Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 4 september 2025, over verzameldebat BES
36 800 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2026
Nr. 6
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 26 september 2025
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft op 4 september 2025 overleg gevoerd
met de heer Van Marum, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
over:
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 17 december
2024 inzake eerste halfjaarrapportage C(A)ft en Cft BES 2024 (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 34);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 18 december
2024 inzake beleidsreactie op WODC-rapport Ambtelijk-bestuurlijke integriteit in Caribisch
Nederland (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 36);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 9 januari
2025 inzake stand van zaken financieel en begrotingsbeheer Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba 2021–2023 (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 38);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 22 januari
2025 inzake het vierde periodiek wetgevingsoverzicht en een actualisatie van voorstellen
voor de verbeterde betrokkenheid van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba bij het beleids-
en wetgevingsproces (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 41);
– de brief van de Minister van Defensie d.d. 31 januari 2025 inzake jaarplan 2025 Kustwacht
voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 36 600 X, nr. 74);
– de brief van de Minister van Klimaat en Groene Groei d.d. 21 maart 2025 inzake brandstofvoorziening
van Bonaire (Kamerstuk 29 023, nr. 558);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 24 maart
2025 inzake afschrift van het antwoord op de brief van de eilandsraden over de wijziging
van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Wet financiën openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 52);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 15 april
2025 inzake tweede halfjaarrapportage C(A)ft en Cft BES 2024 (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 54);
– de brief van de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering d.d. 14 mei
2025 inzake voortgang bestuursakkoorden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en andere
belangrijke onderwerpen (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 56);
– de brief van de Minister van Defensie d.d. 15 mei 2024 inzake jaarverslag 2023 Kustwacht
voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 36 410 X, nr. 87);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d.
20 juni 2025 inzake waarborgen van het principe «comply or explain» (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 70);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d.
3 juli 2025 inzake voortgangsbrief bestaanszekerheid Caribisch Nederland (Kamerstuk
36 600 IV, nr. 72);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d.
1 september 2025 inzake Agenda Goed Bestuur Caribisch Nederland (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 73);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d.
29 augustus 2025 inzake verhoging aantal leden eilandsraad en bestuurscollege Bonaire,
Sint-Eustatius en Saba (Kamerstuk 33 202, nr. 2);
– de brief van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d.
3 september 2025 inzake stand van zaken Selibon (Kamerstuk 22 343, nr. 430).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, O. van Dijk
De griffier van de commissie, Hessing-Puts
Voorzitter: Ceder
Griffier: Hessing-Puts
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Bamenga, Bruyning, Ceder, Van Haasen,
Vermeer, Aukje de Vries en White,
en de heer Van Marum, Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Aanvang 13.01 uur.
De voorzitter:
Goedemiddag, good day, bon dia. Welkom aan eenieder die hier in de zaal zit en aan
hen die meekijken aan de andere kant van de oceaan. Mijn naam is de heer Ceder. Ik
ben vandaag uw voorzitter tijdens het verzameldebat BES. We hebben een flink aantal
sprekers. Er is, ook vanwege de agendapunten, gevraagd om vijf minuten spreektijd
te hebben. Normaal hebben we er vier. Dat geeft de urgentie aan die de Kamer voelt
om het vandaag te hebben over de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.
Ik ga de Kamerleden voorstellen aan u. Ik begin met mevrouw Bruyning van Nieuw Sociaal
Contract. Zij gaat straks, na haar bijdrage, even weg. Dat heeft niet te maken met
desinteresse, maar er is gelijktijdig een debat waar zij een motie moet indienen.
Zij zal daarna terugkeren. We hebben de heer Bamenga van D66, de heer White van GroenLinks-PvdA,
de heer Van Haasen van de PVV en mevrouw De Vries van de VVD. Dit is haar laatste
debat voor de BES, want hierna wordt zij Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
en zal dan dienen onder de Kroon. Gefeliciteerd. Ook hebben we de heer Vermeer namens
BoerBurgerBeweging.
We hebben een spreektijd van vijf minuten. We hopen dat we het vlot kunnen doen. Ik
wil voorstellen om maximaal vier interrupties toe te staan, anders gaan we het mogelijk
niet redden. Ik wil natuurlijk – last but not least – de Staatssecretaris, de heer
Van Marum, die volgens mij voor de eerste keer te gast is in deze commissie, ook van
harte welkom heten. We hopen op een mooi, zinnig en inhoudelijk vruchtbaar debat.
Ik geef dan, zonder verdere vertraging, het woord aan mevrouw Bruyning.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Vandaag spreken we over Caribisch Nederland. Dit is het eerste debat
met de nieuwe Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering. Welkom, Staatssecretaris.
Het is een belangrijk moment, want de inwoners van Bonaire, Saba en Sint-Eustatius
kijken mee. Zij willen weten of wij hun stem horen en of wij in Den Haag eindelijk
laten zien dat we hun belangen serieus nemen.
Laat ik beginnen bij een zorgwekkende ontwikkeling. Per 1 januari 2025 loopt de subsidie
voor UNICEF Nederland af. Tien jaar lang heeft UNICEF, samen met de rijksoverheid,
gewerkt aan de bescherming van kinderrechten. Hun werk is breed en concreet: jongerenparticipatie,
opvoedcampagnes en onderzoek dat beleid beter maakt. Het stopzetten van de subsidie
betekent het stopzetten van die projecten en verlies van opgebouwde kennis en vertrouwen.
Wij vinden dat kinderrechten op de eilanden structureel geborgd moeten zijn, ongeacht
of er toevallig een subsidie loopt of niet. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is:
hoe gaat hij garanderen dat de bescherming van kinderrechten op de eilanden niet afhankelijk
is van tijdelijke subsidies? Is de Staatssecretaris bereid om structurele financiering
of een alternatief te organiseren, zodat het werk van UNICEF niet verloren gaat?
Voorzitter. Dit raakt aan een groter patroon: fundamentele problemen in governance,
zorg en inspraak. Neem Selibon. De afvalverwerking op Bonaire is al jaren een hoofdpijndossier.
Ondergrondse branden, gezondheids- en milieuschade en een bestuurlijke impasse. We
hebben eerder gevraagd om out-of-the-boxoplossingen. Er is ook een motie aangenomen,
maar de uitvoering blijft uit. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is waarom onze aangenomen
motie nog steeds niet is uitgevoerd. Welke concrete stappen, met de nadruk op concreet,
worden dit jaar nog gezet om de puinhoop bij Selibon aan te pakken? Hoe gaat de Staatssecretaris
garanderen dat inwoners niet langer met gezondheidsrisico's worden opgezadeld door
falend bestuur?
Hetzelfde geldt voor de zorg. Het ziekenhuis- en doorverwijzingssysteem functioneert
nog steeds niet naar behoren. Ook al weet ik dat dit niet direct onder de verantwoordelijkheid
van de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties valt maar onder de verantwoordelijkheid
van de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, wil ik deze Staatssecretaris er
toch op wijzen dat hij hierin, naar mijn mening, een coördinerende functie heeft.
Inwoners van Caribisch Nederland krijgen niet de zorg die inwoners van Europees Nederland
vanzelfsprekend vinden.
Dat leidt tot de volgende vragen. Erkent of begrijpt de Staatssecretaris dat er op
dit moment sprake is van tweederangszorg op de eilanden? Wat gaat de Staatssecretaris
concreet doen, zij het in samenwerking met de andere Staatssecretaris of andere ministeries,
om het doorverwijzingssysteem en de ziekenhuiszorg binnen een jaar op orde te krijgen?
Kan de Staatssecretaris garanderen dat de eilanden uiterlijk in de volgende kabinetsperiode
toegang hebben tot dezelfde basiszorg als in Europees Nederland? Hoe zit het met de
uitvoering van het verbeterplan dat is opgesteld door voormalig Staatssecretaris Karremans?
Dan het Belastingplan. Vorig jaar hebben de eilanden uitvoerig input geleverd, maar
daar is nauwelijks iets mee gedaan. Dat voedt het gevoel dat hun stem er niet toe
doet. Dat gevoel raakt direct aan de kern: inspraak. De pilot met de wetgevingstoets
moet niet vrijblijvend blijven, maar structureel verankerd worden. Ik heb de volgende
vragen. Is de Staatssecretaris bereid de wetgevingstoets wettelijk vast te leggen
vóór de verkiezingen? Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat de input van
de eilanden wél serieus wordt meegenomen bij het Belastingplan van dit jaar? Kan de
Staatssecretaris toezeggen dat de eilanden structureel betrokken worden bij het beleid
dat hen direct raakt?
Voorzitter. De problemen rond Selibon, de zorg en het Belastingplan hebben één gemene
deler: gebrek aan serieuze inspraak en een gebrekkige uitvoering. Als inspraak structureel
geborgd is, komt er eerder een belastingplan dat aansluit bij de realiteit. Dan wordt
er eerder geluisterd naar de signalen uit de zorg en dan is, of was, er waarschijnlijk
sneller een oplossing voor de afvalverwerking. Voor NSC is dit de kern. Wij willen
een koninkrijk waarin de inwoners van Caribisch Nederland niet afhankelijk zijn van
toevallige subsidies, losse projecten of Haagse goede wil. We willen een systeem waarin
hun stem verankerd is, hun rechten gegarandeerd zijn en hun voorzieningen op orde
zijn. Kinderen zij geen verdienmodel, burgers zijn geen bijzaak en de eilanden maken
volwaardig deel uit van ons Koninkrijk. Zo moeten we ze ook behandelen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Keurig binnen de tijd. U gaat zo de zaal verlaten. Ik wil dan nu het woord
geven aan de heer Bamenga van D66.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Het College voor de Rechten van de Mens is glashelder. De
mensenrechten op de BES-eilanden staan onder druk door de woningcrisis. Het recht
op huisvesting, een fatsoenlijk dak boven je hoofd tegen een betaalbare prijs, is
voor veel inwoners van Bonaire, Statia en Saba nog steeds geen werkelijkheid. Dat
zie je terug in de verhalen van de mensen zelf. Er zijn gezinnen die noodgedwongen
met drie generaties in één huis wonen. Jongeren verlaten hun eiland omdat er geen
woning te vinden is en er zijn ouderen die meer dan de helft van hun inkomen kwijt
zijn aan huur en nauwelijks geld overhouden voor eten of medicijnen. Dit gaat over
bestaanszekerheid, waardigheid en mensenrechten in de praktijk.
Voorzitter. Wat heb je aan een huis als je de huur niet kunt betalen? Betaalbaarheid
is misschien wel een van de grootste problemen voor de mensen op de eilanden. De huren
slokken een veel te groot deel van het inkomen op. Subsidies zouden juist die zekerheid
moeten bieden, maar in de praktijk laten ze mensen vaak in de steek. Op Bonaire loopt
sinds 2022 een pilot voor de Bijdrage Particuliere Verhuur, maar het blijft steken
in een tijdelijke regeling, met onduidelijkheid over de toekomst. Wanneer wordt dit
eindelijk structureel gemaakt, vraag ik aan de Staatssecretaris. Wanneer krijgen ook
Saba en Statia toegang tot deze regeling? Waarom blijven hun inwoners uitgesloten?
De verhuursubsidie is bedoeld om lage inkomens te ondersteunen, maar in de praktijk
werkt die alleen als de verhuurder meewerkt en dat gebeurt lang niet altijd. Hoe zorgt
de Staatssecretaris ervoor dat deze steun altijd bij huurders terechtkomt? Overweegt
hij verplichtingen of alternatieve routes?
Voorzitter. Het is pijnlijk om te moeten constateren dat mensenrechten in Europees
Nederland beter beschermd zijn dan in Caribisch Nederland. Burgers op de eilanden
voelen zich tweederangs in hun eigen land. Daarom is mijn dringende oproep aan de
Staatssecretaris: geen vertragingen meer, geen pilots zonder vervolg, maar concrete
acties.
Wanneer krijgen mensen op Bonaire, Statia en Saba dezelfde bescherming en dezelfde
kansen op een betaalbaar huis als iedereen in de rest van Nederland? Waarom moeten
de eilanden wachten tot 2027 op een woonwet, die in Europees Nederland al bijna tien
jaar geldt? Kan dit niet sneller? Waarom zien we vertragingen bij de woondeals op
alle eilanden? Hoe is de Minister van Volkshuisvesting hier actief bij betrokken?
Op Bonaire kwamen er vorig jaar bijna 1.300 meldingen binnen bij de Huurcommissie,
maar op Statia en Saba is er nog steeds geen huurcommissie. Wanneer komt daar verandering
in?
Voorzitter. Het College voor de Rechten van de Mens tikt het kabinet ook op de vingers
op het gebied van klimaat. Inwoners van Caribisch Nederland krijgen niet dezelfde
bescherming tegen klimaatverandering als die van Europees Nederland.
De voorzitter:
Ik ga u even onderbreken. U gaat namelijk naar een ander onderwerp, maar u heeft volgens
mij op een vorig punt een interruptie, allereerst van de heer Van Haasen van de PVV.
De heer Van Haasen (PVV):
De heer Bamenga vraagt wanneer de inwoners van de BES-eilanden dezelfde rechten krijgen
op een woning als de inwoners van Europees Nederland. Is de heer Bamenga – dat vraag
ik via u, voorzitter – ervan op de hoogte dat er hier in Nederland in sommige steden
een wachtlijst is van meer dan vijftien jaar?
De heer Bamenga (D66):
Ik ben er zeker van op de hoogte dat de wooncrisis zich niet alleen beperkt tot de
eilanden, maar dat we in Nederland ook te maken hebben met enorme uitdagingen. Dat
vinden we als D66 natuurlijk ontzettend belangrijk. We geven daar prioriteit aan,
maar we zien hier veel ongelijkheid als het gaat om hoe we het vervolgens aanpakken.
De problemen op de eilanden zijn daardoor nog groter. Dat is waar ik het over heb.
De voorzitter:
Ik zie geen vervolginterruptie. Dan heeft de heer Vermeer volgens mij nog een interruptie.
Nee? Dan laten we hem lopen.
De heer Vermeer (BBB):
Nee, sorry, voorzitter. Ik wilde er alleen op attenderen dat er een interruptie was.
De voorzitter:
Dat is zeer collegiaal, dank u wel. Dat is genoteerd. Meneer Bamenga, u zou verdergaan
over klimaatverandering. Gaat uw gang.
De heer Bamenga (D66):
Er ontbreekt een effectief regelgevend kader, waardoor mensen op Bonaire, Saba en
Statia kwetsbaar zijn. Juist daar waar de gevolgen het hardst voelbaar zijn – hieronder
vallen stijgingen van de zeespiegel, kusterosie en orkanen – daalt het klimaatbudget
van 18 miljoen in 2025 naar 5,5 miljoen in 2026 en 4,1 miljoen in 2027. Voor participatie
en kennisontwikkeling is slechts 1 miljoen gereserveerd, terwijl juist de eilandbewoners
oplossingen kennen en willen meewerken.
Voorzitter. Dit roept indringende vragen op aan de Staatssecretaris. Hoe kan hij verantwoorden
dat er miljarden naar Europees Nederland gaan terwijl Caribisch Nederland terugvalt
naar enkele miljoenen? Wanneer komt er een volwaardig regelgevend kader dat dezelfde
bescherming biedt als in Europees Nederland?
Tot slot heb ik nog een opmerking over comply and explain. Wij krijgen namelijk berichten
dat dat inconsistent en selectief wordt toegepast. Graag zou ik daar een toelichting
op willen van de Staatssecretaris.
Ik wil de Staatssecretaris ook heel veel succes wensen met deze nieuwe rol, nieuwe
functie, nieuwe taak erbij. We werken al met veel plezier samen bij Herstel Groningen.
Ik wens u heel veel succes.
Als allerlaatste wil ik mevrouw Aukje de Vries, collega-Kamerlid, bedanken voor de
constructieve samenwerking. Ik wil haar ook heel veel succes wensen bij haar nieuwe
taak en functie als Staatssecretaris. Of is het als Minister? Nee, het is als Staatssecretaris.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was ook binnen de tijd. Het dreigt zo een heel vriendelijk debat te
worden, dus laten we deze vibe met elkaar vasthouden. O, mevrouw De Vries en een aantal
andere sprekers moeten nog komen, hoor ik. Het was slechts een suggestie. Meneer White
van GroenLinks-PvdA, u bent aan de beurt.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. We spreken vandaag met een nieuwe bewindspersoon. Welkom bij deze
portefeuille voor Caribisch Nederland. Er is veel te bespreken. Ik zal in de beperkte
spreektijd van dit debat een aantal onderwerpen langsgaan.
Ik begin met de bestaanszekerheid op de eilanden. Al geruime tijd vragen we hier Kamerbreed
aandacht voor. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren stappen gezet. Het is echter nog
niet genoeg. Nog te veel mensen op de eilanden moeten rondkomen van een te laag inkomen
en hebben nog steeds moeite met de hoge kosten van hun levensonderhoud. De langetermijnmaatregelen
laten op zich wachten en de val van het kabinet zal helaas verdere vertraging opleveren.
GroenLinks-PvdA heeft voor nu enkele concrete vragen. Wanneer wordt de werkloosheidsvoorziening
voor de eilanden afgerond? Twee. Hoelang gaat het duren voordat de inkomensafhankelijke
kindregeling wordt geïntroduceerd als in het najaar de verkenning naar de Kamer wordt
verstuurd? Wat is de reden dat openbaar vervoer op Bonaire en Sint-Eustatius zo lang
op zich laat wachten terwijl de budgetten beschikbaar zijn? Waarom heeft het kabinet
er niet voor gekozen om de tegemoetkoming voor de nutsvoorzieningen telecom, drinkwater
en elektra, structureel te regelen? Ook na 2026 blijft dit voor mensen op de eilanden
van cruciaal belang.
Voorzitter. Selibon. De problemen bij deze afvalverwerking op Bonaire zijn nog steeds
niet goed opgelost. Omwonenden hebben er nog steeds last van en de natuur en het milieu
worden ook nog steeds onvoldoende beschermd. Gisteren ontvingen we een stand van zaken
van de Staatssecretaris, waarvoor dank. Hierin staat dat een aantal grote vervolgstappen
nog moet worden gezet. Ik zou graag van de nog te zetten stappen concreet van de Staatssecretaris
vernemen wanneer deze worden gezet. Kan hij aangeven hoe het staat met het versterken
van de uitvoeringscapaciteit en het VTH-stelsel op de eilanden? Immers, zonder voldoende
capaciteit zullen de verbeterstappen onvoldoende kunnen worden uitgevoerd.
Dan een ander punt. Al langere tijd vragen wij vanuit GroenLinks-PvdA aandacht voor
de gevolgen van de klimaatverandering op de eilanden. Er zijn klimaatplannen gemaakt
en er is een Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland. Voor dat laatste hebben
we recent een tussenevaluatie ontvangen. Hoe staat het met de uitvoering van de klimaatplannen?
Zijn deze effectief? Wanneer krijgen we hier de volgende evaluatie van, waarbij wij
eventueel kunnen bijsturen?
Voorzitter. Dan over comply or explain. GroenLinks-PvdA maakt zich zorgen over het
feit dat onder het principe comply or explain vooral nieuwe wetgeving valt, maar dat
reeds bestaande wetgeving slechts stapsgewijs wordt aangepast. Ook zien we dat ministeries
verschillend met comply or explain omgaan. Volgens de Rli schiet het met name in het
fysieke domein ernstig tekort. Volgens de ROB moet het Rijk meer betrokken zijn bij
grootschalige infrastructurele projecten. Dit alles vergroot de achterstand van de
BES-eilanden ten opzichte van Europees Nederland. Wat gaat het kabinet hier concreet
aan doen?
Verder zien we dat de gevallen van explain vaak slechts summier worden gemotiveerd,
zonder helder tijdspad of criteria, waardoor er vaak sprake is van afstel van modernisering
van wet- en regelgeving. Dit heeft pijnlijke consequenties voor de mensen op de eilanden.
Zo worden fundamentele rechten van mensen onvoldoende beschermd. Ik noem het Verdrag
van Istanbul tegen huiselijk geweld, het VN-verdrag voor mensen met een beperking,
sociaal-economische rechten die structureel achterblijven bij Europees Nederland en
regelgeving ten aanzien van de verbetering van het milieu en klimaat. Dit moet wat
GroenLinks-PvdA betreft echt snel verbeterd worden. Graag een uitgebreide reactie
van de Staatssecretaris.
Hoe gaat het kabinet waarborgen dat de rechten van de eilanden snel worden versterkt?
Wanneer gaan de eerdergenoemde verdragen nu eindelijk ook gelden voor de BES? Kan
het kabinet toezeggen vanaf nu duidelijker en transparanter te zijn over wanneer er
wordt gekozen voor explain? GroenLinks-PvdA wil graag op korte termijn een verbeterplan
van het kabinet, zodat het principe van comply or explain op een goede manier wordt
toegepast en de eilanden niet juist op een grotere achterstand worden gezet.
Voorzitter. Ik heb ook nog een vraag over het feit dat deze Staatssecretaris de functie
van Rijksvertegenwoordiger wil voortzetten. Hierover is onvrede op de eilanden. Het
vorige kabinet had, mede op advies van de RvS, niet voor niets gekozen voor het schrappen
van deze functie. Heeft deze Staatssecretaris hier met de eilanden over gesproken?
Hoe gaat hij zich inzetten voor een breedgedragen oplossing?
Voorzitter, tot slot een vraag over de spanningen in de Caribische regio. Onlangs
kondigden de VS aan marineschepen te sturen naar de kust van Venezuela. Hierover was
bezorgdheid op de Benedenwindse Eilanden. Kan de Staatssecretaris ons hierover een
update geven? Op welke manier worden de eilanden ook hierover geïnformeerd?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn geen interrupties. Dan wil ik graag het woord geven aan de heer
Van Haasen van de PVV.
De heer Van Haasen (PVV):
Bedankt, voorzitter. Vandaag voeren we een verzameldebat over de BES-eilanden, Bonaire,
Sint-Eustatius en Saba. Officieel zijn het drie openbare lichamen van Nederland, in
feite bijzondere gemeenten. Bijzonder zijn ze zeker, bestuurlijk, geografisch, maar
vooral door de mensen die er wonen. We hebben vijf minuten spreektijd gekregen, terwijl
er vijftien punten op de agenda staan. Dat betekent gemiddeld zo'n twintig seconden
per onderwerp. Dat is erg krap, dus ik zal een keuze moeten maken en proberen zo min
mogelijk «eh» te zeggen.
De PVV vindt goed bestuur op de eilanden van cruciaal belang. Juist door de kleinschaligheid
is integer en degelijk bestuur essentieel. Gisteren tijdens de technische sessie over
het WODC-rapport bleek dat er strafrechtelijk niet veel schokkends naar voren kwam.
Toch blijven er vragen, bijvoorbeeld over de soms onverklaarbare verleningen van bouwvergunningen
en benoemingen, waarbij financieel gewin mogelijk toch een rol speelt. Bewustwording
is daarom ontzettend belangrijk, zowel top-down als van onderaf.
Ik begin bij de jeugd. Daar begint de vorming van het te maken onderscheid tussen
goed, een beetje goed, een beetje slecht of slecht. Dat kan alleen goed functioneren
als het bestuur zelf het juiste voorbeeld geeft. Door de kleinschaligheid en de ons-kent-onscultuur
op de eilanden worden benoemingen en aanbestedingen regelmatig aan bekenden gegund.
Uit de presentatie van gisteren bleek ook dat men vaak zelf niet eens doorheeft wat
er gebeurt. Daarom moeten we werken aan een cultuur van transparantie en integriteit,
zodat dit in de toekomst minder voorkomt en er meer vertrouwen ontstaat in het bestuur.
Mijn partij betwijfelt of uitbreiding van het bestuur de oplossing is. De voormalige
PVV-Staatssecretaris Szabó had de eerder genomen beslissing van zijn demissionaire
voorganger terecht uitgesteld. Nu voert de nieuwe Staatssecretaris toch het «vernuftige»
beleid van meer, meer, meer uit. Wij kiezen liever voor kwaliteit dan voor kwantiteit.
Zelfs aan de kwaliteit schort het nog weleens, zoals de politieke gebeurtenissen deze
zomer op Bonaire laten zien. Zet in op verbetering van kwaliteit. Dit zal automatisch
de integriteit ten goede komen.
De nieuwe Staatssecretaris heeft gelukkig Szabó's beslissing overgenomen om de Rijksvertegenwoordiger
te behouden. Zijn bevoegdheden worden zelfs uitgebreid. Uit de presentatie van de
DSP-groep gisteren bleek ook dat dit, gezien de grote opgave, een verstandige keuze
is. De discussie over de Rijksvertegenwoordiger wordt, volgens mij, vooral gevoed
door zijn status als «waarnemend». Laat daar nu eindelijk een einde aan komen. De
benoeming loopt gewoon gelijk met die van een commissaris van de Koning. De PVV vindt
het onwenselijk dat deze functie zou vervallen, juist omdat de uitdagingen op de eilanden
groot zijn.
Het belang van deze functie werd nogmaals duidelijk bij het debacle rond Selibon,
de vuilstort. Daar stonden de Rijksvertegenwoordiger en het college lijnrecht tegenover
elkaar. Zonder deze functie had de gezaghebber, die zelf voorzitter is van het bestuur,
moeten ingrijpen. Dat is uiteraard ongewenst. Ondertussen praten we wel over klimaattafels
en rechtszaken tegen de Nederlandse Staat over klimaat, terwijl men zelf op Selibon
een enorme ecologische puinhoop veroorzaakt.
Voorzitter. Het is te zien dat mijn spreektijd alleen al aan het onderwerp «goed bestuur»
opgaat. Toch wil ik benadrukken dat integer en degelijk bestuur essentieel is, niet
alleen voor het vertrouwen in de overheid, maar ook voor de economische zelfredzaamheid
van de BES-eilanden. De PVV hecht daar net zo veel waarde aan als aan een gezonde
financiële huishouding. Ondanks enkele verbeteringen in de financiële huishouding
blijven er grote uitdagingen. De eilanden zijn sterk afhankelijk van rijksbijdragen
en hebben een beperkte mogelijkheid om eigen inkomsten te genereren. Daarnaast blijven
er zorgen over de uitvoering van projecten. Er zal efficiënt moeten worden omgegaan
met de beperkte uitvoeringscapaciteit.
Voorzitter. Het is hoog tijd dat er niet alleen wordt gepraat over plannen en rapporten,
maar dat er daadwerkelijk daden volgen. De PVV zal scherp blijven toezien op goed
bestuur, integriteit en het waarborgen van bestaanszekerheid van de inwoners van de
BES-eilanden.
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat is nog keurig binnen de tijd. Dan is het woord aan mevrouw De Vries
van de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Er is een nieuwe bewindspersoon. Hij is ook al op de eilanden
geweest. Ik ben wel benieuwd welke eerste indrukken de Staatssecretaris daar heeft
opgedaan. Het is een bijzonder mooie portefeuille. Ik heb het altijd met heel veel
plezier gedaan.
Er zijn ook een aantal uitdagingen in het gebied. Op de agenda staat onder andere
het WODC-rapport over ambtelijke en bestuurlijke integriteit in Caribisch Nederland.
Dat constateert dat oneigenlijk gebruik van bevoegdheden door zowel ambtenaren als
de bestuurders van de lokale overheid veel voor lijkt te komen. Dat is zorgelijk.
De Staatssecretaris heeft een agenda voor goed bestuur gepresenteerd. Ik ben wel benieuwd
of hij het idee heeft of dat de problemen daar voldoende gaat oplossen. We zitten
nog steeds te wachten tot de Wet Bibob ook op de eilanden beschikbaar is. Ik ben wel
benieuwd hoe het daarmee staat.
We zien sinds 10 oktober 2010 eigenlijk weinig voortgang. Er wordt heel veel geld
geïnvesteerd en ondersteuning geleverd, maar ondertussen staat de veiligheids- en
rechtshandhavingsketen op de BES onder druk, voldoet de basispolitie niet aan de norm,
is er onderbezetting bij de politie, douane en gevangenis, en is ook het financieel
beheer nog steeds onder de maat. We zijn benieuwd welke acties de Staatssecretaris
daarop wil gaan nemen.
We zien ook dat er blijkbaar een soort spaardrift is. Onder andere op Bonaire blijft
er 17 miljoen extra op de plank liggen in 2024. In totaal ligt er 84 miljoen op de
plank. Dat zou eigenlijk moeten worden geïnvesteerd in de inwoners en bedrijven op
de BES-eilanden. We zijn wel benieuwd waar dat aan ligt en hoe we dat nu wel los kunnen
trekken.
In dat licht baart het mij extra zorgen hoe het op dit moment gaat bij het bestuurscollege
op Bonaire. Ook de relatie met de vorige Staatssecretaris was behoorlijk koel en ondermaats.
Dat helpt allemaal niet, volgens mij, om resultaten te boeken. Ik gun de Bonairianen
dat ze een goed bestuurscollege hebben, dat er geld is om te investeren, en dat dat
ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Daar lijkt het nog wel aan te ontbreken. Het
lijkt een beetje op een ruziënd schoolplein af en toe. Ik ben benieuwd hoe de Staatssecretaris
daarnaar kijkt en hoe hij dat denkt op te lossen. Net als de PVV is de VVD overigens
voorstander van het behoud van de Rijksvertegenwoordiger.
Selibon. Ik vind het treurig. We hebben namelijk best een intensief debat gehad over
de afvalstort Selibon op Bonaire. Er zijn volgens mij grote zorgen bij de hele Kamercommissie.
Dan zie ik nu dat de ILT het nog eens een keertje gaat controleren. Het is een beetje
gechargeerd, maar dat is wel de afdronk die ik ervan heb. Ik wil gewoon dat het opgelost
wordt. Daar helpt de bestuurscrisis op Bonaire weer niet aan mee. Daar helpt ook de
verstoorde relatie niet aan mee. Dus, zorg dat we het voor de Bonairianen oplossen.
Zorg dat dit probleem, dit grote probleem voor de veiligheid en gezondheid van de
mensen, gewoon opgelost wordt. Ik ben benieuwd hoe deze Staatssecretaris daar zijn
rol in ziet.
Dan nog twee, nee, drie resterende puntjes. De brandstofvoorziening op Bonaire is
ook nog steeds niet op orde. Ook daarvoor zou ik willen pleiten: pak door. Het probleem
blijft namelijk liggen en wordt niet opgelost.
Ik heb nog twee laatste punten. Wat is de stand van zaken van de veerverbinding naar
Statia en Saba? De eilanden kunnen namelijk niet zonder.
Een laatste punt, wat mij betreft, voorzitter, is het minimumloon. We zijn voor het
zomerreces op bezoek geweest op onder andere Bonaire. Dan hoor je toch wel dat de
werkgevers in shock zijn over de verhoging van het minimumloon. Er is een compensatie,
maar die komt eigenlijk niet bij de juiste mensen of bedrijven terecht. De vraag is
dus wat deze Staatssecretaris daaraan gaat doen. Welke stappen gaat hij nog zetten?
Wat ons betreft doen we nog even een pas op de plaats bij een verdere verhoging van
het minimumloon. Het moet namelijk ook draagbaar zijn voor de werkgevers, zodat die
de banen voor de Bonairianen kunnen behouden.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank. Meneer Van Haasen, u heeft uw microfoon nog aan. Dat betekent dat de camera
continu op u is gericht. Dat is een mooi campagnetrucje, maar de vraag is om die uit
te doen. Dan wil ik graag meneer Vermeer van BBB het woord geven.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Helaas lukt het mij niet om vaak bij deze debatten aanwezig
te zijn. Er werd al opgemerkt dat «zelfs de heer Vermeer er is». Dat is natuurlijk
om aan onze Staatssecretaris te laten zien dat wij zijn werk als fractie van harte
steunen, maar het is ook een signaal richting de inwoners van de BES-eilanden dat
wij als Kamerleden ... Heel veel burgers zien de eilanden als een prachtige vakantiebestemming,
maar ze zijn een onderdeel van ons Koninkrijk. Daar hebben wij ons als Kamerleden,
als volksvertegenwoordigers, ook voor op te stellen. Dus, excuses dat het niet altijd
lukt in de prioritering om hierbij te zijn. Dat betekent niet dat we het minder belangrijk
vinden.
Wij vinden ook dat Europees Nederland niet alleen moet bepalen en opleggen, maar dat
we elkaar moeten helpen en ondersteunen. Daarom moeten de inwoners kunnen rekenen
op een eerlijk sociaal minimum – het is hier al eerder genoemd – dat is afgestemd
op de lokale leefomstandigheden.
Maar het gaat niet alleen om inkomen. Ook de beschikbaarheid voor goede infrastructuur
en voorzieningen is belangrijk. Deze zijn volgens het advies van de Raad van de leefomgeving
en infrastructuur, de Rli, achtergebleven. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe
dit advies van de Rli wordt opgepakt? Misschien kan dat ook in combinatie met wat
mevrouw De Vries al noemde over dat er geld op de plank blijft liggen terwijl er nog
allerlei zaken geregeld moeten worden.
Voorzitter. De maatregelen en investeringen die nu zijn genomen, vormen een eerste
stap in de goede richting. Tegelijkertijd laat het rapport van de Commissie sociaal
minimum Caribisch Nederland zien dat er nog veel werk te doen is. Daarom moedigt BBB
het kabinet aan om door te gaan en extra aandacht te besteden aan de bestaanszekerheid
van de inwoners van Caribisch Nederland. Gezien het enthousiasme waarmee de Staatssecretaris
terugkwam van zijn werkbezoek en de vele berichten die hij daarover gedeeld heeft,
kan ik de aanwezige Kamerleden en de mensen op de BES-eilanden verzekeren dat dit
al zijn aandacht heeft.
Tegelijkertijd moet er meer nadruk komen op de eigen kracht en de brede welvaart van
de eilanden. Het gaat namelijk om meer dan alleen economie. Het gaat ook om het behoud
van natuur, cultuur en erfgoed, ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en het versterken
van lokale identiteit. Daarom vragen wij de Staatssecretaris welke maatregelen hij
kan en gaat nemen om de inwoners van de BES-eilanden meer kansen te geven om zelf
in hun inkomen te voorzien, bijvoorbeeld via opleidingen, werk of ondernemingen. Hoe
zorgt het kabinet ervoor dat de inzet niet alleen draait om geld en economie, maar
ook bijdraagt aan brede welvaart en behoud van wat de eilanden uniek maakt?
Naast het op orde krijgen van goede infrastructuur en voorzieningen, is het versterken
van het lokale bestuur en de representatie op de BES-eilanden een belangrijke voorwaarde
voor een goede samenwerking en verdere ontwikkeling. Daarom steunt BBB de versnelling
van de verhoging van het aantal leden van de eilandsraden en bestuurscolleges van
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Deze maatregel draagt bij, volgens ons in ieder geval,
aan betere representatie en meer bestuurskracht en sluit ook aan bij de gemaakte bestuurlijke
afspraken. Wij vinden het belangrijk dat dit voortvarend opgepakt wordt, zodat de
wijziging tijdig voor de verkiezingen van maart 2027 kan ingaan. Toch zien we dat
de uitvoering op de eilanden vaak vastloopt door een gebrek aan mensen en openstaande
vacatures op belangrijke plekken. Hoe kan de Staatssecretaris er concreet voor zorgen
dat de geplande uitbreiding van het aantal leden in de eilandsraad en het bestuurscollege
ook echt leidt tot meer representatie en bestuurskracht, zonder dat het bestuur juist
zwakker wordt door een tekort aan personeel en ondersteuning? Welke blijvende maatregelen
neemt de Staatssecretaris om te zorgen dat er niet alleen maar meer zetels komen,
maar ook voldoende ambtelijke ondersteuning en bezette functies, zodat deze besturen
goed kunnen werken?
Tot slot. Het is onze taak om te zorgen voor sterke en transparante besturen, een
eerlijk sociaal minimum, goede voorzieningen en een betrouwbare rechtsstaat op de
eilanden. Alleen zo kunnen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zich ontwikkelen en bijdragen
aan een krachtig en verenigd Nederlands Koninkrijk.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vermeer. Omdat mevrouw Bruyning zo weggaat, zou ik het voorzitterschap
graag over willen geven aan de heer Bamenga, zodat ik mijn bijdrage namens de ChristenUnie
kan doen.
Voorzitter: Bamenga
De voorzitter:
Dank u wel. Nu is de heer Ceder van de ChristenUnie aan het woord.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. De inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn volwaardige
Nederlanders. Dat betekent dat ze mogen rekenen op bestaanszekerheid, veiligheid en
zorg, net als Europees Nederland. Maar de werkelijkheid is helaas vaak anders en daarom
zijn de aankomende verkiezingen in Nederland ook zo belangrijk voor de mensen op de
BES. Het wordt tijd dat de BES als volwaardig wordt gezien in woord en daad. In de
afgelopen vier jaar heb ik gezien dat de oplossingen vaak niet liggen in te hoge kosten,
want de begroting en de opgave voor de commissie voor Koninkrijksrelaties zijn relatief
klein en beperkt. Het is geen kwestie van niet kunnen of te duur. Het is een kwestie
van politieke wil. Juist daarom benoem ik deze punten. Het is belangrijk dat de politieke
wil in de Kamer verhoogd wordt op een flink aantal punten.
De kosten van levensonderhoud zijn hoog, terwijl de inkomens achterblijven. Voor veel
gezinnen is het leven niet betaalbaar. Daarom wil de ChristenUnie dubbele importtarieven
schrappen, de lokale productie van voedsel, energie en drinkwater versterken en inkomens
structureel verhogen. Mensen moeten gewoon kunnen rondkomen als ze werken en niet
standaard twee of drie banen hebben. Daar hoort wat ons betreft ook een WW-regeling
bij voor de BES en het gelijktrekken van de onderstand en de AOV met Europees Nederland.
Mijn vraag aan de Staatssecretaris is welke van deze maatregelen al in de pijpleiding
zitten en of hij het met me eens is dat het relatief weinig middelen kost en dat het
een kwestie is van een politieke afweging. Welke afweging maakt de Staatssecretaris
dan?
Voorzitter. Bestaanszekerheid gaat niet alleen over geld. Het gaat er ook om dat gezinnen
zonder voortdurende zorgen kunnen leven. Die zorgen zijn er. Die zorgen raken diep
in het gezinsleven, maar zorgen ook voor moeilijke vraagstukken en dilemma's. Het
aantal zwangerschapsafbrekingen op de BES is bijvoorbeeld heel hoog. We willen daarom
betere ondersteuning van jonge ouders, met meer hulp voor zwangere vrouwen en ook
goede voorlichting. Elk gezin verdient steun en elk kind verdient een kans, ook op
de BES.
Voorzitter. Daarnaast staat de leefomgeving op de eilanden onder druk. Het College
voor de Rechten van de Mens wees er gisteren nog op. Afvalverwerking – we hebben de
situatie bij Selibon gezien en het punt is ook door mijn collega's benoemd – kusterosie,
vervuiling en overbegrazing bedreigen natuur en gezondheid op alle drie de eilanden.
Milieubescherming is geen luxe, het is een verplichting. Het is een mensenrechtelijke
opdracht. Daarom vraag ik aan de Staatssecretaris welke stappen hij naar aanleiding
van de analyse van het College voor de Rechten van de Mens ziet en wil gaan oppakken.
Voorzitter. Ook veiligheid vraagt om actie. Er is meer politiecapaciteit nodig. We
hebben hier eerder debatten over gehad. De ChristenUnie heeft eerder al opgeroepen
om een tbs-kliniek in het Caribisch deel van het Koninkrijk op te zetten, waardoor
we gevangenen niet over hoeven te brengen of waardoor er daar gebrek aan goede zorg
is. Ratificatie van het Verdrag van Istanbul is cruciaal om huiselijk geweld en kindermishandeling
beter aan te pakken.
Voorzitter. We hebben het nog niet over een ander relevant punt gehad.
De voorzitter:
Sorry, er is een vraag van de heer Van Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik zat even naar de verkeerde voorzitter te seinen. Excuus daarvoor. Ik heb een vraag
aan de heer Ceder. Hij had het over het gelijktrekken van de onderstand en de AOV
met Europees Nederland. Vindt hij ook dat de AOV-leeftijd gelijkgetrokken moet worden
met Europees Nederland?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dat een aantal onderdelen gelijkgetrokken moet worden, ook deze onderdelen.
Dat vraagt er, zoals mevrouw De Vries zei, om dat de kosten omlaaggaan. Wij zijn er
dus voor om het inkomen te verhogen tot een toereikend inkomen. Daar staat tegenover
dat je ook de kosten moet verlagen. Het is vrij logisch om de onderstand gelijk te
trekken, omdat het leven op de BES-eilanden duurder is. Wij trekken minder geld uit
voor mensen voor wie het leven duurder is. Als wij vinden dat een x-aantal euro nodig
is om rond te kunnen komen in Nederland en als we dat niet toepassen op de BES, dan
is de gevolgtrekking dat er sprake is van ongelijkheid. Dat kan gerechtvaardigd zijn,
maar dat is in dit geval niet zo. Het zal stap voor stap gaan. Het is wetgeving. De
AOV hoort daar wat ons betreft bij. Dat zijn stappen die de komende jaren gezet moeten
worden om ervoor te zorgen dat je het evenwicht met elkaar bewaakt.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer Van Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik vraag eigenlijk heel simpel: is hij ook voor het verhogen van de AOV-leeftijd op
de BES-eilanden? Ze mogen nu met 65 met pensioen en wij hier in Nederland met 67,
zelfs oplopend tot 68 jaar. Mijn vraag is dus of hij ook wil dat de mensen op de BES-eilanden
tot hun 67ste of 68ste moeten werken.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb deze vraag al beantwoord. Ja, dat moet je gelijktrekken. Ik probeer tegelijkertijd
aan te geven dat je dat niet morgen moet doen, maar dat er een aantal facetten is,
een aantal knoppen waar je aan moet draaien, om ervoor te zorgen dat je tot gelijkwaardige
regelingen komt. Ik ben er niet voor dat je alle regelingen een-op-een kopieert, maar
daar waar er een verschil is dat niet uit te leggen is en ook niet gerechtvaardigd
is – u wijst er op een – zal je dat gelijk moeten trekken. Dat zal je wel in fases
moeten doen. Ook het sociaal minimum passen we in etappes en fases aan. Zo bewaak
je het evenwicht. Ik heb voor de tweede keer antwoord op uw vraag gegeven, maar ik
probeer ook te schetsen dat er veel meer nodig is, waarop ik de PVV in de afgelopen
jaren te weinig thuis heb zien geven, bijvoorbeeld wat betreft het sociaal minimum.
Ik benoem het om de PVV, als grootste partij van het land, hopelijk mee te krijgen
om op alle onderdelen stappen te zetten, zodat we recht doen aan de inwoners op de
BES.
De voorzitter:
Oké. Er zijn volgens mij geen andere interrupties meer. Dan geef ik het voorzitterschap
terug aan de heer Ceder. O, nee, de heer Ceder is nog niet klaar. Vervolgt u uw bijdrage.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. Er is meer veiligheid nodig. Die wordt onder andere bereikt door het
Verdrag van Istanbul te ratificeren. Dat is cruciaal om kindermishandeling en huiselijk
geweld beter aan te pakken.
Voorzitter. Er is onrust bij de zeegrens met Venezuela. Er zijn marineschepen, Amerikaanse
oorlogsschepen, in de buurt van de eilanden. Dat roept zorgen op, ook door de retoriek
van president Trump. Dat heeft niet alleen effect op Curaçao, maar ook op Bonaire,
dat een directe zeegrens heeft met Venezuela. Deze situatie is ernstig. Ik hoor graag
van de Staatssecretaris welke stappen er gezet worden, mocht er verder geëscaleerd
worden. Volgens mij is ook dit een rechtstreekse bevoegdheid en verantwoordelijkheid
van het kabinet in Nederland. We willen voorkomen dat Bonaire, maar ook de andere
eilanden, ongewild in een geopolitiek conflict worden meegesleurd.
Voorzitter. Ten aanzien van goed bestuur zijn een aantal vragen gesteld. We hebben
met verbazing kennisgenomen van de ontwikkelingen, met name die op Bonaire. Ik moet
ook zeggen dat de manier van het opstappen van twee gedeputeerden, mevrouw Cicilia
en mevrouw Den Heyer, niet de schoonheidsprijs verdient. Ik vroeg me af of de rust
is teruggekeerd en welke stappen de Staatssecretaris ten aanzien van het goed bestuur
nog verder wil zetten.
Tot slot, voorzitter. De ChristenUnie wil dat de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba voelen dat Nederland hen ziet en hoort, maar ook beschermt. Dat vraagt niet
alleen mooie woorden, maar ook concrete daden. Daarom heb ik de vraag, vooruitlopend
op Prinsjesdag, of de Staatssecretaris kan verzekeren dat er ten aanzien van de onderdelen
die ik maar ook mijn collega's genoemd hebben een significante verbetering in het
vooruitzicht wordt gesteld voor de mensen op de BES.
Dank u wel.
De voorzitter:
Oké. Ik zie verder geen interrupties meer, dus dan geef ik het voorzitterschap weer
terug aan de heer Ceder.
Voorzitter: Ceder
De voorzitter:
Dank u wel, oud-voorzitter. U heeft het voortreffelijk gedaan. Wij gaan schorsen.
Ik vraag de Staatssecretaris hoeveel tijd hij nodig heeft. Een halfuur. Het is nu
13.42 uur. Dat rond ik af naar 13.40 uur. Dat betekent dat wij om 14.10 uur doorgaan
met elkaar. Ik schors de vergadering.
De vergadering wordt van 13.42 uur tot 14.10 uur geschorst.
De voorzitter:
Dank, allen. Iedereen is weer gearriveerd, ook de Staatssecretaris. Dan zou ik graag
de Staatssecretaris het woord willen geven. Ik wil afspreken dat we maximaal vier
interrupties toelaten in deze termijn. Dan kijken we hoe het verdergaat. Aan de Staatssecretaris
het woord.
Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel, voorzitter. Bon dia, good morning, voor iedereen die kijkt, maar ook voor
de commissieleden. Ik dank hen voor hun inbreng. Laat ik beginnen met het volgende.
Dit is mijn eerste debat over Koninkrijksrelaties, in dit geval over Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba. In de afgelopen maanden heb ik mij natuurlijk met volle inzet verdiept in
de dossiers en heb ik vooral geluisterd. Ik heb geluisterd naar inwoners. Ik heb geluisterd
naar collega's. Ik heb geluisterd naar de bestuurders op de eilanden. Dit heb ik al
kunnen doen op mijn kennismakingsreis naar Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Mevrouw De Vries vroeg wat mij daar was opgevallen. Vroeger op school leerde je over
de Nederlandse Antillen. Dat heb ik in het verleden geleerd. Ik had daar altijd een
voorstelling bij als de eilandengroep die we boven Nederland hebben, mooi dichtbij.
Die gedachten had ik erbij. Maar als je dan op die eilanden komt en in die landen
komt, blijkt dat echt heel anders te zijn. Elk land heeft zijn eigen dynamiek, zijn
eigen mooie dingen, maar ook zijn eigen beperkingen, een zeer klein bestuur, zeer
kleine ambtelijke ondersteuning en heel grote opgaven, die wel een aanpak vergen.
Dat kan niet altijd de aanpak zijn die wij hier in Nederland hebben. Als we goed luisteren
naar elkaar en vanuit de verbinding proberen te werken, dan kunnen we heel mooie dingen
doen.
Volgende maand breng ik mijn eerste bezoek aan Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Ik
heb dat bewust naar voren gehaald, want ik heb gezien hoe belangrijk het is om daadwerkelijk
met eigen ogen te zien en te horen wat er op de eilanden speelt, te zien waar de mensen
behoefte aan hebben om tot een goede samenwerking te komen om verder te kunnen. Hoewel
ik nieuw ben in deze rol, voel ik een sterke verbinding met deze delen van het Koninkrijk.
Ik kom zelf uit Groningen. Groningen heeft ook niet altijd een even goede relatie
met Den Haag gehad. Ik zit in Den Haag voor Groningen, maar nu ook voor de Koninkrijksrelaties.
Als we die goede cohesie en een goede verbinding weer met elkaar kunnen krijgen, dan
kunnen we daar in samenwerking echt mooie dingen doen.
Ik wil graag voortbouwen op het werk dat al verzet is in de gemaakte bestuursafspraken.
Daarin worden uitvoering en handhaving van wet- en regelgeving verder uitgewerkt,
versterkt en geborgd. We werken ook aan de grote opgaven waar we voor staan. Dat vraagt
om continuïteit, om samenwerking en om vertrouwen en oog voor de lokale omstandigheden
van Bonaire, van Sint-Eustatius en van Saba. Dat geldt ook voor het versterken van
het goed bestuur, solide overheidsfinanciën en het bevorderen van de economische weerbaarheid
van de eilanden.
Graag neem ik u mee naar een aantal ontwikkelingen rond Bonaire, Sint-Eustatius en
Saba. De Kamer heeft recent de Agenda Goed Bestuur Caribisch Nederland ontvangen.
Deze agenda is een belangrijke stap in onze gezamenlijke inzet voor een overheid die
presteert en betrouwbaar is voor haar inwoners. Voorbeelden van deze aanpak zijn de
ondersteuning van het kabinet en van de gezaghebbers, het versterken van de wettelijke
kaders, zoals in de in voorbereiding zijnde Algemene wet bestuursrecht BES. Werken
aan het verbeteren van het bestuur vergt een lange adem. Tegelijkertijd is het van
belang om toe te werken naar een concreet perspectief voor inwoners op basis van concrete
haalbare mijlpalen. Ondanks de grote uitdaging die ik in de uitvoering zie, zie ik
ook dat er positieve resultaten zijn behaald op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Op
Sint-Eustatius heeft de uitvoering van het financieel verbeterplan geleid tot het
afgeven van een goedkeurende accountantsverklaring. Hiermee beschikken alle drie de
openbare lichamen over een goedkeurende accountantsverklaring. Dat is een belangrijke
stap in het verbeteren van het financieel beheer.
Verder verken ik de financieringsmogelijkheden om de ferryverbinding tussen Sint-Maarten,
Sint-Eustatius en Saba en omliggende eilanden te continueren, zodat deze eilanden
goed bereikbaar blijven voor eigen inwoners, ondernemers en toeristen. Ik informeer
u hier op korte termijn over.
Het is bekend dat de eilanden te kampen hebben met onvoldoende uitvoeringscapaciteit.
Mijn ministerie heeft daarom diverse initiatieven ter ondersteuning ontwikkeld om
de uitvoeringscapaciteit te versterken. Tegelijkertijd vraagt de beperkte uitvoeringscapaciteit
ook om serieuze aandacht en concrete stappen in het rijksbeleid. Haagse initiatieven
en ambities moeten beter geprioriteerd en gefaseerd worden, want niet alles kan tegelijk.
Ik ga daarom bezien waar slimme koppelkansen kunnen worden gemaakt in de inzet van
de verschillende ministeries om zo ook de samenhang van beleid te verbeteren en de
verantwoordingslasten van de eilanden te beperken.
Het versterken van economische weerbaarheid vraagt ook om praktische stappen. Ik noem
er graag twee. Ik ben heel blij met het voornemen van de ING om zich in 2026 te vestigen
op Saba en Sint-Eustatius. Binnen de rijksoverheid is er ook hard gewerkt om dit mogelijk
te maken. Ook De Nederlandsche Bank zal nog dit jaar geldautomaten openen op de eilanden.
Daarnaast werk ik aan het vergroten van de weerbaarheid van de eilanden door te investeren
in voedselzekerheid. Het kabinet heeft hiervoor 24 miljoen euro beschikbaar gesteld
voor alle zes de eilanden. Ik wil hierbij ook inzetten op het versterken van de private
sector met een revolverend fonds om toegang tot kapitaal voor ondernemers te faciliteren.
Er komt een (agri)academy, gericht op kennisontwikkeling, business development en
innovatie, en er komen directe subsidies die bijdragen aan lokale overheden. Het streven
is om de stichting en het loket voor alle lokale overheidsinitiatieven begin ’26 open
te stellen.
Als laatste heb ik de Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken met betrekking
tot de afvalverwerking bij Selibon Lagun. Het is duidelijk dat daar nog heel veel
moet gebeuren en dat de situatie nog steeds zorgwekkend is. Ik onderstreep ook de
noodzaak van effectief en daadkrachtig bestuur als het gaat om milieubescherming en
volksgezondheid. Ik zal hier ook met de inwoners over in gesprek gaan tijdens mijn
kennismakingsreis in Bonaire. Hierbij is het wel belangrijk dat de primaire verantwoordelijkheid
ligt bij het bestuurscollege, en van het bestuurscollege wordt ook verwacht dat er
structurele verbeteringen doorgevoerd worden op basis van het huidige verbeterplan.
Het is goed dat de Rijksvertegenwoordiger hier toezicht op houdt. Ook de ILT heeft
eind september een nieuwe inspectie ingepland bij Selibon Lagun.
Dan ga ik nu over tot de beantwoording van de vragen. Dat ga ik doen in een aantal
blokjes: goed bestuur, comply or explain en financieel beheer; WolBES en FinBES; fysieke
leefomgeving; Selibon; sociaal domein en overige belangrijke onderwerpen.
Dan ga ik naar de vragen over goed bestuur. Ik zal ze samen beantwoorden in dit blokje.
Ik heb deze week de Agenda Goed Bestuur Caribisch Nederland naar de Kamer gestuurd.
In deze Kamerbrief geef ik weer op welke wijze ik in nauwe samenwerking met eilandbesturen
de komende periode werk aan goed bestuur in Caribisch Nederland, wat de inzet is en
welke mijlpalen en resultaten daarbij horen. Deze agenda is een belangrijke stap in
de gezamenlijke inzet voor een overheid die presteert en betrouwbaar is voor haar
inwoners. Dit is belangrijk voor zowel het Europees als het Caribisch deel van Nederland.
Het is van belang om de continuïteit van het bestuur en de samenwerking voort te zetten
op de urgente dossiers. We mogen van de eilanden dezelfde integriteit verwachten als
van de gemeenten in Europees Nederland. Ik vind het belangrijk om samen met de eilanden
verder te werken aan de eilandelijke aanpakken van goed bestuur. Dat vergt gesprekken.
Die gaan we gewoon voeren met elkaar, met open vizier. We gaan kijken hoe we elkaar
daarin kunnen ondersteunen, maar ook kunnen wijzen op het belang ervan.
Dan ga ik nu over op de beantwoording van de concrete vragen. Mevrouw Bruyning van
NSC vroeg: «Hoe gaat u ervoor zorgen dat de input van de eilanden bij het Belastingplan
dit jaar wel serieus wordt meegenomen? Kan de wetgevingstoets al voor de verkiezingen
worden verankerd?» Er vindt continu overleg plaats met de eilanden. Zo zijn ook deze
week de ambtenaren van Financiën op Bonaire voor overleg. Overigens is er geen belastingplan
voorzien voor 2026. Alleen eventuele maatregelen ten aanzien van de koopkracht zijn
nog denkbaar. Die komen net als voor Europees Nederland naar buiten met Prinsjesdag.
Er wordt al gewerkt aan de Fiscale verzamelwet BES 2027. De hierin genoemde maatregelen
zijn op dit moment in internetconsultatie. Binnen de VNG Caribbean Desk worden nu
twee uitvoeringstoetsen uitgevoerd die zijn gericht op de uitvoerbaarheid van wetsvoorstellen
binnen de eilandelijke context. Hierbij werken we nauw samen met de eilanden. Het
is nog te vroeg om deze uitvoeringstoetsen in wetgeving te verankeren.
Dan een vraag over comply or explain. «Kan de Staatssecretaris toezeggen dat de eilanden
structureel worden betrokken bij beleid dat hen direct raakt?» Ik heb de Kamer 20 juni
jongstleden een brief gestuurd over de stand van zaken rond de implementatie van het
principe comply or explain en hoe ik dat in het vervolg beter wil gaan waarborgen.
Het structureel betrekken van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba bij beleid en wetgeving
is daarbij ook essentieel. Het blijft tegelijkertijd altijd een uitdaging om een goede
balans te vinden tussen goede betrokkenheid van het eilandbestuur en het overdragen
van deze kleinere organisaties. Zo werk ik de komende periode toe naar een samenwerkingsovereenkomst
met de eilanden, waarbij een permanente vertegenwoordiging in Den Haag wordt gerealiseerd.
Deze vertegenwoordiging garandeert dat de betrokkenheid van de eilanden wordt geborgd.
Daarbij is de inzet van de eilanden zelf ook van groot belang. Daarnaast zijn er een
aantal andere initiatieven om de eilanden te betrekken bij beleid en wetgeving. Voorbeeld
daarvan zijn de VNG Caribbean Desk en het verder versterken van de uitvoeringskracht.
Dan had ik nog een vraag van de heer Bamenga. «Graag een toelichting van de Staatssecretaris
waarom dit inconsistent en selectief wordt toegepast.» Comply or explain gaat ervan
uit dat in beginsel alle nieuwe wet- en regelgeving in beleidsintensivering ook voor
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba geldt, tenzij er onderbouwde redenen zijn om hiervan
af te wijken. Dat betekent inderdaad dat afwijkingen gemotiveerd moeten worden. Ik
heb de Kamer op 20 juni jongstleden een brief gestuurd met een stand van zaken rond
de implementatie van het principe comply or explain en hoe ik dat in het vervolg beter
wil gaan waarborgen. Onderdeel van mijn inzet is dat «explain» in het vervolg beter
en consequenter wordt gemotiveerd.
Dan had ik de vraag van mevrouw De Vries over het financieel beheer van BES. «Het
financieel beheer is ook nog steeds onder de maat. Wat gaat de Staatssecretaris ondernemen?»
Ondanks het feit dat Bonaire, Sint-Eustatius en Saba beschikken over een goedkeurende
accountantsverklaring, zijn verbeteringen van het financieel beheer nodig, in het
bijzonder bij Bonaire en Sint-Eustatius.
De voorzitter:
Voordat u doorgaat, heeft u een interruptie van mevrouw Bruyning. Die wil ik graag
toestaan.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik wil nog even terugkomen op de uitvoeringstoets. De Staatssecretaris geeft aan dat
het te vroeg is om deze wettelijk te verankeren. Dat kan ik begrijpen. Kan de Staatssecretaris
een tijdlijn geven waarin hij van plan is om deze uitvoeringstoets grondig te evalueren
en bij te stellen indien nodig?
Staatssecretaris Van Marum:
Dat zal ongeveer midden volgend jaar zijn.
De voorzitter:
De heer Bamenga heeft ook een interruptie.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel voor de beantwoording van de vraag rondom comply or explain. Ik begrijp
heel goed dat de Staatssecretaris aangeeft dat hij dat beter gaat doen en ook consistenter
gaat uitleggen. Ik viel even over de woorden «nieuwe regelgeving». Ik dacht dat het
niet alleen maar over nieuwe regelgeving gaat, maar ook over andere regelgeving. Zou
de Staatssecretaris ook wat meer daarover willen vertellen en willen kijken of daar
wat meer prioriteit aan gegeven kan worden en niet alleen aan de nieuwe regelgeving?
Staatssecretaris Van Marum:
Dat zou ik met alle plezier doen, maar daar moet ik me eerst even in verdiepen voordat
ik daar goed antwoord op kan geven.
De voorzitter:
Dat is goed. De vraag is dan wel wanneer u daarop terug kunt komen. Dat kunt u ook
schriftelijk doen. Dan ga ik het wel als een toezegging noteren.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik wil daar graag na mijn reizen, wanneer ik daar geweest ben, schriftelijk op reageren.
De voorzitter:
Dat is goed. Dan noteren we dat als een toezegging. U kunt uw betoog vervolgen.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik was gebleven bij de beantwoording van de vragen over het financieel beheer BES.
Ondanks het feit dat Bonaire, Sint-Eustatius en Saba beschikken over een goedkeurende
accountantsverklaring, zijn verbeteringen van het financieel beheer nodig, in het
bijzonder voor Bonaire en Sint-Eustatius. Bonaire en Sint-Eustatius hebben dit ook
ingezien en hebben verbeterplannen financieel beheer opgesteld. Deze plannen moeten
eind ’25 zijn uitgevoerd. Ik ben positief over de inzet en ik volg de uitvoering van
die plannen nauwlettend. Als daar hulp bij nodig is, zullen we die bieden.
Dan maatregelen goed bestuur. Daar had mevrouw De Vries een vraag over. «Er wordt
een groot aantal maatregelen gepresenteerd, veel wetten en regels, maar het gaat uiteindelijk
ook om cultuur. De VVD wil weten hoe de Staatssecretaris die gaat veranderen. Welke
waarborgen kunnen hiervoor ingebouwd worden, ook ambtelijk, bijvoorbeeld door het
rouleren van ambtenaren? Maar het duurt allemaal veel en veel te lang, ook vanuit
Nederland.» Werken aan het bevorderen van goed bestuur vergt een lange adem en heeft
zeker ook te maken met een cultuurverandering. Er is natuurlijk ook meer nodig. Ik
wil vaart maken met het bevorderen van goed bestuur. De beperkte uitvoeringscapaciteit
van de eilanden in de lokale context moet je absoluut ook meenemen. Het dualisme is
daar nog steeds niet volledig ingeburgerd. Dit moet ook worden gezien als een groeiproces.
Ik ben ervan overtuigd dat de Agenda Goed Bestuur een positieve verandering zal brengen.
De kracht van deze agenda zit ’m erin dat wij aansluiten bij de lokale context in
de lokale aanpak voor goed bestuur en dat we die ondersteunen, dat het een kabinetoverstijgende
agenda is, waardoor de inzet meer samenhang krijgt en politiek-bestuurlijk vast kan
worden gehouden en ik de voortgang nauwlettend zal monitoren. Als daar zaken niet
goed gaan, dan zal ik de eilanden daar ook op aanspreken.
Even daarop terugkomend: kortgeleden werd in een rapport gezegd dat er op zich geen
grote schendingen zijn, maar dat er ook bepaalde gewoonten zijn, waar mensen misschien
geen kwaad in zien en waar ze ook niks kwaads mee bedoelen, maar die wel zo gezien
kunnen worden. Ik denk dat het ook een stukje bewustwording is naar beide kanten:
let op, als je dit soort dingen doet, dan kan dat ook zo'n afstraling hebben op je
bestuurlijke positie. Dat zal ik meenemen. Ik zal dat uitleggen en kijken of we daar
verbetering in aan kunnen brengen.
De Wet Bibob geldt nog steeds niet voor de BES. Daar vroeg mevrouw De Vries naar.
De Wet Bibob BES valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie en
Veiligheid. Er is dit jaar gewerkt aan de voorbereiding. Het is belangrijk dat het
geregeld wordt. Inmiddels is het wettraject gestart. De komende tijd wordt benut om
de specifieke behoeften van de BES-eilanden door te vertalen naar een concreet wetsvoorstel.
Over de voortgang blijven de Minister van JenV en ik de Kamer geregeld op de hoogte
houden. Ik zal ook proberen de druk erop te houden om te kijken of we die zo snel
mogelijk kunnen implementeren.
Dan heb ik een vraag van de heer White van GroenLinks-PvdA over internationale verdragen
voor de BES. «Hoe gaat het kabinet waarborgen dat de rechten van de eilanden snel
worden versterkt? Wanneer gaan de eerdergenoemde verdragen nou eindelijk gelden voor
de BES? Kan het kabinet toezeggen of het vanaf nu duidelijker en transparanter kan
zijn wanneer er gekozen wordt voor explain?» Er wordt op dit moment gewerkt aan de
voorbereiding van de aanvaarding van het Verdrag van Istanbul voor Caribisch Nederland.
Ook de heer Ceder stelde hier een vraag over. Het Ministerie van VWS bereidt samen
met de Ministers en Ministeries van JenV, OCW, SZW en BZK in de openbare lichamen
een bestuursakkoord voor, gericht op de verdere implementatie in de gedragsvereisten
op basis van een gemeenschappelijke visie op de aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling
en geweld tegen vrouwen. Het Ministerie van JenV heeft in kaart gebracht welke wettelijke
hiaten openstaan en bereidt volgend jaar samen met andere ministeries de benodigde
wetgeving voor. Daarnaast wordt gewerkt aan een geleidelijke implementatie en vervolgens
ook medegelding van het VN-verdrag Handicap in Caribisch Nederland. Momenteel onderzoeken
de betrokken ministeries nog welke verdere stappen hiervoor gezet moeten worden. De
Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport zal de Kamer hierover dit najaar per brief
nader informeren.
Wat betreft de vraag of het kabinet kan toezeggen duidelijker en transparanter te
zijn over explain verwijs ik naar mijn eerder gegeven antwoord. Daar zal ik de komende
tijd meer aandacht aan besteden.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik heb daar zelf als Kamerlid een vraag over. Ik wil graag het woord geven
aan de heer Bamenga om mij de ruimte te geven de interruptie te plaatsen.
Voorzitter: Bamenga
De voorzitter:
Dank u wel. Ik wil graag het woord geven aan de heer Ceder, omdat hij een vraag heeft.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De Staatssecretaris stelt ten aanzien van het ratificeren dat geïnventariseerd wordt
wat er gedaan moet worden, welke hiaten er zijn en dat dat wordt aangepakt. Ik vind
dat prijzenswaardig, want er zijn veel verschillen in wetgeving en veel hiaten ten
aanzien van Europese wetgeving. Ik begrijp de redenering niet dat we daarop moeten
wachten alvorens we overgaan tot ratificatie. Volgens mij hebben wij dat ook niet
gedaan toen wij voor het Europees deel van Nederland de ratificatie in orde maakten.
Het is volgens mij een teken van urgentie en ernst, juist ook door alle incidenten
van de afgelopen weken, om te zeggen: wij ratificeren. Volgens mij kan dat vandaag
als de Staatssecretaris dat wil. En omdat het geratificeerd is, kunnen we dezelfde
stappen en commitment uitzetten. Mijn vraag is of de Staatssecretaris niet de urgentie
voelt om juist nu te ratificeren en daarmee ook het signaal af te geven dat het heel
belangrijk is dat we huiselijk geweld en andere vormen van geweld ook op de BES gaan
aanpakken.
Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel voor de vraag. Ik denk dat ik in mijn beantwoording van de vragen ook de
urgentie wel heb laten doorklinken. Er zitten aan dit soort zaken natuurlijk ook een
aantal praktische aspecten. Het is een traject dat loopt over meerdere ministeries.
Ik denk dat dat ook een van de redenen kan zijn waarom er nog wat vertraging op zit.
Ik moet me er nog even in verdiepen waarom het op deze manier gaat, maar weet wel
dat het mijn aandacht in elk geval heeft, want dit zijn belangrijke thema's die ook
op Caribisch Nederland goed geïmplementeerd moeten worden.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik zie en hoor ook uit de beantwoording dat het de Staatssecretaris aan het hart gaat.
Tegelijkertijd is mijn vraag niet beantwoord, namelijk wat ratificatie op dit moment
belet als er al stappen gezet worden om de hiaten vast te stellen en de verplichtingen
vanuit het verdrag na te komen. Volgens mij kan je zeggen: wij ratificeren dat. We
ratificeren en erkennen, omdat we ratificeren, dat we stappen moeten zetten. Die zijn
we nu aan het nemen. Het gaat niet sneller, maar daar gaan we mee bezig. Daarmee druk
je ook wel de urgentie uit die, volgens mij ook de afgelopen weken weer, heel belangrijk
is en op de politieke agenda staat. Ik snap ook niet waarom er voor deze route gekozen
wordt. Ik begrijp dat daarmee de stappen die nu al gezet worden niet versneld worden.
Het zou denk ik getuigen van urgentie en ernst om ook te zeggen: vanuit die gelijkwaardigheid
ratificeren we ook het Verdrag van Istanbul voor de mensen op de BES en we zijn al
bezig om de verplichtingen die daaruit voortvloeien zo snel mogelijk in orde te maken.
Is de Staatssecretaris bereid om in elk geval in het kabinet te bespreken of dat een
mogelijkheid is en daarop terug te komen?
Staatssecretaris Van Marum:
Nogmaals dank voor de vraag. Zoals ik ook gezegd heb, moet ik me er nog even nader
in verdiepen. Dat beloof ik u ook. Ik zal ook bij VWS vragen hoe het zit. Ik zal u
ook de toezegging doen dat ik er in mijn brief even op terugkom.
De voorzitter:
De vraag is even: wanneer?
Staatssecretaris Van Marum:
Dat is na mijn bezoek aan de eilanden.
De voorzitter:
Dan zullen we dat ook noteren als ... Wanneer staat uw bezoek in de planning?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik heb nog één aanvulling. Ik maak een verzamelbrief van het aantal toezeggingen dat
ik hier doe om daar de Kamer over te informeren. Die zaken komen in die verzamelbrief
terug.
De voorzitter:
Oké. De vraag is inderdaad nog steeds wanneer uw bezoek is.
Staatssecretaris Van Marum:
13 oktober ga ik erheen.
De voorzitter:
Dan wordt dit ook opgenomen als toezegging. En dan geef ik het voorzitterschap terug
aan de heer Ceder.
Voorzitter: Ceder
De voorzitter:
Dank u wel, oud-voorzitter. Dank voor de gelegenheid. Dan wil ik graag de Staatssecretaris
de gelegenheid geven om door te gaan.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan heb ik nog een vraag van mevrouw De Vries over het WODC. Het WODC-rapport is in
2023 naar de Tweede Kamer gestuurd en op 1 september jongstleden is de Agenda Goed
Bestuur Caribisch Nederland pas opgeleverd. Waarom duurt het zo lang voordat er een
aanpak is? In 2023 verscheen het WODC-rapport. In 2024 heeft mijn voorganger samen
met de Minister van Justitie en Veiligheid een beleidsreactie naar de Kamer gestuurd.
In deze beleidsreactie is aangegeven dat er extra waarborgen voor integriteit worden
gerealiseerd. Op alle niveaus zijn in 2024 en 2025 ook verdere stappen gezet. Ik noem
even dat in de Agenda Goed Bestuur al aanvullende acties zijn benoemd: inkoop- en
aanbestedingsregels worden door de openbare lichamen vastgelegd met ondersteuning
van het ministerie, melders van integriteitsschendingen, waaronder klokkenluiders,
zullen beter worden beschermd en hiervoor loopt momenteel een onderzoek dat door mijn
ministerie wordt bekostigd. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba sluiten aan bij de Monitor
Integriteit en Veiligheid. Dat is wat ik daar op dit moment over kan zeggen.
De voorzitter:
Dat roept een interruptie op van de heer Van Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
We hebben gisteren die presentatie, of eigenlijk een technische briefing, gehad over
dat rapport. Daarin werd specifiek gezegd dat juist op het aanbestedingstraject geen
enkele stap was ondernomen. Kan de Staatssecretaris dat nader verklaren?
Staatssecretaris Van Marum:
Inkoop- en aanbestedingsregels worden door de openbare lichamen vastgelegd met ondersteuning
van mijn ministerie. Als daar zorgen over zijn, zal ik op mijn ministerie vragen ...
Dat is werk in uitvoering, hoor ik net van mijn zijkant. Uw signaal is genoteerd en
ik zal ernaar kijken.
De voorzitter:
Dank u wel. U kunt uw betoog vervolgen.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan ga ik naar de beantwoording van de vraag over de WolBES en FinBES. Ik werk aan
twee wetsvoorstellen tot wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba. Eén wetsvoorstel, de Herzieningswet, ligt inmiddels in consultatie en één
gaat voor advies naar de Raad van State. Ik vind het belangrijk om nu te zeggen dat
ik uiteraard in goed overleg wil en ben met de eilandsbesturen. De Herzieningswet
is ook opnieuw in consultatie gegaan. Daarom kan ik ook over de laatste wijzigingen
bestuurlijk overleg voeren met de BES als ik daar mijn bezoek breng.
Vooruitlopend daarop wil ik nog opmerken dat ik heb gemerkt dat er vragen zijn over
het behouden van de functie van de Rijksvertegenwoordiger. Er is ook irritatie over
het eenzijdige besluit van mijn voorganger om deze functie te behouden. Ik neem dit
besluit wél over, maar ik vind het belangrijk dat de functie deels anders wordt ingevuld.
Het is belangrijk dat er een bestuurder in de regio is die toeziet op de taakuitvoering
op de openbare lichamen. Maar dat geldt ook in Europees Nederland. De provincie is
hier vaak verantwoordelijk voor. Het is goed om iemand in de regio te hebben die een
sparringpartner voor het lokaal bestuur kan zijn. Ik moet het even opnieuw zeggen.
Het is goed om iemand in de regio te hebben die sparringpartner voor het lokaal bestuur
en zeker ook de gezaghebber kan zijn. Met de Herzieningswet wil ik bereiken dat de
wisselwerking tussen de BES en de Rijksvertegenwoordiger gaat verbeteren. De Rijksvertegenwoordiger
bij het Rijk trekt vervolgens aan de bel als de belangen van inwoners van de BES onvoldoende
aandacht krijgen in Den Haag. Dat moet hij namelijk ook doen. Hij vertegenwoordigt
niet alleen de belangen van Den Haag; hij moet ook de belangen van de inwoners daar
vertegenwoordigen. We moeten goed met elkaar bespreken hoe we die invulling geven
aan die functie.
Ik heb met de bestuurscolleges gesproken over de keuze om een afzonderlijk wetsvoorstel
te maken voor de verhoging van het aantal leden van de eilandsraden in bestuurscolleges.
Ik merkte steun voor dit voorstel, maar er waren ook vragen over de implementatie.
De voorzitter:
Gaat het over het vorige onderwerp? Oké, dan ga ik het toestaan. De heer Van Haasen
heeft het woord.
De heer Van Haasen (PVV):
Ja, ik wil toch nog even terugkomen op de rol van de Rijksvertegenwoordiger. Ik heb
in mijn bijdrage wel duidelijk omschreven waarom wij voorstander zijn van het behoud
van die Rijksvertegenwoordiger. We zien dat er juist op die eilanden veel aan de stoelpoten
van zijn functie wordt gezaagd, omdat hij een waarnemende status heeft terwijl hij
al sinds 2018 deze functie bekleedt. Die functie blijft waarnemend, omdat het voortbestaan
van die functie ter discussie stond of staat. Mijn vraag is of de Staatssecretaris
bereid is om de status van waarnemend eraf te halen, zodat het gewoon een structurele
baan, een structurele rol is voor de Rijksvertegenwoordiger.
Staatssecretaris Van Marum:
Het wordt een structurele rol.
De voorzitter:
Een vervolginterruptie.
De heer Van Haasen (PVV):
Wordt dan in de toekomst dat waarnemend eraf gehaald? Dat is mijn vraag. Het zou wel
prettig zijn. Hij is jarig vandaag, dus het zou misschien wel leuk zijn.
Staatssecretaris Van Marum:
Het gaat hier niet over de persoon; het gaat over de functie. Die functie wordt vast.
De voorzitter:
Dank u wel. U continueert.
Staatssecretaris Van Marum:
En ik feliciteer hem met zijn verjaardag bij dezen.
Dan als laatste. Ik heb met de bestuurscolleges gesproken over de keuze om een afzonderlijk
wetsvoorstel te maken voor de verhoging van het aantal leden van de eilandsraden in
de bestuurscolleges. Ik merkte dat er steun was voor dit voorstel, maar dat er ook
vragen waren over de implementatie. Ik heb daar oog voor en werk nu bijvoorbeeld met
een opleidingsprogramma om meer mensen te enthousiasmeren om actief te worden in het
lokaal bestuur. Zo kunnen we ook de representatie van de inwoners verbeteren.
Dan had ik een aantal vragen, onder meer van de heer White van GroenLinks-PvdA, over
de herziening WolBES en het behouden van de functie Rijksvertegenwoordiger. We hebben
nog een vraag over het feit dat deze Staatssecretaris de functie van Rijksvertegenwoordiger
wil voortzetten. Hierover is onvrede op de eilanden. Het vorige kabinet had mede op
advies van de Raad van State niet voor niets gekozen om deze functie te schrappen.
Heeft de Staatssecretaris hier met de eilanden over gesproken en hoe gaat hij zich
inzetten voor een breed gedragen oplossing?
Zoals gezegd is dit wetsvoorstel nog in voorbereiding. Het ligt nu in consultatie.
Ik ben zeker van plan om met de bestuurscolleges van de BES in gesprek te gaan over
de Herzieningswet tijdens de consultatie. De keuze om de Rijksvertegenwoordiger te
behouden, begrijp ik. De Rijksvertegenwoordiger moet ook opkomen voor de belangen
van de bewoners van de BES als het Rijk hier onvoldoende aandacht voor heeft. Ik beschouw
dat ook als een belangrijke voorwaarde voor succes. Ik vind het belangrijk om van
hén te horen hoe zij kijken naar het takenpakket in hun relatie met de Rijksvertegenwoordiger.
De functie moet wel veranderen: minder aandacht voor de eerdere coördinerende taak
en meer aandacht voor goed bestuur. Interbestuurlijk toezicht – wat ik de poortwachterfunctie
noem – is het opkomen voor de belangen van de BES in Den Haag wanneer nodig.
Bij de consultatie horen we ook de inbreng van anderen. Ook deze inbreng vind ik van
belang. De Rijksvertegenwoordiger heeft immers niet alleen een rol en taak in relatie
tot de besturen van de eilanden, maar juist ook voor die inwoners.
De voorzitter:
Dat levert een interruptie op van de heer White.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
De gedachte om de rol van de Rijksvertegenwoordiger ooit af te schaffen was onder
andere om de praktijk wat toelaatbaarder te maken: het verlenen van vergunningen,
het benoemen van personeel, bureaucratie en dergelijke. Ik ben heel erg benieuwd hoe
de Staatssecretaris ernaar kijkt op het moment dat besloten wordt om de functie van
Rijksvertegenwoordiger te handhaven. Hoe gaat hij garanties geven over de mandaten,
de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden en de verdeling daarvan?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik ga daar op dit moment niet verder op in, want dit zijn namelijk net de gesprekken
die ik ga voeren de komende tijd. Ik ga naar de eilanden toe. Ik ga daar met de besturen
spreken. Het is juist de bedoeling van die consultatie dat we daar een goede uitvoering
aan geven met alle partijen die erbij betrokken zijn. Ik heb mijn zaken hier in Nederland;
ik krijg van mijn kabinet en van jullie als parlement de opdrachten. De eilandsraden
en eilandsbesturen hebben dat ook. We moeten met elkaar de komende tijd bezien hoe
we de invulling van die functie aan beide kanten tot voordeel kunnen laten komen.
Die gesprekken ga ik de komende tijd aan en daar kom ik op enig moment op terug.
De voorzitter:
Is het een voorstel om de uitkomst daarvan mee te nemen in die verzamelbrief?
Staatssecretaris Van Marum:
Nee, dat doe ik niet in die verzamelbrief. Dat doe ik bij de wetsbehandeling.
De voorzitter:
De heer White heeft een antwoord? Ja. Dan wil ik u vragen om uw betoog te continueren.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan kom ik nu bij het blokje fysieke leefomgeving Bonaire, Sint-Eustatius en Saba.
De laatste tijd heb ik, net als u, vernomen dat er grote opgaven zijn in de fysieke
leefomgeving van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Zowel de Raad voor de leefomgeving
en infrastructuur, de Rli, als de Raad voor het Openbaar Bestuur, de ROB, constateren
dat er ondanks de inzet van het Rijk nog steeds sprake is van achterstanden in de
fysieke leefomgeving. Daarbij spreekt de Rli van «in potentie onwenselijke verschillen
tussen Caribisch Nederland en Europees Nederland».
Ik ben de Rli en de ROB ook erkentelijk voor de uitgebrachte adviezen en ik ga met
mijn collega-bewindspersoon in het kabinet serieus naar de aanbevelingen en adviezen
kijken. Een goede fysieke infrastructuur is hartstikke belangrijk voor de leefbaarheid
en de weerbaarheid tegen klimaatverandering en voor de economische ontwikkeling van
de eilanden. Ik werk met mijn collega-bewindspersonen in het kabinet aan een kabinetsreactie
op deze adviezen. Ik hoop de Kamer in oktober of uiterlijk november nader daarover
te kunnen informeren.
Dan ga ik nu graag in op de concrete vragen. De heer White en de heer Vermeer hadden
een vraag over comply or explain in relatie tot het Rli-rapport. Zij maken zich zorgen
over het feit dat onder het principe comply or explain vooral nieuwe wetgeving valt,
maar dat reeds bestaande wetgeving stapsgewijs wordt aangepast. Ook gaan ministeries
verschillend om met comply or explain. Volgens de Rli schiet met name dat in het fysieke
domein ernstig tekort. De ROB zegt dat het Rijk meer betrokken moet zijn bij het de
grootschalige infrastructurele projecten. Dit alles vergroot de achterstand van de
BES-eilanden ten opzichte van Europees Nederland. Wat gaat het kabinet hier concreet
aan doen?
Ik ben de Rli erkentelijk voor het advies en zal serieus bekijken hoe die aanbevelingen
ook ten aanzien van comply or explain vorm gaan krijgen. Ik wil daarbij in samenspraak
met mijn collega-bewindspersonen bekijken waar er sprake is van achterstallige of
bestaande wetgeving die voor de BES nog moet worden ingevoerd of herzien. Ik werk
met mijn collega-bewindspersonen in het kabinet ook aan een kabinetsreactie op dit
advies en op het advies van de Raad voor Openbaar Bestuur over financiering opgaven
infrastructuur Caribisch Nederland. Ik zal in oktober of uiterlijk november deze kabinetsreactie
aan de Kamer doen toekomen.
Dan heb ik nog een vraag ...
De voorzitter:
Dat levert wel een interruptie op van de heer White.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik nam aan dat dit een toezegging is. Mag ik dat zo vaststellen?
De voorzitter:
Dat ga ik even verifiëren bij de Staatssecretaris. Dat vraagt wel om een concreet
tijdpad. Komt dit in de verzamelbrief of op een ander moment?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik heb een aparte brief genoemd. In oktober of uiterlijk november zal die kabinetsreactie
komen.
De voorzitter:
Lijkt mij akkoord. Dan noteren we dat als een toezegging. U kunt uw betoog continueren.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan had ik nog een vraag van de heer White over het versterken van de uitvoeringscapaciteit
van het vergunningentoezicht en handhavingsstelsel. De vraag is of ik aan kan geven
hoe het staat met de versterking van de uitvoeringscapaciteit in het vergunningentoezicht
en handhavingsstelsel op de eilanden. Zonder voldoende capaciteit zullen de verbeterstappen
onvoldoende kunnen worden uitgevoerd. Sinds 2024 adviseert de Omgevingsdienst Nederland
de openbare lichamen bij de uitvoering van het wegwerken van de achterstand op VTH-gebied.
Dit gebeurde naar aanleiding van de rapportage van de Inspectie Leefomgeving en Transport,
de ILT, over de uitvoering van de VTH-taken in het stelsel op de eilanden. Momenteel
werk ik met de Omgevingsdienst Nederland, de eilanden en de Ministeries van IenW en
LVVN aan een transitievoorstel. Lokale capaciteit en haalbaarheid bij de uitvoering
van de VTH-taken hebben hier een belangrijke rol. Het voorstel verwacht ik in het
najaar van 2025. Het doel is om tot een duurzame verbetering van het VTH-stelsel te
komen.
Dan kom ik op de vraag van mevrouw De Vries over de brandstofvoorziening in Bonaire.
Het probleem van de brandstofvoorziening in Bonaire moet zo spoedig mogelijk worden
opgelost. Zeker op het eiland is brandstofvoorziening natuurlijk belangrijk en cruciaal.
Het is ook belangrijk dat het op een goede wijze wordt gewaarborgd. Belangrijk is
dat dit een eilandelijke taak is, waarbij het bestuurscollege nu de nodige stappen
zet. Er is intensief contact geweest met Bonaire. Hierbij is afgesproken dat het bestuur
van Bonaire in samenwerking met Curoil – dat is de eigenaar – verbeteringen doorvoert
op basis van die eerdere ILT-rapporten.
Dan kom ik op de vraag van mevrouw De Vries over infra. Ook de infrastructuur op de
eilanden is volledig onder de maat. Hoe kan bereikt worden dat Bonaire het geld dat
in kas is wel nuttig besteedt? Er wordt gesproken over spaardrift van Bonaire. In
2024 is 17 miljoen blijven liggen. In totaal ligt er nu 84 miljoen op de plank. Dat
zou in de inwoners moeten worden geïnvesteerd. Waar ligt dat aan en hoe kunnen we
dat nu wel lostrekken? Naast de verbeteringen van het financieel beheer werken wij
met Bonaire en de betrokken departementen IenW, VRO, LVVN, EZ, KGG en OCW aan een
gezamenlijke fysieke agenda. In deze agenda worden afspraken gemaakt over de samenhang,
fasering en uitvoeringskracht met betrekking tot de uitgaven in het fysieke domein,
dit ook met als doel om de middelen uit de vrije uitkering en de bijzondere uitkering
beter tot besteding te laten komen. Dit sluit ook aan bij de gegeven adviezen van
de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur en de Raad voor het Openbaar Bestuur
om de gezamenlijke ambitieniveaus af te spreken met de drie eilanden. Ik werk aan
een kabinetsreactie op deze adviezen en ik hoop later deze maand of in oktober de
Kamer hierover nader te informeren.
De voorzitter:
Dat levert een interruptie op van mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, want de tijd die wordt genoemd is voor de kabinetsreactie, neem ik aan. De Staatssecretaris
gaf ook aan dat er gewerkt wordt aan een gezamenlijke agenda voor de fysieke leefomgeving.
Wanneer is die dan klaar?
Staatssecretaris Van Marum:
Dat zal waarschijnlijk begin volgend jaar zijn. We gaan bekijken of we die koppelkansen
die in die verschillende ministeries zitten bij elkaar kunnen brengen. We gaan ook
bekijken welke prioriteiten er zijn, zodat de uitvoeringskracht niet meer als een
of ander breed net over allerlei onderwerpen gegooid kan worden, maar dat er echt
gefocust gewerkt kan worden zodat projecten tot een goed einde kunnen komen. Dat is
eigenlijk de doelstelling daarvan.
De voorzitter:
Dank u wel. U continueert.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan had ik nog een vraag van de heer White en de heer Ceder over de klimaatplannen
en de natuur. Hoe staat het met de uitvoering van de klimaatplannen en zijn deze effectief?
Wanneer krijgen we de volgende evaluatie van het Natuur- en milieubeleidsplan waarbij
we eventueel kunnen bijsturen? Voor Saba en Sint-Eustatius verwachten we dat deze
klimaatplannen eind zomer opgeleverd kunnen worden. De klimaattafel Bonaire heeft
aangegeven tot Q1 2026 nodig te hebben. De voortgang van de klimaatplannen is ook
toegelicht in de Verzamelbrief Water van IenW van 24 juli jongstleden. De evaluatie
van het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland kunt u het vierde kwartaal
van dit jaar verwachten. Bij de appreciatie hiervan zal rekening worden gehouden met
het rapport van het College voor de Rechten van de Mens waar de heer Ceder ook naar
verwees.
Dan had ik nog een vraag van mevrouw De Vries over de uitvoering van projecten op
Bonaire. Er zijn zorgen over het bestuurscollege Bonaire in de relatie met de vorige
Staatssecretaris; die relatie was niet goed. Dat helpt niet om resultaat te boeken.
Er is geld om te investeren maar dat wordt niet gerealiseerd. Hoe denkt de Staatssecretaris
dat op te lossen? Eigenlijk kun je alleen maar besturen vanuit verbinding, denk ik
altijd. Af en toe moet daar gewoon even wat oud zeer op tafel komen en moet dat uitgesproken
worden. Je kunt alleen als je de neuzen dezelfde kant op zet uiteindelijk ook gezamenlijk
weer werken aan vooruitgang. Dat zal ook het doel zijn van mijn werkbezoek daar.
Door die beperkte uitvoeringscapaciteit en weinig bestuurlijke besluitvorming worden
die projecten op Bonaire niet of later uitgevoerd. Dat is zorgelijk omdat een aantal
urgente dossiers vraagt om bestuurlijke keuzes. Een voorbeeld hiervan zijn de investeringen
in de wegen. Bonaire moet daarom ook investeren in tijdige besluitvorming en versterking
van de uitvoeringskracht. Een meerjarige investeringsagenda is daarbij noodzakelijk.
Ik ondersteun Bonaire op verschillende manieren daarmee. Bijvoorbeeld door te gaan
werken met een gezamenlijke fysieke agenda en via de samenwerking bij de VNG.
Dan had ik nog een vraag van mevrouw Bruyning. Hoe kan de Staatssecretaris verantwoorden
dat miljarden naar Europees Nederland gaan terwijl Caribisch Nederland terugvalt naar
enkele miljoenen? Wanneer komt er een volwaardig wetgevend kader dat dezelfde bescherming
biedt als in Europees Nederland? Dat gaat over klimaat. De Nationale klimaatadaptatiestrategie
wordt momenteel herijkt. Hierin wordt ook een hoofdstuk voor Caribisch Nederland opgenomen.
Het is aan een volgend kabinet om een besluit te nemen over hoeveel middelen hiervoor
vrijgemaakt worden.
Dan had ik nog een vraag van de heer Bamenga over wonen. U heeft diverse vragen gesteld
over wonen, waaronder over de Bijdrage Particuliere Verhuur, de verhuursubsidie, bescherming
van huurders, huurcommissies en de Woningwet. Er zijn diverse vragen gesteld over
de belangrijke opgaven op het gebied van wonen, de toegang tot betaalbare woningen
en andere belangrijke onderwerpen op dit gebied. De Minister van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening zet zich in om voortgang te boeken op al deze belangrijke
opgaven. Dat vergt de inzet van het Rijk, maar ook van de openbare lichamen zelf.
De Minister van VRO stuurt begin 2026 een rapportage over de voortgang op het terrein
van volkshuisvesting in Caribisch Nederland naar de Tweede Kamer.
Dan kom ik op de vraag van mevrouw De Vries over de ferry voor de Bovenwindse Eilanden.
De voorzitter:
Voordat u doorgaat, heeft u een interruptie van de heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel voor de reactie van de Staatssecretaris. Begrijp ik het goed dat de Staatssecretaris
hierin voor zichzelf geen rol ziet? De Staatssecretaris verwijst naar een andere Minister,
maar ik krijg niet te horen wat de Staatssecretaris zelf wil doen om dit toch wel
belangrijke vraagstuk voor de eilanden aan te pakken. En kan de Staatssecretaris misschien
iets concreter aangeven wanneer we iets daarover kunnen terugverwachten?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik moet even terugkomen op mijn rol. Ik ben coördinerend bewindspersoon. Dat betekent
dat er heel veel andere ministeries zijn die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor
de middelen die daar ingezet worden. Mijn rol, en die zal ik ook proberen te pakken,
is om continu ook de vakministers te betrekken bij de vragen die hier gesteld worden.
Maar ik geef hier in deze commissie ook aan dat de Minister daar zelf voor verantwoordelijk
is. Als u nadere vragen daarover heeft, wilt u deze dan ook aan haar stellen? Mijn
rol zal zijn dat ik hoor wat de noden zijn en daar ook aandacht voor zal blijven vragen.
Ik zal proberen om dat bij elkaar te brengen en ik zal ook proberen om dat de komende
tijd in de uitvoeringsagenda's zo goed mogelijk bij elkaar krijgen. Voor echt concrete
vragen met betrekking tot die huisvesting verwijs ik u naar de Minister van VRO.
De voorzitter:
Er is een vervolginterruptie van de heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Ja, omdat we het er hier toch over hebben, is het denk ik wel belangrijk dat we ook
juist in deze commissie daar regelmatig op terugkomen. Het is echt een urgent vraagstuk.
Volgens mij kunnen wij juist daar wat in betekenen. Ik zou het toch wel jammer vinden
dat wij hier in deze belangrijke commissie, die daar natuurlijk ook over gaat, niet
kunnen volgen en niet kunnen handelen, onvoldoende kunnen handelen, omdat het versnipperd
is als het gaat om dit onderwerp. Ik hoop wel dat coördinerend bewindspersoon ook
betekent dat wij hier blijvend geïnformeerd worden over de gang van zaken als het
gaat om de wooncrisis daar.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik hoop dat ik u daarin enigszins geruststel, maar dit is gewoon onderdeel van de
fysieke agenda die wij aan het maken zijn. Alles wat u hier zegt, alle zorgen die
u uit, ook die onder andere departementen vallen, neem ik mee. Daar zullen ook gesprekken
over gevoerd worden. Wij proberen dat ook bij elkaar te krijgen. Mocht daar aanleiding
voor zijn of heb ik daarbij hulp nodig van de Kamer, dan zal ik zeker niet nalaten
die te vragen.
De voorzitter:
Dank u wel. U kunt uw betoog continueren.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan had ik nog een vraag over de ferry van de Bovenwindse Eilanden. Ik verken de financieringsmogelijkheden
om de verbinding tussen Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Saba te continueren. Zo blijven
de eilanden goed bereikbaar voor inwoners en toeristen. Ik kan niet anders dan u op
korte termijn daarover informeren, zeg ik met een blij gezicht.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries met een interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik reken er dan maar op dat dat een positief besluit gaat zijn. We wachten dat nog
eventjes af. De vraag is wel of er dan iets structureels geregeld wordt of dat het
uiteindelijk weer iets incidenteels wordt, want het blijft wel steeds terugkomen.
Ik denk dat zekerheid en duidelijkheid ook voor de partijen die daarbij moeten ondersteunen,
zoals de Douane en de Koninklijke Marechaussee belangrijk is. Het is wel belangrijk
dat ze voor de langere termijn weten waar ze aan toe zijn.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik kan niet verder gaan dan wat ik net gezegd heb.
De voorzitter:
Dank u wel. U continueert.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik probeer altijd heel aardig te zijn, mevrouw De Vries, maar er zijn grenzen. U zult
dat straks zelf ook zien.
Dan wilde ik, met uw goedvinden voorzitter, naar Selibon. Het is absoluut duidelijk
dat hier echt iets aan de hand is, dat er nog heel veel moet gebeuren en de situatie
nog steeds zorgwekkend is. Ik onderstreep de noodzaak van een effectief en daadkrachtig
bestuur als het gaat om milieubescherming en volksgezondheid. Ik zal tijdens mijn
kennismakingsreis daar ook in gesprek gaan met omwonenden. Er ligt inmiddels een door
het bestuurscollege van Bonaire opgesteld verbeterplan. De branden zijn inmiddels
geblust. De Rijksvertegenwoordiger houdt ook toezicht op de uitvoering. De ILT voert
deze maand nog een inspectie uit om de voortgang te controleren. Samen met mijn collega
van IenW zal ik de Kamer informeren over de voortang van de situatie rond Selibon.
Ik ga nu graag over naar de beantwoording van de concrete vragen. Mevrouw Bruyning
vroeg waarom deze aangenomen motie nog steeds niet is uitgevoerd. Tijdens het commissiedebat
Selibon op 12 maart 2025 heeft u hierover gesproken met de Staatssecretaris van IenW.
De Staatssecretaris van IenW heeft aangegeven graag alle mogelijkheden te willen onderzoeken
om met plussen en minnen, dus ook routes zoals het verbranden van afval of het transport
naar regionale verwerkers binnen bijvoorbeeld het Caribisch gebied, een oplossing
te vinden. Hierin is natuurlijk wel het lokale bestuur aan zet. De Staatssecretaris
van IenW heeft het bestuur herhaaldelijk verzocht een dergelijk onderzoek te laten
doen. Ik zal dit nogmaals onder de aandacht brengen bij de Staatssecretaris van IenW.
Ik zal uw Kamer dit jaar hierover nader informeren via de halfjaarlijkse voortgangsrapportage.
De voorzitter:
Dat levert een interruptie op van mevrouw Bruyning.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Hoewel ik hoor wat de Staatssecretaris zegt, bemoeilijkt het mij toch enigszins dat
de Staatssecretaris steeds aangeeft dat het bij het bestuur ligt, nu het bestuur meerdere
malen heeft laten zien dat het niet geheel lukt. Welke ondersteuning kan er vanuit
Europees Nederland worden geboden om zo snel mogelijk tot dat onderzoek te komen?
En wanneer kunnen we daar de resultaten van verwachten?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik denk dat er een tweeledigheid is. Enerzijds wel blijven benadrukken dat het echt
een lokale verantwoordelijkheid is. Die moet erin. Maar ik blijf ook mijn collega's
in het kabinet aanduwen om de stappen te nemen die daar nodig zijn. Die tweeledigheid
zit er wel in.
De voorzitter:
Dat levert een interruptie op van mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, want ik begrijp op een heleboel punten echt wel dat het een lokale verantwoordelijkheid
is. Maar de situatie van Selibon op Bonaire vind ik zo urgent, met alle gevolgen die
dat heeft voor de veiligheid en gezondheid van omwonenden, dat ik dat soms ook wel
wat te gemakkelijk vind. De ILT heeft al geconstateerd dat er sprake is van taakverwaarlozing.
Dat doet ze niet zomaar.
Ik vind dat er een duidelijk eindpunt moet zijn voor wanneer het opgelost moet zijn.
Als we daarbij moeten helpen, prima. Als we het moeten overnemen, vind ik het ook
prima, want ik vind dat het voor de mensen op Bonaire opgelost moet worden. Het tweede
deel van mijn vraag – de vraag is wanneer er een goede oplossing zal zijn – gaat over
een reactie op de rol van Nederland. Het geld vind ik ook nog wel zorgelijk. De verantwoording
van het geld dat beschikbaar is gesteld, wordt maar steeds vooruitgeschoven. Als je
steeds langer moet doen over de verantwoording van dat geld, zit het niet goed. Ik
hoop echt dat we daarover heel snel duidelijkheid krijgen. Ik vind elk excuus dat
er weer gedeputeerden opgestapt zijn, niet aanvaardbaar. Er moet een administratie
van dat project zijn. Er moet gewoon geleverd worden, wat mij betreft.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik zal dit bespreken met mijn collega van IenW. Uw zorgen zijn genoteerd.
De voorzitter:
Dank. De heer Vermeer heeft ook een interruptie.
De heer Vermeer (BBB):
De Staatssecretaris heeft al een aantal keer het woord «koppelkans» gebruikt. Dat
staat nummer vier in de jeukwoorden van 2024. Toch ga ik het niet gebruiken. Er is
ook een vraag gesteld over brandstofvoorziening. Bij Chemelot is samen met RWE een
project ontwikkeld dat FUREC heet. Het gaat om het circulair verwerken van niet-recyclebaar
afval. Kunnen we niet eens een streep zetten door dat hele gedoe daar en een hele
andere kans gaan pakken om daar lokaal synthetisch gas te gaan produceren op basis
van al dat afval, zodat we daar lokaal kunstmest, nylon, brandstof et cetera kunnen
gaan produceren? Zou de Staatssecretaris met zijn collega van IenW hier eens naar
willen kijken? Ik zal een motie indienen om te proberen daar wat ondersteuning aan
te geven. Is dat een optie voor de Staatssecretaris?
Staatssecretaris Van Marum:
Dank aan de heer Vermeer voor deze vraag en aanbeveling. Ik zal dit zeker meenemen
naar mijn collega van IenW. Ik zeg daar wel bij dat we op dit moment echt eerst een
probleem hebben op te lossen. Voor de toekomst is dit mogelijk een mooie oplossing
om met elkaar te gaan verkennen, maar het acute probleem is daarmee niet opgelost.
En het verdient alle aandacht om te kijken hoe dat vorm kan gaan krijgen. Daar zal
ik de komende tijd op de eilanden goed over blijven praten. Ik zal met mijn collega
van IenW blijven kijken wat daar de mogelijkheden zijn.
De voorzitter:
Dan is er een vervolginterruptie van de heer Vermeer.
De heer Vermeer (BBB):
Ik denk dat het op een redelijk korte termijn kan, omdat het een stuk technologie
is die al is uitgetest. Het kan zelfs de oude rommel nog opruimen. Dus volgens mij
verdient dit zeker de aandacht, want op korte termijn dit probleem oplossen gaat sowieso
niet gebeuren.
Staatssecretaris Van Marum:
Zoals ik ook toegezegd heb, zal ik dit met mijn collega van IenW opnemen en kijken
of dit een optie kan zijn. Uiteraard moet ik dat ook op de eilanden zelf neerleggen.
Dit zijn zaken die we met elkaar moeten doen.
De voorzitter:
Is het een idee om na uw bezoek en de uitkomst daarvan terug te koppelen hoe briljant
dit briljante plan echt was?
Staatssecretaris Van Marum:
Na de gesprekken die ik op de eilanden heb gevoerd, krijgt u een verzamelbrief waar
een aantal zaken in staat. Ik denk dat dit heel specifiek is. Ik heb meer tijd nodig
om daar met mijn collega van IenW over te spreken en te bekijken of dit een plan is
dat wortel schiet in vruchtbare aarde.
De voorzitter:
We gaan zien of uw plan wortel schiet in vruchtbare aarde, zeg ik tegen het lid van
BBB.
De heer Van Haasen (PVV):
Ik wil hier toch nog wel een vervolgvraag over stellen. U zegt dat dan het acute probleem
niet is opgelost. Het acute probleem blijft bestaan zolang je geen adequate afvalverwerking
hebt op dat eiland. Ze gaan daar van landfill naar landfill en na tien jaar is die
vol. De huidige is volgens mij in 2030 vol en dan wordt de nieuwe landfill geopend.
En dan gaat het maar door. Je zult toch op een gegeven moment tot een structurele
oplossing moeten komen om het afval te verwerken. Ik heb begrepen dat ze op Statia,
wat natuurlijk een kleinere schaal is, al goede stappen zetten. Die stappen zullen
ook op de andere eilanden genomen moeten worden. Daarom wil ik toch extra onder de
aandacht brengen dat de verwerking van het afval net zo belangrijk is als het oplossen
van het probleem Selibon.
Staatssecretaris Van Marum:
Laat ik zeggen dat ik niet alleen op de eilanden waar we het nu over hebben dit probleem
heb gezien, maar ook in den lande. Afvalverwerking op de eilanden is een heel belangrijk
onderwerp waar we in integraliteit goed over na moeten denken. We moeten ook toekomstbestendige
zaken goed doordenken. Ik ben het er volledig mee eens dat dit absolute prioriteit
verdient. Ik ga er met mijn collega van IenW en met de eilandraden goed over spreken
om te zien wat we hiermee kunnen doen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was tevens uw laatste interruptie, zeg ik tegen de heer Van Haasen.
Staatssecretaris, u continueert.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan had ik nog een vraag van Bruyning, White en De Vries over concrete stappen. Welke
concrete stappen worden nog dit jaar gezet om de puinhoop bij Selibon aan te pakken?
Op 3 september heb ik u samen met de Staatssecretaris van IenW geïnformeerd over de
stand van zaken rond de afvalverwerking Selibon op Bonaire. Hierbij heb ik aangegeven
welke verbeterstappen zijn gezet vanuit het interbestuurlijk toezicht in de opvolging
van de door uw Kamer aangenomen moties. Uiteindelijk is de aanpak van dit probleem
een verantwoordelijkheid van het bestuurscollege, maar via de waarnemend Rijksvertegenwoordiger,
de ILT, houden we grip op de voortgang en de verbetering en krijgen we zicht op wat
nodig is.
In het kader van interbestuurlijk toezicht door de waarnemend Rijksvertegenwoordiger
zal het bestuurscollege uiterlijk 11 oktober een voortgangsrapportage opleveren. De
ILT heeft eind september een inspectie gepland bij Selibon Lagun. Als de uitkomsten
van deze inspectie door de ILT in de voortgangsrapportage in het kader van het interbestuurlijk
toezichttraject hier aanleiding toe geven, zal ik uw Kamer hierover nader informeren.
Daarnaast zal ik tijdens mijn kennismakingsreis ook in gesprek gaan met omwonenden.
De voorzitter:
Interruptie van mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ga mijn laatste interruptie eraan wijden. Ik maak me wel wat zorgen. In het verleden
is ook vaak gezegd dat er stappen worden gezet, dat er gepraat gaat worden en dat
de inspectie onderzoek gaat doen. Ik mag hopen dat als uit de inspectie, het overleg
dat nu blijkbaar gepland is en de tussenrapportage blijkt dat er niet genoeg voortgang
is, we echt andere maatregelen gaan nemen. Dan moeten we echt veel meer ingrijpen
vanuit Nederland. Ik weet dat het niet sympathiek is en ook op de eilanden niet sympathiek
gevonden wordt, maar ik vind dat de inwoners van Bonaire dat verdienen, en zeker de
omwonenden van Selibon. Ik hoop dat als duidelijk is dat er niet voldoende voortgang
is en dat het eindbeeld van het oplossen van het probleem niet in zicht is, andere
actie vanuit het Haagse zal volgen.
Staatssecretaris Van Marum:
Dank voor uw opmerking. Het heeft mijn prioriteit in elk geval wel. Wij zitten erbovenop.
Maar ik ga niet vooruitlopen op uitkomsten. Dat ga ik niet doen. «Wat als»-vragen
vind ik altijd lastige vragen. Het heeft prioriteit, we zitten er bovenop en gaan
kijken wat we kunnen doen. Indien nodig kom ik terug bij uw Kamer.
De voorzitter:
U continueert.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan kom ik bij sociaal domein en gezondheid. De leden van NSC, BBB, VVD en GroenLinks-PvdA
hebben verschillende vragen gesteld op het gebied van het sociaal domein. Al gedurende
langere tijd werken we nauw samen met SZW om de bestaanszekerheid te verbeteren. Samen
met SZW hebben we uw Kamer ook geïnformeerd over de voortgang. In relatief korte tijd
is al heel veel bereikt. De minimumlonen, uitkeringen en zaken als kinderbijslag zijn
fors verhoogd. Ik deel overigens de opvatting van de VVD-fractie dat we ook nu oog
moeten hebben voor de gevolgen hiervan, vooral voor de werkgevers.
Dan ga ik nu in op de concrete vragen. De heer White vroeg naar de werkloosheidsvoorziening.
Wanneer wordt de werkloosheidsvoorziening voor de eilanden afgerond? Het invoeren
van een werkloosheidsvoorziening wordt op zo'n kort mogelijke termijn beoogd. Naar
verwachting wordt de conceptregeling voor de formele consultatie uitgezet in 2026.
De werkloosheidsvoorziening staat ook zo genoemd in het prioritaire wetgevingsoverzicht
dat op de convocatie staat.
Dan een vraag van de heer White over de duur van de introductie van de inkomensafhankelijke
kindregeling. Hoelang gaat het duren voordat de inkomensafhankelijke kindregeling
wordt geïntroduceerd als in het najaar de verkenning naar de Kamer wordt gestuurd?
Uw Kamer wordt dit najaar via een beleidsbrief over Caribisch Nederland nader geïnformeerd
over de brede ontwikkeling op het terrein van SZW. Daarbij wordt ingegaan op de bevindingen
van de lopende verkenning naar de inkomensafhankelijke kindregeling en wordt het vervolgproces
toegelicht.
Dan openbaar vervoer. Wat is de reden dat het openbaar vervoer op Bonaire en Sint-Eustatius
zo lang op zich laat wachten terwijl de budgetten beschikbaar zijn? Bonaire heeft
een projectplan opgesteld voor een ov-stelsel en werkt aan de voorbereiding van de
uitvoer van dat plan. Sint-Eustatius verkent de behoefte en mogelijkheden voor een
passende ov-dienst. Hierbij wordt ook gekeken naar de aansluiting op een lopende pilot
in het kader van maatschappelijke ondersteuning. Het is aan de eilanden om vanuit
een lokale context invulling te geven aan een ov-stelsel. Mijn beeld is wel dat dit
op zorgvuldige wijze gebeurt.
De heer White stelde een vraag over de tegemoetkoming van de nutsvoorziening. Waarom
heeft het kabinet er niet voor gekozen om de tegemoetkoming van de nutsvoorzieningen
telecom, drinkwater en elektra structureel te regelen? Ook na 2026 blijft dit voor
mensen op de eilanden van cruciaal belang. In de Voorjaarsnota heeft het kabinet besloten
om verschillende subsidies voor de nutsvoorzieningen voort te zetten voor 2025 en
2026. Het is aan het volgende kabinet om af te wegen of deze maatregel structureel
kan worden voortgezet.
Dan vroeg mevrouw Bruyning nog naar de gezondheidszorg. Erkent de Staatssecretaris
dat er sprake is van tweederangs zorg op de eilanden? Wat gaat hij concreet doen om
het doorverwijzingssysteem in de ziekenhuiszorg binnen een jaar op orde te krijgen?
Kan hij garanderen dat de eilanden uiterlijk in de volgende kabinetsperiode toegang
hebben tot eenzelfde basiszorg als in Europees Nederland? Hoe zit het met de uitvoering
van een verbeterplan dat was opgesteld door voormalig Staatssecretaris Karremans?
U zult snappen dat ik geen garanties kan geven over wat in de volgende kabinetsperiode
plaats gaat vinden. Wel kan ik u informeren over de huidige stand van zaken. Wat mij
betreft is gelijkwaardige zorg het uitgangspunt. De verbetering van doorverwijzing
en ook medische uitzending is continu een punt van aandacht. Momenteel maakt mijn
collega de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport van het Ministerie van VWS afspraken
met de betrokken zorgaanbieders en de openbare lichamen om tot concrete verbetermaatregelen
te komen. In april van dit jaar heeft mijn collega van VWS de Kamer schriftelijk geïnformeerd
over deze maatregelen in de brief Aankondiging Health Deal Caribisch Nederland. In
het vierde kwartaal van 2025 wordt de Kamer hier nader over geïnformeerd.
Ook een vraag van mevrouw Bruyning: is de Staatssecretaris bereid structurele financiering
of een alternatief te organiseren zodat het werk van UNICEF niet verloren gaat? De
afgelopen jaren is door UNICEF in samenwerking met mijn ministerie en de openbare
lichamen goed werk verzet om de kinderrechten in Caribisch Nederland te verbeteren.
Momenteel wordt door UNICEF geïnventariseerd wat de opbrengsten zijn van het lopende
programma en welke onderdelen voortgezet zouden moeten worden. Op basis van deze inventarisatie
zal ik beoordelen of en in welke gevallen ik het programma voortgezet zou willen zien.
Dat is dus een lopende zaak.
De voorzitter:
Dat levert een interruptie op. De derde van mevrouw Bruyning.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Ik hoor wat de Staatssecretaris zegt. Zou de Staatssecretaris een tijdpad kunnen toezeggen
waarin dit plaatsvindt en waarin eventueel meer duidelijk wordt? Kan de Staatssecretaris
dat eventueel per brief aan de Kamer mededelen?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik ga uit van eind dit jaar.
De voorzitter:
Oké, dan concreet. Er komt een brief aan het einde van het jaar met een tijdpad, aangevraagd
door mevrouw Bruyning. Mooi.
U heeft een andere interruptie. De heer White.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Ik dacht «we maken het blokje af». Maar nu we toch in interrupties zitten, dan gelijk
ook een interruptie op de vragen die ik eerder heb gesteld en waarover de Staatssecretaris
naar mijn oren twee fijne toezeggingen doet omtrent kindregeling en de werkloosheidsvoorziening.
Na de vragen die ik heb gesteld omtrent het ov vraag ik of de Staatssecretaris concreter
en gedetailleerder een update zou kunnen geven van de stand van zaken. Het wordt mij
niet helemaal helder en duidelijk wat nou precies op dit moment de stand van zaken
is. Dat hoeft niet nu gelijk, het mag ook middels een brief waarin goed is uiteengezet
wat er gebeurt op de twee verschillende eilanden. De budgetten zijn er. Ligt het op
financieel vlak dat die budgetten niet goed getransformeerd kunnen worden? Wat gebeurt
er met de budgetten op het moment dat ze dit jaar niet gebruikt worden? Blijven die
budgetten gealloceerd voor dit doel?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik heb uw vraag gehoord. Ik neem ze mee en ze komen in de verzamelbrief terug.
De voorzitter:
Sorry, ik heb het laatste niet verstaan.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik zei: ik neem uw vraag mee en die wordt teruggekoppeld in de verzamelbrief.
De voorzitter:
Kijk, uw vraag wordt beantwoord in de verzamelbrief. Dat is dan weer een extra toezegging.
U bent lekker bezig, meneer White. Gaat u maar door, Staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Marum:
Hoe ga ik garanderen dat de bescherming van kinderrechten op de eilanden niet afhankelijk
is van een tijdelijke voorziening? Dit is een vraag van mevrouw Bruyning. De bescherming
van kinderrechten is net als in het Europese deel van Nederland een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van de meest betrokken beleidsdepartementen. Vanuit mijn coördinerende rol houd ik
in de gaten dat de inzet voor Caribisch Nederland volgens het principe van comply
or explain net zo intensief is. Reken maar dat kinderrechten voor mij heel erg belangrijk
zijn.
Dan de vraag van mevrouw De Vries over de verhoging van het wettelijk minimumloon.
«De verhoging van het minimumloon op de BES heeft tot een shock voor ondernemers geleid.
De compensatie die het Rijk de bedrijven biedt, komt niet bij de goede bedrijven terecht.
De VVD wil een pas op de plaats maken met een verdere verhoging van het wettelijk
minimumloon. Graag een reactie van de Staatssecretaris.» Uitvoeringstechnisch bleek
een maatregel gericht op werkgevers met werknemers rondom het wettelijk minimumloon
niet mogelijk. Daarom is gekozen voor een generieke maatregel in de vorm van het verlagen
van de werkgeverspremie voor alle bedrijven. Het demissionaire kabinet deelt het standpunt
van de VVD dat een beleidsmatige verhoging van het wettelijk minimumloon dit jaar
niet in de rede ligt. De economie moet het ook kunnen dragen. Ik blijf dit terechte
issue met de Staatssecretaris van SZW in de gaten houden.
Dan een vraag van de heer Vermeer over de brede welvaart. Hoe zorgt het kabinet ervoor
dat de inzet niet alleen draait om geld en economie, maar ook bijdraagt aan een brede
welvaart en behoud van wat de eilanden uniek maakt? Geld en economie zijn heel vaak
onlosmakelijk verbonden met brede welvaart. In de aanpak voor bestaanszekerheid kijken
we zeker niet alleen naar inkomens en kosten voor het levensonderhoud. Daarom hebben
we ook aandacht voor het belang van de integraliteit in de aanpak en ondersteunen
we Bonaire, Saba en Sint-Eustatius hierbij. Via regiodeals doen we investeringen in
de brede welvaart en in de zelfredzaamheid van de eilanden. Hierbij wordt nadrukkelijk
geïnvesteerd in culturele voorzieningen en historisch erfgoed. In de brief over de
economische ontwikkelingen van 10 maart tijdens het debat van 16 april hebben mijn
voorganger en de voormalige Minister van EZ uw Kamer geïnformeerd over de plannen.
Dan een vraag van de heer Vermeer over de kansen van inwoners op eigen inkomsten.
Welke maatregel gaat de Staatssecretaris nemen om inwoners van de BES-eilanden meer
kans te geven om zelf in hun inkomen te voorzien, bijvoorbeeld via opleiding, werk
of ondernemen? Het kabinet stelt sinds 2022 structureel 1 miljoen beschikbaar voor
arbeidsbemiddeling, scholing van werkzoekenden en matching met werkgevers. Ook krijgen
de eilanden al enkele jaren geld voor instrumenten die mensen met afstand tot de arbeidsmarkt
nodig hebben om te kunnen werken. Vanaf 2026 is hiervoor structureel 4 miljoen beschikbaar.
De voorzitter:
De heer Vermeer met zijn derde interruptie.
De heer Vermeer (BBB):
Zouden wij dan in die beruchte verzamelbrief ook iets terug kunnen krijgen over de
prestaties van die programma's en hoe die zich verhouden tot soortgelijke programma's
in Europees Nederland?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik zou het liever niet als beruchte, maar als beroemde verzamelbrief zien, maar die
toezegging kan ik doen.
De voorzitter:
Kijk, het wordt een mooie brief, denk ik zo. De Staatssecretaris continueert.
Staatssecretaris Van Marum:
Het wordt een telefoonboek.
Dan de vraag van de heer Ceder over het gelijktrekken van uitkeringen op Europees
niveau. Moeten in het sociale domein de inkomens niet verder verhoogd worden naar
Europees Nederlands niveau? De afgelopen jaren zijn enorme stappen gezet om de kosten
van levensonderhoud te verlagen en om de inkomens fors te verhogen. Ik verwijs naar
bijlage 1 van de Kamerbrief die ik vlak voor het reces heb gestuurd met een ongekende
stijging van het wettelijk minimumloon, AOV, onderstand en kinderbijslag. Zie verder
ook de bijdrage van mevrouw De Vries. De economie moet het kunnen dragen. Ik heb een
klein tabelletje – het is misschien op afstand te zien – waarin te zien is hoe het
de afgelopen jaren is gestegen en dat is best enorm.
De voorzitter:
Ik zou graag een interruptie willen plegen en vraag de heer Bamenga het voorzitterschap
over te nemen.
Voorzitter: Bamenga
De voorzitter:
Ja, de heer Ceder heeft een vraag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik dank de Staatssecretaris voor zijn beantwoording. Het klopt dat er de afgelopen
jaren veel geïnvesteerd is in de BES. Ik ben daar ook erkentelijk voor. Het heeft
ook tot nieuwe uitdagingen geleid, inderdaad het sociaal minimum. Dat zie ik ook.
De Staatssecretaris zegt in antwoord op mijn vraag of dit in de toekomst gelijkgetrokken
zou moeten worden, dat er in absolute zin veel gedaan is. Hij laat een grafiek zien.
Ik ben het daarmee eens, maar relatief gezien is er nog steeds een verschil dat niet
uit te leggen is. Op het moment dat het leven op Bonaire goedkoper zou zijn dan in
Amsterdam of op Texel, zou ik kunnen begrijpen dat het een lagere onderstand rechtvaardigt,
maar het leven op Bonaire is duurder en wij geven een lagere onderstand. In relatieve
zin is er nog steeds sprake van een niet-uitlegbare of niet-gerechtvaardigde scheefgroei.
Mijn vraag is – dat hoeft niet in een keer, want ik snap dat dit het evenwicht zou
verstoren – of het kabinet erkent dat er sprake is van een relatieve scheve verhouding
die niet gerechtvaardigd is en we op termijn wel moeten gaan werken naar verhoudingen
die recht doen aan het besteedbaar inkomen van de inwoners daar.
Staatssecretaris Van Marum:
We blijven natuurlijk werken aan die voorzieningenkant om te zorgen dat we dat zo
goed mogelijk voor mekaar krijgen. Ik blijf ook zeggen dat de economie het moet kunnen
dragen. Dat is een hele belangrijke. Met dat voor de bril moeten we kijken wat de
snelheid kan zijn om zaken recht te trekken. We hadden net het voorbeeld van Amsterdam
en Texel. Daar zit al een heel groot verschil in. Alles wat op Texel verkocht wordt,
moet er met de boot heengebracht worden. Dat is precies hetgeen er met de eilanden
aan de hand is. Bijna alles wat daar in de winkel ligt of er gekocht moet worden,
moet er met de boot heen.
Dat is ook een van de redenen dat ik graag nog even wil zeggen waarmee we bezig zijn.
We hebben, uit mijn hoofd, daar 24 miljoen liggen voor allerlei landbouwprojecten.
We zijn bezig met een aantal hele mooie projecten zodat we ook de zelfredzaamheid
– zelfredzaamheid wordt vaak als een containerbegrip gezien – en de zelfvoorzienendheid
op voedselgebied op de eilanden een boost kunnen geven. Op het moment dat je je eigen
voedsel kunt produceren en het niet meer aangevoerd hoeft te worden, en we ook de
jeugd kunnen enthousiasmeren om een eigen volkstuintje te hebben zodat ze verse groente
kunnen verbouwen, kan dit een enorme bijdrage leveren aan de volksgezondheid en het
welzijn. Daar komen ook weer ondernemertjes uit die zien dat ze zaken kunnen leveren
aan de supermarkten.
Tijdens mijn bezoek daar heb ik een heel mooi voorbeeld gezien. In de coronaperiode
kreeg iemand ontslag en vervolgens kreeg ook zijn vrouw ontslag. Hij had zijn fiets,
auto en brommer verkocht en heeft een hydrocultuur gekocht waarin hij sla is gaan
kweken. Hij heeft heel diep gezeten, maar de kracht van de mensen daar is dat ze knokken
voor hun bestaan. Hij levert nu aan een lokale supermarkt. Dat zijn dingen waar ik
blij van word. Als wij dit soort projecten kunnen stimuleren – laagdrempelig instappen
met klein ondernemerschap – denk ik dat we hele mooie dingen kunnen doen die ook ten
goede kunnen komen aan dit onderwerp.
De voorzitter:
Een vervolgvraag.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben het eens met de Staatssecretaris dat in landbouw geïnvesteerd moet worden.
In de afgelopen maanden zijn we daar met een delegatie geweest en hebben we hele mooie
projecten gezien. Wij ondersteunen dat volledig. Ten aanzien van de mogelijke prijsverschillen
tussen Texel en Amsterdam, die evident zijn, wil ik benadrukken dat het tegelijkertijd
ook zo is dat voor beide gebieden dezelfde minimum bijstandsnormen gelden. Dat is
juist mijn punt. Als overheid moeten wij die gelijkwaardigheid ook op de BES hanteren,
temeer omdat de prijs/kostenverhouding daar nog hoger is. Het is een aanmoediging
van mijn pleidooi om dat geleidelijk – ik snap dat je dat in stappen moet doen – naar
een situatie te brengen dat er een gerechtvaardigde minimumnorm is die zich verhoudt
tot het prijs/kostenniveau daar, terwijl we aan de andere kant ook proberen de kosten
te drukken, zoals u terecht zegt.
Staatssecretaris Van Marum:
U heeft van mij gehoord dat dit mijn aandacht heeft en dat ik besef dat deze problematiek
er is. Ik heb ook gezegd dat er geen grote stappen gezet kunnen worden, maar dat het
in de geleidelijkheid met de economie bekeken moet worden.
De voorzitter:
Dank voor de beantwoording. Ik geef het voorzitterschap terug aan de heer Ceder.
Voorzitter: Ceder
De voorzitter:
Dank u wel oud-voorzitter. Dank u wel voor uw bijdrage. Ik vraag de Staatssecretaris
te continueren.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan heb ik nog mijn laatste blokje: overige belangrijke onderwerpen. Er was een vraag
van de heer White en de heer Ceder over een update van de geopolitieke spanningen
in de Caribische regio. De heer White zei dat de VS onlangs aankondigden marineschepen
te sturen naar de kust van Venezuela. Hierover was bezorgdheid op de Benedenwindse
Eilanden. Kan de Staatssecretaris ons hierover een update geven? Op welke manier worden
de eilanders hierover geïnformeerd? En de heer Ceder vroeg welke stappen worden gezet
mocht dit verder escaleren. Dit betreft een nationaal aangestuurde inzet door de Verenigde
Staten. Het Koninkrijk is hier niet bij betrokken. Informatie wordt steeds gedeeld
door Den Haag en de autoriteiten van Aruba, Curaçao en Bonaire. De Ministeries van
Buitenlandse Zaken en Defensie staan in contact met de VS. Ik zie ook dat er zorgen
zijn op Aruba, Bonaire en Curaçao. Dat ervaren de collega-bestuurders van de Benedenwindse
Eilanden. Die bestuurders informeren onder andere met de informatie van BZ en Defensie
hun bevolking. De veiligheid van inwoners en bezoekers staat voorop. Op dit moment
zijn er geen extra maatregelen nodig, maar ik verzeker u dat het kabinet de ontwikkelingen
zeer zeker in de gaten houdt.
De voorzitter:
De heer White gebruikt zijn laatste interruptie voor dit zeer belangrijke onderwerp.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Het kan niet anders, voorzitter. Ik had de vraag gesteld hoe het zit met de geopolitiek
in het gebied en om onze Kamer een update te geven. Ik hoor u nu zeggen dat dit niet
heel erg lukt. Ik denk dat het wel van belang is dat we die informatie krijgen. Ik
zou de Staatssecretaris willen vragen om toch met de Minister van Buitenlandse Zaken
contact te hebben en de Kamer meer gedetailleerd te informeren over de stand van zaken
in die regio. Ondanks dat de landen autonoom zijn, vormen ze toch onderdeel van ons
Koninkrijk. Als het escaleert in die regio, heeft dat mogelijk direct gevolgen voor
een reactie vanuit Defensie. We zouden daarover toch iets meer willen weten.
Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel voor de vraag. Ik snap de wens van uw Kamer om hierover meer te horen.
Op dit moment is er kennisgenomen van de militaire actie die de VS hebben uitgevoerd
op een boot in de Zuid-Caribische zee op dinsdag 2 september. Volgens de VS zou die
boot vanuit Venezuela drugs vervoeren, bestemd voor de VS. Het kabinet beschikt op
dit moment niet over nadere informatie. Ik zal uw verzoek doorgeleiden naar de Ministeries
van BZ en Defensie en hen vragen u daarover te informeren.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat komt dus uw kant op. Heeft de Staatssecretaris al uw vragen beantwoord?
Mooi. Het is 15.30 uur. Ik stel voor gelijk door te gaan met de tweede termijn. Er
zijn al flink wat toezeggingen gedaan. Ik wil mevrouw Bruyning graag het woord geven.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik de Staatssecretaris bedanken voor zijn antwoorden.
Ik proef de bereidheid om stappen te zetten en dat geeft hoop. Maar de inwoners van
Bonaire, Saba en Sint-Eustatius hebben al te vaak gehoord dat het beter zou worden.
Belangrijk is nu dat woorden worden omgezet in daden. De rode draad van dit debat
is voor mij helder. Gelijkwaardigheid vraagt om samenwerking, om inspraak serieus
te nemen en om een voortdurende dialoog met de mensen op de eilanden zelf. Alleen
door te luisteren en samen oplossingen te vinden kunnen we het vertrouwen herstellen
en bouwen aan een koninkrijk waarin ieder deelgebied zich gezien en gehoord voelt.
Voorzitter. Een koninkrijk is pas sterk als alle stemmen meetellen, ook die van onze
eilanden. Bij dezen wil ik een tweeminutendebat aanvragen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vries vraagt buiten de microfoon om waar het tweeminutendebat
over gaat. Er is al heel veel toegezegd. Het is inderdaad zo dat we geen tweeminutendebat
hoeven houden tenzij er echt een onderwerp is waarover mevrouw Bruyning graag een
Kameruitspraak wil. De vraag is over welk onderwerp het zou zijn.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Voor mijzelf geldt voor de situatie Selibon dat ik de antwoorden nog niet afdoende
vind, namelijk dat het dáár ligt. Ik vind de problemen dermate groot dat wij als regering,
als Europees Nederland, hierop zouden moeten ingrijpen en iets zouden moeten doen.
Daarom wil ik onder andere daarover een Kameruitspraak.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Vermeer wil ook reageren op het verzoek voor een tweeminutendebat.
Het is zeer ongebruikelijk, maar ik zal het toestaan.
De heer Vermeer (BBB):
Oké, want wij willen ook een paar verzoeken indienen die de Staatssecretaris kunnen
aansporen in het uitvoeren van bepaalde plannen ondanks of naast de vele toezeggingen.
De voorzitter:
Nee, zeker. Volgens mij wordt er nu gewoon een tweeminutendebat ingepland. De wens
is ook om dat het liefst zo snel mogelijk te doen, nog voor het verkiezingsreces.
We hoeven hierover geen ordedebat te starten. Mevrouw Bruyning wil daarop nog reageren.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Niks ten nadele van de Staatssecretaris. Zoals ik in mijn tweede termijn heb gezegd,
zie ik veel goede antwoorden en dat geeft hoop dat de juiste stappen gaan worden gezet.
Wij mogen als Kamer af en toe nog wel een duwtje in de goede richting geven.
De voorzitter:
Zeker, maar ik vermoed dat de heer Vermeer, die zijn microfoon nog uit moet zetten,
wat wantrouwen zag aankomen. Dat is dus niet het geval. Er is veel lof en waardering.
Dat gezegd hebbende gaan we over naar de heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de Staatssecretaris voor de beantwoording van alle
vragen en de toezeggingen die zijn gedaan. Ik heb natuurlijk wat vragen over de wooncrisis
gesteld. Dat raakt de mensenrechten en dat raakt ook een gelijkwaardige manier van
omgaan met mensen in Caribisch Nederland. De Staatssecretaris heeft net uitgelegd
dat hij samenwerkt met andere bewindspersonen op dit vlak. Ik zou heel graag willen
dat de Staatssecretaris daar de regie op houdt en kijkt op welke manier wij hier in
deze commissie de voortgang kunnen volgen daar waar het gaat om de woningcrisis. Dat
is een heel belangrijk vraagstuk. Ik hoop dat ik er geen motie voor hoef in te dienen,
maar dat de Staatssecretaris erop kan terugkomen op welke wijze wij hier de voortgang
van deze situatie kunnen volgen.
Tot slot is het ook over Selibon gegaan. Ik wil me aansluiten bij alle kritische geluiden
hierover, waaronder die vanuit de VVD-fractie. Nogmaals, heel veel succes met uw werk.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer White.
De heer White (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor de gedane toezeggingen.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
Bedankt, voorzitter. De Staatssecretaris had het erover dat hij bij de voedselproductie
een mooi initiatief had gezien met hydrocultuur. Hij noemde ook de term «containerbegrip».
Misschien dat er nog steeds op veel plekken op de eilanden in stalen containers groentes
worden verbouwd om ze tegen de zon te beschermen. Vooral op Curaçao zie je dat er
tegenwoordig zeewatergekoelde projecten worden gestart om gebouwen te koelen. Die
schijnen ook te kunnen worden gebruikt voor innovatie in de kassenbouw. Dit wilde
ik toch even meegeven aan de Staatssecretaris.
Aanvullend wil ik terugkomen op de bijdrage van mevrouw Bruyning. Zij had het over
UNICEF, over projecten die eind van het jaar stoppen. De Staatssecretaris deed daar
een toezegging op, namelijk dat hij er voor het einde van het jaar op terugkomt. Deze
projecten stoppen aan het einde van het jaar. Voor de continuïteit van die projecten
is het misschien raadzaam om eerder met een antwoord te komen, zodat UNICEF ook weet
waar het aan toe is. Wij zijn over het algemeen niet altijd even positief over de
ontwikkelingssamenwerkingsprojecten van UNICEF, maar als het ons eigen land betreft,
wil ik er toch een opmerking over maken.
De voorzitter:
Dank u wel. De PVV breekt een lans voor ontwikkelingssamenwerking in eigen land, maar
wel met het verzoek om hier eerder op terug te komen. Dat snap ik wel. De vraag is
of u daar misschien rond Prinsjesdag een antwoord op kunt geven. Dat valt wellicht
samen met de Algemene Politieke Beschouwingen. Is het mogelijk de commissie al van
een antwoord te voorzien op of rond Prinsjesdag?
Staatssecretaris Van Marum:
Ik wil proberen in mijn verzamelbrief met die informatie terug te komen.
De voorzitter:
Ja, alleen komt volgens mij die verzamelbrief na uw reis. Dat zou zijn ...
Staatssecretaris Van Marum:
Eind oktober.
De voorzitter:
Eind oktober, oké. Volgens mij heeft de commissie de wens uitgesproken om nog voor
het reces een tweeminutendebat te hebben. De vraag is toch of u voor de begrotingsbehandeling
antwoord op dit specifieke punt zou kunnen geven. Dat heeft ermee te maken dat hier
financiën mee zijn gemoeid. Als we het in meerderheid willen, geeft dat de commissie
de ruimte andere financiële keuzes te maken.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik doe wat ik kan om het eerder naar u toe te krijgen. Meer dan die toezegging kan
ik op dit moment niet doen. Ik doe vreselijk mijn best.
De voorzitter:
De begroting is iets anders dan de Algemene Politieke Beschouwingen. De vraag is om
voor de begroting de Kamer hierover te informeren.
Staatssecretaris Van Marum:
Dan kan het in de verzamelbrief.
De voorzitter:
Dat is ook wel weer waar. Dan zetten we het in de verzamelbrief. Dat is een toezegging
aan de heer Van Haasen. Fijn dat we het zo met elkaar oplossen. Mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de nieuwe Staatssecretaris. Hij heeft zich al goed
ingelezen in het dossier. Ik wens hem een goede reis naar de andere eilanden toe.
Ik heb nog een paar punten. De Staatssecretaris zegt de verbinding te zoeken en dat
is natuurlijk altijd goed. Ik ga ervan uit dat hij als Groninger direct en duidelijk
gaat zijn, want zachte heelmeesters maken soms stinkende wonden. Ik hoop dat hij dat
blijft doen en ook dat we elkaar wederzijds aanspreken als dingen niet goed gaan.
De veerverbinding wachten we af. Over de verhoging van het minimumloon geeft de Staatssecretaris
aan voorlopig een pas op de plaats te maken. Dat is prima. Hij geeft aan dat de economie
het moet dragen. Helemaal mee eens. Het is zo dat het uiteindelijk ook effect heeft
op de hoogte van de prijzen. Werkgevers zullen dat toch doorberekenen. Ik denk dat
je dan in een soort spiraal terechtkomt.
Ik worstel nog wel met het tweeminutendebat en Selibon, want de Staatssecretaris heeft
informatie toegezegd. Ik weet niet zo goed waarover we dan nog gaan debatteren. Ik
ben voor een steviger aanpak en niet te lang te blijven doormodderen. Ik wil wel dat
het eiland eerst nog een keer de kans krijgt. Dat geeft de Staatssecretaris volgens
mij aan. Op het moment dat er niet wordt geleverd bij de eerstvolgende actie, vind
ik ook dat er moet worden ingegrepen vanuit hier. Ik ben een beetje zoekende. Maar
goed, dat tweeminutendebat is aangevraagd en dat gaan we doen. Ik vraag me af of het
niet zinniger is de informatie even af te wachten, omdat we dan echt concrete stappen
kunnen zetten als Kamer.
De voorzitter:
Dat is aan de Kamer zelf, denk ik. Uw hartenkreet wordt gehoord, zal ik maar zeggen.
De heer Vermeer.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik bedank de Staatssecretaris en zijn team voor de beantwoording
van de vragen. Ik zou de oproep van mevrouw Aukje de Vries willen steunen in dezen
dat er duidelijkheid moet komen en dat we goed moeten kijken naar de volgtijdelijkheid
van brief, tweeminutendebat, begroting et cetera. Misschien kan de griffie helpen
mij inzicht te geven wat de beste volgorde en planning zouden zijn.
De voorzitter:
Daar komen we zo op terug, denk ik. Ik weet niet of hier vragen zijn gesteld waarvoor
u nog tijd nodig heeft om u voor te bereiden. Of kunnen we gelijk door?
Staatssecretaris Van Marum:
Volgens mij kan ik gewoon door.
De voorzitter:
Oké, zullen we dat dan doen en de planning en organisatie met elkaar doorspreken?
Staatssecretaris Van Marum:
De heer Bamenga had een vraag over wonen. U wordt regelmatig geïnformeerd. Afgelopen
januari is er nog een debat geweest. Ik zal uw verhaal overbrengen aan de Minister.
Ik ga ervan uit dat de Minister de informatie tijdig en regelmatig naar u toe laat
komen.
De heer Van Haasen noemde het zeewatergekoelde project. Dat ga ik zeker meenemen.
Dank voor de suggestie.
UNICEF komt in de verzamelbrief. Ik vind dat belangrijk; u vindt het belangrijk. Ik
ga dus kijken of we die vraag zo snel mogelijk kunnen beantwoorden.
De voorzitter:
Dat roept een interruptie of vraag op bij de heer Van Haasen.
De heer Van Haasen (PVV):
Eigenlijk een aanvullende vraag. Die hydrocultuur werkt natuurlijk wel goed, maar
die kost veel water. Op de eilanden is een gebrek aan zoetwater. Daarom geef ik dat
project met zeewatergekoelde containers mee, want daarvoor heb je geen zoetwater nodig.
Staatssecretaris Van Marum:
Nogmaals hartelijk dank. Ik ben in Groningen ooit betrokken geweest bij zilte teelt.
Er zijn allerlei heel mooie projecten mogelijk zodat mensen daar hun eigen voedsel
kunnen verbouwen. Daarmee kunnen we de welvaart een stuw geven. Dus dank voor deze
suggestie.
Ik kom op de vraag van mevrouw De Vries over die verbinding. Ik zit nu eenmaal zo
in elkaar. Mijn Groningse aard komt wel naar voren als ik vind dat dingen niet goed
gaan. Die moeten ook op tafel. Dan kan ik heel duidelijk zijn. Dat gaat zeker gebeuren
als dat noodzakelijk is. Daar hoeft u geen zorgen over te hebben. Ik vind wel dat
je rekening moet houden met lokale omstandigheden. Als er echt heel specifieke zaken
aan de hand zijn, zaken als integriteit of zaken die niet goed gaan in het belang
van de burger, zult u mij van de andere zijde zien. Dan sta ik op voor wat ik moet
doen.
De voorzitter:
Dat was ’m. Mooi. Dan zijn we aan het einde gekomen van het verzameldebat. Er is een
tweeminutendebat aangevraagd door mevrouw Bruyning, die de eerste spreker zal zijn.
Er moet even een proces worden voorgesteld om dat te doen nadat we dit debat sluiten.
Dat kunnen we met elkaar doen en dat hoeft niet ...
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik begrijp dat begin oktober de ILT komt en de tussenrapportage. Ik snap de behoefte
van de Kamer om die voor de verkiezingen te krijgen, dus om het iets te vervroegen
zodat we het tweeminutendebat nog wel voor het verkiezingsreces kunnen hebben. Anders
ga je het hele verkiezingsreces afwachten en zit je ergens in november. Het lijkt
nu net niet synchroon te lopen.
De voorzitter:
Ja, er is een grote wens om voor het verkiezingsreces een tweeminutendebat te houden,
ook omdat het urgente thema's zijn die door de commissie zijn besproken. Die oproep
snap ik. Ik vraag de Staatssecretaris of hij daaraan kan voldoen.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik zit even met de problematiek dat ik de ILT geen opdracht kan geven om zaken te
vervroegen. Een verzoek wil ik wel doen. Dat is geen probleem. Ik kan echter geen
garantie geven dat ze er uitvoering aan geven.
De voorzitter:
Dan wil ik even concluderen dat de Staatssecretaris straks een verzoek gaat doen aan
de ILT om de boel te versnellen en dat hij zijn uiterste best doet om tijdig, het
liefst ruim voor het reces, een brief te sturen waardoor we het tweeminutendebat met
die informatie in alle volledigheid kunnen voeren. Dat is de afspraak die we met elkaar
maken.
Dank u wel. Ik stel voor de vergadering af te sluiten en daarna nog even met de woordvoerders
door te praten over de wijze waarop we het proces verder gaan doen tot het verkiezingsreces.
Ik wil de Staatssecretaris bedanken voor uw tijd, voor uw optreden. Volgens mij hebben
we een goed debat met elkaar gehad. We zijn ook ruim op tijd klaar. Dat zegt iets
over de manier waarop we dit met elkaar hebben gedaan. Dank ook aan hen die meekeken.
De Staatssecretaris heeft nog een nabrander.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik wil ook de commissie bedanken, want ik vond het een fijn, constructief debat. Ik
hoop dat we op deze manier met elkaar kunnen doorgaan. Ik denk dat dit de juiste manier
is om met elkaar te werken. Dank daarvoor.
De voorzitter:
Fijn. De mensen die kijken, zien nu ook hoe een debat wel kan. Dat is zeer lovenswaardig.
Ook mijn complimenten, ook aan de griffier en iedereen die heeft meegewerkt voor en
achter de schermen, of heeft meegekeken. Dank u wel. Bon dia. Ik sluit de vergadering.
Sluiting 15.49 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. (Olger) van Dijk, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier