gesteld dat «Europa» deze wetten en regels zou willen
aanpassen?
7
Hoeveel mensen die in 2017 een Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)-uitkering
toegekend hebben gekregen, zouden deze onder de nieuwe voorgestelde regels (aanpassing
Schattingsbesluit) niet toegekend hebben gekregen?
8
Hoeveel procentpunten zal het arbeidsongeschiktheidspercentage van mensen die een
WIA-beoordeling ondergaan gemiddeld dalen onder de nieuw voorgestelde regels (aanpassing
Schattingsbesluit) ten opzichte van de huidige beoordelingssystematiek?
9
Hoeveel mensen in de categorie Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)
80–99% waren in 2017 aan het werk? Hoeveel van deze mensen benutten minimaal 50% van
de vastgestelde resterende verdiencapaciteit?
10
Hoeveel mensen in de categorie WGA 80–99% zouden als zij onder de nieuwe regels (inkomenseis
WGA 80–99%) vallen, niet in aanmerking komen voor de hogere «loonaanvullingsuitkering»
zoals die nu wel wordt toegekend?
11
Hoeveel re-integratie- en (specifiek) scholingsbudget wordt er voor 2019 voorgesteld
voor respectievelijk: de groep mensen met een Werkloosheidwet (WW)-uitkering met een
arbeidsbeperking (WIA 35-min-categorie), de groep WIA 35–80% en de groep WIA 80–99%?
Hoe verhoudt zich dat tot de jaren 2016, 2017 en 2018? Hoeveel is dat concreet per
persoon per doelgroep?
12
Op basis van welke selectiecriteria wordt door Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) het re-integratie- en scholingsbudget toebedeeld met betrekking tot zowel de
WIA-doelgroep als de WW-doelgroep met beperkingen voor arbeid (WIA 35-min-categorie)?
In hoeverre verandert dit beleid voor 2019 en verder?
13
Kunt u per inkomensgroep (minimumloon, modaal, anderhalf keer modaal, twee keer modaal)
aangeven wat de gevolgen zijn van de voorgenomen aanpassing van het Schattingsbesluit?
14
Wat voor houdbaarheidseffect heeft een driekwartkoppeling van de Algemene Ouderdomswet
(AOW), waarbij een jaar hogere levensverwachting zich vertaalt in negen maanden langer
werken?
15
Wat voor koopkrachteffecten heeft de combinatie van het verhogen van de AOW met vijf
procent en het in twintig jaar fiscaliseren van de AOW? Kunt u dit effect berekenen
voor alleenstaanden met AOW, alleenstaanden met AOW en € 5.000, € 10.000 en € 20.000
aanvullend pensioen? Kunt u deze zelfde reeks ook maken voor samenwonenden?
16
Hoeveel mensen met een arbeidsbeperking zijn er per afzonderlijk ministerie op dit
moment aan het werk?
17
Als u vereenvoudiging nastreeft, waarom wordt de inkomensregeling in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten (Wajong) wanneer men gaat werken dan niet geharmoniseerd met de
regeling in de Participatiewet?
18
Is het niet logisch om, nu er erkenning is dat loondispensatie grote bezwaren kent,
van dit systeem af te stappen in de Wajong?
19
Klopt het dat de vereenvoudiging waarover gesproken is, inhoudt dat Wajongers het
recht op het minimumloon verliezen wanneer ze voor langere tijd werken (afschaffing
voortgezette regeling)?
20
Wat is het effect van de gestaffelde arbeidskorting op het netto-inkomen van Wajongers
die met loondispensatie werken?
21
Klopt het dat het begeleiden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk
een reguliere taak is van gemeenten en UWV? Waarom wordt daar dan € 70 miljoen voor
het bedrijfsleven voor uitgetrokken?
22
Wat wordt verwacht van het budget dat wordt uitgetrokken ten behoeve van verbetering
van de samenwerking tussen UWV en gemeenten? Hoeveel budget is er inmiddels hiervoor
uitgetrokken en wat is het resultaat tot nu toe?
23
Hoeveel van het budget van € 70 miljoen gaat naar de betrokken werknemers, bijvoorbeeld
in de vorm van scholing, arbeidsvoorwaarden et cetera?
24
Constaterende dat met deze programma’s alle groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt
op één hoop worden gegooid, hoe wordt ervoor gezorgd dat er aandacht blijft voor de
doelgroep van de banenafspraak?
25
Wat voor signaal gaat ervan uit dat de overheid wel de korting heeft doorgevoerd op
de Wajong onder het mom dat er banen worden geregeld, terwijl de overheid voor zichzelf
regelt dat de verantwoordelijkheid voor het regelen van die banen op langere baan
geschoven wordt?
26
Hoe wordt ervoor gezorgd dat overheidswerkgevers hun verantwoordelijkheid daadwerkelijk
oppakken bij het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking en niet nog verder achterover
leunen dan ze nu al doen?
27
Hoe wordt ervoor gezorgd dat overheidswerkgevers ook mensen uit het doelgroepenregister
in dienst nemen in plaats van alleen maar inhuren?
28
Kunt u aangeven wat de bijbehorende doelen, prestaties en kosten zijn van de invoering
van een Plan Inburgering en Participatie (PIP) door de gemeenten voor elke nieuwkomer
en van het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt?
29
Welke indicatoren zullen worden geformuleerd voor en welke effecten zullen worden
gemeten met het aangekondigde evaluatie- en monitoringskader, dat u gaat opstellen
in samenspraak met gemeenten en de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK) om de werking en effecten van de hervormingsmaatregelen
te kunnen vaststellen? Wat is hiervoor het tijdschema?
30
In hoeverre en op welke wijze worden de effecten van het programma weerbare samenleving
gemeten?
31
Wat zijn de beoogde prestaties van het programma weerbare samenleving voor 2019 en
welke kosten zijn daarmee gemoeid?
32
Hoeveel moskeeën in Nederland hebben de rechtsvorm stichting, vereniging, kerkgenootschap
of anderszins?
33
Hoeveel moskeeën in Nederland zijn de afgelopen vijf jaar veranderd naar de rechtsvorm
kerkgenootschap?
34
Zijn er gemeenten die nog geen invulling hebben gegeven aan het participatietraject
in de inburgering en om hoeveel gemeenten gaat het?
35
Geldt de uitzondering op het Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA) examenonderdeel
dat per januari 2019 geregeld wordt middels het Besluit Inburgering ook voor Blue
Card houders?
36
Zijn er nog wachttijden bij het examenonderdeel ONA en om hoeveel inburgeraars en
vertraging gaat het?
37
Uit hoeveel inburgeringsplichtigen bestaan de cohorten 2013 tot en met 2018?
38
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2018 hebben aan hun
inburgeringsplicht voldaan?
39
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2018 zijn ontheven
van hun inburgeringsplicht en op welke grond?
40
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2015 hebben de inburgeringstermijn
van drie jaar verwijtbaar overschreden?
41
Is er budget beschikbaar voor het breed offensief om mensen met een arbeidsbeperking
aan het werk te helpen?
42
Hoeveel is er afgelopen jaren bezuinigd (efficiencykorting) op de Sociale Werkvoorziening
(Sw) en hoeveel staat er voor komende jaren/structureel in de boeken?
43
Wat zijn de tekorten met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor de jaren
2018 tot en met 2020?
44
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2015 hebben een sanctie
opgelegd gekregen als gevolg van het verwijtbaar niet inburgeren binnen de gestelde
termijn en welke sanctie betreft het?
45
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2015 hebben verlenging
gekregen van de inburgeringstermijn en op welke grond?
46
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2018 zijn gestart met
hun inburgeringstraject?
47
Hoeveel inburgeringsplichtigen uit de cohorten 2013 tot en met 2018 zijn nog niet
gestart met het inburgeringstraject?
48
Hoeveel inburgeraars uit de cohorten 2013 tot en met 2018 hebben staatsexamen gedaan
of zullen dit naar verwachting doen?
49
Welke inspanningen zijn er geleverd om te bevorderen dat inburgeraars die in staat
zijn het staatsexamen af te leggen, dit ook doen?
50
Welke inspanningen zijn er geleverd om inburgeraars in te lichten over de mogelijkheden
van het doen van staatsexamen?
51
Wanneer kan de Kamer de in het algemeen overleg Inburgering en Integratie van 4 juli
2018 toegezegde verkenning tegemoet zien naar de mogelijkheid om sancties op te leggen
bij onvoldoende inspanning om in te burgeren?
52
Constaterende dat de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen
al jaren wijst op onvoldoende capaciteit bij de Inspectie SZW Dienst Opsporing (ISZW-DO)
en het Openbaar Ministerie (OM) voor de aanpak van arbeidsuitbuiting, hoe wordt dit
concreet aangepakt? Hoeveel extra budget gaat er naar arbeidsuitbuiting?
53
In het kader van de implementatie van het International Labour Organization (ILO)
Forced Labour Protocol, welke prioriteit en capaciteit komt er in de begroting Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor de aanpak van mensenhandel wat betreft strafrechtelijke
arbeidsuitbuiting?
54
Vindt u het, los van formeel juridische argumenten, en met de kennis en inzichten
van nu, nog steeds moreel verdedigbaar dat Surinaamse Nederlanders in de periode dat
zij in Suriname woonden geen AOW opbouwden en pas AOW opbouwen sinds zij in Nederland
zijn?
55
Waar gaat de € 50 miljoen vanwege het verhogen van de taaleis van inburgeraars naartoe?
56
Wat is de hoogte van de gemiddelde lening van inburgeraars die hun lening niet krijgen
kwijtgescholden?
57
Hoeveel inburgeraars onder het huidige inburgeringsstelsel (introductie 2013) hebben
niet voldaan aan de inburgeringseisen en zijn daardoor verplicht hun lening terug
te betalen?
58
Hoeveel inburgeraars, volgens de ramingen, zullen tot en met de intreding van het
nieuwe inburgeringsstelsel niet voldoen aan de inburgeringseisen?
59
Hoe hoog is het openstaande bedrag dat inburgeraars onder het huidige inburgeringsstelsel
moeten afbetalen aan leningen?
60
Wat is de gemiddelde rijksbijdrage aan agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
per inburgeraar?
61
Hoeveel geld verwacht u aan leningen te moeten kwijtschelden van inburgeraars omdat
zij het niet tijdig kunnen afbetalen?
62
Wat kost het om alle soorten openbaar vervoer (OV) gratis te maken voor 65-plussers?
63
Wat kost het om alle soorten OV gratis te maken voor mensen met minder dan 120% van
het Wettelijk minimumloon (Wml)?
64
Wat kost het om alle soorten OV gratis te maken voor iedereen?
65
In hoeverre voldoet de Wet werk en zekerheid (Wwz) aan de eerdere uitgangspunten van
toenmalig Minister van SZW Asscher, namelijk het ontslag simpeler en goedkoper maken
voor werkgevers? Kan dit worden toegelicht met cijfers?
66
Is het toekennen van een billijke vergoeding toe- of afgenomen sinds de Wwz? Kan dit
worden toegelicht met cijfers?
67
Is het ontslaan van werknemers voor werkgevers moeilijker of makkelijker geworden
sinds de Wwz? Kan dit worden toegelicht met cijfers?
68
Hoe vaak wordt het instrument waarschuwingen ingezet in ontslagdossiers?
69
Toetst een rechter of de waarschuwingen in een dossier wel terecht zijn?
70
Zijn er signalen dat het instrument waarschuwingen oneigenlijk gebruikt wordt om een
dossier op te bouwen, dat dient om een werknemer te ontslaan? Is hier onderzoek naar
gedaan? Zo nee, bent u bereid om hier onderzoek naar te doen? Zo nee, wilt u het betrekken
bij de evaluatie van de Wwz?
71
Hoeveel gemeenten hebben beleid voor de huisvesting voor arbeidsmigranten?
72
Welke maatregelen worden door gemeenten genomen om adequate huisvesting voor arbeidsmigranten
te organiseren en welke resultaten heeft dit opgeleverd?
73
Hoeveel extra huisvestingsplekken zijn er door gemeenten in de afgelopen zeven jaar
gerealiseerd na het advies van de tijdelijke parlementaire commissie Lessen uit recente
arbeidsmigratie (LURA)?
74
Hoe vaak gaan gemeenten akkoord met initiatieven om adequate huisvesting voor arbeidsmigranten
te realiseren?
75
Welke maatregelen neemt u om gemeenten te bewegen tot adequate huisvesting voor arbeidsmigranten?
76
Hoeveel zou het kosten om alle Surinaams-Nederlandse AOW-gerechtigden een volledige
AOW te geven, waarbij hun levensjaren in Suriname worden opgeteld aan de levensjaren
in Nederland?
77
Hoe is de pensioenopbouw voor de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten?
78
Hoe is de pensioenopbouw geregeld op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden)?
79
Kunt u een overzicht geven van de rekenrente van de pensioenstelsels in alle andere
landen van de Europese Unie (EU)?
80
Klopt het dat in het pensioenakkoord wordt besproken om de indexatiegrenzen van 110%
en 125% los te laten? Klopt het dat dit op hetzelfde neerkomt als het loslaten van
de absurd lage rekenrente?
81
Wat is de laatste stand van zaken bij de uitvoering van het Actieplan Arbeidsdiscriminatie?
82
Wanneer gaat u over tot het instellen van mysteryguests, mysterycalls en undercover
acties? Klopt het dat dit het meest effectieve middel is om misstanden bloot te leggen?
83
Wat is uw standpunt over anoniem solliciteren? Zijn de pilots tot nu toe succesvol
en verdienen deze een navolging op grotere schaal?
84
Overweegt u om contactstraffen in toe voeren? Zo nee, waarom niet?
85
Overweegt u om een racismeregister in te voeren? Zo nee, waarom niet?
86
Overweegt u om een educatieve maatregel discriminatie in te voeren? Zo nee, waarom
niet?
87
Overweegt u om een racismepolitie in te voeren? Zo nee, waarom niet?
88
Hoeveel werknemers in Nederland werken onder het uitzendbeding? Hoe lang werken zij
gemiddeld in een baan? Hoe worden zij werkloos? Welk deel van de werknemers die werken
onder het uitzendbeding zijn binnen het afgelopen jaar werkloos geweest, of in de
afgelopen jaren meerdere malen werkloos geweest?
89
Wat is de ontwikkeling van de langdurige werkloosheid? Hoe zien de stromen binnen
langdurige werkloosheid eruit? Welk deel gaat met pensioen en welk deel trekt zich
om andere redenen terug van de arbeidsmarkt?
90
Hoe ziet de bevolkingsopbouw van Nederland en van elk van de vijftig grootste gemeenten
(G50-gemeenten) in Nederland eruit, in cohorten van steeds tien jaar?
91
Hoe zag die bevolkingsopbouw er tien jaar geleden uit?
92
Wat is de verwachting met betrekking tot die bevolkingsopbouw over tien jaar, twintig
jaar en veertig jaar?
93
Hoe ziet de bevolkingsopbouw per provincie eruit, in cohorten van steeds tien jaar?
94
Hoe zag de bevolkingsopbouw per provincie er tien jaar geleden uit?
95
Wat is de verwachting met betrekking tot die opbouw over tien jaar, twintig jaar en
veertig jaar?
96
Welk percentage, met betrekking tot vraag 90 en 93, per cohort is autochtoon, westers
allochtoon en niet-westers allochtoon?
97
Hoe is, met betrekking tot vraag 90 en 93, de onderverdeling man-vrouw per cohort?
98
Welk percentage, met betrekking tot vraag 91, 92, 94 en 95, per cohort is autochtoon,
westers allochtoon en niet-westers allochtoon?
99
Hoe is, met betrekking tot vraag 91, 92, 94 en 96, de onderverdeling man-vrouw per
cohort?
100
Welk percentage kinderen in ons basisonderwijs is autochtoon, westers allochtoon en
niet-westers allochtoon op nationaal niveau?
101
Welk percentage kinderen in ons basisonderwijs is autochtoon, westers allochtoon en
niet-westers allochtoon per provincie?
102
Welk percentage kinderen in ons basisonderwijs is autochtoon, westers allochtoon en
niet-westers allochtoon per G50-gemeente?
103
Hoe is, met betrekking tot de vragen 100, 101 en 102, de verhouding man-vrouw?
104
Hoe zagen de percentages, zoals aangegeven in de vragen 100, 101, 102 en 103, er tien
jaar geleden uit?
105
Wat is de verwachting met betrekking tot de percentages, zoals aangegeven in de vragen
100, 101, 102 en 103, over tien, twintig en veertig jaar?
106
Welk percentage kinderen in ons voortgezet onderwijs is autochtoon, westers allochtoon
en niet-westers allochtoon op nationaal niveau?
107
Welk percentage kinderen in ons voortgezet onderwijs is autochtoon, westers allochtoon
en niet-westers allochtoon per provincie?
108
Welk percentage kinderen in ons voortgezet onderwijs is autochtoon, westers allochtoon
en niet-westers allochtoon per G50-gemeente?
109
Hoe is, met betrekking tot de vragen 106, 107 en 108, de verhouding man-vrouw?
110
Hoe zagen de percentages, zoals aangegeven in de vragen 106, 107, 108 en 109, er tien
jaar geleden uit?
111
Wat is de verwachting met betrekking tot de percentages, zoals aangegeven in de vragen
106, 107, 108 en 109, over tien, twintig en veertig jaar?
112
Hoeveel christenen, joden, hindoes, moslims, atheïsten, agnosten en overige aanhangers
van levensbeschouwingen telt Nederland momenteel?
113
Hoe is de bepaling van het antwoord op vraag 112 tot stand gekomen?
114
Hoe waren de aantallen uit vraag 112 vijf jaar geleden, tien jaar geleden en twintig
jaar geleden?
115
Hoeveel christenen, joden, hindoes, moslims, atheïsten, agnosten en overige aanhangers
van levensbeschouwingen telt Nederland over vijf, tien, twintig en veertig jaar?
116
Hoeveel moskeeën telt Nederland momenteel en aan hoeveel mensen bieden deze moskeeën
plaats?
117
Hoe waren beide aantallen tien en twintig jaar geleden?
118
Wat is de verwachting met betrekking tot beide aantallen over tien, twintig en veertig
jaar?
119
Waarop zijn deze verwachtingen gebaseerd?
120
Hoeveel islamitische stichtingen en instellingen telt Nederland?
121
Hoeveel islamitische scholen telt Nederland?
122
Hoeveel scholen in Nederland brengen met klassen een bezoek aan een moskee? Hoe vaak
komt dit voor?
123
Hoeveel scholen geven kinderen vrijaf vanwege het einde van de islamitische vastenperiode
ramadan, oftewel het Suikerfeest?
124
Hoeveel scholen hebben ondertussen een Nederlandse, op de joods-christelijke cultuur
gebaseerde, feestdag ingeruild voor een islamitische gedenkdag?
125
In hoeveel Nederlandse ziekenhuizen wordt standaard halal voedsel geserveerd?
126
Op hoeveel scholen wordt in kantines of als maaltijd halal voedsel geserveerd?
127
Hoeveel overheidsinstanties (ministeries, provinciehuizen, gemeentehuizen- en kantoren,
et cetera) en door een overheid gefinancierde of gesubsidieerde instellingen serveren
in hun kantines en restaurants, alsmede tijdens militaire missies standaard halal
voedsel?
128
Met betrekking tot vraag 124, 125, 126 en 127, in hoeveel van deze gevallen is er
ook niet halal voedsel verkrijgbaar en in hoeveel gevallen wordt scholieren, patiënten,
medewerkers en gasten een keuze geboden tussen halal en niet halal voedsel?
129
Hoe groot is het aandeel van halal producten in de Nederlandse voedselindustrie? Welk
percentage van het naar Nederland geïmporteerde voedsel is halal en welk percentage
van het geëxporteerde voedsel?
130
In hoeveel slachthuizen in Nederland wordt er op islamitische wijze geslacht en hoeveel
slachthuizen zijn geheel islamitisch?
131
Hoe groot is de kans dat een gemiddelde consument halal voedsel consumeert zonder
het te weten?
132
Welke overheden, welke overheidsdiensten en welke door een overheid gefinancierde
of gesubsidieerde instellingen voeren een personeelsbeleid waarin rekening wordt gehouden
met diversiteit, een afspiegeling van de samenleving en/of (positieve) discriminatie?
133
Hoeveel islamitische voorgangers komen er jaarlijks Nederland in en hoeveel gaan er
jaarlijks weer terug naar land van herkomst? Hoe hebben die aantallen zich de laatste
tien jaar ontwikkeld en wat is de verwachting voor de komende tien jaar? Welke verblijfsstatus
hebben degenen die nu in Nederland aanwezig zijn?
134
Welke overlegvormen zijn er tussen Nederlandse overheden en islamitische organisaties
in Nederland en hoe vaak vinden deze overleggen plaats?
135
Welke moskeeën in Nederland hebben banden met de Moslim Broederschap (al-ikhwan al
moslimoen), met Milli Görüs, met Diyanet, met de Süleymanci-beweging, met de beweging
van Fethullah Gülen en met andere islamitische organisaties in Nederland en buitenland?
Zitten daar organisaties bij die op terreurlijsten staan? Zo ja, welke?
136
Welke islamitische scholen zijn aan welke Nederlandse of buitenlandse moskeeën verbonden?
137
Hoeveel islamitische internaten of internaten met banden met moskeeën telt Nederland?
138
Welke definities hanteert de overheid voor de volgende begrippen: islam, salafisme,
islamitisch extremisme, islamitisch radicalisme, islamitisch fundamentalisme en islamitische
orthodoxie?
139
Hanteren de verschillende overheden, diensten, politie en door de overheid gefinancierde
en gesubsidieerde instellingen die te maken krijgen met problematieken, zoals genoemd
in de vorige vraag, dezelfde definities? Zo nee, welke verschillende definities worden
er dan gehanteerd en door welke overheden/diensten/instellingen?
140
Welke definitie hanteert de overheid voor het begrip «gematigde islam»?
141
Hoeveel mensen zijn lid van een vakbond?
142
Hoeveel jongeren tot en met 27 jaar zijn lid van een vakbond?
143
Hoeveel niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) zijn er?
144
Hoeveel werknemers werken via een payroll constructie?
145
Hoe groot is het onbenutte arbeidspotentieel en waar bestaat dit uit?
146
Hoeveel nuggers zijn er onder de mensen van wie een WW-uitkering is geëindigd, maar
die nog geen nieuw werk hebben?
147
Welke effecten verwacht u van de arbeidskrapte in relatie tot het aantal mensen dat
te maken heeft met schuldenproblematiek? Verwacht u een afname en kunt u dit nader
onderbouwen als dit het geval is?
148
Wat is de leeftijdsopbouw van de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie?
149
Wat is de ontwikkeling van het aantal medewerkers met een vast contract en met een
flexibele contractvorm sinds 2000 tot op heden?
150
Wat is de ontwikkeling van het aantal medewerkers met een flexibele arbeidsrelatie
van 2000 tot op heden, uitgesplitst naar: werknemer tijdelijk met uitzicht op vast,
werknemer tijdelijk meer dan een jaar, werknemer tijdelijk minder dan een jaar, oproep-
en invalkracht, uitzendkracht, werknemer vast en geen vaste uren, werknemer tijdelijk
en geen vaste uren?
151
Kunt u inzicht geven in zowel de afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s)
in de afgelopen twee jaar inclusief de afgesproken loongroei als de cao’s waar op
dit moment nog een onderhandelingstraject loopt, inclusief de (huidige) duur van dit
onderhandelingstraject?
152
Hoeveel jongeren van 18 tot en met 27 jaar werken op een flexibel contract (tijdelijk
contract en nulurencontract)?
153
Hoeveel van de zelfstandigen die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) telt,
zijn ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemer)? Hoeveel van de zelfstandigen
betalen belasting in box 2, of zijn daarvoor belastingplichtig?
154
Hoeveel IB-ondernemers hebben personeel in dienst?
155
Hoeveel schijnzelfstandigen zijn er in Nederland?
156
Wat is het verschil in inkomen (op basis van fulltime) tussen medewerkers met een
vast contract en met een flexibele contractvorm sinds 2000 tot op heden?
157
Kunt u een overzicht geven van de verschillende nationale en Europese discussies die
op het vlak van arbeidsmigratie en grensoverschrijdend dienstenverkeer in elkaar over
lopen?
158
Kunt u inzicht geven in hoeveel van de totale middelen die beschikbaar zijn voor sociale
zekerheid, nu worden besteed aan (hulp bij) scholing en leven lang ontwikkelen?
159
Waarop is het vertrouwen gestoeld dat de Sociaal Economische Raad (SER) samen met
de sociale partners op korte termijn met een advies komt over een nieuw pensioenstelsel?
160
Kunt u nader inzicht en overzicht verschaffen van alle in relatie tot krapte op de
arbeidsmarkt toegezegde vervolgacties vanuit het kabinet?
161
Is er inzicht in de mate waarin gemeenten jobcoaching inzetten?
162
Welke percentage en welk absoluut aantal van de mensen uit de doelgroep banenafspraak
maakt gebruik van een jobcoach en welke soort jobcoach (intern of extern) betreft
dat?
163
Hoeveel werknemers zijn er inmiddels opgeleid tot interne jobcoach?
164
Welk percentage van de bedrijven en organisaties in Nederland heeft de beschikking
over interne jobcoaches?
165
Vanuit welke budgetten kunnen gemeenten putten om jobcoaches te betalen?
166
Welk bedrag wordt er specifiek vanuit het Rijk beschikbaar gesteld met betrekking
tot jobcoaches?
167
Welk specifiek beleid is er nu vanuit het Rijk om jobcoaching te bevorderen?
168
Welke andere innovatieve concepten om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te
helpen wilt u verkennen?
169
Wanneer zijn de bestuurlijke afspraken om richting te geven aan de samenwerking tussen
UWV, gemeenten en andere partijen in de arbeidsmarktregio’s te verwachten?
170
Hoe wordt de effectiviteit van de € 70 miljoen die het kabinet vanaf 2019 beschikbaar
stelt voor persoonlijke dienstverlening door UWV aan werkzoekenden met een WW-, WIA-,
of Wajong-uitkering gemonitord?
171
Hoe snel is het project dat gestart wordt om de overgangen vanuit uitkering, dagbesteding,
beschut werk en banenafspraak naar regulier werk te versoepelen operationeel?
172
Hoe ziet het project dat gestart wordt om de overgangen vanuit uitkering, dagbesteding,
beschut werk en banenafspraak naar regulier werk te versoepelen eruit en wanneer is
dit geslaagd?
173
Kunt u aangeven welke concrete activiteiten worden ontplooid om mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt een bijdrage te laten leveren aan de vermindering van de personeelstekorten
in de sector Zorg en Welzijn?
174
Kunt u een inschatting geven hoeveel banen, van de 190 duizend extra medewerkers die
nodig zijn, worden ingevuld door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een bijdrage
te laten leveren aan de vermindering van de personeelstekorten in de sector Zorg en
Welzijn en welke rol krijgen de gemeenten en UWV in het koppelen van vraag en aanbod?
175
Hoe zal het beschikbaar gestelde bedrag van tweemaal € 35 miljoen voor het Actieplan
Perspectief op werk worden verdeeld? Betekent dit dat hiervoor jaarlijks € 1 miljoen
per arbeidsmarktregio beschikbaar komt?
176
Constaterende dat het kabinet met bestuurlijke afspraken en financiële ondersteuning
richting zal geven aan de samenwerking tussen UWV, gemeenten en andere partijen in
de regio’s, welke andere partijen zullen bij de samenwerking worden betrokken?
177
Zal bij de uitwerking van de bestuurlijke afspraken een rol voor private aanbieders
worden geborgd? Hoe wordt dit vormgegeven? Wordt hiervoor een aanbesteding ingezet?
178
Welke maatregelen neemt u om meer transparantie in het bestand van werkzoekenden te
realiseren?
179
Welke regels zullen worden vereenvoudigd zodat werkgevers en mensen met een arbeidsbeperking
elkaar makkelijker kunnen vinden?
180
Wanneer krijgt de Kamer de uitkomsten van de onderzoeken naar de effectiviteit van
de re-integratie van arbeidsgehandicapten?
181
Hoe groot is het effect van doorlopende WIA-uitkeringen door de verhoging van de AOW-leeftijd?
182
Welk meetbaar effect heeft het programma Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt tot
op heden gehad?
183
Hoeveel inburgeraars hebben in 2016, 2017 en 2018 deelgenomen aan een taalschakeltraject
dat hen voorbereidt op het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) of hoger onderwijs?
184
Hoe vindt de financiering plaats van taalschakeltrajecten?
185
Is er voor 2019 geld vrijgemaakt zodat de taalschakeltrajecten blijven voortbestaan
tot invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel? Zo nee, waarom niet en hoe wordt
dan geborgd dat deze trajecten blijven bestaan?
186
Is het waar dat, zoals uit cijfers van Eurostat blijkt, het aantal Nederlanders dat
te maken krijgt met armoede of sociale uitsluiting tussen 2008 en 2017 gestegen is
van 14,9% naar 17%? Kan aangegeven worden waardoor armoede en sociale uitsluiting
zijn toegenomen ondanks de toename van welvaart?
187
Wat wordt uw inzet in 2019 voor bestrijding van laaggeletterdheid onder 1,3 miljoen
Nederlanders? Hoeveel van de laaggeletterden zijn naar schatting vijftig jaar of ouder?
188
Op welke wijze wordt een balans gevonden tussen de belangen van de schuldenaar en
die van de schuldeiser en kunt u hierbij de term rechtvaardigheidsgevoel nader definiëren?
189
Kunt u een overzicht geven van de extra maatregelen die het kabinet gaat nemen om
excessen in de kredietverlening tegen te gaan?
190
Welke doelen heeft u gesteld als het gaat om het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid
en kunt u aangeven hoeveel mensen onder deze definitie vallen en wat de verwachting
is hoe zich dit in de komende jaren gaat ontwikkelen?
191
Kunt u een nadere toelichting geven op wat er wordt bedoeld met «de versterking van
de lokale regiefunctie van het (kindgericht) armoedebeleid» en bent u van plan om
hierbij te gaan sturen op resultaat? Zo ja, op welke wijze maakt u hierover afspraken
met de gemeenten?
192
Waar meet u de professionalisering van de schuldhulpverlening aan af en kunt u hierbij
aangeven hoe u goede gemeentelijke schuldhulpverlening definieert?
193
Welke consequenties verbindt u aan de uitvoering van de gemeentelijke schuldhulp die
niet voldoet aan de professionele standaard?
194
Welke beleidsmatige conclusies verbindt u aan de constatering «de complexiteit van
de samenleving – en specifiek de uitkeringen- en toeslagensystematiek waarin burgers
hun weg moeten vinden – speelt vaak een rol bij het ontstaan van schulden» en wat
gaat dit betekenen voor de huidige toeslagensystematiek?
195
Wat is de stand van zaken van de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije
voet?
196
Wilt u inzichtelijk maken op welke wijze het kabinet kritisch kijkt naar de rol die
de rijksoverheid zelf speelt als schuldeiser?
197
Wat houdt «het kabinet heeft oog voor de complexiteit en impact van regelgeving» in?
198
Hoe gaat het budget voor meer dienstverlening ingezet worden?
199
Zijn er al eerste uitkomsten van het verkennen van de mogelijkheden om de handhavende
rol van de Inspectie SZW bij het bestrijden van arbeidsmarktdiscriminatie bij werving
en selectie te versterken?
200
Is bekend waarom het aantal door UWV geconstateerde overtredingen met financiële benadeling
zo gedaald is tussen 2015 en 2016?
201
Kan onderbouwd worden dat de als gevolg van de recente WW-fraude aangescherpte handhavingsambitie
bekostigd kan worden binnen het bestaande handhavingsbudget? Is het waarschijnlijk
dat de aangescherpte handhavingsambitie haalbaar is binnen het beschikbare budget?
202
Kunt u bevestigen dat de aangescherpte handhavingsambitie ten aanzien van de WW-fraude
niet ten koste van andere handhavingstaken van de Inspectie SZW zal gaan? Is dit uw
inzet?
203
Kunt u vermelden wat de exacte streefwaarden zijn voor het jaar 2019 voor wat betreft
opsporing en handhaving?
204
Welke verschillende instrumenten heeft de Inspectie SZW tot haar beschikking om te
bevorderen dat wet- en regelgeving wordt nageleefd en gehandhaafd?
205
Welke voorwaarden stelt u aan de steun voor een Europese Arbeidsautoriteit (ELA)?
Dient dit bijvoorbeeld voor Nederland kostenneutraal en zonder overdracht van bevoegdheden
plaats te vinden?
206
Hoe groot deel van de WW en bijstand is nu buiten het kader geplaatst als conjunctureel
deel?
207
Hoe hoog is de toename in bijstandsuitgaven ten gevolge van de asielinstroom?
208
Hoeveel niet-westerse allochtonen ontvangen een bijstandsuitkering uitgesplitst naar
percentages en absolute aantallen?
209
Wat is de totale groei aan bijstandsuitkeringen onder niet-westerse allochtonen in
de periode 1998-2008-2018 uitgesplitst naar percentages en absolute aantallen?
210
Hoeveel mensen met een ander herkomstland dan Nederland ontvangen een bijstandsuitkering
en om welke herkomstlanden gaat het?
211
Hoe groot is het effect van doorlopende WIA-uitkeringen door de verhoging van de AOW-leeftijd?
212
Wat is het totaal aan benadelingsbedrag fraude in de sociale zekerheid?
213
Kan het benadelingsbedrag worden uitgesplitst naar de verschillende regelingen in
de sociale zekerheid?
214
Wat staat er totaal aan benadelingsbedrag fraude sociale zekerheid open?
215
Hoeveel is er van het benadelingsbedrag fraude sociale zekerheid geïnd in het afgelopen
jaar?
216
Wat staat er aan boetebedragen fraude sociale zekerheid open?
217
Wat is het totaal aan benadelingsbedrag fraude in de Participatiewet?
218
Wat staat er aan boetebedragen fraude Participatiewet open?
219
Onder invloed van welke nieuwe instrumenten is besloten de tijdelijke SZW-borgstellingsregeling
startende ondernemers vanuit een uitkering te sluiten?
220
Hoeveel nieuwkomers hebben hun lening terug moeten betalen omdat ze hun inburgeringsexamen
niet hebben gehaald?
221
Over hoeveel personen is het totaal bedrag aan uitstaande leningen verdeeld?
222
Hoeveel van de uitstaande leningen zijn verstrekt aan asielgerechtigde nieuwkomers
en hoeveel aan overige nieuwkomers?
223
Kunt u een inschatting geven welk deel van de uitstaande leningen uiteindelijk kwijtgescholden
zal worden?
224
Is het waar dat de hoogte van het Wml uitsluitend op basis van ramingen van de contractloonontwikkeling
wordt aangepast? Wat betekent dit als de gerealiseerde contractloonontwikkeling de
ramingen overtreft?
225
Wat is het percentage van mensen dat via publieke bemiddeling aan werk komt vanuit
de sociale zekerheid?
226
Wat is het percentage van mensen dat via private bemiddeling aan werk komt vanuit
de sociale zekerheid?
227
Hoeveel EU-arbeidsmigranten zijn er aan het werk binnen Nederland, uitgesplitst naar
lidstaat?
228
Wat is het gebruik van sociale voorzieningen door EU-arbeidsmigranten uitgesplitst
naar lidstaat en regeling voor de afgelopen tien jaar?
229
Wat is het totaal aan export van uitkeringen en toeslagen binnen de EU uitgesplitst
naar regeling, bedrag en lidstaat?
230
Op welke manier werkt het feit dat cao’s die te laat worden afgesloten tot de incidentele
loonontwikkeling worden gerekend, door in de indexatie van het minimumloon? Is het
toerekenen naar incidentele loonontwikkeling tijdelijk tot de nieuwe raming van het
Centraal Planbureau (CPB) of blijft het ook in de opvolgende ramingen gerekend worden
tot de incidentele loonontwikkeling?
231
Wat zijn de kosten voor een werkgever voor iemand met minimumloon per uur in 2019?
232
Wat zijn de gemiddelde uitgaven aan scholing en duurzame inzetbaarheid voor medewerkers
met een vast contract in vergelijking met medewerkers met een flexibele contractvorm?
Hoe hebben die getallen zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
233
Hoeveel mensen zijn werkzaam via een payroll constructie en hoe heeft dat aantal zich
sinds 2000 ontwikkeld?
234
Hoeveel mensen die werkzaam zijn via een payroll constructie bouwen een aanvullend
pensioen op? Hoeveel van hen bouwen een pensioen op wat vergelijkbaar is met hetgeen
dat in de betreffende sector gebruikelijk is?
235
Hoeveel bureaus zijn er die zich bezighouden met payrollen en hoe heeft dat aantal
zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Idem voor het aantal faillissementen van dergelijke
bureaus?
236
Geldt de uitbreiding van het Loonkostenvoordeel (LKV) voor Banenafspraak en scholingsbelemmerden
per 2020 ook voor nu lopende LKV’s?
237
Waar worden de niet-juridisch verplichte subsidies voor ingezet?
238
Waar worden de niet-juridisch verplichte opdrachten voor ingezet?
239
Hoeveel bedrijven maken gebruik van de regelingen Lage-inkomensvoordeel (LIV), Loonkostenvoordelen
(LKV’s) en Minimumjeugdloonvoordeel (Jeugd-LIV)? Kan worden aangegeven wat voor soort
bedrijven gebruikmaken van de regelingen en hoeveel middelen van de regelingen al
daadwerkelijk is gealloceerd aan individuele bedrijven?
240
Welke bedrijven maken gebruik van de regelingen LIV, LKV’s en Jeugd-LIV, uitgesplitst
naar sector?
241
Welke bedrijven maken gebruik van de regelingen LIV, LKV’s en Jeugd-LIV, uitgesplitst
naar bedrijfsgrootte?
242
Welke bedrijven maken gebruik van de regelingen LIV, LKV’s en Jeugd-LIV, uitgesplitst
naar leeftijd van de werknemers?
243
Welk deel van het LIV is op dit moment uitgekeerd? Hoeveel bezwaren zijn er binnengekomen?
244
Hoe vaak hebben werkgevers in 2017 gebruik gemaakt van het LIV? Kan dit worden opgesplitst
naar sector?
245
Kan worden uitgesplitst bij welke contractvormen het LIV is ingezet?
246
Hoe vaak wordt het LIV ingezet in combinatie met de Vergoedingsregeling voor Extraterritoriale
kosten (ET-regeling)?
247
Hoeveel mensen die te maken hebben met een medische urenbeperking maken op dit moment
aanspraak op het LIV?
248
Hoe groot is de groep mensen met een medische urenbeperking die niet meer dan 1.248
uren kunnen werken? Wat is het gemiddelde uurloon van deze groep mensen?
249
Wat is het gemiddeld aantal gewerkte uren van werknemers die in aanmerking komen voor
het LIV?
250
Gezien het feit dat het urencriterium per kalenderjaar wordt gehanteerd waardoor alleen
voor werknemers die de eerste maanden van het jaar worden aangenomen aanspraak gemaakt
kan worden op het LIV, kunt u een overzicht geven van het aantal LIV-aanvragen per
maand sinds 1 januari 2017?
251
Hoeveel mensen hebben sinds 1 januari 2018 recht op LKV Banenafspraak en scholingsbelemmerden?
Voor hoeveel mensen loopt het LKV Banenafspraak en scholingsbelemmerden af voor 2020,
omdat van de nu nog maximale looptijd van drie jaar de tijd van de ontvangen mobiliteitsbonus
wordt afgetrokken?
252
Constaterende dat het budget voor het LKV in 2021 oploopt van € 292 miljoen naar € 302
miljoen, is dit het gevolg van het feit dat ook voor de groep die voor 2020 LKV Banenafspraak
en scholingsbelemmerden ontvangt de looptijd wordt verlengd?
253
Waarom is het LKV Banenafspraak en scholingsbelemmerden lager dan de andere LKV's?
254
Kunt u een inschatting geven van te verwachten totale kosten aan sociale zekerheid
bij een arbeidsparticipatie van 75 procent en van 80 procent?
255
Kunt u inzicht geven in wat de geschatte besparing op de totale kosten van sociale
zekerheid is als we erin slagen om het onbenut potentieel met een tien procent of
zelfs een kwart te verlagen?
256
Hoeveel werknemers vielen er in 2015, 2016 en 2017 niet onder een cao? Wat is het
percentage van het totaal?
257
Wat voor soort contract hebben werknemers die onder een cao vallen, uitgesplitst naar
vast en onzeker contract? Hoe heeft dit aantal zich sinds 2013 tot op heden ontwikkeld?
258
Wat voor soort contract hebben werknemers die niet onder een cao vallen, uitgesplitst
naar vast en onzeker contract? Hoe heeft dit aantal zich sinds 2013 tot op heden ontwikkeld?
259
Hoeveel verdienen werknemers die niet onder een cao vallen ten opzichte van werknemers
die dat wel doen? Hoe heeft dit zich sinds 2013 tot op heden ontwikkeld?
260
Hoe staat het met de voortgang van de strafrechtelijke onderzoeken naar fraude in
de zorg die de Inspectie SZW uitvoert in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) en is er al meer duidelijk over hoe de Inspectie SZW en de
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) beter kunnen gaan samenwerken op dit punt?
261
Wat is het totale uitkeringsfraudebedrag in 2019?
262
Wat is het totale uitkeringsfraudebedrag dat nog moet worden teruggevorderd?
263
Hoeveel fraudegevallen met uitkeringen zijn komen te vervallen door verjaring? Welk
bedrag is hierdoor niet teruggevorderd?
264
Waarom is er andermaal geen inzage in de overkoepelende kosten van handhaving van
de verschillende wetten? Wat is er gebeurd sinds dit ook al bij het wetgevingsoverleg
van juni 2015 aan de orde is gesteld? Wat waren de betreffende overkoepelende kosten?
265
Waar wordt precies op gedoeld met de toekomstige ontwikkelingen die van invloed zijn
op de inzet van de Inspectie SZW?
266
Kunt u, ook al is dat door de huidige investeringen niet helemaal duidelijk, inzicht
geven in de ontbrekende onderdelen van de ramingen over het Inspectie Control Framework
(ICF), capaciteitsinzet en effecten voor de jaren 2019 en 2020?
267
Kunt u de streefwaarden van de opsporings- en handhavingsactiviteiten geven? Zo nee,
hoe zijn de ontwikkelingen dan te volgen en hoe kan gecontroleerd worden of de gestelde
doelen worden behaald?
268
Kunt u inzicht geven in de overkoepelende kosten van handhaving van de verschillende
wetten?
269
Kunt u inzicht geven in de ontbrekende onderdelen van de ramingen over het ICF, capaciteitsinzet,
en effecten voor de jaren 2019 en 2020, ook al is dat door de huidige investeringen
niet helemaal duidelijk?
270
Kunt u inzicht geven in de streefwaarden van de opsporings-en handhavingsactiviteiten
zodat beter te volgen is wat die zijn en of de gestelde doelen worden behaald?
271
Wat is het besteedbaar inkomen van een gezin in de bijstand met twee kinderen van
bijvoorbeeld vier en zes jaar, inclusief toeslagen?
272
Hoeveel gemeenten hebben de tegenprestatie in een verordening opgenomen?
273
Hoeveel gemeenten geven uitvoering aan de tegenprestatie?
274
Hoeveel gemeenten hebben de taaleis in een verordening opgenomen?
275
Hoeveel gemeenten geven uitvoering aan de taaleis?
276
Hoe loopt de financiering voor sociale werkplaatsen precies? Via welke uitkering gaat
dit naar gemeenten? Wat gebeurt er als de plekken harder of juist minder hard afnemen
dan voorzien? Wat zijn de gemiddelde kosten voor gemeenten voor een plek bij een sociale
werkplaats?
277
Is er uitstroom naar werk vanuit de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
werkloze Werknemers (IOAW), de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
gewezen Zelfstandigen (IOAZ) of de Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW)?
278
Betekent het feit dat in de septembercirculaire staat dat de kosten van de no-riskpolis
voor beschut werk vanaf 2021 worden gefinancierd uit het begeleidingsbudget beschut
werk en dat dit bedrag daarmee met € 1.300 wordt verlaagd en het feit dat ook de beschut
werkbonus vanaf 2021 komt te vervallen, dat, vergeleken met de huidige situatie, vanaf
2021 het beschikbare bedrag per beschut werkplek € 4.300 lager uitvalt?
279
Hoeveel banen gerealiseerd door de sector markt zijn ingekocht door de sector overheid?
280
Hoeveel banen zijn er in totaal in 2018 bij de sector overheid bijgekomen?
281
Hoeveel banen zijn er in totaal in 2018 bij de sector markt bijgekomen?
282
Wanneer wordt de besteding van de zogenaamde Klijnsma-gelden geëvalueerd? Komt de
opzet van het evaluatieonderzoek ook naar de Kamer?
283
Wat is het schuldenbeleid van de Belastingdienst? Wordt er altijd rekening gehouden
met de beslagvrije voet bij loonbeslag dan wel bankbeslag? Wordt er direct tot loon-
en/of bankbeslag overgegaan, of wordt eerst gekeken of een betalingsregeling van toepassing
is en of er mogelijk sprake is van een beslagvrije voet?
284
Wat is het schuldenbeleid van het Centraal Justitieel Incassobureau CJIB? Wordt er
altijd rekening gehouden met beslagvrije voet bij loonbeslag dan wel bankbeslag? Wordt
er direct tot loon- en/of bankbeslag overgegaan, of wordt eerst gekeken of een betalingsregeling
van toepassing is en of er mogelijk sprake is van een beslagvrije voet?
285
Wat is de stand van zaken betreffende nieuwe regels voor het respecteren van de beslagvrije
voet bij bankbeslag en inboedelbeslag?
286
Kunt u aangeven hoe wordt gegarandeerd dat de nieuwe bestuurlijke afspraken met de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met betrekking tot de € 71 miljoen die
via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten wordt toegekend voor het voorkomen
van schulden en de bestrijding van armoede, in het bijzonder onder kinderen, worden
nageleefd en hoe hier toezicht op wordt gehouden?
287
Op welke wijze gaat u rekening houden met de uitkomsten van de evaluatie van de bestuurlijke
afspraken met de VNG «Kansrijk opgroeien voor alle kinderen in Nederland» bij de toekenning
van ruim € 71 miljoen die via een decentralisatie-uitkering aan gemeenten wordt toegekend?
288
Hoe is vanuit specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld maatschappelijk middenveld en jongeren,
input te leveren op de bestuurlijke afspraken die gemaakt gaan worden met de VNG over
de middelen die via een decentralisatie-uitkering worden toegekend aan gemeenten voor
het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede, in het bijzonder onder kinderen?
289
Kunt u de € 9 miljoen die wordt ingezet ter versterking van de landelijke ondersteuning
van gemeenten nader specificeren en bestaat hiervoor een subsidiekader?
290
In hoeverre maakt u middelen vrij voor de bestrijding van armoede voor mensen in de
leeftijdscategorie 55 tot en met 65 jaar?
291
Kan een overzicht worden gegeven van het aantal mensen met schulden verdeeld naar
leeftijdscategorie?
292
Hoeveel werkende armen waren er in 2017 in Nederland?
293
Wanneer is de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet naar verwachting volledig geïmplementeerd?
294
Kunt u een overzicht geven van de belemmeringen om tot een goede gegevensuitwisseling
te komen die vroegsignalering in de weg staan en kunt u hierbij een onderscheid maken
tussen belemmeringen bij publieke en private partijen?
295
Waarom is niet eerder voorzien dat het lastig zou zijn om verschillende ICT-systemen
op elkaar aan te laten sluiten, wat betekent dit tijdsverlies voor de uitvoeringspraktijk
en op welke wijze wordt geborgd dat de belastingvrije voet wordt gerespecteerd?
296
Is dit een volledig overzicht van de te verwachten wetgeving in 2019 op het gebied
van de brede schuldenaanpak? Zo nee, kunt u dan een compleet overzicht en de te verwachten
planning van de individuele wetwijzigingen/wetvoorstellen geven?
297
Wanneer komt u met voorstellen over de invulling van een incassoregister?
298
Kan worden aangegeven wat de niet-juridisch verplichte bedragen zijn op achtereenvolgens
de subsidieregelingen op bijvoorbeeld de sectorplannen, armoede en schulden en Doorstart
naar nieuw werk wat in totaal 12% maakt aan niet-juridisch verplicht?
299
Wat is de laatste stand van de voortgang van de sectorplannen zowel in toekenningen
als in budget? Welke kasschuiven zijn er met het budget van de sectorplannen ingeboekt
vanaf de start van de sectorplannen tot en met deze begroting?
300
Hoeveel gemeenten hebben een beroep gedaan op de vangnetregeling 2017?
301
Waar is het bedrag van € 108 miljoen voor de vangnetregeling 2017 op gebaseerd?
302
Hoeveel meer mensen hebben, nadat hun WW-uitkering na twee jaar is geëindigd zonder
recht te hebben op een ander financieel vangnet, financiële problemen gekregen, dan
toen de duur van de WW-uitkering nog drie jaar was?
303
Hoeveel mensen worden gekort wegens de kostendelersnorm?
304
Hoeveel mensen die onder de kostendelersnorm vallen zijn mantelzorger?
305
Hoeveel wordt er bezuinigd met de huidige kostendelersnorm ten opzichte van de situatie
zonder kostendelersnorm?
306
Wat zijn de mogelijkheden voor gemeenten om bijstandsgerechtigden tegemoet te komen?
307
Wat zijn de mogelijkheden voor gemeenten om bijstandsgerechtigden die vallen onder
de kostendelersnorm en die mantelzorger zijn, tegemoet te komen? Hoe vaak wordt hiervan
gebruikgemaakt?
308
Hoeveel mensen die in de bijstand zitten zijn chronisch ziek, arbeidsongeschikt of
hebben een arbeidshandicap? Indien het antwoord niet bekend is, bent u bereid hier
onderzoek naar te doen?
309
Hoeveel mensen die voorheen in de Wajong in zouden stromen, stromen nu in de bijstand
in?
310
Hoeveel 35-minners zitten in de bijstand?
311
Gemeenten hebben mogelijkheden om schrijnende gevallen onder de Participatiewet tegemoet
te komen, uit welk budget komt dat en wie betaalt dat uiteindelijk (Rijk of gemeente)?
312
Hoeveel mensen onder 21 jaar zijn afhankelijk van een bijstandsuitkering? Hoeveel
daarvan hebben een kind?
313
Welke informatie is er bekend over hoe vaak iemand met een beperking die een werkplekaanpassing
of begeleiding bij of naar werk behoeft, door de gemeente niet geholpen wordt?
314
Kunt u een overzicht verschaffen van de totale uitgaven aan armoede- en schuldenbeleid
in 2019 en dit uitsplitsen per kanaal en/of beleidsartikel?
315
Worden middelen voor re-integratie en voorzieningen betaald uit het macrobudget Participatiewetuitkeringen?
316
Kunt u de ontwikkeling van de baankansen in de afgelopen acht jaren schetsen voor
mensen die arbeidsgehandicapt zijn geworden maar nog wel arbeidsvermogen hebben (WIA,
WAO, 35-min-categorie)?
317
Welke mensen maken gebruik van Toeslagenwet (TW) en hoeveel van elke groep (WIA, WAO,
et cetera)?
318
Op welke manier leidt het lagere gebruik van de TW dan geraamd door in de raming voor
komend jaar?
319
Hoe groot is de groep die door de korting op de Wajong aanspraak moet maken op de
TW?
320
Kan een overzicht worden gegeven van het gebruik van de Besluit bijstandsverlening
zelfstandigen (Bbz)-uitkering verdeeld naar leeftijdscategorieën?
321
Wat is de ontwikkeling van de langdurige werkloosheid? Hoe zien de stromen vanuit
langdurige werkloosheid er uit? Welk deel gaat met pensioen en welk deel trekt zich
om andere redenen terug van de arbeidsmarkt?
322
Wanneer zal de evaluatie van de bestuurlijke afspraken met VNG «Kansrijk opgroeien
voor alle kinderen in Nederland» worden gepubliceerd?
323
Wanneer uit de evaluatie van de bestuurlijke afspraken met VNG «Kansrijk opgroeien
voor alle kinderen in Nederland» blijkt dat de middelen niet (altijd) ten goede komen
aan kinderen in armoede, gaat u dit dan repareren? Zo ja, op welke wijze?
324
Kunt u aangeven via welke subsidieregelingen de € 22,2 miljoen aan subsidies voor
het armoede- en schuldenbeleid, (waarvan € 15 miljoen beschikbaar is specifiek gericht
op kinderen) wordt verstrekt?
325
Hoe loopt de financiering voor beschut werk precies? Via welke uitkering gaat dit
naar gemeenten? Wat gebeurt er als de plekken niet worden gerealiseerd? Wat zijn de
gemiddelde kosten voor gemeenten van bestaande beschut werkplekken? Wat is het bedrag
aan financiering per beschutte werkplek?
326
Klopt het dat vanaf 2021 de kosten voor een no-riskpolis voor beschut werk worden
gefinancierd uit het begeleidingsbudget beschut werk? Is daar financiële ruimte voor,
bovenop het bestaande begeleidingsbudget? Wat is het beschikbare begeleidingsbudget
per beschutte werkplek in 2019, 2020 en vanaf 2021?
327
Welk deel van de voorzieningen Participatiewet in 2017 is ingezet voor jongeren onder
de 27 jaar?
328
Hoeveel mensen hebben een WIA-uitkering lager dan € 1.346 voor een stel of € 942 voor
een alleenstaande?
329
Hoeveel mensen hebben een WIA-uitkering onder het bedrag van het minimumloon?
330
Hoeveel mensen hebben een WIA-uitkering tussen de € 4.000 en € 4.598,38? Hoeveel mensen
hebben een WIA-uitkering tussen de € 3.500 en € 3.750? Hoeveel mensen hebben een WIA-uitkering
tussen de € 3.750 en € 4.000?
331
Hoeveel mensen krijgen een vervolguitkering?
332
Hoeveel procent van de mensen die 80–100% arbeidsongeschikt zijn, is aan het werk?
333
Hoe groot is naar inschatting de groep die nu niet in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering,
maar die daar onder de Wajong2010 nog wel voor in aanmerking zou zijn gekomen? Welk
deel van deze groep doet beroep op een andere uitkering?
334
Kunt u de totale cijfers van werkgelegenheid voor mensen met een arbeidsbeperking
in de afgelopen acht jaar presenteren waarbij duidelijk wordt hoe u de werkgelegenheid
van de banenafspraak bij de werkgelegenheid in de sociale werkvoorziening bij elkaar
optelt?
335
Hoe gaat u ervoor zorgen dat ouderen, onder andere vanuit de WW en bijstand, in gelijke
mate als werkenden en zonder beperkingen op grond van hun leeftijd of startkwalificatie,
meegenomen worden bij scholing een Leven Lang Ontwikkelen?
336
Hoeveel mensen zijn er (extra) in de IOW of IOAW terechtgekomen als gevolg van de
verkorting van de duur van WW-uitkering?
337
Waarom verwacht het CPB dat de werkloosheid meerjarig weer zal gaan toenemen?
338
Wanneer kan de Kamer de evaluatie van het Actieplan Perspectief voor vijftigplussers
tegemoetzien?
339
Is de sterke daling van het aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling
tussen 2015 en 2016 het gevolg van een verminderde inzet op handhaving?
340
Hoeveel procent van de ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen moeten dit terugbetalen?
Welk bedrag is dit gemiddeld? Kunt u een uitsplitsing maken per verzamelinkomen?
341
Hoeveel procent van ouders die kinderopvangtoeslag ontvangen waarvan hun kinderen
naar de voorschool gaan, moeten naar schatting toeslag terugbetalen? Welke bedrag
is dit gemiddeld?
342
Kunt u uitsplitsen hoeveel kinderen die naar de kinderopvang gaan voorschoolse educatie
volgen? Kunt u hiervan een overzicht geven in de tijd? Zijn er gegevens bekend op
gemeentelijk niveau?
343
Is bekend hoeveel kinderopvangorganisaties samenwerken met onderwijs?
344
Kan nader worden ingegaan op het niet-juridisch verplichte deel van de 76% aan subsidies
op artikel 7 wat te maken heeft met toezicht?
345
Kan nader worden ingegaan op het niet-juridisch verplichte deel van de 26% aan opdrachten
op artikel 7 wat te maken heeft met communicatie kwaliteit kinderopvang?
346
Kunt u een overzicht geven van hoeveel middelen vanuit het Rijk de afgelopen 25 jaar
aan kinderopvang zijn uitgegeven?
347
Welke maatregelen neemt u om de 5% van de werknemers die nu geen pensioen opbouwen
ook aanvullend pensioen op te laten bouwen?
348
Welk aandeel van de zelfstandigen (in procenten) bouwt op dit moment pensioen op?
349
Hoeveel werkenden bouwen pensioen op bij een pensioenfonds en hoeveel werkenden bouwen
pensioen op bij een pensioenverzekeraar?
350
Hoe hoog is het gemiddelde bruto aanvullende pensioen in Nederland?
351
Kan grondig toegelicht worden waarom Suriname en Nederland tijdens de koloniale periode
wettelijk geregeld hebben dat alleen ingezetenen van het Europese deel van het Koninkrijk
AOW opbouwen? Waarom heeft Suriname destijds zelf verkozen verantwoordelijk te zijn
voor het eigen sociaal zekerheidsstelsel?
352
Wanneer kan het SER-advies over het pensioenstelsel tegemoetgezien worden?
353
Wanneer verwacht u het pensioenakkoord te kunnen ontvangen van de SER en de sociale
partners?
354
Welke mogelijkheden ziet u om de SER en de sociale partners sneller tot een pensioenakkoord
te laten komen?
355
Wat gaat u doen als de SER en de sociale partners niet dit jaar nog met een pensioenakkoord
komen?
356
Wat gaat u doen als de SER en de sociale partners niet uiterlijk volgend jaar met
een pensioenakkoord komen?
357
Is er sprake van onderbenutting bij de Overbruggingsregeling AOW (OBR) door mensen
met een AOW-gat? Zo ja, hoe groot is de onderbezetting? Wat doet u eraan om onderbenutting
tegen te gaan?
358
Hoeveel extra personen zullen ervan gebruik kunnen gaan maken wanneer de inkomenseis
bij de OBR komt te vervallen?
359
Hoeveel extra personen zullen ervan gebruik kunnen maken wanneer de inkomenseis bij
de OBR op een modaal inkomen komt te liggen?
360
Wat kost het om de OBR uit te breiden wanneer de inkomenseis komt te vervallen?
361
Wat kost het om de OBR uit te breiden wanneer de inkomenseis op een modaal inkomen
komt te liggen?
362
Wat zijn de kosten voor de AOW voor 2019, 2020, 2021 en structureel wanneer de AOW-leeftijd
stijgt zonder de versnelde verhoging?
363
Wat zijn de kosten voor de AOW voor 2019, 2020, 2021 en structureel wanneer de AOW-leeftijd
op 66 jaar wordt bevroren?
364
Wat zijn de structurele kosten voor de AOW wanneer de AOW-leeftijd in 2023 wordt bevroren
op 67 jaar?
365
Wat zijn de structurele kosten voor de AOW wanneer de koppeling met de levensverwachting
wordt aangepast waarbij één jaar langer leven resulteert in zeven maanden langer doorwerken?
366
Wat zijn de structurele kosten voor de AOW wanneer de koppeling met de levensverwachting
wordt aangepast waarbij één jaar langer leven resulteert in zes maanden langer doorwerken?
367
Wat zijn de structurele kosten voor de AOW wanneer de koppeling met de levensverwachting
wordt aangepast waarbij één jaar langer leven resulteert in drie maanden langer doorwerken?
368
Wat zijn de structurele kosten voor de AOW wanneer de AOW-leeftijd in 2021 wordt bevroren
op 67 jaar?
369
Hoe is de verhouding tussen de werkelijke kosten van levensonderhoud en de toegekende
kinderbijslag op Caribisch Nederland, in vergelijking met deze verhouding in continentaal
Nederland?
370
Kunt u nader inzicht geven in de verdeling van de beschikbare uitvoeringsmiddelen
voor UWV naar kerntaak en naar gestelde beleidsprioriteiten?
371
Kan voor wat betreft de vanaf 2019 structureel beschikbaar komende middelen (€ 70
miljoen) voor aanvullende persoonlijke dienstverlening door UWV, voor de WW aangegeven
worden welke concrete resultaten in 2019 bereikt moeten worden? Met andere woorden,
wat is het concrete beleidsdoel voor de WW? Kan spoedig inzicht worden gegeven in
het evaluatie- en monitoringskader?
372
Hoe is gekomen tot een bedrag van € 70 miljoen voor persoonlijke dienstverlening?
Waar is dit bedrag op gebaseerd?
373
Wat is de ontwikkeling van de capaciteit voor persoonlijke dienstverlening? Is het
te verwachten dat komend jaar het volledige budget voor persoonlijke dienstverlening
kan worden gebruikt doordat er voldoende capaciteit is?
374
Op welke wijze hebben de tekorten in de sector Zorg en Welzijn invloed op de capaciteitstekorten
van artsen bij UWV, hoe gaat u hiermee om en wordt er verbinding gezocht in het kader
van het actieprogramma Werken in de Zorg om tot oplossingen te komen?
375
Waarom wordt er, gezien de ontwikkelingen in 2017–2018, voor het jaar 2019 geen rekening
gehouden met een eventuele nabetaling aan het Ouderdomsfonds?
376
Valt de uitvoering van inburgering en voorinburgering voor wat betreft kwaliteit en
continuïteit onder de verantwoordelijkheid van de ministers van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (OCW) en van Justitie en Veiligheid (J&V) gezien hun eigenaarschap van
DUO en respectievelijk Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)?
377
Welke verantwoordelijkheid draagt u ten opzichte van de kwaliteit en continuïteit
van de uitvoering van inburgering en voorinburgering bij DUO en het COA?
378
Gezien het feit dat diverse ministeries betrokken zijn bij beleidsartikel 13, wie
van de betrokken ministers (SZW, OCW, J&V) is ketenverantwoordelijk op het dossier
Integratie?
379
Welke kosten zijn gemoeid met het verhogen van de taaleis in het inburgeringstraject
van A2 naar B1 en kunt u bevestigen dat dit binnen het daarvoor begrote bedrag van
het regeerakkoord blijft?
380
Hoe worden de middelen voor de verhoogde taaleis verdeeld over COA en gemeenten?
381
Hoeveel versterkingsgelden in het kader van de aanpak radicalisering gaan er in 2019
naar gemeenten en regio’s?
382
Welke gemeenten en regio’s ontvangen versterkingsgelden in het kader van de aanpak
radicalisering in 2019?
383
Hoeveel en welke gemeenten hebben een aanpak voor de preventie van radicalisering
ontwikkeld?
384
Hoeveel en welke gemeenten hebben nog geen aanpak voor de preventie van radicalisering
ontwikkeld?
385
Met hoeveel gemeenten zijn in 2018 door het Ministerie van SZW gegevens, zoals persoonsgegevens
over personen betrokken bij maatschappelijke organisaties of de financiering daarvan,
gedeeld om radicalisering en extremisme te kunnen voorkomen?
386
In hoeverre en op welke wijze worden de effecten van het programma weerbare samenleving
gemeten? Wat zijn de beoogde prestaties voor 2019 en welke kosten zijn daarmee gemoeid?
387
Kunt u het verschil in raming voor het jaar 2018 en de jaren 2019–2023 van de subsidie
bedoeld voor Vluchtelingenwerk Nederland verklaren?
388
Waarom daalt de rijksbijdrage aan Vluchtelingenwerk Nederland?
389
Wordt de subsidie die Vluchtelingenwerk Nederland ontvangt voor het begeleiden van
asielmigranten verrekend met het bedrag dat zij ontvangen voor maatschappelijke begeleiding
wanneer gemeenten hen vragen deze taak op zich te nemen? Zo ja, op welke wijze? Zo
nee, waarom niet?
390
Kunt u een nadere toelichting geven over de uit te voeren pilots en de te ontwikkelen
nieuwe werkwijzen? Welke pilots en werkwijzen betreffen dit? Wat is het beoogde doel?
Hoeveel middelen zijn hiermee gemoeid?
391
Krijgen gemeenten het bedrag van € 2.370 per statushouder ongeacht of de statushouder
gebruik maakt van deze maatschappelijke begeleiding?
392
Kunt u in de te maken afspraken met gemeenten controleerbare voorwaarden en verantwoordingsmechanismes
verbinden aan de middelen die zij ontvangen, zoals de € 2.370 voor maatschappelijke
begeleiding?
393
Kunt u een specificatie naar de Kamer sturen van de verdeling van middelen over pilots
en activiteiten in het kader van verdere integratie van migranten op de arbeidsmarkt
(inclusief de extra middelen uit de eerste suppletoire begroting) en daarbij toelichten
wat de aard is van deze activiteiten?
394
Is het toegestaan dat de stimuleringspremie in de Participatiewet in de praktijk niet
terechtkomt bij de werkgever maar bij een bemiddelingsbureau? Zo ja, hoe vaak komt
dit voor?
395
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel gemeenten de stimuleringspremie in de Participatiewet
inzetten om werkgevers te stimuleren een overeenkomst van zes maanden of langer aan
te bieden aan statushouders en op welke wijze zij dit over het algemeen vormgeven?
Wat is de gemiddelde hoogte van de premie en hoe leggen zij dit vast in de re-integratieverordening?
396
Hoe beoordeelt u de effectiviteit van de stimuleringspremie in de Participatiewet
om werkgevers te stimuleren een overeenkomst van zes maanden of langer aan te bieden
aan statushouders voor deze doelgroep?
397
Hoeveel uitkeringen vloeien er per jaar weg naar het buitenland?
398
Wanneer is het wel en niet nodig dat DUO een kennisgeving doet aan arbeidsmigranten
dat ze moeten inburgeren?
399
Bent u bereid om doelen, prestaties, en indicatoren te formuleren voor de verschillende
instrumenten van artikel 13 Integratie en maatschappelijke samenhang, waar die nog
niet zijn geformuleerd, zodat deze elementen en de resultaten duidelijk inzichtelijk
kunnen worden gemaakt?
400
Bij een aantal beleidsinstrumenten ontbreken ramingen die verder reiken dan het jaar
2019, kunt u in de tabellen 3.13.2, 3.13.3, 3.13.4 en 3.13.5 ramingen opnemen voor
het jaar 2019 en verder (2020, 2021, 2022, 2023)?
401
Kan voor de periode 2000 tot en met 2018, of indien dit niet mogelijk is voor een
zo lang mogelijke kortere periode tot heden, de statische koopkrachtontwikkeling weergegeven
worden in één grafiek voor werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden?
402
Kan voor de periode 2000 tot en met 2018, of indien dit niet mogelijk is voor een
zo lang mogelijke kortere periode tot heden, de statische koopkrachtontwikkeling weergegeven
worden in één grafiek, voor werkenden en AOW-gerechtigden met alléén een AOW-uitkering?
403
Wat gaat u doen om koopkrachtvoorspellingen nog verder te verbeteren, en in koopkrachtbeelden
beter aan te sluiten bij wat de burger daadwerkelijk in zijn portemonnee ervaart?
Hoe kunnen de NIBUD-koopkrachtplaatjes op basis van voorbeeldhuishoudens hierbij betrokken
worden?
404
Hoe is de ontwikkeling van het besteedbaar inkomen voor een modaal inkomen in de afgelopen
tien jaar?
405
Hoe is de ontwikkeling van het besteedbaar inkomen voor een twee keer modaal inkomen
in de afgelopen tien jaar?
406
Welke effecten verwacht u van de koopkrachtontwikkeling in relatie tot het aantal
mensen dat te maken heeft met schuldenproblematiek, verwacht u hierbij een afname
en kunt u dit dan nader onderbouwen?
407
Wat is de mediane koopkracht voor 2019 voor huurders en huizenbezitters?
408
Wat zit er wel en niet in de koopkrachtberekeningen? Wat is onderdeel van het inflatiecijfer?
409
Hoeveel zou het kosten als alle heffingskortingen individueel zouden worden uitgekeerd,
en wat voor effect zou dat hebben op de koopkracht?
410
Waarom daalt de gemiddelde pensioenpremie voor werknemers?
411
In hoeverre is er bij de vaststelling van de koopkrachtramingen rekening gehouden
met veelal uitblijvende pensioenindexatie door dekkingsgraden lager dan 130%?
412
Zijn er tussen de koopkrachtcijfers van de doorrekening van het regeerakkoord en de
koopkrachtcijfers gepresenteerd in deze SZW begroting nog technische verschillen?
Wordt in beide versies uitgegaan van differentiatie in gebruik van het eigen risico?
Zo nee, hoe zouden de cijfers van de doorrekening van het regeerakkoord eruit zien
als daar wel rekening mee wordt gehouden?
413
Zou er mogelijk een andere inflatie te verwachten zijn voor de standaardhuishoudens
als wordt gekeken naar de consumptie van huisvesting? Voor welke groepen zou de koopkracht
dan juist meer positief of meer negatief uitpakken?
414
Kunt u meer informatie geven over de achtergrond van de 4% huishoudens die te maken
hebben met koopkrachtdaling in 2019, zoals welke typen gepensioneerden, alleenverdieners
en uitkeringsgerechtigden dat betreft?
415
Kunt u meer informatie geven over de achtergrond van de 7% uitkeringsgerechtigden
die er in koopkracht op achteruit gaan?
416
Kunt u meer informatie geven over de achtergrond van de 3% gepensioneerden die er
in koopkracht op achteruit gaan?
417
Hoe komt het dat de inkomensvooruitgang bij aanvaarden van werk, in plaats van bijstand,
tegen minimumloon voor een alleenverdiener met kinderen voor 2019 achteruit gaat?
418
Wat is de ontwikkeling van de armoedeval voor de verschillende inkomensgroepen over
de afgelopen tien jaar?
419
Is in de marginale druk zoals gepresenteerd in de SZW-begroting ook rekening gehouden
met de afbouw van toeslagen?
420
Hoeveel mensen in Nederland hebben geen werk?
421
Is bekend waarom het gebruik van de subsidieregeling Ontwikkeladvies 45-plussers achterloopt
bij de verwachting?
422
Wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de afwikkeling van de gewijzigde motie-Dijkgraaf
c.s. (Kamerstuk 33 161, nr. 153) over privacy problemen bij het vroegtijdig signaleren van schulden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
S. Kraaijenoord, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Voor |
PVV | 20 | Voor |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 5 | Tegen |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.