Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 21 mei 2025, over de Staat van de Volkshuisvesting
27 926 Huurbeleid
32 847
Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 397
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 16 juni 2025
De vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft op 21 mei 2025
overleg gevoerd met mevrouw Keijzer, Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening, Vice-Minister-President, over:
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 20 mei
2025 inzake reactie op verzoek openbaarmaking van stukken die ten grondslag liggen
aan de besluitvorming over de huurbevriezing voor 2025 en 2026 die in de Voorjaarsnota
is afgesproken (Kamerstuk 27 926, nr. 394);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 25 april
2025 inzake voortgang ouderenhuisvesting (Kamerstuk 29 389, nr. 151);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 15 mei
2025 inzake reactie op zienswijze Autoriteit woningcorporaties inzake huurbevriezing
(Kamerstuk 27 926, nr. 392);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 14 april
2025 inzake evaluatie huurverlaging 2023 voor huurders met een laag inkomen (Kamerstuk
36 281, nr. 29);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 10 april
2025 inzake kernpublicatie van het WoonOnderzoek Nederland 2024 en rapport Betaalbare
huren volgens de Nibudmethode (Kamerstuk 32 847, nr. 1321);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 9 april
2025 inzake onderzoeken mogelijkheden huurregister (Kamerstuk 27 926, nr. 391);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 20 februari
2025 inzake beleidsreactie Staat van de corporatiesector 2025 (Kamerstuk 29 453, nr. 576);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 20 januari
2025 inzake voortgang van de wijziging van het Kadasterbesluit in aansluiting op de
internetconsultatie (preventieve maatregelen tegen doxing) (Kamerstuk 32 761, nr. 312);
– de brief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening d.d. 14 januari
2025 inzake evaluatieonderzoek ADR naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de
accreditatieverlening door de Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland (SVWN)
(Kamerstuk 29 453, nr. 575).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, Postma
De griffier van de commissie, De Vos
Voorzitter: Postma
Griffier: Morrin
Aanwezig zijn dertien leden der Kamer, te weten: Beckerman, Eerdmans, El Abassi, Flach,
Grinwis, Peter de Groot, De Hoop, Mooiman, Postma, Vedder, Vijlbrief, Welzijn en Wijen-Nass,
en mevrouw Keijzer, Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Vice-Minister-President.
Aanvang 13.34 uur.
De voorzitter:
Een hele goede middag. Wij zijn hier bij elkaar voor de vergadering van de vaste commissie
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Wij hebben de staat van de volkshuisvesting
op de agenda staan. Ik heet de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
van harte welkom. Er zijn vandaag flink wat Kamerleden aanwezig. Ik wil ze allemaal
even aan u voorstellen: mevrouw Beckerman van de SP, de heer Mooiman van de PVV, de
heer De Hoop van GroenLinks-PvdA, de heer Flach van de SGP, de heer Vijlbrief van
D66, mevrouw Welzijn van Nieuw Sociaal Contract, de heer Eerdmans van JA21, mevrouw
Vedder van het CDA, de heer Grinwis van de ChristenUnie, de heer Peter de Groot van
de VVD en mevrouw Wijen-Nass van de BBB. Ik heet u allemaal van harte welkom.
Voor dit debat staat vier uur gepland. Ik heb even gerekend. U heeft per persoon vijf
minuten voor uw inbreng. Dat leidt al tot 55 minuten spreektijd. Ik ga ervan uit dat
jullie ook graag met elkaar in debat gaan, maar om iedereen dezelfde gelegenheid te
geven om te debatteren, wil ik graag voorstellen dat we drie interrupties hanteren
in de eerste termijn, zodat we ook nog tijd hebben voor een termijn met de Minister.
Ik wil jullie ook vragen om de interrupties en de antwoorden kort en krachtig te houden.
Anders gaan we echt heel erg uit de tijd lopen.
Ik zie allereerst dat de heer De Hoop iets wil zeggen. De heer Grinwis had ik ook
gezien en volgens mij ook mevrouw Beckerman. Klopt dat? Oké. De heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik begrijp het, maar ik zou er toch wel minimaal vier willen. Als je een
interruptie pleegt, wil je wel een vervolgvraag kunnen stellen. Dan hebben we er twee
in tweeën. Dat lijkt me toch wel het minimale voor een goed debat.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. We weten allemaal wat er de facto op de agenda staat. Uiteindelijk is
niet de Minister primair verantwoordelijk voor de huurbevriezing; dat zijn de coalitiefracties.
Ik wil echt minimaal het dubbele aantal interrupties. Zes is echt het minimumaantal
om een goed debat te voeren.
Mevrouw Beckerman (SP):
Voorzitter. Ik ben het eens met de heer De Hoop en de heer Grinwis. Ik denk dat het
goed is om in ieder geval uit te gaan van vier interrupties. Dat is toch wel het minimale.
De voorzitter:
Ik kijk even rond of anderen willen reageren. De heer De Groot.
De heer Peter de Groot (VVD):
Gezien de lengte van het debat denk ik dat vier interrupties het maximale is. Ik denk
dat we met elkaar goed de ruimte moeten hebben, maar anders moeten we iets gaan zeggen
over de lengte van de debatten.
De voorzitter:
Goed. Dank u wel. De heer Eerdmans heeft aangegeven dat hij even moet gaan stemmen.
De stemmingsbel gaat nu, dus hij gaat even naar de plenaire zaal, maar hij zal daarna
met gezwinde spoed weer terugkomen. Ik stel dan voor om het aantal interrupties op
vier te houden; dan hebben we er twee keer twee. Maar ik wil jullie hier wel bij vragen
de interrupties kort te houden, dus binnen de 30 seconden graag. Dan kunnen we gaan
beginnen. Ik wil mevrouw Beckerman als eerste het woord geven. Zij spreekt namens
de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel, voorzitter. Wie moet de wooncrisis betalen? Dat is een vraag die we gek
genoeg bijna niet stellen. Wie moet betalen voor het tekort aan betaalbare woningen?
Wie moet betalen voor het verbeteren van slechte woningen? Dat we die vraag bijna
niet stellen, komt doordat een aantal partijen ervan uitgaan dat huurders de wooncrisis
moeten betalen: VVD, NSC, BBB, ChristenUnie, CDA en D66. Sterker nog, als je voorstelt
dat de huurders een keertje niet de rekening krijgen, dan krijg je vaak, soms zelfs
hooghartig, het antwoord dat je blijkbaar niet begrijpt, zoals de experts wel doen,
dat huurbevriezing bouwbevriezing betekent. Ja, zo werkt het als je vastzit in de
logica dat huurders jaar na jaar wel gaan lappen voor een wooncrisis die zij niet
veroorzaakt hebben, maar wel moeten betalen. Die logica zit zo diep dat een andere
mogelijkheid gewoon bijna niet in mensen opkomt. Maar het is een rare logica.
Ik heb een koophuis. Terecht komt er niet elk jaar iemand van de overheid langs die
zegt: goedemiddag mevrouw, u krijgt een verhoging van 5% van uw hypotheek, want ja,
er is een wooncrisis en er moet gebouwd worden. Maar tegen huurders zeggen we dat
wel. Het is genoeg geweest. De huurbevriezing moet er komen. De nieuwbouw en de verbetering
moeten door.
Laat ik beginnen met de huurbevriezing. Wat een puinhoop wordt het nu. Wat een giftige
mix van politieke onwil en politieke onkunde. Wij waren blij toen Geert Wilders aankondigde
dat er een huurbevriezing zou komen voor sociale huurders. Maar wat blijkt? De coalitie,
de PVV, is 500.000 sociale huurders vergeten! Alle sociale huurders die huren bij
een private verhuurder moeten de huurverhoging wél gaan betalen. Deze sociale huurders
betalen al € 81 per maand meer en dat wordt straks € 140 per maand. Ook sociale huurders
met een iets hoger inkomen die vaak geen kant op kunnen moeten weer betalen. Deze
ongelijkheid is toch niet uit te leggen, vragen we onder andere aan de PVV. Gaat u
deze fout rechtzetten? Het kan wel, hè. De huurbevriezing in 2021, die er kwam door
een motie van de SP, gold voor alle sociale huurders.
Voorzitter. De nieuwbouw en het verbeteren van woningen moeten doorgaan. Dat kan als
we de huurbevriezing eerlijk betalen, te beginnen met de afschaffing van de winstbelasting
en de ATAD, die huurders nu moeten betalen. Ik moet zeggen, ik vind het enigszins
pijnlijk. We zien nu terecht massaal verzet van corporaties tegen de greep uit de
kas. Maar op het moment dat hun huurders een keer een klein financieel voordeeltje
krijgen, zijn ze zó boos. De kranten, de talkshowtafels: alles wordt uit de kast getrokken.
Maar waar was diezelfde woede toen de greep uit de kas werd gedaan en huurders winstbelasting
en ATAD moesten betalen? Toen hoorden we alleen gesputter.
Voorzitter. Sociale huurders betalen al jarenlang. Eerst verhuurderheffing. Toen winstbelasting.
Toen nog een belasting erbij die bedoeld is voor belastingontwijkende multinationals.
En jaar na jaar huurverhoging op huurverhoging. Maar wat krijgen ze ervoor terug?
Schimmels en ratten rukken op in huurwoningen. Dat was vandaag de grote kop in NRC.
En nee, dit komt niet door de huurbevriezing, dit is na al die recordhuurverhogingen
die ze hebben betaald. Als je dan een keer vraagt of het een onsje minder kan, krijgen
deze huurders ook nog eens te horen dat ze niet solidair zouden zijn, «want er wachten
zo veel mensen op een huis». Dit moet stoppen. Er moet een goede compensatie komen
voor de huurbevriezing.
Voorzitter. In de stukken die we gisterenavond kregen, zien we dat de aangekondigde
magere compensatie alweer lager wordt, omdat het kabinet het extra geld dat ze kwijt
zijn aan de huurtoeslag doordat de huurbevriezing voor een deel van de sociale huurders
niet geldt, het deel dat bij private verhuurders hoort, in mindering brengt op het
bedrag dat corporaties krijgen ter compensatie. Wat een geklungel! De tijd dringt.
We hebben al in het voorjaar heel veel voorstellen gedaan voor huurbevriezing. We
zeiden: zorg nou dat je op tijd bent, zodat je het goed kunt regelen.
Voorzitter. Huurders zitten nu in grote onzekerheid. Ze komen thuis, vinden op de
mat een brief waarin staat dat er weer een huurverhoging komt. De huurbevriezing is
onzeker. Of ze vallen er weer niet onder. Of ze staan al jaren op de wachtlijst en
maken zich nu grote zorgen of er nog wel een woning voor hen gebouwd gaat worden.
Dit wordt een politieke puinhoop.
Ik dacht dat ik nog tien seconden had.
De voorzitter:
Ja.
Mevrouw Beckerman (SP):
Gelukkig. Het lijkt nu alsof er maar twee keuzes zijn, wat de SP betreft twee domme
opties: huurbevriezing zonder goede compensatie of een huurverhoging waardoor huurders
de wooncrisis moeten betalen. De SP gaat voor de derde optie: huurbevriezing voor
alle sociale huurders mét goede compensatie. Een wet is daarvoor niet nodig. Als je
het voor alle sociale huurders regelt, kan het ook via een circulaire. Laat huurders
en woningzoekenden niet de dupe worden van politieke onwil en politieke onkunde.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat ik het woord aan de heer Grinwis geef, wil ik even de heer El
Abassi welkom heten die is aangeschoven namens DENK. Meneer Grinwis heeft een interruptie
voor mevrouw Beckerman.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mevrouw Beckerman heeft een groot hart voor de volkshuisvesting, maar mijns inziens
ook een slecht verhaal voor de volkshuisvesting. Maar daar gaat mijn interruptie niet
over, mijn interruptie gaat over het volgende. Het wetsvoorstel voor de huurbevriezing
zoals de Minister dat nu naar de Kamer gaat sturen, voldoet niet aan de voorwaarden
die de SP stelt. Er zit niet voldoende compensatie in. Er zit geen compensatie in.
Stel dat de SP het niet succesvol geamendeerd krijgt, stemt ze dan voor of tegen het
wetsvoorstel inzake de huurbevriezing van dit kabinet zoals dat op basis van de Voorjaarsnota
nu wordt voorbereid c.q. is voorbereid?
Mevrouw Beckerman (SP):
De heer Grinwis zei: een slecht verhaal. Daar wil ik natuurlijk toch wel even op reageren.
Wij hebben waarschijnlijk allemaal belastingaangifte gedaan. Dat moet voor 1 mei.
We hebben waarschijnlijk allemaal gezien – velen van ons hebben een koopwoning – dat
wij extra geld krijgen dit jaar. Voor onszelf hebben we namelijk een hogere hypotheekrenteaftrek
geregeld. Ik vond dat zo ontstellend wrang! Na vorig jaar een recordhuurverhoging
zeggen we tegen hen: jij moet gaan betalen voor die wooncrisis. En wijzelf, de mensen
met de hoogste inkomens, krijgen midden in een wooncrisis extra geld. Zo komen we
niet uit de wooncrisis. Die wooncrisis is niet veroorzaakt door huurders en die moet
niet betaald worden door huurders.
Voorzitter. Stem ik dan voor die wet? We hebben nog geen wet gezien. Wat we hebben
gezien is politiek geklungel, politieke onkunde, slechte plannen, slecht doordachte
plannen. Volgens mij gaan we vandaag en de komende dagen het gevecht aan om ervoor
te zorgen dat er, wat de SP betreft, een goede huurbevriezing komt voor alle sociale
huurders én een goede compensatie, zodat we eindelijk onszelf een weg uit die wooncrisis
kunnen gaan bouwen. U kent mij. Ik ga dat gevecht graag aan. Ik geef niet op voordat
het voorbij is.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even rond. Er zijn verder geen interrupties, dus ik ga het woord
geven aan de heer Mooiman, die zijn inbreng namens de PVV zal geven.
De heer Mooiman (PVV):
Dank, voorzitter. Ik zal allereerst een aantal onderwerpen met betrekking tot de agendapunten
doorlopen, om vervolgens te eindigen bij de huren. Allereerst wil ik het hebben over
de grootschalige woningbouwprojecten ofwel doorbraaklocaties, die tijdens de Woontop
zijn gepresenteerd. Het gaat in zijn totaliteit om bijna 75.000 nieuwe woningen op
drie plekken in Nederland: Groot Merwede-Rijnenburg in Utrecht en Nieuwegein, Lisserbroek/Nieuw-Vennep-West
en Bleizo-West in de gemeente Lansingerland, die samenwerkt met de gemeente Zoetermeer.
Wij vragen ons af wat momenteel de status is van deze locaties en hoe het verdere
proces omtrent de stimulering en toekenning van de middelen voor grootschalige locaties
ook in de komende tijd vormgegeven wordt. Op de locatie Bleizo-West in Lansingerland
en Zoetermeer kan bijvoorbeeld al snel worden begonnen, gelet op de grondeigendom,
de voorbereiding en het gebrek aan stikstofgevoelige natuur in de omgeving. Graag
een toelichting van de Minister op de huidige stand van zaken.
Voorzitter. Een ander onderwerp waarvan we van de Minister graag horen wat de status
is, is het in het hoofdlijnenakkoord afgesproken verbod op de voorrang van statushouders
op sociale huurwoningen. We weten dat de Minister hiermee bezig is. In het vorige
debat over de staat van de volkshuisvesting heeft hij ook aangegeven dit snel aan
de Kamer te willen doen toekomen. Maar wanneer wordt het nu naar de Raad van State
gestuurd? We gingen ervan uit dat dit al in april het geval zou zijn. En wanneer kunnen
we dan zelf als Kamer ook dit wetsvoorstel verwachten?
Voorzitter. Recent lazen we in de media dat een Amsterdammer een sociale huurwoning
bewoont, terwijl hij zelf twee koophuizen daadwerkelijk in bezit heeft en verhuurt.
Wat ons betreft is het begrijpelijk dat woningcorporatie Ymere actie heeft ondernomen.
Tegelijkertijd zijn er natuurlijk wel meer van dergelijke misstanden, bijvoorbeeld
personen die vastgoed in het buitenland bezitten, maar hier in Nederland wel in een
sociale huurwoning wonen of de praktijk van woningruilen en illegale onderverhuur
door statushouders. Zo zijn er verschillende groepen op social media waarin dit aangeboden
lijkt te worden. In hoeverre heeft de Minister hier zicht op? Weet zij wat de schaal
van dergelijke praktijken is?
Voorzitter. Een ander probleem voor de bouw en voor de volkshuisvesting is het oplopende
tekort aan personeel in de bouwwereld. Zo blijkt uit recente cijfers van het EIB dat
inmiddels 15% van de bouwers kampt met personeelstekorten en dat dit probleem in de
toekomst alleen maar groter zal worden. We horen graag van de Minister hoe zij kijkt
naar deze problematiek en hoe zij eventueel een bijdrage kan leveren aan het verhelpen
hiervan.
Voorzitter. Vervolgens willen we ook graag nog de makelaardij aanhalen. Dat hebben
we nu een aantal keer gedaan, maar ik denk dat het nodig is om daarop door te gaan.
Het professionaliseren en standaardiseren van deze sector is van belang. Wij hebben
recent in een aantal debatten gesprekken gevoerd over het biedlogboek. We zijn blij
dat meerdere partijen met ons vonden dat er meer nodig is, waarna ook een motie van
ons op dit punt is aangenomen. Er liggen wel nog kansen om het proces en de sector
te versterken en te verbeteren, bijvoorbeeld middels een wettelijke beroepsstandaard
voor de makelaardij. Daarin kunnen zaken worden opgenomen als een gedragscode, opleidingseisen
en een meldpunt voor klachten. Naar mijn weten wordt dit ook in de sector gedragen,
dus we horen graag hoe de Minister hiernaar kijkt.
Voorzitter. Iets anders waar we ook graag aandacht voor zouden willen vragen, is de
recente problematiek omtrent asbestsanering. We hebben erover nagedacht om dit bij
het debat over de bouwregels in te brengen, maar we zien de laatste tijd steeds meer
berichtgeving dat gemeenten tekortschieten, omdat er te weinig aandacht voor is en
er soms ook te weinig gebruik wordt gemaakt van bestaande middelen. Welke mogelijkheden
ziet de Minister op dit gebied?
Voorzitter. Dan wil ik de Minister nog vragen naar het juridisch kader dat zij uitwerkt
om de permanente bewoning van recreatiewoningen mogelijk te maken. Er zitten heel
veel mensen in onzekerheid. Gelukkig wil de Minister handhaving tegengaan, maar we
zien nu nog te weinig voortgang.
Voorzitter. Tot slot de sociale huren, ondanks dat we enkele weken geleden natuurlijk
ook tot diep in de nacht een debat hebben gevoerd hierover. Het spreekt voor zich
dat de PVV hartstikke blij is met de huurbevriezing. We zorgen ervoor dat de huren
in totaal met bijna 10% omlaaggaan. Mensen gaan er volgend jaar € 325 op vooruit.
Het jaar daarna gaan ze er € 600 op vooruit. We zijn hartstikke blij dat de huurbevriezing
er komt. Daar staan we achter en daar zullen we voor blijven knokken.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik heb al een aantal interrupties genoteerd. Volgens mij was mevrouw Beckerman
eerst. Ik heb de heer De Hoop gezien. Ik zie de heer Flach. Ik zie de heer Eerdmans.
Ik wil eerst het woord geven aan mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Zoals de heer Mooiman weet, is de SP ook groot voorstander van huurbevriezing, voor
alle sociale huurders. Tijdens het vorige debat bleek uit uw beantwoording dat daar
geen afspraken over waren gemaakt. Nu blijkt dat een op de vijf sociale huurders,
een half miljoen sociale huurders, die huurbevriezing gewoon niet krijgt. Zij betalen
nu gemiddeld € 81 per maand meer. Dat wordt straks € 140 per maand. Zoals u net zei,
gaan sociale huurders er 10% op vooruit, maar deze groep niet. Bent u bereid om met
ons samen te werken om alsnog te zorgen dat de huurbevriezing voor alle sociale huurders
gaat gelden, precies zoals uw fractievoorzitter ook beloofd heeft?
De heer Mooiman (PVV):
Dank voor de vraag. Zoals ik eigenlijk in het vorige debat ook al heb gezegd, zal
die huurbevriezing wat ons betreft voor alle sociale huurders gelden. De Minister
is aan het kijken naar de afspraken waaraan u refereert, de detailafspraken, bijvoorbeeld
over hoe dat technisch wordt uitgevoerd. We hebben vicepremier Agema afgelopen vrijdag
na afloop van de ministerraad horen zeggen dat het huidige wetsvoorstel niet het eindresultaat
is, dat het nog niet definitief is en dat de Minister alles op alles gaat zetten om
uit te zoeken hoe zij dat kan bewerkstelligen. Daar staan we natuurlijk gewoon achter.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
In de laatste zin van de heer Mooiman hoorde ik dat hij trots is op de huurbevriezing.
Ik denk dat hij daar helemaal niet zo trots op is, want het is niet voor niks dat
hij daar maar één zinnetje aan heeft gewijd in zijn hele vijf minuten durende bijdrage.
Dat snap ik ook, want hoe deze onderhandelingen zijn gegaan, is amateurisme ten top.
Valse beloftes doen, een destructief voorstel indienen, even goede sier maken en daarna
helemaal geen verantwoordelijkheid meer nemen voor de chaos die je gecreëerd hebt.
Het is puur populisme. Het is de PVV ten voeten uit. Ik zou aan de heer Mooiman willen
vragen: stel je voor dat deze huurbevriezing niet doorgaat – die kans zit erin – hoe
gaat u dat dan weer aan mensen uitleggen? Dit is toch een nieuwe valse belofte en
een gênante manier van politiek bedrijven?
De heer Mooiman (PVV):
Allereerst: de reden dat ik het aan het eind van mijn betoog heb gedaan, is natuurlijk
ook omdat we hier enkele weken geleden nog tot ik geloof 3.00 uur 's nachts over gedebatteerd
hebben. Sindsdien zijn er geen nieuwe feiten boven tafel gekomen. De Minister is met
een wetsvoorstel bezig. Dat gaan wij hier in de Kamer behandelen. Het lijkt me hartstikke
goed om dat met elkaar te doen. Tegelijkertijd zijn er natuurlijk ook hartstikke veel
andere belangrijke onderwerpen waarvan ik hoop dat collega's daar vandaag ook tijd
aan spenderen. Die huurbevriezing gaat er gewoon komen. Dat is de hele reden waarom
er nu al een wet is ingediend. De heer De Hoop heeft het over «goede sier maken».
Wat een onzin. We hebben enkele weken geleden een initiatiefnota van de heer De Hoop
behandeld waar totaal onrealistische voorstellen in stonden en waar vervolgens maar
36 Kamerleden voor hebben gestemd. Wij komen hier met een hartstikke mooi plan voor
de huurders. Daar staan wij achter.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer De Hoop een vervolgvraag heeft.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
De heer Mooiman weet dat ik voor een huurbevriezing ben, maar wel met volledige compensatie
voor de woningbouwcorporaties. Het kan zijn dat u het niet eens bent met de dekking
die ik had, maar ik heb vanaf december altijd gezegd dat wij een huurbevriezing willen
met volledige compensatie. Daar zijn we glashelder over geweest. De PVV is de partij
die dit erdoorheen geduwd heeft zonder compensatie. U weet donders goed dat u daarmee
de hele huurbevriezing in gevaar heeft gebracht. U heeft ervoor gezorgd dat mogelijk
180.000 woningen niet gebouwd kunnen worden en meer dan een miljoen woningen niet
verduurzaamd kunnen worden. Dat is de verantwoordelijkheid van de PVV. Ik vraag u
echt: als u daadwerkelijk vindt dat die huurbevriezing er moet komen, bent u het dan
met mij eens dat we ervoor moeten zorgen dat de winstbelasting van de woningbouwcorporaties
dit jaar nog afgeschaft wordt? Want we weten allemaal dat de huurbevriezing op deze
manier anders niet door zal gaan.
De heer Mooiman (PVV):
Voorzitter, sta mij toe om wat uitgebreider hierop te antwoorden. Ten eerste wil ik
memoreren waarom we dit doen. We hebben vorig jaar al de hoogste huurstijging in 30 jaar
gehad: 5,6% in de sociale sector. De armste huurders geven gemiddeld bijna 40% van
hun inkomen uit aan woonlasten. Dat zijn 1,4 miljoen huishoudens. Wij hebben in ons
verkiezingsprogramma opgenomen dat we de sociale huren willen verlagen. Dat is precies
wat we doen. Wat een onzin dat wij geen compensatie zouden willen. Wij willen ook
compensatie. Afgelopen vrijdag heeft de vicepremier bij de ministerraad ook aangegeven
dat er naar compensatie voor corporaties gekeken wordt; ik weet niet of u het heeft
gezien. Daar staan wij ook achter. Wij vinden ook dat corporaties extra gecompenseerd
kunnen worden. De voorstellen van het kabinet daartoe zullen wij zien. En wat ik nog
wil zeggen: corporaties houden natuurlijk 75 miljard euro over. Laten we dat niet
vergeten. Corporaties hoeven absoluut niet ineens te gaan stoppen met bouwen.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Mooiman (PVV):
Er zit veel lucht in de dPi-cijfers die corporaties zelf gebruiken. 57% van de sociale
huurwoningen die ze de afgelopen drie jaar hebben beloofd, hebben ze niet gebouwd.
Dus er is nog ruimte en extra compensatie gaan we niet uit de weg.
De voorzitter:
Het lokt nog een vraag uit van de heer De Hoop. Hij is nog niet helemaal tevreden
met het antwoord, denk ik.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Helemaal niet. De heer Mooiman zegt: we hebben compensatie geregeld. U heeft 1 miljard
geregeld over drie jaar. Er is ongeveer 50 miljard nodig. Het ministerie zegt 38 miljard;
Aedes zegt 50 miljard. Als het die 38 miljard van het ministerie zou zijn, dan heeft
u nog 37 miljard te weinig geregeld, meneer Mooiman. Dan kunt u toch niet met droge
ogen zeggen dat u het voorstel dat het kabinet heeft gedaan een goed voorstel vindt?
Dan kunt u toch niet met droge ogen zeggen dat u denkt dat u hiermee huurders helpt?
Dit is een bouwstop. Ik kan me niet voorstellen dat de PVV daar echt verantwoordelijk
voor wil zijn. Bent u het dus met mij eens dat we nu op korte termijn, voordat die
wet door de Kamer komt, ook die vpb moeten regelen? Anders kan het niet en dan heeft
u de huurders opnieuw een zoethoudertje voorgehouden dat niks waard is; opnieuw een
valse belofte. Dan concludeer ik dat het vooral roekeloze politiek is: goed voor je
achterban en jammer voor de rest. Ik mag toch hopen dat dat niet het geval is.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Mooiman voor een kort antwoord.
De heer Mooiman (PVV):
Ik had eigenlijk gehoopt dat ik GroenLinks-PvdA ook in dit debat wat meer aan mijn
zijde zou vinden. De SP komt terecht op voor de huurders en wij doen dat ook, maar
ik merk dat bij GroenLinks-PvdA slechts in mindere mate. Dat vind ik jammer, want
ik had eigenlijk gedacht dat we hier ook samen met elkaar op zouden kunnen trekken.
Voorzitter. Het verhaal over een bouwstop klopt gewoon niet. Laten we kijken naar
de cijfers die woningbouwcorporaties zelf hebben aangeleverd, de dPi-cijfers. Vorig
jaar hadden we een sociale woningbouwproductie van 20.000 woningen. Volgens de cijfers
van woningbouwcorporaties zouden we in 2027 al naar 44.000 sociale woningen per jaar
gaan. Dat is in drie jaar tijd een toename van 24.000 sociale woningen. Daar zijn
de cijfers waar corporaties mee schermen op gebaseerd. Het gaat om heel veel woningen
die zij nooit zouden bouwen, gelet op het feit dat zij de afgelopen drie jaar slechts
57% van de woningen hebben gebouwd die ze hebben beloofd te bouwen. Het klopt dat
we tegelijkertijd iets voor huurders willen doen en geen bouwstop willen. Daar is
nu ook geen sprake van, zoals de koepel van woningbouwcorporaties, Aedes, aangeeft,
maar we zien wel in dat we extra compensatie niet uit de weg moeten gaan.
De voorzitter:
Dit wordt uw laatste interruptie, meneer De Hoop. Het woord is aan hem.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Die bouwstop is er. Aedes heeft zelf aangegeven dat het geen voorstander is van een
huurbevriezing, maar zegt ook: als je het dan toch doet, dan moet je volledig compenseren
door de winstbelasting af te schaffen. Dat is de enige manier. De heer Mooiman kijkt
weg. Dat zit niet in het voorstel. Daarmee is het buitengewoon onverstandig. En ja,
ik ben voor een huurbevriezing. Daarom heb ik daar ook voorstel na voorstel voor gedaan.
Ik ben echter niet voor een bouwstop. Tegen de heer Mooiman zeg ik wel: als u dit
voorstel zo doorzet en als het op deze manier wel een meerderheid zou halen, dan kunt
u op geen enkele manier ooit meer een asielzoeker de schuld geven van wachtrijen in
Nederland, want dan bent u er hoofdverantwoordelijk voor met dit ondoordachte slechte
voorstel en uiteindelijk geeft u dan nog even tussendoor – playbook populisme – links
de schuld daarvan. Daar gaat u deze keer niet mee wegkomen, meneer Mooiman. Dit is
echt onverantwoord, écht onverantwoord.
De voorzitter:
De heer Mooiman.
De heer Mooiman (PVV):
Ik hoor geen vraag maar ik blijf erbij dat wij een hartstikke mooi pakket voor de
huurders gerealiseerd hebben. Wij staan voor alle sociale huurders. Indien dat nodig
is, gaan we voor extra compensatie. Laten we het gesprek vooral baseren op feiten
en cijfers. Laten we met elkaar aan tafel gaan om ervoor te zorgen dat we met het
kabinet zoeken naar een oplossing voor wat extra nodig is. Dat is wat ik erover gezegd
heb en daar blijf ik bij.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan de heer Flach. Hij had ook een interruptie.
De heer Flach (SGP):
Ik wil proberen wat rust in dit debat te brengen. Gisteren kregen we een dilemmabrief.
Met zo'n brief heb je eigenlijk helemaal geen oppositie nodig. Die is dermate snoeihard
dat iedereen die langer dan drie minuten nadenkt over dit voorstel, beseft wat voor
een ramp dit is voor de woningmarkt. Ook zal zo iemand beseffen dat het hier gaat
om een sigaar uit eigen doos, ook nog eens een sigaar die in het gezicht van de kwetsbare
huurders zal ontploffen. De heer Mooiman noemt een aantal bedragen en zegt dat huurders
er zoveel op vooruitgaan. Maar die gaan alleen maar over de huur. Dan kijken we niet
naar hun energienota, die onveranderd hoog blijft, omdat de woningen niet geïsoleerd
of verduurzaamd kunnen worden. Ik zal daar straks in mijn bijdrage verder op ingaan,
anders ga ik te veel tijd aan besteden in mijn interruptie. Als de PVV de positie
van kwetsbare huurders wil verbeteren, is mijn vraag waarom ze er dan niet voor gekozen
heeft om het via de inkomens te doen, via toeslagen of wat dan ook. Dan kan de overheid
dat zelf betalen. De overheid kan het dan zelf regelen. Het cynische is nu dat de
enige die beter wordt van deze huurbevriezing, de overheid zelf is, doordat ze minder
huurtoeslag kwijt is.
De heer Mooiman (PVV):
Eén. Dat klopt natuurlijk helemaal niet. De huurders gaan erop vooruit en fors ook.
Twee. Eigenlijk dreigt dit het debat te worden dat we enkele weken geleden ook tot
diep in de nacht hebben gevoerd. Toen heb ik op dezelfde vraag antwoord gegeven. Waarom
hebben we het niet via de huurtoeslag gedaan? De simpele reden is dat de huurtoeslag
pas vanaf 1 januari gewijzigd kan worden. Bij het Belastingplan zat de huurexplosie
eraan te komen. Dat is natuurlijk per 1 juli. Willen we nu wat voor die huurders doen,
dan moet dat op deze manier. Dan kan dat niet per 1 januari via de huurtoeslag.
De voorzitter:
De heer Flach heeft een vervolgvraag.
De heer Flach (SGP):
Afrondend. Voor 1 juli: de tijdsdruk snap ik. Maar we zagen dit natuurlijk aankomen.
Dit komt niet uit de lucht vallen. Dan hadden we het per 1 januari moeten regelen.
Ik vind dit geen afdoende antwoord. En dan kom ik er nog even op dat het niet zou
kloppen dat huurders er niet op vooruitgaan. Dat haal ik letterlijk uit de dilemmabrief.
Daarin staat letterlijk dat een huurder met extra huurtoeslag er € 25 per maand op
vooruitgaat. Maar de energielasten van een verduurzaamde woning liggen € 350 tot € 550
lager. Dus iedereen die in zo'n tochtige woning ergens in een binnenstad woont, is
straks blij als zijn huur € 25 per maand lager is, maar krijgt nog steeds die hoge
nota voor al dat gas dat hij moet verstoken om die woning warm te houden omdat er
niet verduurzaamd kan worden. Daarom zeg ik dat het een sigaar uit eigen doos is die
ontploft in het gezicht van de meest kwetsbare huurders.
De heer Mooiman (PVV):
Dat is gewoon feitelijk onwaar. Niet alleen gaan ook die cijfers weer uit van de dPi-cijfers
die woningbouwcorporaties hebben aangeleverd en waarover ik net al het een en ander
hen gezegd, ook de notitie van het Economisch Instituut voor de Bouw geeft er een
totaal andere lezing over. En dat niet alleen; de heer Flach gaat in zijn betoog ook
volledig voorbij aan het feit dat het kabinet heeft gezegd voor extra compensatie
te gaan zorgen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even rond of er nog meer interrupties zijn. De heer Eerdmans is
als eerste aan de beurt.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik denk heel vaak: zijn jullie die nacht nou te lang doorgegaan of zijn jullie te
vroeg gestopt? Want er is natuurlijk iets compleet verkeerd gegaan. Ik denk dat de
SP volledig gelijk heeft dat die particuliere verhuurders, 20% van het totaal, totaal
zijn vergeten. Dat moet dan worden gerepareerd en dat kan niet anders dan met een
wet. Nou, voordat je die hebt ... Je moet particuliere verhuurders gaan dwingen om
hun huurders tegemoet te komen. De boodschappenbonus is een fiasco als je die koppelt
aan huurbevriezing; als je boodschappen goedkoop wil maken, zul je de btw moeten verlagen.
Is de PVV dat met JA21 eens?
De heer Mooiman (PVV):
Met alle respect voor de heer Eerdmans, maar er worden hier echt een aantal dingen
door elkaar gehaald. De boodschappenbonus voor de huurtoeslag, die vanaf 2026 voor
huurtoeslagontvangers met een miljard omhooggaat, waardoor men er € 50 per maand op
vooruitgaat – dat wil ik ook nog even gezegd hebben – staat los van de huurbevriezingen.
Het staat er totaal los van. Ik denk dat het pakket dat we met elkaar hebben afgesproken
voor de huren, voor alle sociale huurders, een hartstikke mooi pakket is waardoor
zij een feitelijke huurverlaging van bijna 10% krijgen. Ik heb net al aangegeven dat
wij extra compensatie niet uit de weg gaan; dat is een discussie die we met elkaar
zullen moeten voeren. Nogmaals, ik kan het blijven herhalen: ik denk dat we hier voor
de huurders opkomen en dat we met elkaar verder gaan praten.
De voorzitter:
De heer Eerdmans voor zijn vervolgvraag.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat slaat helemaal nergens op, want boodschappen zitten niet in je huur, maar gewoon
in de boodschappenkar. De PVV heeft nagelaten om daar echt iets te betekenen.
Maar even over de betrouwbare overheid: hoe onbetrouwbaar kun je zijn als je zegt
«we gaan 85.000 huizen bijbouwen» – dat is de afspraak met de corporaties en daar
is een Minister uit uw eigen kabinet voor op pad gestuurd – en er wordt gewoon even
50 miljard weggeparkeerd zonder enige tegemoetkoming, het gaat gewoon puur weg. Tja,
dan krijgen we die huizen toch niet, die de PVV volgens mij ook graag wil hebben?
Bovendien is het ook nog eens een keer onzin om het alleen te beperken tot de sociale
huur, want het heeft natuurlijk alles met elkaar te maken. De hele woonketen zit verstopt,
dat begint ook bij sociale huur en als je daar geen woningen bij zet, dan zit de rest
ook vast. Dan zitten uw en mijn kinderen straks ook zonder huis. Dus ik vind het een
totale misrekening van de PVV, slecht beleid en onbetrouwbaar beleid.
De voorzitter:
Uw vraag?
De heer Eerdmans (JA21):
Daar wil ik graag een reactie op.
De heer Mooiman (PVV):
De feitelijkheden kloppen gewoon niet. Het gaat niet om 85 miljard. U heeft in de
stukken kunnen zien, als u die heeft gelezen, dat ze 110 miljard hadden, dat daar
35 miljard vanaf is gegaan na een huurbevriezing en dat ze vervolgens nog 75 miljard
overhouden. Dus er is weliswaar gedeeltelijk compensatie gegeven en mogelijkerwijze
nog extra nodig, maar ze houden 75 miljard over. Tegelijkertijd heeft het Economisch
Instituut voor de Bouw berekend dat er tot 2030 31 miljard euro nodig is voor de nieuwbouw.
Dat kan binnen die 75 miljard gedekt worden. Er worden hier dus frames opgeworpen
die niet kloppen. Ik begrijp dat er ook een aantal persberichten zijn geweest van
een machtige lobby waarin wordt geprobeerd om een ander beeld te schetsen, maar ik
zou het fijn vinden als we bij de feiten kunnen blijven.
De voorzitter:
Ik kijk of er nog meer interrupties zijn. Ja, de heer El Abassi namens DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Ik wil eigenlijk onrust brengen in het debat. Ik word hier namelijk zelf heel onrustig
van. Ik hoor de heer Mooiman iedere keer roepen dat alles feitelijk onwaar is. De
stukken die wij met z'n allen hebben ontvangen en de cijfers die de heer Mooiman noemt,
kan ik niet helemaal matchen. Dat kan ik wel met de cijfers die de collega's allemaal
noemen. Ik zou de heer Mooiman willen vragen wat er feitelijk niet aan klopt dat Aedes
bijvoorbeeld aangeeft dat er een tekort van 50 miljard is aan investeringen voor nieuwbouw,
innovatie en verduurzamen. Laten we van minder uitgaan, van dat wat het kabinet aangeeft.
Het kabinet zegt namelijk dat er 35 miljard nodig is. Zegt de heer Mooiman dat dat
niet klopt? Dat zou ik de heer Mooiman willen vragen.
De heer Mooiman (PVV):
Ik heb daar net ook al een beschouwing op gegeven. De cijfers van Aedes zijn in dit
geval gebaseerd op de zogeheten dPi-cijfers. Daar zit dus heel veel lucht in. De Autoriteit
woningcorporaties waarschuwt al jaren voor overbegroten en overprogrammeren door woningbouwcorporaties.
De afgelopen drie jaar is namelijk slechts 57% van het aantal woningen dat ze hebben
beloofd, gebouwd. Dat is een deel van de discussie. Vervolgens hebben we de discussie
met de cijfers van de Minister. Het lijkt erop dat het helemaal niet gaat om 1,6 miljoen
minder verduurzaamde woningen, maar om een fors lager aantal. De Minister noemt bijvoorbeeld
325.000 woningen. Er zit dus heel veel verschil tussen, bijvoorbeeld waar het gaat
om verduurzamen. Het geldt ook voor bouw. Daar gaat het om 185.000 versus 85.000.
Tegelijkertijd hebben we nog de cijfers van een onafhankelijk instituut, het Economisch
Instituut voor de Bouw. Zij zijn zelfs met cijfers gekomen waarmee ze zeggen dat het
tot 2030 ook gedekt kan worden binnen die 75 miljard die ze nog overhouden en dat
het na 2030 in de eigen bedrijfsvoering kan. Ik denk dus dat er een hele hoop cijfers
zijn waarmee we kunnen werken. Nogmaals, wij gaan extra compensatie niet uit de weg.
Wij willen iets moois doen voor de huurders. We willen natuurlijk ook dat er gewoon
woningen gebouwd worden. Dat kan ook. Daarom zijn we met elkaar onderweg. Dat gaan
we regelen.
De voorzitter:
De heer El Abassi voor een vervolgvraag.
De heer El Abassi (DENK):
Wij denken dat het niet kan. Maar ik wil het makkelijk maken voor de heer Mooiman.
Laten we ervan uitgaan dat er bij die corporaties wél 75 miljard is. Ik ga de vraag
of dat geld er is, zo stellen aan de Minister. Wat gaan we dan doen? Als wij straks,
met een motie of op een andere manier, druk willen zetten op de Minister om gebruik
te maken van die 75 miljard en om te onderzoeken of dat überhaupt kan, steun de PVV
ons daarin dan?
De heer Mooiman (PVV):
Dit is nou precies wat er in het debat van drie weken geleden ook gebeurde. Mensen
lezen de stukken niet of ze weten simpelweg onvoldoende van de materie. Die 75 miljard
kan je in de stukken gewoon terugvinden. De Minister knikte. Dat staat er gewoon.
Ik waardeer het als we het met elkaar over feiten en cijfers kunnen hebben en als
er niet een soort frame wordt gebruikt waarmee partijen de huurders voor de bus kunnen
gooien. Dat is namelijk wel wat er hier gebeurt. Dat vind ik eigenlijk onacceptabel.
Nogmaals, vorige week vrijdag heeft het kabinet naar aanleiding van de ministerraad
aangegeven dat het naar extra compensatie gaat kijken en dat het alles op alles gaat
zetten om uit te zoeken of het dat voor die 450.000 particuliere huurders gaat regelen.
We steunen het kabinet daarin. Ik zou zeggen: kabinet, ga aan de slag. Laten we de
huurders alsjeblieft niet met onfeitelijkheden voor het blok proberen te zetten. De
huurders hebben deze huurbevriezing nodig. Ze verdienen deze huurbevriezing. We hebben
die aan hen beloofd. Dan gaan we dat ook gewoon regelen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik hoop dat de Minister met dezelfde feiten komt. Dat ga ik dus zo aan de Minister
vragen. Ik ga toch naar de huurbevriezing. We hebben het in het vorige debat inderdaad
ook gehad over die 20%. Daar was de PVV heel onduidelijk over. Ze heeft ons destijds
doorgeleid naar de Minister. Ik zou de PVV het volgende willen vragen. De Minister
is het aan het uitzoeken, hoorde ik de PVV net zeggen. De Minister kan met drie antwoorden
komen. Eén: «We gaan het doen. We zorgen ervoor dat iedereen recht heeft op een huurbevriezing.»
Twee: «We gaan het niet doen. Het is niet mogelijk.» Of drie: ze komt met een twijfelachtig
antwoord. Met die laatste twee gaan wij, en ik neem aan ook de PVV, niet akkoord.
Is de PVV dan voornemens om samen met ons, en mogelijk met de SP en een aantal andere
partijen, de Minister op pad te sturen om alsnog te zorgen dat iedereen recht heeft
op een huurbevriezing?
De heer Mooiman (PVV):
Ik wil eerst even terugkomen op het stukje over de 20%. We hebben daar enkele weken
geleden ook een debat over gehad. Laat me toch duidelijk zijn. We hebben het hier
over een praktische huurverlaging van bijna 10%: van 6,2% naar 4,5% naar 0% dit jaar,
en volgend jaar geprognosticeerd van 3,6% naar 0%. We hebben het dan over bijna 10%
huurverlaging. Ik denk dat we als PVV onze belofte waarmaken die we hebben gedaan
over de huurverlaging in de sociale sector. Dat vinden we ontzettend belangrijk.
Dan de grotere groep versus de kleinere groep. Nogmaals, wat ons betreft geldt de
huurbevriezing voor alle sociale huurders. Ik heb dat drie weken geleden ook gezegd.
De voorzitter:
De heer El Abassi heeft nog één interruptie, die hij graag inzet.
De heer El Abassi (DENK):
Die zal ik helaas moeten inzetten, want de vraag was ... Met 20% bedoelde ik overigens
niet de 20% huurverlaging die de PVV ooit beloofd had en die ze niet is nagekomen.
Ik bedoelde de groep van 20% die nu geen recht heeft op een huurbevriezing, omdat
ze hun huis huren via private verhuurders. Ik zou toch het volgende willen vragen.
Stel dat de Minister niet met een bevredigend antwoord komt, gaat de PVV dan de woorden
van de heer Mooiman omzetten in daden, dus via moties of op andere manieren?
De heer Mooiman (PVV):
Nogmaals, wat ons betreft geldt die huurbevriezing voor alle sociale huurders. Ik
heb het drie weken geleden ook gezegd en ik heb het tijdens dit debat veel gezegd.
Het is ook een belangrijk debat.
De voorzitter:
Ik zag de heer Grinwis. Volgens mij wil de heer Grinwis interrumperen, dus bij dezen
het woord.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Huurbevriezing is bouwbevriezing. Meneer Mooiman kan nog zo vaak wapperen met een
EIB-rapport. Dat rapport is gedebunkt, want een gemiddelde woningcorporatie bestaat
niet. Johan Conijn en Yves Baljet hebben helemaal uitgeplozen dat het gewoon niet
klopt en dat 35 miljard van de investeringsopgaven en -mogelijkheden tot 2034 daadwerkelijk
verdampt in het totaal van 49 miljard. Wat meneer Mooiman zegt, klopt dus gewoon niet.
Bovendien zitten we op 21 mei. De Raad van State gaat volgens mij niet spoedig met
een advies komen, want daarvoor is het veel te ingewikkeld. We hebben straks, na 1 juni,
een advies en misschien rond 7 juni of zo een wetsvoorstel. Daar komt op zijn best
een dictum c uit en misschien wel een dictum d. We moeten het heel zorgvuldig behandelen
en dan moet het ook nog naar de Eerste Kamer, waar het waarschijnlijk zal sneuvelen.
Dan kun je toch veel beter nu inzetten op een slimme huurbevriezing, namelijk de huurtoeslag
zodanig verhogen dat we mensen aan de onderkant, voor wie € 10 per maand veel is,
op die manier helpen? Het Nibud zegt: een huurbevriezing is dom. Je kunt deze mensen,
bijvoorbeeld een huurder met een bijstandsuitkering, beter gericht helpen met een
tientje extra per maand, of een gezin met twee kinderen en een inkomen van 130% van
het minimumloon met € 12 per maand.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik steek hier de hand uit naar de heer Mooiman: doe het nou zo. Want de route van
meneer Mooiman loopt hartstikke dood. En inderdaad, het is een sigaar uit eigen doos.
De heer Mooiman (PVV):
Ik wil eerst nog even reageren op het Nibud en dan kom ik op de rest. Ja, ik heb het
bericht van het Nibud ook gezien: een onderzoek in opdracht van koepelorganisatie
Aedes. Er wordt inderdaad gezegd dat mensen het niet nodig zouden hebben. Ik ken heel
veel huurders die, als je het aan hen vraagt, het absoluut wél nodig hebben. Nogmaals,
1,4 miljoen van de armste huurders betalen bijna 40% van hun inkomen alleen maar aan
de woonlasten. Dat wil ik gezegd hebben voordat dat gebagatelliseerd zou worden. Ik
zeg niet dat de heer Grinwis dat doet, maar het is even een reactie op het Nibud.
Dan de huurtoeslag. Ik begrijp waar de heer Grinwis naar toewerkt en ik begrijp op
zich ook de redenering daarachter. Tegelijkertijd hebben we de feitelijke situatie
dat we met deadlines van 1 juli te maken hebben versus dat huurtoeslag wettelijk simpelweg
pas kan vanaf 1 januari bij het Belastingplan. Dat is altijd zo, dus dat maakt het
complex. Tegelijkertijd wil ik het volgende zeggen tegen de heer Grinwis. Het is natuurlijk
een debat waarin het politiek misschien hard tegen hard kan gaan. Ik waardeer de heer
Grinwis natuurlijk, zeker als collega. Hij heeft mij ook horen zeggen dat wij de komende
tijd extra compensatie niet uit de weg gaan. Dus wat dat betreft lijkt het me ook
een fijne zaak als we ervoor kunnen zorgen dat we gezamenlijk achter deze huurbevriezing
kunnen staan en dat we dat inderdaad op een manier doen waarmee we iedereen tevreden
kunnen stellen.
De voorzitter:
Ik zie de heer Grinwis popelen en hij zegt: ik heb maar vier interrupties. Dat klopt.
Dat hebben jullie allemaal. De heer Vijlbrief wenst wel gebruik te maken van zijn
interrupties, dus bij dezen is het woord aan hem.
De heer Vijlbrief (D66):
Het voordeel is dat het mijn eerste is, voorzitter. Dank u wel. Dit soort debatten
worden lelijk als we elkaar de hele tijd met feiten om de oren gaan slaan en gaan
zeggen: dat klopt niet hoor. Dus ik dacht: ik pak maar even die dilemmanotitie. Het
is een feit dat dat geen dilemmanotitie is. Deze notitie is gewoon één grote ravage,
maar dat is weer wat anders. Ik ga voorlezen wat daarin staat. Het gaat om vijf dingen
en ik ga de heer Mooiman vragen of hij het hiermee eens is. «Het ontbreken van structurele
compensatie maakt huurbevriezing juridisch zeer kwetsbaar». «In de Voorjaarsnota is
enkel incidentele compensatie geregeld die bij lange na niet voldoende is». «Het wel
doorvoeren van de huurbevriezing en het niet compenseren van private verhuurders is
bovendien juridisch niet houdbaar.» En daar komt het: «De huurbevriezing vertaalt
zich tot 2035 in 85.000 minder nieuwe sociale huurwoningen en 365.000 minder verduurzaamde
woningen door corporaties. Hier komen grofweg 70.000 woningen bovenop van marktpartijen
die niet meer bouwen. Ook de betaalbaarheidsdoelstellingen uit het regeerprogramma,
30% sociaal en twee derde betaalbaar, raken hierdoor buiten bereik.» Dit stuk is door
het kabinet gegaan. Die stukken zijn aangeboden aan de Kamer. Dus ik neem aan dat
heer Mooiman deelt wat hier staat, anders is hij het niet eens met zijn eigen kabinet.
Mijn vraag is hoe hij nou reageert op deze ravage.
De heer Mooiman (PVV):
Nou, voorzitter ...
De voorzitter:
Even wachten, meneer Mooiman. Kan de heer Vijlbrief even zijn microfoon uitzetten?
De heer Vijlbrief (D66):
Ik dacht dat ik dat had gedaan. Sorry.
De heer Mooiman (PVV):
Ik wil toch twee dingen scheiden. Ik zit hier natuurlijk namens de Partij voor de
Vrijheid. Ik zit hier in de Tweede Kamer. Ik zit niet in het kabinet. Logischerwijze
hebben wij de dilemmanotitie, die ik goed begrijp, van de Minister doorgenomen. Daarin
heeft zij een aantal zaken uiteengezet. Daarin zien wij bijvoorbeeld ook dat de cijfers
die de Minister aanlevert, al fors verschillen van de cijfers die woningbouwkoepel
Aedes aanlevert. Ik heb net ook de cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw
genoemd. Dat is ook een gerenommeerde partij, die dit helemaal heeft uitgezocht. Tussen
die drie cijfers zitten verschillen. Ik denk dat het daarom ook goed is dat we de
koppen bij elkaar steken om te bekijken wat er nodig is en op welke manier dat kan
gebeuren om het tot een positief resultaat te laten leiden. Ik heb het al een aantal
keren gezegd: extra compensatie gaan wij niet uit de weg. Het lijkt me logisch dat
wij ook niet willen dat de bouw stokt. Tegelijkertijd houden wij zeker wel vast aan
de huurbevriezing. Nogmaals, heel veel huurders gaan erop vooruit. Het gaat om 2,1 miljoen
huishoudens. Het heeft effect op 3,6 miljoen mensen. Dus daar blijf ik bij.
De heer Vijlbrief (D66):
Dan is toch gewoon de conclusie dat de cijfers kloppen. Ik hoor de heer Mooiman namelijk
niet zeggen dat de cijfers niet kloppen. Laten we dan gewoon uitgaan van de cijfers
van de Minister. Dan is het gewoon glashelder: dit is een bouwbevriezing. Laten we
dat dan gewoon tegen elkaar zeggen. Wij gaan de doelstelling niet meer halen. Dan
moet de heer Mooiman dat ook gewoon voor zijn rekening nemen. Dat is niet erg, want
hij heeft er voor gekozen en hij vindt dat blijkbaar niet zo erg. Nou ja, dat zijn
dan de feiten.
De heer Mooiman (PVV):
Dat klopt natuurlijk niet, met alle respect naar de heer Vijlbrief. Ik neem de cijfers
van zowel het EIB als woningbouwcorporaties als het Ministerie van VRO tot mij. Ik
constateer dat die cijfers er zijn. Ik zeg ook niet dat bepaalde partijen niet de
waarheid spreken. Ik weet natuurlijk ook niet exact welke berekeningen partijen hebben
gebruikt. Ik constateer alleen wel dat er verschillen zitten tussen de cijfers. Dat
is gewoon een feitelijke constatering. Het is vervolgens natuurlijk helemaal niet
zo dat de wet helemaal in kannen en kruiken is. Die is nog niet eens bij de Kamer
ingediend, hè? De Minister is nog bezig met de wet. Het is goed dat we hier nu het
debat voeren, maar we gaan hier ook zeker nog een lang plenair debat over voeren als
de wet hier eenmaal ligt. De Minister is er nog mee bezig. We hebben vrijdag bij de
ministerraad gehoord – sorry, voorzitter, ik wil er toch langer de tijd voor nemen
– dat er eventueel nog wijzigingen komen. Laten we ons daarop focussen en ons niet
op voorhand neerleggen bij allerlei scenario's die eventueel helemaal niet de revue
passeren. Ik denk dat wij ons hier heel redelijk opstellen.
De voorzitter:
Ik zie toch nog een interruptie van mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik zat even zetels te tellen. Ik hoor de PVV zeggen: huurbevriezing wat ons betreft
voor alle sociale huurders. Dat zijn dus ook de huurders die bij particulieren huren,
die nu vergeten zijn. Dat is één. Het tweede wat u zei, was: extra compensatie gaan
wij niet uit de weg. Dan komen we dus al heel dicht bij het voorstel dat de SP en
GroenLinks-PvdA eerder hebben gedaan, namelijk huurbevriezing voor alle sociale huurders,
met goede compensatie. Ik zat gewoon even te tellen. Als we die zetels nu eens bij
elkaar optellen en we kijken naar de stemming over de wet-De Hoop, dan zitten we op
een meerderheid. Zou u ons dan nog even kunnen vertellen wat «extra compensatie» voor
u betekent? Als dat namelijk inderdaad betekent: afschaffen van het feit – ik noem
het een bizar feit – dat onze huurders winstbelasting en ATAD betalen, dan zijn we
er gewoon. Dan hebben we een goede huurbevriezing voor alle sociale huurders, dan
hebben we eerlijke compensatie. Mijn vraag is heel simpel: als de PVV zegt «extra
compensatie gaan wij niet uit de weg», kan de PVV dan toezeggen dat zij dat met ons
gaat regelen? Dan zijn we er namelijk gewoon en kunnen we stoppen met deze ellende.
De heer Mooiman (PVV):
Ik heb inderdaad gezegd dat we extra compensatie niet uit de weg gaan. Ik heb ook
gezegd dat we die compensatie graag gebaseerd willen hebben op feiten. Er zijn meerdere
mogelijkheden bij de compensatie denkbaar. Je creëert er ook een financieel vraagstuk
mee, waarover de vier coalitiepartijen met elkaar om tafel zullen moeten gaan zitten
om te zien hoe dat in te vullen. Ik kan zo'n onderhandeling hier niet eventjes in
een commissiedebat gaan doen, dat zult u ook wel begrijpen. Maar ik heb gezegd wat
ik heb gezegd, en extra compensatie gaan wij niet uit de weg als die nodig is.
De voorzitter:
Dank u wel. Uw laatste interruptie, mevrouw Beckerman. O nee, excuses: uw derde interruptie.
Mevrouw Beckerman (SP):
Wacht even. Ik dacht: dit is goed nieuws, want u zegt «extra compensatie gaan wij
niet uit de weg». Maar als ik dan zeg «oké, laten we dat gaan regelen, want dan zijn
we klaar», dan wordt het weer ingewikkeld. Terwijl dat wel echt is waar het hier om
gaat! Wij waarschuwen al maandenlang: als je dit wilt, wees dan alsjeblieft op tijd.
Wat er nu gebeurt, is namelijk dat huurders thuis die brief op hun mat vinden en denken:
ja, maar wacht eens even, Geert Wilders heeft mij toch beloofd dat mijn huur omlaaggaat?
En tegelijkertijd is er ook nog een groep huurders uitgezonderd. Wanneer wil de PVV
dit dán gaan regelen, als ze nu zegt: we gaan extra compensatie niet uit de weg, maar
we willen dat niet langs de democratische route, via het zoeken naar meerderheden
gaan regelen in deze commissie, maar laten dat weer over aan iets ... Ik ben het spoor
bijster of collega Mooiman hier wel echt voor wil gaan strijden, want het is nu een
reële mogelijkheid ...
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, rondt u af?
Mevrouw Beckerman (SP):
... alleen hebben we geen idee hoe het eruit gaat zien.
De heer Mooiman (PVV):
Ik wil toch even zeggen: de PVV heeft als geen ander geknokt voor deze sociale huurbevriezing
voor twee jaar. Daar hebben wij keihard voor gevochten en die bevriezing gaan we natuurlijk
ook gewoon regelen. Daarom is het ook zo belangrijk dat de Minister een wet heeft
ingediend bij de Raad van State die nu dat traject doorloopt, zodat we ook op tijd
kunnen zijn voor 1 juli. Ik denk dat het hartstikke goed is dat de Minister dat alvast
heeft gedaan. Tegelijkertijd, en dat heb ik net ook gezegd, is nog niet alles in kannen
en kruiken. En ja, als extra compensatie nodig is, dan gaan wij dat ook niet uit de
weg. De wijze waarop zullen we met elkaar moeten bepalen in de coalitie, zoals het
gebruikelijk is te doen en zoals het altijd gebeurt, ook als een andere partij in
de coalitie zit, zodat we goede afspraken hebben. Maar ik zeg er wel bij: ook wij
zijn natuurlijk gewoon gekozen partijen – ook de SP is een gekozen partij – en we
trekken graag met elkaar op om dit mogelijk te maken.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan was dat de laatste interruptie voor u, meneer Mooiman, en geef ik
nu graag het woord aan de heer De Hoop, die namens GroenLinks-PvdA het woord zal voeren.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Een bouwstop in tijden van woningnood: wie verzint zoiets?
Het is toch echt het kabinet-Wilders/Yeşilgöz dat dat gedaan heeft. Ik kan niet anders
constateren dan dat de VVD en de PVV tijdens onderhandelingen het slechtste in elkaar
naar boven hebben gehaald. Het slechtste. Minder betaalbare woningen. Korten op de
huurtoeslag. Minder sociale huur en vrij baan voor particuliere verhuurders. U hoort
het al: het verkiezingsprogramma van de VVD. Amateurisme tijdens de onderhandelingen,
valse beloftes doen, een destructief voorstel indienen, even goede sier maken en daarna
geen verantwoordelijkheid meer nemen voor de chaos die je hebt gecreëerd: het is de
PVV ten voeten uit. Het is roekeloze politiek: goed voor de achterban, jammer voor
de rest. Het staat symbool voor de manier waarop het kabinet-Wilders/Yeşilgöz politiek
bedrijft. Het is kortzichtig, zonder visie en niemand gaat erop vooruit.
De voorzitter:
De heer Mooiman wil daar graag op reageren.
De heer Mooiman (PVV):
Ja, dat zou ik graag doen. Toen wij het drie weken geleden met elkaar hadden over
de initiatiefnota van de heer De Hoop van GroenLinks-PvdA, hebben wij naar voren gebracht
dat de heer De Hoop de besparing op de huurtoeslag in zijn initiatiefwet op geen enkele
manier gebruikte voor de huurders. Van de volledige besparing van die huurtoeslag
zette hij niets in voor de huurders, iets waar hij nu de PVV van beschuldigt, terwijl
wij bij de huurtoeslag voor een miljard extra hebben gezorgd voor de huurders. Hoe
valt dat verhaal te rijmen met wat de heer De Hoop nu zegt?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Toch even: de heer Mooiman en ik zijn beiden voor een huurbevriezing. Althans, dat
beeld heb ik nog steeds. Letterlijk iedereen die hiermee bezig is, van de Woonbond
tot Aedes, zegt: als je kiest voor een huurbevriezing, al zijn we daar niet allemaal
voor, is de route die De Hoop heeft gekozen, met het afschaffen van de vpb, de enige
manier om dat te doen, omdat je daarmee én huurders helpt, én de investeerderscapaciteit
overeind houdt. Dat is de wijze waarop je dat doet. Als mensen een lagere huur hebben,
heeft dat natuurlijk effect op de huurtoeslag; dat is per definitie zo. Maar dat is
niet zo stevig als dat bij dit kabinet gebeurd is. Als de heer Mooiman dus echt voor
een huurbevriezing is, als hij er echt voor is om dat op een sociale manier te doen,
moet hij het toch met mij eens zijn dat het wetsvoorstel dat wij hebben ingediend
een veel verstandigere route is? Zelfs de Minister heeft gezegd: als je wilt compenseren,
moet je toch de vpb afschaffen. Ik snap gewoon niet waar de heer Mooiman naartoe wil.
De heer Mooiman (PVV):
De heer De Hoop van PvdA-GroenLinks haalt hier twee dingen door elkaar. Hij gaf net
aan dat wij als PVV een deel van de bespaarde huurtoeslag niet aan de huurder zouden
geven, terwijl wij een miljard aan de huurders geven via de huurtoeslag. De heer De
Hoop heeft zelf een voorstel gedaan, hij heeft een initiatiefwetsvoorstel gemaakt,
maar van al die bespaarde huurtoeslag zat daar geen enkele euro in voor de huurders.
Ik zou hier dus graag een antwoord op willen. Hoe kan de heer De Hoop dit nu zeggen
over het voorstel dat de coalitie heeft gedaan, terwijl hij zelf geen euro aan de
huurders teruggaf? Daar wil ik toch heel graag een antwoord op.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Hier zit wel een heel groot verschil tussen, want wij hebben natuurlijk geen begrotingswet
ingediend. Wij hebben sec ons wetsvoorstel ingediend, waarbij we én de compensatie
voor woningbouwcorporaties én de huurbevriezing voor huurders hebben geregeld. Maar
feit is dat dat voorstel geen meerderheid heeft gekregen, en dat komt doordat de PVV
tegen heeft gestemd. We hebben het nu over een wet van deze Minister die nog moet
komen, maar waarvan we al weten dat er in ieder geval 35 miljard aan investeringscapaciteit
minder is voor corporaties en dat een heel groot deel van de sociale huur er niet
eens onder valt. Dat is toch echt de verantwoordelijkheid van de heer Mooiman. Als
hij een bevriezing van de sociale huur wil ... Ik zal hem nu alvast vertellen dat
ik bij de behandeling van de wet van de Minister weer een amendement zal indienen
met het voorstel om de winstbelasting af te schaffen. We kunnen het nog met elkaar
hebben over de dekking, maar dan regelen we het op een goede manier. Dan kunnen we
eruit komen, maar als we dat niet doen, heb je een heel onverantwoord voorstel, en
dat is dan toch echt het voorstel van de PVV-fractie en niet van mijn fractie.
De voorzitter:
Dank. U mag verder met uw betoog.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. 150.000 woningen kunnen niet gebouwd worden, volgens het ministerie. Aedes
heeft het zelfs over nog meer: 180.000 woningen. Bovendien raakt het ook de bouw van
woningen buiten de sociale huur en zullen meer dan een miljoen woningen niet verduurzaamd
kunnen worden. Het is de bijl aan de wortel van de volkshuisvesting en het vergroot
de woningnood. Laat ik vandaag heel helder zijn: GroenLinks-PvdA is voor een huurbevriezing,
maar niet voor een bouwstop.
De prijzen voor boodschappen in de supermarkt blijven stijgen en de energierekening
gaat door het dak. Veel mensen kunnen het financieel niet aan als de grootste huurstijging
van de afgelopen jaren nu een vervolg krijgt met deze huurstijging. Daarom knokken
wij er al maanden voor om de huurverhoging tegen te gaan. Dat hebben we gedaan met
sociale en gedekte alternatieven. Maar de mooie praatjes van het kabinet over bouwen
en lagere huren ten spijt, kiezen zij niet voor huurders en woningzoekenden, maar
voor pandjesbazen. Corporaties betalen de rekening. Particuliere verhuurders worden
ontzien. De VVD komt daar tenminste openlijk voor uit, maar het is onbegrijpelijk
dat PVV en NSC dit laten gebeuren. Als de sociale huurwoning van een particuliere
verhuurder is, kun je ook fluiten naar je huurbevriezing en krijg je dus wel een huurverhoging.
Waarom laat de Minister een half miljoen huurders in de kou staan? De Minister zegt
dat het te ingewikkeld zou zijn om particuliere verhuurders te compenseren, maar dat
vind ik ergens toch vreemd, want in 2021 – mevrouw Beckerman refereerde daaraan –
werd er ook compensatie voor kleine particulieren geregeld via een apart fonds. Kan
de Minister hier dan toch niet mee aan de slag gaan? Of breekt ze de belofte dat alle
sociale huren bevroren worden? Waarom kiest de Minister trouwens voor de vorm van
een wetstraject, terwijl de huurbevriezing van 2021 per ministeriële regeling werd
vastgesteld? Is dat niet makkelijker en sneller?
Het kabinet laat ook de huren in de middenhuur en de vrije sector gewoon stijgen.
Meer geld voor pandjesbazen, terwijl de middenklasse de prijs betaalt. Deze Minister
gaat nu morrelen aan de wet die buitensporige en onterecht hoge huren moet aanpakken,
de Wet betaalbare huur. We wisten dat ze er geen fan van was, maar het gebeurt nu
wel, terwijl de wet minder dan een jaar in werking is en de langetermijneffecten nog
helemaal niet bekend zijn, terwijl de Woonbond, Aedes en de VNG de Minister oproepen
om dit niet te doen, terwijl NSC en PVV nog trots vierden dat ze het tegen hadden
gehouden en het twee dagen later bij de voorjaarsonderhandelingen toch weer was gebeurd
dat deze huren omhooggaan. Ik kan alleen maar concluderen dat dit kabinet en deze
Minister particuliere verhuurders ontzien en dat ze de corporaties en ook huurders
de rekening laten betalen.
Voorzitter. Van alle gebroken beloftes van de PVV vind ik dit toch wel de allerlelijkste.
Huurders wordt een bevriezing beloofd die mogelijk niet doorgaat, woningzoekenden
zijn de dupe, er is chaos gecreëerd en niemand schiet er wat mee op. Ik zei het al:
je kan het plan van Wilders eigenlijk al uittekenen. Hij heeft misschien spijt van
zijn amateurisme tijdens de onderhandelingen. Hij laat de Minister nog steeds dit
destructieve wetsvoorstel indienen. Hij duikt wanneer hij verantwoordelijkheid moet
nemen zodat hij links zo meteen de schuld kan geven als de wet sneuvelt in de Eerste
Kamer. Playbook populisme. Cynisch populisme over de rug van Nederlanders die misschien
het einde van de maand niet kunnen halen.
Maar het is nog niet te laat. Ons wetsvoorstel, dat voor het meireces door de Kamer
is weggestemd, biedt oplossingen voor bouwers, woningzoekenden en huidige huurders.
Wat GroenLinks-Partij van de Arbeid betreft moet compensatie voor corporaties volledig
en structureel geregeld zijn, zoals dat in ons eigen voorstel het geval was. Uiteraard
zal ik mijn uiterste best doen om de dwaze wet van deze Minister op dit punt te verbeteren.
Wij zullen tot de laatste snik strijden voor een sociaal alternatief voor huurders,
zonder dat woningzoekenden getroffen worden. Ik zal dus wederom amenderen op het voorstel
van de Minister om de vpb af te schaffen. Er valt te praten over een dekking daarvoor,
maar als je oprecht een huurbevriezing wil, is dit de manier om dat te doen. Maar
ik zeg opnieuw glashelder: wij stemmen niet in met een bouwstop, niet in tijden van
woningnood. Het moge duidelijk zijn dat deze wet onze steun alleen gaat krijgen als
hij herzien wordt. Daar ga ik tot de laatste seconde mijn best voor doen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zit even te kijken of er een interruptie is. De heer Mooiman heeft
een interruptie.
De heer Mooiman (PVV):
Ik zou ook nog graag het volgende aan de heer De Hoop willen vragen. Hij geeft aan
dat in het initiatiefwetsvoorstel waar we zonet al even over hebben gesproken volledige
compensatie was voorzien, maar dat is natuurlijk ook niet zo. De eerste compensatie
die de heer De Hoop had, was een niet bestaande heffing die niet nader is uitgewerkt.
Vervolgens heeft er een wijziging plaatsgevonden om alleen voor de sociale huur een
deel te compenseren via verschillende potjes. Maar voor de middenhuur en de vrije
sector, waar ook gewoon gebouwd moet worden, had de heer De Hoop helemaal niets voorzien.
Dus ook daar graag een antwoord op.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik wil even twee dingen apart nemen. Eerst wat betreft de sociale huurders. Uiteindelijk
hebben we het over een wet gehad die bij de Kamer lag ter behandeling. Daar heb ik
in een nota van wijziging keihard verankerd dat de vpb afgeschaft ging worden, met
een dekking. De dekking kwam wel bij het bedrijfsleven terecht, dus ik snap dat rechtse
partijen dat niet heel leuk vonden. Maar er was een dekking en er was een wettelijke
verankering voor de afschaffing van de vpb, en die was volledig. Punt. Die was volledig.
Dan ten tweede over de particulieren. Wij hebben gezegd: het feit dat jij een woning
koopt en voor twintig jaar verhuurt, betekent denk ik niet dat jij vanwege één jaar
huurbevriezing die woning hoeft te verkopen. Maar we hebben in de memorie van toelichting
bij ons wetsvoorstel ook gezegd dat wij het wenselijk zouden achten dat je net als
in 2021 voor die particuliere verhuurders een fonds zou oprichten waar zij aanspraak
zouden kunnen maken op compensatie. Dat is bovendien de enige manier om dat voor particuliere
verhuurders te doen, want de Minister geeft zelf ook aan dat ze geen huurregister
heeft. Dus hoe had ik dat dan op die manier moeten compenseren? Maar je kunt wel een
fonds organiseren waar mensen aanspraak op kunnen maken, net als in 2021 is gebeurd.
Ik heb dat dus gewoon op een goede manier gedaan, en zeker voor de sociale huren,
waar deze wet over gaat, hebben wij tot de laatste snik de vpb stevig verankerd in
ons wetsvoorstel. Dat kan de heer Mooiman woord voor woord nazoeken, maar dat is gewoon
feitelijk waar.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dat zegt Aedes en dat heeft de Minister ook erkend.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Mooiman.
De heer Mooiman (PVV):
Tot slot, want er is nog wel een ding aan het einde van het betoog van de heer De
Hoop dat inderdaad wel verduidelijkt moet worden. Is de heer De Hoop, is GroenLinks-PvdA,
nou werkelijk bereid om al die huurders die zij al maandenlang een huurbevriezing
beloven ... Is het nou echt zo dat die belofte van GroenLinks-PvdA loos was en dat
GroenLinks-PvdA hier gewoon zegt: wij gaan niet voor die wet stemmen? Het zou toch
schandalig zijn als dat zo is. Dan zou GroenLinks-PvdA de huurder totaal in de steek
laten.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik heb al geschetst dat dit zou gebeuren. Ik heb het al geschetst en ik vind het ook
wel ... Ik zou me toch wel een beetje schamen als ik deze interruptie had gepleegd
als ik de heer Mooiman was, als je op deze manier zo'n voorstel doet vanuit het kabinet
– een huurbevriezing, niet gedekt – en dan verwacht dat wij dat maar steunen terwijl
er zo veel woningen niet gebouwd zouden worden. Het is toch compleet logisch dat wij
dit voorstel op deze manier niet zouden steunen. Ik ga er toch niet verantwoordelijk
voor zijn dat in een tijd van woningnood zoveel woningen niet gebouwd zouden worden.
Ú bent hier verantwoordelijk voor. De PVV heeft dit slechte voorstel doorgedrukt in
het kabinet. Wij gaan het op deze manier niet steunen. Als u daadwerkelijk wil dat
wij die sociale huurders gaan helpen, dan moeten we die compensatie regelen. Ik ga
daarop amenderen. U mag mij wel honderd keer bellen over de dekking. U heeft dat nog
nooit gedaan, omdat u überhaupt die samenwerking helemaal niet wil om wat te regelen
voor huurders. Maar als u dat daadwerkelijk wil, gaan we er nog uit komen. Dat kan
vandaag nog. Dan zoeken we een dekking voor de vpb en dan gaan we huurders helpen.
Maar u wil dat helemaal niet. U wil chaos creëren en links de schuld geven. Veel succes,
het gaat u deze keer niet lukken.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie nog een interruptie van mevrouw Wijen-Nass.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Tot slot heb ik ook nog een vraag aan de heer De Hoop. Hij heeft het over populisme
en makkelijk politiek bedrijven. Ik erger me altijd in dit soort debatten best wel
over de manier waarop wij hier verhuurders wegzetten. Dan wordt er gesproken over
pandjesbazen die allemaal hun huurders zouden uitbuiten, terwijl het hier gaat om
best wel verschillende soorten verhuurders. Er zijn mensen die gewoon één woning verhuren,
maar je hebt ook institutionele beleggers. Ik zou wel benieuwd zijn hoe de heer De
Hoop daar dan naar kijkt.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Uit stukken van het Ministerie van Financiën vorig jaar bleek dat 94% van de huurders
in de particuliere sector meer betaalt dan de wet voorschrijft. Vorig jaar zagen we
met de Wet betaalbare huur dat ongelofelijk veel verhuurders exorbitant hoge huren
vroegen aan huurders. Volgens mij is het met een reden geweest dat we dat met elkaar
gereguleerd hebben. Het is met een reden geweest dat de Wet betaalbare huur is ingevoerd.
Een meerderheid van de Kamer heeft daarvoor gestemd. Ik vind het heel verdrietig om
te constateren dat, nadat een wet nog niet eens een jaar geleden is aangenomen, daar
nu alweer van afgeweken wordt. Wat ik heb proberen te schetsen in dit debat, is dat
zelfs als je de huren wil bevriezen, wat ik wil, het eigenlijk nog redelijker zou
zijn om dat voor de middenhuur te doen, waar de huurverhoging 7,7% is. Het zou eigenlijk
nog redelijker zijn om dat voor de vrije sector te doen. Die huurverhoging is misschien
maar 4,1%, maar het gaat over forse bedragen. Daar zijn mensen van hun netto-inkomen
veel meer aan kwijt. Ik ben voor de bevriezing van de sociale huur, maar ik mag toch
hopen dat we voor die huurders die in een particuliere huurwoning zitten ook wat zouden
doen. Ik merk gewoon dat dit kabinet, en met name ook de BBB, toch elke keer wel heel
erg staat te klappen voor die particuliere verhuurders en het blijkbaar niet moeilijk
vindt om de woningbouwcorporaties de nek om te draaien. Daar heb ik wel grote moeite
mee.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Volgens mij heeft de heer De Hoop zelf voor de Wet betaalbare huur en die huurverhogingen
gestemd. Hij is namelijk altijd vol lof over de Wet betaalbare huur. Het is geen geheim
dat de BBB dat niet is. Waarom? Het was al meteen te zien dat die Wet betaalbare huur
dramatische gevolgen heeft voor onze woningmarkt. Uit onderzoek van NVM bleek dat
een van de vijf verkochte woningen een voormalige huurwoning was. Wij hebben ook het
WoonOnderzoek gezien. Daaruit blijkt dat heel veel woningzoekenden een huurwoning
of een huurappartement zoeken. Die betaalbare woningen in het middenhuursegment zijn
ook heel belangrijk, want er zijn genoeg mensen die niet in aanmerking komen voor
een sociale huurwoning, maar die wel graag willen huren. Het doel van de Wet betaalbare
huur is dat er meer betaalbare huurwoningen komen, maar volgens mij is dat niet gelukt
met deze wet. Het is dan ook niet meer dan logisch dat we dit nu gaan aanpassen en
dat de Minister daarmee aan de slag gaat.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Door de Wet betaalbare huur gaat voor 300.000 woningen de huur € 190 per maand naar
beneden. Ik vind het nog steeds heel goed dat dat gebeurd is. Ik vind het ook heel
erg logisch dat er een deel uitstroom zit bij die huurwoningen. In de periode 2018
tot 2022 zijn er immers 75.000 betaalbare koopwoningen die voor starters waren, opgekocht
voor de zogenaamde buy-to-let. Wij weten beiden wat dat betekent: dat zijn woningen
die worden opgekocht en dan voor een hoge prijs worden verhuurd. Tja, op het moment
dat het voor mensen misschien niet meer helemaal uit kan, is het ook logisch dat er
een terugvloei is naar de koopmarkt voor starters. Er zijn heel veel jonge mensen
blij die nu aan een koopwoning kunnen komen en er zijn heel veel mensen blij dat hun
huur naar beneden is gegaan. Dus ik vind de uitkomst van de Wet betaalbare huur volstrekt
logisch. Ik vind ook dat je die moet evalueren. Als er dingen misgaan, kun je daar
nog op ingrijpen, maar om binnen een jaar die wet op deze manier alweer in de prullenbak
te gooien, om eraan te morrelen, vind ik zeer onverstandig. Ik wist dat de BBB dat
wilde; daar bent u altijd open over geweest. Mijn frustratie zit dus niet zozeer richting
uw partij, maar met name richting NSC en de PVV, die zeiden dat ze het niet wilden,
maar die in de laatste uren van de onderhandelingen het wel hebben laten gebeuren.
Ik vind dat buitengewoon onverstandig. Ik vind het niet uit te leggen dat als je net
in een particuliere huurwoning zit, je huur zó flink omhooggaat, terwijl dat in een
sociale huurwoning niet het geval is.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Wijen-Nass, ik hoor u een opmerking over de interrupties maken.
We hebben inderdaad maar vier interrupties. Dat is ook nodig, want we zijn al een
uur en een kwartier bezig en ik hoor heel graag wat de andere Kamerleden nog in te
brengen hebben. Ik geef heel graag het woord aan de heer Flach. Hij zal het woord
voeren namens de SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Als je een dorstig iemand een heerlijk glas koud water geeft,
is dat zeer te prijzen. Als dat water echter zout is, weet iedereen de gevolgen: de
dorst is heel even gelest, maar het zoute water wekt alleen maar meer dorst op. Ziedaar
de huurbevriezing. Het lijkt een verlichting voor huishoudens, maar het is als het
drinken van zout water. Het idee over de huurbevriezing kwam tot stand in een voor
de onderhandelaars slapeloze nacht en dat is te zien. Iedereen die langer dan drie
minuten hierover nadenkt, zal erkennen wat een dramatisch slecht idee het is. Op korte
termijn genereus, op lange termijn desastreus.
Voorzitter. Werkelijk iedereen is hier de dupe van. Ik som een aantal partijen op.
De woningzoekenden. Doordat er minder huizen worden gebouwd, loopt het tekort van
400.000 woningen verder op. De meest kwetsbare huurder. Die gaat er netto € 25 per
maand op vooruit, maar de besparing van € 30 tot € 50 per maand op de stookkosten
van zijn tochtige huis gaat niet door. De starter op de woningmarkt. Die kan zijn
eerste huisje wel vergeten; er zullen 16.000 woningen minder worden gebouwd, vooral
in het goedkopere segment. Woningcorporaties. Zelden is er zo veel investeringsbereidheid
geweest bij corporaties en zelden hebben ze zo'n brutale klap in het gezicht gekregen
die de helft van hen in acute investeringsproblemen brengt; 35 miljard aan investeringen
verdwijnt. Verder leidt het tot 0,6 megaton minder CO2-besparing doordat er niet verduurzaamd kan worden, oplopende wachtlijsten, slinkende
sociale voorraad en niet-gerenoveerde, schimmelende woningen. En zo kan ik nog wel
even doorgaan.
Voorzitter. Wat ik het meest cynisch vind, is dat de enige die hier beter van wordt,
letterlijk de enige, de rijksoverheid zelf is. De maatregel kost de overheid namelijk
niks. Sterker nog, de maatregel levert zelfs jaarlijks een besparing op van 0,5 miljard
vanwege minder huurtoeslag. Schaamteloos.
Voorzitter. Ik spreek de coalitiepartijen VVD, BBB, NSC en VVD hier nadrukkelijk op
aan. Doe dit niet! Het is geen schande om te erkennen dat het een mooi gebaar richting
huurders leek, maar dat in werkelijkheid iedereen er de dupe van is. Politieke moed
is soms ook terugkomen op je plan. Nu de PVV toch heeft aangegeven het hoofdlijnenakkoord
te willen openbreken, liggen hier kansen. Ik spreek ook de Minister aan. Waarom heeft
de Minister dit laten gebeuren? Zo kunt u toch nooit meer uw doelen halen? Hoe legt
u dit uit, vraag ik via de voorzitter, aan al die gemeenten, bouwers en ontwikkelaars?
Dit is obstructie. Minister, trek aan de noodrem. Sta voor de woningzoekenden, de
starters en de corporaties.
Graag zou ik van de Minister een overzicht ontvangen van alle woondeals en afspraken
die door deze huurbevriezing niet meer door kunnen gaan. De huurbevriezing zal namelijk
gevolgen hebben voor de hele woningmarkt. Zagen aan de poot van de sociale woningbouw
zorgt er gewoon voor dat de boel instort. Wijken worden namelijk gemengd gebouwd.
Het wegvallen van sociale woningbouw zal ook betekenen dat er minder koop- en middenhuurwoningen
gebouwd gaan worden. Dat is onbestaanbaar, wat de SGP betreft. Provincies en gemeenten
krijgen hun projecten niet meer rond als de sociale woningbouw stokt. Wat gaat de
Minister hieraan doen?
Voorzitter. Dan even iets anders. We zijn ook nog wel ergens blij mee, namelijk dat
de Minister openstaat voor aanpassingen van de Wet betaalbare huur. De SGP heeft tegen
deze wet gestemd, maar voorstellen die de wet beter maken, zien wij positief tegemoet.
Ik heb bij de behandeling van de wet een amendement ingediend om kleine particuliere
verhuurders meer handelingsperspectief te geven. Door dat voorstel zouden ze niet
al na één, maar na drie jaar moeten voldoen aan de wet. Ik ken de Minister als iemand
die oog heeft voor de praktische uitwerking van wetten. Daarom stemde de Minister
zelf, destijds als Kamerlid, ook voor dat amendement. Desondanks is het amendement
verworpen. Maar gezien de alarmerende signalen vanuit de huurmarkt, zeker ook van
de kleine particuliere beleggers, is de noodzaak om in te grijpen er nog steeds. Dat
zijn geen pandjesbazen, meneer De Hoop. Dat zijn gewoon bakkers en slagers die voor
hun eigen pensioen moeten zorgen. Ik ben dan ook benieuwd of de Minister wil bezien
of er voor deze groep verhuurders ruimte is voor aanpassing van de Wet betaalbare
huur.
Tot slot. Op basis van de Wet betaalbare huur mogen de huren van middenhuurwoningen
maximaal stijgen met de cao plus 1%. De WWS-tabel op basis waarvan de maximale huur
wordt bepaald, wordt elk jaar echter geïndexeerd met de inflatie. Daardoor komt het
voor dat huren mogen stijgen volgens de systematiek van de Wet betaalbare huur, maar
worden beperkt door de lagere indexatie van de WWS-tabel. Staat de Minister ervoor
open om te bezien of de indexatie van de tabel anders kan worden vormgegeven?
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Ik zie dat er geen interrupties zijn. Dan gaan we
naar de heer Vijlbrief. Hij zal een inbreng leveren namens D66.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter, dank u wel. De krantenkoppen van de afgelopen paar weken zouden iedereen
die in Den Haag werkt schrik moeten aanjagen. Voor veel twintigers staan alle seinen
op rood. Stijgende kamerprijzen leiden tot schrijnende situaties onder studenten.
De woningbouw blijft achterlopen en steeds meer projecten staan on hold. Het moge
duidelijk zijn: het is code rood op de huizenmarkt. We moeten als de wiedeweerga zorgen
voor meer woningen en zorgen dat de doorstroming op gang komt. Veel mensen kunnen
niet meer wachten. In plaats daarvan kregen de woningzoekenden een bouwbevriezing
van de coalitie voor hun kiezen. Met de mond wordt hier de hele dag «bouwen, bouwen,
bouwen» gezegd, maar als we het aan de partijen VVD, PVV, NSC en BBB overlaten, dan
is het «breken, breken en nog eens breken». De belofte aan Nederlanders om 100.000
woningen per jaar te bouwen, is gebroken. Het vooruitzicht om tochtige huurwoningen
te isoleren en de gasrekening betaalbaar te maken, is gebroken. De nationale prestatieafspraken
die voor de komende tien jaar de woningbouw hadden moeten aanjagen, zijn binnen een
paar maanden gebroken. De bouw dreigt stil te vallen door deze lelijke Haagse deal.
De coalitie laat het woningtekort daarmee oplopen tot bijna een half miljoen woningen.
Het is een ravage.
Er is één ding gelukt: iedereen is nu verenigd tegen dit voorstel. Ik doe even heel
snel waar de heer Flach net om vroeg: de woningbouwcorporaties, de Vereniging van
Toezichthouders in Woningcorporaties, institutionele beleggers, de VNG, projectontwikkelaars,
Bouwend Nederland, WoningBouwersNL, provincies, MKB-Nederland, makelaars, Vastgoed
Belang, het bedrijfsleven, zorgverzekeraars, Woondeal Noordoost-Brabant, Metropoolregio
Amsterdam, gemeenten en woningcorporaties, Stedelijke Regio Breda-Tilburg, G4-gemeenten,
de provincie Gelderland, Valente en de Nederlandse ggz; gefeliciteerd jongens, echt
goed gedaan.
Voorzitter. Ik heb een aantal vragen aan de Minister. Wanneer slaat deze Minister
met haar vuisten op tafel? Trek de bouwbevriezing gewoon in. Als de coalitie de bouwbevriezing
toch doordrukt, hoe geloofwaardig ben je dan als Minister? Wat gaat dit kabinet doen
als de corporaties hun rechtszaak winnen? Hoe gaat het kabinet het gat in de begroting
dekken? Laten we wel wezen: deze bouwbevriezing is vooral gewoon kassa voor de staatskas
ten koste van de woningzoekenden en gewone huurders. Wat is eigenlijk het plan van
aanpak voor de tientallen corporaties die hierdoor door de financiële grenzen zakken
bij de Autoriteit woningcorporaties? Wat is het plan van aanpak voor de regio's waarin
de woningcorporaties door de bouwbevriezing geen garanties meer kunnen krijgen? Om
het nog een beetje erger te maken: inmiddels komt het kredietbureau Moody's – ik ken
ze nog heel goed uit de eurocrisis; dat is geen feest – langs, want dat maakt zich
grote zorgen over de kredietstatus van het WSW en van onze grootste corporatie.
Voorzitter. We hebben geen afbraak nodig, maar doorbraken. Wij hebben een plan voor
de woningmarkt. Wij zeggen: we gaan de bouw niet bevriezen, maar we gaan de bouw laten
vlammen. Mijn vraag aan de Minister is: komt die noodwoonwet er nog? Ga nu eens wat
doen om echt te bouwen. Wij zeggen: geen bouwbevriezing, maar een bouwbaas; benoem
een deltacommissaris, maar nu voor de bouw. Benoem een bouwcommissaris, een bouwbaas
die de bouw op gang gaat brengen en die ervoor gaat zorgen dat de financiën, de organisatie,
de regels en de stikstof allemaal bij elkaar komen en worden opgelost. Een deltacommissaris,
maar nu voor de bouw, met één nationale bouworganisatie, één budget en een doorbraakmandaat:
zullen we dat eens doen in plaats van deze maatregel, die nergens goed voor is?
Voorzitter. Het is code rood voor woningzoekenden. Zoals we ooit bij het verhogen
van de dijken zagen, kun je dat werkelijk oplossen als je gewoon eens iemand ervoor
verantwoordelijk maakt om dit te gaan oplossen, iemand die blijkbaar op afstand moet
staan van de politiek, want we hebben deze weken ook weer geleerd dat Haagse besluiten
alleen maar funest zijn voor de woningbouw. Alleen met grote doorbraken gaat het lukken.
Ik hoop dat andere partijen me daarbij steunen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even rond. U heeft een interruptie van de heer Peter de Groot.
De heer Peter de Groot (VVD):
Een helder verhaal van collega Vijlbrief van D66. Maar het is ruim een jaar geleden,
25 april 2024, toen D66 juichend de plenaire zaal in de Tweede Kamer verliet omdat
de Wet betaalbare huur was aangenomen. Die wet verlaagt de huren voor de huurders
en legt die rekening volledig neer bij verhuurders, ondanks dat heel veel deskundigen
destijds zeiden: doe het niet, want het zorgt ervoor dat huurwoningen worden verkocht
en dat de investeringsstroom van institutionele beleggers opdroogt. En wat zien we
heden ten dage? Dat is het geval. Wat zegt u dus, gezien uw verhaal dat we doorbraken
nodig hebben, tegen al die partijen die graag willen investeren in middenhuur maar
dat nu niet kunnen? Mijn tweede vraag daarbij is: gaat u de aanpassingen aan de Wet
betaalbare huur om die reden steunen? Alleen dan gaan we in het middensegment doorbraken
forceren.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik twijfel even over hoe ik zal reageren. Het is een klassieke afleidingsmanoeuvre.
We hebben een probleem met 150.000 woningen die er minder gebouwd gaan worden en de
heer De Groot gaat over de Wet betaalbare huur praten. Die wet is er driekwart jaar.
Ik kan mij niet voorstellen dat een verantwoord kabinet en verantwoorde coalitiepartijen
na driekwart jaar precies weten wat het effect van de wet is. Ik heb daarbij, in eerdere
debatten met de heer De Groot, al eerder gezegd dat ik het prima vind om die wet te
evalueren, maar niet na een halfjaar. De heer De Groot weet ook dat er één groot verschil
is met deze bouwbevriezing. Bij de Wet betaalbare huur schuiven er huizen van het
huursegment naar het koopsegment. Bij deze bouwbevriezing zorgen het kabinet en de
coalitie ervoor dat die huizen helemaal niet gebouwd worden. Pak dus het eerste probleem
aan in plaats van over je eigen probleem te beginnen. Als u die bouwbevriezing intrekt,
wil ik nadenken over de Wet betaalbare huur. Zullen we het eens in die volgorde doen?
De heer Peter de Groot (VVD):
Over of het een bouwbevriezing is, gaan we het nog hebben, want het is natuurlijk
een heel mooi opgebouwd frame van de heer Vijlbrief dat er sprake is van een bouwbevriezing.
De heer Vijlbrief geeft in zijn antwoord één heel belangrijk ding aan dat gewoon niet
waar is. Het is een jaar geleden. De VVD kijkt naar cijfers. 50.000 woningen zijn
naar de koopmarkt gegaan; dat klopt. Maar er werden 60% minder middenhuurwoningen
gebouwd in een jaar tijd. Als we het over een bouwstop hebben, kom dan niet aan met
het feit dat we de middenhuur niet bij het debat over de volkshuisvesting mogen betrekken.
Natuurlijk moeten we het middensegment daarbij betrekken. Ontzettend veel mensen met
een middeninkomen die naar dit debat kijken, kunnen nergens terecht. Daarover gaat
uw pleidooi. En u pleit hier ook voor een bouwcommissaris. Nou, ik zou zeggen: de
cijfers over de Wet betaalbare huur liegen niet, dus sluit u aan bij de aanpassing
van die wet, zodat er ook weer geïnvesteerd wordt en daar ook weer gebouwd wordt,
want dat is keihard nodig.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik herhaal mijn antwoord van net: als het de heer De Groot echt aan het hart gaat
hoeveel er gebouwd wordt, kan hij nu zorgen voor een meerderheid die ervoor zorgt
dat deze bouwbevriezing niet doorgaat. Dat scheelt 150.000 woningen. Als hij daartoe
bereid is, ben ik weer bereid om met de heer De Groot te praten over de Wet betaalbare
huur, maar wel in de goede volgorde en niet in deze volgorde.
De heer Peter de Groot (VVD):
Het moet toch niet mooier worden? De volgorde is dat er 60% minder middenhuurwoningen
zijn gebouwd. Zoals de heer Vijlbrief aankondigt, moet de bouwbevriezing van de sociale
sector nog komen. Daar praten we ook over met elkaar. Maar de volgorde is dat er door
de Wet betaalbare huur veel minder nieuwe huurwoningen bij zijn gekomen. Ik zeg het
via u, voorzitter, tegen de heer Vijlbrief: laten we de dingen wel even in de goeie
volgorde bespreken met elkaar. De nood is er daar al. Over die andere nood debatteren
we nog met elkaar. Dat is een heel groot verschil.
De heer Vijlbrief (D66):
De heer De Groot kan geen onderscheid maken tussen grote en kleine getallen. Dat is
het verschil.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik graag gaan naar de inbreng van mevrouw Welzijn namens Nieuw
Sociaal Contract.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dank u wel, voorzitter. De wooncrisis is niet één crisis, maar een dubbele crisis.
Het gaat over te weinig woningen qua aantallen en over woningen die, los van de gereguleerde
sector, niet per se betaalbaar zijn, zeker niet voor jongeren. Nieuw Sociaal Contract
vindt dat de overheid haar grondwettelijke plicht beter moet vervullen door actief
regie te voeren, doorbraken te forceren bij knelpunten en ruimte te creëren voor partijen
die het verschil kunnen maken. Met een blik op de scheurkalender van de Maaskoepel,
waarop iedere dag een schrijnend verhaal van een woningzoeker staat, weten wij waarom
er betaalbaar gebouwd moet worden.
Voorzitter. Ons eerste punt gaat over de financiële situatie, de prestaties en de
regeldruk van en bij woningcorporaties. Alle beschikbare investeringsruimte is de
komende jaren hard nodig, ten gunste van betaalbare nieuwbouw en verduurzaming, maar
vergeet ook de leefbare wijken en het onderhoud niet. De nieuwbouwproductie valt in
negatieve zin op. Alhoewel er een lichte stijging is, zijn we er nog niet als we ieder
jaar 30.000 sociale huurwoningen willen bouwen. Kan de Minister aangeven hoe zij ervoor
zorgt dat de gewenste nieuwbouwproductie gehaald wordt, zeker met het oog op de voorgenomen
huurbevriezing?
De toezichthouder op de sector, genaamd Autoriteit woningcorporaties, wijst te hoge
regeldruk aan als een belangrijk knelpunt in de bedrijfsvoering van corporaties. Corporaties
besteden te veel tijd aan rapportages en verantwoordingen in plaats van aan hun kerntaken.
Mijn fractie leest dat de Minister deze zorgen erkent. Er zijn prestatieafspraken
gemaakt en er wordt gewerkt aan een duurzaam prestatiemodel. Maar dit is niet genoeg,
want wat ons betreft is er een actief programma nodig om eindelijk paal en perk te
stellen aan de regeldruk. De vraag aan de Minister is dus of zij bereid is de regeldruk
via een gericht actieplan actief te verkleinen.
Als tweede wil ik het namens Nieuw Sociaal Contract hebben over de groeiende ongelijkheid
tussen huurders en kopers. Huurders geven over alle sectoren genomen gemiddeld 34%
van hun inkomen uit aan woonlasten. Kopers geven daar 23% aan uit. Met name jonge
stellen zijn aangewezen op dure private huur. De Minister erkent de problemen, maar
concrete acties om de ongelijkheid terug te dringen blijven achter. Mijn partij wil
sturing op de versnelling van betaalbare nieuwbouw en redelijke huurprijzen in de
vrije sector. Hoe gaat de Minister hiermee om, aangezien de afspraak uit het hoofdlijnenakkoord
is dat de huren betaalbaar zijn voor middeninkomensgroepen? Hoe houdt zij hier rekening
mee?
Voorzitter. De huurquote daalt al tien jaar in de sociale huursector, maar de woonlasten
stijgen, met als oorzaak de energielasten. Die omlaagbrengen is winst voor de aarde
en de portemonnee. Mijn fractie verwacht dat dit een heel serieus punt van zorg is
van de Minister. Het Nibud heeft nieuwe normen voor betaalbaarheid ontwikkeld. Dat
zijn goede stappen, maar wat is het plan van aanpak? Nieuw Sociaal Contract vraagt
daarom of de Minister bereid is om met een strakke aanpak de plooien van de woonlastenstijging
glad te strijken door de energielasten omlaag te brengen.
Voorzitter, tot slot het huurregister. Zonder goede gegevens ...
De voorzitter:
Ik zit even te kijken, want ik zag een interruptie van de heer Grinwis. Zullen we
het eerst afmaken? Ja, maakt u het eerst even af.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Over het huurregister: zonder goede gegevens is goed beleid lastig. Gemeenten weten
vaak niet eens welke verhuurders actief zijn in hun wijken en buurten, laat staan
welke huren worden gevraagd. Mijn vader zegt altijd: maar weinigen doen goed in een
donker steegje. Met een huurregister schijnen we licht in dit nu nog donkere steegje
van de volkshuisvesting. De Kamer vroeg al in 2023 om een voorstel voor een huurregister.
De Minister onderzoekt het nu, maar waarschuwt alvast dat het duur en ingewikkeld
is. Daar past een hoe-kan-het-welmentaliteit bij, wat mijn fractie betreft. Een huurregister
is essentieel om excessen in de markt beter aan te pakken en om huurbeleid effectief
te maken. Nieuw Sociaal Contract ziet graag een landelijk register met eenvoudige
basiseisen en lage lasten voor verhuurders. Is de Minister bereid uiterlijk eind dit
jaar met een concreet wetsvoorstel te komen?
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik heb een vraag aan collega Welzijn, die ik samen met haar NSC-fractie toch zie als
hoeder van de volkshuisvesting in de coalitie. Op basis van het hoofdlijnenakkoord
waren ze dat ook. Mevrouw Welzijn zei het net zelf in haar bijdrage: al tien jaar
lang daalt de huurquote voor sociale huurders bij woningcorporaties. Maar de energielasten
stijgen en daardoor stijgen de woonlasten. Zoals meneer Flach al heel duidelijk uitlegde:
als je de huren bevriest, blijft er minder geld over om de huizen te renoveren en
te isoleren, zullen de energielasten hoog blijven en in de toekomst verder stijgen,
en daalt de huurquote dus verder, want je hebt de huren bevroren terwijl daar geen
aanleiding toe is, vanuit de eigen stelling van mevrouw Welzijn. Haar eigen verhaal:
het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, het Adviescollege toetsing regeldruk, het Nibud,
elke onafhankelijke instantie heeft zo langzamerhand de vloer aangeveegd met de voorgenomen
huurbevriezing. Zijn mevrouw Welzijn en de NSC-fractie bereid de afspraak uit die
wilde Voorjaarsnotanacht te heroverwegen en terug te draaien?
Mevrouw Welzijn (NSC):
Laat duidelijk zijn dat ik zelf nooit gekozen zou hebben voor een huurbevriezing.
Dat heeft u met z'n allen ook al in mijn maidenspeech kunnen horen, toen dit onderwerp
helemaal niet op tafel lag. Ik heb vanuit mijn vorige betrekkingen namelijk gezien
wat de effecten kunnen zijn van een huurbevriezing. Ik zit echter in een coalitie
en we hebben in die «wilde nacht», zoals u dat noemt, met elkaar een onderhandelingsresultaat
bereikt na een proces dat wat mij betreft niet de schoonheidsprijs verdient en waaruit
zeker lessen te trekken zijn. Voor Nieuw Sociaal Contract is het daarin belangrijk
geweest dat compensatie onderdeel is van het plan. Zoals u onze fractievoorzitter
heeft horen zeggen, maar ook Dick Schoof tijdens de persconferentie na de Voorjaarsnota,
staat het politieke doel om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen, waarvan 30% sociaal
en twee derde betaalbaar. Daarom is het voor mijn partij als voorwaarde acceptabel
dat er een huurbevriezing is, omdat daar compensatie tegenover moet staan.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan heeft meneer De Groot geluk, want ik wilde hem ook het vuur na aan de schenen
leggen. De heer Vijlbrief geeft aan dat hij dat zal doen, gelukkig maar. Mevrouw Welzijn
heeft nog niet eens één vogel in de hand, want die compensatie staat zo meteen niet
in de wet, niet in de begroting en niet in de een of andere afspraak. Die is slechts
woordelijk uitgesproken; je hebt dus niks om aan vast te houden. Er zijn tien vogels
in de lucht en we gaan een wet over de huurbevriezing bespreken terwijl de compensatie
niet zwart-op-wit in de tabellen van Financiën staat. Mevrouw Welzijn kent de VVD.
Ook ik ken de VVD; ik heb jarenlang met hen onderhandeld. Eén ding: die gaan de vennootschapsbelasting
voor woningcorporaties never nooit schrappen. Eelco Heinen stapt nog liever op dan
dat hij dat doet. Hij gaat het gewoon niet doen. Dus met andere woorden: die compensatie
komt er niet.
De voorzitter:
Komt u tot uw vraag?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan is nogmaals mijn vraag: gaat de NSC-fractie instemmen met een wet die halsoverkop
huurbevriezing regelt zonder dat de compensatie zwart-op-wit in tabellen verankerd
is?
Mevrouw Welzijn (NSC):
Ik snap de zorgen van de heer Grinwis. En toch, ondanks dat dit een – laten we het
zo zeggen – verre van ideale situatie is, heb ik ook gezien dat er zeker oplossingsrichtingen
in beeld zijn. Dat hebben we allemaal kunnen zien, want de dilemmanotitie van de Minister
is een openbaar document. Het zal allemaal dat het moeilijk en ingewikkeld is en dat
er misschien zelfs weerstand links en rechts te overwinnen is, maar er zijn oplossingsrichtingen.
Ik wacht dus op de uitwerking van de Minister om die goed te kunnen beoordelen. Ik
zie ook een tijdsverschil – dat is ook mijn vraag aan de Minister – tussen het moment
waarop het probleem van de kasstromen optreedt en het moment waarop daar een oplossing
tegenover kan staan. Bij de wetsbehandeling zal een van mijn vragen aan de Minister
dan ook zijn wat dat tijdsverschil in dit geval voor de woningcorporaties betekent
voor het kunnen aantrekken van leningen. Daar mag ze ook straks op reflecteren. Daarbij
is het belangrijk dat er één toezichthouder is, los van welke cijfers dan ook, van
wie dan ook afkomstig, hobbyisten, zelfverklaarde specialisten, onafhankelijke bureaus
of wie dan ook. Die toezichthouder is de Autoriteit woningcorporaties. Die heeft een
wettelijke taak. Die staat in de Woningwet. Zij zijn aangewezen door de Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening om aan te geven wat zij vinden van de financiële
situatie van corporaties, wat zij vinden van de financierbaarheid van corporaties,
en dat zijn de cijfers waar mijn fractie waarde aan hecht.
De voorzitter:
Dank u wel. Even kijken ... Ik had mevrouw Vedder op de lijst staan voor een interruptie.
Mevrouw Vedder (CDA):
In de inbreng van collega Welzijn kwam het woord «huurbevriezing» niet veel voor.
Dat raakt mij eigenlijk wel, omdat ik collega Welzijn hoog heb zitten en ik destijds
heel blij was met wat er in de Voorjaarsnota over volkshuisvesting stond. Ik zie het
nu allemaal verbrokkelen. Ik kan gewoon niet begrijpen dat collega Welzijn dit laat
gebeuren. Ik weet zeker dat dit diep in haar hart aan alle kanten moet botsen. Ik
hoor dingen als «er is compensatie». Maar in de stukken van het kabinet zelf staat
dat die bij lange na niet voldoende is. «Het doel van de woningbouw staat», maar in
de brief van het kabinet van gisteren staat dat de woningbouwopgave zwaar wordt geraakt.
Het is gewoon onzin. NSC kan dit toch niet zo laten gebeuren?
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dat is ook de reden waarom ik aangaf en ook onze fractievoorzitter heeft aangegeven
dat een huurbevriezing als voorwaarde heeft dat er compensatie bij zit. Wij zien inderdaad
een tijdsverschil tussen het moment waarop het probleem zich voordoet en het moment
waarop de oplossing zich aandient. Dat zie ik echt als een van de grootste uitdagingen
bij het vinden van een oplossing voor de compensatie. Nogmaals, ik zou ’m niet bedacht
hebben, maar hij ligt op tafel. Dit is een politiek feit waar ik mee te dealen heb.
Dan vind ik het belangrijk om met elkaar goed na te denken over welke compensatie
en op welke manier. Nogmaals, er staan concrete oplossingsrichtingen in de dilemmanotitie.
Die moeten we verder gaan uitwerken met elkaar. Daar zal ik mij voor inzetten.
Mevrouw Vedder (CDA):
Goed bestuur. Ik vind het eigenlijk vervelend dat ik daarmee moet schermen en ik heb
het geloof ook nog nooit gedaan, maar goed bestuur is toch niet dat je koste wat het
kost blijft rennen achter datgene wat de coalitie in een wilde nacht heeft verzonnen
om ervoor te zorgen dat de boel niet uit elkaar klapt? Goed bestuur is toch ervoor
zorgen dat je de goede dingen doet voor Nederland, dat je daarvoor blijft staan? Dat
je staat voor een goed verhaal en je je niet bezighoudt met «is mijn stoel er straks
nog, ja of nee»? Sorry, sorry dat ik zo plat zeg, maar goed bestuur is toch niet dat
je afspraken die je vier maanden geleden met elkaar hebt gemaakt, nu in de prullenbak
gooit? Dat je investeerders de stuipen op het lijf jaagt omdat je aantoont dat de
overheid onbetrouwbaar is? Daar kan collega Welzijn toch niet voor blijven staan?
Ik begrijp het echt niet.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Wat goed bestuur is, is één issue. Een ander issue is dat hier heel veel partijen ...
Nogmaals, het zou niet mijn eerste plan zijn geweest, maar heel veel partijen hier
aan tafel zijn absoluut voorstander van een huurbevriezing. Is dat dan slecht bestuur,
als je voorstander bent van een huurbevriezing? Ik vind van niet. Wat slecht bestuur
zou zijn, is als je dat doet zonder je te bekommeren om de gevolgen die dat heeft
en de mitigatie van die gevolgen. Daarom zeg ik dat het vinden van een oplossing in
de compensatie een belangrijke manier is om met deze huurbevriezing om te gaan om
’m in elk geval acceptabel te krijgen. Daarover verschillen we misschien van mening.
Ik had het liefst gehad dat we bij een koopkrachtprobleem een koopkrachtinstrument
inzetten. Ook dat is genoemd in de dilemmanotitie van de Minister. Is het inzetten
van een koopkrachtinstrument niet wijzer, niet zinniger? Dat zijn afwegingen die we
met elkaar te maken hebben. Die nacht lag de dilemmanotitie van de Minister niet op
tafel. Die is gisteravond om half tien openbaar gemaakt. Voor mij staat er geen nieuws
in, maar voor een heleboel mensen misschien wel. Laten we met elkaar kijken op welke
manier we de risico's kunnen mitigeren.
De voorzitter:
Even kijken. Dan heb ik de heer Flach op de lijst voor een interruptie.
De heer Flach (SGP):
Ik ga maar één vraag stellen, dus ik hoop dat ik een goed antwoord krijg, want de
laatste bewaar ik echt voor de heer De Groot. Ik wil even naar de cijfers die mevrouw
Welzijn gebruikte, namelijk dat van huurders 36% van het inkomen op dit moment opgaat
aan woonlasten en dat dit percentage voor kopers een stuk lager is. Ik ken die cijfers
niet precies, maar het zal er ook een beetje mee te maken hebben met dat heel veel
kopers hun woning veel eerder hebben gekocht. Ik denk dat als je naar de nieuwe kopers
kijkt, je ziet dat dit ook heel dicht bij de 40% ligt. Ik herken en erken het probleem
dat mensen veel te veel geld kwijt zijn aan hun woonlasten. Dat los je niet op door
te zeggen dat er een redelijke huur moet komen in de middenhuur, want die redelijke
rendementen liggen al tussen de 4% en 5%. Lager kan ook gewoon niet, want dan wordt
er niet meer geïnvesteerd. Is mevrouw Welzijn het met mij eens dat het echte probleem
is dat de waarde van woningen veel te ver is gestegen en dat dat alles te maken heeft
met de krapte op de woningmarkt, omdat we te weinig woningen bouwen? Daar hadden we
plannen voor: 100.000 woningen per jaar. Maar deze huurbevriezing haalt er van die
100.000 zomaar 16.000 af. Dat betekent dat die prijzen nog verder omhooggaan.
De voorzitter:
Komt u tot een vraag.
De heer Flach (SGP):
Ik ben bijna bij het vraagteken, voorzitter, maar het was er maar een. Dat betekent
dat die prijzen verder omhooggaan en dat mensen, zowel kopers als huurders, nog meer
van hun inkomen kwijt gaan zijn aan woonlasten. Dat kan toch ook niet de bedoeling
zijn? Ik weet dat mevrouw Welzijn dat zelf ook niet vindt, maar zou ze dat willen
bevestigen?
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dat is de makkelijkste vraag tot nog toe, geloof ik, want: ja, natuurlijk. Er moeten
huizen gebouwd worden. We hebben gezien dat we een actueel tekort hebben. In het jaar
van de eerste huurbevriezing, 2021, kwamen we 200.000 woningen tekort. We hebben gezien
dat dat er het jaar daarop al 200.000 waren. Inmiddels zijn het er ruim meer dan 400.000.
Dus we hadden al een wooncrisis en die verdiept zich alleen maar. Dat komt doordat
er structureel te weinig woningen zijn. Daarom zegt mijn partij dus dat wij hartstikke
bereid zijn om welke partij dan ook tegemoet te komen in wensen, mits dat niet leidt
tot een bouwstop. Daarom koppelen wij daar de voorwaarde aan dat er sprake moet zijn
van adequate compensatie, zodat die huizen ... Die bouwen we niet vanuit ambitie.
Ik hoor ook nog weleens het woord «bouwambitie», maar het is geen ambitie; deze huizen
bouwen is bittere noodzaak. Daarom zeggen wij: wij gaan schoorvoetend akkoord met
een huurbevriezing, natuurlijk, maar niet als dat leidt tot een bouwbevriezing. Dat
kan niet. Er is sprake van een hele diepe wooncrisis.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Met alles wat mevrouw Welzijn zegt, ben ik het eigenlijk eens, tot een zeker moment.
Ze zegt namelijk: eigenlijk wil ik die huurbevriezing niet en ik wil zeker niet dat
het een bouwbevriezing wordt. Dat is het in deze situatie. Dus er rest eigenlijk maar
één vraag. Wij gaan straks deze wet behandelen. Ik neem aan dat NSC dus tegen deze
wet stemt als er geen adequate compensatie is, anders spreekt mevrouw Welzijn zichzelf
hier nu tegen. Het is van tweeën één. Dus je kunt niet in de tijd je standpunten splitsen.
Je kunt niet zeggen: nou, ik wacht tot augustus, tot er compensatie komt. Dus gaat
de fractie van NSC voor dit wetsontwerp stemmen, ook als er geen compensatie is? Dat
is de vraag.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Voor mijn gevoel heb ik deze vraag meerdere keren beantwoord. Dus nogmaals: wij hebben
als voorwaarde gesteld dat er sprake is van compensatie, zodanig dat de afspraak van
100.000 woningen per jaar, twee derde betaalbaar en 30% sociaal, staat, zoals de premier
ook gezegd heeft tijdens de persconferentie vlak na de Voorjaarsnota.
De voorzitter:
Even kijken. Ik zie dat er geen interrupties meer zijn. Mevrouw Vedder? U had dezelfde
vraag. Heel goed. Dan hebben we geen interrupties meer. Dan gaan we over naar de termijn
van de heer Eerdmans, die namens JA21 het woord zal voeren.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Ik moet eerder weg uit het debat. Dat zeg ik er even bij.
Dat is voor straks. Helaas. Het woningtekort is 4,9%. Dat staat in de Staat van de
Volkshuisvesting. Het aantal huishoudens blijft groeien. Daar zit mijn punt. Afgelopen
maandag werd ook duidelijk uit cijfers dat Nederland ongeveer een stad als Maastricht
of Leiden erbij heeft gekregen in een jaar tijd. Dat betreft dus ruim 130.000 mensen
via migratie. Dat vind ik eigenlijk een beetje de olifant in de kamer. Ik hoor mijn
collega's niet over dat het Centraal Bureau voor de Statistiek daar dus al tijden
op wijst. In het persbericht staat ook dat de alarmbellen zouden moeten afgaan in
Den Haag. Nou, dat valt mij dus wat tegen. Ik denk namelijk dat als je woningen wilt
bouwen op een normale manier met normale prijzen, je toch echt iets zult moeten doen
aan het aantal mensen dat het land binnenkomt. Afgelopen jaar is opnieuw gebleken
dat er 130.000 mensen per jaar bij komen; is dit nu de wake-upcall voor het kabinet
dat heeft beloofd dat het op migratiegebied het strengste wordt van Europa? Heel graag
daar een reactie op.
Voorzitter. Dan de nachtelijke marathon, de huurbevriezing. JA21 heeft gezegd: haastige
spoed is zelden goed. Het heeft mij ook verbaasd dat de particuliere verhuur totaal
is vergeten. Dit is geen goede oplossing. We hebben nu een probleem neergelegd bij
de Minister. Die zal deze puzzel moeten oplossen en voor het eind van de maand met
een oplossing moeten komen die eigenlijk door de vier fractievoorzitters is aangereikt.
Ja, er wordt intussen door de woningcorporaties gedreigd met een gang naar de rechter.
Daarbij is berekend dat het gaat om een capaciteit van investeringen tot zo'n 50 miljard.
Dit is toch echt wel een behoorlijk fiasco, een slecht idee, en daarmee ook geen goed
antwoord op de vraag hoe we nou die woningmarkt los krijgen. Is de Minister het daarmee
eens?
Overigens wijst het Nibud erop, in de Volkskrant nota bene, dat het niet noodzakelijk
is om de huur van sociale huurwoningen te bevriezen, omdat de lonen dit jaar gemiddeld
harder stijgen dan de woonlasten van huurders. Daar wil ik ook graag een reactie op.
Voorzitter. Dan naar de ambitie. We komen 400.000 woningen tekort. Het is sinds 1990
niet meer gelukt om meer dan 100.000 woningen per jaar te bouwen. Vaak lag dat aantal
juist veel lager. Dus is dit wel een eerlijke ambitie, zeker in deze tijd? Eigenlijk
gaat het niet eens om het moment van nu. Het geldt zelfs ook voor als je terugkijkt
in de tijd.
Het idee van de flexwoningen is natuurlijk geopperd en is ook uitgevoerd, maar die
blijken een flop. Niemand wil erin wonen. De consument wil die niet, zegt het Planbureau
voor de Leefomgeving, want die voldoen niet aan de behoeften. Is de Minister het daarmee
eens? Die 15.000 flexwoningen zijn te klein. Graag een reflectie. Als wij ons land
vol zetten met flexwoningen, vind ik dat ook geen prettig beeld, moet ik zeggen. Dan
heb ik liever een nieuwe stad. Daar heeft JA21 voor gepleit: een nieuwe stad op de
Marker Wadden. D66 wil er tien keer zo veel, geloof ik, tien nieuwe steden. Laten
we eens beginnen met één stad. Hoe denkt de Minister daar nou over? Het gaat om starters,
jonge gezinnen, mooi wonen, tussen het water, groen en blauw, prachtig. Nu zijn we
de steden aan het volplempen. Het laatste stukje groen wordt opgeofferd. Het Markermeer
heeft onze voorkeur. Jan Latten – dat is natuurlijk een bekend demograaf van het Centraal
Bureau voor de Statistiek – zegt dat het ook bij Arnhem kan. Er kan een nieuwe stad
komen in die omgeving. Ik ben benieuwd. Het heeft vele voordelen. Ik zei al: in plaats
van het groen volbouwen, kan je jongeren een alternatief bieden, ook buiten de Randstad.
Daarom de vraag of het kabinet bereid is om te onderzoeken of de ontwikkeling van
een nieuwe stad in de Markerwaard op termijn een kostenefficiënt en robuust alternatief
vormt voor de huidige versnipperde woningbouw, die zo vaak vastloopt op stikstof,
procedures, bezwaartrajecten en andere knelpunten.
Voorzitter. Dan nog even naar het klimaat. De transformatorhuisjes zitten mij al een
tijdje dwars. Er moeten er 55.000 komen vanwege de elektrificering. De vraag is eigenlijk
of het überhaupt allemaal op het net kan. Daar hebben we vaak discussies met mevrouw
Hermans over. Maar goed, er moeten dus op een gegeven moment 55.000 transformatorhuisjes
komen te staan. Dat betekent eigenlijk in elke buurt één. Een op de drie straten moet
worden opgebroken. Hoe gaat de Minister dit eigenlijk in goede banen leiden, ruimtelijk
gezien? Ik heb afgelopen december een motie ingediend met het verzoek om het zo te
organiseren dat in ieder geval bewoners inspraak zullen krijgen in waar dat huisje
dan komt. Let wel, mensen vinden het helemaal geen pretje om direct vanuit het keukenraam
aan te kijken tegen zo'n lelijk huisje. Nou heb ik gelezen dat gemeenten met netbeheerders
locaties moeten gaan vinden en dat zij die moeten afstemmen met de buurt. Nou, ik
ben heel benieuwd hoe dat dan gaat in deze gigantische operatie.
Voorzitter. Voor dit moment wil ik het hierbij laten. Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even rond. Ik zie dat er geen interrupties zijn. Dat betekent
dat ik het woord geef aan mevrouw Vedder, die haar inbreng zal leveren namens het
CDA.
Mevrouw Vedder (CDA):
Dank, voorzitter. Gisteravond laat kregen we de dilemmanotitie vanuit het ministerie.
Ik vond het wel een leuk woord, «dilemma». Ik zou het zelf «politiek vandalisme» noemen.
Ik heb nog steeds moeite om de juiste woorden te vinden. Dus lees ik eerst even een
aantal citaten voor uit het eigen werk van gisteravond van dit kabinet. Overigens
complimenten voor de radicale eerlijkheid in dat stuk. «De haalbaarheid van de woningbouwopgave
van 100.000 woningen per jaar wordt zwaar geraakt. Het ontbreken van structurele compensatie
maakt huurbevriezing juridisch zeer kwetsbaar. De incidentele compensatie die in de
Voorjaarsnota is geregeld, is bij lange na niet voldoende. Toekomstige huurders zullen
minder snel een woning vinden en huidige huurders blijven zitten met een hogere energierekening.
Terugschroeven van onderhoud raakt onder andere de aanpak van vocht en schimmel. De
huurbevriezing heeft het vertrouwen van corporaties en Woontoppartners in de rijksoverheid
geschaad, omdat de afspraken van de Woontop al na vier maanden zijn geschonden.» En
de uitsmijter: «het levert een vertraging in de woningbouw op die niet meer in te
halen valt». Dit is het resultaat van kortetermijn-cadeautjespolitiek. Verantwoordelijkheid
nemen en de goede dingen doen voor heel Nederland zijn ondergeschikt gemaakt aan scoren
bij de achterban en het bij elkaar willen houden van de coalitie.
Voorzitter. Dit raakt mij echt. Ik vind dit echt politiek vandalisme. Sterker nog,
de gevolgen van vandalisme zijn over het algemeen te herstellen, maar dit dus niet.
Een partij die zich beroept op goed bestuur kan dit toch niet laten gebeuren? Een
partij die staat voor ondernemers, investeerder en projectontwikkelaars kan dit toch
niet laten gebeuren? Een Minister van wie ik weet dat zij een rechte rug heeft en
staat voor professionaliteit kan zich hier toch niet bij neerleggen?
Voorzitter. Eerder heb ik mijn zorgen geuit over het toenemend woonegoïsme, waardoor mensen meer oog hebben voor hun eigen uitzicht dan voor de woningnood
van anderen. Deze huurbevriezing is het politieke equivalent van woonegoïsme. Coalitiepartijen
weten dat de bouw instort, weten dat vele huizen niet gebouwd zullen worden, weten
dat bestaande huurders op een andere manier veel beter geholpen hadden kunnen worden,
maar desondanks wordt er vastgehouden aan die huurbevriezing omdat scoren bij de achterban
zwaarder weegt dan de woningnood en al die uitgestelde levens. Kortzichtige kortetermijn-cadeautjespolitiek.
Iets wat lekker klinkt, maar waar we allemaal bij verliezen.
De voorzitter:
U hebt een interruptie van de heer Peter de Groot.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik heb een vraag aan mevrouw Vedder over de Wet betaalbare huur; dat kan zij zich
misschien wel indenken. Daar ging het ook over achterbannen en scoren en over met
een heel hoge snelheid een wet door het parlement heen jagen, onder voorwendselen
die nu niet blijken te kloppen. Wat zegt u als ik zeg dat inmiddels 50.000 huurwoningen
van de huurmarkt zijn verdwenen, terwijl het doel van de wet was om het middensegment
aan huurwoningen te vergroten? Wat zegt u als ik zeg dat er inmiddels 60% minder middenhuurwoningen
worden gebouwd, waar overigens iedereen voor heeft gewaarschuwd, maar waarbij het
CDA vol achter de eigen Minister, Hugo de Jonge, is gaan staan? Wat zegt u dan?
Mevrouw Vedder (CDA):
Ik zie steeds maar weer terugkomen dat het doel van de Wet betaalbare huur is dat
er meer betaalbare woningen komen. Nooit wordt er gerept over de noodzaak om huurders
te beschermen tegen exorbitante huren en tegen misbruik van een overspannen woningmarkt.
Dat is wat het CDA betreft waar de Wet betaalbare huur essentieel voor is. Het verschil
tussen VVD en CDA is dus dat ik zowel die huurbevriezing als de Wet betaalbare huur
benader vanuit het belang van de huurder. Die huurder heeft er namelijk recht op om
niet degene te zijn die moet betalen voor onze onwil om de echte problematiek van
het rendabel kunnen verhuren van huizen, namelijk de fiscale stapeling in box 3, te
repareren. Wij staan daar als overheid voor aan de lat. Wij staan aan de lat om de
echte problemen weg te halen. Maar we doen dat niet en in plaats daarvan leggen we
de rekening neer bij huurders die niet anders kunnen dan zich overgeleverd weten aan
een overspannen huurmarkt. Daar is het CDA niet van. De Wet betaalbare huur is ervoor
om mensen daartegen te beschermen. En ja, dat heeft er ook voor een deel toe geleid
dat er uitponding heeft plaatsgevonden, doordat er een correctie heeft plaatsgevonden
op het feit dat investeerders huizen voor starters hebben weggekaapt om die later
met groter rendement te kunnen verhuren.
De voorzitter:
Dank u wel. U mag verder met uw inbreng. U heeft geen interrupties meer.
Mevrouw Vedder (CDA):
Voorzitter. Het Nibud zegt: als je mensen met lage inkomens echt wilt helpen, moet
je dat aan de inkomenskant doen. Het beleid over de hoogte van de huren schiet alle
kanten op en dat brengt grote onrust met zich mee. Dat zeg ik dus niet hè, dat zegt
het Nibud. Tegelijkertijd betekent deze huurbevriezing dat heel veel nieuwe huurhuizen
niet doorgaan en dat tocht- en schimmelproblematiek niet wordt aangepakt. Ik zou graag
van de Minister de toezegging willen dat zij in een brief uiteen gaat zetten welke
onderdelen van de analyse van het Nibud zij deelt. Ik ben namelijk benieuwd wat zij
vindt van die analyse van het Nibud.
Ook institutionele beleggers zeggen dat huurbevriezing een bouwbevriezing is. Ik vraag
de Minister om samen met IVBN en de pensioenfondsen een impactanalyse te maken van
de doorwerking op investeringen in de bouw van middenhuurwoningen en huurwoningen
in de vrije sector. Zou de Minister met de VNG en de gemeenten ook zo'n analyse willen
maken van de impact van de huurbevriezing op gemengde plannen?
Voorzitter. De Autoriteit woningcorporaties zegt het heel scherp: de huurbevriezing
zorgt ervoor dat de woonomstandigheden voor de mensen met de laagste inkomens slechter
worden. Minister, ik verwacht hier een uitgebreidere reflectie op dan wat er in de
hierover verstuurde brief stond. Zou de Minister die willen toezeggen?
Voorzitter. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw haalt het argument «corporaties hebben
nog geld zat om te investeren» onderuit en laat zien dat met de huurbevriezing 141 corporaties
binnen vijf jaar in de financiële problemen komen. In de Wet regie zit de afspraak
dat corporaties solidair zijn met elkaar en elkaar financieel helpen, maar als de
helft van de corporaties dat niet meer kan, dan stort die afspraak toch in elkaar?
Hoe gaat de Minister dit aanvliegen? Of gaat de Minister iets invoeren wat corporaties
niet aankunnen?
Voorzitter. De allerbelangrijkste vraag die ik heb, tot slot, is: Minister, dit kan
toch niet? We kunnen toch al die woningzoekenden in Nederland, al die mensen die niet
aan hun leven kunnen beginnen, die in een tochtig huis zitten dat niet verduurzaamd
kan worden, zo in de steek laten? Gaat de Minister dat werkelijk laten gebeuren, of
trekt ze een streep?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie geen verdere interrupties. Dan geef ik het woord aan de heer Grinwis
voor zijn inbreng namens de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Allereerst dank aan de Minister voor de dilemmanotitie. Na enige pogingen
kreeg ik gelukkig gisteren voldoende steun van collega's en kwam dit per kerende post
terug, en dat vond ik fijn. Niet dat de inhoud iets is om vrolijk van te worden, maar
helder was die wel. Daar zat geen woord Spaans bij.
Voorzitter. Je hebt domme voorstellen, oliedomme voorstellen, dan is er een tijdje
niets; daarna moeten we nog even geduld hebben ... en dan heb je het desastreuze huurbevriezingsvoorstel
van deze coalitie. Slaafs overgenomen door het kabinet. Of nou ja, huurbevriezing?
Het is een bouwbevriezing, zeker deze huurbevriezing. Het is een structurele bezuiniging
nota bene van een half miljard op de huurtoeslag. Eelco Heinen, de Minister van Financiën,
lacht in zijn vuistje, en reken er maar niet op dat hij de vennootschapsbelasting
voor woningcorporaties ooit met ook maar één euro gaat verlagen, ter compensatie.
Sterker nog, de verminderde bezuiniging van 80 miljoen euro op de huurtoeslag, die
het resultaat is van het feit dat je particuliere sociale huurders uitzondert, zal
vroeg of laat worden verhaald op de huurtoeslag. Dan betalen huurders de prijs, want
de compensatie waar het nu uit gedekt wordt, die 1,1 miljard, is tijdelijk. Op een
gegeven moment is die op en dan ga je over op de huurtoeslag, want dat is de enige
structurele post van deze Minister op haar begroting.
Voorzitter. Ik heb het al eerder gezegd: het is pyromanenpolitiek. De eigen afspraken
van het kabinet worden in de hens gezet en dat zijn de afspraken uit het hooflijnenakkoord,
maar ook de nog maar drie of vier maanden geleden ondertekende afspraken op de Woontop.
De inkt was nauwelijks droog. Die afspraken worden eenzijdig opgezegd door dit kabinet,
aangevoerd door deze coalitie.
Met dit doldwaze plan – bedacht rond 7.00 uur 's ochtends, na een nacht onderhandelen
– gaat het breekijzer in de sector sociale huur, en dat heeft een inktvlekwerking
naar een veel groter deel van de nieuwbouw en van onze woonsector überhaupt. De betrouwbaarheid
van de overheid is te grabbel gegooid. Betaalbaarheidsdoelstellingen zullen een wassen
neus blijken te zijn, hoe vaak collega Welzijn ook wijst op de «30% sociaal en twee
derde betaalbaar» uit de Wet regie. Het staat allemaal onder druk, onder grote druk.
Internationale investeerders trekken zich al terug; private, particuliere investeerders.
De huurbevriezing die een bouwbevriezing is, raakt niet alleen maar toegelaten instellingen
en publieke partijen. Ze raakt zelfs meer dan de Wet betaalbare huur de private sector.
NSC, bij het hoofdlijnenakkoord nog de hoeder van de volkshuisvesting, staat erbij
en kijkt ernaar. Te bang voor de kiezer om het kabinet te laten klappen op dit fundamentele
punt. BBB zet de eigen vicepremier totaal, maar dan ook totaal in de kou. Hoe moet
Minister Keijzer ooit nog een afspraak gaan maken met wie dan ook? De VVD keert terug
in haar rol als Nemesis, de meedogenloze godin van de wraakzucht op de woningbouwcorporaties.
En last but not least, de PVV. Nou ja, van een populistische partij zonder ideeën,
zonder visie of zonder begrip van hoe systemen eigenlijk werken, was precies dit wel
te verwachten. En als het straks sneuvelt in de rechtbank of in de Eerste Kamer, dan
vindt de PVV weer een zondebok om naar te wijzen; naar «D66-rechters» of naar de oppositie
die het allemaal heeft gedaan.
Voorzitter. Of dit plan de Eerste Kamer op tijd haalt? Het moet namelijk 30 juni in
het Staatsblad staan. Dit plan gaat hopelijk sneuvelen, want het is zo ongelofelijk
slecht voor de toekomst van ons land en voor woningzoekenden! Als je huurders wilt
helpen – en dat wil de ChristenUnie – doe dat dan gericht, met een slimme huurbevriezing,
en niet met deze olie-, oliedomme huurbevriezing.
Voorzitter. We weten inmiddels een week of vier van dit plan, maar zoals u merkt ben
ik nog altijd een werkelijk woedende woonwoordvoerder. Ik daag deze coalitie en de
Minister uit. Kan zij mij één belangenvereniging noemen die enthousiast is over dit
voorstel? Inmiddels is er een schier eindeloze stoet experts, toezichthouders, belangenclubs,
bouwers en ga zo maar door, die allemaal zeggen: doe dit niet. Zelf de Woonbond zegt:
alleen maar met compensatie. VVD, NSC, BBB: laat je niet langer gijzelen door Geert
Wilders. Ga terug aan tafel, draai de kraan van de huurtoeslag open. Als je de huurder
graag tegemoet wilt komen, doe het dan zo. Of doe iets met de andere koopkrachtinstrumenten
die het kabinet ter beschikking staan.
Het Nibud rekende voor – het werd al gezegd – dat een alleenstaande huurder met een
bijstandsuitkering hiermee per saldo € 10 per maand meer overhoudt. Een gezin met
twee kinderen en een inkomen van 130% van het minimumloon kan ruim € 12 per maand
extra besteden. Wat nou «boodschappenbonus»? Ja, die eenmalige, maar die ben je volgend
jaar weer kwijt!
Minister, hoe luidt ...
De voorzitter:
Komt u tot een afronding?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
... de reactie van de Minister op het ATR, dat gehakt maakt van de bouwbevriezing?
Ik wil ook graag antwoord op de vraag over de tweedeorde-effecten. Welke tweedeorde-effecten
zijn er? Wat betekent bijvoorbeeld het feit dat Moody's kijkt naar de WSW-creditrating?
Nu is de verhouding 1 op 32; hoeveel minder investeringscapaciteit krijg je dan?
Voorzitter, ten slotte. Nadat ik de staf heb gebroken over al deze treurigheid wil
ik de Minister nog iets opbouwends meegeven, namelijk een plan van de jongeren van
de ChristenUnie voor studenten en starters. Die verdienen steun. Het plan bevat een
achttal voorstellen en ik overhandig dat achtpuntenplan zo meteen graag aan de Minister.
Tot zover, voorzitter, in eerste termijn. De rest komt vast later.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even rond. Ik zie geen verdere interrupties. Er zijn ook niet
meer veel interrupties over. Dat betekent dat het woord aan de heer Peter de Groot
is namens de VVD.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank u wel, voorzitter. De VVD is blij dat het is gelukt om afspraken te maken zodat
de Wet betaalbare huur fors wordt aangepast. De VVD heeft altijd voor de effecten
van deze desastreuze huurwet gewaarschuwd en we zien in de praktijk dat er steeds
meer huurwoningen verdwijnen, mensen dus op straat komen te staan en investeringen
in nieuwe huurwoningen zijn opgedroogd. Dat staat haaks op de ambitie om de betaalbare
middenhuurvoorraad te vergroten.
De Minister heeft in april al aanpassingen voorgesteld aan de Wet betaalbare huur.
Hoewel deze aanpassingen nog wat beperkter van aard zijn, zullen we deze steunen.
Tijdens de onderhandelingen over de Voorjaarsnota is besloten de Wet betaalbare huur
forser aan te passen, en wel op drie onderdelen. Een lagere puntengrens, het zwaarder
meetellen van de waarde van de woning en het uitzonderen van particuliere beleggers
met een enkele woning of een beperkt aantal woningen. De wijzigingen uit de Voorjaarsnota
liggen in lijn met de door de VVD eerder voorgestelde variant van de Wet betaalbare
huur, de huurindex. Die zorgt ervoor dat verschillen in de woningmarkt realistisch
worden gewaardeerd en dat verhuren zal blijven lonen. Dit zal er ook voor zorgen dat
er meer ruimte komt voor het behouden van huurwoningen. En het zorgt ervoor, zeg ik
tegen mevrouw Vedder van het CDA, dat exorbitante huurstijgingen niet kunnen voorkomen.
De vraag is wel wanneer de Minister met deze aanpassingen naar de Kamer zal komen.
Dat vraag ik aan de Minister, via u, voorzitter.
Het op gang brengen van die investeringsstroom is belangrijk voor wat ons hier eigenlijk
te doen staat: blijven doorbouwen. Alleen als we meer bouwen, zorgen we ervoor dat
we die woningzoekenden echt kunnen helpen, zoals de heer Vijlbrief van D66 roept.
Overigens, zeg ik nog maar even tussendoor, is de VVD blij dat D66 eindelijk tot inkeer
is gekomen om niet enkel en alleen in binnensteden te blijven bouwen, maar zich aansluit
bij het geluid van de VVD van de afgelopen jaren om ook buiten de steden meer te bouwen.
Maar dat even terzijde. Bouwen dus.
Er is, en dat begrijp ik, veel te doen over huurbevriezing. De VVD staat voor redelijke
huren en zegt altijd dat een gematigde huurstijging noodzakelijk is om te kunnen blijven
investeren in nieuwe huurwoningen, maar wij staan ook voor onze handtekening. Dat
weet de heer Grinwis ook. Afspraak is afspraak bij de VVD. Het effect ontkent de VVD
zeker niet. Daarom is ook mijn vraag aan de Minister of zij na de bekrachtiging van
het kabinetsbesluit inmiddels ook al met de corporatiesector om tafel is over de vraag
welke keuzes er op korte termijn gemaakt moeten worden zodat bouwprojecten niet stilvallen.
De VVD snapt en erkent dat door de huurbevriezing een flinke hap uit de investeringscapaciteit
wordt genomen, maar zeker voor de korte termijn gaat de beschikbare investeringscapaciteit
niet van 105 miljard naar nul, maar van 105 miljard naar ongeveer 70 miljard. Dat
is nog steeds ontzettend veel geld. Als je daarvoor alleen nieuwbouw zou bouwen, betreft
het toch zo'n 250.000 nieuwe huurwoningen.
Aanvullend kunnen corporaties natuurlijk ook kijken naar de inkomstenkant. Moet het
verduurzamen per se gratis zijn? Het is eigenlijk heel gek dat je niets terug kunt
vragen als de woonlasten flink gaan dalen.
De VVD wil huurders ook de kans geven om hun huurwoning te kunnen kopen. In het hoofdlijnenakkoord
is die afspraak ook gemaakt. Mensen moeten dus de mogelijkheid krijgen om eigenaar
te worden van hun sociale huurwoning als hun inkomen is gestegen. Dat zorgt immers
ook voor doorstroming en dat er gebouwd kan worden. We bouwen op die manier aan een
stevige middenklasse. Het geeft corporaties weer meer slagkracht om te bouwen. Ik
wil dan ook graag van de Minister weten wat de stand van zaken is. Heeft zij dit al
besproken met de woningcorporaties? Is de Minister van plan om een planning op te
stellen van het aantal woningen dat verkocht kan worden? Wanneer worden de eerste
huurders hierover aangeschreven?
Voorzitter. Tot slot de vakantieparken. Bij een grote groep mensen is de onzekerheid
heel groot. We zijn na de brief van december jongstleden verplicht hun duidelijkheid
te geven. Je zou maar uit je huis gezet worden en nergens terechtkunnen. Er zijn nog
steeds legio voorbeelden van mensen die te maken hebben met enorme dwangsommen en
daardoor uit hun vakantiewoning, hun laatste redmiddel, worden verjaagd. Daarom vraag
ik de Minister: kom nu ook snel met enerzijds de instructieregels voor het transformeren
van kansrijke recreatieparken naar woonlocaties en het kunnen verstrekken van persoonlijke
gedoogbeschikkingen, zodat de mensen die in grote onzekerheid verkeren, weer rustig
kunnen slapen.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng. Ik zag verschillende handen omhooggaan voor interrupties.
Die heb ik allemaal genoteerd. Ik wil eerst het woord geven aan de heer Flach voor
zijn laatste interruptie.
De heer Flach (SGP):
Ik moet gewoon kiezen uit de verschillende punten uit de bijdrage van de heer De Groot
die verbazing oproepen. Ik ga het dus maar niet hebben over hoe hij de 35 miljard
wegbagatelliseert, zo van: nou, er is nog 70 miljard over. Getalsmatig is het waar,
maar het is natuurlijk bizar dat een derde van de investeringscapaciteit verdwijnt.
Mijn vraag gaat meer over het volgende. Ik heb al eens eerder bij de VVD gezien dat
ze geld weghalen bij mensen die in kwetsbare positie zitten, maar dan zetten ze dat
in ieder geval in voor een groep die het toch al niet veel beter had. Er zat dan nog
een bepaald doel achter. Maar zie ik dat hierbij een maatregel wordt genomen die zowel
de mensen in kwetsbare posities raakt als de woningzoekenden die aangewezen zijn op
woningen van vier ton of wat dan ook; het raakt werkelijk iedereen. Ik heb het allemaal
opgesomd; ik ga dat niet opnieuw doen. Welk doel had de VVD met deze afspraak?
De heer Peter de Groot (VVD):
Volgens mij heb ik dat net heel helder aangegeven. Deze maatregel is niet de eerste
keuze van de VVD. Ik heb in debatten altijd gezegd dat die huurverhogingen juist nodig
zijn om te kunnen blijven doorbouwen. Het is nodig voor investeerders. Het is heel
erg belangrijk. Ik heb net al aangegeven dat het voor de VVD niet de keuze is die
we hoog op de prioriteitenlijst hebben staan. Het herstellen van het bouwvolume in
het middensegment hebben wij wél hoog op de prioriteitenlijst staan. Dat ligt nu namelijk
helemaal op zijn gat. De IVBN zegt bijvoorbeeld: we zijn inmiddels wel door de 50%
van wat we kunnen heen gezakt. Daar hebben we vorig jaar tijdens de behandeling van
de wet voor gewaarschuwd. Ik ben dus heel erg blij dat we met elkaar tot een pakket
zijn gekomen waarin we in ieder geval die Wet betaalbare huur gaan aanpassen en ervoor
gaan zorgen dat het uitponden stopt. Het gaat namelijk superhard. Sinds de aankondiging
van de wet zijn we 50.000 huurwoningen kwijtgeraakt. Ik ken wel alle verhalen dat
het koopwoningen zijn geworden, maar mind you: eerst was er de goedkope uitponding
en nu worden vooral de dure woningen verkocht. Daar komen de mensen voor wie we deze
operatie ondernemen vooral niet in terecht. De VVD – dat heb ik in mijn bijdrage gezegd
– is blij dat wij met elkaar in ieder geval de aanpassing van de Wet betaalbare huur
uit die onderhandeling hebben kunnen halen.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik weet ook niet zo goed waar ik moet beginnen. Ik vond dit namelijk wel echt ...
Sorry, maar ... Nou ja, ik weet het niet. Ik moet netjes blijven. Je haalt dus twee
keer een greep uit de kas bij corporaties: één keer met de winstbelasting en de ATAD,
een belasting voor belastingontwijkende multinationals, en dan met dit pakket. De
VVD zegt vervolgens: o, maar ik weet wel een manier; we laten de huurders er gewoon
nog een keer voor betalen. Mensen die zich scheel betalen aan de huur en energierekening
van hun woning moeten straks nog een keer langs de kassa bij de VVD, want ze mogen
dan extra betalen voor het verbeteren van die woning. Kunt u zich voorstellen dat
dit wat de SP betreft wel een hele schofterige manier is om met sociale huurders om
te gaan? De huren in Nederland zijn al de hoogste van Europa; die behoren tot de top
in Europa. De VVD weet nu gewoon weer een manier te bedenken om corporaties in een
hoek te schoppen en hun huurders extra te laten betalen.
De heer Peter de Groot (VVD):
Ik weet serieus niet wat ik hierop zou moeten antwoorden. Er ligt hier een rapport
op tafel van het Nibud, dat gaat over hoe het eigenlijk is gesteld met de koopkracht
van sociale huurders. Ik weet dat mevrouw Beckerman een andere politieke visie heeft.
Maar er ligt een rapport op tafel over hoe het gesteld staat met de koopkracht van
sociale huurders. De VVD ziet dat er ontzettend veel geld wordt uitgegeven voor huurders
om hun woningen te verduurzamen, waardoor de energierekening misschien wel met € 50,
€ 100 of € 150 naar beneden gaat. Mag je er dan niet een paar tientjes voor terugvragen?
Ze gaan er sowieso op vooruit, terwijl het in de huurquote al heel goed is. Die is
de afgelopen jaren ook niet extreem gestegen ten opzichte van het inkomen van sociale
huurders. Dat blijkt namelijk uit dat Nibud-rapport. Ik hou het dus graag bij de feiten.
Dat is precies de reden waarom ik dat ook zeg. Als dat niet zo zou zijn, dan gaan
we nog een ander debat met elkaar voeren. Maar ik kijk naar het rapport van het Nibud,
naar wat de effecten zijn, en naar hoeveel geld er wordt geïnvesteerd in verduurzaming.
Dat zijn tientallen miljarden. Ik zeg niet dat huurders meer moeten gaan betalen.
Dat zijn namelijk uw woorden. De energierekening gaat fors naar beneden. Ik vind dat
je daar iets voor terug mag vragen.
De voorzitter:
Mevrouw Vedder is aan de beurt. Zij heeft nog twee interrupties.
Mevrouw Vedder (CDA):
Als ik het goed bij elkaar optel, gaan we met de huurbevriezing eerst mensen tegemoetkomen
met een paar tientjes in de woonlasten. Daarna gaat de VVD weer een paar tientjes
weghalen, omdat mensen zelf moeten betalen voor de verduurzaming. Dat leidt bij mij
tot de vraag of de VVD die huurbevriezing eigenlijk wel nodig vindt.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dat is gewoon geen goede voorstelling van zaken. Zo kunnen we ook met elkaar debatteren.
Op het moment dat je woonlasten per maand – ik noem maar wat – vijf tientjes naar
beneden gaat en iemand daar twee tientjes voor terugvraagt, hou je drie tientjes over.
Dus ja, mevrouw Vedder kan een heel mooi verhaal ophouden dat we meer gaan vragen,
maar dat stelt de VVD niet voor. Als ik dat beeld heb geschapen, heb ik dat bij dezen
hersteld. Het doel van de VVD is niet om de woonlasten van sociale huurders te laten
stijgen met het voorstel om wat terug te vragen voor het verduurzamen van de woning.
Mevrouw Vedder (CDA):
De heer De Groot begon door te zeggen dat hij blij was dat de Wet betaalbare huur
fors wordt aangepast. De VVD is dus blij dat de huren omhoog kunnen. Maar de VVD is
daar wel zó blij mee dat ze bereid zijn om de helft van de woningcorporaties in de
financiële problemen te brengen. De heer De Groot zei namelijk ook: er is nog heel
veel investeringscapaciteit over. Dat klopt als je het allemaal op één hoop gooit,
maar de helft van de woningcorporaties komt in financieel zwaar weer. En dat komt
van een partij die financiële degelijkheid voorstaat. Was het slopen van de Wet betaalbare
huur zo veel waard dat dit het mocht kosten?
De heer Peter de Groot (VVD):
Kijk, de corporaties kunnen die 110 miljard niet meer uitgeven, want dan komen ze
heel erg in de problemen; dat klopt. Ze kunnen nog maar 70 of 75 miljard uitgeven.
Dat is het eerlijke verhaal dat we elkaar nu moeten vertellen. Dat is wat er overblijft.
Maar mijn verhaal is natuurlijk wel dat het niet betekent dat er morgen geen geld
meer is. Dat is niet zo. De heer Vijlbrief stelt ook voor dat dat vandaag direct leidt
tot een bouwstop. Als je 70 miljard kunt investeren, is dat natuurlijk niet vandaag
aan de hand. Ik ontken helemaal niet dat het pijn doet en dat het effect zal hebben,
maar die 70 miljard is niet weg.
De voorzitter:
Dan is de beurt aan de heer Vijlbrief voor zijn laatste interruptie.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik dacht dat ik er nog twee had. Ik kan niet meer tellen. Dat is ook wel heel erg.
Dan ga ik een wat holistische interruptie houden. Inmiddels is de heer De Groot ook
zover dat hij toch wel toegeeft dat hier een ravage aangericht wordt. Voor iedereen
die naar het debat zit te kijken: er is 70 miljard investeringsvolume. Als er 35 miljard
afgaat, heeft dat direct gevolgen voor je plannen. Iedereen die financieel plant bij
corporaties weet dat dat direct gevolgen heeft. Dit is dus niet waar, zeg ik voor
iedereen die denkt dat dat pas over een paar jaar is. We hebben vandaag denk ik één
politiek punt binnengehaald. We hebben één politiek ding gehoord. Mevrouw Welzijn
zei net: deze huurbevriezing kan en mag niet doorgaan als er geen volledige compensatie
is. Ik wil van de heer De Groot weten – ik vind dat hij verplicht is dat te zeggen,
en dan wil ik niet horen «als» en «dat zie ik wel als de wet wordt behandeld» – of
dat ook voor de VVD waar is of dat de VVD zegt: nee, hoor, van ons mag de huurbevriezing
zonder compensatie.
De heer Peter de Groot (VVD):
Eerst nog even op dat eerste punt van de heer Vijlbrief. Die 70 miljard is er. Ik
erken dat dat een investeringsvolume is over de tijd, dus over de tijd van de Nationale
Prestatieafspraken. Dat het effect heeft, heb ik net al aangegeven in mijn beantwoording:
ja, het heeft effect. Dat is precies de reden waarom ik de Minister en de corporaties
ertoe oproep om te kijken wat er nog wel met dat geld gedaan kan worden. Want dat
het effect heeft, klopt, maar je moet dus kijken hoe je dat in de tijd op een andere
manier gaat invullen. Ik zeg erbij dat het dus niet betekent dat we direct overal
een bouwstop hebben. Dat is mijn mening daarover. Ik snap dat het graag zo wordt neergezet,
maar we moeten met elkaar aan de slag en kijken wat de effecten precies zijn.
Het korte antwoord op het andere punt is: er is geen compensatie afgesproken, dus
die is er niet. Er zit 1,1 miljard bij. Dat is incidenteel geld. Op dit moment zit
er inderdaad geen compensatie bij.
De voorzitter:
De heer Vijlbrief heeft geen interruptie meer, dus ...
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter. A: ik word nu aangesproken op iets. B: er wordt hier een heel politiek
punt gemaakt. Mag ik alstublieft nog iets zeggen, voorzitter?
De voorzitter:
Nee, nee. Ik snap dat iedereen een politiek punt wil maken – daar is dit debat ook
voor – maar we hebben vier interrupties per persoon afgesproken. Ik vind het zelf
als voorzitter ook heel vervelend om het debat op deze manier te moeten ...
De heer Vijlbrief (D66):
Ik neem u niets kwalijk.
De voorzitter:
Ik zie verder geen interrupties meer, dus ik wil heel graag doorgaan naar de inbreng
van mevrouw Wijen-Nass, die namens BBB het woord zal voeren.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik wil beginnen met iets anders dan de huurbevriezing.
Ik wil beginnen bij de mensen die in een recreatiewoning wonen. Hoewel de Minister
helder heeft aangegeven dat gemeenten tijdelijk moeten stoppen met handhaven op permanente
bewoning van vakantiewoningen, zien we dat tientallen gemeenten dit keihard negeren.
Denk aan Schouwen-Duiveland, Ede, de Neder-Betuwe en Putten: zij zetten gewoon door.
Dwangsommen van € 25.000, € 50.000 en zelfs € 100.000 worden opgelegd aan mensen die
nergens anders heen kunnen. Ik ben benieuwd of de Minister de uitzending van Kassa
heeft gezien. Heeft zij gezien hoe buitengewoon opsporingsambtenaren letterlijk door
heggen kruipen, over schuttingen hangen en door ramen gluren om mensen te betrappen
op bewoning? De beelden spreken wat BBB betreft boekdelen. Gemeenten leggen beslag
op woningen terwijl deze mensen nergens naartoe kunnen. Dat terwijl een Kamermeerderheid
moties heeft aangenomen waarin duidelijk wordt gevraagd om te stoppen met de handhaving
tot het beleid rond is. Mijn vraag aan de Minister is simpel: wat gaat zij concreet
doen tegen gemeenten die haar oproep en de uitspraak van de Kamer naast zich neerleggen?
Welke middelen heeft zij en wil zij inzetten om dit te stoppen? Want dit is geen handhaving
meer; dit is mensen kapotmaken. Daar moeten we wat BBB betreft nu paal en perk aan
stellen.
Voorzitter. Dan de Wet betaalbare huur. Daar is het vandaag ook al over gegaan. Uit
cijfers van de NVM blijkt dat een op de vijf verkochte woningen in het eerste kwartaal
van 2025 een voormalige huurwoning was. In grote steden zijn dat er zelfs twee op
de vijf. Goedkopere huurwoningen verdwijnen dus massaal van de markt, met name door
het uitponden door particuliere verhuurders. Dat terwijl volgens het WoonOnderzoek Nederland blijkt dat verreweg de meeste woningzoekenden een huurwoning,
en dan vaak een huurappartement, zoeken. Dat zijn geen gezonde signalen. Dit is precies
waarom BBB zich altijd kritisch heeft opgesteld tegenover de Wet betaalbare huur.
Niet omdat we huurders geen bescherming gunnen – integendeel! – maar omdat goedbedoeld
beleid in de praktijk kan doorslaan en tot verlies van aanbod leidt. De cijfers van
de NVM onderstrepen dat. BBB is dan ook heel blij dat er aanpassingen komen die particuliere
verhuurders lucht moeten gaan geven. Die wijzigingen zijn op korte termijn te verwachten.
Wat betekent dat precies? Wanneer kunnen wij de uitwerkingen concreet verwachten?
Wat ons betreft komt hier zo snel mogelijk duidelijkheid over, want zolang er onzekerheid
blijft bestaan, kan dat weer leiden tot meer uitponding en minder betaalbare huurwoningen.
Dat wil niemand.
Voorzitter, het gaat vandaag over het dagelijks leven van heel veel Nederlanders die
een huis zoeken: jongeren die niet het huis uit kunnen, ouderen die willen verhuizen,
maar dat niet kunnen betalen, mensen die tussen wal en schip vallen, nu in een recreatiewoning
wonen en tot overmaat van ramp worden weggejaagd door hun eigen gemeente. Dat is de
echte realiteit. Dat lezen we ook terug in het WoonOnderzoek Nederland 2024, een lijvig
rapport vol cijfers. Maar achter die cijfers zitten mensen – laten we dat vooral niet
vergeten – die op zoek zijn naar een woning.
Ik wil nog graag twee punten uit het onderzoek aanstippen. Ouderen willen wel graag
verhuizen. Ze kunnen doorstromen vanuit grote gezinswoningen naar levensloopbestendige
woningen. Dat is wat ons betreft ook meteen de sleutel om meer passende woningen vrij
te maken op de krappe markt. Maar in de praktijk zien we eigenlijk dat dit niet echt
gebeurt. Ik ben benieuwd welke maatregelen de Minister gaat nemen die verder gaan
dan de algemene bouwplannen, om ervoor te zorgen dat de doorstroom bevorderd wordt.
En dan de jongeren. Volgens WoON 2024 wil 60% van de thuiswonende jongeren het ouderlijk
huis verlaten, maar waar moeten ze naartoe? De wachttijd voor sociale huur is eindeloos,
private huur is onbetaalbaar, koopwoningen zijn buiten bereik. Hoe gaat de Minister
specifiek deze kloof dichten, tussen de urgente woonbehoefte van jonge starters en
het schaarse, vaak onbetaalbare aanbod? Worden daarbij gerichte maatregelen overwogen
om de inschrijftijd voor sociale huurwoningen minder bepalend te maken voor deze groep?
Tot slot, voorzitter. Over de huurbevriezing is vandaag al heel erg veel gezegd. We
hebben ook vlak voor het reces hierover een debat gehad. Voor ons als BBB is ook de
compensatie belangrijk. De Minister is hiermee aan de slag. Ik zie uit naar de verdere
beantwoording straks.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng. Ik kijk even rond en zie geen verdere interrupties. Ze
zijn ook bijna allemaal op, trouwens. Dat betekent dat ik het woord geef aan de heer
El Abassi, die het woord zal voeren namens DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Ik ga gewoon beginnen met de huurbevriezing. Wat is een belofte waard
als het vertrouwen al verdampt voordat de inkt droog is? Het kabinet belooft huurbevriezing
in de sociale huursector voor de komende twee jaar, maar wederom is er een belofte
gebroken. Niet een beetje, maar op structurele wijze. Voor bijna een half miljoen
sociale huurders, mensen die huren van een particuliere verhuurder, gaat die bevriezing
namelijk niet door. Zij krijgen vanaf 1 juli gewoon een huurverhoging tot wel 5%,
terwijl hun buren die toevallig bij een woningcorporatie huren wel een huurbevriezing
krijgen.
Voorzitter. Er vindt nu niet alleen rechtsongelijkheid plaats tussen mensen met een
hoog inkomen en mensen met een laag inkomen, maar ook tussen Nederlanders met een
laag inkomen en Nederlanders met een laag inkomen. Ze hebben dezelfde huurprijs, maar
krijgen een totaal andere behandeling. Wat zegt de Minister? Te ingewikkeld, geen
tijd, geen overzicht van de huurcontracten. Het is alsof de overheid, die miljoenen
Nederlanders belastingbrieven weet te sturen, nu ineens hulpeloos is bij het helpen
van deze groep. Halen is makkelijk, maar betalen is moeilijk.
Voorzitter. De Minister verschuilt zich achter logistiek en tijdsdruk, maar dit probleem
is niet nieuw. DENK waarschuwde hier dan ook al eerder voor. Deze ongelijke behandeling
is het gevolg van een chaotisch akkoord tussen vier partijleiders, midden in de nacht
gesloten, in achterkamertjes, zonder inhoudelijke onderbouwingen en zonder uitvoeringstoets.
Nu zitten honderdduizenden huurders met de gebakken peren en een stijgende huur. Tegelijkertijd
krijgen woningcorporaties wel compensatie, maar die is onvoldoende. De Minister trekt
namelijk 1,1 miljard uit, maar geeft zelf toe dat het niet genoeg is. Gevolg: de bouw
van 180.000 nieuwe woningen komt op de tocht te staan en de verduurzaming van 1,6 miljoen
bestaande woningen moet waarschijnlijk worden geschrapt. Ik zou willen horen wat de
Minister gaat doen om dit te voorkomen.
Voorzitter. En dat terwijl de nood hoger is dan ooit. Vorig jaar was er de hoogste
huurstijging in 30 jaar tijd. Dit jaar zagen huurders hun huren wederom stijgen met
percentages van 4% tot 7,7%; het is te gek voor woorden. Woningcorporaties hebben
definitief een rechtszaak aangekondigd tegen het kabinet over de bevriezing van sociale
huren. Hoe kan het? Hoe kan het dat de Minister het zover heeft laten komen, zou ik
haar willen vragen.
Voorzitter. De DENK-fractie heeft een motie ingediend, en die is aangenomen. Daarin
hebben we het kabinet ook opgeroepen om te komen met een concreet plan voor een verhoogd
bouwtempo. Wanneer kunnen wij het concrete actieplan verwachten dat uitvoering geeft
aan onze motie? Het lijkt namelijk eerder de andere kant op te gaan. En waarom heeft
de Minister nog geen regeling getroffen voor particuliere sociale huurders, terwijl
het kabinet wel met een voorstel kwam voor de corporaties? Welke alternatieven overweegt
de Minister nu? En komt er überhaupt nog een compensatie voor deze groep? Als ik de
PVV hoor, lijkt dat wel zo te zijn.
Voorzitter. Dan kom ik toch nog kort op de 75 miljard en het debatje dat ik daarover
heb gehad met de PVV. Ik had al aangekondigd dat ik die vraag ook bij de Minister
wilde neerleggen. Volgens mij heeft de Minister eerder aangegeven dat er inderdaad
75 miljard beschikbaar is voor de komende tien jaar. Dat heb ik kunnen lezen. Maar
dit was bedoeld voor bestaande en toekomstige investeringen. Dat betekent weer dat
er toch een tekort gaat ontstaan waar het gaat om investeren in nieuwbouw, renovatie
en verduurzaming. Ik wil daar graag verheldering van de Minister over hebben, als
dat kan. Kan de Minister aangeven of er toch nog een pot met goud ligt bij de corporaties,
die ze kunnen uitgeven waardoor er geen problemen ontstaan met betrekking tot nieuwbouw,
renovatie of verduurzaming? Of komen de woningcorporaties, ondanks die 75 miljard
waarvan we allemaal weten dat die er ligt bij de woningcorporaties, toch wel in de
problemen? Het gaat namelijk om 50 miljard, zoals Aedes aangeeft, en in de stukken
die de Minister ons heeft gestuurd, komt het neer op een bedrag van 35 miljard, zeg
ik uit mijn hoofd. Graag een reactie daarop.
Daar wil ik ook mee eindigen, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Ik kijk even in het rond of er interrupties zijn. Die zijn er niet.
Dat betekent dat we toch echt tot het einde zijn gekomen van de eerste termijn van
de Kamer. Ik heb even overlegd met de Minister. We schorsen 20 minuten. Om 16.20 uur
komen wij weer terug en gaan we het debat heropenen.
De vergadering wordt van 15.56 uur tot 16.20 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik wil bij dezen de vergadering heropenen. We zitten hier nog steeds met de vaste
commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Wij hebben nog steeds op
de agenda de staat van de volkshuisvesting staan. We hebben net de eerste termijn
van de Kamer gehad, waarin er een uitvoerig debat heeft plaatsgevonden. We gaan nu
over naar de eerste termijn van de Minister.
Ik wil nog even iets met de Kamerleden afspreken. We hebben tot 17.30 uur de tijd;
dat is een uur. Dat is ontzettend kort. Ik heb net vier interrupties toegestaan. Ik
wil voorstellen om nu twee interrupties te hanteren. We hebben het gehad over de huurbevriezing,
maar daarnaast zijn er ook een aantal vragen gesteld over andere onderwerpen. Ik heb
de volgende afspraak gemaakt met de Minister: als die onderwerpen niet aan bod kunnen
komen, worden ze schriftelijk afgedaan. Ik heb zomaar het vermoeden dat er een tweeminutendebat
aangevraagd gaat worden; mevrouw Beckerman knikt al. Jullie hebben daarin nog de gelegenheid
om verder in te gaan op antwoorden op de vragen en om eventuele moties in te dienen
of wat dan ook. Laten we het nu even met elkaar hebben over de huurbevriezingen. Ik
wil dus twee interrupties hanteren. Hou het ook graag kort, zodat iedereen van jullie
de gelegenheid krijgt. Dat vind ik belangrijk hierbij. Ja? Dank u wel.
U zit helemaal achterin, mevrouw Wijen-Nass! Het woord is aan mevrouw Wijen-Nass.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter ... O, sorry, mevrouw de voorzitter! Ik begrijp,
gelet op het feit dat we nu maar een uurtje de tijd hebben, dat het over de huurbevriezing
moet gaan. Maar ik wil wel opgemerkt hebben dat er ook heel veel andere belangrijke
punten zijn, zoals mensen die in vakantiewoningen wonen, en nog andere zaken. Ik vind
het zelf wel heel jammer dat het debat nu helemaal gekaapt is door het onderwerp van
die huurbevriezing, terwijl ik het heel graag ook over andere hele belangrijke onderwerpen
zou willen hebben.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik weet ook zeker dat de Minister daar nog even bij stil zal staan. Die
zal ook recht doen aan de andere onderwerpen. Het feit dat iets een schriftelijke
afhandeling krijgt, betekent wat mij betreft niet dat het minder waard is. Maar goed,
ik verdoe de tijd van uw Kamer en de Minister. Ik wil dus graag de Minister het woord
geven.
Minister Keijzer:
Dank u wel, voorzitter. Om maar meteen antwoord te geven op de vraag die mevrouw Wijen-Nass
net gesteld heeft: mijn planning is om volgende week de conceptregeling voor de vakantiewoningen
in internetconsultatie te laten gaan. Dan zet ik dus de volgende stap in dat dossier.
Dan terug naar hét onderwerp van dit debat. Dit commissiedebat heeft als titel Staat
van de volkshuisvesting. Als het gaat om de staat van de volkshuisvesting: in ieder
geval een deel daarvan staat ter discussie. Dat heb ik ook in een aantal van uw opmerkingen
en vragen teruggehoord. Ik ben daar ook gewoon duidelijk over. Ik probeer dit debat
op dit onderwerp zakelijk en feitelijk te benaderen. Een bouwbevriezing – zo heb ik
het door sommigen van u geframed horen worden – is ook niet aan de orde. Heeft het
wetsvoorstel dat ik naar de Raad van State gestuurd heb naar aanleiding van de Voorjaarsnota,
die weer gebaseerd is op de besluitvorming van de vier fractievoorzitters, consequenties?
Jazeker. Dat is ook de reden waarom ik u gisterenavond die dilemmanotitie heb toegestuurd.
Daar staat in wat de consequenties zijn, bij benadering. Want over de vraag wat dit
precies gaat inhouden, ga ik op dit moment het gesprek aan met de vereniging van woningcorporaties,
Aedes.
U heeft mij al een aantal keren horen zeggen wat ikzelf van dit wetsvoorstel vind.
Ik had zelf dit besluit niet genomen. Ik wist namelijk dat het consequenties zou hebben
voor de investeringscapaciteit van corporaties als je dit zou doen. Maar zo werkt
dat in een democratie: ik opereer binnen de grenzen die de Kamer mij meegeeft, via
wetgeving en via begrotingen; het budgetrecht ligt bij de Kamer. Zoals ik ook in reactie
op de heer Boelhouwer heb aangegeven, die vond dat ik moest opstappen: zolang ik denk
dat ik van betekenis kan zijn, blijf ik gewoon mijn werk doen. Als jij niet bestand
bent tegen tegenwind of niet bestand bent tegen besluiten die niet besluiten zijn
die jij zou kunnen nemen, dan moet je dit werk niet doen. En ik ben zeer, zeer gecommitteerd,
en met alle energie en kennis en kunde die in mij zitten, ben ik bezig met het vlot
trekken van de woningmarkt, zowel van de sociale huur-, betaalbare huur- en koop-
als vrijesectorwoningen, omdat dat vaak de financiële dobber is waar locaties op varen,
samen met subsidies uit de overheid. Dus dat is wat ik nu gewoon aan het doen ben.
In de dilemmanotitie treft u de verschillende dilemma's aan. Op de eerste pagina van
de dilemmanotitie staat ook dat, als je een aantal nadelen van dit besluit niet wilt,
je op zoek zult moeten gaan naar compensatie, structurele compensatie. Tegen mensen
die dan vervolgens tegen mij zeggen «ja, maar in 2021 is de huur ook bevroren», zeg
ik: dat was in een andere tijd. Dat was sowieso in de coronatijd, en toen was er toch
een andere teneur in de samenleving, meer van: we staan ergens samen voor. Dat was
toen door alles wat ons overkwam, in het begin in ieder geval, heel sterk het gevoel
dat we met elkaar deelden. Later is dat anders geworden, maar in het begin was dat
nadrukkelijk het geval. In die tijd hadden wij nog de verhuurderheffing. Het compenseren
van woningcorporaties en particuliere verhuurders was dus vele malen makkelijker;
je gaf een afslag op de verhuurderheffing, waardoor je ook de institutionele verhuurders
kon compenseren. En in die tijd is een subsidieregeling bedacht voor de verduurzaming
van de kleinere particuliere verhuurders. Maar dat was ook de tijd dat de Wet verbod
tijdelijke huurcontracten nog niet bestond, de Wet betaalbare huur nog niet bestond
en de box 3-belasting nog niet de omvang had van nu. Dus de bereidheid van particuliere
verhuurders en institutionele verhuurders tot een huurbevriezing van één jaar, die
trouwens niet een huurbevriezing was maar een huurverlaging van – uit mijn hoofd gezegd
– 1,5%, was natuurlijk ook financieel van een andere orde dan waar we nu voor staan.
Dus die twee zijn volledig niet met elkaar te vergelijken.
De voorzitter:
U heeft al een interruptie van de heer Flach.
De heer Flach (SGP):
Ja, voorzitter, omdat hier toch al wel de kern wordt geraakt. De Minister geeft aan
«u weet hoe ik denk over deze wet», en dat is ons duidelijk. Ik vind de opvattingen
van de Minister daarover, voor zover ik die helemaal kan doorgronden, verstandig.
En het kan ook niet anders met alle informatie die van het ministerie komt; dan kan
de Minister ook bijna niet anders dan de mening hebben die ze heeft. Tegelijkertijd
is hoe zij daarmee omgaat bijna wat laconiek, en zo kennen we de Minister toch niet.
Het klinkt bijna wat volgzaam: ja, zo werkt nou eenmaal de democratie. Maar een wet
indienen waar je zelf gewoon fundamentele bezwaren tegen hebt en waarmee 16% van je
gereedschap weggehaald wordt, is niet een beetje tegenwind. Ik heb het zelfs «obstructie»
genoemd. Is hier voor de Minister niet een grens overschreden waardoor ze zegt: als
jullie dit met mijn beleidsterrein doen, kan ik mijn werk niet doen?
Minister Keijzer:
Maar dat heeft ook met het volgende te maken: het uitzonderen van particuliere verhuurders
doet natuurlijk zeer voor de mensen die dit betreft, maar maakt uiteindelijk het compensatievraagstuk
kleiner, omdat je nou eenmaal die groep verhuurders niet hoeft te compenseren. Er
zijn trouwens ook mensen die zeggen: waarom moet je compenseren? Het staat allemaal
in die dilemmanotitie, maar ik vind het van belang om het hier ook te zeggen: omdat
je nou eenmaal, als je huren bevriest, als je ingrijpt in huurprijzen, ingrijpt in
het eigendomsrecht van de eigenaar van de huurwoning. Nou, u heeft kunnen lezen dat
het niet zo is dat je als overheid nooit mag ingrijpen op het eigendomsrecht. Dat
mag, maar er zijn voorwaarden voor: voorzienbaarheid, uitvoerbaarheid, maatschappelijk
belang en een fair balance tussen de ingreep en wat uiteindelijk het nadeel is voor
de eigenaar van het goed dat je beperkt. Daar komt bij dat we 300.000 particuliere
verhuurders hebben, waarvan waarschijnlijk ongeveer 30.000 tot 50.000 institutionele
verhuurders zijn. Maar voor de rest is het bijna niet uit te zoeken – voor mij althans
niet – omdat we geen huurregister hebben. Uit het kadaster kan je deze gegevens niet
halen. In het kadaster kan je wel zien van wie een huis is, en kan je zien wie er
woont, maar je weet niet onder welke titel iemand er woont. Het is dus bijna niet
te doen. Ik doe daar niet laconiek over, want een andere reden waarom ik dit feitelijk
en zakelijk doe, is de snelheid waarmee ik dit naar de Raad van State moest sturen.
Anders haal ik 30 juni niet. Het is trouwens al een tour de force om 30 juni voor
publicatie in het Staatsblad te halen. Maar ik moest dit naar de Raad van State sturen,
en ben inmiddels het gesprek begonnen met de ondersteunende partijen over die compensatie.
Daar heeft u een aantal woordvoerders al het een en ander over horen zeggen. Dus dat
gesprek ben ik nu aan het voeren, zowel met de ondersteunende partijen, maar uiteraard
ook met Aedes, om grip te krijgen op de vraag over hoeveel het dan gaat. Ik doe dit
feitelijk en zakelijk, omdat het geen zin heeft om allemaal grote woorden te gebruiken.
Dat is uw werk, zullen we maar zeggen. Mijn werk is om dit alles als Minister in goede
banen te leiden. Maar als je dit uiteindelijk doet zonder compensatie, heeft het consequenties
voor de investeringscapaciteit; en dat heeft consequenties voor het bouwen van 100.000
woningen per jaar, waarvan 30%, dus 30.000 woningen, sociaal.
Ik snap het frame – dat is allemaal aan u – maar een woord als «bouwbevriezing» is
overigens niet correct. Het is gewoon niet correct. Dat laat ik echt aan u. Het is
uw taak en uw positie om hier woorden te kiezen die u gepast vindt, maar het is niet
correct. Alles wat nu in de planning zit, in die zin dat het aanbesteed is, dat de
contracten getekend zijn en dat de bouwvergunningen zijn verleend, gaat wel door.
Het probleem zit ’m in waar nu over nagedacht wordt, wat nu getekend wordt, wat nu
doorgerekend wordt voor daarna. Omdat een deel van de investeringscapaciteit van corporaties
wegvalt, moeten die opnieuw kijken. Dat heeft consequenties voor alle bouwplannen.
Want dat is in Nederland vaak een mix van sociaal, betaalbaar, koop, huur en vrije
sector. Dat moet dus ook opnieuw tegen het licht gehouden worden. Dat kost tijd. En,
zo heeft u ook kunnen lezen in de notitie: dat maak je niet meer goed.
De voorzitter:
De heer Flach heeft een vervolgvraag.
De heer Flach (SGP):
Het is even wennen om deze Minister zo ingetogen te horen formuleren. Ik snap ook
wel waarom ze dat doet, maar mijn punt is het volgende. Het is inmiddels bijna een
jaar geleden dat deze Minister aan deze klus begon. De opdracht was: 100.000 woningen
per jaar bouwen. Ik neem aan dat ze daarbij de afweging heeft gemaakt: hoe is het
mijn voorganger vergaan, welke instrumenten had hij daarvoor en denk ik dat de klus
waar ik «ja» tegen zeg ook haalbaar is met de instrumenten die ik heb? Het antwoord
was toen: ja. Maar met de stukken die hier nu liggen, heeft de coalitie uw motorvermogen
met 16% teruggeschroefd. U kunt niet meer de snelheid maken die u een jaar geleden
dacht te kunnen maken. Het antwoord draait er een beetje omheen: als er compensatie
komt, dan kan ik dat nog steeds doen. Maar in deze stukken is niet terug te lezen
dat dat op dit moment al geregeld is. Als het op 30 juni in het Staatsblad moet staan,
heb ik er weinig vertrouwen in dat er voor die tijd compensatie geregeld is. Laat
ik het anders formuleren: zou de Minister met de kennis van nu, opnieuw haar handtekening
hebben gezet onder deze taak?
Minister Keijzer:
Dit debat stond gepland met allerlei onderwerpen op de agenda, en toen kwam dit onderwerp
erdoorheen. Dus ik vind het logisch dat u hier nu over spreekt, maar ik ben nog bezig
met de uitwerking daarvan. Ik moest het wetsvoorstel naar de Raad van State sturen,
want wil je dit ingevoerd hebben op 1 juli, dan moet er snelheid worden gemaakt om
het op 30 juni in het Staatsblad te krijgen. Maar het is niet zo dat alles al uitgediscussieerd
is. Uiteindelijk zal hier iets moeten bewegen. Óf de compensatie moet bewegen, óf
de taak die aan mij ook is meegegeven en waarmee ik zoals gezegd hartstochtelijk aan
de slag ben gegaan, moet uiteindelijk bewegen. Je kunt niet allebei hebben. Vorig
jaar zijn er ongeveer 24.000 sociale huurwoningen gerealiseerd. De verwachting is
dat dat dit jaar en volgend jaar richting de 30.000 gaat. Eigenlijk stond alles dus
in de steigers om dit vlot richting dat doel te krijgen. Als je 30% sociale huurwoningen
bouwt, dan bouw je wat mij betreft ook automatisch die betaalbare middenhuurwoningen
en koopwoningen. Uiteindelijk was je dan tot die productie gekomen. Waarom zeg ik
«was»? Omdat ik nu bezig ben met de uitwerking van dit besluit in de Voorjaarsnota
en al deze verschillende aspecten dus tegen het licht aan het houden ben. Ik zeg richting
de heer Flach dat ik zeer hartstochtelijk kan debatteren, maar dat ik ook gewoon heel
zakelijk en feitelijk onderwerpen kan behandelen. Voor mij is dat geen verrassing,
maar voor de heer Flach misschien wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik wil een vraag stellen over dat hele pijnlijke onderscheid, namelijk dat tot bijna
een half miljoen sociale huurders die huurbevriezing nu niet krijgen. Het pijnlijke
daaraan is dat deze huurders nu al gemiddeld € 81 per maand meer betalen dan sociale
huurders die bij een corporatie huren, zo blijkt uit berekeningen van de Woonbond.
Dat wordt straks € 140 per maand. Deze huurders woonden vaak bij een corporatie, maar
hun woning werd verkocht en dat was een politieke keuze. Tegen heel veel van deze
huurders is altijd gezegd dat er voor hen helemaal niks zou veranderen. Feit is dat
dat gewoon een leugen is gebleken. Zij hebben namelijk niet kunnen profiteren van
heel veel mooie voordelen en kunnen dat nu weer niet. Ziet de Minister hier ook langzaam
een meerderheid ontstaan die ook deze sociale huurders recht wil geven op die huurbevriezing?
Deelt de Minister onze mening dat het wel heel onrechtvaardig is als zo'n half miljoen
huurders straks niet krijgen wat anderen wel krijgen?
Minister Keijzer:
Als ik in het frame van de SP mee zou gaan, moet ik ook gaan nadenken over mensen
in middenhuurwoningen. De SP-fractie heeft het initiatiefwetsvoorstel van meneer De
Hoop van GroenLinks-PvdA ondersteund, maar ook dat wetsvoorstel was gemankeerd. Ook
met dat wetsvoorstel grijp je namelijk in op eigendom van, in dit geval, verhuurders
in de middenhuur, zonder compensatie. Dat is ook precies waarom ik mij zorgen maak
over hetgeen ik meegekregen heb vanuit de Voorjaarsnota, want het heeft consequenties.
Zoals ik net betoogde, heeft het nu ook al consequenties voor het bouwen van middenhuurwoningen,
omdat die locaties vaak een combinatie zijn van sociaal, betaalbaar en vrije sector.
Dat heeft effect op elkaar. Als je particuliere verhuur meeneemt, heeft dat consequenties
voor institutionele verhuurders en beleggers. Ik vind het dus te makkelijk wat de
SP doet. Is het vervelend voor huurders in particuliere sociale huurwoningen? Ja.
Het goede nieuws van deze discussie is dat we nu ook eindelijk eens kunnen stoppen
met deze mensen «huisjesmelkers» noemen. Er zijn dus heel veel particuliere verhuurders.
450.000 mensen zitten in een sociale huurwoning die eigendom is van particuliere verhuurders.
Die hebben vastgoed en dat verhuren ze voor een sociale prijs. Dat is nu in ieder
geval ook glashelder geworden.
De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Beckerman gebruik wil maken van haar vervolgvraag.
Mevrouw Beckerman (SP):
De Minister zegt dat die locaties aan elkaar gekoppeld zijn en dat als je huurders
dus niet dit voordeeltje geeft, niet alleen de bouw van sociale huurwoningen afneemt,
maar ook die van middenhuurwoningen. Deze Minister zegt dat, en ik hoor dan meteen
instemmende geluiden die zeggen: ja, klopt, klopt. Maar de vraag van de SP is: moet
je dit echt door sociale huurders laten betalen? Volgens mij is dat een vraag die
heel veel mensen overslaan. Is het wel zo rechtvaardig dat sociale huurders jaar in,
jaar uit moeten betalen voor ál die opgaven? Zij hebben die wooncrisis niet veroorzaakt.
Mensen die eigenaar zijn van een huis, wij allemaal, krijgen nu zelfs een voordeeltje,
hogere hypotheekrenteaftrek, maar huurders mogen weer lappen. Ik wil als heel simpele
vraag de Minister voorhouden dat wanneer zij die 450.000 huurders wel die huurbevriezing
geeft, haar leven ook iets makkelijker wordt omdat ze dan geen wet hoeft in te dienen
maar dit via een ministeriële regeling kan regelen. Dan kan zij al haar energie en
aandacht richten op het zoeken naar de juiste compensatie. Dan hoeven we niet het
hele wetstraject te doen, maar kunnen we al onze energie focussen op het vlottrekken
van de woningbouw en het verbeteren van woningen door alles op alles te zetten om
die compensatie goed te regelen.
Minister Keijzer:
Als je had gerekend op een huurbevriezing, en je krijgt die nu niet, dan is dat pijnlijk;
daar doe ik helemaal niks aan af. Ik heb net de reden uiteengezet waarom ik daarvoor
heb gekozen in het wetsvoorstel dat ik naar de Raad van State heb gestuurd. De manier
waarop de SP dit neerlegt, is de SP natuurlijk toegestaan, maar als je kijkt naar
de feiten, zie je dat de doelgroep van het passend toewijzen een huurquote heeft van
26%. Daar hebben we het feitelijk over. Zitten daar mensen bij die dit vervelend vinden
en zelfs nu al financieel in de problemen zitten? Zeker. Daar doe ik helemaal niks
aan af.
Tegelijkertijd heeft het Nibud naar aanleiding van het wetsvoorstel van, als ik het
goed heb de heer De Hoop, maar in ieder geval vrij recent, doorgerekend wat de effecten
zijn van de huurverhoging zoals die eind vorig jaar is aangekondigd ten opzichte van
de verhoging van de lonen en de daaraan gekoppelde uitkeringen. Naar aanleiding hiervan
concludeerde het Nibud dat de meeste huishoudens de huurverhoging wél aankunnen. Dat
is gewoon wat het Nibud zegt. Volgens mij was het mevrouw Vedder die vroeg of ik in
een brief uitgebreid wil ingaan op het Nibud. Zoals u weet, ben ik zuinig op mijn
ambtenaren. Zij zijn nu heel druk met het uitwerken van de consequenties van dit wetsvoorstel.
Ik wil mevrouw Vedder dus vragen of zij wil instemmen met mijn uitspraak hier dat
ik in grote lijnen dat onderzoek van Nibud onderschrijf.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat ik het woord geef aan de heer De Hoop, wijs ik de commissie erop
dat we al twintig minuten bezig zijn en om 17.30 uur echt moeten stoppen. Jullie hebben
allemaal twee interrupties. Mijn verzoek aan jullie is om het kort en krachtig te
houden. Als de Minister dan ook korte antwoorden geeft, kan ik iedereen recht doen.
Het woord is aan de heer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
De Minister weet dat ik een wet heb ingediend waarbij wij het liefst voor alle huurders
wat hadden gedaan. Maar ik wil mij vandaag beperken tot de huurders van een sociale
huurwoning. Ik denk dat de Minister en ik het met elkaar eens zijn dat wanneer je
iets wil doen voor de sociale huurwoningen, die corporatiewoningen, je daar een fatsoenlijke
compensatie voor moet regelen. Ik las vorige week dat de Minister toch ook wel de
winstbelasting voor corporaties wil afschaffen. Het zou worden besproken in de ministerraad.
Daarna hebben we er niet veel meer over gehoord. Ik zou graag van de Minister wat
meer helderheid krijgen over hoe realistisch dat pad is en of zij het gevoel heeft
dat tijdens de wetsbehandeling duidelijk kan worden of het al dan niet gaat lukken.
Minister Keijzer:
Zoals u in de dilemmanotitie hebt gelezen, is compenseren via de vennootschapsbelasting
een optie. Binnen die vennootschapsbelasting heb je verschillende manieren om dat
te doen, waarbij de opbrengsten ook variëren; een komt er wel in de buurt van de 35 miljard
waar ik mee reken. Ik kan zo meteen ingaan op de vraag waar het verschil zit met het
bedrag dat Aedes heeft genoemd. Maar het is niet zo dat ik gezegd heb dat dat ook
is wat moet gebeuren. Daar ga ik in mijn eentje namelijk niet over en dat is ook niet
wat ik heb meegekregen van de fractievoorzitters. Dus dat is een van de onderwerpen
waar wij het met elkaar over moeten hebben. Ik heb dat gesprek uiteraard ook met Aedes.
We moeten beginnen met de vraag over welk bedrag we het eigenlijk hebben en wat corporaties
daar zelf in kunnen doen. Denk ook aan de opmerking van de heer De Groot over wat
corporaties zelf kunnen doen in huurpenningen die nu niet geïnd worden maar die wel
geïnd zouden kunnen worden, bijvoorbeeld voor isolatie. Die zijn uitgezonderd. De
corporaties mogen de inkomensafhankelijke huurverhoging opleggen aan mensen met middeninkomens
en hogere inkomens, en doen dat niet altijd. Waar zit daar ruimte? Wat zou je eventueel
kunnen doen in faseren, zowel van bouw als van verduurzaming? Dan kom je uiteindelijk
met elkaar tot een bedrag om te compenseren, dat gewoon overeind blijft. Compenseer
je dat niet, dan heeft dat consequenties voor de hoeveelheid te bouwen sociale huurwoningen
en voor de verduurzamingsopdracht. Het moet een beetje snel, want hoe langer het duurt
tot wij die duidelijkheid geven, des te meer de uitwerking van plannen on hold gezet
wordt.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer De Hoop voor zijn vervolginterruptie.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ik vraag hiernaar omdat het wel belangrijk is dat wij in de Kamer bij de wetsbehandeling
hier duidelijkheid over hebben, ook voor de politieke weging die wij als fractie maken.
Dat heb ik vandaag duidelijk geschetst. Ik hoorde de fractie van NSC zeggen dat bij
de Voorjaarsnota eigenlijk de afspraak is gemaakt dat er voldoende gecompenseerd moet
worden. Anders staat die afspraak niet meer. De Minister kan koppen tellen en ze heeft
ook onze fractie in de Eerste Kamer nodig. Het is voor ons wel echt een harde eis
dat er voldoende compensatie is voor de woningbouwcorporaties. Ik zou toch van de
Minister iets meer een pad willen horen, of duidelijkheid over waar zij misschien
de voorkeur aan geeft. Ik heb namelijk die dilemmanotitie ook gelezen. Bij RTL sprak
ze echter nadrukkelijk ook over de afschaffing van de vpb. Wij zijn dus toch op zoek
naar iets meer zekerheid. Anders wordt het wel heel ingewikkeld om dit voorstel zo
te steunen.
Minister Keijzer:
Zoals gezegd: dat is een optie, maar zo is alles een optie. Gewoon feitelijk is het
ook een optie – ik zeg niet dat ik dat wil – om minder sociale huurwoningen te bouwen.
Laat ik het anders zeggen om daar duidelijk over te zijn: ik wil dat liever niet.
Ik wil dat niet, dat wil de coalitie ook niet en dat wil de Kamer niet. Volgens mij
zijn we het daar allemaal over eens: er moet 30% sociaal gebouwd worden. Dat is wat
we met elkaar willen. Wat is het tijdspad? Het wetsvoorstel is naar de Raad van State
gegaan met het verzoek om een spoedadvies. Mijn verwachting is dat dit rond 1 juni
bij mij op het ministerie in de inbox landt. Dan ga ik als de brandweer verder met
het reageren daarop. Ik denk trouwens dat het advies niet heel veel anders zal zijn
dan het advies op het wetsvoorstel van de heer De Hoop. Dat stel ik mij zo voor, maar
dat weet je natuurlijk nooit. Ik ben namelijk altijd wel aan het nadenken over de
volgende stap. Dan ga ik het heel snel aan uw Kamer doen toekomen en dan moeten we
het erover hebben. Parallel hieraan lopen de gesprekken met de ondersteunende fracties.
Uiteraard versta ik mij ook met de Eerste Kamerfracties waarvan ik nog niet weet wat
ze doen, gezien het stemgedrag in de Tweede Kamer bij het wetsvoorstel van de heer
De Hoop. Uiteraard spreek ik ook met corporaties. Zo ben ik stap voor stap bezig met
dit onderwerp. Deze opdracht is mij meegegeven door de fractievoorzitters en het kabinet
heeft daarmee ingestemd bij de Voorjaarsnota.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat ik naar u, meneer Vijlbrief, ga, heb ik eerst meneer Grinwis en
mevrouw Vedder genoteerd staan. Ik zet u voor daarna op het lijstje. Ik wil graag
het woord geven aan de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik waardeer natuurlijk de rustige, weloverwogen en verstandige toon van deze Minister.
Het is aan ons om er allerlei politieke kwalificaties en acties aan te verbinden,
maar ik heb toch wel een vraag. Deze Minister is natuurlijk geen topambtenaar maar
politiek bestuurder. Ze wordt geconfronteerd met een afspraak die buiten haar kennis,
wil en handelen om is gemaakt. Ze wordt daarmee geconfronteerd. En die staat zo haaks
op alles wat zij heeft afgesproken, op het hoofdlijnenakkoord. Dan is op een gegeven
moment wel de vraag: tot waar kan ik nog geloofwaardig optreden als Minister van en
voor Volkshuisvesting en wanneer komt het kantelpunt dat ik het voor mijzelf niet
meer kan verantwoorden, dat ik dus niet meer geloofwaardig ben? Dan kun je natuurlijk
de positie innemen dat het met dit wetsvoorstel allemaal zo moeizaam is, dat dit allemaal
toch niet gaat lukken voor 1 juli en dat het misschien wel spaak loopt in de Eerste
Kamer. Ik hoop natuurlijk enorm dat dat gebeurt. Je kunt zeggen dat je het niet meer
kan meemaken of je kunt het allemaal eens aankijken en zeggen «we zien het later wel».
Ik ben dus nog wel een beetje op zoek naar het antwoord op de vraag: tot wanneer of
tot waar acht de Minister het geloofwaardig om hier als Minister verantwoordelijkheid
voor te nemen? Als de compensatie waarop zij enorm inzet er inderdaad niet komt –
ik ken haar collega Minister Heinen – dan kom je toch wel enorm in een geloofwaardigheidssqueeze.
Minister Keijzer:
Politiek besturen is een hordeloop. Dat is waar ik mee bezig ben. Ik ben dit stap
voor stap voor stap aan het bekijken, bezig de consequenties hiervan te doorgronden
en te kijken wat voor maatregelen je met elkaar te nemen hebt. Zoals u ook uit de
mond van de verschillende woordvoerders van de vier ondersteunende partijen hebt gehoord,
zien die ook de noodzaak tot compensatie. Hoe dan? Hoeveel dan? Wat dan? Daarover
moet je het met elkaar hebben. Als je dat niet doet, heeft het consequenties voor
de opgave die we met elkaar hebben. Something's gotta give.
De voorzitter:
Ik had eigenlijk gedacht dat de heer Grinwis daar nog wel op wilde interrumperen,
maar hij heeft er nog maar eentje. Dan ga ik verder naar mevrouw Vedder.
Mevrouw Vedder (CDA):
De Minister heeft het al over het eigendomsrecht gehad en over de vraag of er verschillen
zouden zijn tussen de beoordeling van de Raad van State van dit wetsvoorstel en die
van dat van de heer De Hoop. Ik voorzie juist dat er bij dat ingrijpen op eigendomsrecht
wel verschillen gaan zijn. Je mag dat niet zomaar doen. Je hebt daar natuurlijk rechtvaardigingsgronden
voor. De eerste betreft de vraag of de rechtszekerheid of de inmenging kenbaar en
voorzienbaar is geweest. Daar stelde de Raad van State bij het voorstel van De Hoop
al heel scherpe vragen over, en bij dat voorstel was de compensatie beter geregeld
en was de looptijd langer. Hoe schat de Minister dan in dat de Raad van State op dat
stukje in dit wetsvoorstel gaat reageren?
Minister Keijzer:
Ik wacht dat advies af. Als het er ligt, dan ga ik daarop in, maar ik ga niet uit
van een dictum a.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even verder. Dan is de heer Vijlbrief aan de beurt voor zijn interruptie.
De heer Vijlbrief (D66):
De huurbevriezing vertaalt zich tot 2035 in 85.000 minder nieuwe sociale huurwoningen
en 375.000 minder verduurzaamde woningen door corporaties. Daar komen grofweg 70.000
woningen bovenop; dat zegt de Minister zelf in haar dilemmanotitie. Ik waardeer het
zeer dat zij probeert het probleem klein te maken. Ik heb ook op haar stoel gezeten
en ik weet het: zo doe je dat. Maar dit is een ravage. Dit is niet een klein dingetje;
er is niet een klein dingetje aangericht. Dat moeten we echt wel even voor ogen houden.
Nu ga ik naar mijn vraag. Mijn vraag is de volgende. Uit het debat bleek volgens mij
net dat er geen meerderheid voor deze wet is als er geen compensatie bij zit. Ik stelde
deze vraag net letterlijk aan mevrouw Welzijn. Zij zei: er moet volledige compensatie
zijn, want we moeten evenveel blijven bouwen. Zo pas ik maar even het woord «volledig»
toe. Kunnen wij er als Kamer nou op rekenen dat er bij de wet straks een compensatievoorstel
zit? Ik wil toch even mijn zin afmaken, voorzitter, want we moeten wel een debat kunnen
voeren ondanks dat de tijd dringt. Als het zou betekenen dat daar staat «de compensatie
kunt u in augustus verwachten», dan wordt het echt wel heel lelijk. Ik vraag dit toch
heel indringend aan de Minister. Zit daar nou een bijsluiter bij met «dit is de compensatie
en die bedraagt zoveel» of niet? Ik hoef niet te weten waar het vandaan komt, want
ik begrijp uw zoektocht, maar ik wil het proces weten.
Minister Keijzer:
Het proces dat ik net schetste, gaat over de momenten waarop ik naar de Kamer kom.
Wat ik dan naar de Kamer breng, daar kan ik gewoon nu niet op vooruitlopen.
De heer Vijlbrief (D66):
Dan is mijn politieke conclusie dat als er geen compensatie bij zit, er geen meerderheid
in de Kamer kan zijn, tenzij NSC op zijn woorden gaat terugkomen. Er moest namelijk
volledige compensatie bij zitten. Dat zijn dan toch de politieke vruchten van dit
debat.
Minister Keijzer:
Dat is een conclusie die ik bij de heer Vijlbrief laat. Ik ga verder met het aflopen
van alle vragen die aan mij gesteld zijn, zover ik ga komen. Er zijn aan mij ook vragen
gesteld over doorbraaklocaties, het bouwen van ouderenwoningen, studentenwoningen,
flexwoningen. Alles wat ik daar nu over zeg, is wel onder de voorwaarde dat we dit
met elkaar gewoon goed gaan regelen. Ik kan daar prima op ingaan, maar volgens mij
is dat op dit moment niet opportuun, omdat het uiteindelijk ook gewoon afhankelijk
is van hoe we dit met elkaar gaan doen.
Ten aanzien van flexwoningen wil ik wel nog een andere opmerking maken. Ik was toevallig
vanmorgen in Delft. Daar staan modulair gebouwde studentenwoningen. Dat zou je ook
kunnen zien als flexwoningen, omdat die uit elkaar te halen zijn en te verplaatsen
zijn. De gedachte dat dat er allemaal niet uitziet, klopt gewoon niet. Dat kan inmiddels
zo ontzettend mooi en goed dat ze niet meer te onderscheiden zijn van ouderwets gebouwde
woningen, om het zo maar even te zeggen. «Ouderwets» vind ik overigens een mooi woord;
dat zeg ik er ook maar even bij. Dat wou ik zeggen over die vraag die aan mij gesteld
is.
Ik ga verder. Bleizo-West is ook zo'n grootschalige locatie; daar geldt eigenlijk
hetzelfde voor. Ik ben bezig met de doorbraaklocaties, met in het kader van de Nota
Ruimte aanwijzen van grootschalige regionale locaties, NOVEX-gebieden enzovoort, enzovoort,
enzovoort. Maar voor de mate waarin je daadwerkelijk de aantallen gaat realiseren
is het wel belangrijk dat we hier met elkaar uit gaan komen. Richting de heer Vijlbrief
zeg ik: ook een bouwbaas heeft zich te verhouden tot wetgeving en het budgetrecht
van de Kamer. Richting de heer Eerdmans zeg ik dat hij voor de transformatorhuizen
eigenlijk bij de Minister van KGG moet zijn.
Voorzitter. Dan kom ik bij een aantal vragen die aan mij gesteld zijn die niet beantwoord
zijn in de dilemmanotitie, bijvoorbeeld de vraag van de heer Mooiman hoe het kan dat
Aedes spreekt over een teruglopende investeringscapaciteit van 47 miljard en dat ik
uiteindelijk tot 35 miljard kom. Aedes is gewoon snel gaan kijken. Later volgden andere
instituten, die allemaal voorbij zijn gekomen, met andere cijfers. Ik snap heel goed
dat je denkt: hoe zit het nou? Ten eerste is het goed om te weten dat Aedes en het
ministerie dezelfde berekeningsmethodiek gebruiken. Er is ook contact geweest over
de onderliggende aannames van die berekeningen. De 47 miljard die Aedes in het begin
presenteerde, gaat over de daling van de totale investeringscapaciteit van de sector.
Dat gaat ook over de investeringscapaciteit die corporaties na uitvoering van de Nationale
Prestatieafspraken nog over zouden hebben, tussen aanhalingstekentjes. Corporaties
zouden de komende tien jaar 110 miljard gaan investeren, maar er zijn ook corporaties
die daarboven nog ruimte hadden. Zelf focus ik liever op de NPA-afspraken en het effect
daarop van de huurbevriezing. Daarom heb ik het over een tekort van ongeveer 35 miljard.
Zoals net gezegd voer ik daarover het gesprek met Aedes en met de vier partijen.
Er is een lijst van instituten die hebben gewaarschuwd. De Raad van State heeft eerder
adviezen gegeven over dit soort ingrepen. Ook bij de Wet betaalbare huur is daar uitgebreid
op ingegaan. De Nederlandsche Bank wijst erop dat dalend rendement op de langere termijn
voor minder aanbod van woningen kan zorgen. Stec Groep en Brink hebben zich uitgesproken
over het effect van huurregulering op de investeringsbereidheid en dus op het aanbod,
zeg ik bevestigend richting de heer De Groot. ORTEC heeft hier het een en ander over
gezegd, net als CBRE en ING Research. Die hebben allemaal eerder uitgesproken dat
het wetsvoorstel Betaalbare huur consequenties zou hebben. Voorzitter, het zal u niet
verbazen dat ik die woorden van de heer De Groot herken, met een h. Dan wreekt zich
weer dat ik een Volendammer ben en een h mis. Dus niet «erken», maar «herken».
Dan kom ik bij de opmerking van de heer De Groot dat er 60% minder middenhuurwoningen
gebouwd worden door de Wet betaalbare huur. De uitpondeffecten herken ik wel, maar
ik zal mij hierover verstaan met de IVBN, want ik begrijp dat de heer De Groot dit
ook niet vanochtend bedacht heeft, maar het in gesprekken gehoord heeft. Dus ik zal
met betrokken partijen ook hierover het gesprek voeren, om te achterhalen wat uiteindelijk
het effect is in de bouw, al was het alleen maar omdat wij met elkaar het debat over
de Wet regie gaan krijgen, waar betaalbare huur natuurlijk onderdeel is van de afspraak
over 36% en twee derde betaalbaar, waaronder huur.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat: u heeft een interruptie van mevrouw Welzijn.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Ik kan niet helemaal goed volgen of we nu met blokjes werken of niet, maar ik hoor
al andere onderwerpen langskomen, dus vandaar toch even de interruptie. Ik heb de
Minister ook gevraagd of er ook iets gezegd kan worden over het tijdsverschil waar
we mee te maken hebben tussen het moment waarop het probleem van de teruglopende kasstroom
optreedt en het moment waarop een oplossing in welke vorm dan ook geboden kan worden.
Wat voor effect heeft dat tijdsverschil in zichzelf op de financierbaarheid van corporaties?
Kunnen zij dan gewoon nog leningen trekken bij het WSW of is dat tijdsverschil in
zichzelf ook een aspect dat belemmerend kan werken voor het aantrekken van financiering?
De antwoorden mogen eventueel ook schriftelijk gegeven worden.
Minister Keijzer:
Wat zich zojuist wreekte, is dat ik door de interrupties een mapje gepakt heb dat
over de betaalbare huur ging. Richting de heer De Groot beantwoordde ik toen meteen
dat ik het punt van de WOZ-cap snel kan aanpakken, omdat ik al bezig ben met uitwerken
van wat er over de aanpassingen in de Wet betaalbare huur staat in mijn eigen brief
die ik eerder verstuurd heb. Die andere twee onderwerpen vergen wat meer tijd. Dus
de verwarring van mevrouw Welzijn is door mij veroorzaakt.
Naar aanleiding van de vraag die zij stelde over het tijdsverschil tussen het moment
dat het probleem van de kasstroom optreedt en het moment waarop daar een oplossing
voor is, kan ik het volgende zeggen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, het WSW,
heeft aangegeven dat circa 140 van de 269 corporaties hun investeringsplannen voor
de komende vijf jaar al moeten terugschroeven. Met hun huidige begroting zakken ze
als gevolg van de huurbevriezing door de financiële grenzen die het WSW hanteert voor
het borgen van nieuwe leningen. Dat heeft u trouwens allemaal kunnen lezen. Het WSW
heeft deze corporaties gevraagd om de komende weken plannen in te dienen om hun begrotingen
terug te schroeven om weer te kunnen voldoen aan de normen. Dat betekent dat ze nu
al nieuwe keuzes moeten maken ten aanzien van nieuwbouw, verduurzaming en onderhoud
en dat het dus nu al effect heeft. Voor circa 60 corporaties geldt dat zij de komende
twee jaar door de financiële grenzen van het WSW zakken. Dat betekent dat ik ook op
korte termijn op zoek wil naar een oplossing voor de gevolgen van de huurbevriezing,
want plannen worden nu al heroverwogen. Dus het antwoord valt in twee delen uiteen:
korte termijn, over twee jaar, en uiteraard ook lange termijn, als je uiteindelijk
wat verderop in de tijd terechtkomt.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dank voor de beantwoording door de Minister. Mijn vraag gaat precies over dat tijdsverschil.
De corporaties die nu al de brief van het WSW hebben gehad en nu al terug moeten schroeven,
hebben we gezien, maar tussen de opties, de bullets, uit de dilemmanotitie zitten
dingen die wat makkelijker en sneller voor elkaar te krijgen zijn dan andere. Stel
nou dat er een heel goede oplossing is, maar dat het nog een jaar duurt voordat die
helemaal voor elkaar is. Ik noem maar gewoon een theoretisch voorbeeld. Is een jaar
wachten op zo'n oplossing op zichzelf een belemmering om gedurende dat jaar leningen
aan te trekken, zodat je kunt blijven investeren?
Minister Keijzer:
Ja. Dat vloeit voort uit de brief die WSW gestuurd heeft. Maar dit is precies waar
we met elkaar het gesprek over moeten voeren de komende tijd om te bezien of dat,
om het met een mooi woord te zeggen, gemitigeerd kan worden, en zo ja, hoe dan – tenzij
we met elkaar de consequenties daarvan aanvaarden.
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder met uw beantwoording.
Minister Keijzer:
Voorzitter. Ik heb door de interrupties al het een en ander gezegd. Ik ben nog niet
ingegaan op het kritische advies van het ATR. Het ATR adviseert om alternatieve maatregelen
voor huurders uit te werken die de huur matigen, bijvoorbeeld structurele verhoging
van de huurtoeslag. Maar goed, er is een andere keuze gemaakt. Dan verval ik in herhaling
van wat ik al gezegd heb.
De heer Grinwis vroeg naar tweedeorde-effecten. De heer Vijlbrief deed alsof het heel
bijzonder is dat Moody's naar Nederland komt. Dat is niet zo. Zij voeren ieder jaar
een update uit van de WSW-rating. De huurbevriezing zal bij de komende update worden
meegenomen. WSW verwacht wel dat de kredietbeoordelaars de genoemde aanpak op een
positieve manier bij hun kredietbeoordeling kunnen betrekken. Ik kan er nu nog niet
op ingaan hoe de aangepaste investeringsplannen van de 140 corporaties eruit gaan
zien – want dit heeft natuurlijk wel consequenties – en daarmee wat het effect is
op het totaal aan geplande investeringen. Dat is namelijk precies onderwerp van mijn
zoektocht op dit moment.
Voorzitter. Dan zijn er nog een aantal vragen gesteld ...
De voorzitter:
Een momentje. De heer Grinwis wil zijn laatste interruptie inzetten.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vroeg eigenlijk of we alle tweedeorde-effecten nou goed in beeld hebben. Ik de
dilemmanotitie zien we er eentje. Dat gaat over die 70.000 duurdere woningen. Daar
staat dan tussen haakjes bij: «conservatieve schatting». Dan ben ik ook benieuwd naar
een realistische schatting. Stel je voor dat Moody's met een lagere kredietbeoordeling
komt voor WSW. Dat heeft impact op de rente. Dan gaat de rente waarschijnlijk met
een aantal tienden procent omhoog voor nieuwe leningen. Als je dat weer doorvertaalt
naar het investeringsvolume, dan kan dat zomaar 10 tot 15 miljard investeringscapaciteit
schelen. Dat betekent dat het directe eersteorde-effect van 35 miljard minder investeringscapaciteit
voor de afgesproken opgave zomaar nog eens veel groter wordt. Ik zou van de Minister
graag de toezegging willen dat zij in de wet, de memorie van toelichting of een brief
bij de wet nadrukkelijk op deze tweedeorde-effecten ingaat. Dan heb ik het niet alleen
over de conservatieve schattingen, maar ook over wat gevoeligheidsanalyses daaromheen,
zodat we daar goed zicht op hebben. Want als je alleen maar het eersteorde-effect
van 35 miljard meeneemt ...
De voorzitter:
U had uw vraag al mooi gesteld.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
... dan zou je kunnen denken dat je de vennootschapsbelasting nog zou kunnen inzetten,
maar bij tweedeorde-effecten wordt het een veel groter bedrag.
De voorzitter:
Ik ga het woord geven aan de Minister. U had de vraag al heel mooi gesteld. Volgens
mij is het voldoende.
Minister Keijzer:
De tweedeorde-effecten hebben er ook mee te maken wat het bedrag van eventuele compensatie
is en hoe je dat doet. Ik heb bij dit soort vragen altijd wel de neiging om te denken:
als de lucht valt, heb je een blauwe pet. Laten we heel feitelijk en heel zakelijk
goed bekijken wat hier nou aan de hand is. WSW heeft al tegen de 140 corporaties gezegd:
pas je plannen aan. Als dat gebeurt, treedt dat effect namelijk niet op. Ik ben er
de komende tijd echt mee bezig om dit goed uit te werken. De informatie die ik heb,
zal ik uiteraard met de Kamer delen. Dat heb ik ook met de dilemmanotitie gedaan.
Ik ben ook van plan om daar gewoon mee door te gaan. We komen hierover te spreken
met elkaar.
Het CDA vroeg aan mij om samen met IVBN en de pensioenfondsen een analyse te maken
van de impact van de huurbevriezing op de middenhuur en de vrije sector en met de
VNG en gemeenten over de gemeentelijke bouwplannen. Dat ben ik nu aan het doen. Er
wordt nu in gemeentehuizen en bij bouwers en investeerders een pas op de plaats gemaakt
om te kijken wat de consequentie hiervan is voor de plannen die over twee à drie jaar
moesten gaan lopen. Wat dat per gemeente of woningbouwregio precies betekent, is wat
lastiger te zeggen. Vanochtend was ik in Delft, waar ze bezig zijn om dat inzichtelijk
te maken. Als ik die informatie krijg, kan ik die uiteraard ook met u delen, alhoewel
ik mij zo kan voorstellen dat ze dat zelf wel met u zullen gaan delen. Anders word
ik een soort postbode en dat moet ook weer niet. Maar dit heeft gewoon effect en daar
ben ik ook duidelijk over. Een impactanalyse maken? Het heeft consequenties, maar
om dat precies tot achter te komma na te gaan ... Ik moet kijken of ik daar de capaciteit
voor heb. Maar zelf wil ik ook weten wat dat betekent. Ik sta immers ook aan de lat
voor die 100.000 woningen per jaar waarvan 30% sociaal en twee derde betaalbaar. Wat
ik daarover zelf inzichtelijk kan krijgen, onderbouwd, zal ik uiteraard met u delen.
Maar een soort doorgeefluik worden vind ik ook wel weer wat ingewikkeld.
Mevrouw Welzijn vroeg naar het in stand houden van de gewenste nieuwbouwproductie.
Daar heb ik al het een en ander over gezegd.
De vraag van de SGP en D66 is eigenlijk dezelfde vraag die mevrouw Welzijn stelde
en daar heb ik al antwoord op gegeven. Wat de precieze consequenties zijn heb ik nog
niet in beeld, maar zodra ik dat heb vastgesteld, kom ik daar bij u op terug.
Voorzitter. Volgens mijn informatie heb ik hiermee alle vragen over de huurbevriezing
beantwoord. Wordt vervolgd dus; daar komt het feitelijk op neer.
Voorzitter. De vraag van de heer De Groot over de Wet betaalbare huur heb ik al beantwoord.
De SGP vroeg of ik wil bezien of de indexatie van de WWS-tabel anders kan worden vormgegeven.
Dit gaat niet over huurbevriezing maar over het puntenstelsel waarmee wij huurwoningen
waarderen. Kan dat anders worden vormgegeven, zodat de huren altijd volgens het jaarlijks
toegestane percentage kunnen stijgen? De WWS-tabel wordt jaarlijks geïndexeerd om
tegemoet te komen aan de gestegen kosten van verhuurders. Daarom worden huurprijzen
immers geïndexeerd. Bijvoorbeeld onderhoud is duur geworden. Daarvoor is de inflatie
het meest objectieve en voor de hand liggende instrument. Juist door dit hogere jaarlijkse
percentage kunnen verhuurders tijdens een lopend contract ingroeien naar de maximalehuurprijsgrens
op basis van het WWS, het puntenstelsel. Op basis van een motie van de heer Grinwis
ben ik op dit moment aan het bezien of het wenselijk en mogelijk is om de WWS-tabel
op een andere manier te indexeren. Zoals toegezegd, informeer ik de Kamer hierover
in het derde kwartaal.
Dan heb ik nog een aantal varia.
De voorzitter:
U heeft een vraag van mevrouw Vedder.
Mevrouw Vedder (CDA):
Dan wil ik graag mijn laatste interruptie besteden aan de vraag of de Minister iets
kan zeggen over de tijdlijn: wanneer kan de wet volgens de Minister naar de Kamer
komen? Hij is naar de Raad van State gestuurd; gisteren meen ik. De Minister gaf net
al aan dat niet duidelijk is of, als het wetsvoorstel naar de Kamer komt, daar ook
een voorstel bij ligt voor hoe de compensatie moet worden vormgegeven.
Minister Keijzer:
Volgens mij heb ik daar net duidelijkheid over gegeven. Ik verwacht rond 1 juni het
advies van de Raad van State terug. Dat ga ik dan verwerken en vervolgens kom ik bij
uw Kamer met het wetsvoorstel. Dat zal dan in de eerste week van juni zijn. Vervolgens
is het in uw handen. Het is denk ik goed om te weten dat op 24 juni, de dag waarop
de Eerste Kamer voor het laatst zou vergaderen, wij de NAVO-top hebben. Dat betekent
dat het eigenlijk 17 juni moet worden behandeld, tenzij zij bereid zijn om op maandag
29 juni te vergaderen. Daar ga ik uiteraard het gesprek over voeren met de Eerste
Kamer. De heer Grinwis lacht. Het wordt inderdaad een tour de force.
Goed. De illegale onderhuur. De PVV-fractie vroeg of ik zicht heb op illegale onderhuur
en misstanden met verhuur. Onderhuur is op zichzelf niet verboden. In zijn algemeenheid
heb ik geen zicht op hoe vaak onderhuur voorkomt. Er is immers geen huurregister.
Mevrouw Welzijn vroeg of ik nog dit jaar met een wetsvoorstel kan komen. Dat is zeer
ambitieus. Er zijn flink wat keuzes in te maken. Wat doe je wel en wat doe je niet?
Daar hangen ook prijskaartjes aan. Ik denk wel dat ik dit jaar bij u kan komen met
hoe het zou kunnen en wat het kost, maar een wetsvoorstel naar de Kamer sturen binnen
nu en een halfjaar gaat mij gewoon niet lukken, ook al omdat mijn ambtelijke ondersteuning
op dit moment heel druk bezig is met de andere onderwerpen waar we het vandaag over
gehad hebben. Huurder en verhuurder kunnen wel contractueel overeenkomen dat er geen
onderhuur mag plaatsvinden. Dat zie je vaak in huurcontracten: er mag niet worden
onderverhuurd. Bij corporaties is dat meestal het geval. Omdat dit tussen deze partijen
ligt, heb ik geen zicht op hoe vaak het voorkomt. Een verhuurder kan, als hij dat
constateert, uiteraard naar de rechter.
Voorzitter. Hoe kijk ik aan tegen een wettelijke beroepsstandaard voor makelaardij?
Ongeveer 96%, dus bijna alle makelaars, valt onder een beroepsstandaard, vastgelegd
in gedrags- of erecode. Met de brancheorganisaties ben ik in gesprek over naleving
van het verbeterplan. De snelste weg naar een eerlijker en transparanter koopproces
is dat brancheorganisaties en makelaars zelf hierin verantwoordelijkheid nemen met
elkaar. Maar als ze dat niet doen, moet ik op een gegeven moment iets. Ik zou dat
trouwens betreuren. Doe dit nou gewoon netjes met elkaar, in het belang van kopers,
maar ook in het belang van verkopers en in het belang van de branche zelf.
Hoe kan de regeldruk bij woningcorporaties worden verkleind, vraagt mevrouw Welzijn
van de fractie van Nieuw Sociaal Contract. Aedes voert momenteel een onderzoek uit
naar regeldruk. Ik kijk uit naar de uitkomsten. Uiteraard ga ik in gesprek met de
corporaties. Elke euro die je niet hoeft aan te besteden aan administratie en bureaucratie
is er een, los van de frustratie die het oplevert. Dat sluit ook aan bij STOER, bij
het schrappen van overbodige en tegenstrijdige eisen en regels. Die hebben we overal
in dit land. Specifiek voor corporaties heb ik ook stappen. Afgelopen december heb
ik uw Kamer geïnformeerd over een aantal flinke vereenvoudigingen die ik ga doorvoeren
in de regels voor het jaarverslag en de accountantscontrole bij corporaties. Daar
heeft u een brief over ontvangen, als ik mij het goed herinner.
Dan de stijgende energielasten. De woonquote is vaak ook zo hoog vanwege stijgende
energielasten. Dan bereik je de 40% in de passende toegewezen huur waar de heer Mooiman
het over had. We houden het natuurlijk goed in de gaten. In het voorjaar heeft het
kabinet besloten om de uitgaven voor de energierekening te dempen door een belastingvermindering
in de energiebelasting in ’26, ’27 en ’28 met 200 miljoen. De meest kwetsbare huishoudens
worden dit jaar direct ondersteund met het betalen van de energierekening via het
energiefonds. Uiteraard is de beste energiebesparing verduurzamen. Daarom is het ook
zo belangrijk dat wij met elkaar goed gaan kijken hoe wij de investeringscapaciteit
op niveau kunnen houden.
Door de fractie van het CDA is gevraagd naar de solidariteit tussen corporaties. Zij
stelt dat zo'n 140 corporaties in de problemen komen door de voorgenomen huurbevriezing
en dat er solidariteit nodig is tussen corporaties. Dat is zo, maar het is voor mij
lastig om nu al iets zinnigs te zeggen over wat de huurbevriezing voor de solidariteit
betekent. Ik was bezig met een wetsvoorstel over projectsteun. Dat staat nu tijdelijk
on hold om eerst te bekijken wat de consequenties hiervan zijn. Nu een gesprek hebben
met corporaties over onderlinge projectsteun? Ik denk dat ze aan mij vragen om eerst
even dit varkentje te wassen.
Ook is gevraagd naar de cijfers van het CBS over de verwachte groei van de bevolking
in Nederland. Dat geeft alleen maar aan hoe belangrijk het is dat mijn collega Faber
heel snel haar wetten door deze Kamer heen krijgt. Ik heb begrepen dat u een tweede
vragenronde met elkaar heeft afgesproken. Dat zal dus even tijd nodig hebben. Maar
wil je grip op migratie krijgen, zul je ook maatregelen met elkaar moeten nemen.
Voorzitter. Een aantal van u, uiteraard mevrouw Berkman ... Beckerman. Na zo'n anderhalf
uur denk je: «Berkman? Nee, nee, niet Berkman. Beckerman!» Mevrouw Beckerman heeft
uiteraard ook aandacht voor vocht en schimmel. Tegen mevrouw Beckerman: ik haal de
namen van mijn kinderen ook weleens door elkaar, dus ik hoop dat u het mij vergeeft.
Zij in ieder geval wel.
Mevrouw Beckerman (SP):
En mama?
(Hilariteit)
Minister Keijzer:
Nee, dat gaat meestal goed, tenzij ze boos zijn.
Uit het WoonOnderzoek blijkt dat het aandeel huurders dat last heeft van vocht en
schimmel is toegenomen. Ik ben eerder met u daarover in gesprek geweest. Dat komt
deels door de energiecrisis. Mensen zetten hun verwarming niet meer aan. Dat heeft
effect op het ontstaan van schimmel. Daarom is het ook zo goed dat we het onderhoud
en de verduurzaming van corporatiewoningen goed in zicht houden. Dat komt overigens
niet alleen voor bij woningen van particuliere verhuurders, maar ook bij corporatiewoningen.
Vandaar dat we dit goed met elkaar in de gaten moeten houden en maatregelen moeten
treffen.
Voorzitter. Dan de uitvoering van het regeerakkoord wat betreft het verkooprecht van
sociale huurwoningen voor zittende huurders. Daar vroeg de fractie van de VVD naar.
Het klopt, ik ben ermee bezig, maar dit is juridisch ingewikkeld, ook hier met het
oog op het eigendomsrecht. Ik zal u hierover in het derde kwartaal informeren.
Voorzitter. Dan is er vijf minuten over voor een tweede termijn.
De voorzitter:
Dit gaat prima. Het is 17.28 uur. Ik denk dat de heer El Abassi, die nog twee interrupties
heeft, daar gebruik van wil maken. Het woord is aan de heer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Ik had nog geen antwoord op de vraag over die 75 miljard. Ik had hierover ook een
discussiedebatje met de PVV. Ik weet niet of ik daar opnieuw een vraag over moet stellen?
De voorzitter:
Ik kijk even naar de Minister.
Minister Keijzer:
Daar heb ik eigenlijk indirect op geantwoord. Ik heb uitgelegd hoe wij tot 35 miljard
komen. Dat zijn de NPA-afspraken, waar 110 miljard mee gepaard gaat. Als je daar de
investeringscapaciteit van 35 miljard aftrekt vanwege de huurbevriezing, houd je macro
75 miljard over bij corporaties om te investeren. Ik heb ook helemaal in het begin
gezegd dat er geen sprake van een bouwbevriezing is. Er is immers nog 75 miljard over
om te investeren. Dit zijn macrocijfers. Natuurlijk, de corporaties gaan onder de
motorkap kijken wat ze overhouden voor nieuwbouw en verduurzaming. Dit is het geld
dat gemoeid is met de Nationale Prestatieafspraken. In dat antwoord heb ik ook gezegd:
daarnaast zijn er corporaties die boven op de uitvoering van de Nationale Prestatieafspraken
ook nog ander geld hebben. Maar die 75 miljard is er gewoon, dus daar hoeft de heer
El Abassi zich geen zorgen over te maken.
De heer El Abassi (DENK):
Ik had het geapprecieerd als ik een gewoon direct antwoord had gekregen in plaats
van een indirect antwoord, zeker als het zo technisch is. Ik zou de vraag willen versimpelen,
namelijk: ziet de Minister in het bedrag van 75 miljard een soort «vrij besteedbare
reserve», zoals de PVV het eigenlijk noemt, of betreft dit reeds toegezegde investeringscapaciteit
voor de periode tot 2030? Dat is eigenlijk mijn vraag. Is dit dus al bestemd door
de woningcorporaties of is er een soort vrij besteedbaar bedrag bij de woningcorporaties?
Minister Keijzer:
Corporaties hebben een wettelijke taak, namelijk het bouwen, onderhouden en verhuren
van nieuwbouwwoningen. Dus ik ben een klein beetje op zoek naar waar de heer El Abassi
nou naar op zoek is. Het lijkt net alsof de heer El Abassi denkt: het is zeker een
beetje schimmig geld. Nee, het is gewoon geld dat corporaties hebben in een meerjarenperspectief
om, als de huurbevriezing op deze manier doorgaat, dat gewoon te besteden aan de taken
die ze hebben en waarover we afspraken gemaakt hebben in de Nationale Prestatieafspraken.
Zo zit het systeem een beetje in elkaar.
De voorzitter:
Ik zit even te kijken, want ik denk dat de heer El Abassi gewoon wil weten of het
al vastgelegd is? O, de heer El Abassi schudt nee. U heeft al twee interrupties gehad,
meneer El Abassi. We hadden allemaal twee interrupties. Nee, meneer El Abassi, de
Minister is er wel op ingegaan, maar op een indirecte manier. Het is nu 17.30 uur
en ik wil echt zo afsluiten. De heer Mooiman heeft ook nog recht op één interruptie,
mevrouw Wijen-Nass zelfs nog op twee en meneer Peter de Groot ook. Ik wil iedereen
aan het woord laten. Dat vind ik hier ontzettend belangrijk. Dat betekent dus dat
ik nu het woord wil geven aan ... U heeft twee interrupties gehad, meneer El Abassi.
Minister Keijzer:
Voorzitter, ik wil mijn best wel doen, want ik probeer altijd iedereen antwoord te
geven. Corporaties zijn corporaties, dus die gaan zelf over waar ze geld aan besteden.
Ze hebben wel een wettelijke taak. In de Nationale Prestatieafspraken hebben wij met
elkaar afspraken gemaakt over hoe wij dat geld gaan besteden. Er blijft 75 miljard
over aan investeringscapaciteit, maar als corporaties zeggen dat ze dat nu wel lekker
zelf uitmaken, dan is het de vraag hoe ze dat gaan doen. De heer El Abassi heeft wél
een vraag gesteld. Hij vraagt aan mij: waar wordt dat geld dan straks aan besteed?
Nou, aan de wettelijke taak. Daarvoor resteert die 75 miljard. Maar daarnaast hebben
corporaties nog ander geld. «Sommige», moet ik er even bij zeggen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik heb een punt van orde, voorzitter. Ik wil de vraag best wel wegdrukken, maar ik
heb nog geen tweede vraag gesteld. De Minister herhaalt haar eerste antwoord. Ik heb
nog geen tweede vraag gesteld. Ik heb net maar één vraag gesteld. Mijn eerste vraag
heb ik gesteld. Daarvoor heb ik alleen aangegeven dat zij mijn vraag niet beantwoord
heeft.
De voorzitter:
Meneer El Abassi, dit is al de derde keer dat u aan het woord bent. Als we meer tijd
hadden gehad, was ik echt wat soepeler geweest, maar we hebben afgesproken om 17.30 uur
af te sluiten. De heer Mooiman heeft nog een interruptie en volgens mij zien er al
twee andere partijen af van hun mogelijkheid tot interruptie. Mevrouw Wijen-Nass geeft
aan dat ze nog één vraag heeft. De heer Mooiman heeft ook nog een vraag. Meneer El
Abassi, ik heb u echt tweeënhalf uur de kans gegeven om vragen te stellen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik blijf bij het punt dat ik één vraag heb gesteld, maar uit respect voor de rest
wil ik het best laten gaan.
De voorzitter:
Dan de heer Mooiman.
De heer Mooiman (PVV):
Ik kan kort zijn. Natuurlijk dank ik de Minister voor de beantwoording. Ik heb nog
één korte vraag over het wetsvoorstel met betrekking tot de voorrang van statushouders.
Wanneer wordt dat precies naar de Raad van State gestuurd? Wat is de verwachting?
Minister Keijzer:
Ik koers nog steeds op voor de zomer. Ik heb deze week weer gekeken welke afslagen
hierin te nemen zijn. Daar ben ik, gewoon naast alle andere onderwerpen, mee bezig.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ik zal de vraag even kort houden. Fijn dat het plan voor de vakantiewoningen volgende
week naar de Kamer komt. Ik was nog wel benieuwd hoe de Minister wil omgaan met al
die handhavende gemeenten. Stel die plannen komen volgende week en de gemeenten blijven
doorgaan, hoe kijkt de Minister daar dan naar?
Minister Keijzer:
Dat komt niet volgende week naar de Kamer. Het gaat in internetconsultatie, maar dan
is het openbaar, dus dan wordt duidelijk welke kant ik ongeveer op wil. Ik hoop ook
gewoon echt dat de gemeentes hier dan naar kijken en kunnen inschatten of de mensen
die op hun vakantiepark wonen in aanmerking kunnen komen voor die persoonsgebonden
beschikking. Mensen kunnen daar zelf natuurlijk ook naar kijken. Handhaving wordt
dan natuurlijk op een gegeven moment wel «ingewikkeld»; laat ik dat woord maar gewoon
gebruiken. Ik heb zeer veel gevoel bij het feit dat deze mensen gewoon nergens heen
kunnen. Op sommige vakantieparken kan om allerlei redenen niet worden overgegaan tot
een persoonsgebonden beschikking. Dat heb ik eerder met u gedeeld. Maar daar waar
dat wel kan, moet je dat ook doen, vind ik. Dat is waarom ik met deze regels kom.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan zijn we nu aan het einde gekomen van de eerste termijn. We hadden
al afgesproken om geen tweede termijn te doen. Wel zijn alle vragen beantwoord. Er
is niks meer blijven liggen. Er hoeft dus niks schriftelijk beantwoord te worden.
Ik ga nu even kijken naar de toezeggingen. Die zijn er niet in dit geval. Die hoeven
we dus ook niet te noteren. Mis ik toch een toezegging?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik heb een punt van orde. Mag dat ook?
De voorzitter:
Zeker.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is een punt met het oog op de procedure. Wij hebben gisteren een procedurevergadering
gehad. We hebben het pas over twee weken. We hebben de tijdlijn gehoord met betrekking
tot het wetsvoorstel huurbevriezing. Of je nou voor of tegen bent, ik denk dat we
met z'n allen constateren dat dit voorstel aardig bezig is de vangrails in te rijden.
17 juni is blijkbaar de laatste dag dat de Eerste Kamer erover kan spreken. 30 juni
is op maandag. 29 juni is op zondag. Dus de Eerste Kamer kan in de week daarna geen
debat meer hebben. Dus dit is echt wel een issue. Stel je voor dat het dictum c of
d krijgt, dan is het niet schriftelijk behandelen ook raar. Maar stel je voor dat
we het zonder schriftelijke behandeling doen, dan nog hebben we hebben een enorm probleem.
Ik wil dus aan de Griffie, ondersteund door Bureau Wetgeving, vragen wat nou voor
ons als Kamer een verstandige procedure is om dit voorstel te behandelen. Het zijn
namelijk hele volle weken met de Voorjaarsnota, verantwoordingsdebatten en andere
wetten. We hebben nog tweede pinksterdag op een maandag, dus als het voorstel er na
2 juni is, is WGO's inplannen ook heel ingewikkeld. Dus ik zie het procedureel een
beetje niet goed gaan.
De voorzitter:
Uw voorstel en uw vraag zijn duidelijk. Ik heb net even kort overlegd met de Griffie.
Ik denk dat u ook begrijpt dat we daar niet à la minute antwoord op kunnen geven,
maar laten we het inderdaad eventjes uitzoeken. We komen er op terug. Zullen we dat
zo afspreken?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ja.
Minister Keijzer:
Voorzitter, als u mij toestaat ...
De voorzitter:
Het wordt steeds gezelliger. Ja, kort.
Minister Keijzer:
Ik ben natuurlijk niet voor één gat te vangen. Dan hebben we nog een andere maandag.
Ik ga het dus ook even bekijken. Ik ben er ook aan gecommitteerd om deze procedure
uiteindelijk voortvarend te doorlopen. Dus ik ga ook kijken. Maar dank. Ik heb nog
gevraagd: is dat maandag de 29ste? Toen zei iemand tegen mij: ja. Mijn fout, want ik had dat natuurlijk moeten bekijken
en dan had ik het zelf gezien. Dank aan de heer Grinwis voor deze mededeling.
De voorzitter:
Heel goed. Volgens mij gaan we eruit komen, onder stoom en kokend water. Dan wil ik
nu vragen of iemand behoefte heeft aan een tweeminutendebat.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ja, voorzitter. Ik wil graag een tweeminutendebat aanvragen. Qua toelichting: de route
hoeft nog steeds geen wet te zijn. Daar wil ik de heer Grinwis ook op wijzen. Het
is ook de reden waarom ik een tweeminutendebat aanvraag. Het tweeminutendebat is dus
aangevraagd.
De voorzitter:
Helder. Dan wil ik jullie hartelijk danken: de Kamerleden voor hun bijdrage en de
Minister voor de antwoorden. Iets zegt mij dat we hierover de komende tijd nog vaker
zullen praten. Ik dank de mensen op de publieke tribune hartelijk voor hun aanwezigheid.
Dank ook voor de heerlijke kopjes thee die wij altijd mogen ontvangen als we hier
aan het debatteren zijn. Daarmee sluit ik de vergadering.
Sluiting 17.38 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.L. Postma, voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede ondertekenaar
A.C.W. de Vos, griffier