Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 29 september 2025, over de Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 13-14 oktober 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3263 VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 20 oktober 2025
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de vaste commissie
voor Europese Zaken hebben op 29 september 2025 overleg gevoerd met mevrouw De Vries,
Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, over:
– de brief van de Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 19 september
2025 inzake geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van
13-14 oktober 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3249);
– de brief van de Staatssecretaris Buitenlandse Handel d.d. 18 juli 2025 inzake verslag
van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 14 juli 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3214);
– de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 12 mei
2025 inzake onderzoek naar de effecten van het EU-Mercosur-akkoord op de Nederlandse
economie en specifiek op de landbouwsector (Kamerstuk 31 985, nr. 101);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 26 augustus 2025 inzake gezamenlijke
EU-VS-verklaring over handel (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3221);
– de brief van de Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 19 september
2025 inzake mandaatverlening opening onderhandelingen Sustainable Investment Facilitation
Agreement tussen de EU-Ecuador (Kamerstuk 22 112, nr. 4172);
– de brief van de Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 10 september
2025 inzake onderzoeken door SEO Economisch Onderzoek en informatievoorziening over
voorgesteld onderhandelingsmandaat inzake de Westelijke Sahara (Kamerstuk 31 985, nr. 106).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, Thijssen
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van der Plas
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, Meijers
Voorzitter: Thijssen
Griffier: Prenger
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Van Campen, Hirsch, De Korte, Paternotte,
Ram, Teunissen en Thijssen,
en mevrouw De Vries, Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Aanvang 14.00 uur.
De voorzitter:
Hierbij open ik deze vergadering van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingshulp. Ik heet de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken welkom. Aan
de orde is een informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 13 en 14 oktober aanstaande.
Ik heet de leden welkom: de heer Paternotte van D66, de heer Van Campen van de VVD,
mevrouw De Korte van NSC, de heer Ram van PVV, mevrouw Teunissen van Partij voor de
Dieren en mevrouw Hirsch van GroenLinks-PvdA. We hanteren vier minuten inbreng aan
de zijde van de Kamer in de eerste termijn. Ik geef het woord aan de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Mag ik eerst nog één vraag aan u stellen, voorzitter? Ik zie dat er geen collega van
BBB aanwezig is. Ik hoopte een paar vragen aan de BBB-collega te kunnen stellen, vanwege
een belangrijk onderwerp op de agenda vandaag. Ik weet dat BBB van debatten waar bepaalde
dingen niet op de agenda staan zegt dat ze er geen Mercosur-debat van gaan maken,
om maar iets te noemen. Weet u of ze nog komen?
De voorzitter:
Nee, dat weet ik niet. Daar ga ik niet over. Maar we heten ze van harte welkom als
ze nog komen opdagen. Meneer Paternotte, uw inbreng.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, dank. Van harte welkom aan de Staatssecretaris. We zien uit naar de nadere
kennismaking met haar. Ze zal zich hier ongetwijfeld heel vertrouwd voelen, aangezien
ze twee stoelen is opgeschoven.
Voorzitter. Zelfs als er voor de kerst een kabinet op het bordes staat, zal deze Staatssecretaris
nog een aantal hele grote besluiten moeten nemen. Dat begint eigenlijk bij het EU-Mercosur-verdrag.
U weet dat D66 daar groot voorstander van is. We moeten dit echt snel gaan realiseren,
omdat wij alternatieven nodig hebben voor de onvoorspelbare handel met de Verenigde
Staten, maar ook om de groeiende invloed van China in die Mercosur-landen tegen te
kunnen gaan. Dat is niet het enige; we maken onszelf minder afhankelijk van grondstoffen
die nu vooral uit China komen. De defensie-industrie, die enorm moet gaan opschalen,
wordt nu al geraakt, omdat China bepaalde grondstoffen niet meer wil leveren. Dus
mijn oproep aan het kabinet zou zijn om hier snel mee in te stemmen, zeker als dit
in november al in de Europese Raad komt. Nu lees ik in de geannoteerde agenda nog
steeds geen kabinetsstandpunt. Maar de PVV is weg en er zijn nog maar acht zetels
binnen de coalitie tegen. Dan kan het kabinet toch gewoon steun geven aan dit verdrag?
U gaat duidelijkheid daarover toch niet uitstellen tot na de verkiezingen?
De voorzitter:
Nou, meneer Paternotte, dat leidt tot een vraag van mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik vind het echt onbegrijpelijk dat D66 voor het EU-Mercosur-verdrag is. Ik zag dat
D66 niet aanwezig was bij het rondetafelgesprek vorige week, maar er werd door experts
weer uitgebreid bij stilgestaan dat het voor het klimaat heel schadelijk is als we
met dit verdrag instemmen. Maar er waren ook inheemse leiders uit Brazilië. Hun boodschap
was: dit verdrag betekent meer ontbossing, meer verdrijving van gemeenschappen, mensenrechtenschendingen,
meer macht voor de grote agro-industrie. Greenpeace laat in hun rapport van afgelopen
week zien dat dieren illegaal op inheemse gronden worden gehouden en dat deze praktijken
worden versterkt door het EU-Mercosur-verdrag. Dus waarom is D66 al met al dan toch
nog voor, als het zo indruist tegen al die principes waar het voor staat?
De heer Paternotte (D66):
Dat is omdat er zorgen zijn, maar onderzoek zoals onder andere van de London School
of Economics aantoont dat het verdrag niet een negatief effect heeft op het klimaat.
Ook denken we dat we meer invloed kunnen hebben en meer kunnen doen voor mensen in
inheemse gemeenschappen als wij banden hebben met in dit geval bijvoorbeeld Brazilië.
We weten zeker dat als we ons in plaats daarvan terugtrekken, we onszelf economisch
fors benadelen en Brazilië sterkere banden krijgt met China omdat ze niet anders kunnen.
Dat land zal echt geen zier geven om het lot van inheemse gemeenschappen, bedreigde
diersoorten en het Amazonegebied. Daarom vinden wij het ongelofelijk belangrijk dat
wij als Europa aan tafel zitten en wij die banden aan gaan halen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor heel erg veel «wij denken dat» in het antwoord van de heer Paternotte. Die
studie over dat het allemaal niet schadelijk zou zijn voor het klimaat is inmiddels
ver achterhaald. Heel veel verschillende experts hebben gezegd dat dit voor tariefverlaging
zorgt. De productie en import van rundvlees uit Brazilië zorgen voor meer ontbossing
en dus meer uitstoot, maar ook het toenemende gesleep over lange afstand met allerlei
goederen leidt tot meer CO2-uitstoot. Waarop baseert de heer Paternotte dan zijn bewering dat het niet schadelijk
zou zijn voor het klimaat, dat het beter zou zijn voor inheemse gemeenschappen als
dit verdrag door zou gaan, terwijl die gemeenschappen zelf zeggen dat dit heel schadelijk
is? Dus waar baseert de heer Paternotte dan zijn verhaal op?
De heer Paternotte (D66):
Wat schadelijk is, is ontbossing. Wat schadelijk is, is dat inheemse gemeenschappen
worden vernietigd, zoals onder de vorige Braziliaanse regering van Bolsonaro gebeurde.
Dat is schadelijk, handel niet. Daarom had Kaja Kallas ook gelijk toen ze zei: als
wij Mercosur niet doen, dan wordt het met China afgesloten. Dan gaan diezelfde spullen
een andere kant op. Dus welk beleid je voert over bijvoorbeeld vleesproductie of -consumptie
in Nederland – u weet dat wij er een duidelijke mening over hebben dat we een wat
kleinere veestapel mogen hebben – dat is iets anders dan zeggen dat je geen handelsverdrag
wilt sluiten. De Partij voor de Dieren is altijd tegen elk handelsverdrag dat de Europese
Unie gesloten heeft – altijd! Dat komt omdat het idee van uw partij is dat we in Europa
beter altijd alles op ons eentje kunnen doen. Wij denken het tegenovergestelde. Internationale
scheepvaart moet veel duurzamer, maar de handel hebben we nodig om een sterk land
te zijn en om te kunnen investeren in zowel een betere economie als een beter klimaat.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik constateer dat D66 de inheemse leiders uit Brazilië, hun stem en de gemeenschappen
die daar leven, die nu al zien dat de ontbossing toeneemt door handelspraktijken,
volledig negeert. Zij waarschuwen dat de ontbossing alleen maar verder zal toenemen
door het EU-Mercosur-verdrag. Ik constateer dat D66 de stemmen van deze mensen gewoon
negeert. Dat gaat in tegen de mensenrechten waar D66 zo voor staat. Ik begrijp gewoon
niet hoe dit in lijn kan zijn met wat er allemaal in het verkiezingsprogramma van
D66 staat.
De heer Paternotte (D66):
Dat komt omdat het gewoon niet waar is wat mevrouw Teunissen zegt. Ze zegt dat de
ontbossing toeneemt door handelspraktijken, maar sinds het presidentschap van Bolsonaro
is beëindigd en president Lula in Brazilië is aangetreden, is de ontbossing heel fors
afgenomen. Dat was ook een belofte uit de verkiezingscampagne. Wat ons betreft moet
het tot nul worden teruggebracht, maar we zien dat Brazilië nu een regering heeft
die er in ieder geval iets aan doet. Je bereikt er uiteindelijk helemaal niets mee
door dat af te straffen en na 25 jaar onderhandelen als Europa te zeggen: zoek het
maar uit; we willen geen handelsverdrag meer. Ik heb nog nooit een antwoord van de
Partij voor de Dieren gehoord op de vraag wat er gebeurt als we als Europa zeggen:
laat het maar aan China over.
De voorzitter:
De bedoeling is dat er vragen aan u gesteld worden, niet andersom. U krijgt straks
nog de kans om eventueel een vraag aan de Partij voor de Dieren te stellen.
De heer Paternotte (D66):
Die wilde ik eigenlijk aan BBB stellen.
De voorzitter:
Ik wilde nog zeggen dat u allemaal vier interrupties heeft, dus u kunt ze zelf verdelen.
Zijn er nog meer vragen? Nee? Dan vervolgt u uw betoog.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Het is ook goed nieuws dat de onderhandelingen tussen de EU en Indonesië
zijn afgerond. Dat is een heel mooie mijlpaal. Ook Indonesië kan ons heel veel bieden,
en andersom. Ik hoop en neem aan dat het kabinet positief tegenover dit akkoord staat
en zich daar tijdens de Raad ook voor zal uitspreken.
Voorzitter. Mijn fractie heeft grote zorgen over het akkoord dat is gesloten met de
Verenigde Staten. Trump is ongeveer net zo voorspelbaar als een Nederlandse zomer,
dus deals sluiten met zulke hoge tarieven is ontzettend riskant. Want wie zegt dat
deze afspraken ook echt staan? Voor we het weten krijgt Trump een bord slechte pasta
voorgeschoteld tijdens een bezoek aan Italië of een regenbui op zijn hoofd in Duitsland
en dan legt hij de EU als straf maar weer wat extra handelstarieven op. De impact
op onze economie kan ontzettend groot zijn. Welke effecten heeft de Staatssecretaris
al gezien van de handelstarieven? Welke acties worden ondernomen om die gevolgen zo
veel als mogelijk te beperken? Het is goed dat de EU in gesprek blijft met de VS,
maar het is niet genoeg. De VS kunnen niet zonder handel met de EU en wij moeten onszelf
dan ook niet kleiner maken dan we zijn. Is de Staatssecretaris het met D66 eens dat
wij moeten laten zien dat we bereid zijn om tegenmaatregelen te nemen als Trump zich
niet aan zijn kant van de afspraken houdt, bijvoorbeeld door het inzetten van het
antidwanginstrument?
Tot slot, voorzitter. Het kabinet heeft eindelijk de stap gezet naar een verbod op
handel met illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Hoewel dit wel degelijk
veel effect kan hebben als nationale maatregel, is het van belang om tegelijkertijd
steun te blijven zoeken bij andere lidstaten. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat
ze dit gaat opbrengen bij de Raad en dat zij bij zo veel mogelijk van haar collega's
zal pleiten om zich bij het handelsembargo van Nederland, België en andere landen
aan te sluiten? Kan ze daarnaast toelichten hoe het staat met de voorbereiding van
het nationale verbod? Wanneer kunnen wij als Kamer het voorstel verwachten? Het is
echt belangrijk dat dit zo snel mogelijk komt. Tot het er is, moeten we wat ons betreft
alles doen wat kan om de handel zo veel mogelijk te ontmoedigen, want nu ontmoedigen
we bedrijven als zij bij de overheid aankloppen voor hulp, maar zoeken we ook proactief
Nederlandse bedrijven op die al handelen met illegale nederzettingen om ze ervan te
overtuigen dat ze daarmee moeten stoppen? Gaan we dat ook doen? Zo nee, kan de Staatssecretaris
dan toezeggen daar vandaag nog mee te beginnen?
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het de beurt aan de heer Van Campen voor zijn betoog.
De heer Van Campen (VVD):
Dank u, voorzitter. Wederzijdse economische afhankelijkheid, handel, heeft sinds de
Tweede Wereldoorlog niet alleen bijgedragen aan onze welvaart, maar ook aan een beter
begrip tussen landen. Die vanzelfsprekendheid van handelsakkoorden staat tegenwoordig
onder druk. Het handelsbeleid van de Amerikaanse regering veroorzaakt grote onzekerheid
voor de wereldeconomie. In de eerste plaats raakt dit vooral de Amerikaanse economie
zelf. Ramingen wijzen op een krimp van 0,6% en een inflatie van 6,5%. Ik vraag de
Staatssecretaris welke gevolgen zij ziet voor de Nederlandse economie. Dan bedoel
ik niet zozeer de kille cijfers, want die kunnen we op zich lezen en die kennen we
al, maar vooral welke banen hier in Nederland door geraakt worden. Voert de Staatssecretaris
gesprekken met het Nederlandse bedrijfsleven over de nieuwe handelsafspraken met de
VS? Zo ja, hoe worden de nieuwe tarieven daar in de praktijk ervaren? Graag een reactie.
Het kabinet stelt dat een algemene verlaging van de huidige tarieven door de VS op
dit moment niet realistisch is en dat Commissie en kabinet zich zullen richten op
carve-outs, vrijstellingen voor specifieke sectoren. Welke prioritaire Nederlandse
exportbelangen hebben hierbij wat de Staatssecretaris betreft de hoogste prioriteit?
Voorzitter. De VVD begrijpt de noodzaak van goede relaties met de VS, ondanks deze
stevige heffingen. Maar hoe waardeert de Staatssecretaris de opstelling van de Europese
Commissie? Staat het Nederlandse belang daarbij voldoende op het netvlies? En hoe
voorkomen we dat bijvoorbeeld Franse of Duitse belangen prevaleren bij een dreigende
handelsoorlog?
Voorzitter. Het klinkt misschien scherp en we moeten het debat voeren over wat er
aan de andere kant van de oceaan op ons afkomt, maar onze potentieel grootste vijand
is niet Washington: dat zijn wij zelf. Want hoelang spreken we al over het afbreken
van handelsbarrières binnen de Europese Unie en het versterken van de Europese concurrentiekracht,
innovatie en productiviteit? Welke stappen zet het kabinet om bij de uitvoering van
het plan-Draghi tot resultaat te komen? Hoe spoort het kabinet de Europese Commissie
aan om te voorkomen dat dit rapport in een Brusselse bureaula blijft liggen?
Voorzitter. Het IMF schat in dat handelsbelemmeringen tussen Europese landen nog gelijkstaan
aan een gemiddeld tarief van 44% op goederen en 110% op diensten. Ik schrok eerlijk
gezegd van die cijfers. Herkent de Staatssecretaris dit? Erkent zij dat daar nu eindelijk
werk van gemaakt moet worden? Afgelopen weekend gaf bondskanselier Merz aan dat hij
komend weekend met een lijst van eisen komt om overregulering in de EU tegen te gaan.
Heeft de Staatssecretaris daar kennis van genomen? Welke verwachtingen heeft zij daarvan?
Is Nederland bereid om zich daar constructief achter te scharen?
Voorzitter. In de huidige geopolitieke realiteit zijn betrouwbare partnerschappen
belangrijker dan ooit. Opnieuw willen ook wij een lans breken voor het EU-Mercosur-handelsakkoord,
dat onze bedrijven toegang geeft tot een markt van 700 miljoen mensen. Richting de
tegenstanders van dit akkoord zou ik willen zeggen dat het niet-instemmen met een
handelsakkoord ook betekent dat instrumenten die klimaatafspraken ondersteunen, niet
benut zullen worden. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de Kamer de appreciatie
van dat akkoord tegemoet kan zien en wanneer dit voorstel eindelijk kan worden geratificeerd?
De voorzitter:
Dat leidt tot een interruptie van mevrouw Teunissen. Ga uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor de heer Van Campen zeggen dat wij instrumenten om klimaat en dergelijke te
beschermen onbenut laten als we niet instemmen met het EU-Mercosur-verdrag. Dat is
natuurlijk klinkklare onzin. Wij hebben in de expertmeeting van vorige week heel duidelijk
gehoord: er staan geen afdwingbare afspraken in dat akkoord. Dan wil ik heel graag
van de heer Van Campen horen hoe hij dan bewerkstelligt dat klimaatafspraken inderdaad
worden geborgd, terwijl wij hebben gehoord dat die niet afdwingbaar zijn en tegelijkertijd
de CO2-uitstoot toeneemt doordat tarieven worden verlaagd en doordat de handel in bijvoorbeeld
rundvlees wordt bevorderd, waarvan we weten dat het een van de meest vervuilende producten
is waarin je kunt handelen en waardoor de CO2-uitstoot toeneemt. Ik wil graag van de heer Van Campen horen welke instrumenten hij
dan bedoelt.
De heer Van Campen (VVD):
Mijn liberale collega Paternotte ter rechterzijde van mij heeft het eigenlijk al heel
duidelijk aangegeven. Je kunt je neerleggen bij de getuigenispolitiek van de Partij
voor de Dieren en wegdrijven van de wederzijdse afhankelijkheid van deze landen, maar
dan heb je ook geen voet meer tussen de deur en geen relatie meer om met elkaar het
gesprek te voeren. In het akkoord staan voorstellen waarover ook steeds een tussentijdse
bijstelling van afspraken mogelijk is en dialoog. Dat vergeet de Partij voor de Dieren
voor het gemak maar even. Je kunt aan het einde van de dag met een goed gemoed thuiszitten
en accepteren dat je geen handel drijft met dit deel van de wereld, maar dan heb je
ook geen voet meer tussen de deur om afspraken te kunnen maken om bijvoorbeeld op
het gebied van klimaat en mensenrechten zaken voor elkaar te krijgen, zou ik willen
zeggen.
De voorzitter:
Mevrouw Hirsch, met een vraag.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik ga toch even door op de vragen die mijn collega stelde. Laten we even teruggaan
naar dat rondetafelgesprek. Het is leuk om een voet-tussen-de-deurantwoord te geven,
maar in het rondetafelgesprek werd heel duidelijk bevestigd dat er geen bindende afspraken
zijn en dat de klimaatgevolgen van het Mercosur-akkoord gigantisch zijn. Er werd zelfs
gesteld dat dit in strijd is met de klimaatdoelen die de EU zelf heeft gesteld. Ik
zou het toch heel erg op prijs stellen als de heer Van Campen gewoon antwoord zou
geven op de vraag van mevrouw Teunissen waarop hij baseert dat klimaatafspraken geborgd
worden in het Mercosur-verdrag, terwijl experts zeggen dat dat niet zo is.
De heer Van Campen (VVD):
Dan selecteert mevrouw Hirsch hier selectief experts die aan dat rondetafelgesprek
deelnamen, want VNO-NCW was ook aanwezig bij dat rondetafelgesprek. Daarin werd ook
heel duidelijk aangegeven dat Mercosur-exporteurs moeten voldoen aan de Europese eisen
en normen, willen hun producten toegang krijgen tot de Europese markt. Als wij in
hier een debat sprekers citeren en aanhalen naar aanleiding van een zorgvuldig samengesteld
rondetafelgesprek, zou ik er wel voor willen pleiten om dat in volledigheid te doen.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dan vraag ik toch even door. De juridisch expert was inderdaad niet van VNO-NCW, al
was die meneer wel jurist. VNO-NCW zei dat inderdaad ook in Europa zelf duurzaamheidsafspraken
onder druk staan, zodat er geen enkele garantie is dat de klimaatdoelen gehaald worden
met dit verdrag. Afrondend: baseert de heer Van Campen, als ik het goed begrijp, zijn
toch heel stevige uitspraken op expertise van de vertegenwoordiger van de werkgevers
in Nederland?
De heer Van Campen (VVD):
Op zich zou dat geen verrassing moeten zijn voor een liberale partij als de VVD, die
er geen geheim van maakt dat geld dat je wilt uitgeven – waar links bijzonder goed
in is, met name de partij van mevrouw Hirsch – eerst verdiend moet worden. Dat wordt
verdiend door onze ondernemers. Het verlenen van toegang aan die ondernemers tot deze
enorme potentiële markt levert ons welvaart op. Maar het levert niet alleen welvaart
op; we hebben ook gehoord dat het niet gaat om een traditioneel handelsakkoord, maar
om een strategisch instrument. Ik zou de collega's Teunissen en Hirsch retorisch willen
vragen – ik mag geen tegenvraag stellen, maar we horen straks hun bijdrage – wat dan
wel? Hoe zorgen we er dan wel voor dat we onze welvaart hier op peil houden? Hoe zorgen
we er dan wel voor dat we een voet tussen de deur houden bij de Mercosur-landen om
het gesprek te kunnen voeren over het verbeteren van klimaatomstandigheden en de mensenrechtensituatie
in die regio, in dat gebied? Ik hoor van linkse partijen alleen maar dat ze de deur
willen dichtslaan en dan zit je misschien aan het einde van de dag met een goed gemoed
thuis op de bank, maar heb je helemaal niets betekend voor de mensen daar in de regio.
De voorzitter:
Meneer Van Campen, het blijft toch de bedoeling dat u vragen beantwoordt op interrupties
en niet zelf vragen stelt aan de andere leden. Dat kunt u zo dadelijk doen bij hun
bijdrage. Zijn er nog interrupties? Anders kan de heer Van Campen ... De heer Paternotte
met nog een interruptie.
De heer Paternotte (D66):
Het gesprek dat de heer Van Campen net heeft gevoerd met mevrouw Hirsch heeft hij
binnen de coalitie ook met BBB, denk ik, omdat ze daar om een of andere reden ook
tegen dit verdrag zijn. Dat lijken mij best moeilijke gesprekken. Ik had hier eigenlijk
BBB daarover willen bevragen, maar je ziet dat BBB gewoon duikt. Of het nu gaat om
debatten over Gaza of over dit onderwerp: BBB is er gewoon niet. Is hij bereid om
zijn coalitiepartner daarop aan te spreken? Anders moeten we elke keer alle vragen
aan de VVD stellen, en er zijn nog maar twee partijen over in dit kabinet. We willen
ook graag BBB kunnen bevragen over hun keuzes.
De heer Van Campen (VVD):
In algemene zin gaan partijen natuurlijk zelf over de afvaardiging in debatten. Inhoudelijk
gezien ben ik als het gaat om de landbouweffecten wel verlegen met de kritiek op dit
akkoord, omdat we ook zien dat er onderdelen zijn van de agrarische sector die wel
degelijk profiteren van het EU-Mercosur-akkoord. We weten dat er negatieve effecten
zijn voor de export van rundvlees, en dan gaat het voornamelijk om voormalige melkkoeien.
We weten ook dat er een negatief effect is voor de import van pluimvee, van kippen
en van varkens, maar tegelijkertijd zien we een positief effect voor de zuivelindustrie.
Ik vind dat we de agrarische sector tekortdoen als we ’m beperken tot alleen maar
de primaire schakel van de keten. Machinetoeleveranciers zijn wel degelijk ook een
cruciaal onderdeel van de agrarische sector. Ik denk dus juist dat er voor die agrarische
sector veel zoets in het EU-Mercosur-verdrag zit en ik zou daarover graag met eenieder
het debat willen voeren.
De heer Paternotte (D66):
Inhoudelijk zijn we daarmee samen de BBB aan het overtuigen. Ik hoop dat ze meekijken.
Maar de vraag was natuurlijk eigenlijk of we ervoor kunnen zorgen dat we die vraag
nog eens aan hen kunnen stellen. Laat ik het anders formuleren. In november moet het
kabinet dit gaan inbrengen. Dat wordt alleen maar voorbereid in de ministerraad, waar
op dit moment nog slechts 32 Kamerzetels vertegenwoordigd zijn. Wat ons betreft moet
Nederland daar niet het Mercosur-verdrag gaan blokkeren. Daar moeten we mee instemmen.
Maar vindt de heer Van Campen nu met mij dat dat inderdaad moet gebeuren en dat ook
nog voor de verkiezingen duidelijk mag worden dat Nederland dat gaat doen?
De heer Van Campen (VVD):
Ik vind dat het kabinet snel hom of kuit moet geven op de appreciatie van dat handelsakkoord.
De heer Paternotte heeft het over een fractie die hier niet aanwezig is. Tegen hem
zou ik willen zeggen: dat vind ik wat ingewikkeld. Maar ik denk ook – wij staan aan
dezelfde kant van het touw te strijden – dat er nog veel meer zetels in deze Kamer
zijn die moeten worden overtuigd. Ik vind het ook onbegrijpelijk dat een partij als
GroenLinks-Partij van de Arbeid, die toch zou moeten opkomen voor welvaart, voor werknemers,
voor de economie, voor vooruitgang, hiervoor duikt. Ik vind dat werkelijk onbegrijpelijk.
Er ligt een aantal Kameruitspraken die zich zeer negatief uiten over het EU-Mercosur-akkoord.
Ik hoop dat de heer Paternotte en ik samen de strijd kunnen blijven voeren om een
veel grotere meerderheid achter dit akkoord te krijgen, wat volgens mij in het belang
van ons land is, van onze economie, van onze welvaart, van stabiliteit en uiteindelijk
ook van veiligheid.
De voorzitter:
Dank u wel. U vervolgt uw betoog. Nee, sorry, mevrouw Hirsch heeft ook nog een vraag.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Er wordt nu een aantal keer verwezen naar ... Ik vind het een mooie U-bocht die de
heer Van Campen iedere keer maakt in zijn antwoorden, maar ik wil toch nog eventjes
één vraag aan hem stellen. Voor de goede orde: doorrekeningen van ons vorige verkiezingsprogramma
lieten zien dat onze economie meer groeit als we haar aan GroenLinks-PvdA overlaten
dan aan de VVD. Doorrekeningen van het Mercosur-verdrag laten zien dat die economisch
gezien bijna geen impact op Nederland heeft. Dat komt onder andere doordat we natuurlijk
al ontzettend veel handeldrijven met de landen die in het Mercosur-verdrag staan.
Maar goed, dit gezegd hebbende: ik ben blij de heer Van Campen zo'n mooi betoog te
horen houden voor het verdrag vanwege de klimaatafspraken, maar die klimaatafspraken
in het verdrag zelf zijn dus boterzacht. Tegelijkertijd is de EU ook bezig met het
verwateren of zelfs uitstellen van allerlei duurzaamheidsafspraken die er al lagen.
Vind ik de heer Van Campen na zijn betoog voor een goed klimaatbeleid aan mijn zijde
als ik bepleit ervoor te zorgen dat die afspraken in de EU niet worden ondermijnd?
De heer Van Campen (VVD):
In algemene zin vind ik dat de overheid betrouwbaar moet zijn. Dat de vorige Europese
Commissie bindende afspraken op het gebied van klimaat heeft gemaakt met het bedrijfsleven,
heeft er ook toe geleid dat het bedrijfsleven heeft geïnvesteerd, maar dan moet het
wel langjarig zekerheid hebben over waar men aan toe is. Ik ben het dus – laten we
hier weer even de verbinding zoeken – met mevrouw Hirsch eens dat het bedrijfsleven
wel moet weten waar het aan toe is. Tegelijkertijd vind ik dat de Europese Commissie
ook de opdracht en de verplichting heeft om op het gebied van bureaucratie echt het
mes te zetten in de wet- en regelgeving. Die stapeling van wetten en regels en rapportageverplichtingen
voor het bedrijfsleven is een molensteen om hun nek. Dus ja, laten we samen met elkaar
optrekken in hoe we het bedrijfsleven duidelijkheid en perspectief kunnen geven over
wat de Europese Commissie verwacht op het gebied van klimaat. Maar laten we daarbij
ook oog hebben voor de bureaucratie die daarachter weg komt en laten we ons samen
ervoor inspannen dat dat in ieder geval niet nog meer wordt en dat we daar het mes
in zetten.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Van Campen (VVD):
Tot slot, voorzitter. Gaat de Staatssecretaris ook in gesprek over China en de economische
veiligheidsdoctrine? De VVD vindt dat Europa zich moet ontwikkelen tot een derde geopolitieke
macht naast de VS en China, en daarbij neemt internationale handel natuurlijk een
sleutelpositie in. Wat ons betreft hoort daar bij dat we onze afhankelijkheden van
China voor kritieke producten, diensten en grondstoffen afbouwen en dat we exportbeperkingen
strategisch inzetten om landen als China en Iran de toegang tot sensitieve technologieën
te ontzeggen. En helemaal tot slot: vindt de Staatssecretaris met de VVD dat dit onderdeel
zou moeten zijn van de economische veiligheidsdoctrine die de Europese Commissie heeft
aangekondigd?
Tot zover.
De voorzitter:
Dank aan de heer Van Campen. Dan is de beurt aan mevrouw De Korte van NSC. Ga uw gang.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. NSC maakt zich er zorgen over dat de internationale handel
steeds onzekerder wordt. Tarieven veranderen van de ene op de andere dag. Handelsregels
worden geopolitiek ingezet. Bedrijven weten niet waar zij aan toe zijn. Hun inkomsten
en investeringen hangen af van afspraken met Brussel of Washington. Die onzekerheid
raakt bedrijven. Het raakt hun vertrouwen. Het raakt hun bestaanszekerheid. De vraag
die bedrijven zich stellen, is terecht: worden de belangen van Nederlandse bedrijven
voldoende verdedigd? Hoe ziet de Staatssecretaris dit?
De recente verharding tussen de EU en de VS laat zien hoe kwetsbaar die relatie is.
Een heffing van 15% blijft staan. Ik heb gelezen dat de details nog verder worden
uitgewerkt. Over welke details zou het dan kunnen gaan, vraag ik aan de Staatssecretaris.
Wanneer worden die helder? Ik heb namens NSC eerder aan de voormalige Staatssecretaris
gevraagd of zij wist welke bedrijven het meest in hun voortbestaan worden bedreigd.
De Staatssecretaris heeft wel inzicht in sectoren, maar onze vraag is of de importheffingen
van 15% ervoor zorgen dat er concrete bedrijven op korte termijn omvallen. Waar kunnen
bedrijven voor advies of steun terecht als zij echt afhankelijk zijn van de VS?
Voor Nederland staat er veel op het spel. Denk aan staal en landbouw. De Nederlandse
belangen mogen niet ondersneeuwen in Brussel. Daarnaast ligt er de economische veiligheidsdoctrine
van de commissie. Strategische autonomie is nodig, zeker nu de wereld onrustiger wordt
en dat afhankelijkheden en risico's met zich meebrengt. Maar economische veiligheid
mag geen excuus worden voor te veel protectionisme of nieuwe bureaucratie. Burgers
en bedrijven moeten begrijpen waarom een maatregel nodig is en hoe die hen beschermt.
Daarom vraag ik de Staatssecretaris hoe zij er in de Raad voor gaat zorgen dat de
Nederlandse lijn en de Nederlandse belangen vooropstaan, zodat landen niet nog meer
protectionisme opvoeren en zodat er niet nog meer bureaucratie komt. Maar ook vraag
ik hoe de Staatssecretaris ervoor zorgt dat mensenrechten en duurzaamheid niet van
de agenda afvallen. Hoe borgt de Staatssecretaris onze parlementaire controle?
NSC leest in de geannoteerde agenda over een digitale handelsovereenkomst tussen Zuid-Korea,
en Nederland en Europa. Het akkoord respecteert Europese privacy en databeschermingswetgeving,
en behoudt de regelgevende ruimte van de EU om beleidsdoelstellingen op het gebied
van privacy en data te bereiken. Maar NSC is altijd zeer kritisch als het gaat om
dataveiligheid. Wat wordt er bedoeld met de regelgevende ruimte? Wordt optimale cyberveiligheid
van data nu echt gegarandeerd? We lezen te vaak dat data van mensen en organisaties
op straat liggen. Hoe kan de dataveiligheid verzekerd worden in dit akkoord en wellicht
ook in andere akkoorden die Europa sluit over digitalisering?
Ten slotte Mercosur. We hebben het eerder gehoord; dit akkoord is niet perfect, maar
het biedt wel enorme kansen voor Nederland en voor Europa. Juist nu moeten we minder
afhankelijk worden van de grillen van andere handelsblokken. NSC steunt dit Mercosur-akkoord,
maar er moeten wel harde garanties blijven bestaan, garanties voor voldoende duurzaamheidsmaatregelen,
handhaving en een gelijk speelveld voor onze ondernemers. Op welke manier is dit geborgd
in Mercosur, vraag ik de Staatssecretaris. Het betekent ook dat boeren en mkb-bedrijven
die geraakt worden, tijdig duidelijkheid moeten krijgen over ondersteunende maatregelen.
De vraag aan de Minister is hoe zij dit in de Raad gaat agenderen. Want handel gaat
over bestaanszekerheid, bestaanszekerheid voor vele Nederlanders.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan luisteren naar de heer Ram van de PVV.
De heer Ram (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De PVV is buitengewoon kritisch ...
De voorzitter:
Mevrouw De Korte, kunt u even uw microfoon uitzetten? Meneer Ram, gaat uw gang.
De heer Ram (PVV):
De PVV is buitengewoon kritisch over het resultaat van de slechte handelsdeal met
de Verenigde Staten. De inzet van de PVV was nul-voor-nulheffingen voor de industriële
goederen en de afbouw van non-tariefbarrières. En wat is het resultaat? Europese bedrijven
zitten nu vast aan een basisimportheffing van 15%, alleen naar de VS toe. De staal-
en aluminiumheffing van 50% staat ook nog steeds overeind. Dit is desastreus voor
de Nederlandse toeleveranciers en de industrie. De FME waarschuwt al dat meer dan
de helft van de bedrijven omzetverlies gaat leiden en dat investeringen worden uitgesteld.
Tegelijkertijd zien we dat China importheffingen inzet als politiek drukmiddel, onder
andere op Europees varkensvlees, cognac en zuivel. Dit zijn geen technische handelszaken
meer, maar is pure geopolitiek. Het raakt ons mkb en onze boeren rechtstreeks. Daarbij
komt dat Peking massaal subsidieert en onder de kostprijs dumpt, terwijl de EU geen
effectieve tegenmaatregelen neemt. Wat gaat de Staatssecretaris hieraan doen? Hoe
gaat zij het Nederlandse belang verdedigen in de Raad en tegenover China?
Het huidige akkoord van de VS is bovendien juridisch niet bindend. Het voldoet niet
aan de WTO-voorschriften. Het is geen handelsakkoord. Het is maar een papieren intentieverklaring,
niet iets wat we met trots kunnen uitdragen. Wat verwacht de PVV van de Staatssecretaris
tijdens de informele top op 13 en 14 oktober? Wat de VS-EU-handelsdeal betreft: dat
de Nederlandse belangen centraal staan en niet de Brusselse lijn. Onze maakindustrie,
landbouw en consumenten moeten centraal staan. Streven naar een nultarief voor alle
industriële goederen. Met name de 50% op staal en aluminium moet echt van tafel. Compensatie
voor ondernemers die meer moeten gaan betalen. We zijn nu indirect de Amerikaanse
staatsschuld aan het financieren. Daarnaast moeten de non-tariefbarrières worden aangepakt.
We hadden ook een betere deal gehad als we eerst daarop hadden gefocust. DMA, DSA,
CSRD en nog meer van dat soort verschrikkelijke richtlijnen en afkortingen: kijk naar
het versoepelen daarvan en zet dat in om de tarieven te verlagen. Daarnaast de problemen
met China oplossen, zodat onze varkensvleesindustrie wordt beschermd.
Dan de lopende handelsakkoorden. Er is een Mercosur-akkoord gesloten. Er staan ook
akkoorden met Indonesië en India op touw. De PVV is voor meer handel. Dat is de sleutel
voor de ontwikkeling van Nederland en de groei van onze economie. Onze economie is
voor een derde afhankelijk van de export. Desondanks blijven wij tegen Mercosur. De
problemen met Mercosur zijn dat onze boeren hard worden geraakt en dat Mercosur nauwelijks
economische groei oplevert. Over de akkoorden met Indonesië en India willen we graag
van de Staatssecretaris weten wat de effecten zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven
en onze economie. Onze economie moet er wel degelijk op vooruitgaan als dit soort
handelsdeals worden gesloten. Het verzoek aan de Staatssecretaris is om te laten onderzoeken
wat de resultaten voor onze economie zijn en dit aan ons terug te koppelen. Ik vraag
de toezegging dat dit wordt onderzocht en dat we de resultaten krijgen. We wachten
de appreciatie van het kabinet van deze deals af.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat leidt tot een vraag van mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
We hebben het al eerder gehad over Mercosur; mijn voorgangers al. De PVV zegt voor
meer handel te zijn, maar niet met Mercosur. Dat is op zich vreemd. U wilt immers
onafhankelijk worden van China. Wat is nu de reden om Mercosur niet te steunen? We
moeten toch met andere landen meer handel gaan drijven? Hoe ziet u dat nu?
De heer Ram (PVV):
Voor de PVV is het allerbelangrijkste dat het Nederlandse belang vooropstaat. Bij
Mercosur worden vooral onze boeren geraakt, zij het niet alle boeren, want de zuivelsector
gaat er wel op vooruit. Het grootste gedeelte van de boeren heeft er echter wel last
van. In de afgelopen 30 jaar heeft de landbouw in Nederland zelf keer op keer klap
na klap moeten verwerken met fosfaat, stikstof en ga zo maar door; de Kaderrichtlijn
Water, ook weer uit Europa. Met andere woorden, onze boeren hebben klap na klap gehad.
En dan gaan we nu nog een keer onze boeren benadelen? Als de problemen voor de landbouw
hiermee nu waren opgelost ... Maar dat gebeurt niet met deze deal, dit handelsakkoord.
Dat is de reden dat wij volledig tegen dit akkoord blijven.
De voorzitter:
Nog een vraag van mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
U heeft het over de boeren. We snappen dat voor een deel. Daar hebben wij ook mee
geworsteld. Enerzijds pakt het voor vlees wat negatief uit, anderzijds pakt het voor
zuivel positief uit. Het een lijkt het ander dus op te heffen. We moeten toch meer
van Amerika af en meer kijken naar andere landen? Ik denk dat de PVV dat ook vindt.
We moeten China inderdaad buiten de deur houden, ook bij andere landen. Dus ja, wat
jammer dat dit dan niet de doorslag geeft om toch voor Mercosur te kiezen.
De heer Ram (PVV):
Het resultaat moet wel degelijk positief zijn voor Nederland; dat is een van de afwegingen.
Daarnaast ben ik het met NSC eens dat je moet kijken naar andere handelspartners dan
Amerika en China. Natuurlijk moeten we aan diversificatie doen, zoals dat heet. We
zijn ook niet per definitie tegen een handelsakkoord, bijvoorbeeld met India of Indonesië.
Maar we willen wel beoordelen welke impact dat heeft op de Nederlandse economie. Als
het handelsakkoord negatief uitpakt, waarom zouden we er dan voor zijn? Dat is gewoon
denken vanuit Nederlands belang. Ik begrijp dat een aantal partijen dat niet doen
en dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet getraind is in denken vanuit het
Nederlandse belang maar vooral denkt vanuit Europees belang. Nou, wij kiezen wel voor
het Nederlandse belang. Dat is onze afweging hierbij.
Mevrouw De Korte (NSC):
Nog één keer: het Nederlands belang is meer dan alleen de boeren. Het gaat ook om
andere producten, bijvoorbeeld machines waarin we handel drijven. Ik ken ook machinehandelaren.
Het is heel mooi als landen in bijvoorbeeld Zuid-Amerika meer machines hebben zodat
ze zelf kunnen produceren. Dat levert economische onafhankelijkheid op voor die landen,
maar het is ook in het Nederlandse belang dat producten daarnaartoe kunnen. Volgens
ons is het evenwicht wel te vinden in de in- en export. Wat jammer dat de PVV dat
evenwicht niet ziet!
De heer Ram (PVV):
Ik heb niet echt een vraag gehoord, maar ik wil er wel op reageren. De economische
effecten zijn voor Nederland geloof ik 0,02%. Dat zijn de positieve effecten voor
Nederland. Er blijft gewoon handel bestaan vanuit Nederland en Europa met Mercosur-landen
en Zuid-Amerika. Die is er nog steeds en die blijft ook gewoon. We kunnen dus nog
steeds machines exporteren naar Brazilië of Argentinië. Mevrouw De Korte doet er dus
iets te dramatisch over wat ons betreft. Dat is ons antwoord.
De voorzitter:
Dat leidt nog tot een vraag van de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Eigenlijk kwam het al terug in de tweede interruptie van mevrouw De Korte. We doen
de agrarische sector in Nederland denk ik echt tekort als we niet de hele keten meenemen:
de machinebouw, de toeleveranciers, de volledige zuivelketen, die gewoon belang heeft
bij dit akkoord. Maar goed, oké, ik heb gehoord wat de heer Ram daarover heeft gezegd.
Nu weten we dat in Frankrijk dezelfde bezwaren leven en dat er op dit moment ook wordt
gesproken over een compensatiefonds om de Fransen toch over de streep te trekken.
Stel dat dat zou lukken, stel dat er een compensatiefonds komt, is de PVV dan wel
te porren voor het Mercosur-verdrag, waar de zuivelindustrie – waar we in Nederland
ook zo trots op zijn – in ieder geval wel baat bij heeft?
De heer Ram (PVV):
Wat nu voorligt qua compensatiefonds is natuurlijk een heel laag bedrag waar je niet
heel Europa goed mee kan compenseren; Frankrijk, Polen, Nederland, Duitsland. Het
is een schijntje vergeleken bij de schade voor de boeren die er wel last van hebben.
Vooralsnog is ons oordeel dus niet positief.
De heer Van Campen (VVD):
Oké. Laten we dan even de agrarische sector laten voor wat het is. Hoe belangrijk
vindt de PVV de component van strategische autonomie, van onafhankelijk zijn van andere
gebieden in de wereld, ervoor zorgen dat de invloed van China afneemt en de onafhankelijkheid
toeneemt? Die strategische autonomie, daar moet het ons toch ook om te doen zijn in
deze onveilige wereld? Hoe weegt de PVV-fractie dat dan?
De heer Ram (PVV):
«Strategische autonomie» is ook weer zo'n abstract woord. Ik zou het liever economische
soevereiniteit willen noemen of economische onafhankelijkheid. Natuurlijk is het hartstikke
belangrijk voor de PVV dat wij over onze eigen goederen gaan en kunnen diversificeren.
Maar ja, als je bijvoorbeeld kijkt naar de deal met Trump: daar is de strategische
autonomie gewoon bij het grofvuil gezet door de Europese Commissie. We zijn nog afhankelijker
geworden van de VS. Daar hoor ik de VVD dan ook niet over. We moeten meer gaan investeren
in de VS: in totaal 15 miljard dollar. We moeten militaire middelen gaan kopen. Met
andere woorden, van die wens van strategische autonomie komt helemaal niks terecht
als we de Europese Commissie haar gang laten gaan. Dat zien we ook weer met Mercosur,
waarin de Nederlandse belangen ook niet op de voorgrond staan. Dus ja, ik vind het
niet raar dat wij kritisch zijn.
De voorzitter:
Dan is het de beurt aan mevrouw Teunissen voor haar betoog. Ga uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter, dank. Sommige partijen hier willen het niet geloven, maar het EU-Mercosur-verdrag
is een enorme bedreiging voor het Amazonewoud. We spraken eerder deze maand met inheemse
leiders uit Brazilië. Hun boodschap was glashelder: dit verdrag betekent meer ontbossing,
meer verdrijving van gemeenschappen en meer macht voor de gigantische agro-industrie.
Greenpeace heeft vorige week een rapport uitgebracht. Een case study laat zien dat
er illegaal dieren worden gehouden op inheemse gronden. Dat zijn mensenrechtenschendingen.
Dit vlees wordt vervolgens witgewassen en bereikt toch de Europese markt via Nederland.
Dat gebeurt nú al. En met dit verdrag dreigen deze illegale praktijken versterkt te
worden. Ik hoor partijen zeggen: ja, maar we hebben toch de Europese bossenwet, die
dat allemaal zou moeten tegengaan? Die bossenwet is door de Europese Commissie uitgesteld
en afgezwakt. We hebben dus geen instrumenten om dit te beschermen.
Voorzitter. Dit is een fossiel en schadelijk verdrag. Het is niet alleen schadelijk
voor klimaat, mensenrechten en biodiversiteit, maar het leidt ook tot oneerlijke concurrentie
voor onze boeren, die het al jarenlang heel erg moeilijk hebben in Nederland. Dat
is niet alleen vanwege dit Mercosur-verdrag, maar natuurlijk ook vanwege de stikstofcrisis
die maar niet opgelost wordt. Dat is ook vanwege andere verdragen, zoals het CETA-verdrag.
Dat zijn cumulatieve effecten. Ik hoor partijen hier zeggen dat het voor een paar
boeren, bijvoorbeeld die uit de melkvee-industrie, wel positieve effecten heeft. Welnee,
je moet dit bezien in het licht van al die ontwikkelingen die Nederlandse boeren hebben
geraakt.
Dan over de strategische autonomie, die volgens een aantal partijen hier zo belangrijk
is. Ja, die is belangrijk, maar je gaat niet onafhankelijker worden van China door
afhankelijker te worden van andere, grillige democratieën. Je wordt daar niet onafhankelijker
van. Je wordt juist kwetsbaarder door langere handelsketens en door niet te kunnen
controleren hoe producten worden geproduceerd. En dat is wel wat dit EU-Mercosur-verdrag
doet.
De voorzitter:
Er is een vraag voor u van de heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Bij aanvang van het debat klaagde de heer Paternotte erover dat de BBB niet bij dit
debat is, maar als ik mevrouw Teunissen zo hoor, dan wordt het belang van de agrarische
sector in ieder geval toch heldhaftig bepleit. Dat is mooi om te horen.
Ten tweede zou ik mevrouw Teunissen eigenlijk de vraag willen stellen die ik zojuist
niet kon stellen, namelijk: wat dan wel? Wat dan wel? Wat doen we dan wel om te voorkomen
dat we de Mercosur-landen in de armen drijven van China? Wat doen we dan wel om ervoor
te zorgen dat we een voet tussen de deur houden om met elkaar afspraken te maken en
gesprekken te voeren, die je kunt voeren omdat er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid?
Waar denkt mevrouw Teunissen dan aan, in plaats van zich alleen maar achter die Nederlandse
dijken te verschuilen?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben best verbaasd over deze vraag. Om te beginnen met de boeren: het kan geen verrassing
zijn voor de VVD dat wij naar een duurzame landbouw willen. Een race naar de bodem
is daar de oplossing niet voor. Het EU-Mercosur-verdrag is wel een race naar de bodem.
Dan de vraag over strategische autonomie. Ik was net op dat punt van mijn betoog aangeland.
Wij willen een versterking van de Europese economie, maar wel op een duurzame manier.
Wij willen aan de klimaatdoelen voldoen. Wij willen de biodiversiteit versterken.
Dat doe je door korte, duurzame ketens. Dat is de enige manier. Ik weet niet of de
heer Van Campen het rapport van Draghi heeft gelezen, maar ook daarin staat dat verduurzamen
de enige manier is om goed te kunnen blijven concurreren. We moeten niet een race
naar de bodem hebben. Ga me dus niet vertellen dat wij, doordat we een fossiele deal
met Brazilië gaan sluiten, die leidt tot langere, kwetsbare handelsketens, zogenaamd
de economie van de toekomst kunnen bouwen. Dat is wat de Partij voor de Dieren wil.
Wij willen op een duurzame manier de economie inrichten, en dat doe je niet met dit
verdrag.
De voorzitter:
Meneer Van Campen, u mag nog één keer.
De heer Van Campen (VVD):
Ja, Draghi heb ik gelezen. Sterker nog, als mevrouw Teunissen naar mijn betoog had
geluisterd, had ze gehoord dat ik het rapport expliciet benoemde en bepleitte. Dat
de VVD voorstander is van de verdere verduurzaming van onze economie kan geen verrassing
zijn. Maar nog steeds hoor ik mevrouw Teunissen niet zeggen hoe zij ervoor wil zorgen
dat deze landen, waarbij haar zorgen over ontbossing, klimaat en mensenrechten terecht
zijn, niet in de armen van China terechtkomen, terwijl wij als Europa juist op die
belangrijke punten afspraken kunnen maken. Ik concludeer dat kortere ketens en kortere
banden in de woorden van mevrouw Teunissen maar één ding betekenen, namelijk dat de
Mercosur-landen het zelf maar uit moeten zoeken.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Als het gaat over verduurzaming, heb ik nog geen enkel voorstel van de VVD gezien
dat ook maar enigszins ergens toe leidt. Onder leiding van de VVD is het klimaatbeleid
compleet afgebroken. Compleet afgebroken! Er is minder dan 5% kans dat we onze klimaatdoelen
nog gaan halen. Kom dus niet bij mij aan met de opmerking dat de VVD klimaatdoelen
serieus neemt en verduurzaming voorop heeft staan. U hebt het Draghi-rapport dus gelezen.
Als je dat goed leest, dan zie je toch dat we alleen kunnen blijven concurreren als
we ook verduurzamen? Maar geen enkel voorstel van de VVD heeft daar tot nu toe aan
bijgedragen. Kom dus niet bij mij aan met een of ander fossiel verdrag dat je vervolgens
verkoopt alsof het zou bijdragen aan verduurzaming. Wat het EU-Mercosur-verdrag doet,
is een race naar de bodem. Het maakt producten goedkoper. Het gaat om ouderwetse producten,
om rundvleesproductie. Dat is enorm schadelijk voor het klimaat en de biodiversiteit.
Die trend moeten we in ieder geval niet volgen met z'n allen. U kunt van alles zeggen
over onafhankelijkheid van China, maar als we dit soort ouderwetse praktijken niet
afbouwen, dan gaan we de klimaatdoelen sowieso niet halen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik was al bijna klaar. Ik wil graag afsluiten met een paar vragen aan het kabinet.
We hebben een aantal moties die met een Kamermeerderheid aangenomen zijn. Die zeggen:
wij zijn tegen het Mercosur-verdrag en het kabinet moet zich inzetten om het verdrag
in Europa te blokkeren. Daarop kreeg ik elke keer de reactie van het kabinet dat het
verdrag er nog niet lag. Maar nu ligt het er wel. Ik wil dus weten op welke manier
het kabinet nu eindelijk de drie aangenomen moties hierover gaat uitvoeren.
We hebben het eerder gehad over de splitsing van het verdrag. Nu dreigt het verdrag
in tweeën te worden gesplitst, namelijk in een handelsdeel en een politiek deel. Dan
hoeft het niet langs de nationale parlementen. Die worden omzeild. Daarom wil ik graag
weten hoe het kabinet zich gaat inzetten om die splitsing te voorkomen. Wat zijn de
acties die het kabinet tot nu toe heeft ondernomen?
Voorzitter, tot slot. Ik wil nog even benadrukken dat het EU-Mercosur-verdrag fossiel
is. Het leidt volledig tot een race naar de bodem. Dat is niet de toekomst van Nederland.
Dat is niet de toekomst van de economie. De toekomst van de economie is de transitie
naar een duurzame economie binnen de planetaire grenzen. Partijen die hier iets anders
beweren, zijn totaal ongeloofwaardig.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar mevrouw Hirsch voor haar betoog.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De wereld verandert razendsnel. Handelsrelaties zijn onderdeel van de
geopolitieke strijd om de macht. Nederland staat voor de vraag wat voor handelsland
wij willen zijn. Terwijl het de hoogste tijd is om vooruit te gaan naar een groene
toekomst, blijft het kabinet vasthouden aan een fossiel handelsmodel. Terwijl duurzame
en innovatieve bedrijven vooruit willen, zorgt dit kabinet daarmee voor achteruitgang.
Zo verliezen we kostbare tijd om het handelssysteem waar Nederland rijk mee is geworden,
klaar te maken voor de toekomst op een manier die welzijn creëert voor ons en onze
bondgenoten.
De handelsdeal met Trump is hier een voorbeeld van. Europa zet zich in om drie keer
zo veel gas en olie van Trump te gaan kopen. Hoe verzoent de Staatssecretaris deze
toezegging met onze klimaatdoelen? Hoe rijmt ze dit met de verduurzaming van het Europese
energiesysteem? Door akkoord te gaan met deze deal belonen we machtspolitiek en laten
we landen die door Trumps handelsoorlog worden getroffen, in de kou staan. Hoe steunt
de EU bondgenoten die op het wereldtoneel door Trump vernederd worden? Waarom stemt
het kabinet in met een akkoord dat tegen alle basisregels van de WTO ingaat? Wat doet
het om de WTO juist nu te versterken?
De Staatssecretaris zegt terecht steun toe aan Nederlandse exporteurs. Welke sectoren
heeft zij op het oog? Geeft zij prioriteit aan sectoren die bijdragen aan een duurzame
economie? De VS zijn immers een belangrijke markt voor watertechnologie en groene
energie. De deal is gesloten, maar de inschatting is dat die niet heel lang stand
zal houden. Dit leidt tot grote onzekerheid, ook bij werknemers. Hoe bereidt de Staatssecretaris
zich voor op de volgende fase van deze handelschantage? Hoe zorgt zij ervoor dat Europa
niet inlevert op de Europese techwetgeving die onze autonomie beschermt? Heeft ze
de vakbonden al gesproken? Hoe rijmt ze de toenemende onzekerheid onder werknemers
met de inzet van het kabinet op de verkorting van de WW?
Voorzitter. De kracht van Europa zit op innovatie en vergroening. Onze zwakte zit
in onze strategische afhankelijkheden, die nijpender worden nu ons neokoloniale buitenlandbeleid
landen van ons vervreemdt. Welke uitdagingen ziet de Staatssecretaris op het gebied
van strategische afhankelijkheden? Welke lessen trekt ze uit de ervaring met bijvoorbeeld
de nikkelindustrie in Indonesië? Deelt de Staatssecretaris de analyse dat door te
investeren in industriële ontwikkeling die lokale belangen vooropstelt, onze economische
veiligheid en ons verdienvermogen op de middellange termijn gediend worden?
Terwijl Nederland terecht inzet op verdieping van bestaande handelsrelaties doen we
nog steeds aan handelsverdragen die inzetten op het verhogen van handelsvolumes, terwijl
ze slechts lippendienst bewijzen aan klimaat en mensenrechten. Nu Europese wetten
op het gebied van verantwoord ondernemen en ontbossing worden afgezwakt en uitgesteld,
is het des te belangrijker dat handelsverdragen bindende duurzaamheids- en mensenrechtenafspraken
bevatten. Deelt de Staatssecretaris deze analyse? Hoe zet zij in op bijvoorbeeld vrouwenrechten?
Welke resultaten gaat zij daarop behalen?
Tot slot. We hebben net antwoorden gekregen op schriftelijke vragen over het lng-project
in Mozambique. Daar zijn, zoals nu blijkt, niet één, maar twee verzekeringspolissen
vergeven. Tot nu toe verkeerde de Kamer in de veronderstelling dat alle verzekeringen
waren stopgezet. Kan de Staatssecretaris uitleggen hoe het kan dat Atradius toch nog
een verzekering heeft lopen in een gebied waar sprake is van grote onveiligheid en
grove mensenrechtenschendingen?
Voorzitter. De wereld verandert in sneltreinvaart. Dit is de kans om samen met bondgenoten
handel in te zetten voor de economie van de toekomst. Laten we onze positie als handelsland
niet langer inzetten om grote vervuilers en hun aandeelhouders te beschermen, maar
om de wereld te bewegen naar duurzame productie, met oog voor mens en planeet.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Hirsch. U heeft nog een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Het is een serieuze vraag, want hij komt voort uit enige zorg. Ik heb GroenLinks en
met name de PvdA de afgelopen jaren echt flink zien draaien, naar een positie zeer
fel tegen Europese handelsverdragen. Vaak dacht ik «dat zij dan zo», maar we staan
nu aan de vooravond van verkiezingen. Ik hoor mevrouw Hirsch net zeggen dat het Mercosur-verdrag
bijna geen impact heeft. Ik weet niet hoe je 200 miljoen euro aan economische groei
voor Nederland «bijna geen impact» kunt noemen. Dat lijkt mij echt heel moeilijk te
verdedigen. Ik vraag aan mevrouw Hirsch of er wel met GroenLinks-Partij van de Arbeid
samen te werken valt en of er afspraken gemaakt kunnen worden over het steunen van
dit handelsverdrag. Anders zouden we Nederland in Europa echt kunnen gaan isoleren.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de vraag. Ik vind het mooi om te horen hoe D66 onze kritische vragen over
handelsverdragen definieert als radicale standpunten. Ik had gehoopt dat een partij
als D66 die vragen serieus zou nemen en onze zorgen zou delen als het gaat om bijvoorbeeld
klimaat. We hebben ook gehoord dat we benzineauto's gaan exporteren naar de regio
en ik zie niet helemaal hoe dat past in de duurzame visie van D66 ook voor de Europese
economie, maar dat terzijde. Wij hebben serieuze vragen over het Mercosur-verdrag.
Die serieuze vragen worden al meer dan tien jaar niet beantwoord, ook niet door de
felle voorstanders van dit verdrag. We hebben die vragen voorgelegd aan het kabinet.
Het zijn er 50; u kunt ze even opzoeken. Wij hopen dat het kabinet serieus zal omgaan
met de vragen die wij stellen en met de zorgen die daarachter zitten, ook op het gebied
van duurzame groei van onze economie. Wij vinden het volkomen logisch dat wij even
wachten op die kabinetsappreciatie, om vervolgens te bepalen wat onze positie is.
Maar nogmaals, we hebben niet voor niets al tien jaar lang vragen gesteld en we zijn
zeer teleurgesteld en ook enigszins verbaasd dat er partijen in de Kamer zitten – niet
alleen D66 maar ook bijvoorbeeld NSC en CDA – die op basis van wij weten niet wat,
want het verdrag lag er nog niet, zo stellig voorstander zijn van dit verdrag.
De heer Paternotte (D66):
Ik begrijp dat er wordt gezegd dat ik het woord «radicaal» zou hebben gebruikt. Dat
heb ik helemaal niet gebruikt. Ik vind het wel zorgelijk. «Al tien jaar vragen stellen»:
er zijn natuurlijk talloze onderzoeken gedaan. Als je tegen bent, dan ben je blijkbaar
tegen. Maar GroenLinks-PvdA wil volgens mij graag regeringsverantwoordelijkheid gaan
nemen en ik denk dat dit daarom belangrijk is. Het klinkt nu niet alsof mevrouw Hirsch
op een of andere manier te overtuigen zal zijn om voor dit verdrag te stemmen. Dat
zie ik niet gebeuren. Maar kan zij het misschien wel dragen om, als er een coalitieafspraak
komt om dit te doen en achter dat verdrag te gaan staan, dan niet te zeggen «nee,
dat gaat GroenLinks-Partij van de Arbeid niet accepteren»?
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik ben relatief nieuw in de politiek, maar volgens mij zijn de coalitieonderhandelingen
nog niet gaande; we zijn op dit moment bezig met een discussie over het handelsbeleid.
Natuurlijk wil GroenLinks-PvdA heel graag regeringsverantwoordelijkheid, omdat wij
willen bouwen aan een groene toekomst voor iedereen. Wij denken dat daar handelsverdragen
voor nodig zijn, maar wel handelsverdragen waarin er goede afspraken, bindende afspraken,
zijn op het gebied van mensenrechten en milieu. Daar moeten geen onduidelijke beslisstructuren
onder hangen, zoals onder het Mercosur-verdrag op dit moment het geval is. Daarom
hebben we daar vragen over gesteld, zodat wij er gerustgesteld over kunnen worden
dat het verdrag inderdaad de basis biedt voor een groene toekomst. Maar handelsverdragen
zijn niet per se de oplossing voor alle uitdagingen waar we voor staan; daarover zal
de heer Paternotte het ongetwijfeld niet met me eens zijn. Het hangt van de kwaliteit
van die handelsverdragen af of ze ook kunnen bieden wat wij nodig hebben om welzijn
te garanderen voor mensen hier en elders.
De heer Paternotte (D66):
Maar dit was natuurlijk niet mijn vraag.
De voorzitter:
Meneer Paternotte, u heeft er al vier. U zit al aan uw max.
De heer Paternotte (D66):
Nee, zeker, maar ik heb twee keer dezelfde vraag gesteld en ik heb twee keer geen
antwoord gekregen.
De voorzitter:
De partijen mogen antwoorden zoals ze willen antwoorden, maar u heeft vier interrupties
gehad en dat was het maximum. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de eerste
termijn van de zijde van de Kamer, tenzij er nog andere interrupties zijn, maar die
zijn er volgens mij niet. Ik kijk even naar de Staatssecretaris. Hoelang gaan we schorsen?
Staatssecretaris De Vries:
20 tot 25 minuutjes.
De voorzitter:
25 minuten. Dan zijn we hier om 15.20 uur terug.
De vergadering wordt van 14.57 uur tot 15.21 uur geschorst.
De voorzitter:
Hierbij heropen ik deze zitting van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingshulp. Aan de orde is de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van
13 en 14 oktober aanstaande. Wij zijn toe aan de eerste termijn van de zijde van het
kabinet, dus ik geef de Staatssecretaris graag het woord. O ja, nog heel even voor
de leden: ik zou ook voor deze ronde vier interrupties willen voorstellen, gezien
de tijd. Hopelijk redden we dat. Ga uw gang.
Staatssecretaris De Vries:
Dank u wel, voorzitter. Dit is voor mij het eerste debat op het gebied van handel.
Ik mocht natuurlijk vorige week al een debat met u hebben over humanitaire hulp. Er
komt een informele Raad Buitenlandse Zaken aan op 13 en 14 oktober en daar staan de
handelsrelatie tussen EU en VS, economische veiligheid en de voortgang van onderhandelingen
over de handelsakkoorden primair op de agenda.
Ik zal in een aantal blokjes ingaan op de verschillende onderwerpen die ingebracht
zijn. Hier en daar waren de vragen wat breder dan de geagendeerde onderwerpen, maar
dat geeft niets. Het is altijd goed om met elkaar daarover verder te spreken. Ik heb
dus een aantal blokjes, allereerst de relatie EU-VS; dan economische veiligheid; de
handelsrelatie met China; vervolgens de handelsakkoorden EU-Mercosur, Indonesië en ...
Ik dacht dat er nog eentje was, maar die komen we vanzelf tegen. Dan Korea en het
digitale akkoord; Israël en de import van producten uit illegale nederzettingen en
tot slot nog de exportkredietverzekering, ekv, die mevrouw Hirsch naar aanleiding
van de beantwoording van de schriftelijke vragen opbracht.
Allereerst de verdragen tussen de EU en de VS. Daar heeft u eigenlijk allemaal aandacht
voor gevraagd. Ik denk dat daarin een beetje doorklinkt wat wij ook wel als beeld
hebben: er is een resultaat; dat geeft meer zekerheid en duidelijkheid maar het is
niet per se altijd reden voor blijdschap, want we hadden natuurlijk liever andere
afspraken gemaakt. Het is ook geen evenwichtig onderhandelingsresultaat, maar wat
ons betreft wel het best mogelijke resultaat, gezien de omstandigheden. Het alternatief
van escalatie en een handelsoorlog was volgens ons nog slechter geweest. Daarnaast
bieden de afspraken ook wel weer een basis voor verdere onderhandelingen.
Misschien geef ik u ook even een kleine update van de stand van zaken. Vorige week
donderdag 25 september hebben de VS de tarieven op auto's uit de EU met terugwerkende
kracht per 1 augustus verlaagd naar het afgesproken tarief van 15%. Dat is mooi. Voor
andere producten zoals vliegtuigonderdelen hebben de VS de tarieven nu aangepast naar
het oude niveau van voor april 2025. Aan die kant worden er dus stappen gezet door
de VS. Ook aan Europese kant worden er stappen gezet voor de implementatie van de
afspraken. Ter implementatie van de afspraken die er aan Europese kant gemaakt zijn,
zijn inmiddels twee conceptverordeningen gepubliceerd door de Europese Commissie.
Daar krijgt u natuurlijk de bijbehorende BNC-fiches over.
Wij zetten er natuurlijk nog op in te bezien of we andere afspraken kunnen maken.
Voor sommige producten zoals staal geldt er nu een hogere heffing van 50%. Daar kan
en moet wat ons betreft in ieder geval nog verder over gesproken worden. Nederland
zet zich daar actief voor in, zowel in Brussel als in de bilaterale contacten met
Washington.
Daarnaast zien we wel dat de Verenigde Staten nieuwe zogenaamde 232-onderzoeken blijft
aankondigen, vorige week nog voor de medtech en robotica, en eerder voor farmaceutische
producten en de halfgeleidersector. We blijven dat uiteraard goed volgen. Er zijn
immers afspraken gemaakt over de tarieven. Dan kan het niet zo zijn dat daar continu
uitzonderingen op gemaakt gaan worden. Uitgangspunt voor Europa is dat eventuele nieuwe
Amerikaanse tarieven onder de plafonds van de gezamenlijke verklaring moeten blijven,
maar we gaan dat natuurlijk nauwlettend volgen.
Dan kom ik bij de vragen van de verschillende leden, allereerst de heer Paternotte
van D66. «Welke effecten heeft het op onze economie en zijn die al zichtbaar?» De
macro-economische gevolgen kent u uit de verschillende studies die daarover al zijn
verschenen. De bedrijven zitten in onzekerheid. Daarom spreken we veel met bedrijven.
Veel van hun zorgen gaan op dit moment over de implementatie. Voor het kabinet is
het allereerst belangrijk dat de gemaakte afspraken goed worden uitgewerkt. Daar helpen
de verordeningen natuurlijk bij, evenals de afspraken die Amerika aan het implementeren
is. Ik moet wel zeggen dat die 232-onderzoeken weer onzekerheid en onduidelijkheid
geven bij bedrijven, maar dat volgen we natuurlijk goed, zoals ik al zei. We hebben
de Europese Commissie ook opgeroepen om prioriteit te geven aan de implementatie.
«Hoe waardeert u de opstelling van de Commissie? Staat het Nederlandse belang voldoende
op het netvlies?» De heer Van Campen vroeg daarnaar, maar volgens mij ook mevrouw
De Korte en de heer Ram. In vergelijking met andere landen heeft de EU nog best wel
gunstige tarieven kunnen afspreken, ook al is een basistarief van 15% best wel hoog.
Wel is het een van de laagste die is afgesproken. We zullen als Nederland en als EU
altijd onze eigen belangen en die van onze bedrijven verdedigen. Daarover staan we
ook in nauw contact met de Commissie. We blijven erop inzetten om te kijken naar andere
aanvullende afspraken.
Welke gevolgen ziet de Staatssecretaris voor de Nederlandse economie? Dit was een
vraag van de heer Van Campen. Tarieven zijn eigenlijk nooit in iemands voordeel; daar
moeten we ook duidelijk over zijn. Maar er zijn zeker Nederlandse bedrijven die de
gevolgen zullen ervaren. Dat geldt vooral in sectoren waarvoor hogere heffingen gelden,
zoals de staalsector. Dat betreft niet alleen de primaire staalsector, maar ook de
andere sectoren die staal gebruiken. Wat ons betreft is het wel te vroeg om nu een
goede inschatting te kunnen maken. De export naar de VS was afgelopen jaar maar 5,7%
van de totale Nederlandse export, waarvan minder dan twee derde van Nederlandse makelij
was. Maar het kabinet zal zich dus blijven inzetten voor een tariefverlaging voor
de voor Nederland belangrijke exportbelangen. Daar is staal er een van.
De heer Van Campen vroeg of wij ook gesprekken voeren met Nederlandse bedrijven en
hoe zij de tarieven ervaren. Wij staan natuurlijk in nauw contact met hen, overigens
niet alleen mijn ministerie, maar ook het Ministerie van mijn collega van Economische
Zaken. Wij horen terug dat ze vooral baat hebben bij stabiliteit en voorspelbaarheid.
Daarom hebben wij uiteindelijk ook ingestemd met de deal met de VS. Niemand zal zeggen
dat die ideaal is, maar we moeten beseffen dat alternatieven ook wel veel slechter
uit zouden kunnen pakken voor het bedrijfsleven.
Op de Nederlandse belangen ben ik al ingegaan. Mevrouw De Korte vroeg daarnaar.
Mevrouw De Korte vroeg ook of er op korte termijn Nederlandse bedrijven zijn die op
omvallen staan vanwege de gemaakte afspraken. Wij hebben daar op dit moment geen concrete
signalen voor. Het is wel duidelijk dat niemand blij is met dit tarief van de Verenigde
Staten. Het zal sommige bedrijven ook ontzettend veel pijn gaan doen. Het kabinet
blijft zich daarom inzetten om het in contact met de Verenigde Staten over verdere
tariefverlichting te hebben. Voor advies en steun kunnen bedrijven terecht bij de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Er is uitgebreid instrumentarium beschikbaar
voor Nederlandse bedrijven.
De heer Van Campen vroeg nog naar de carve-out. Ik ben er eigenlijk al op ingegaan.
Een van de belangrijkste is staal, maar samen met de Europese Unie zijn er natuurlijk
meer sectoren. Staal heeft wel een heel hoog tarief op dit moment, namelijk 50%. Dat
is echt te hoog en schaadt onze exporterende bedrijven.
Over de Nederlandse belangen heb ik het net ook al gehad. Dat was een vraag van de
heer Ram, maar die heb ik zonet al beantwoord volgens mij.
De heer Ram van de PVV vroeg ook nog naar de non-tarifaire barrières, die moeten worden
aangepakt. Hij vroeg hoe het kabinet kijkt naar eventuele versoepelingen van dergelijke
regelgeving, om zo lagere Amerikaanse importheffingen te krijgen. Ik wil wel duidelijk
zijn dat er wat ons betreft niet getornd kan worden aan de regelgevende autonomie
van de Europese Unie. Er kan geen sprake zijn van aanpassingen van Europese wet- en
regelgeving onder druk van andere landen. Ik zie het daarom ook als positief dat hierop
geen concessies zijn gedaan in de afspraken die nu zijn gemaakt tussen de VS en de
Europese Unie. De details van de deal tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten
worden nog verder uitgewerkt. Ik wil daarbij vooral wijzen naar de twee verordeningen
die de Europese Commissie net gepubliceerd heeft. Die krijgt u natuurlijk ook nog
met het BNC-fiche en de kabinetsappreciatie, maar ik heb zonet al aangegeven dat de
executive order vanuit Amerika voor bijvoorbeeld het verlagen van het tarief voor
auto's inmiddels met terugwerkende kracht in werking gaat treden.
Ik heb hier nog een keer een vraag over de Nederlandse belangen, maar die heb ik ook
al gehad.
De heer Van Campen van de VVD zei dat de interne handelsbelemmeringen gelijk zijn
aan tarieven van 44% op goederen en 110% op diensten en vroeg of ik dat herken. Ja,
dat herken ik natuurlijk. Er zijn helaas nog altijd bestaande belemmeringen op de
eigen Europese interne markt. Nederland is ook een groot aanjager ervan om te kijken
of we op een aantal punten de interne markt kunnen verdiepen. Zo heeft het kabinet
in december 2024 een tienpuntenplan gepresenteerd met tien concrete suggesties om
belemmeringen op de interne markt aan te pakken, waarvan de Commissie acht suggesties
in haar interne marketingstrategie heeft overgenomen. We moeten dus nog even blijven
lobbyen voor de resterende twee.
Meerdere mensen hebben Draghi genoemd. Welke stappen zet het kabinet om bij het uitvoeringsplan
van Draghi tot resultaten te komen? Het kabinet onderschrijft de analyse van Draghi
natuurlijk als het gaat om dat het concurrentievermogen van de EU vergroot moet worden,
net als het belang van een concurrerende Europese economie. Daarom heeft het kabinet
in december een eigen visie op het EU-concurrentievermogen gepresenteerd met zes actielijnen,
waaronder ook weer de verdieping van de interne markt en het versterken van onderzoek
en innovatie in de EU. Daarbij werken we met andere landen samen om te kijken of we
dit verder kunnen brengen.
De heer Van Campen vroeg ook of ik kennisgenomen heb van het initiatief van bondskanselier
Merz met de lijst van eisen om overregulering tegen te gaan en of het kabinet zich
hierachter wil scharen. Voor zover mij bekend wordt die lijst nog opgesteld door de
heer Merz, dus de exacte invulling daarvan is mij niet bekend, maar ik denk dat de
heer Van Campen mij goed genoeg kent om te weten dat het verminderen van de regeldruk
mij altijd na aan het hart gaat. Het gaat dan om onnodige regeldruk of bijvoorbeeld
een ongelijk speelveld. Er zijn intern natuurlijk ook al stappen gezet door mijn collega
van Economische Zaken om te kijken welke regels we eventueel kunnen schrappen, maar
het is ook goed om daar in Europa aandacht voor te vragen.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van de heer Ram.
De heer Ram (PVV):
Met enige verbazing hoor ik toch de antwoorden, want die lijken wat in tegenspraak
te zijn met elkaar. Aan de ene kant is de Staatssecretaris hartstikke blij dat er
niet getornd wordt aan de regelgeving, de richtlijnen. Dat zei ze in het kader van
de deal met de VS. Aan de andere kant staat de Staatssecretaris te juichen dat er
wordt geschrapt in de regelgeving. Waarom niet allebei? Gewoon schrappen in de regelgeving
en dan het goede gesprek aangaan met de VS om te zorgen dat onze tarieven naar beneden
gaan.
Staatssecretaris De Vries:
Ik denk dat het belangrijk is dat er minder regeldruk komt en dat wij ons daarvoor
inzetten, maar ik zou het wel heel slecht vinden als we dat onder druk van bijvoorbeeld
de Verenigde Staten doen en als we dan aanpassingen doen die wij eigenlijk liever
niet zouden willen doen. Ik denk dat we over onze eigen regels gaan en een eigen verantwoordelijkheid
hebben om de regeldruk en de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verminderen.
De heer Ram (PVV):
We kunnen toch in de Europese Unie zelf kijken welke regels we kunnen reduceren en
dat voor onszelf inbrengen met een handelsdeal, met het oog op het investeren van
minder geld in de VS of juist het naar beneden brengen van die tarieven? Dat sluit
elkaar toch helemaal niet uit? Natuurlijk moet de Europese Unie over haar eigen regelgeving
gaan, maar ja, om dit nu bij voorbaat helemaal uit te sluiten en zo'n slechte deal
als deze te accepteren vind ik toch wel heel vreemd.
Staatssecretaris De Vries:
Volgens mij begint het inderdaad bij wat wij willen veranderen aan onze eigen wet-
en regelgeving. Ik denk dat daar goede dingen in gang gezet zijn. De commissie kent
natuurlijk het voorbeeld van de Omnibusregelgeving. Ik denk dat we daar moeten beginnen.
Dat dat een positieve reactie van de Verenigde Staten zou opleveren, is mogelijk,
maar het zou wel heel raar zijn als wij nu zeggen: we gaan een heleboel digitale regels
die wij hier belangrijk vinden, aanpassen omdat de VS dat van ons vragen.
De voorzitter:
De heer Van Campen heeft ook een vraag.
De heer Van Campen (VVD):
Ik heb ter voorbereiding op dit debat goed gekeken naar de keuzes die de Europese
Commissie heeft gemaakt in reactie op de tarieven vanuit de VS. Het valt op – dat
is kritiek die je wel breder hoort – dat daarbij toch sprake is van een asymmetrisch
beeld. De tarieven worden opgevoerd door de VS en de reactie van de Europese Commissie
is: tariefsverlaging en investeringen in de economie van de Verenigde Staten. Ik zou
de Staatssecretaris willen vragen of zij het in eerste aanleg met mij eens is dat,
als je dat voor het eerst leest, je je afvraagt of dat nou wel de logische reactie
is, ook omdat er partijen met kritiek en pleidooien zijn die zeggen: nee, je moet
juist met gelijke munt betalen en vanuit de Europese Commissie met gelijke kracht
terugslaan met tarieven voor de VS. Ziet de Staatssecretaris dat dilemma? Zo ja, hoe
weegt zij daarin dan de keuzes die de Europese Commissie heeft gemaakt op de tarieven
vanuit de VS?
Staatssecretaris De Vries:
Ik denk dat iedereen dat dilemma heeft. De eerste neiging zal misschien zijn om met
hele zware tegenmaatregelen te komen, maar we weten dat het dan volledig kan escaleren
en dat een hele grote handelsoorlog heel negatief kan uitpakken voor de economie van
Europa en van Nederland en ook voor de bedrijven die hier zitten. Er is dus gezocht
naar een gezonde mix. Is dat het ideale pakket? Nee, zeker niet. Wij hadden dat liever
anders gezien, maar zoals ik in mijn aanleiding al aangaf, denk ik dat dit op dit
moment het best haalbare is, waarbij we echt wel alert moeten blijven op wat er nu
eigenlijk in de Verenigde Staten gebeurt. Zeker met alle uitzonderingen van die 232-onderzoeken
moeten we echt wel goed de vinger aan de pols houden en in de gaten houden dat er
niet weer allerlei extra maatregelen worden genomen door de Verenigde Staten. Dan
moet je je opnieuw bezinnen, denk ik, op een manier om daarop te reageren. Maar ik
denk dat je een balans moet zoeken. Ik ga echt niet zeggen dat dit het ideale pakket
was, absoluut niet, maar we denken wel dat dit het best haalbare was voor nu.
Dan had de heer Paternotte – dat sluit er op zich wel goed bij aan – een vraag over
tegenmaatregelen als de VS zich niet aan de afspraken houden, bijvoorbeeld door het
antidwanginstrument. Vanwege de recent overeengekomen overeenkomst is er voorlopig
geen sprake van Europese tegenmaatregelen. Het kabinet is het ermee eens dat de EU
de mogelijkheid openhoudt om, bijvoorbeeld op het moment dat er veel meer maatregelen
genomen worden door de VS of dat ze zich niet goed houden aan de overeenkomst, als
er heel veel van dat soort 232-onderzoeken voor sectoren zijn, die toch weer uit te
sluiten van het tarief. Dan moeten we opnieuw wegen welke maatregelen genomen zouden
moeten worden. Ik denk dat we nu eerst de stappen moeten zetten om dit op een goede
manier te implementeren. Maar ik ben het met de heer Paternotte eens dat we wel goed
de vinger aan de pols moeten houden. Wat gebeurt er nu aan de kant van de Verenigde
Staten, en zoeken die niet allemaal ontsnappingsmogelijkheden?
De voorzitter:
Dank u wel. Een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
China en Europa zijn natuurlijk de twee grootste economieën, los van Amerika, in de
wereld. China heeft een totaal andere aanpak, namelijk gewoon keihard geen concessies
doen. Dat heeft tot nu toe een aardig effect. Natuurlijk zie je ook, met bijvoorbeeld
India en een aantal andere landen, dat je nog veel hogere tarieven kunt krijgen. Europa
heeft ten opzichte van de VS natuurlijk wel een strategische positie. Europa heeft
nu hele hoge tarieven geaccepteerd, maar wat heeft Amerika nou in ruil daarvoor richting
Europa gedaan?
Staatssecretaris De Vries:
Ik denk op een hele hoop punten dat als wij dat zelf zouden moeten verzinnen, wij
het onvoldoende zouden vinden. Ik denk dat de grootste winst is dat er nu duidelijkheid
is. U noemt die tarieven heel hoog. Ze zijn ook hoog. Maar we zien ook dat er overeenkomsten
met Amerika zijn gesloten over de tarieven, waar die nog veel hoger zijn. In die zin
is het op enig moment een balanceeract van waarop je kunt uitkomen. Ik denk dat het
belangrijk is voor onze bedrijven dat er nu zekerheid en stabiliteit is. Dat moeten
we goed in de gaten houden, wat mij betreft.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris De Vries:
Het Nederlandse belang centraal ... Die vraag heb ik al gehad. Dan de vraag van mevrouw
Hirsch van GroenLinks-PvdA, of er al gesproken wordt met de vakbonden. Hoe rijm ik
de toenemende onzekerheid onder werkenden met de verkorting van de WW? Er is regelmatig
contact met de Nederlandse belanghebbenden over de EU- en VS-handelsverdragen, ook
met de vakbonden, onder andere in het Breed Handelsberaad. Daar worden hun zorgen
natuurlijk in meegenomen. Voor vragen over de verkorting van de WW wil ik toch verwijzen
naar mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Waarom stemt het kabinet in met een akkoord dat tegen de WTO-basisregels ingaat? Het
kabinet vindt het belangrijk dat de EU zich blijvend inzet voor het handhavend versterken
van die internationale handelsregels. Voor de deal met de VS geldt dat dit geen volledig
handelsakkoord is. Die is ook niet juridisch bindend. Als er wordt toegewerkt naar
een volledig handelsakkoord met de VS, moet dat wat Nederland betreft in overeenstemming
zijn met de WTO-regels. Ondertussen blijven we ook de samenwerking met andere landen
opzoeken en zorgen we dat afspraken die wij en andere landen onderling maken, gebaseerd
zijn op de internationale handelsregels.
Mevrouw Hirsch geeft aan dat die deal wel is gesloten met de VS, maar vraagt zich
af hoelang die standhoudt. Ze vraagt hoe wij ons daarop voorbereiden. Ik denk dat
de Europese Commissie het belangrijk vindt om rebalancerende maatregelen, of eigenlijk
tegenmaatregelen, op tafel te houden. De Commissie heeft de inwerkingtreding opgeschort
tot februari 2026. Ik heb al aangegeven dat ik het belangrijk vind dat we steeds de
vinger aan de pols blijven houden over wat er nu precies gebeurt en hoe de verschillende
partijen – ik kijk met name naar de VS, als tegenpartij van de Europese Unie – met
het verdrag omgaan en de uitvoering ter hand nemen.
Dan had mevrouw Hirsch het nog over lng kopen in de VS. In het akkoord staat dat er
een intentie is om meer energie uit de VS te kopen. Het blijft natuurlijk wel nationaal
beleid om te komen tot een eigen energiemix. Landen doen de eigen inkoop.
Dan was de vraag wat het kabinet doet om de WTO te versterken, nu de deal met de VS
tegen alle basisregels van de WTO, de Wereldhandelsorganisatie, ingaat. Het op Wereldhandelsorganisatie-regels
gebaseerde handelssysteem blijft voor Nederland van groot belang. Dat zorgt voor stabiliteit
en duidelijkheid in de internationale handel. We blijven ons daar dus ook voor inzetten.
Dat doen we in EU-verband, maar we zoeken tegelijkertijd wel contacten met andere
landen op dat punt.
Over de techwetgeving heb ik al gezegd dat er geen afspraken zijn gemaakt om daaraan
te morrelen vanuit Nederland.
Dat was het wat mij betreft wat VS en EU betreft. Dan wil ik overgaan naar het blokje
economische veiligheid.
De voorzitter:
Toch nog eerst een vraag van mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Heel veel dank, want het waren best wel veel vragen. Ik snap ook heel goed de behoefte
aan stabiliteit en voorspelbaarheid en de wens dat we zelf over onze regelgeving gaan,
maar meneer Trump weet natuurlijk ook dat dit onze wens is. De grote zorg zit natuurlijk
op de druk die op techwetgeving wordt uitgevoerd door de VS. Dat men ermee bezig is,
vind ik in zoverre geruststellend dat het probleem wordt erkend. Maar kan de Staatssecretaris
misschien niet iets meer geven dan alleen maar «we zijn ermee bezig»? Ik ben gewoon
heel erg benieuwd hoe wij zeker gaan stellen dat we niet uiteindelijk onder druk van
wat ik maar noem chantage ... Dit gaat veel verder dan handel, want handel is geen
doel voor de heer Trump; zijn doel is macht. Hoe is de EU nou bezig met het voorkomen
dat onze regulering, met name op het gebied van tech, aangepast gaat worden onder
druk van Trump?
Staatssecretaris De Vries:
Volgens mij heb ik zonet aangegeven dat met dit verdrag en deze overeenkomst tussen
de VS en de Europese Unie die regelgeving niet wordt aangepast. Ik denk weleens: the
proof of the pudding is in the eating. Het is belangrijk dat hier in elk geval geen
afspraken zijn gemaakt om die regelgeving af te zwakken, want wij vinden het belangrijk
dat wij over die eigen regelgeving gaan. Heb ik een glazen bol? Nee, die heb ik niet.
Mevrouw Hirsch kan dus van mij ook niet vragen wat er in de toekomst eventueel allemaal
nog gaat spelen.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik heb vier interrupties. Het is echt een gedeeld belang dat we het er even over hebben.
Niemand heeft een glazen bol, maar deze meneer is redelijk voorspelbaar: hij houdt
zich niet per se aan bestaande afspraken. Het scenario dat de druk op de techsector
en de regulering die wij in Europa hebben, door hem wordt doorgezet, is zeer denkbaar.
Het is dus niet een kwestie van een glazen bol, maar een kwestie van voorbereid zijn
op wat komen gaat. Ik vraag toch nogmaals of de Staatssecretaris ons even kan bijlichten
over hoe de Europese Unie zich voorbereidt om deze druk in de toekomst te weerstaan.
Staatssecretaris De Vries:
Ik ben bang dat ik me toch een klein beetje blijf herhalen. De Europese Unie heeft
zich natuurlijk ingezet bij deze afspraken om te zorgen dat die regelgeving niet beïnvloed
wordt. Dat blijft ook de inzet van de Europese Unie, want anders had zij dat in de
afgelopen periode ook niet zo gedaan. Kan ik vijftien jaar vooruitkijken? Nee, ik
denk dat dit ook ingewikkeld wordt. Maar ik denk dat duidelijk is dat de inzet van
de Europese Unie helder is als het gaat om het aanpassen van dit soort regelgeving.
Wij vinden het belangrijk dat de Europese Unie zelf bepaalt welke wet- en regelgeving
zij op dit punt heeft.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris De Vries:
Dan kom ik bij het blokje economische veiligheid. Ik zal de inleiding overslaan, want
er was eigenlijk maar één vraag gesteld. Die vraag is van de VVD: vindt de Staatssecretaris
ook dat minder afhankelijkheden en inzet van exportbeperking op technologie onderdeel
moet zijn van de Europese economische-veiligheidsdoctrine? Ja, de aanpak van die risicovolle
strategische afhankelijkheden en het tegengaan van ongewenste kennis- en technologieoverdracht,
onder andere via exportcontroles, zijn een belangrijk onderdeel van het economisch
veiligheidsbeleid. Dit zijn ook onderwerpen waar de Commissie reeds voorstellen voor
heeft gedaan in het kader van de Europese strategie op het gebied van economische
veiligheid en het pakket van 2024, dat hieruit voortvloeide. Ik ga er dan ook van
uit dat de aanpak van risicovolle strategische afhankelijkheden en de inzet van exportcontroles
terug zullen komen in de economische-veiligheidsdoctrine van de EU. Er zijn drie lijnen:
promote-, protect- en partnermaatregelen. Die moeten het risico verminderen in plaats
van dat er ontkoppeling plaatsvindt.
Dan wil ik overgaan naar China. Ik denk dat we allemaal weten dat de handelsrelatie
met China naast grote kansen grote uitdagingen biedt. De heer Ram vroeg heel concreet
naar de Chinese importheffing als politiek drukmiddel voor varkensvlees en zuivel
en zei dat die ook onze mkb'ers raakt. De voorlopige heffingen in de varkensvleessector
en het antisubsidie-onderzoek van China naar Europese zuivel zijn wat mij betreft
zorgelijk. Schriftelijke vragen over dit onderwerp zijn beantwoord. Samen met de Minister
van LVVN staan we in nauw contact met de sector, met andere getroffen EU-lidstaten
en met de Europese Commissie. We maken onze bezwaren ook duidelijk kenbaar aan de
Chinese autoriteiten en moedigen aan om in gesprek te gaan met de Europese Commissie.
Nadat de Europese Commissie dat eerder al had gedaan, hebben ook wij schriftelijk
gereageerd op de maatregelen en de gevolgen daarvan voor de varkenssector. Dat heeft
Nederland ook nog eens individueel gedaan bij de Chinese autoriteiten.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van de heer Ram.
De heer Ram (PVV):
Ik ben blij dat er al een aantal diplomatieke acties zijn uitgezet richting China
en ook de Europese Commissie. De vraag blijft wel hoe we van deze importheffingen
door China af komen. Het schaadt de varkenshouders enorm. Juist de restdelen van een
varken die naar China gaan zijn financieel gezien de kers op de taart, zogezegd. Het
schaadt de belangen van deze sector enorm. Is er überhaupt zicht op versoepeling van
deze importtarieven van China? Wat gaan de Staatssecretaris en de Europese Commissie
concreet doen om dat voor elkaar te krijgen?
Staatssecretaris De Vries:
Ik kan nog niet aangegeven of er zicht is op versoepelingen. Het onderzoek loopt.
We hebben ook aangegeven dat het onderzoek niet voldoende onderbouwd is en gebaseerd
is op een wat twijfelachtige berekening en onderbouwing. Ik wil niet vooruitlopen
op de exacte vervolgstappen. Ik denk dat de politieke kanalen benut moeten worden
om te kijken hoe we dit voor de sector – het is voor de sector een belangrijke afzetmarkt –
verder kunnen brengen. Maar ik kan niet vooruitlopen op vervolgstappen. Eerst moeten
we kijken hoe de zaken verlopen die nu in gang zijn gezet.
Dan ga ik naar de handelsakkoorden. Een aantal van u heeft aangegeven dat de handel
steeds vaker als geopolitiek instrument wordt gebruikt in een onvoorspelbare wereldorde.
Voor Nederland en de Europese Unie is het dan van groot belang om betrouwbare partnerschappen
met andere landen buiten de Europese Unie aan te gaan. Zoals u weet heeft de Europese
Commissie op 3 september de definitieve teksten rondom de mogelijke akkoorden met
Mexico en Mercosur met de lidstaten gedeeld, met de begeleidende conceptbesluiten
die ter besluitvorming aan de Europese Raad worden aangeboden.
Daarnaast heeft de Commissie een voorstel aangekondigd over het gebruik van vrijwaringsmaatregelen
onder het Mercosur-akkoord voor gevoelige landbouwproducten. Dit voorstel verwacht
ik binnen twee à drie weken. Ik denk wel dat het belangrijk is dat we het totale pakket
met elkaar gaan bekijken. Het kabinet is zich zeker bewust van alle zorgen die in
de Tweede Kamer leven, niet alleen in de landbouwsector. Ik kijk even naar mevrouw
Hirsch en mevrouw Teunissen: het gaat ook om andere elementen in het akkoord. Er zijn
ook heel kritische moties aangenomen. Het kabinet wil een zorgvuldige weging maken,
goed naar de voor- en nadelen kijken en daarbij natuurlijk ook de zorgen van de Kamer
meenemen, net als de geopolitieke en economische belangen zoals weergegeven in de
onderzoeken van Wageningen. Met de Kamer hebben we afgesproken dat we altijd een ordentelijk
proces met elkaar volgen bij dit soort zaken en dat er een kabinetsappreciatie moet
komen, waarna de Kamer de mogelijkheid heeft om aan te geven of ze het daarmee eens
is of niet. De verwachting is dat de besluitvorming eind november, maar waarschijnlijk
pas in december zal plaatsvinden. We zullen natuurlijk ervoor zorgen dat u tijdig,
voor die tijd, de kabinetsappreciatie heeft, zodat u daarover het debat aangaan met
het kabinet.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik wacht het blokje even af.
De voorzitter:
We maken eerst het blokje af. De Staatssecretaris.
Staatssecretaris De Vries:
De heer Paternotte vroeg ook of ik snel een beslissing kan nemen. Ja, dat zal wel
moeten, want als het in december in de Raad is, zal er vrij snel een kabinetsreactie
moeten liggen. Ik wil dat wel op een goede manier doen. Daar hebben we ook wel even
tijd voor nodig. Ik wil de stukken die nog moeten komen, de stukken over de vrijwaringsmaatregelen
voor de landbouwproducten, wel meenemen in de weging. Maar zo snel mogelijk daarna
zullen we naar de Kamer komen met een kabinetsappreciatie. Ik begrijp dat u daar allemaal
naar uitkijkt.
De heer Van Campen vroeg eigenlijk iets vergelijkbaars, dus die vraag heb ik daarmee
ook beantwoord.
Mevrouw De Korte vroeg naar garanties over voldoende duurzaamheidsmaatregelen, handhaving
en een gelijk speelveld voor ondernemers. Alle afspraken die in het handelsakkoord
zijn gemaakt, zijn bindend. Dat komt voort uit internationaal verdragsrecht. Op basis
van dit akkoord worden de verdragspartijen verplicht internationale milieu- en arbeidsnormen
effectief te implementeren. Voor de afspraken over duurzaamheid is een aparte geschillenprocedure
in het akkoord opgenomen. Wat het gelijke speelveld betreft geldt dat de concurrentiepositie
van ondernemers door veel verschillende factoren wordt bepaald. Productiestandaarden
zijn er daar een van, naast investeringsklimaat, infrastructuur, toegang tot goed
opgeleide arbeidskrachten, tarieven en subsidies. Om Nederlandse producten in gevoelige
sectoren te beschermen zijn er in het akkoord wel afspraken gemaakt door middel van
quota voor landbouwproducten, waardoor import tegen gunstigere tarieven beperkt is,
en de mogelijkheid om maatregelen te nemen wanneer er een marktverstoring optreedt.
Nogmaals, die vrijwaringsmaatregelen richten zich natuurlijk ook op de landbouwsector.
Mevrouw De Korte van NSC vroeg of boeren en mkb-bedrijven die geraakt worden tijdig
duidelijkheid krijgen. Laat helder zijn, tijdens deze informele Raad worden er geen
besluiten genomen, ook niet over het Mercosur-akkoord. Ik zal tijdens deze Raad aangeven
dat Nederland nog geen positie heeft ingenomen ten aanzien van het akkoord en dat
het akkoord politiek zeer gevoelig ligt. Ik zal natuurlijk ook de mening van de Kamer
overbrengen en zeggen dat Nederland hecht aan afspraken ter bescherming van onder
andere de Europese landbouwsector.
Mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren: op welke manier gaat het kabinet de
aangenomen moties tegen het EU-Mercosur-akkoord uitvoeren? Er liggen meerdere moties,
daar ben ik mij terdege bewust van. Het kabinet zal de zorgen die eraan ten grondslag
liggen natuurlijk serieus nemen. Het kabinet heeft het afwijzende standpunt van de
Kamer ook gecommuniceerd in Brussel. Het is in Brussel ook duidelijk hoe de kaarten
liggen in Nederland. We hebben constant aangegeven – dat was een ander punt van mevrouw
Teunissen – dat er een voorkeur is voor een integraal akkoord; geen splitsing, conform
de motie-Teunissen. De Commissie heeft nu een voorstel gedaan en daar moeten we ons
uiteindelijk toe verhouden, omdat die voorstellen natuurlijk uiteindelijk ter besluitvorming
voorliggen bij de Europese Raad.
Ik ga nu Indonesië en India doen. Ik weet niet of er dan ...
De voorzitter:
Een rondje vragen over Mercosur? Nou, we gaan eens kijken. Mevrouw Teunissen had,
geloof ik, een interruptie.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb heel veel vragen, maar laat ik met de zin van de Staatssecretaris over duurzaamheidsmaatregelen
beginnen. Ze zei dat alle afspraken in het verdrag bindend zijn. Nu hebben we vorige
week dat Greenpeacerapport gezien over rundvlees afkomstig van vee dat illegaal is
gefokt op beschermd inheems gebied in het Amazonewoud. Een Nederlandse holding, JBS,
doet daar aan illegale praktijken. Dat strookt niet met het Mercosur-verdrag. Dus
kan de Staatssecretaris dan uitleggen hoe het Mercosur-verdrag kan voorkomen dat er
illegale praktijken in het Amazonewoud plaatsvinden?
Staatssecretaris De Vries:
Ik weet niet of ik de vraag helemaal goed begrijp. Kunt u het nog één keer herhalen?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Jazeker. We zien in de huidige praktijk al dat er illegale praktijken plaatsvinden.
Er grazen koeien op ontbost gebied. Dat is ook nog eens inheems gebied. Dat druist
in tegen de mensenrechten, want daar leeft de inheemse bevolking. Dat gebeurt nu al.
Naar verwachting zullen deze praktijken alleen maar toenemen als het EU-Mercosur-verdrag
in werking treedt, want dan gaat er meer rundvlees worden geïmporteerd uit en worden
geproduceerd in Amazonegebied. De Staatssecretaris zegt dat alle afspraken bindend
zijn als het gaat om duurzaamheidsmaatregelen. Kunnen dit soort praktijken dan worden
voorkomen met het EU-Mercosur-verdrag?
Staatssecretaris De Vries:
Zoals ik zonet ook al aangaf, is er een geschillenbeslechtingsprocedure. Daar wordt
gewerkt met expertpanels die oordelen over mogelijke schending van die afspraken.
Partijen dienen dan opvolging te geven aan deze afspraken en kunnen elkaar daar ook
op aanspreken. Ik denk persoonlijk dat je dan meer hebt dan dat je nu feitelijk hebt.
Of het ideaal is, moet iedereen voor zich maar bepalen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
De Staatssecretaris schetst de huidige praktijk, maar er staat in het Mercosur-verdrag
niets wat kan voorkomen dat er meer ontbossing plaatsvindt. Of geeft de Staatssecretaris
mij nu aan: in dit stukje van het verdrag staat in ieder geval dat ontbossing niet
mag plaatsvinden en dit en dit is de handhaving die vervolgens plaatsvindt als dat
wel gebeurt?
Staatssecretaris De Vries:
Er wordt mij nu wat ingefluisterd. Ik wil wel eventjes begrijpen wat er gezegd wordt.
Die duurzaamheidsafspraken en de geschillenbeslechting zijn volgens mij helder. U
zegt: dat was de bestaande praktijk. En dat is wat is afgesproken in het Mercosur-verdrag,
dus dat is anders dan wat het nu is.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik zal de vraag iets eenvoudiger stellen. De Staatssecretaris zegt net dat alle afspraken
over de duurzaamheidsmaatregelen bindend zijn. Ik ben oprecht op zoek naar het antwoord
op de vraag waar we Brazilië precies aan gaan houden. De ontbossing vindt nu al plaats
en gaat waarschijnlijk alleen maar toenemen als we onder het verdrag meer rundvlees
gaan produceren en importeren. Ik heb het niet kunnen vinden, dus de vraag is om welke
bindende afspraken het gaat.
Staatssecretaris De Vries:
Misschien kan ik daar in de tweede termijn op terugkomen, want er wordt mij wel iets
ingefluisterd, maar ik kan het niet helemaal volgen. Ik wil ook geen verkeerde dingen
zeggen. Is het goed dat ik er even in tweede termijn op terugkom?
De voorzitter:
Graag. U heeft nog een vraag, mevrouw Teunissen? Ga uw gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ja, voorzitter, ik heb ook nog een vraag over de splitsing. De Staatssecretaris zei:
we zullen ons er, als dat aan de orde komt, toe verhouden. Maar als ik het me goed
herinner, dan heeft het kabinet al de positie ingenomen dat het tegen splitsing is.
De vraag is ook of dat op dit moment actief wordt uitgedragen. Als we nu niks doen,
dan gaat dit gewoon gebeuren. Dus de vraag is of Nederland zich ook echt actief inzet
tegen de splitsing.
Staatssecretaris De Vries:
Ik heb volgens mij al aangegeven dat Nederland dat in de afgelopen periode de hele
tijd al heeft gedaan, alleen heeft de Europese Commissie besloten het niet te doen.
Wij moeten ons er nu dus toe verhouden dat er een gesplitst akkoord ligt. Natuurlijk
zullen wij daar ook in de kabinetsappreciatie op ingaan. Het was natuurlijk een heel
belangrijk punt. Er is ook continu door Nederland aangegeven dat dat de voorkeur van
Nederland heeft. Maar ja, het is wel de Europese Commissie die uiteindelijk de voorstellen
maakt en aan ons toestuurt. Die zullen wij moeten beoordelen.
De voorzitter:
U heeft nog één interruptie.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb nog een andere vraag. Ik vind het oprecht positief dat Nederland zich steeds
heeft ingezet tegen de splitsing van het verdrag. Ik hoop dat meerdere landen dat
doen, want we willen natuurlijk niet hebben dat nationale parlementen worden omzeild
als het gaat om zulke grote beslissingen. Ik heb nog één vraag. We hebben net uitgebreid
gediscussieerd over de Nederlandse boeren en het concurrentienadeel. Wij zien dat
nu alleen de agro-industrie, de pesticidenindustrie en de Duitse auto-industrie hiervan
profiteren. De vraag is wat er gaat gebeuren om ervoor te zorgen dat Nederlandse boeren,
niet allemaal, maar een groot aantal boeren, geen concurrentienadeel ondervinden als
dit verdrag daadwerkelijk doorgang vindt. Ik heb nog geen concrete voorstellen hierover
gehoord van de Staatssecretaris.
Staatssecretaris De Vries:
Er zijn nu twee onderzoeken gedaan die een beeld hebben gegeven van de gevolgen voor
onder andere de landbouwsector. Die geven een gemengd beeld. Een aantal van uw collega's
gaven daar natuurlijk ook al over aan dat het ene deel van de boerensector daar meer
voordeel bij heeft en het andere meer nadeel. Ik denk dat belangrijke zaken nu wel
geregeld zijn in het Mercosur-verdrag, zoals dat er quota zijn. Wij moeten het vrijwaringsdeel
nog krijgen van de Europese Commissie. Dat gaat vooral over landbouw en over de vraag
wanneer je dan wel en niet kan ingrijpen. Ik denk dat het dus wel belangrijk is om
dat mee te wegen in het totale verhaal. Ik ga er ook van uit dat uw Kamer dat uiteindelijk
gaat meewegen in het eindoordeel.
De voorzitter:
O, ik weet even niet wie er eerder was. U mag eerst, meneer Ram.
De heer Ram (PVV):
Ik heb nog een vraag over de splitsing. Wij willen ook geen splitsing, dus op dat
punt kan ik mij bij de Partij voor de Dieren aansluiten. We willen dat het Nederlandse
parlement gewoon zelf soeverein daar een uitspraak over kan doen. De zorg zit niet
alleen bij de splitsing, want de splitsing zorgt ervoor dat het handelsgedeelte eerst
wordt aangenomen. We kunnen dan alleen maar ja zeggen tegen de rest, want dat zijn
dan zogenaamde verbeteringen van het akkoord. Is dit nou een strategie die de Europese
Commissie voor alle handelsdeals gaat gebruiken? We hebben nu India en Indonesië.
Gaan ze die deals ook splitsen en de extra dingen vervolgens voorleggen aan de lidstaten?
Staatssecretaris De Vries:
Indonesië was bijvoorbeeld wel een totaalakkoord, dus het is niet zo dat dit bij alle
akkoorden het geval is. Het was helder wat de Tweede Kamer ervan vond. Je kan dan
zeggen dat er helemaal niet meer democratisch naar gekeken wordt, maar er wordt natuurlijk
nog wel door het Europees Parlement naar gekeken. Er is natuurlijk uiteindelijk wel
de keuze gemaakt om dit soort handelszaken Europees te beleggen in plaats van helemaal
nationaal. Maar ik snap dat het voor een Kamer die zegt liever een totaalverdrag te
willen, frustrerend is dat er uiteindelijk toch een gesplitst verdrag komt te liggen.
Maar dat is wel zoals het is. Ik kan dat nu ook niet meer veranderen.
Mevrouw De Korte (NSC):
Ik had ook specifiek gevraagd of er eventueel ondersteunende maatregelen worden getroffen
voor de mkb-bedrijven en de boeren, met name die in de vleessector, die hierdoor geraakt
worden. Is dat u bekend? Of wil de Staatssecretaris daar nog voor pleiten?
Staatssecretaris De Vries:
Ik heb volgens mij al iets gezegd over het reguliere ondersteunende instrumentarium
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In het GLB is ook een envelop geregeld
om te kijken naar boeren die nadelige gevolgen ondervinden. Dat zijn de maatregelen
die daarvoor nu beschikbaar zijn.
De voorzitter:
Mevrouw De Korte heeft nog een vraag?
Mevrouw De Korte (NSC):
Dat klinkt nog een beetje vaag. Er is wat te verwachten, maar kunt u daar iets meer
duidelijkheid over verschaffen? Want zoals u het formuleert, is het wat algemeen.
Staatssecretaris De Vries:
Zal ik daar in de tweede termijn nog eventjes wat nadrukkelijker op ingaan? In het
gemeenschappelijk landbouwbeleid, het GLB, is er namelijk een soort envelop geregeld
om te kijken waar marktverstoring voor sectoren plaatsvindt. Het totale pakket is
volgens mij 6 miljard, maar ik weet niet wat er precies geregeld is voor dit soort
onderdelen. Maar laten we voor de tweede termijn eventjes checken of dat te achterhalen
is.
De voorzitter:
Dan doen we dat ook in de tweede termijn. De heer Paternotte heeft een vraag.
De heer Paternotte (D66):
Het is niet alleen jammer dat BBB er niet is omdat we hen niet kunnen bevragen, maar
ook omdat de Partij voor de Dieren hier allemaal kiezers aan het wegsnoepen is door
een pleidooi te houden voor de veehouderij in Nederland. Maar dat is niet de vraag
die ik wilde stellen aan de Staatssecretaris. Ik begrijp dat de Staatssecretaris zegt:
we gaan de instrumenten die nog komen, bekijken en dan pakken we die bij elkaar. Ik
denk zelf wel: we zitten nu een paar weken voor de verkiezingen. De Kamer gaat zo
meteen met reces. Dit is het laatste handelsdebat dat we hebben met deze Staatssecretaris.
We gaan nu dus niet horen wat het kabinet vindt. Ik hoor zelfs niet eens een appreciatie,
terwijl er op zich ontzettend veel zorgen zijn over de Nederlandse economie. We zagen
zaterdag nog hoeveel bedrijven bijvoorbeeld uit de Rotterdamse haven vertrekken. Dan
zijn handelsverdragen natuurlijk nogal belangrijk, ook om het signaal af te geven
dat het kabinet staat voor wat vroeger nog weleens de «bv Nederland» werd genoemd.
Kan ik wel van de Staatssecretaris horen dat zij positief kijkt naar het handelsverdrag
met Zuid-Amerika, overigens niet alleen met Brazilië, maar natuurlijk ook met Argentinië,
Uruguay en Paraguay? Want de Nederlandse bedrijven hebben dat wel nodig.
Staatssecretaris De Vries:
Ik begrijp heel goed de behoefte aan duidelijkheid over wat het kabinetsstandpunt
gaat zijn, maar ik vind dat ik daar eerst met mijn collega's over moet spreken en
ik wil natuurlijk ook alle stukken hebben om uiteindelijk een eindoordeel daarover
te geven vanuit het kabinet. Ik vind dat we dan ook moeten kijken naar de vrijwaringsmaatregelen
die nog niet op papier gezet zijn en die binnen twee of drie weken komen. Ik ga hier
dus niet nu al een oordeel uitspreken.
De voorzitter:
Meneer Paternotte met nog een interruptie.
De heer Paternotte (D66):
Ik snap dat er geen eindoordeel uitgesproken gaat worden, maar we hebben dit natuurlijk
ook heel erg lang met het CETA-verdrag gehad. De Kamer uitte inderdaad veel zorgen,
maar uiteindelijk heeft de Tweede Kamer gewoon in meerderheid ingestemd. Als je voor
de keuze staat, moet er op een gegeven moment een besluit worden genomen. Dat was
dan inderdaad een ratificatie, maar we zien dat het verdrag inmiddels ... Nou, op
een gegeven moment moest het langs het Waalse parlement. Als wij als Europa een sterk
handelsblok willen zijn, dan moeten we ook durven te gaan staan voor afspraken, die
natuurlijk ook altijd nadelen hebben, maar die onderaan de streep nodig zijn om Europa
strategisch sterk te maken in deze steeds onzekerder wereld. Waarom kan het kabinet
dan nog niet iets zeggen over wat dit verdrag strategisch betekent voor Europa, voor
Nederland? Misschien kunt u zeggen dat u in ieder geval ziet dat het voor onze economie
een belangrijk verdrag is. Waarom kan ik niet een begin horen van een waardering?
Ik denk dat dat voor bedrijven en ondernemers in Nederland echt belangrijk zou zijn.
Staatssecretaris De Vries:
Ik heb volgens mij in zijn algemeenheid aangegeven dat handelsverdragen natuurlijk
een belangrijk element kunnen zijn om ruimte te geven aan handel tussen landen. Ik
denk dat we ook allemaal zien dat er geopolitiek het nodige speelt. Maar ik wil op
een verantwoorde en serieuze manier die stukken gaan bekijken, ook in combinatie met
de stukken die er nog moeten komen over de vrijwaringsmaatregelen. Er is natuurlijk
ook een best ingewikkelde situatie in de Kamer als het gaat over dit verdrag. Dat
wil ik ook serieus meewegen. Ik denk dat het belangrijk is dat we dit via de koninklijke
weg doen, dat er eerst een appreciatie door het kabinet komt en dat we daarna het
debat met de Kamer aangaan, ook al begrijp ik heel goed wat de heer Paternotte zegt:
bedrijven willen ook weten waar ze aan toe zijn. Ik hoop dat partijen uiteindelijk
ook kijken naar het totale pakket van alle handelsverdragen, want er zullen natuurlijk
in elk handelsverdrag winnaars en verliezers zijn. Je kunt je focussen op één handelsverdrag,
maar in andere handelsverdragen liggen de verhouding soms weer andersom. Maar ik vind
wel dat ik de koninklijke weg moet bewandelen. Er is 25 jaar over gediscussieerd.
Ik denk dat we als kabinet dan ook op een goede manier uiteindelijk de appreciatie
met elkaar moeten gaan bepalen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris De Vries:
Dan het handelsverdrag met Indonesië. Daar is negen jaar over onderhandeld. Het is
belangrijk om aan te geven dat Indonesië een belangrijke en gewaardeerde partner is
van Nederland. Wat betreft de inhoud van het akkoord zal het kabinet de kabinetsappreciatie
delen wanneer alle stukken door de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement
voorgelegd worden ter goedkeuring. Wij hebben er dus nog even tijd voor om dat met
elkaar te doen.
De heer Ram van de PVV vroeg of het kabinet ook laat onderzoeken wat de effecten van
de handelsverdragen met Indonesië en India zijn. Het kabinet verwacht dat het effect
van toekomstige handelsakkoorden met Indonesië en India positief zullen zijn voor
Nederlandse bedrijven. Momenteel hebben deze landen nog relatief hoge tarieven en
ook non-tarifaire barrières. De onderhandelingen met deze landen zijn gericht op het
verkleinen van die handelsbarrières. De Europese Commissie laat altijd een economische
impactanalyse uitvoeren van toekomstige handelsakkoorden.
De voorzitter:
Dat leidt tot nog een vraag van de heer Ram. O nee, u heeft er al vier gehad. Sorry,
meneer Ram. Dat wordt de tweede termijn. Zijn er nog andere vragen? Nee? Dan vervolgt
u uw betoog.
Staatssecretaris De Vries:
Dat was het wat mij betreft over handelsverdragen. Op een of twee zaken kom ik in
tweede termijn nog even terug.
Dan gaan we naar Korea. Over het digitaal akkoord is één vraag gesteld door mevrouw
De Korte van NSC. Het doel van deze overeenkomst is om de bilaterale digitale handel
tussen de EU en Zuid-Korea te stimuleren. Daarbij erkennen Zuid-Korea en de EU het
belang van cyberveiligheid en spreken zij de intentie uit om op dit gebied nader te
samenwerken. Deze afspraken laten ook de toepasselijke EU-wet- en regelgeving, waaronder
die op het gebied van cyberveiligheid, onverlet. Die blijft dus gewoon in stand.
Dan nog de dataveiligheid. Kan die verzekerd worden? Het akkoord doet geen afbreuk
aan het EU-kader voor privacy- en gegevensbescherming. Dit EU-kader blijft dus ook
leidend voor wat betreft deze twee onderwerpen. Ik hoop dat dat een geruststelling
is voor mevrouw De Korte van NSC.
Hoe borgt de Staatssecretaris onze parlementaire controle? Zonder instemming van zowel
de Raad als het Europees Parlement kan een handelsakkoord niet in werking treden.
Het kabinet legt natuurlijk verantwoording af aan de Kamer over de positie die wordt
ingenomen in de Raad. Die wordt op de gebruikelijke manier met u gedeeld. Dat was
het wat betreft Korea.
Voorzitter. Dan kom ik bij Israël. D66 vroeg er onder andere naar, maar ik meende
ook de heer Van Campen: «Wat is nu de stand van zaken van de nationale maatregelen?
Wanneer kunnen we het voorstel verwachten?» Er moet natuurlijk een algemene maatregel
van bestuur opgesteld worden. Die moet ook nog naar de Raad van State. Daar wordt
momenteel hard aan gewerkt. Daarbij is de uitdaging om het ook uitvoerbaar te krijgen.
Ik denk dat dat ook heel belangrijk is. Dat moet met snelheid maar wat ons betreft
ook met zorg gebeuren vanwege de complexiteit van de materie, maar wat mij betreft
dus zo snel mogelijk. Maar we hebben ook wel even tijd nodig om de goede stappen daarvoor
te doorlopen.
Dan de vraag of de Staatssecretaris kan toezeggen het nationale importverbod op te
brengen in de Raad. Ik zal dat en marge opbrengen bij de verschillende leden waar
ook al eerder contact mee is geweest met betrekking tot de nationale maatregelen en
die daarvoor openstaan.
Dan had de heer Paternotte van D66 nog een vraag over het proactief benaderen van
bedrijven en het ontmoedigen. Het kabinet ontmoedigt al jaren economische activiteiten
van Nederlandse bedrijven in illegale nederzettingen en in de door Israël bezette
gebieden. Maar we hebben er extra aandacht voor gevraagd om dat nu nog actiever te
communiceren op de website van de RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland,
en de ambassade van Tel Aviv. Dat is volgens mij een toezegging die eerder gedaan
was aan de Tweede Kamer, en ik denk zelfs aan de heer Paternotte.
Dan tot slot nog Mozambique.
De voorzitter:
Sorry, Staatssecretaris. Eerst nog een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
De Staatssecretaris zegt dat ze het en marge gaat opbrengen bij de Raad in gesprek
met de landen waar we eerder contact mee hebben gehad en waarvan we weten dat die
ervoor openstaan. Ja, als je een Staatssecretaris dat hoort zeggen, dan weet je natuurlijk
dat dat echt één wandelganggesprekje wordt. Er is een aangenomen Kamermotie die vraagt
om hier actief de boer mee op te gaan. Dat betekent juist de landen aanspreken die
we nog niet aan boord hebben, dus niet alleen met België, Slovenië en Ierland hierover
kletsen. Ik snap dus niet waarom de Staatssecretaris hier toch zo niksig op reageert.
Ik hoop dat ze echt haar best gaat doen en zich ervoor gaat inzetten dat we een Europees
handelsembargo krijgen.
Staatssecretaris De Vries:
Eens. Ik heb me dan in die zin ongelukkig uitgedrukt; laat ik dat maar aangeven. Het
is overigens wel zo dat dit in principe meer bij de andere Raad thuishoort, waar mijn
collega David van Weel natuurlijk aan de lat staat om daarheen te gaan. Maar ik zal
natuurlijk proberen dat en marge van de vergadering ook bij andere landen aan te kaarten.
De voorzitter:
Dank u wel. U zit aan uw taks, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Zou dat in het verslag kunnen worden meegenomen?
Staatssecretaris De Vries:
Als daar iets over te melden is, dan nemen we dat natuurlijk altijd mee in het verslag
naar aanleiding van de Raad Buitenlandse Zaken. Ik zal dit ook nog aan mijn collega
David van Weel overbrengen, omdat hij de meeste contacten daarover heeft gehad in
de afgelopen periode.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. Laatst blokje, toch, geloof ik?
Staatssecretaris De Vries:
Ja, het laatste blokje. Dat gaat over exportkredietverzekeringen en een lng-project
in Mozambique. Zoals vermeld in de eerdere beantwoording van Kamervragen door het
Ministerie van Financiën op 1 september, lopen er twee polissen op Mozambique: een
financieringspolis en een exporteurpolis. De financieringspolis ligt stil, maar dat
heeft mevrouw Hirsch ook kunnen lezen in de antwoorden op de schriftelijke vragen.
Dit in tegenstelling tot de exporteurpolis. Bij de financieringspolis gaat het om
een polis waar nu geen rechten aan ontleend kunnen worden totdat is ingestemd met
de gevraagde wijzigingen. Dat ligt voor de exporteurpolis anders. Dat is gewoon een
lopende polis.
De voorzitter:
Dat was het? Mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dan heb ik toch wel een vraag. Even voor de mensen thuis: dit is niet de eerste keer
dat we over het lng-project in Mozambique spreken. Sterker nog, de Nederlandse regering
heeft samen met de exportkredietverzekeraar besloten om alle verzekeringen stil te
leggen – die informatie heeft de Kamer gekregen – omdat er een gigantische aanslag
is gepleegd op mensen in het projectgebied, waar grove mensenrechtenschendingen hebben
plaatsgevonden en grote onveiligheid heerst. De Kamer is tot de brief van vanochtend
altijd verzekerd dat alle activiteiten waarbij onze exportkredietverzekeraar betrokken
is, waren stilgelegd in afwachting van nader onafhankelijk onderzoek om te beoordelen
of we überhaupt nog betrokken zouden moeten zijn bij dat project. Vanochtend kregen
we bevestigd dat er een sinds 2021 lopende verzekering is voor baggerbedrijf Van Oord
dat in dit gebied actief is. Ik wil echt iets meer uitleg van de Staatssecretaris.
Aan de ene kant wordt tegen de Kamer gezegd: wat daar gebeurt, is zo ernstig dat wij
voor de duur van het onderzoek stoppen met de verzekering. Vandaag worden we echter
geïnformeerd dat dit helemaal niet het geval is. Hoe kan dat?
Staatssecretaris De Vries:
Ik begrijp dat natuurlijk van mevrouw Hirsch. Ik weet ook niet waarom dit niet eerder
in de stukken separaat is genoemd. Dat kan ik gewoon niet zeggen.
De voorzitter:
Mevrouw Hirsch met haar laatste interruptie.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik hoop dat ik de toezegging kan krijgen dat we daar nog een verklaring voor krijgen
van beide verantwoordelijke bewindslieden. Een vervolgvraag is dan deze. De Staatssecretaris
heeft in een vorige rol in de commissie van Financiën gezeten toen het hierover ging.
Klopt het nou dat als wordt besloten dat de verzekering die is stopgezet niet wordt
toegekend omdat er sprake is van grove mensenrechtenschendingen en onveiligheid, de
verzekering die nog wel blijkt te lopen toch moet worden uitbetaald omdat die niet
is stopgezet? Gaat de Nederlandse belastingbetaler uiteindelijk toch opdraaien voor
kosten die gemaakt worden door het Nederlandse baggerbedrijf dat ondanks grote zorgen
over de veiligheid toch is doorgegaan met het verrichten van werkzaamheden?
Staatssecretaris De Vries:
Als ik het goed begrepen heb, maar ik kijk ook even naar mijn adviseurs links van
mij, loopt die exporteurpolis, ook juridisch. Die is er voor het geval er niet wordt
betaald voor uitgevoerde werkzaamheden. Dus als er niet betaald wordt voor uitgevoerde
werkzaamheden, zal de polis worden ingeroepen en zal er ook betaling moeten plaatsvinden
door het Rijk.
De eerste vraag was volgens mij of er schriftelijk op kan worden teruggekomen. Ik
vind dat ingewikkeld, omdat de eerste verantwoordelijkheid bij het Ministerie van
Financiën ligt en de RBZ niet de Raad is waarin dit wordt besproken. Ik ga even kijken
met mijn collega of wij hierover wat meer duidelijkheid kunnen geven in een brief.
De voorzitter:
Een punt van orde van mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
De Minister van Financiën beantwoordt mede namens u ... Dan hoop ik wel dat ik een
toezegging kan krijgen dat die antwoorden er ook komen.
Staatssecretaris De Vries:
Ik doe u de toezegging, maar mijn collega van Financiën is eerstverantwoordelijk en
ik ben medeverantwoordelijk. U krijgt de stukken altijd mede namens mij. Ik ga er
samen met mijn collega van Financiën voor zorgen dat u daar een verhelderende brief
– ik hoop dat het een verhelderende brief zal zijn – over krijgt. Dan ga ik dat zo
met mijn collega proberen te regelen.
De voorzitter:
Dan nemen wij dat op in de toezeggingen. We gaan door naar de tweede termijn van de
zijde van de Kamer. U heeft 1 minuut 20 voor het betoog. Meneer Paternotte is als
eerste aan de beurt.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik denk dat het goed is dat we een tweeminutendebat doen. Daar hebben
we op zich nog twee weken de tijd voor, maar misschien is het wel handig als dat deze
week nog wordt ingepland in verband met het verkiezingsreces. Anders zijn we gaarne
bereid om dat volgende week of de week erna te doen, als het niet samenvalt met verkiezingsdebatten.
We hebben duidelijk van de Staatssecretaris gehoord dat we geen positie zullen krijgen
over het Mercosur-verdrag en trouwens ook niet over Indonesië. Dat heeft natuurlijk
te maken met de politieke constellatie van het kabinet, maar ik vond het wel moeilijk
in dit debat dat je geen vragen kunt stellen aan partijen die blijkbaar tegenhouden
dat Nederland zich voor een handelsverdrag kan uitspreken. Dan zullen we die kans
maar moeten grijpen in andere debatten.
Waar hangt het voor het kabinet nou precies van af of wij ons voor het Mercosur-verdrag
kunnen uitspreken? Wat wil de Staatssecretaris gaan doen om de splitsing tegen te
houden waarvan ze zegt die niet te willen? Wij denken namelijk dat die nu eenmaal
een feit is en dat het desondanks belangrijk is dat in ieder geval het economische
deel van het akkoord zo snel mogelijk wordt doorgevoerd.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Campen.
De heer Van Campen (VVD):
Voorzitter. Ook wij kijken reikhalzend en met belangstelling uit naar de kabinetsappreciatie
van het Mercosur-akkoord. Mijn fractie is er echt van overtuigd dat er voor de agrarische
sector in de brede zin echt positieve kanten aan zitten. Ja, dat er inkomenseffecten
zijn voor de varkenshouderij en de pluimveehouderij, weten we. Maar ook in die sector
wordt op dit moment goed geld verdiend. Het gemiddelde inkomen in de varkenshouderij
was vorig jaar € 500.000, zeg ik tegen mevrouw De Korte naar aanleiding van haar interruptie
op de Staatssecretaris. Dat is ook het gevolg van handel. Dat zal zich moeten corrigeren.
We zien uit naar de appreciatie van de Staatssecretaris en bekijken nog of we in het
tweeminutendebat eventueel met een motie komen over Mercosur, al dan niet met D66.
Daar wil ik het voor nu bij laten, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
Voorzitter. Ik wil de Staatssecretaris bedanken voor alle antwoorden in haar eerste
debat over buitenlandse handel. Ook dank dat u zich wilt inzetten voor de Nederlandse
belangen. U heeft een aantal keren aangeven dat dit belangrijk blijft in Europa met
wat daar allemaal gebeurt.
Mercosur komt eraan. Ik hoop echt dat we dit op tijd kunnen bespreken in de Tweede
Kamer. Er is nu toch een soort reces en daarna is er een parlement in nieuwe samenstelling.
We hopen dat dit hier aan de orde kan komen, dat er ruimte is om hierover te spreken.
NSC heeft hierin een afweging gemaakt. Wij vinden dat we moeten voorstemmen en ik
hoop dat andere partijen dat ook doen, met alle afwegingen die er zijn.
We wensen de Staatssecretaris veel succes bij deze voor haar eerste informele Raad
Buitenlandse Handel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Ram met zijn inbreng.
De heer Ram (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Wij zijn in ieder geval blij te horen dat de Staatssecretaris
zegt dat ze echt voor het Nederlandse belang opkomt. Sinds Minister Klever is er een
nieuwe traditie ontstaan, namelijk dat we echt voor het Nederlandse belang opkomen.
Daarvoor kwamen in ieder geval een aantal VVD-Ministers vooral voor het Europese belang
op, maar niet voor het Nederlandse belang.
Op het punt van de staalsector: ik wil dat u dat aan de orde stelt in deze Raad. Het
is een belangrijk punt. Met de problemen die Tata Steel heeft, blijft het bedrijf
een zorgenkindje wat de PVV betreft.
U heeft al aangeven dat u aan de slag gaat met de export van varkensvlees en dat u
op dit moment niet veel kunt zeggen over de diplomatieke acties die u onderneemt.
Dat begrijp ik best. Het blijft in ieder geval wel onze aandacht houden. Ik hoop dat
de Staatssecretaris hier een belangrijk punt van maakt in de Raad.
Dan het punt van de verdragen met Indonesië en India. De Staatssecretaris geeft aan
dat er een onderzoek van de Europese Unie komt, maar ik heb de Staatssecretaris gevraagd
om een onderzoek naar de effecten op de Nederlandse economie. Ik vind het Nederlandse
belang het allerbelangrijkste. Het verzoek aan de Staatssecretaris is om dat punt
van het Nederlandse belang serieus te nemen. Onderzoek de gevolgen van deze verdragen
voor de Nederlandse economie; geen overzicht van de gevolgen voor de Europese economie
gezien vanuit de EU.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen, met uw bijdrage.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank, voorzitter. Ik heb nog een paar vragen over het EU-Mercosur-verdrag. In een
recente studie van de Universiteit van Amsterdam staat dat de EU hoogstwaarschijnlijk
wordt gedwongen tot het uitstoten van meer broeikasgassen door het Mercosur-verdrag.
Kan de Staatssecretaris dat bevestigen?
Ik blijf toch zitten met de bindende duurzaamheidsafspraken. Wat betekenen die nou
precies? Gaan we de Amazone dan inderdaad meer beschermen? Is dit akkoord in lijn
met internationale afspraken over het klimaat, zoals het Parijsakkoord?
Tot slot. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat we pesticiden die in de Europese
Unie verboden zijn, onder het Mercosur-verdrag gaan exporteren naar Brazilië en andere
Mercosur-landen? Klopt het dat dat schadelijk is voor de gezondheid? Kan Europa nog
geloofwaardig opkomen voor mensenrechten en gezondheid als we pesticiden die hier
verboden zijn, gaan exporteren naar landen als Brazilië?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan mevrouw Hirsch, als laatste van de Kamer.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel. Mevrouw De Korte zei het al: dit is ons eerste echte handelsdebat met
deze Staatssecretaris. Het is goed dat handel serieus benaderd wordt. Het is een urgent
thema, waarbij we met elkaar van gedachten moeten wisselen over de vraag hoe we naar
de toekomst van het handelsbeleid kijken. Daarom ben ik blij dat de Staatssecretaris
ons ervan heeft verzekerd dat ze zorgvuldig zal kijken naar alle vragen die er zijn
over het handelsverdrag met Zuid-Amerika. Ik ben toch wel een beetje teleurgesteld
in een aantal collega's, die op basis van een rapport uit 2020 en de opinie van werkgevers
blijven volharden in het benadrukken van het belang van dit verdrag zonder andere
afwegingen, die toch echt tot serieuze zorgen leiden, mee te willen nemen.
Als laatste een punt over het toekomstgerichte handelsbeleid. Ik ben heel benieuwd
naar de positie en de visie van het kabinet: hoe gaan wij onze relaties met bondgenoten
verdiepen op een zodanige manier dat ze toekomstbestendig zijn? Daarbij moeten we
dus nadenken over het welzijn van de mensen met wie we handeldrijven en de grenzen
van de planeet. Ik hoop heel erg dat we tot een visie kunnen komen waarbij we de kracht
van Europa ook daar durven inzetten. Dat betekent dat we op de korte termijn misschien
meer moeten geven, maar dat we op de middellange termijn kunnen komen tot handelsrelaties
waarbij iedereen ervan verzekerd is dat we daarmee de toekomst in kunnen.
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat leidt tot een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik probeer het toch nog een keer. Ik probeerde het in de eerste termijn al. Afgelopen
zaterdag zei de partijleider van mevrouw Hirsch nog dat hij Minister-President wil
worden. Is het voor haar nou ondenkbaar dat hij als Minister-President zou instemmen
met het Mercosur-handelsverdrag in de Europese Raad?
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de vraag. Ik hoop dat we dat antwoord kunnen krijgen op het moment dat mijn
partijleider Minister-President is.
De heer Paternotte (D66):
Dat is natuurlijk jammer voor de kiezers, die dat eerder willen weten, maar ik begrijp
dat u dat openhoudt. Dat vind ik dan in ieder geval winst in dit debat.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
De heer Paternotte volhardt hierin, maar ik ben heel duidelijk geweest over onze twijfels
over het verdrag. Die heeft hij tot nu toe volledig in de wind geslagen, wat ik echt
niet begrijp. Vandaar ook onze vragen, die echt serieus genomen moeten worden door
de Staatssecretaris. Maar dan verwacht ik ook van de heer Paternotte dat hij bereid
is zijn positie te herzien als de antwoorden op die vragen niet in lijn met de positie
van zijn partij blijken te zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan naar de tweede termijn van de Staatssecretaris. Moeten we nog
schorsen of kunt u meteen door?
Staatssecretaris De Vries:
Ik wil wel een poging doen om direct door te gaan, voorzitter.
De voorzitter:
De Staatssecretaris gaat een poging doen. Het woord is aan de Staatssecretaris.
Staatssecretaris De Vries:
D66 vroeg: waar hangt de appreciatie van het Mercosur-verdrag nu eigenlijk van af?
Ik heb al aangegeven dat het natuurlijk van de tekst en inhoud van het verdrag afhangt,
en ook van de vrijwaringsmaatregelen, die nog moeten komen. Ik heb ook aangegeven
dat we ook zullen kijken naar hoe het in de Kamer voorligt, maar we zullen zeker ook
kijken naar bijvoorbeeld geopolitieke zaken. Ik ga u niet alsnog verblijden met de
mededeling dat ik nu alvast een kabinetsappreciatie ga geven, maar ik heb al aangegeven
dat we dat zo snel mogelijk willen doen. Dan kom ik een beetje bij mevrouw De Korte.
Dat gaat denk ik niet meer lukken met de huidige Kamer, maar goed, we zullen het zo
snel mogelijk doen, zodra we de definitieve teksten hebben, ook die van de aanvullende
stukken. Volgens mij wordt de nieuwe Kamer op 11 november geïnstalleerd. Dan moet
er ook echt nog ruimte zijn – dat vind ik heel belangrijk – voor een goed gesprek
met uw Kamer, zodat die zich er een mening over kan vormen.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
12 november komt de nieuwe Tweede Kamer. De elfde van de elfde is het afscheid van
de oude Kamer. Ik had niet het idee dat ik alsnog een kabinetsappreciatie zou krijgen,
maar ik vroeg eigenlijk of de Staatssecretaris iets meer inhoudelijk kan ingaan op
die weging. Wat is er in die vrijwaringsinstrumenten dan nog precies nodig waardoor
het kabinet denkt: nou, dán zijn we overtuigd?
Staatssecretaris De Vries:
Dan zou ik al een tipje van de sluier oplichten. Ik weet dat er met bijvoorbeeld Frankrijk
heel nadrukkelijk gesproken is over wat er moet. Frankrijk maakte zich namelijk ook
zorgen over de landbouwsector. Ik heb die definitieve teksten op dit moment nog niet.
Er zijn natuurlijk al quota, die afgesproken zijn binnen het verdrag zelf, maar dit
gaat om de tussenmaatregelen die je kan nemen, mochten er echt zaken zijn die helemaal
de verkeerde kant opgaan. Ik ga niet zeggen hoe dat in het totale pakket meeweegt,
want dan ga ik alsnog een deel van de appreciatie aan u geven, en dat was ik niet
van plan, zo had ik mij voorgenomen.
Dan had de heer Paternotte ook nog een vraag over de splitsing. Nederland kan de splitsing
die gedaan is, niet tegenhouden. Er ligt nu een apart verdrag. Dat is nu de situatie.
Misschien is dat voor de heer Paternotte geruststellend – dat weet ik niet. Alleen,
dat was natuurlijk niet de inzet van Nederland, conform de motie-Teunissen, maar het
is wel zoals het nu is. Ik kan er op dit moment ook niks meer aan doen.
De voorzitter:
Dat leidt tot een vraag van mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik ben toch even nieuwsgierig. Ik weet niet hoe vaak het al is voorgekomen dat een
grondslag in deze fase van de onderhandelingen gesplitst is. Contacten van mij zeggen
dat daar juridische consequenties aan zouden moeten zitten, omdat dit ingaat tegen
afspraken die gemaakt zijn. Kan de Staatssecretaris daar iets over zeggen?
Staatssecretaris De Vries:
Dat kan ik niet zo even uit de losse pols doen. Dat durf ik niet te zeggen. Ik denk
dat het vaker voorgekomen is dat er gesplitst is. Mij wordt ingefluisterd dat dit
is gebeurd met Japan en Vietnam. Ik ga ervan uit dat dit juridisch ook kloppend is
geweest destijds. Ik ben niet een jurist, die hier even de zaken in detail daarover
kan aangeven.
De voorzitter:
Nog een vraag van mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Kunnen we daar dan over geïnformeerd worden? Ik vroeg het specifiek over dit verdrag.
Ik weet niet hoe het met de andere verdragen zit. Is dat ook echt in deze late fase
van de onderhandelingen gebeurd? Wat is de juridische grondslag om dit wel te mogen
doen? Het is wel belangrijk dat wij als Kamer ook begrijpen welk mandaat we aan de
EU hebben gegeven om dit soort onderhandelingen te doen.
De voorzitter:
Een informatieverzoek.
Staatssecretaris De Vries:
Het lijkt me prima om dat in de kabinetsappreciatie mee te nemen. Er staan ook nog
een heleboel vragen van u open, waarbij al eerder naar de kabinetsappreciatie verwezen
is. Volgens mij heb ik al eerder toegezegd dat die meegenomen gaan worden in de kabinetsappreciatie
die al een paar keer genoemd is.
Dan had de heer Ram zijn zorgen geuit over de staalsector. Bij het onderwerp over
de VS-EU-handelsdeal of de tarievendeal zal ik daar natuurlijk aandacht voor vragen.
Wij zullen goed monitoren wat er gebeurt met de varkenssector en China.
Als het gaat om het onderzoeken van de effecten van handelsakkoorden, heb ik gezegd
dat er een impactassessment gedaan wordt door de Europese Unie, maar dat vond u in
elk geval niet voldoende. Eigenlijk kijken wij standaard bij ieder akkoord specifiek
naar de effecten voor Nederland. Ik ga er ook van uit dat die in de kabinetsappreciatie
worden meegenomen.
Van mevrouw De Korte heb ik nog een vraag over de envelop van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid in de Europese Unie. Er is 6 miljard euro voor compensatie voor boeren
die geraakt worden door een marktverstoring door een handelsverdrag of andere redenen.
Het voorstel van de Commissie bevat geen individuele compartimenten ten behoeve van
bijvoorbeeld Mercosur of andere ontwikkelingen die leiden tot marktverstoring, maar
het is een totale envelop waarin compensatie voor boeren is opgenomen.
Dan mevrouw Teunissen.
De voorzitter:
Maar eerst leidt dit nog tot een vraag van de heer Ram.
Staatssecretaris De Vries:
Het was een vraag van mevrouw De Korte.
De heer Ram (PVV):
Ik dacht dat u klaar was met de beantwoording van die vraag, maar dat dit een vraag
was van mevrouw Teunissen. Mijn vraag gaat over wat u aangeeft, namelijk dat wordt
onderzocht wat het belang voor de Nederlandse economie is bij de handelsverdragen
en dat dit komt bij de appreciatie. Dat lijkt u waarschijnlijk, maar kan ik ook een
toezegging krijgen dat die doorrekening van die nieuwe verdragen er ook echt komt
voor de Nederlandse economie?
Staatssecretaris De Vries:
Ja.
Dan had ik nog een vraag liggen van mevrouw Teunissen over ontbossing en illegale
praktijken. Deze zijn in eerste instantie natuurlijk illegaal naar nationaal recht.
Dat geldt ook in Brazilië. Er is in eerste instantie dus sprake van een nationale
procedure. Op basis van dit verdrag is er een extra laag afspraken. De Europese Unie
krijgt dus ook een instrument om de Mercosur-landen hierop aan te spreken. Dat gaat
dan om het Parijsakkoord en de toezegging om illegale ontbossing tegen te gaan. Uiteindelijk
is de opschorting van handelsmaatregelen nodig. Er staat «nodig», maar ik bedoel «mogelijk».
Ik vond het al een hele rare zin.
Dan had mevrouw ...
De voorzitter:
Sorry, mevrouw de Staatssecretaris. Dat leidt tot een vraag van mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik had gevraagd om wat meer verduidelijking over de bindende duurzaamheidsafspraken
waar de Staatssecretaris het over had. Nu hoor ik het haar over het Parijsakkoord.
Is dat het enige bindende dat in het verdrag staat?
Staatssecretaris De Vries:
Ik kijk even naar mijn ondersteuning. Ook arbeidsomstandigheden en al dat soort zaken
zitten daarin. We kunnen dat nog uitgebreider in de appreciatie meenemen, zodat het
voor u helder is welke verschillende zaken daarin geregeld worden.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb het rijtje gezien, maar de vraag zit op het volgende punt. Als er toch een
overtreding plaatsvindt, hoe gaat er dan tegen opgetreden worden? De Staatssecretaris
zei namelijk dat de afspraken bindend zijn. Welke sancties staan daar dan bijvoorbeeld
tegenover? Daar zie ik niks over in het verdrag. Tegelijkertijd zie ik wel activiteiten
die door het verdrag mogelijk worden gemaakt, zoals de extra productie van rundvlees,
wat zorgt voor extra broeikasgasuitstoot, wat helemaal niet in lijn is het met Parijsakkoord.
Ik snap gewoon niet wat er bindend is aan deze afspraken.
Staatssecretaris De Vries:
Ik heb toegezegd dat we daar nog uitgebreider op ingaan in de kabinetsappreciatie. Ik heb ook aangegeven dat het een extra instrument is boven op de nationale
mogelijkheden die er zijn. Ik heb aangegeven dat er expertpanels zijn en dat landen
dan ook aangesproken worden. De allerlaatste optie is dat er handelsmaatregelen opgeschort
kunnen worden. Dat is wat landen kunnen doen met elkaar.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Staatssecretaris De Vries:
Mevrouw Teunissen vroeg ook naar de verboden op pesticiden. Het is aan Brazilië en
zijn nationale regelgeving wat ze wel en niet toelaten aan gewasbeschermingsmiddelen.
Die bevoegdheid ligt bij de landen.
Mevrouw Hirsch had een vraag ...
De voorzitter:
Nog één vraag over uw laatste antwoord.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Als ik het goed begrijp, is de lijn van het kabinet dus dat het niet uitmaakt dat
die middelen hier verboden zijn. Onder het Mercosur-verdrag gaan we pesticiden die
in de Europese Unie verboden zijn, naar die landen exporteren. Dat vinden we met z'n
allen prima, ook al leidt dat tot gezondheidsschade voor de mensen daar.
Staatssecretaris De Vries:
We kunnen hun natuurlijk niet verbieden om bepaalde productstandaarden wel of niet
toe te passen. Het is dan aan Brazilië om die standaarden voor dit soort zaken neer
te leggen.
De voorzitter:
Laatste vraag.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Maar de EU sluit het verdrag, dus wij moeten nu akkoord gaan met het verdrag of niet.
In dat verdrag is opgenomen dat het vanuit Europa toegestaan is om pesticiden, landbouwgif
dat hier verboden is, te exporteren naar die landen. De kabinetslijn is dus: wij vinden
het prima dat er verboden gif wordt geëxporteerd naar Brazilië en dat het daar schade
veroorzaakt.
Staatssecretaris De Vries:
Volgens mij moet ik de kabinetsappreciatie nog sturen. Daar komt het kabinetsstandpunt
in. Nu is het zo geregeld dat de standaarden ... Dat geldt andersom overigens ook.
Als de Europese Unie bepaalde standaarden heeft, moeten ook die producten daaraan
voldoen. Dat geldt anderzijds ook. Ik kan me ook nog wel wat dingen herinneren waarbij
het wel heel erg bijzonder zou zijn als wij dat dan daar ... Nou, nee, laat ik dat
niet zeggen. Uiteindelijk is het dus aan u om te zeggen: ik vind dit een akkoord waar
ik wel of niet mee kan instemmen. Daar gaat het kabinet ook nog een appreciatie over
geven. Dit is wel zoals het is.
Dan mevrouw Hirsch van GroenLinks-PvdA. Als ik de vraag goed begrepen heb ... Nee,
ik heb de vraag niet goed begrepen. Hier is opgeschreven: «Steun voor landen tegen
dwang door de VS». Misschien kan mevrouw Hirsch de vraag nog even toelichten?
De voorzitter:
Dat kan mevrouw Hirsch wel.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ja. Ik was juist heel erg tevreden met het feit dat al die vragen werden beantwoord.
Mijn vraag was als volgt. We hebben die VS-deal gesloten. We zien natuurlijk dat de
VS met een aantal landen op een wat onbehoorlijke manier omgaan, om het even mild
uit te drukken. Die landen zijn juist onze bondgenoten. Die landen bekijken dus ook
wat de EU nu doet en die denken: zij geven de VS de zin en ondertussen worden wij
als oud vuil behandeld. Ik hoop dus dat de EU mitigerende maatregelen treft richting
die landen – noem India, noem Brazilië; die zijn al een paar keer genoemd – om ervoor
te zorgen dat we niet uit elkaar gedreven worden door een politicus zoals Trump.
De voorzitter:
De Staatssecretaris. Is de vraag helder?
Staatssecretaris De Vries:
Dat is wel een heel brede vraag, waar we volgens mij wel een uur over zouden kunnen
spreken.
De voorzitter:
Nou, we hebben nog even, hoor.
Staatssecretaris De Vries:
Hebben we die tijd nog? Nee, die hebben we niet meer. Ik denk dat het belangrijk is
om te proberen ervoor te zorgen dat landen niet tegen elkaar uitgespeeld worden. Daarom
vind ik het ook belangrijk dat wij gezamenlijk met landen en andere partners optrekken.
Ik vind het wat ingewikkeld om dat dan weer te verbreden tot allerlei landen waarmee
we die relatie niet hebben. Misschien kunnen wij daar in een ander debat nog eens
een keer wat uitgebreider over spreken met elkaar.
Dan iets over de handelsverdragen. U had het erover dat handelsverdragen niet eenzijdig
zouden moeten zijn. Het is wel belangrijk dat handelsverdragen een beetje een kwestie
van geven en nemen zijn, dus niet alleen maar je wil opleggen aan één kant. Ik denk
dat dat ook belangrijk is als je uiteindelijk kijkt naar de weging van de voorstellen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Bent u hiermee aan het einde gekomen van uw tweede termijn? Dat is het
geval. Ik zag nog blaadjes liggen, dus ik dacht: ik check het even. Ah, die heeft
u allemaal al gehad! Dan kijk ik ook nog even naar de leden. Volgens mij is alles
beantwoord.
Dan zijn we aan het einde gekomen van dit debat. Er is een tweeminutendebat aangevraagd
door de heer Paternotte. Het is wel belangrijk dat het tweeminutendebat morgen ook
wordt aangevraagd bij de regeling van werkzaamheden in de plenaire zaal, omdat dit
de laatste week is voor het verkiezingsreces.
Er is een viertal toezeggingen gedaan. Luister allemaal even goed mee of wij ze goed
hebben opgeschreven.
– De Staatssecretaris zegt toe en marge van de informele RBZ Handel van 13 en 14 oktober
in gesprek te gaan met andere lidstaten om te pleiten voor een verbod op handel met
illegale Israëlische nederzettingen en hier in het verslag van de informele RBZ Handel
schriftelijk op terug te komen. Dat is een toezegging aan de heer Paternotte.
– De Staatssecretaris zegt toe schriftelijk terug te komen op de nadere vragen van het
lid Hirsch over de exportkredietverstrekking in Mozambique.
De vraag is alleen even wanneer. We hebben wel een deadline hierbij nodig. Als de
toezegging inhoudelijk klopt, is de vraag nog even wanneer.
Staatssecretaris De Vries:
Ik ben een beetje afhankelijk van een ander ministerie. Voor het einde van het reces?
De voorzitter:
Voor het einde van het reces. Hartstikke goed.
Staatssecretaris De Vries:
Het verkiezingsreces bedoel ik, hè?
De voorzitter:
Voor 11 november dus. Mevrouw Hirsch wil daar nog een opmerking over maken. Kort.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ja, omdat we zo weinig informatie hebben over wat er speelt. Er wordt nu ook over
gesproken dat de beslissing over het contract met Total binnenkort wordt genomen.
Ik ga ervan uit dat we de antwoorden op die vragen krijgen voordat er onomkeerbare
beslissingen zijn genomen.
Staatssecretaris De Vries:
Volgens mij loopt er nog een onderzoek. Ik ga ervan uit dat we die zaken dan een beetje
gelijk met elkaar op kunnen laten lopen.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Mijn vraag ging over onomkeerbare beslissingen.
De voorzitter:
Jaja, de Staatssecretaris neemt het mee. Of niet?
Staatssecretaris De Vries:
Ja, het lijkt me op zich logisch dat wij eerst de Kamer infomeren en dat dan pas in
gang wordt gezet wat we wel of niet gaan doen.
De voorzitter:
Oké. Dan toezegging drie.
– De Staatssecretaris zal in de kabinetsappreciaties terugkomen op de effecten van de
akkoorden met Indonesië en India voor de Nederlandse economie. Dat is een toezegging
aan de heer Ram.
Dan de vierde en laatste toezegging.
– De Staatssecretaris zegt toe in de kabinetsappreciatie van het EU-Mercosur-akkoord
terug te komen op de juridische grondslag voor de splitsing van het akkoord en te
komen met een verduidelijking van de bindende duurzaamheidsafspraken. Dat zijn toezeggingen
aan de leden Hirsch en Teunissen.
Hartstikke goed. Dan dank ik de Staatssecretaris, de leden en natuurlijk de collega's
van de Tweede Kamer. Dan sluit ik hierbij dit debat.
Sluiting 16.44 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J. Thijssen, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier