Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 11 december 2024, over de JBZ-Raad van 12 en 13 December in Brussel (vreemdelingen- en asielbeleid)
32 317 JBZ-Raad
Nr. 926
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 20 januari 2025
De vaste commissie voor Asiel en Migratie en de vaste commissie voor Europese zaken
hebben op 11 december 2024 overleg gevoerd met mevrouw Faber, Minister van Asiel en
Migratie, over:
– de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid d.d. 3 december 2024 inzake geannoteerde
agenda JBZ-Raad 12 en 13 december 2024 (Kamerstuk 32 317, nr. 907);
– de brief van de Minister van Asiel en Migratie d.d. 6 december 2024 inzake implementatie
van het EU-Migratiepact (Kamerstuk 32 317, nr. 908).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Asiel en Migratie, Vijlbrief
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van der Plas
De griffier van de vaste commissie voor Asiel en Migratie, Burger
Voorzitter: Vijlbrief
Griffier: Burger
Aanwezig zijn tien leden der Kamer, te weten: Boomsma, Ceder, Eerdmans, Van Nispen,
Piri, Podt, Rajkowski, Vijlbrief, Vondeling en Van Zanten,
en mevrouw Faber, Minister van Asiel en Migratie.
Aanvang 12.03 uur.
De voorzitter:
Goedemiddag, allemaal. Welkom aan de mensen op de tribune en welkom aan de mensen
die het online volgen. Dit is het debat over de JBZ-Raad die gaat plaatsvinden op
12 en 13 december. Ik heet de Minister van Asiel en Migratie, mevrouw Faber, en haar
ambtenaar welkom. Ik heet ook de leden welkom. Ik moet goed opletten, want vorige
week noemde ik de heer Grinwis «mevrouw Grinwis», dus even opletten nu. Welkom aan
de heer Eerdmans van JA21, mevrouw Vondeling van de PVV, mevrouw Rajkowski van de
VVD, de heer Van Nispen van de Socialistische Partij, mevrouw Podt van D66, de heer
Boomsma van NSC en mevrouw Piri van GroenLinks-PvdA.
Wij hebben vandaag drie uur. Dat betekent dat we in hoog tempo moeten vergaderen.
Mijn voorstel in de eerste termijn zou twee interrupties in tweeën zijn. Dat doe ik
een beetje om ruimte te maken, zodat de Minister ook nog wat geïnterrumpeerd kan worden.
Daar zult u zo nu en dan ook behoefte aan hebben. Ik wil straks ietsje langer schorsen,
zodat we ook nog een boterham naar binnen kunnen duwen tussendoor. Dan blijven we
allemaal heel.
Dat gezegd hebbende geef ik het woord aan de snelste man van het parlement, de heer
Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Ik begin maar meteen met de grenscontroles, want dat is de
eerste maatregel die we fysiek hebben gezien. Die is eergisteren ingegaan. Volgens
de marechaussee, de vakbond MARVER, gaan 50 mensen nu de 800 grensovergangen van Nederland
controleren. 6% van de overgangen wordt dan dus bewaakt. Is dat niet een farce, vraag
ik aan de Minister. Hoe gaan we die stroom van mensen die alsnog het land binnenkomen,
controleren? Ter vergelijking: Duitsland heeft 11.000 mensen als bewaking. Ik weet
ook dat de grens daar wat langer is, maar toch. Wat is hier de verhouding? Waarom
wordt het leger niet ingezet? Als we dan toch te weinig mensen hebben, maak er dan
werk van. Ik vind het ook een probleem dat iedereen die aankomt, asiel mag aanvragen
en gewoon nog door de marechaussee zelf naar Ter Apel wordt gebracht. Het wordt dus
niet moeilijker, het wordt juist makkelijker om Nederland binnen te komen, lijkt het.
Is dat waar? En kan de Minister al zeggen hoeveel illegalen of mensen die in Duitsland
al asiel hadden aangevraagd, zijn teruggestuurd? Zijn die al teruggeduwd naar België
of Duitsland? Kijk, ik vind grenstoezicht een goed idee, maar het wordt vrij beroerd
uitgevoerd. Maar het komt waarschijnlijk allemaal goed, want «ik ga u verrassen» is
volgens mij het motto van de Minister. Ik ben dus erg benieuwd.
Gaat de Minister in Brussel praten over de buitengrenzen? Dat is natuurlijk het grote
probleem van Nederland. De 900 asielzoekers per week komen bijna allemaal binnen per
land. Daar zijn we een magneet voor. We weten ook dat er een nieuwe tendens is via
de Canarische Eilanden. Mensen komen Spanje heel snel binnen. We moeten de buitengrenzen
dus veel beter bewaken. Ik hoop dat de Minister daar iets over wil zeggen.
Voorzitter. Dan ga ik naar Syrië. Syrië staat niet op de agenda van de JBZ-Raad, maar
het is goed dat het kabinet heeft gezegd dat we een tijdelijke beslisstop van zes
maanden moeten invoeren, denk ik. Uit de ...
De voorzitter:
Sorry, meneer Eerdmans, u heeft een interruptie van mevrouw Rajkowski.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik hoor mijn collega van JA21 zeggen dat hij de grenscontroles misschien wel een farce
vindt. Ik ben er wel blij mee dat er een balans wordt gevonden, zodat ondernemers
en mensen die daar wonen en recreëren niet te veel hinder ondervinden. Hoeveel grenscontroles
zou JA21 willen, waarbij grenzen gecontroleerd of dichtgezet worden?
De heer Eerdmans (JA21):
Laten we zeggen: misschien vijf keer zoveel, zodat je 30% kan beheersen. Dat lijkt
me meer dan 6%, want dit vind ik eigenlijk gewoon een farce. Dat is een symboolmaatregel.
Kijk, of je doet het niet of je doet het goed. Ik hoef op dit moment geen slagbomen
– daar ben ik het mee eens – maar je kunt wel beter mobiel toezicht invoeren met meer
mensen dan we nu zien. Nu staat een halve paardenkop met een pet aan de grens die
wat mensen tegenhoudt, maar dat is natuurlijk helemaal geen oplossing. Het schrikt
ook totaal niet af. Ik weet dus niet waarom de VVD er zo blij mee is. Als het een
personeelsprobleem is, dan zou ik zeggen: breng het leger op tafel, want het blijft
nu vrij gemakkelijk om door te lopen. Ik denk ook dat de reacties vanuit de marechaussee ...
We worden eigenlijk uitgelachen. In feite wordt Nederland uitgelachen. Op deze manier
is het gewoon totale symboolpolitiek.
De voorzitter:
Laten we proberen om de interrupties en de antwoorden kort te houden. Mevrouw Rajkowski
in tweede instantie? Nee. Dan vervolgt de heer Eerdmans zijn betoog. Het is overigens
«een halve man met een paardenkop», geen «paardenkop». Gaat uw gang.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik haal die halve man er zelfs af. Zo erg is het!
Dan Syrië. Ik zie lachende groepen Syriërs juichend over straat gaan. Het is natuurlijk
mooi dat ze blij zijn met wat er gebeurt, maar is het dan niet ook het moment om te
zeggen: die Syriërs kunnen vrijwillig terug worden begeleid als het land daarvoor
veilig genoeg is? Sommige Syriërs zeggen ook dat ze graag terug willen naar hun herkomstland.
Zijn de Minister en het kabinet bereid om Syriërs die nu al vrijwillig willen terugkeren,
te gaan helpen? Graag een reactie.
Dan ga ik even snel naar de wetsvoorstellen, want daar is natuurlijk veel over te
doen. De twee wetsvoorstellen die nu bij de Raad van State liggen, worden door de
orde van advocaten onderuitgefietst. De orde vindt overigens ook dat de Minister veel
te snel gaat. Nou, wij bij JA21 vinden het juist een probleem dat de Minister veel
te langzaam is. Maar goed, de Raad van State had in zijn eerste reactie veel bezwaren
vanwege de ondermijning van de rechtsstaat. Het verrast natuurlijk helemaal niemand
dat zij moeilijk doen. Ik schrik daar niet van en de Minister ook niet, maar ik denk
wel dat de Raad van State een terecht punt heeft over de nijpende capaciteit. Er is
nu al de dreiging dat 65% van de asielzoekers een zaak wil gaan aanspannen. Is er
niet gewoon een probleem bij de IND, namelijk een tekort aan mensen? Als je het strengste
asielbeleid ooit wil, heb je daar volgens mij ook de mensen en de middelen bij nodig.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Fijn dat de heer Eerdmans hierop reflecteert, maar deze kritiek is helemaal niet nieuw.
Toen het tweestatusstelsel geïntroduceerd werd – volgens mij kwam het CDA in 2023
met dit plan en omarmde de VVD het daarna – werd al gezegd: dit gaat niet werken,
want er is te weinig capaciteit en je creëert hiermee een nieuw probleem, niet alleen
bij de IND maar ook bij de rechtspraak, want die raakt totaal overbelast. Het is toch
een beetje gek dat ook de heer Eerdmans daarin anderhalf jaar lang is meegegaan en
dat hij nu zegt: hé, ik zie een punt dat nog problemen kan opleveren. Wist de heer
Eerdmans toen het plan voor een tweestatusstelsel werd geïntroduceerd, ten tijde van
Rutte IV, al dat dit een capaciteitsprobleem zou kunnen opleveren? Zo ja, waarom heeft
hij niet eerder aan de bel getrokken? Het gevolg hiervan is namelijk dat de asielplannen
die u zo graag wil, waarschijnlijk extra vertraging gaan oplopen. Ik wil toch even
kijken of de heer Eerdmans zich daarvan bewust is en of hij, achteraf reflecterend,
vindt dat hij toch naar de partijen had moeten luisteren die toen al zeiden: misschien
moeten we gaan voor effectieve maatregelen en dit is niet zo'n maatregel.
De voorzitter:
Dat kan korter. De heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Maar hij mag wel blijven staan. Ik vind «Rutte IV» en «het strengste asielbeleid ooit»
niet te combineren. Die vlieger gaat dus niet op. Als ik in het kabinet had gezeten
dat er nu zit en het strengste beleid ooit afgekondigd werd, dan had ik daar middelen
voor geregeld. Dan was ik niet met een fooi op pad gestuurd, zoals deze Minister,
want dan is het niet waar te maken. Dat ben ik met de ChristenUnie eens. Ik heb ook
tegen Bontenbal gezegd – ik weet niet of u daar ook bij was – dat ik het amendement
over de IND bij de begroting van Justitie wil steunen. Je kan niet het een doen en
het ander laten, dus je moet daar middelen voor reserveren. Anders is het een farce,
een totale farce. Daar ben ik het dus mee eens, maar ik weet wel dat de ChristenUnie
en anderen al jaren de emmer achter de boot waren als het ging om een strenger asielbeleid.
En dat beleid hebben we nu wel nodig, dus je moet wel vooruit durven stappen. Dat
wil JA21, maar dan heb je inderdaad absoluut te maken met meer rechtszaken, want die
zullen er komen. Kijk, ik vind niet dat de volkswil kan worden gestuit door rechtszaken.
Het Nederlandse volk heeft zich uitgesproken voor een zeer streng asiel- en migratiebeleid
en voor een streng terugkeerbeleid. Mensen moeten hier tijdelijk blijven. We zijn
gewoon jarenlang overlopen, met dank aan onder andere de ChristenUnie maar ook de
VVD, zo zeg ik er maar even bij. Dus dat er nu eigenlijk door een PVV-Minister, in
ieder geval op papier, werk wordt gemaakt van een strenger asielbeleid, dat is hoog
tijd, meneer Ceder. Daar heeft u altijd uw ogen voor gesloten. Altijd ...
De voorzitter:
Spreekt u via de voorzitter. Ik ga nu ...
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, meneer Ceder zit altijd als een eend in de koplampen naar het probleem
te kijken. Er wordt nu eindelijk werk van gemaakt, dus daar moet je het kabinet credits
voor geven.
De voorzitter:
Het is een konijn dat in de koplamp kijkt en niet een eend. U praat wel in metaforen,
maar u bent nu te veel aan het woord.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, maar de situatie ...
De voorzitter:
Ik geef nu het woord aan de heer Ceder in tweede instantie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De heer Eerdmans is niet alleen in de war als het gaat om metaforen, maar ook als
het gaat om een werkend asielbeleid. De ChristenUnie heeft altijd gezegd dat we moeten
gaan voor een werkend asielbeleid. Dan moet je de stappen gaan zetten die daartoe
leiden. Denk aan het Migratiepact, denk aan snellere integratie en denk aan Schengen.
Wij zeiden toen dat je niet vol moest gaan voor maatregelen waarvan we toen al wisten
dat ze niet zouden gaan werken. Dat heeft de heer Eerdmans wel gedaan. Het gevolg
daarvan is dat mensen zijn gaan geloven dat deze plannen zullen werken, de heer Eerdmans,
de VVD en andere partijen voorop. Zij hebben daar nota bene campagne op gevoerd, met
de belofte dat deze maatregelen zouden gaan werken. Mijn probleem is dat u nu constateert
dat er een probleem is en dat u dezelfde argumenten gebruikt die de ChristenUnie en
andere partijen anderhalf jaar geleden al gebruikten. De heer Eerdmans zegt nu dat
wij als een konijn in een koplamp kijken, maar het is de heer Eerdmans die anderhalf
jaar lang een bord voor zijn kop heeft gehad. Nu haalt hij eindelijk het bord weg
en zegt hij: hé, wat gebeurt er nou? De ChristenUnie wil een duidelijk migratiebeleid.
Wat werkt, werkt. Pestmaatregelen of maatregelen die niet werken, moeten we gewoon
niet nemen. Mijn vraag is de volgende. Er ligt nu een plan, ook over de implementatie
van het Migratiepact, iets waar de ChristenUnie voor geknokt heeft in de afgelopen
jaren. Dat loopt namelijk wél. Dat leidt wél tot effecten, anders dan de maatregelen
waar de heer Eerdmans achteraanrende. Is de heer Eerdmans het met mij eens dat het
voortzetten van de prioriteit op deze plannen mogelijk ook capaciteit en geld gaat
kosten die we beter kunnen steken in het implementatieplan van het Migratiepact?
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Eerdmans, maar niet voordat ik gezegd heb dat het allemaal
echt korter moet. Anders wordt het vanmiddag 17.00 uur. De heer Eerdmans, voor een
korte riposte. Daarna vervolgt hij zijn betoog.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik moet om 13.00 uur weg om het onderwijs te redden, dus ik doe mijn best. Ik zou
een bord voor mijn kop hebben, maar de chef bordjes zit daar! Dat moet ik erbij zeggen,
want dat ben ik niet. Wij hebben ons als JA21 jarenlang verzet tegen de ongebreidelde
instroom. Doordat het mede dankzij de heer Ceder op zijn beloop is gelaten, is het
probleem zo groot – er zal een oplossing gevonden worden – maar daar heeft deze Minister
natuurlijk niet schuld aan. Ze moet echter wel de oplossing bieden. Ik zeg: bent u
nou Minister van oplossingen of Minister van problemen? Deze Minister moet aan de
bak. Er was nog een vraag gesteld.
De voorzitter:
O ...
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben overigens nog niet door mijn tijd heen.
De voorzitter:
Nee, maar mevrouw Vondeling heeft nog een interruptie. Dat hoeft niet meer? Oké, dan
gaat de heer Eerdmans snel door.
De heer Eerdmans (JA21):
Het wordt gewoon meegenomen in het antwoord voor de heer Ceder.
De voorzitter:
Graag snel doorgaan.
De heer Eerdmans (JA21):
Het pact is leuk bedacht, maar daar zijn wij ook helemaal niet tevreden over. Daar
moet dus helemaal geen capaciteit naartoe. Wij zullen gewoon capaciteit moeten zetten
op Nederland, om daar de instroom te beteugelen en om terugkeer te bespoedigen.
Voorzitter. Omwille van de tijd zal ik mijn laatste minuut eigenlijk besteden aan
de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad. Daarin staat dat Nederland zich in de EU hard
gaat maken voor het versnellen van terugkeer en het aangaan van die brede partnerschappen
om irreguliere migratie tegen te gaan. Hartstikke goed! Kan de Minister aangeven om
welke partnerschappen dit gaat? Welke concrete projecten lopen er? Is zij bereid om
de motie van de heer Van Dijk van de SGP en mijzelf uit te voeren, namelijk om samen
met gelijkgestemde landen in Europa tot die returnhubs te komen? Ik zeg er maar bij:
het is een wens van JA21 om dat te bereiken, al uit het tijdperk-Van der Burg. Wat
is het plan? Waar is het plan?
Voorzitter. Tot slot van alles, ik heb gepleit voor een kopgroep, een kopgroep van
gelijkgezinde Europese landen: Finland, Zweden, Denemarken, Duitsland, Hongarije en
Polen. Is het zo dat de Minister donderdag en vrijdag in Brussel met die kopgroep
van gelijkgezinde landen gaat praten om te werken aan opvang in de regio waar het
moet: Afrika en het Midden-Oosten? Wij kunnen namelijk die bups hier niet meer gaan
opvangen. Ik ben erg benieuwd naar de antwoorden.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Vondeling van de PVV.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Op de agenda van de JBZ-Raad staat de volledige toetreding
van Roemenië en Bulgarije tot Schengen. Het voorstel is om ook de controles aan de
landsgrenzen op te heffen. De PVV-fractie vindt het onverantwoord dat we Schengen
nog meer gaan uitbreiden. Dat gaat namelijk leiden tot meer asielinstroom en tot meer
instroom van migratie en corruptie. Het is ook een heel raar moment om dit te doen,
juist nu veel andere landen weer binnengrenscontroles invoeren omdat de buitengrenzen
zo lek zijn als een mandje. In het hoofdlijnenakkoord hebben wij ook afgesproken dat
er in tijden van crisis gewerkt wordt aan een mini-Schengen. Waarom gaat het kabinet
dan instemmen met de uitbreiding van Schengen? De PVV is het hier niet mee eens, en
daarom ga ik ook een motie indienen bij het tweeminutendebat om te voorkomen dat de
landsgrenzen van Roemenië en Bulgarije worden opengesteld.
Terwijl Nederland en veel andere Europese landen maatregelen nemen om immigratie te
beperken en het aantal terugkeerders te vergroten, heeft Spanje onlangs aangekondigd
de immigratieregels te versoepelen door bijna 1 miljoen illegalen, waaronder afgewezen
asielzoekers, een verblijfsvergunning te geven. Dat is natuurlijk heel slecht nieuws.
Terwijl de Minister samen met haar collega's uit andere EU-landen plannen heeft om
de terugkeer van illegale immigranten te bevorderen, doet Spanje het tegenovergestelde.
Dat kan toch niet de bedoeling zijn? De migratiestromen richting Spanje nemen steeds
meer toe. Dit jaar zijn er al 41.000 migranten via de Canarische Eilanden Europa binnengekomen.
De Spaanse regering stuurt naar Afrika een open uitnodiging om naar Europa te komen.
Is de Minister het met mij eens dat dit Spaanse beleid in strijd is met het nieuwe
EU-Asiel- en Migratiepact? Gaat de Minister dit ook mededelen aan haar Spaanse collega
bij de JBZ-Raad?
Dan over Marokko. De Minister heeft ons in de begeleidende brief geïnformeerd over ...
De voorzitter:
Mevrouw Vondeling, u heeft een interruptie van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik ben een beetje verrast, want deze Minister voert al een tijdje gesprekken in Brussel
over Schengentoetreding van Roemenië en Bulgarije. Ik hoor de grootste coalitiepartij
nou zeggen: wij gaan een motie indienen om dit tegen te houden. Ik vraag me gewoon
af hoe dat soort dingen gaan. Hoe werkt dit eigenlijk in de coalitie? Hoe verhoudt
de PVV zich tot dit kabinet en tot het besluit van deze Minister?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Wij doen niet aan achterkamertjespolitiek. Ik zie in de brief van de Minister dat
ze in gaat stemmen met het opheffen van de landgrenscontroles, en daar zijn wij het
als partij niet mee eens. Daar zijn wij het nooit mee eens geweest. Vandaar dat ik
daar nu een motie over wil indienen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Misschien moet de PVV even bedenken dat ze nu in een coalitie zitten. Volgens mij
vinden alle achterkamertjespolitieke dingen die nog over de begroting gaande zijn
nou zelfs plaats in de kamer van de heer Wilders. «De PVV doet niet aan achterkamertjes.»
Dat gelul ... Sorry! Dat kan de PVV niet meer stellen. Ik ben gewoon best wel verbaasd,
want volgens mij zijn er best wel een aantal besluiten die je als kabinet in de Europese
Unie neemt. Ik constateer in ieder geval dat de grootste coalitiepartij weer van twee
walletjes wil eten: aan de ene kant de Minister op pad sturen om dit gewoon te accorderen
en daarnaast gewoon een populistische motie indienen om dit tegen te houden.
De voorzitter:
Mevrouw Vondeling. Dan komt er nog een interruptie van de heer Ceder. U kunt hierop
reageren als u wilt, mevrouw Vondeling.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik hoorde geen vraag.
De voorzitter:
Oké. Dan geef ik het woord aan de heer Ceder. Ik maak hem erop attent dat we twee
vragen in tweeën doen. U bent aan uw tweede vraag bezig, meneer Ceder. Daarna is het
ook op.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dan bewaar ik ’m.
De voorzitter:
Ik dacht al dat u dat zou doen. We gaan gauw door met mevrouw Vondeling.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik begin dit stukje even opnieuw. De Minister heeft ons in de begeleidende brief geïnformeerd
over de terugkeersamenwerking met Marokko. Ik lees in de brief dat er binnenkort een
pilot start voor circulaire arbeidsmigratie. Gelukkig worden er weer illegale Marokkanen
uitgezet naar Marokko, maar het kan toch niet zo zijn dat we tegelijkertijd meer Marokkanen
legaal naar Nederland gaan halen? Wat houdt deze pilot in, vraag ik de Minister. Kan
de Minister garanderen dat we niet meer Marokkanen legaal naar Nederland gaan halen?
Zo nee, dan overweeg ik ook op dit punt een motie in te dienen.
Voorzitter. Dan tot slot. De Europese Unie spendeert miljarden in Afrika om de oorzaken
van migratie aan te pakken. Uit een vernietigend rapport van de Europese Rekenkamer
blijkt dat dit geld in een bodemloze put verdwijnt. Zo kreeg een school zonder toegang
tot stroom een elektrische blender cadeau voor een cursus voedselbewerking; weggegooid
geld dus. Kan de Minister vertellen hoeveel van dit geld afkomstig is uit Nederland
en hoeveel geld er het komend jaar vanuit Nederland wordt afgedragen aan de EU voor
het tegengaan van migratie uit Afrika?
Dank u wel.
De voorzitter:
Was dat het, mevrouw Vondeling? Dan is er nog een interruptie van de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Ik heb een korte vraag. Is mevrouw Vondeling ook van mening dat het voorlopig niet
aan de orde kan zijn dat mensen teruggestuurd worden naar Syrië?
Mevrouw Vondeling (PVV):
De Minister heeft een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld en wij houden ons daar
gewoon aan, dus in dat geval: nee.
De heer Van Nispen (SP):
Nee, precies. Ik vraag dit even ter bevestiging, want het komt er met weinig enthousiasme
uit. Op dit punt wordt het beleid van de Minister dus wel gesteund? De PVV vindt nu
dus ook dat terugkeer voorlopig, in ieder geval de komende maanden tot er meer duidelijk
is over de stabiliteit en de veiligheid in Syrië – volgens mij is er nog heel veel
onduidelijk – absoluut niet aan de orde kan zijn? Dat zegt de PVV nu ook, begrijp
ik.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Zoals u weet, is er een asieldeal gesloten. Daarin hebben we afgesproken dat we een
nieuw ambtsbericht afwachten. Dat doen we ook, dus als dat nieuwe ambtsbericht er
is, gaan we daarnaar kijken.
De voorzitter:
Mevrouw Rajkowski voor haar termijn.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank, voorzitter. Migratie staat niet alleen hoog op de Nederlandse agenda, maar ook
op die van Europa. Het is goed dat de illegale migratie in 2024 lijkt af te nemen,
maar we zijn er zeker nog niet. Om weer grip op migratie te krijgen, wil de VVD ook
dat we in Europees verband meer gaan doen. Drie dingen daarover.
Ten eerste de implementatie van het EU-Migratiepact. Uiterlijk morgen moet de Europese
Commissie hierover geïnformeerd worden. De VVD ziet dit pact als een belangrijk onderdeel
van het Nederlandse migratiebeleid en als een onmisbaar instrument om de instroom
onder controle te hebben. Het is een omvangrijk besluit met één richtlijn en negen
verordeningen, dus ik heb een aantal vragen. Gaat het de Minister lukken om deze complexe
wetgevingsoperatie op tijd en juist door te voeren? Verwacht zij dat er lidstaten
zijn die het pact niet kunnen of willen implementeren?
Voorzitter. Dan mijn tweede onderwerp: prioriteiten ...
De voorzitter:
U heeft een interruptie van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben blij dat mijn collega wijst op het Asiel- en Migratiepact. Mede op aandringen
van mijn motie is er een lijst gekomen met wat het allemaal betekent qua wetgeving.
Die hebben we hier. Het zijn 46 pagina's. Dat vraagt heel veel. Tegelijkertijd worden
er naast dit pact ook andere wetsvoorstellen ingediend, waarvan het de vraag is in
hoeverre die te harmoniseren zijn met het Migratiepact. U heeft gisteren de reactie
kunnen lezen van de Raad voor de rechtspraak en de Raad van State, die zeggen dat
er is al te weinig capaciteit is als je dit doorvoert. Dezelfde mensen die hieraan
werken, moeten ook aan deze 46 pagina's aan wetswijzigingen gaan werken. Als we heel
eerlijk zijn, is mijn VVD-collega het dan niet met mij eens dat als het niet lukt
om beide op tijd in te kunnen voeren, de meeste urgentie en prioriteit moet gaan naar
het invoeren van de wetsvoorstellen van het Migratiepact? Is zij het niet met mij
eens dat we dan gewoon moeten kappen met de andere wetsvoorstellen, waarop inhoudelijk
al anderhalf jaar lang veel kritiek is gekomen, maar die toch zijn doorgezet?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Wat de VVD betreft is het en-en. En we moeten Europees wat doen, én we moeten nationaal
wat doen. Ik heb de kritiek ook gezien, maar de voorstellen zelf nog niet. Ik wacht
de voorstellen af en dan zal ik de kritiek die is geuit ook zwaar meewegen. Daar kunt
u van op aan.
De voorzitter:
De heer Ceder in tweede instantie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat vind ik best wel problematisch. Al sinds 2023 schetst de VVD hoe men het tweestatusstelsel
voor zich ziet. Dus ze moeten niet doen alsof ze niet weten hoe dat eruit moet zien.
De VVD is er de architect van geweest en heeft gezegd: dit moet er komen. Het is zelfs
randvoorwaardelijk geweest bij het laten doorgaan van Rutte IV. Toen gingen partijen
daar niet in mee, vanwege de argumenten die gisteren ook naar voren kwamen en die
eigenlijk al anderhalf jaar bekend zijn. Toen is Rutte IV gevallen. De VVD weet dus
wel beter wat haar agenda is. Ik vind het dus een slap antwoord, terwijl het om iets
wezenlijk gaat, namelijk om de vraag of er sprake is van een situatie waarin het pad
van het kabinet, mede gesteund door de VVD, de Migratiepactimplementatie in gevaar
brengt.
Mijn vraag is niet beantwoord. Stel dat het qua capaciteit niet lukt om die onzalige
plannen, waarover we het later gaan hebben, uit te voeren, en het niet lukt om dit
op tijd te verwerken. Stel dat het niet en-en kan. Kiest de VVD dan voor het Migratiepact?
Of blijven ze vasthouden aan de plannen waarbij we Nederland, zoals we op dag één
al wisten, voor de gek houden over de impact ervan?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Het is en-en. De VVD weet dat het niet makkelijk is om dingen te veranderen aan een
asiel- en migratieketen die al vastzit. Daar hebben we oog voor. Dat willen we ook
meenemen. Ik moet de voorstellen nog zien, dus dan kan ik het goed wegen. Maar zeker,
we zijn en blijven voor het tweestatusstelsel. Een groot deel van het asielhoofdstuk
in het hoofdlijnenakkoord komt rechtstreeks uit het VVD-verkiezingsprogramma. Daar
zijn we erg trots op. Ook een tweestatusstelsel kan op heel veel verschillende manieren
worden uitgevoerd. Daar wachten we met smart op.
Mevrouw Podt (D66):
Ik kan het voor een heel groot deel eens zijn met mevrouw Rajkowski waar het gaat
om het belang van het pact en het belang van een goed implementatieplan. Ik denk dat
we met elkaar als commissie ook moeten afspreken dat we dat heel goed gaan monitoren.
Ik moet eerlijk zeggen dat als ik er een beetje doorheen blader, ik me gewoon soms
best wel zorgen maak over heel veel dingen die er moeten gebeuren. Net werd er al
even gesproken over de wetstechnische dingen – daar gaan we het vast nog heel veel
over hebben – maar het gaat ook heel veel over mensen en capaciteit op locaties. Ik
vraag me af hoe de VVD daarnaar kijkt in het licht van de grote bezuinigingen die
eraan komen op de keten. Acht zij het realistisch dat we dit kunnen implementeren
op basis van een asielbegroting waarvan de Rekenkamer zei: we hebben nog nooit zoiets
gezien? En dat was geen compliment.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik begrijp de zorgen. Op het moment dat er wetsvoorstellen naar de Kamer komen, ga
ik ervan uit dat er ook een uitvoeringstoets of invoeringstoets is of wordt gedaan.
Dat zijn elementen waar de VVD scherp naar zal kijken. Dat betekent niet dat wij het
doel uit het oog verliezen. We willen namelijk eindelijk een aantal migratievoorstellen
doorvoeren in de Tweede Kamer waarvoor voorheen geen meerderheid was.
De voorzitter:
Mevrouw Podt in tweede instantie.
Mevrouw Podt (D66):
Ik ben blij om dat te horen. Ik ben ook een groot fan van uitvoeringstoetsen. Ik denk
namelijk dat het belangrijk is de uitvoering hierin mee te nemen. Er komt op een gegeven
moment een enorme wet naar ons toe; volgens mij staat het er ook zo in. Is mevrouw
Rajkowski het met mij eens dat als we dit gaan toetsen, we ervoor moeten zorgen dat
de uitvoering fatsoenlijk de tijd krijgt om daar echt naar te kijken en een echte
toets te doen? We moeten namelijk voorkomen dat dit net zo halfslachtig wordt als
wat nu dreigt te gebeuren met de andere wetten die naar de Kamer komen.
De voorzitter:
Mevrouw Rajkowski heel kort. Daarna vervolgt ze haar betoog.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
In dit debat lopen verschillende dingen door elkaar, namelijk kritiek op wetsvoorstellen
die ik nog niet heb gezien en de uitvoering van het Migratiepact. De uitvoering van
het Migratiepact staat nu ook op de JBZ-agenda. Zeker, het is omvangrijk. We hebben
vorige week in een openbaar gesprek van de IND gehoord dat het qua digitalisering
en instrumenten nog best wel lastig kan worden. Dat begrijpen we. We horen graag welke
hulp de uitvoeringsorganisaties dan nodig hebben. Dan ga ik er alles aan doen om ervoor
te zorgen dat zij de hulp zullen krijgen om dit netjes uit te voeren.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog. O, meneer Van Nispen nog. Ook bij de heer Van Nispen zijn op
een gegeven moment de interrupties op.
De heer Van Nispen (SP):
Oké. Zelfs bij mij.
De voorzitter:
Zelfs bij de heer Van Nispen, hoe goed ze ook zijn over het algemeen.
De heer Van Nispen (SP):
Ik wil toch door op dit punt. De vraag is volgens mij de volgende. Er ligt een heel
omvangrijk implementatieplan. We gaan bij de uitvoering om advies en een reactie vragen
en we gaan vragen wat zij nodig hebben om dat tot een succes te maken. Ik vind het
niet zo raar om de koppeling te leggen met datgene waarover wij gisteren vragen hebben
gesteld, waar mevrouw Rajkowski ook weet van heeft. Dat betreft de belachelijk korte
reactietermijn die gold voor de wetten die nu aanhangig zijn, bijvoorbeeld bij de
orde van advocaten en de Raad voor de rechtspraak. De vraag is volgens mij dus gerechtvaardigd:
steunt mevrouw Rajkowski de oproep aan de Minister om dan de gebruikelijke termijnen
voor de belangrijke ketenpartners, de uitvoering, te hanteren? De termijn moet namelijk
toch minimaal vier of zes weken zijn.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nogmaals, ik heb die wetten gewoon nog niet gezien. Ja, de VVD heeft u in het debat
vaak horen zeggen «het moet snel», «schiet nou eens op» et cetera. Maar het moet wel
netjes. Ik moet wel eerst teksten en voorstellen kunnen zien voordat ik het totale
plaatje kan beoordelen. U wil weten wat ik ervan vind dat de Minister in plaats van
voor vier weken – dat is volgens mij de spoedtermijn – voor één week heeft gekozen.
Ik zou daar eerst een antwoord op willen horen van de Minister, want ik heb al deze
informatie die collega's hebben nog niet op papier gezien.
De voorzitter:
Heeft de heer Van Nispen nog een vervolgvraag? Zo niet, dan gaan we door.
De heer Van Nispen (SP):
Ja. Ik ga die vraag ook stellen, maar daar krijg ik natuurlijk weer geen antwoord
op. Dus die vragen stel ik vandaag ook. Overigens heb ik ook de brief gezien waarop
«vertrouwelijk» staat. Dat is volstrekt in strijd met alle gebruiken en kaders die
daarvoor gebruikelijk zijn. De vraag aan mevrouw Rajkowski gaat nu over het implementatieplan.
Bij de Nederlandse wetten zien we een heel korte reactietermijn. Steunt mevrouw Rajkowski
het idee dat er bij het toesturen van het implementatieplan aan de uitvoering normale,
gebruikelijke reactietermijnen gelden plus een fatsoenlijke consultatie bij de uitvoering,
met alle consequenties die dat heeft?
De voorzitter:
Een kort antwoord graag, mevrouw Rajkowski.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, want het slagen en het behalen van resultaten staat of valt hiermee. Het is nogal
een omvangrijk pact. Daar moet zeker een fatsoenlijke tijd bij komen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nou, ik ga nog allemaal hele erge dingen zeggen, want ik kan toch niet meer geïnterrumpeerd
worden! Nee hoor, komt goed.
Voorzitter. Dan het tweede punt, de prioriteiten van de nieuwe Europese Commissie:
de Terugkeerrichtlijn, returnhubs en het bandencriterium. De Europese verkiezingen
in juni hebben net als in Nederland geleid tot een andere politieke werkelijkheid,
waarbij meer mogelijk is op migratie dan in de afgelopen decennia. Dit blijkt ook
hoge prioriteit te hebben; Von der Leyen heeft dat zelf ook aangegeven. Ik wil de
Minister daarom vragen wat de Nederlandse inzet is op de volgende drie punten: de
herziening van de Terugkeerrichtlijn, het opzetten van returnhubs en een versoepeling
van het bandencriterium. Is de Minister bereid om ervoor te zorgen dat deze drie punten
topprioriteiten worden voor de nieuwe Europese Commissie?
Voorzitter. Mijn laatste punt gaat over grenscontroles. De VVD heeft er eerder een
punt van gemaakt dat de strengere binnengrenscontroles ook vooral slim moeten worden
aangepakt, met zo min mogelijk economische schade. Ook mijn VVD-collega Arend Kisteman
vindt dat erg belangrijk. Zoals ik het voorstel nu heb beoordeeld, voldoet het daar
ook aan. Daar zijn wij blij mee.
Dan een aantal vragen. Zou de Minister de Kamer op de hoogte willen houden, mochten
er toch signalen zijn dat ondernemers hier enorm last van gaan krijgen? Nederland,
Frankrijk en Duitsland kunnen het universele, Europese Entry/Exit System nog niet
invoeren, omdat de ICT nog niet op orde is. Hoe gaat de Minister dit oplossen?
Tot slot, voorzitter. Wat grenscontroles betreft zou ik graag van de Minister willen
weten of zij de zorgen van de VVD deelt over de stijging van het aantal illegale migranten
dat via Rusland en Wit-Rusland de EU binnenkomt. Verwacht zij dat deze migranten ook
naar Nederland toe zullen komen? Wat moet er dan gebeuren om deze migratieroute te
stoppen?
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb een vraag aan de VVD. We hebben gisteren de Raad van State gehoord over de
eerste twee conceptwetsvoorstellen die zijn ingediend, of die voor advies zijn opgestuurd.
Dat was niet mals. Ik zei al: dat verraste mij dan weer niet. Hoe kijkt de VVD naar
die zeer grote bezwaren?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik vind het eigenlijk bijna een punt van orde worden, want er worden mij vragen gesteld
over een wetsvoorstel dat ik niet heb gezien. Als er kritiek is op een wetsvoorstel,
dan moet ik de kritiek, de adviezen of de zorgen wel goed kunnen wegen. Dat kan ik
nu gewoon niet. We hebben het vandaag over de JBZ-Raad. Alles wat daar op de agenda
staat, heb ik gelezen. Blijkbaar hebben al mijn collega's allemaal brieven en dingen
gezien, maar die heb ik niet gezien. Ik kan dus weinig anders dan daarop reageren
met: we nemen dit soort kritiek serieus en ik ga die laten meewegen bij de beoordeling
van het wetsvoorstel. Meer kan ik nu ook gewoon niet zeggen.
De voorzitter:
De heer Eerdmans in tweede instantie.
De heer Eerdmans (JA21):
Een punt van orde terug. We stemmen donderdag over allerlei amendementen en die gaan
over de begroting. Ik heb al gezegd: je kan niet het strengste asielbeleid ooit invoeren
zonder middelen. Dat gaat gewoon niet. Dus ik ben wel benieuwd naar de reactie op
deze eerste consultatie, gericht op zowel de IND als de rechtspraak. Ik begrijp dat
de VVD dat dus eigenlijk op zijn beloop laat voorlopig.
En ik heb er nog een tweede vraag over.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nou, ja ...
De voorzitter:
Mevrouw Rajkowski en daarna gaan we door naar de heer Ceder.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nou, op zijn beloop laten ... Via het hoofdlijnenakkoord is er gewoon geld gereserveerd
voor het tweestatusstelsel. Blijkbaar vindt de heer Eerdmans het te weinig, maar dat
weet ik nu niet.
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb de motie van mevrouw Rajkowski gezien waarin gezegd wordt: wij willen die wetsvoorstellen
als Kamer gewoon voor de kerst hebben. Maar dat gaat niet gebeuren.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nee, dat heb ik gezien.
De heer Eerdmans (JA21):
Wat zijn de consequenties daarvan voor de VVD? De Minister levert namelijk niet wat
de VVD duidelijk vraagt. Dat is al in september heel duidelijk gevraagd. Daar wordt
niet aan voldaan, nu al niet. Dus hoe weinig spoed kan de VVD hebben, zeg maar?
De voorzitter:
De vraag is duidelijk.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Jammer, maar dit is waar we het mee moeten doen. Wij wachten gewoon totdat het wetsvoorstel
naar de Kamer komt.
De voorzitter:
De heer Ceder is door zijn vragen heen. Mevrouw Piri nog?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, u heeft al twee keer naar mij geknikt, dus ik dacht dat het helder was.
De voorzitter:
Het is bijna vakantie. Sorry, sorry.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Rajkowski was volgens mij de eerste parlementariër die hier pleitte voor een
asielbehandelstop voor de Syriërs, zag ik op X. Ze was de heer Wilders net voor. Op
het moment dat de situatie in een land totaal verandert, snap ik dat je de situatie
eerst afwacht. Dat is best logisch. Maar verder heb ik haar niet gehoord over de Syriërs.
Het is de grootste groep asielzoekers in Nederland. We weten ook dat heel veel mensen
al maanden wachten. Nu dit is ingesteld, hoe kijkt de VVD naar het vervolg? Wat vindt
u belangrijk voor het vervolg?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ook in Utrecht zijn de afgelopen dagen veel Syriërs juichend de straten op gegaan.
Die hebben meegemaakt hoe het is om onder zo'n regime en dictator te moeten leven.
Ik snap daarom heel goed het gejuich. Ik vind het volgende alleen wel spannend. Het
is fijn dat dit regime er niet meer is, maar ik kan niet goed inschatten waar HTS
en andere groeperingen voor gaan zorgen, of het echt veilig gaat zijn of niet. Als
mensen worden teruggestuurd, is het belangrijk dat ze daar wezenlijk veilig zijn.
Want anders wil ik mensen niet terugsturen. Dat kan gewoon niet. Dat moet ook niet
mogen en mag ook niet volgens internationaal recht. Daarom willen we dat afwachten
en heb ik om die asielbehandelstop gevraagd. Dat gaat dus twee kanten op.
De voorzitter:
Mevrouw Piri in tweede instantie.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij is dat een logisch standpunt en ook een standpunt dat de meeste partijen
hier kunnen delen. Maar begrijp ik dan ook goed dat er wat de VVD betreft geen plannen
in het kabinet worden gemaakt, zoals in Oostenrijk, voor en een asielstop en een plan
om Syriërs terug te sturen? Begrijp ik goed dat dat echt te voorbarig zou zijn?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, dat is echt te voorbarig. Ik weet niet of er plannen worden gemaakt, maar dat
zal altijd gepaard moeten gaan met een ambtsbericht vanuit BuZa dat het daar veilig
is. Dan kun je pas mensen terugsturen. In de tussentijd moeten we mensen gewoon netjes
opvangen, want de situatie is gewoon onzeker. In alle media is te zien dat heel veel
Syriërs ook heel graag terug willen. Ik heb dus niet het idee dat we daar iets aan
moeten doen. Als het veilig is, willen mensen ook gewoon terug en hun land weer opbouwen.
We wachten het dus af.
De voorzitter:
De heer Ceder voor zijn termijn.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. We spreken vandaag over de Nederlandse inzet voor het Europese
asielbeleid. Ik dank de Minister voor het toesturen van het Nationaal Implementatieplan
Asiel- en Migratiepact, ook in opvolging van mijn motie. Het maakt duidelijk wat de
opgave is en laat zien dat we al anderhalf jaar een pad bewandelen dat er als volgt
uitziet. Mensen is verteld dat we met nationale plannen verder komen, maar we zien
dat het niet beide kan, vooral niet met de begroting, waarover we overmorgen gaan
stemmen. Ik heb al meerdere keren voorspeld dat er een parlementaire enquête zal volgen
over de manier waarop die is vastgesteld.
Voorzitter. Het is goed dat het er ligt. Het roept namelijk de vraag op of het gaat
lukken. Volgens mij willen we allemaal dat het lukt, maar met de middelen, de capaciteit
en de personeelstekorten is het wel de vraag. Ook de hooggerechtshoven hebben erop
gewezen. Ze wijzen erop dat de vreemdelingenrechtspraak nu al overbelast is en met
personeelstekorten kampt. Daarnaast moet er in 2026 Europese wetgeving in Nederlandse
wetgeving worden verwerkt. Dezelfde wetgevingsjuristen zullen daarmee aan de slag
moeten gaan. Zij zeggen dan ook: daar zullen de IND en de rechtspraak de handen vol
aan hebben.
Tegelijkertijd lopen er met spoed twee wetsvoorstellen, waar nu steeds meer kritiek
op komt. Die kritiek is overigens niet nieuw, maar is vanaf dag één van vorig jaar
al bekend. Er lijkt nu veel verbazing over te zijn bij de heer Eerdmans en mevrouw
Rajkowski, maar het was al bekend en de argumenten zijn niet nieuw. Het roept wel
de vraag op wat dit betekent voor de Minister. Als we moeten kiezen omdat het niet
beide kan, waar gaat de prioriteit dan naar uit voor de Minister? Ik hoop dat ze daar
in tegenstelling tot de VVD wel duidelijk antwoord op kan geven. Dit is namelijk een
wezenlijke vraag die beantwoord moet worden om te weten of wij over een aantal jaar
een deugdelijk asielstelsel kunnen verwachten.
Voorzitter. De Raad van State is zeer kritisch over de conceptasielwetten van het
kabinet en stelt zelfs dat het effect van het tweestatusstelsel een verslechtering
zal zijn in plaats van een verbetering. Ik heb het al eerder aangegeven: deze plannen
lagen al op tafel bij de besprekingen die geleid hebben tot de val van kabinet-Rutte IV.
De VVD en het CDA wilden dit graag, maar ChristenUnie en D66 wezen al op de argumenten
die nu, een jaar later, ook uitgesproken worden door de instanties. Dat roept dus
de vraag op: hoe nu verder, en wordt dit doorgezet? Overigens is deze conclusie ook
niet nieuw. We herinneren ons allemaal nog de noodzaak van een fundamentele asielheroriëntatie.
Die is er gekomen, maar die is hier nooit echt serieus behandeld. Die is namelijk
politiek een stille dood gestorven, omdat de uitkomsten een flink aantal partijen
niet bevielen. Als je het rapport over de fundamentele asielheroriëntatie leest, zie
je dat de conclusie over de wetsvoorstellen waar gisteren kritiek op is gekomen toen
eigenlijk ook al was: doe het alsjeblieft niet.
Voorzitter. Afgelopen maandag zijn de extra grenscontroles begonnen. De Minister heeft
de Europese Commissie hiervan op de hoogte gesteld. Is daar al een reactie op gekomen?
Welke voorwaarden gelden hiervoor? Hoe is het contact met de grensgemeentes? Ons bereiken
nog steeds berichten dat het gesprek ondermaats is, en zelfs negatief. De mensen die
er daar verantwoordelijk voor zijn, en ook de lokale bevolking, weten onvoldoende
en hebben onvoldoende contact met de Minister. Hoe staat het daarmee?
Voorzitter. Er wordt gezegd dat er zo weinig capaciteit voor beschikbaar is dat weinig
mensen hier iets van zullen merken. Kan de Minister hierop ingaan? Met name grensregio's
hebben zich juist zorgen te maken over de mogelijke verstoringen. Op welke termijn
denkt de Minister de eerste resultaten van de grenscontroles met de Kamer te kunnen
delen?
Voorzitter. Nog een binnenlands besluit dat op gespannen voet staat met Europese standaarden,
is het besluit om de financiering van de lvv stop te zetten. Er is namelijk een recente
uitspraak van het Hof van Justitie in Europa. Maar al in 2014 heeft het Comité voor
Sociale Rechten de uitspraak gedaan dat het een grondrecht is. Een kabinet, welk kabinet
er ook zit, kan een derdelander dat niet zomaar ontzeggen. Het gevolg daarvan is dat
Europa een stokje kan steken voor de plannen, en dus ook voor het gebrek aan financiering.
Wat is de reactie van de Minister op de meest recente uitspraken uit Europa? Klopt
het dat derdelanders met het weghalen van de lvv alsnog een grondrecht hebben op opvang?
Als dat klopt, klopt het dan dat de financiering niet bij gemeenten kan komen te liggen,
maar dat het een landelijke aangelegenheid is om de financiering en materiële opvang
te borgen? Zo ja, waar halen we dat geld dan vandaan? We stemmen morgen over een begroting
die daar geen geld voor uittrekt ...
De voorzitter:
Dank u wel. U bent nu echt bijna een minuut over uw tijd heen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Dank je wel, voorzitter. Allereerst over het EU-Migratiepact. Effectieve samenwerking
in Europa op het gebied van asiel- en vreemdelingenbeleid is belangrijk volgens de
SP. Maar hoe gaat Nederland hiermee om? We kregen het implementatieplan, maar niet
alles wordt mij duidelijk. Is Nederland bijvoorbeeld nog steeds van plan om gewoon
alle vluchtelingenplekken af te gaan kopen? Wat gaat dat eigenlijk kosten, en waar
zien we dat terug op de begroting? Wat is het gevolg hiervan voor de Europese samenwerking
en solidariteit? Wat is er nog over van je pact als iedereen dit doet?
Een belangrijk onderdeel van dit plan zijn, als het goed is, ook het gesprek en de
voorbereiding samen met de uitvoering en andere organisaties in dit land, zoals de
advocatuur, de Raad voor de rechtspraak et cetera. Gaat de Minister die gesprekken
aan en krijgen zij dan wel fatsoenlijk de tijd? Waarom beperkt de Minister tot nu
toe de inspraak en de reactietermijnen van belangrijke organisaties en adviesorganen?
Dan over legale migratie. Het bekendste voorbeeld daarvan zijn de hervestigingsplaatsen
via de UNHCR, oftewel de uitgenodigde vluchtelingen via de VN. Daar wil de Minister
er per se minder van. Als een soort persoonlijke missie wil zij de meest kwetsbare
mensen laten creperen. Dit zijn zeker echte vluchtelingen, mensen die door de Verenigde
Naties geselecteerd worden in het kader van hervestiging. Het is een kwestie van leven
of dood. Hervestiging redt levens. Waarom moeten er nou juist van die groep 300 mensen
minder naar Nederland komen? Waarom is dat nou zo urgent en wordt dat voorgesteld?
Zou het creëren van legale migratieroutes niet ook onderdeel moeten zijn van een succesvolle,
zelfs een Europese, aanpak? In hoeverre ligt aan de buitengrens op dit moment de nadruk
op het respecteren van mensenrechten en het redden van mensenlevens, in plaats van
op het buiten de deur houden van migranten? Wie ziet daar nu op toe?
Voorzitter. Dan de discussie over Syrië. Of nou, het is eigenlijk al niet eens een
discussie meer. De ontwikkelingen gaan ontzettend snel en de situatie is onzeker.
Dat erkent iedereen. Sommige mensen lieten inderdaad dolblij weten snel terug te willen
keren om het land op te gaan bouwen, maar ik denk dat het beleidsmatig te vroeg is
voor definitieve conclusies over de toekomst, de veiligheid en de stabiliteit. Toch
besloot de Minister wel heel erg snel tot een asielbeslisstop. Wat zijn daar precies
de consequenties van? Mensen moeten nu al heel erg lang wachten. Komt die tijd daar
nog eens bovenop? Krijgen individuen die wel gevaar lopen voorlopig ook geen beslissing?
Hoelang moet zo iemand dan nog wachten? Tot wanneer geldt dit en wanneer kan het ambtsbericht
hierover worden verwacht?
Ook van mij nog enkele vragen over de grenscontroles.
De voorzitter:
Heel kort, meneer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
We worden ingehaald door de tijd wat betreft Syrië. Je ziet nu live dat de interim-premier,
Bashir, alle Syrische vluchtelingen oproept terug te keren naar Syrië. Dat zei hij
in een eerste interview. Dan kun je niet zeggen: dus we duwen ze allemaal terug. Maar
wat is er voor de SP op tegen om te zeggen: de mensen die willen terugkeren, gaan
we daarbij helpen?
De heer Van Nispen (SP):
Ik vind het te vroeg voor dit soort beleid. Want wat de heer Eerdmans voorstelt, is
beleid. Het is echt net een paar dagen geleden. We zien ook nog steeds verschrikkelijke
beelden uit Syrië. Op dit moment is er in een andere zaal een rondetafelgesprek gaande,
waar ik nu dus niet bij ben, maar waar wel ik van hoor dat iedereen erop wijst dat
de situatie hoogst onzeker en nog allerminst veilig is. Ik heb zelf net ook gezegd:
sommige mensen lieten dolblij weten van plan te zijn weer bij te gaan dragen aan het
opbouwen van hun land. Ik leg niemand die dat wil een strobreed in de weg. Maar ik
denk zelf dat het in de euforie is geroepen. Of mensen dat echt gaan doen, daar gaan
zij zelf over. Maar om nou beleidsmatig te zeggen dat we iedereen zo snel mogelijk
– de heer Eerdmans gebruikte die woorden weliswaar niet – gaan helpen bij terugkeer,
vind ik prematuur en zorgelijk. Dat soort voorstellen zou ik nu dus niet willen steunen.
Nogmaals, als mensen op termijn zelf besluiten om terug te gaan om hun land op te
bouwen, dan gaan zij daar natuurlijk zelf over. Maar ik vind echt dat we hier heel
zorgvuldig en terughoudend mee moeten zijn.
De voorzitter:
De vraagsteller is tevreden. Gaat u gauw verder.
De heer Van Nispen (SP):
Dan hebben we toch weer iets bereikt.
Over de grenscontroles. Tot nu toe vind ik de informatie die wij hierover hebben ontvangen
buitengewoon summier. Wij hebben hier nog veel vragen over. Welke doelen heeft de
Minister, heel basaal, nou precies met grenscontroles? Het is nog niet duidelijk.
Wat is dus, ook qua aantallen tegengehouden of onderschepte mensen, het doel? Klopt
het dat binnengrenscontroles eigenlijk alleen mogen worden ingezet bij een ernstige
bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid? Hoeveel capaciteit
wordt hiervoor precies ingezet? We weten dat de Koninklijke Marechaussee hier nauwelijks
mensen voor heeft. Welke waarborgen en garanties zijn er nou eigenlijk tegen bijvoorbeeld
etnisch profileren? Is er ook een kans dat deze controles korter dan zes maanden zullen
duren, of gaat het kabinet inzetten op in ieder geval zes maanden?
Voorzitter. Ten slotte een binnenlandse kwestie: Veldzicht.
De voorzitter:
Heel kort, de heer Eerdmans. Dit is zijn laatste.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, de allerlaatste. Zegt de SP nou serieus dat de grenswacht niet etnisch mag profileren?
Je gaat toch niet serieus menen dat je bij een controle niet mag letten op mensen
die van heinde en verre komen en die inderdaad de mogelijkheid hebben om illegaal
het land binnen te komen? Of is dat wel de lijn van de SP? Want dan ben ik wel benieuwd
hoe de grenscontroles gaan functioneren.
De heer Van Nispen (SP):
Ik denk dat het heel verstandig is om tegen etnisch profileren te zijn. Ik hoop eigenlijk
dat iedereen hier dat is. Ik dacht dat we toch wel met elkaar bereikt hadden dat we
het erover eens zijn dat dit geen goed idee is. Volgens mij kun je niet aan alleen
uiterlijke kenmerken zien waar iemand vandaan komt, of dat iemand misschien de Nederlandse
nationaliteit of een Nederlands paspoort heeft. Het lijkt mij knap vervelend als jij
wel uit de rij gepikt wordt omdat je een donkere huidskleur hebt terwijl jij gewoon
bijvoorbeeld Nederlander bent. Ik vind dat ook niet rechtvaardig. Volgens mij was
dat inmiddels toch wel algemeen aanvaard.
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Eerdmans (JA21):
Dus een auto met een Pools kenteken aanhouden zou ook etnisch profileren zijn voor
de SP? Want dat is dan blijkbaar ook not done.
De heer Van Nispen (SP):
Ik had het net over uiterlijke kenmerken.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat zijn ook uiterlijke kenmerken.
De heer Van Nispen (SP):
Van de auto, inderdaad. Nou, goed, ik weet niet of dit ergens naartoe gaat.
De voorzitter:
We vervolgen.
De heer Van Nispen (SP):
Ik wil afronden met een binnenlandse kwestie, Veldzicht. Ik doe dit omdat het mij
ongelofelijk hoog zit dat deze Minister mensen met ernstige psychische problemen op
straat laat. Dat is een risico voor de samenleving. De Minister beschermt de samenleving
nu gewoon niet. We hebben hier Kamervragen over gesteld. We hebben er moties over
ingediend, die ook aangenomen zijn. We hebben er ook debatten over gevoerd. Er zijn
waarschuwingen uit de praktijk, van de maatschappelijke opvang. Er zijn nieuwsberichten
over verschenen in de media. De Minister is gewaarschuwd. Ik ga hier nu – dat realiseer
ik me heel goed – grote woorden gebruiken: als er slachtoffers vallen, dan is dat
de verantwoordelijkheid van deze Minister, want zij is gewaarschuwd. Grijp dus in.
Voorkom slachtoffers. Houd Veldzicht, zoals de motie u verzocht, open voor deze doelgroep.
En doe dat snel, voordat het te laat is.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga naar mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Bij die laatste oproep kan ik mij van harte aansluiten.
Voorzitter. Afgelopen vrijdag ontvingen we het implementatieplan voor het Europees
Migratiepact. Als we echt iets willen doen aan de instroom, moet dat Europees. Het
plan van Nederland was er wel ontzettend laat. Dat is geen kritiek op de ambtenaren,
want het is een monsterklus. Maar de deadline is morgen. Zo hebben wij dus als Kamer
niets meer te zeggen over dit plan, terwijl we inmiddels hebben kunnen lezen dat de
Minister wel een concept heeft gedeeld met de Europese Commissie. De Kamer heeft dit
concept nooit gezien. Dat begint wel een patroon te worden bij deze Minister. Daarom
vraag ik haar of zij kan toezeggen dat ze bij de verdere implementatie van het pact
zorgt voor een betere informatievoorziening richting de Kamer, zodat wij de plannen
op tijd kunnen controleren en eventueel kunnen bijsturen.
Voorzitter. Voor alle duidelijkheid: nu begint het pas. De komende anderhalf jaar
gaat er heel veel veranderen, ook in de begroting. We hebben al gezien welke financiële
gaten daarin zullen ontstaan. Kan de Minister toezeggen om in de gesprekken over de
implementatie ook de begroting mee te nemen, zodat we verzekerd zijn van voldoende
geld om het pact succesvol uit te voeren?
Voor nu lees ik dat de Minister ook meteen van plan is om het aanmeldgehoor en de
rust- en voorbereidingstijd te schrappen. Het volledig schrappen van de rust- en voorbereidingstijd
vind ik een ongelofelijk slecht idee. Los van het feit dat het voor vluchtelingen
zelf fijn is om even op adem te komen, zorgt dit ook voor een betere procedure, want
iemand die net Nederland binnen is gekomen na een vaak lange en zware tocht, is nog
helemaal niet bij machte om zijn verhaal duidelijk te vertellen. Ik vraag de Minister
dan ook om dit te heroverwegen, want het zal de procedure onderaan de streep niet
korter maken als het leidt tot extra rechtszaken.
Voorzitter. In Nederland is inmiddels begonnen met grenscontroles. Ik wil hier nogmaals
mijn ongenoegen uitspreken over de gang van zaken tot nu toe. De Minister weigerde
maandenlang vragen te beantwoorden en het moest tot een confrontatie in de plenaire
zaal komen. Collega Sneller en ik hadden bijvoorbeeld gevraagd om een impactanalyse
voor de inwoners van de grensgemeenten en voor ondernemers. De antwoorden die we uiteindelijk
kregen, gingen hier totaal niet op in. Dus nogmaals: kan de Minister die impactanalyse
doen en met ons delen? Of denkt dat ze dat die impact er gewoon niet zal zijn omdat
er toch niet voldoende personeel is om daadwerkelijk de grenzen te bewaken?
Voorzitter. Ik wil ook graag – dit is nieuw – een compliment maken aan de Minister.
D66 en andere partijen roepen al langere tijd op tot het sluiten van brede migratiepartnerschappen;
dus niet een zak geld voor het tegenhouden van mensen, maar echte samenwerking waar
beide partners iets aan hebben. De Minister heeft geluisterd, want in het migratiepartnerschap
met Marokko zijn onlangs de handtekeningen gezet onder een pilot voor circulaire arbeidsmigratie.
Kan de Minister die pilot verder toelichten? Wanneer start die, om hoeveel mensen
gaat het en is er bijvoorbeeld een focus op bepaalde economische sectoren? En met
welke landen praat Nederland bilateraal of in EU-verband over partnerschappen waar
circulaire arbeidsmigratie een onderdeel van is?
Voorzitter. Ten slotte. Zondag 8 december zal de geschiedenisboeken ingaan als het
einde van meer dan een halve eeuw Assad-dictatuur. Rond mijn eigen straat in Utrecht
stond het vol met feestvierende en geëmotioneerde mensen. Ik heb met kippenvel gekeken.
Niemand zal Assad missen. Veel Syrische Nederlanders hopen na al die jaren even terug
naar huis te kunnen of zelfs terug te kunnen gaan om hun land weer op te bouwen. Tegelijkertijd
weet niemand wat de toekomst zal brengen. D66 vindt het dan ook zeer terecht dat de
Minister een besluit- en vertrekmoratorium heeft ingesteld totdat er meer duidelijkheid
is over de situatie en dat in ieder geval de komende zes maanden niemand wordt teruggestuurd
naar Syrië.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Podt. Ik ga naar de heer Boomsma van NSC. O, de heer Van Nispen
heeft nog een korte vraag.
De heer Van Nispen (SP):
Niet aan mevrouw Podt; het is een punt van orde. Aan het slot van mijn betoog, toen
ik het had over Veldzicht, voor mij een buitengewoon serieuze kwestie, zat de Minister
een beetje te lachen en te overleggen met haar ambtenaar en luisterde ze niet echt.
Dat is nog tot daaraan toe. Toen mevrouw Podt zich vervolgens in haar eerste zin daarbij
aansloot, zei de Minister met een zucht «uiteraard». Ik zou straks graag van de Minister
willen weten wat ze daarmee bedoelde.
De voorzitter:
Prima. Het is inderdaad verstandig om in dit soort vergaderingen niet buiten de microfoon
te spreken. Dat geldt voor de Kamerleden en ook voor de Minister. Ik ga verder met
de heer Boomsma.
De heer Boomsma (NSC):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik zag dat de Minister ook in Engeland was. Ik hoop
dat ze daar opnieuw inspiratie heeft opgedaan. Dat hoor ik graag, want Nieuw Sociaal
Contract wil echt vaart maken met het beperken van migratie en ook met het hervormen
van het asielstelsel. Ik hoop dus dat we die wetsvoorstellen nu echt snel hier gaan
behandelen, zodat we in Nederland kunnen doen wat we hier op korte termijn kunnen
doen. Maar dat is natuurlijk niet genoeg, want je zult met name ook in Europees verband
moeten optrekken om echt resultaten te boeken. Een groot deel van de oplossingen ligt
gewoon daar. Daarom blijven wij de Minister ook aansporen om gebruik te maken van
de kansen en het momentum dat er nu is in Europa om fundamentele stappen te zetten.
Met betrekking tot het Asiel- en Migratiepact heb ik drie punten: ten eerste de implementatie,
maar ten tweede ook de mogelijkheden om te versnellen en ten derde de mogelijkheden
om het nog aan te vullen. De implementatie is natuurlijk een enorme opgave voor de
komende anderhalf jaar. Het pact bevat de verplichte toepassing aan de grens. We lezen
dat dit zal leiden tot een verdubbeling van het aantal zaken aan de grens, maar welke
stappen worden nu precies gezet om dat aan te kunnen? Dat kon ik niet terugvinden.
Over toereikende capaciteit aan de buitengrens wordt gezegd dat die voor Nederland
is vastgesteld op 211 plekken, maar in het implementatieplan staat wat vaag dat de
verwachting is dat we daar waarschijnlijk aan kunnen voldoen. Hoe zit dat nou? Kan
de Minister dat toelichten?
Dan ten aanzien van de opvang. Kinderen in de opvang moeten door het Asiel- en Migratiepact
dus eerder les krijgen. Dat is goed, maar nu lukt het ook al vaak niet, mede door
de vele verhuizingen. Maar het COA registreert op dit moment niet welke kinderen onderwijs
genieten of niet. Ik denk toch dat het goed is om dat wél te gaan doen. Ik heb ook
de vraag wat eigenlijk de taak wordt van die solidariteitscoördinator en hoe we daarmee
omgaan.
Het is een groot plan. Het is omvangrijk, maar ik zie geen risicoanalyses. Misschien
kan de Minister daarop ingaan. Ik denk dat het bij zulke grote hervormingen gebruikelijk
is om ook een risicoanalyse te maken, knelpunten van tevoren in kaart te brengen en
ook te kijken welke mitigerende maatregelen je kunt nemen.
Dan over het versnellen. Ik denk dat het met name goed zou zijn om de screening aan
de buitengrens te versnellen. Dat gaat natuurlijk met name om andere landen. Kan de
Minister daarop aandringen? Zijn er andere landen die het daarmee eens zijn en liggen
daar inderdaad kansen?
Nog een specifieke vraag over het zogenaamde instrumentaliseren. In Polen heeft nota
bene de heer Tusk recent geëist dat Polen gewoon kan stoppen met het behandelen van
asielaanvragen aan de grens vanwege die chantage door Rusland. Hoe gaat dat nu? Wat
zijn de reacties? Want er is ook wetgeving opgenomen over het omgaan met instrumentaliseren.
Mevrouw Podt (D66):
Volgens mij zegt de heer Boomsma hier twee dingen die niet helemaal met elkaar verenigbaar
zijn. Aan de ene kant spreekt hij allemaal zorgen uit in de zin van: gaan we dit allemaal
wel redden en lukt dat allemaal wel? Die zorgen deel ik. Aan de andere kant zegt hij:
kunnen we nog effe versnellen? Het is hartstikke leuk om dan tegen andere landen te
zeggen dat zij moeten opschieten, maar als we die screening goed willen doen, moeten
we die ook serieus doen. Dat vergt van landen in Zuid-Europa natuurlijk ook dat zij
screeningsfaciliteiten hebben en locaties waar die mensen moeten verblijven. Dat is
nogal wat. Dat gezegd hebbende wil ik de heer Boomsma graag dezelfde vraag stellen
als mijn eerdere vraag aan mevrouw Rajkowski: hoeveel vertrouwen heeft hij hier zelf
in, ook in het licht van de enorme bezuinigingen op de asielketen?
De heer Boomsma (NSC):
Ten aanzien van het versnellen: die wens is al eerder uitgesproken. Daarin staan wij
ook niet alleen. Er zijn meerdere landen die dat belangrijk vinden, net als mevrouw
Von der Leyen en dergelijken. Als het kan, moeten we dat dus zeker niet nalaten. Dat
is inderdaad een hele opgave, maar laten we het in ieder geval proberen. Wat betreft
de kansen en hoe dit zich verhoudt tot de begroting, is al eerder gezegd dat er de
komende jaren veel extra geld is voor de IND. Op langere termijn is een bezuiniging
ingeboekt, maar we hebben steeds gezegd dat als blijkt dat er extra geld nodig is,
dat geld er zal moeten komen. Dan zullen we dat ook moeten leveren. Ik heb inmiddels
ook geleerd dat dit een generaal dossier is. Als er extra geld nodig is, zal dat dus
gewoon gevonden moeten worden. Daar heb ik in die zin vertrouwen in. Ik heb ook in
contacten met de IND gezien dat men daar heel enthousiast met dit plan aan de slag
is. Ik heb daar op dit moment vertrouwen in.
De voorzitter:
Mevrouw Podt met een korte vervolgvraag.
Mevrouw Podt (D66):
Die term «generaal dossier» wordt nu overal in de rondte gegooid alsof die de oplossing
is voor allerlei dingen, maar die maakt het probleem natuurlijk niet makkelijker.
Een generaal dossier betekent niet dat dat geld ineens spontaan ergens ontstaat, maar
dat we dat gaan bezuinigen op onderwijs, zorg en veiligheid. Ik vind het hartstikke
leuk, maar als je dit wil, als je hier serieus mee bent en als je wil dat dit sneller
gaat, als je dit allemaal wil hebben en als je wil dat dit goed uitgevoerd wordt –
dat is op zich een hele legitieme wens – moet je ook een serieuze begroting maken.
Bent u dat niet met mij eens? Dan moet je toch niet zeggen: als er geld bij moet,
kijken we gewoon? Bij een bezuiniging van 85% kan je toch niet met droge ogen volhouden
dat je er wel vertrouwen in hebt dat het goed komt?
De voorzitter:
De heer Boomsma, met een kort antwoord graag.
De heer Boomsma (NSC):
Mevrouw Podt heeft natuurlijk helemaal gelijk dat je, als je bezuinigt, dat geld ergens
anders zult moeten vinden. Ja, dat klopt. Dat lijkt mij geen verrassing; dat is het
voor mij in ieder geval niet. Maar zoals ik al zei, is er voor de komende jaren extra
geld. Er zijn natuurlijk ook veel maatregelen die processen gaan versnellen en die
dus ook efficiency beogen. We zullen dat dus gaan proberen. Als het niet werkt, gaan
we het bijsturen.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Boomsma (NSC):
Dan de samenwerking met Marokko. Ik wil graag een nadere toelichting op hoe dat loopt
en in hoeverre we dit kunnen uitbreiden met andere landen. Hoe gaat het nu bijvoorbeeld
met het al eerder ingezette traject ten aanzien van de samenwerking met Algerije?
En wat is nu de status van het traject met andere landen, zoals Tunesië of Nigeria?
Er is natuurlijk ook een groot netwerk van mensensmokkel en mensenhandel in Agadez,
in Niger. Hoe gaat het daar nu? Anders moet de EU zich ook echt daarop richten om
in contact te komen met mensen om daar oplossingen te vinden.
Voorzitter. Dan het aanvullen van het pact. Er was een kopgroep van landen die eerder
een brief hadden opgesteld over innovatieve oplossingen op migratiegebied. Collega
Rajkowski en ik hebben hierover eerder een motie ingediend om te kijken of we die
kopgroep kunnen aanvullen met andere landen. Hoe loopt dat nu? Zijn er al andere landen
die zich daarbij aan willen sluiten? Kan die kopgroep worden uitgebreid? Want wij
denken dat de kern echt is dat het huidige stelsel de kas van de mensensmokkelaars
spekt en ertoe leidt dat mensen sterven op zee. Je moet dus een verschil gaan maken
tussen hulp bieden aan mensen in nood en mensen het recht geven om zich hier te vestigen.
Dat verschil moet veel beter in ons beleid gemaakt kunnen worden. Dat betekent ook
dat je mensen veel beter moet gaan helpen en opvangen buiten de EU.
De voorzitter:
Uw tijd is bijna op. Nog tien seconden.
De heer Boomsma (NSC):
O jee, dan ga ik snel. Dat kan alleen als je een goede deal sluit met derde landen.
Dan moet je ook afspraken maken over het waarborgen van de mensenrechten. Daar heb
ik al eerder een motie over ingediend.
Specifiek, tot slot. Er wordt voorgesteld om 5 miljard macrofinanciële steun aan Egypte
te geven, maar ik zag nergens dat daaraan enige voorwaarde wordt gesteld ten aanzien
van het verbeteren van de rechtsstaat en het waarborgen van de mensenrechten. Dat
is zeker ook van belang omdat Egypte net een asielwet heeft aangenomen. Er moeten
daar nu honderdduizenden mensen worden geregistreerd.
De voorzitter:
U bent er nu echt ruim doorheen. Het punt is duidelijk: Egypte. Ik ga verder met mevrouw
Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De wereld is minder voorspelbaar dan wij vaak denken. Een maand geleden
was dit kabinet nog van plan om de banden met Assad aan te halen, met Wilders voorop,
met de woorden: «Die man zal niet weggaan.» Het is duidelijk dat we voor geopolitieke
inzichten niet naar de PVV hoeven te kijken, want na 53 jaar dictatoriaal regime,
chemische aanvallen op de eigen bevolking, grootschalige martelingen en executies
is de beul van Syrië eindelijk verdreven. De beelden van de afgelopen dagen zijn indringend:
verbijsterde gezichten van bevrijde gevangenen die het gewone leven nooit hebben gekend
en van bergen van schoenen, ooit gedragen door gevangenen die deze dag niet meer meemaken.
De grote hamvraag is: wat nu? Het einde van het Assad-regime is reden tot vreugde,
maar heeft het land ook in grote onzekerheid gestort. De realiteit is dat we dat moeten
afwachten.
Voorzitter. Nog geen dag was voorbij toen Oostenrijk aankondigde te werken aan een
terugkeer- en deportatieprogramma voor Syriërs. Ook de PVV-leider was vanuit Israël
aan het twitteren dat de juichende Syriërs gelijk teruggestuurd moeten worden. Kan
de Minister bevestigen dat het door haar ingestelde besluit- en vertrekmoratorium
echt iets anders is dan een asielstop? Kan zij bevestigen dat Syrië onder de huidige
omstandigheden nog steeds geen veilig land is en dat er nu zeker geen algehele asielstop
komt, gezien de grote onduidelijkheid? Kan zij bevestigen dat er geen sprake zal zijn
van gedwongen terugkeer? En klopt het dat iedereen die 21 maanden in de procedure
zit, alsnog behandeld wordt? Lees ik dat goed in de brief?
Ik wacht even zodat de Minister ook kan horen wat ik haar vraag.
Minister Faber:
Ik luister.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
O, prima. Worden alle mensen die langer dan 21 maanden in de procedure zitten, dus
alsnog behandeld? En wat betekent zo'n situatie eigenlijk voor het ambtsbericht? Is
er dan sprake van meer frequente ambtsberichten of komt er elke keer na zes maanden,
wanneer het tijdelijke moratorium afloopt, een ambtsbericht?
De voorzitter:
Een interruptie van mevrouw Vondeling.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Het is meer een punt van orde. Volgens mij hebben we het nu over de JBZ-Raad. Dit
gaat over brieven die niet op de agenda staan. Ik vraag me af wat de inbreng van mevrouw
Piri voor de JBZ-Raad is.
De voorzitter:
Mevrouw Piri vervolgt haar betoog en probeert zich te concentreren op de JBZ-Raad.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Nou, sorry, over dat punt van orde: ik ken Brussel vrij goed en ik durf te voorspellen
dat deze JBZ-Raad grotendeels zal gaan over Syrië. Dat de PVV dat niet doorheeft,
is haar eigen probleem.
Voorzitter. Dan Marokko en de omstreden samenwerking op het gebied van terugkeer.
Naast het feit dat Nederland in ruil hiervoor zwijgt over de gebrekkige mensenrechtensituatie
en de Marokkaanse autonomieplannen voor de Westelijke Sahara steunt, lees ik dat er
nu ook een pilot komt voor arbeidsmigranten uit Marokko. Ik hoorde de PVV daar al
bezwaar tegen maken. Uit eerdere debatten weet ik dat openheid over deze samenwerking
niet de norm is, ook bij eerdere kabinetten. Ik lees dat er een memorandum of understanding
is opgesteld voor deze pilot. Kan de Kamer dat ook ontvangen? Dat is mijn verzoek
aan de Minister. Hoeveel mensen vallen onder de pilot en in welke sectoren worden
deze arbeidsmigranten ingezet? In een bijzin zie ik ook staan dat er sprake is van
verdere samenwerking tussen operationele diensten bij grensmanagement. Wat houdt dit
precies in?
Voorzitter. Daarnaast is mijn fractie voorstander van de toetreding van Roemenië en
Bulgarije tot het Schengengebied. Het is mooi dat uitgerekend een PVV-bewindspersoon
dat besluit neemt. Ik hoor graag van de Minister waarom zij vindt dat dit besluit
genomen moet worden.
Voorzitter, tot slot sluit ik mij van harte aan bij de zeer zorgelijke woorden van
de SP over de situatie rondom Veldzicht. Ik hoop dat de Minister inziet dat dat niet
iets is om over te lachen.
Dank u wel.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
We hebben vorige week in De Telegraaf kunnen lezen dat GroenLinks-PvdA op het gebied van migratie een nieuwe koers gaat inslaan. Daar heeft mijn collega
Bente Becker in het debat ook een aantal vragen over gesteld. De heer Timmermans gaf
toen aan dat dat vooral op Europa zal zien en dat de nieuwe koers verder uitgerold
zou worden in debatten die gaan volgen. Ik zat dus eigenlijk met smart te wachten
op deze nieuwe koers. Kan mevrouw Piri daar wat meer over vertellen? Want ik heb daar
niets over gehoord.
De voorzitter:
Dat mag heel kort, maar ik roep nu maar even mevrouw Vondeling in herinnering. Het
is wel een JBZ-Raad. Volgende week hebben we een vier uur durend debat over asiel
en migratie, dus u mag het vragen ... Ik begrijp dat het over Europa ging, dus als
mevrouw Piri het kort zou kunnen houden, dan graag.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik gebruik mijn inbreng van vier à vijf minuten in een commissiedebat
meestal om dit kabinet te controleren, maar ik nodig mevrouw Rajkowski van harte uit
om eens samen een kop koffie te drinken om te praten over de Europese asielmaatregelen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dan zijn we vorige week dus een beetje blij gemaakt met een dode mus, constateer ik.
De VVD was juist verheugd om in verband met Europese asieldeals te horen dat ze GroenLinks-PvdA
misschien ook aan haar zijde zou krijgen om hierover door te denken. Ik ben nieuwsgierig
onder welke voorwaarden asieldeals zouden kunnen. Aan welke landen denkt u dan bijvoorbeeld?
Welke maatregelen gaan we zetten die echt de nieuwe koers laten zien?
De voorzitter:
Mevrouw Piri voor een kort antwoord.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik wil hier serieus op ingaan. Dat vind ik geen enkel probleem. Ik heb daar alleen
iets langer de tijd voor nodig dan één interruptie. Wij zijn niet tegen asieldeals.
Je hebt trouwens heel veel verschillende asielafspraken. De minst omstreden afspraak
is het terugnemen van je eigen onderdanen. Daar hebben we het nu over als het gaat
om bijvoorbeeld Marokko. Daar hoef je ook minder heftige voorwaarden aan te stellen
dan wanneer je het hebt over bijvoorbeeld een Tunesiëdeal, waar het kabinet ook naar
keek. Daar is mijn fractie veel kritischer over. Het opvangen van uitgeprocedeerde
asielzoekers is ook weer iets anders dan het opvangen van mensen die recht hebben
op bescherming. Het is niet makkelijk om nou in één zin te zeggen hoe we naar asieldeals
kijken. Wij zijn daar niet tegen, maar dat hangt heel erg af van de voorwaarden. Als
je het hebt over het bieden van bescherming, dan kan dat ook buiten je eigen landsgrenzen.
Dat is ook in lijn met het Vluchtelingenverdrag en met de EU. Tot nu toe zeg ik heel
eerlijk dat de pogingen die de afgelopen tijd gewaagd zijn, of dat nou ging over Uganda,
Rwanda of Tunesië, niet zaken zijn waarvan mijn fractie inziet ...
De voorzitter:
Mevrouw Van Zanten gaat verder, want u stokt.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
... dat dat veel soelaas gaat bieden.
De voorzitter:
Dank u wel. Dank voor het korte antwoord op deze moeilijke vraag. Mevrouw Van Zanten.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Voorzitter. Afgelopen maandag zijn we begonnen met verscherpt grenstoezicht. We hebben
in Duitsland kunnen zien hoeveel irreguliere migranten – dat zijn migranten zonder
geldige reisdocumenten – we hiermee kunnen tegenhouden en hoeveel mensensmokkel en
andere vormen van criminaliteit worden tegengegaan. BBB is daarom heel erg blij dat
het grenstoezicht is ingevoerd. Wij vroegen ons wel af of er een kosten-batenanalyse
is. Die zouden we heel graag zien, want we willen weten in hoeverre het echt effectief
is. Is de Minister bereid om de Kamer hierover periodiek te informeren? Mocht uit
zo'n analyse blijken dat grenscontroles zeer effectief zijn, dan vindt mijn fractie
het noodzakelijk om dat grenstoezicht ook na die zes maanden te behouden.
De Schengengrenscode maakt dat echter lastig, omdat daarbinnen sprake moet zijn van
een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, in het
bijzonder na terroristische incidenten of dreigingen of bij bedreigingen die uitgaan
van georganiseerde criminaliteit. Deelt de Minister onze mening dat wanneer het grenstoezicht
zeer effectief blijkt, we dit langer moeten gaan doen dan de toegestane zes maanden,
dus ook zonder dat er direct sprake is van terroristische dreiging of bedreiging van
de openbare orde of de binnenlandse veiligheid? Zo ja, ziet de Minister dan mogelijkheden?
Welke mogelijkheden ziet zij? Daar ben ik benieuwd naar. Is zij anders bereid om op
de Raad te spreken over ruimere mogelijkheden voor lidstaten binnen de Schengengrenscode
ten behoeve van het grenstoezicht?
Ik heb nog een andere vraag over grenstoezicht. We hebben de Minister eerder horen
zeggen dat er 50 man beschikbaar zijn. Hoewel Nederland niet heel groot is, deel ik
wel de mening van de heer Eerdmans dat dit wel erg weinig is. Ik heb de Minister ook
horen zeggen dat het waarschijnlijk wordt opgeschaald. Kan zij ons vertellen naar
welke aantallen dan? Waar moeten we aan denken? Wanneer gebeurt dit? Het is voor BBB
namelijk wel heel belangrijk dat hier spoed achter zit.
Dan de ontwikkelingen in Syrië in het afgelopen weekend en de daaropvolgende dagen.
In een zeer korte periode is het de rebellen gelukt om Assad te verslaan. In de media
zien we hele positieve, soms wel lyrische berichten over Syriërs die de straat op
gaan en juichen. Dat is op zich natuurlijk te begrijpen, aangezien ze zijn gevlucht
voor het regime van Assad, maar het betekent voor veel andere Syriërs en ook voor
mijn fractie niet direct dat het alternatief heel veel beter is. Dat moet nog maar
blijken. Al-Jolani, die nu waarschijnlijk aan de macht komt met zijn rebellenorganisatie
HTS, is oorspronkelijk deel van Al Qaida. Kan de Minister een uitgebreide reflectie
geven op deze situatie? Hoe ziet zij dit? Hoe kijkt zij daarnaar? Hoewel Assad natuurlijk
een vreselijk schrikbewind leidde, streed hij ook tegen terreurorganisaties zoals
ISIS en Al Qaida. Leden van deze organisaties zaten dan ook vaak vast in gevangenissen
van het regime. Het verontrust ons eigenlijk dat iedereen in die gevangenissen nu
is vrijgelaten door de rebellen, zonder ook maar te kijken naar de reden waarom mensen
überhaupt gevangen zaten. Nu kunnen zij zich dus ook vrij ontwikkelen en ontplooien
wegens het ontbreken van een interne vijand, zoals zij die wel hadden in het regime
van Assad. Mijn fractie staat dan ook volledig achter de tijdelijke asielbeslisstop
voor mensen uit Syrië. Ik vraag de Minister of dit ook geldt voor gezinshereniging,
zoals Oostenrijk heeft gedaan. Zo niet, is de Minister hiertoe bereid? BBB vreest
voor een soort ...
De voorzitter:
U bent door de tijd.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
O, dat is heel kort. Heel snel.
BBB vreest voor een soort taliban light. We zouden dus eigenlijk het volgende willen
en dat is eigenlijk de belangrijkste vraag aan de Minister. Wij hebben de afgelopen
dagen gezien dat enkele Europese landen al een tijdelijke asielbeslisstop hebben ingevoerd.
Wat ons betreft zou het beter zijn als we dit zouden invoeren in de gehele EU, want
als je eenmaal binnen bent, kun je je gemakkelijk verplaatsen. Is de Minister bereid
om bij de JBZ-Raad te pleiten voor een asielstop voor heel de Europese Unie als het
gaat om mensen uit Syrië?
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Zanten. We schorsen tot 13.40 uur.
De vergadering wordt van 13.12 uur tot 13.40 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Ik maak de Kamer en de Minister erop attent dat er om 15.10 uur
in de plenaire zaal een tweeminutendebat is over ditzelfde onderwerp. Dat geeft ons
ruim een uur om de eerste termijn van het kabinet en een korte tweede termijn te doen.
Mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Een klein punt van orde. Ik moet zo tussendoor even wegrennen. Dat is niet uit desinteresse
voor wat dan ook, maar er is in de plenaire zaal een debat waar ik ook verwacht word.
De voorzitter:
Uitstekend. We beginnen met de Minister. Aan u het woord.
Minister Faber:
Voorzitter, dank u wel. Ik dank de commissie voor de vragen. We zien maar weer dat
asiel en migratie een belangrijk onderwerp is. Het staat hoog op de agenda. Dank voor
al uw vragen. In eerste instantie zou ik stil willen staan bij het punt van orde.
Nu is mevrouw Podt er namelijk nog en zij was er ook bij betrokken. Ik heb begrepen
dat er volgende week een debat is over Veldzicht. Dat is door mevrouw Podt aangevraagd,
ook namens meneer Van Nispen. Daarom was mijn reactie net: uiteraard. Daarom vroeg
ik ook aan de ambtenaar naast mij: we hebben volgende week toch een debat? Dat was
de oorzaak daarvan. Ik hoop dat ik dat nu heb kunnen verduidelijken.
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Faber:
Dan is dat in ieder geval al besproken. Dan kunnen we dat in ieder geval niet meer
vergeten.
Voorzitter. Ik heb diverse blokjes. Dat betreft het pact, binnengrenscontroles, Syrië,
innovatieve partnerschappen, gewone partnerschappen – daar zit een onderscheid in;
ze zitten wel na elkaar, dus dat scheelt – Schengen en grenzen, en een mapje diversen.
Dan weet u in ieder geval hoever we zijn.
De voorzitter:
Ik tel er zes, nee, zeven zelfs.
Minister Faber:
Zeven, ja.
Dan ga ik gauw door met het pact. De heer Eerdmans had de vraag: is er een probleem
met de capaciteit bij de IND? Een tweestatusstelsel en ook andere voorstellen hebben
natuurlijk impact op de IND. De IND zal uitgebreider dan nu moeten gaan motiveren
waarom een vreemdeling niet in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus, maar voor
subsidiaire bescherming. Het klopt dat dit meer tijd kost. Ook is de verwachting dat
veel vreemdelingen zullen doorprocederen voor een vluchtelingenstatus. Het betreft
een aanzienlijke uitdaging voor de uitvoering. Dat wordt ook nader onderzocht. Dit
betekent natuurlijk iets voor de middelen die de keten krijgt om deze omvangrijke
aanpassingen door te voeren, maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken.
Mevrouw Rajkowski en de heer Ceder hadden vragen over de implementatie van het EU-pact.
Gaat het de Minister lukken om deze complexe wetgeving op tijd en juist door te voeren?
Het antwoord is ja. We staan voor een complexe klus, maar ik zal er alles aan doen
om het pact tijdig in te voeren. Dit doen we in nauwkeurige samenwerking met alle
betrokken ketenpartners, waaronder de IND en het COA. Deze organisaties zijn sowieso
al betrokken, want die worden meegenomen in alle processen qua beleid.
Dan de vraag van mevrouw Rajkowski over het EU-pact. Verwacht de Minister dat er lidstaten
zijn die het pact niet willen of kunnen implementeren? Nee, dat verwacht ik niet.
Alle lidstaten zijn gebonden aan de afspraken van het Europees Asiel- en Migratiepact.
De rol van de Europese Commissie is erop toezien dat de lidstaten goed en tijdig de
nieuwe regels invoeren. De Commissie neemt deze verantwoordelijkheid dan ook.
Meneer Van Nispen had de volgende vragen. Is Nederland nog steeds van plan om alle
vluchtelingenplekken af te kopen? Wat gaat dit kosten? Hoe zien we dit verder terug
in de begroting? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de samenwerking en solidariteit?
Wij zijn van plan om die vluchtelingenplekken af te kopen. In het regeerprogramma
is opgenomen dat het kabinet als solidariteitsbijdrage kiest voor de financiële tegemoetkoming.
Dat is ook een mogelijkheid die het pact biedt. De kosten zijn nog niet bekend, omdat
dat afhankelijk is van de aantallen die de Commissie in de tweede helft van 2025 zal
indiceren.
De voorzitter:
U heeft een interruptie van mevrouw Podt. Ik begin weer met twee interrupties per
persoon, omdat we echt om 15.00 uur klaar moeten zijn.
Mevrouw Podt (D66):
Waar ik een beetje benieuwd naar ben, is het volgende. Ik heb inderdaad gelezen dat
het kabinet dat van plan is. Ik vind daar wel dingen van, maar goed, dat heeft nu
volgens mij niet zo veel zin. Maar ik vraag me wel wat af. Als alle lidstaten vervolgens
gaan zeggen «we gaan dit wel afkopen», dan hebben we als Europa natuurlijk een probleem.
Het hele idee is natuurlijk wel dat we gezamenlijk aan de lat staan om dat op te lossen.
Is de Minister dus bereid om dit te bespreken met haar counterparts tijdens de JBZ-Raad
en hier expliciet op terug te komen in het verslag richting deze Kamer? Dan kunnen
wij ook als Kamer beoordelen of dat nou enig realisme heeft. Want nogmaals, als iedereen
dit gaat doen, dan zijn we helemaal nergens.
Minister Faber:
Ik begrijp de vraag van mevrouw Podt, maar we wachten natuurlijk wel de implementatieplannen
van de andere lidstaten af om te zien hoe zij daarin zitten. Maar het heeft zeker
onze aandacht.
Mevrouw Podt (D66):
«Het heeft onze aandacht» vind ik niet helemaal genoeg. Volgens mij gaat de Minister
de komende tijd een aantal keer naar de JBZ-Raad. Daar zal steeds meer duidelijk worden
hoe elke lidstaat daarin staat. Ik stel voor dat we in ieder verslag een klein stukje
krijgen – dat hoeft echt geen heel A4 te zijn – waarin wordt beschreven hoe andere
lidstaten omgaan met het verdelen dan wel het afkopen. Dan kunnen we zien hoe dat
ervoor staat.
Minister Faber:
Natuurlijk. Zodra zaken bekend zijn, willen we die uiteraard met u delen. Maar dan
moet u toch wel de plannen van de andere lidstaten afwachten. Anders heb ik daar niks
over te melden. Maar zo gauw er informatie bekend is, willen wij die natuurlijk delen
met uw Kamer.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Faber:
Wel geldt dat het overnemen van één asielzoeker in de wetgeving gelijk is gesteld
aan een financiële bijdrage van € 20.000.
Mevrouw Podt vroeg: kunt u garanderen dat u de Kamer bij de implementatie van het
pact beter op de hoogte houdt dan tot nu toe? Ik heb aan uw Kamer toegezegd dat ik
tijdig een brief zou sturen over de implementatie van het pact met daarin de belangrijkste
beleidskeuzes die in deze fase gemaakt zullen worden. Dat heb ik vorige week dus ook
gedaan. Voor uw Kamer is er alle ruimte om daarover met mij in gesprek te gaan. Dat
kan tijdens dit commissiedebat, maar ook tijdens de behandeling van het wetsvoorstel
dat de verordeningen en de richtlijn nationaal zal implementeren. De indiening van
de wet is voorzien in de eerste helft van 2025.
Meneer Boomsma had een vraag over de solidariteitscoördinator. Hij vroeg wat die gaat
doen. Een solidariteitscyclus is een onderdeel van het pact. Daarin wordt voor alle
lidstaten vastgesteld onder welke migratiedruk zij staan en hoe zij elkaar hierbij
kunnen ondersteunen. De solidariteitscoördinator gaat verschillende zaken doen. Hij
levert onder andere de juiste data aan over deze migratiedruk. Ook coördineert de
solidariteitscoördinator eventuele bijdragen aan andere lidstaten, zoals geld of operationele
ondersteuning.
Meneer Ceder kwam met de vraag: als de Minister moet kiezen tussen de implementatie
van het EU-pact of die van andere wetsvoorstellen, wat gaat zij dan kiezen? Deze vraag
is voor mij in feite niet relevant. De maatregelen die u noemt, het Migratiepact en
de wetsvoorstellen uit de asielnoodmaatregelenwet, gaan voor een soberder en strenger
asielbeleid zorgen. Ik ben mij ervan bewust dat al deze voorgestelde wijzigingen impact
hebben op de uitvoerende diensten. Ik ga met hen in overleg, onder andere over het
tijdpad en de financiële middelen, om ervoor te zorgen dat er ook daadwerkelijk een
sobere en strengere asielprocedure komt.
Meneer Boomsma kwam met een vraag over het vereisen van verplichte toepassingen aan
de grens. Welke stappen worden gezet om dit aan te kunnen? Dit is namelijk niet te
lezen in het NIP. Er staat alleen dat de verwachting is dat hieraan kan worden voldaan.
Dat staat erin. Nederland heeft het voordeel dat we al vele jaren een grensprocedure
kennen, die goed functioneert. Naar de huidige inzichten voldoen we aan de verplichtingen
van het pact.
Meneer Van Nispen had de vraag: gaat de Minister met organisaties zoals de advocatuur
en de Raad voor de rechtspraak in gesprek over de implementatie van het pact? En waarom
beperkt de Minister de inspraak van deze organisaties in de wetstrajecten? De implementatie
van het Migratiepact is een grote uitdaging voor de ketenpartners. Ik acht het van
groot belang om hen hier tijdig in te betrekken. Ik ben al in gesprek met een aantal
ketenpartners, zoals het COA, de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Ik ga nog
in gesprek met andere ketenpartners, zoals de advocatuur en de Raad voor de rechtspraak.
Maar het punt is wel dat wij snel aan de slag moeten.
Mevrouw Podt vroeg: kan de Minister toezeggen ... O, pardon.
De voorzitter:
Heel even. De heer Van Nispen heeft een vraag.
De heer Van Nispen (SP):
Dat kan een hele korte vraag zijn. Krijgen zij dan wel fatsoenlijk, normaal, de tijd
die gebruikelijk is en dus niet slechts één week inclusief vertrouwelijk, zoals we
afgelopen week hebben gezien?
Minister Faber:
Voor het pact is dat zeker de bedoeling. De twee wetsvoorstellen die nu in de pijplijn
zitten en waar we dus mee bezig zijn, zijn de asielnoodmaatregelenwet en de wet over
het tweestatusstelsel. Het klopt dat ze daar één week voor hebben gehad. Dat kwam
doordat er grote druk zit op het wetgevingsproces. Dat is ook gevraagd door de diverse
partijen en dat hebben we gedaan. Zoals u weet, wilde men de noodwet van tafel hebben,
waarna er spoedwetgeving is gekomen. Daarvan is dit een onderdeel. Er is ook een motie
aangenomen betreffende het tweestatusstelsel waarin staat dat deze wetsvoorstellen
eigenlijk al voor de kerst bij de Tweede Kamer moeten liggen. Dat hebben wij niet
gehaald, maar we gaan wel alles op alles zetten om ze in ieder geval bij de Raad van
State te krijgen. Het is dus ook een verzoek uit de Kamer. Dan krijg je dus druk op
het proces en daarom hebben we deze tijd drastisch moeten inkorten.
De voorzitter:
Ik ga dit onderwerp doorschuiven naar volgende week, want ik denk dat we er dan uitgebreid
op terugkomen. Maar het korte antwoord op de vraag van de heer Van Nispen is dus ja,
als ik het goed begrijp.
Minister Faber:
Ja. Even kijken of ik deze vraag dan helemaal heb beantwoord. Ja.
Mevrouw Podt vroeg: kan de Minister toezeggen om in de gesprekken over de implementatie
ook de begroting mee te nemen, zodat we ervan verzekerd zijn dat er genoeg middelen
zijn voor een succesvolle implementatie van het pact? Op een aantal onderwerpen volgt
nog besluitvorming in de eerste helft van 2025. Daarover informeer ik uw Kamer nog
op een later moment. Ik kan uw Kamer dan ook na de besluitvorming over de Voorjaarsnota,
in 2025, informeren over hoe de uitvoeringskosten van het Migratiepact gefinancierd
gaan worden.
Mevrouw Podt (D66):
Maar zo werkt het niet helemaal. Wat deze Minister steeds doet, is het volgende. Op
het moment dat alles helemaal klaar is, krijgen wij het als Kamer een keer te zien.
Dat speelt bijvoorbeeld bij de twee statussen. Dat moet allemaal geheim blijven en
dat mogen we vooral nog niet zien. Ook over die grensdingen krijgen we helemaal niks
te zien. Ik maak me gewoon heel erg veel zorgen als ik kijk naar dat implementatieplan,
omdat we weten welke bezuinigingen op de keten eraan komen en we aan de andere kant
zien dat er in dat implementatieplan nog heel erg veel dingen niet staan. Denk aan
allerlei locaties die straks gerealiseerd en gebouwd moeten worden en waarin mensen
aan het werk moeten gaan. Of denk aan voogden voor Nidos, die natuurlijk in geen velden
of wegen te bekennen zijn. Dat is heel zorgelijk, want iedereen wil dit plan. Ik wil
dus graag als Kamer die medeverantwoordelijkheid nemen om mee te kijken of dit de
goede kant opgaat. Dat is ook in het belang van deze Minister, want anders is zij
aan het eind van de rit in haar eentje het bokje als het niet goed gaat. Maar dat
kan alleen als deze Minister ons tijdig informeert, ook over de begroting. Bij de
Voorjaarsnota is het gewoon te laat, want dan hebben we nog maar een jaar tot de implementatie.
Deze Minister moet dus eerder gaan aangeven hoe het eruitziet met de locaties en wat
we daar ongeveer voor nodig hebben. Dan heeft ze waarschijnlijk het geld nog niet,
want daar moet inderdaad bij de Voorjaarsnota over gesproken worden, maar ik wil dat
als Kamerlid wel weten.
Minister Faber:
Ik heb de Kamer geïnformeerd in het implementatieplan. Daarin staat ook de volgorde
waarin we de zaken gaan uitvoeren. Betreffende de financiële middelen kan ik het volgende
zeggen. Dit is een verplichting die wij moeten gaan uitvoeren van de Europese Unie.
Ik ga er echt van uit dat die financiële middelen op tafel zullen komen, want wij
moeten dit gewoon uitvoeren. Linksom of rechtsom moeten die financiën er dus gewoon
komen. En een heel groot deel van de asielprocedures is natuurlijk een generaal dossier,
dus het moet gewoon gedekt gaan worden. Ik heb er ook alle vertrouwen in dat dat gaat
gebeuren.
De voorzitter:
Heel kort, mevrouw Podt, want eigenlijk mag het niet meer. Heel kort.
Mevrouw Podt (D66):
Daar gaan we weer: het generaal dossier. Het is net alsof dat een soort toverstokje
is. Het generaal dossier betekent dat alle tekorten die deze Minister straks heeft
en waar we onherroepelijk op aflopen – je ziet alle gaten namelijk gewoon liggen –
straks worden gedekt uit de Onderwijsbegroting, de Zorgbegroting en de Justitiebegroting.
De voorzitter:
Uw vraag?
Mevrouw Podt (D66):
Verwacht deze Minister nou dat we haar op haar blauwe of groene ogen – ik weet het
niet – geloven op het moment dat zij zegt er alle vertrouwen in te hebben? Wij moeten
dat vertrouwen wel ergens op kunnen baseren. Is zij dus bereid ...
De voorzitter:
De Minister, en daarna vervolgt zij haar betoog.
Minister Faber:
Ik begrijp de gedrevenheid van mevrouw Podt natuurlijk. Het is ook haar functie om
de regering te controleren. Dat is ook allemaal prima. Het is natuurlijk wel zo dat
deze wetsvoorstellen allemaal naar uw Kamer toe komen en dat daarvoor ook de financiën
op orde moeten zijn. Die gaan wij gewoon op orde brengen, want we moeten het gewoon
gaan uitvoeren.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Faber:
Dan kom ik bij de binnengrenscontroles. Meneer Eerdmans had de vraag: «Volgens de
vakbond van de marechaussee gaan 50 mensen de grenzen controleren. Is dat niet een
farce? En waarom wordt het leger niet ingezet voor de grenscontroles?» Nou, de binnengrenscontroles
zijn geen farce. De Koninklijke Marechaussee geeft geen informatie over waar en hoeveel
controles zij per dag uitvoeren, omdat de locatie en de frequentie van de controles
gebaseerd worden op informatiegestuurd optreden en daarmee de inzet per moment kan
verschillen. Daarbij gaat het om operationeel gevoelige informatie. Het kabinet heeft
besloten de binnengrenscontroles momenteel door de Koninklijke Marechaussee binnen
de bestaande capaciteit uit te laten voeren.
Meneer Eerdmans had ook de vraag: klopt het dat asielzoekers aan de binnengrenzen
naar Ter Apel worden gebracht? Van vreemdelingen die aangeven internationale bescherming
te willen in Nederland, wordt de aanvraag conform Europese en nationale wetgeving
in de asielprocedure beoordeeld. Als zij geen recht op asiel hebben, wordt ingezet
op vertrek uit Nederland. Vreemdelingen die eerder in andere lidstaten asiel hebben
aangevraagd, de zogenaamde Dublinclaimanten, zullen via de Dublinprocedure worden
overgedragen aan de verantwoordelijke lidstaat.
De voorzitter:
U heeft een interruptie van mevrouw Vondeling.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb een vraag aan de Minister. Het is natuurlijk goed dat we asielzoekers gaan
overdragen op grond van Dublin, maar is het nu ook zo dat als de Koninklijke Marechaussee
bijvoorbeeld een asielzoeker signaleert aan de grens, er dan ook gelijk geregistreerd
wordt uit welk land de asielzoeker komt, dus uit België of Duitsland? Dat kan misschien
helpen voor die Dublinoverdracht.
Minister Faber:
De marechaussee zal zeker trachten zo goed mogelijk boven water te krijgen wat het
land van herkomst is, waar zij Dublin hebben aangevraagd, want daar moet je natuurlijk
op handelen. Het kan zijn dat je iemand aan de grens treft die gewoon zijn mond houdt
en dan wordt het natuurlijk lastiger. Maar we zetten er wel op in om zo veel mogelijk
te bekijken waar men vandaan komt. Je ziet bijvoorbeeld weleens dat een Franse auto
wordt aangehouden en dan is de kans natuurlijk heel groot dat ze uit Frankrijk komen.
Maar goed, de marechaussee is efficiënt en slim genoeg om dat boven water te krijgen.
We zullen zeker trachten dat zo veel mogelijk te gaan doen.
De voorzitter:
Mevrouw Rajkowski wil hier iets over vragen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Een verduidelijkende vraag. Dus dat betekent dat Dublinclaimanten – maar dat zullen
ze eigenlijk allemaal zijn, of een groot deel in ieder geval – die over land aankomen,
dan dezelfde dag nog worden teruggezet? Of gaan die eerst helemaal de procedure in?
Minister Faber:
Als het mogelijk is om ze dezelfde dag nog terug te zetten en als het aan de Duitse
grens gebeurt – we hebben een hele goede samenwerking met Duitsland – dan kan die
persoon direct worden overgedragen. Volgens de afspraken die zijn gemaakt met Duitsland
kan dat. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat ze uit een ander, verder land komen. Dan
moeten ze wel de Dublinprocedure in.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dit roept toch even een vraag op, want volgens mij werkt het met Dublinclaimanten
zo dat iemand geregistreerd moet zijn, namelijk in een ander Europees land, en niet
zozeer dat hij vanaf de grens met Duitsland binnenkomt. Dus begrijp ik dan goed dat
de marechaussee een database heeft waarin zij meteen kunnen zien of iemand ook geregistreerd
is in Duitsland? Als diegene niet is geregistreerd in Duitsland, dan kan je diegene
ook niet ... Dan moet die alsnog naar Ter Apel, toch?
Minister Faber:
Het klopt wat u zegt, maar de marechaussee kan ter plekke kijken of iemand al geregistreerd
is een ander land. Dat kunnen ze zien.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Faber:
Mevrouw Rajkowski had de vraag: zou de Minister de Kamer op de hoogte willen houden,
mochten er toch signalen zijn dat ondernemers last zouden krijgen van de grenscontroles?
Het kabinet neemt maatregelen om de impact van de grenscontroles op de economie en
op de grensregio's zo veel mogelijk te beperken en is scherp op signalen vanuit de
praktijk. Ik zal de Kamer ook informeren als de controles leiden tot eventuele significante
negatieve gevolgen en verdere maatregelen hiertegen nodig zijn.
Meneer Ceder had de vraag: hoe heeft de Commissie gereageerd op de aankondiging van
de binnengrenscontroles? De Commissie heeft kennisgenomen van de notificatie over
de binnengrenscontroles, maar heeft geen formele reactie gestuurd.
Meneer Eerdmans had de vraag: hoeveel illegalen en mensen die al in Duitsland of België
asiel hebben aangevraagd, zijn al teruggestuurd? De grenscontroles zijn zeer recent
gestart, op 9 december. De Koninklijke Marechaussee is druk bezig met de uitvoering
ervan. Met België en Duitsland bestaan afspraken over de mogelijke overdracht van
geweigerde vreemdelingen, die ook bij de uitvoering van de grenscontroles worden gerespecteerd.
Aangezien de controles een paar dagen geleden zijn gestart, is het beeld over de resultaten
nog niet compleet en kan daarom een vertekend beeld ontstaan. De Koninklijke Marechaussee
zal ook goed bijhouden tot welke resultaten de controles leiden. De Kamer wordt op
een later moment geïnformeerd over de resultaten van de grenscontroles. Het is natuurlijk
ook nog zo dat we na zes maanden aan de Europese Commissie een rapportage moeten sturen
over onze werkzaamheden aan de grens.
Meneer Van Nispen had de vraag: welke waarborgen en garanties zijn er bij de grenscontroles
ten aanzien van bijvoorbeeld etnisch profileren? De marechaussee is een zeer professionele
organisatie, die gehouden is aan internationale, Europese en nationale waarborgen
ten aanzien van de bescherming van de fundamentele rechten. De marechaussee handelt
ten aanzien van de grenscontroles conform het handelingskader professioneel controleren.
Ik heb ook Kamervragen ontvangen ten aanzien van deze maatregelen voor het tegengaan
van etnisch profileren. Ik antwoord uw Kamer schriftelijk hierop.
De voorzitter:
Kunnen we die antwoorden verwachten voor het debat volgende week donderdag? Is dat
mogelijk, vraag ik even tussendoor aan de Minister voor het proces.
Minister Faber:
Ja, volgens mij zou dat moeten kunnen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat helpt, denk ik. De Minister vervolgt haar betoog.
Minister Faber:
Goed. Dan kom ik op Syrië.
De voorzitter:
Sorry, eerst de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Toch over die grenscontroles. Het is natuurlijk prima maar ook logisch dat we op enig
moment over de resultaten worden geïnformeerd. Het is nu de derde dag dat ze bezig
zijn. Ik vind het ook nog wat vroeg om naar resultaten te vragen, maar daarom vroeg
ik ook naar de doelen, de beleidsdoelstellingen. Wat beoogt de Minister nou precies
met deze binnengrenscontroles qua aantallen onderschepte mensen? Want dan kun je over
een paar maanden kijken of het ook heeft opgeleverd wat we ervan hadden verwacht,
qua inzet van geld en mensuren versus de opbrengsten daarvan. Dat lijkt me heel zinnig
op die manier. Maar die informatie hebben we toch nog niet?
Minister Faber:
De extra binnengrenscontroles zijn een van de maatregelen van een totaalpakket waarmee
wij meer grip willen krijgen op migratie. Het is een onderdeel van een heel pakket.
Die instroom moet naar beneden. Daar is dit een onderdeel van. We willen ook meer
grip krijgen op migratie en ook op illegale migratie. Wat we nu dus ook zien, is dat
we, als we mensen kunnen tegenhouden aan de grens en als we ze kunnen terugsturen
of als het bijvoorbeeld Dublinclaimanten zijn, dat gewoon zo snel mogelijk doen. Het
is een onderdeel van een pakket van maatregelen waarmee we doelbewust de instroom
willen verminderen.
De voorzitter:
Mag ik met het oog op de tijd voorstellen dat we deze discussie vervolgen nadat schriftelijk ...
U heeft deze vragen waarschijnlijk ... Ik kijk naar de heer Van Nispen. Nee, deze
vragen heeft u niet schriftelijk gesteld? Oké. Dan mag u natuurlijk door.
De heer Van Nispen (SP):
Ik zal dat kort doen. Het antwoord van de Minister leidt bij mij tot de conclusie
dat er geen concrete beleidsdoelen zijn gesteld specifiek voor de grenscontroles.
Want de Minister begint over grip op migratie en aantallen en zegt dat het onderdeel
van een totaalpakket is. Maar dat betekent dus dat de Minister kennelijk geen helder
beleidsdoel voor ogen heeft voor hoeveel mensen onderschept of tegengehouden moeten
worden bij de grens als gevolg van de controles van de marechaussee.
Minister Faber:
Ik heb geen cijfers vastgelegd in de zin van: we moeten zoveel mensen tegenhouden
en zoveel mensen onderscheppen. Het is een onderdeel van meerdere maatregelen om de
instroom te beperken en meer grip te krijgen op migratie.
De voorzitter:
Mevrouw Van Zanten had ook een vraag op dit punt.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ja, want ik heb begrepen dat de Minister nu aan het einde is gekomen van haar blokje
grenscontroles. Ik mis ongeveer vijf vragen en antwoorden.
De voorzitter:
Was u aan het einde van het blokje grenscontroles, Minister?
Minister Faber:
Ja.
De voorzitter:
Dan is het misschien handig dat mevrouw Van Zanten de vragen even heel snel herhaalt.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik heb gevraagd of de Minister bereid is de Kamer periodiek te informeren over een
kosten-batenanalyse. Ik heb gevraagd of zij onze mening deelt dat wanneer het grenstoezicht
zeer effectief blijkt, wij dit langer dan de zes maanden moeten doen, ook zonder dat
er direct sprake is van een ernstige bedreiging voor de openbare orde of de binnenlandse
veiligheid. Ik heb gevraagd welke mogelijkheden de Minister hiertoe ziet en of zij
anders bereid is om in de Raad te spreken over ruimere mogelijkheden binnen de Schengengrenscode
voor lidstaten ten behoeve van grenstoezicht. Ik heb ook de vraag gesteld of de Minister
ons kan vertellen naar welke aantallen er wordt opgeschaald en wanneer dit gebeurt.
De voorzitter:
Als u de antwoorden nu niet paraat heeft, dan doen we dat in de tweede termijn.
Minister Faber:
Ik heb hier al diverse ...
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Minister Faber:
Mevrouw Van Zanten had gevraagd om de kosten-batenanalyse te delen. Vanwege de maatregelen
die het kabinet heeft genomen, verwacht ik dat de impact van grenscontroles op grensregio's
beperkt zal zijn. Mede daarom is er geen impactanalyse gemaakt voor deze maatregel.
Het kabinet blijft echter scherp op signalen uit de praktijk wat betreft de uitvoering
en de impact van de grenscontroles. In dat kader heb ik ook contact met de grensregio's.
Mevr ... Misschien kan ik beter eerst het ...
De voorzitter:
Mevrouw Van Zanten wil interrumperen, maar gaat u maar even door.
Minister Faber:
Deelt de Minister de mening dat wanneer grenstoezicht effectief blijkt, ingezet moet
blijven worden op langer toezicht, zonder de voorwaarde dat er een bedreiging is voor
de openbare orde en veiligheid, en welke mogelijkheden ziet de Minister hiervoor?
Herinvoering van binnengrenstoezicht is conform de Schengencode een tijdelijke maatregel.
Verlengen is onder voorwaarden mogelijk. De vraag of eventuele verlenging mogelijk
of noodzakelijk is, zal tegen het einde van de zes maanden bezien moeten gaan worden,
onder meer door te kijken naar de effecten van het grenstoezicht. Daar kan ik nu nog
niet op vooruitlopen.
Dan had mevrouw Van Zanten ook de vraag betreffende de 50 man voor grenstoezicht:
«Dat is erg weinig. Kan de Minister vertellen naar welke aantallen dit wordt opgeschaald
en wanneer?» De Koninklijke Marechaussee heeft op dit moment, mede vanwege de huidige
groei van de taken, te maken met een tekort aan personeel. Het kabinet heeft voor
de nabije toekomst financiële middelen vrijgemaakt ten behoeve van het versterken
van het grenstoezicht. Dat betekent dat de marechaussee de komende jaren de middelen
krijgt om de capaciteit te versterken. De aanwending van extra financiële middelen
wordt momenteel uitgewerkt door mijn ministerie en het Ministerie van Defensie. Hierbij
wordt ingezet op zowel extra personele marechausseecapaciteit als inzet van technische
en innovatieve middelen.
De voorzitter:
Ik kijk even of mevrouw Van Zanten tevreden is met deze antwoorden. Dan kan de Minister
haar betoog vervolgen. Eén vraag? Gaat uw gang.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ja, één vervolgvraag. Dank aan de Minister voor de beantwoording. Nog even over die
kosten-batenanalyse. Ik hoorde de Minister zeggen dat de impact op de regio waarschijnlijk
heel klein is, dus dat er niet naar een kosten-batenanalyse wordt gekeken. Ik wil
echter wel graag weten, en mijn fractie ook, hoeveel geld we investeren in de grenscontroles
en wat dat dan oplevert, om zo echt objectief te kunnen beoordelen of het daadwerkelijk
zin heeft. Dus is de Minister bereid om dat alsnog te gaan doen?
Minister Faber:
Ik denk dat daar al een heel groot deel van terugkomt in de rapportage die we moeten
gaan doen aan de Europese Commissie.
De voorzitter:
Wanneer doet u die rapportage? Dan hebben we gelijk boter bij de vis.
Minister Faber:
Dat had ik u al eerder verteld, voorzitter, namelijk zes maanden nadat we zijn gestart.
De voorzitter:
Dank u wel, dan hebben we een toezegging. Spreekt u verder.
Minister Faber:
Meneer Van Nispen vroeg welke waarborgen en garanties er bij de grenscontroles zijn
ten aanzien van etnisch profileren. Die heb ik al beantwoord. Ja, die heb ik al beantwoord;
sorry daarvoor. Die was in ieder geval niet vergeten.
Dan kom ik bij het blokje Syrië. Mevrouw Piri vroeg of de Minister kan bevestigen
dat het besluit- en vertrekmoratorium echt iets anders is dan een asielstop. Kan de
Minister bevestigen dat Syrië onder de huidige omstandigheden nog geen veilig land
is en dat er geen sprake zal zijn van een gedwongen terugkeer? Kan zij bevestigen
dat iedereen die 21 maanden in procedure is alsnog behandeld gaat worden? Op die laatste
vraag, over die 21 maanden in procedure en dat dit alsnog behandeld gaat worden: ja,
dat klopt. De asielbeslisstop houdt in dat je de aanvraag niet behandelt. Sorry, ik
haal even twee dingen door elkaar. Het klopt van die 21 maanden, dat er dan alsnog
behandeld gaat worden. Met het besluit- en vertrekmoratorium kunnen asielaanvragen
tijdelijk worden aangehouden, totdat de gevolgen van de machtswisseling duidelijk
zijn. We moeten natuurlijk nog afwachten hoe dat daar allemaal gaat verlopen. Door
het vertrekmoratorium is gedwongen vertrek niet mogelijk. Maar dit vond in de praktijk
eerder ook al niet plaats, omdat er geen diplomatieke relaties met Syrië zijn.
Ik had het Ministerie van Buitenlandse Zaken in eerste instantie gevraagd om in december
2024 met een nieuw ambtsbericht te komen, maar door de gewijzigde situatie hebben
we gevraagd om dat in 2025 te doen. Er is natuurlijk wel iets gebeurd en dus moet
er een nieuw ambtsbericht opgeleverd worden over de nieuwe situatie. Aan de hand van
dat nieuwe ambtsbericht zal het landenbeleid opnieuw bezien worden. Zoals beschreven
in de Kamerbrief: indien er asielaanvragen zijn die ouder zijn dan 21 maanden – daar
komt-ie weer even – die daarmee de maximale termijn van het besluitmoratorium overschrijden,
beslist de IND op de individuele merites van de zaak, op basis van de dan bekende
informatie.
De voorzitter:
Ik denk dat ik nu even onderbreek voor een interruptie van de heer Boomsma, en daarna
van mevrouw Piri. Eerst de heer Boomsma.
De heer Boomsma (NSC):
Welke gevolgen heeft dit moratorium voor het hervestigingsbeleid, en dan met name
voor het quotum vanuit de EU-Turkijedeal? We hebben natuurlijk ook een quotum van
500 personen dat met name gaat om mensen uit Syrië die via Turkije komen. Geldt dat
moratorium daar ook voor? Hoe gaat het kabinet daarmee om?
Minister Faber:
De hervestiging valt buiten het moratorium.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Boomsma.
Minister Faber:
Dan heeft u het over de afspraak tussen Turkije en de Europese Unie. Ja, die valt
erbuiten.
De heer Boomsma (NSC):
Dus de afspraak over de 500 Syriërs die via die hoek komen, gaat nog gewoon door.
Die blijven gewoon overgeplaatst worden. Maar de ontwikkelingen in Syrië hebben toch
ook gevolgen voor deze groep?
Minister Faber:
Ja, maar bij de IND wordt er wel besloten over hun verblijfsstatus.
De voorzitter:
Ik ga door naar mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dank aan de Minister voor de beantwoording. Nu is er voor zes maanden een besluit-
en vertrekmoratorium. Begrijp ik het goed dat het ambtsbericht, logischerwijs, komt
voordat er over zes maanden een besluit wordt genomen om dat wel of niet te verlengen?
Dat is vraag één. Het tweede is: als ik het goed heb begrepen, kun je als er zo'n
besluit- en vertrekmoratorium geldt, die zaken die al 21 maanden spelen, of gaan spelen
in de komende 6 maanden, niet afwijzen. Mensen krijgen dan automatisch een vergunning.
Is dat ook de informatie die de Minister heeft?
De voorzitter:
Twee vragen in één interruptie verpakt. De Minister.
Minister Faber:
Ik ga mijn best doen om de vragen goed te beantwoorden, want het liep een beetje door
elkaar. We hebben een moratorium afgekondigd. We moeten natuurlijk de ambtsberichten
afwachten. Aan de hand van het ambtsbericht wordt het landenbeleid aangepast. Aan
de hand daarvan gaat de IND natuurlijk kijken hoe ze de aanvragen gaan behandelen.
Dat is de normale gang van zaken. Zolang dat moratorium er is, is er ook geen sprake
van gedwongen vertrek. Men kan wel een aanvraag doen, maar die wordt dan niet verder
behandeld.
De voorzitter:
Mevrouw Piri, ter afsluiting.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, de aanvraag wordt niet verder behandeld, behalve voor de mensen die al 21 maanden
in de procedure zitten. Mijn begrip is dat je, wanneer je een besluit- en vertrekmoratorium
hebt, dat soort aanvragen niet mag afwijzen. Klopt dat? Stel dat iemand nu al 21 maanden
zit te wachten. Onder de huidige omstandigheden, zolang er geen nieuw ambtsbericht
is, betekent dat eigenlijk automatisch dat zo iemand een tijdelijke vergunning krijgt.
Minister Faber:
Dat bepaalt de IND natuurlijk; dat bepaal ik niet zelf. De IND zal gebruikmaken van
de huidige regels. Ik kom er in de tweede termijn nog even op terug.
De voorzitter:
Dat lijkt me verstandig.
Minister Faber:
Maar het is natuurlijk aan de IND. Ze krijgen natuurlijk wel een kader mee, maar de
IND besluit of iemand wel of niet in aanmerking komt voor een status. Ik wil er wel
op terugkomen in de tweede termijn.
De voorzitter:
Mevrouw Piri, wilt u de vraag verduidelijken?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, even voor de zekerheid. Normaal gesproken behandel je een zaak natuurlijk altijd
op de merites. Maar wanneer er zo'n besluit- en vertrekmoratorium geldt, is het mijn
begrip dat het, als het dan wordt behandeld, automatisch een vergunning wordt.
De voorzitter:
Tweede termijn, anders blijven we te lang steken. Ik vraag aan de Minister of zij
snel wil doorgaan.
Minister Faber:
Ja, ik doe mijn best. Meneer Van Nispen vroeg of het beleidsmatig niet te vroeg is
om conclusies te trekken over de toekomst. Wat zijn de consequenties van de asielstop?
Wat gebeurt er met personen die wel gevaar lopen? Wanneer geldt het en wanneer kunnen
we het ambtsbericht verwachten? Het landgebonden asielbeleid Syrië is gestoeld op
een situatie die niet langer actueel is. Daarom heb ik ook besloten een besluit- en
vertrekmoratorium in te stellen voor Syrië voor de duur van zes maanden. Hiermee kunnen
asielaanvragen tijdelijk worden aangehouden totdat er meer duidelijkheid is over de
gevolgen van de machtswisseling. Ik heb het Ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagd
om in 2025 een nieuw ambtsbericht op te leveren over de nieuwe situatie. Aan de hand
van het ambtsbericht zal het landenbeleid opnieuw bezien worden.
Mevrouw Van Zanten had een vraag over de tijdelijke beslisstop: is de Minister bereid
om te pleiten voor een asielstop in de hele Europese Unie voor mensen uit Syrië? We
zien een tendens dat meerdere landen deze beslisstop instellen. Het blijft uiteindelijk
een afweging die valt onder de soevereiniteit van een lidstaat. Maar het zal ongetwijfeld
wel besproken gaan worden tijdens de werklunch.
De voorzitter:
Ik zou het aantal interrupties nu echt heel erg willen beperken, anders gaan we het
nooit halen. Mevrouw Van Zanten, heel kort.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Kunt u daarvoor pleiten, was mijn vraag.
De voorzitter:
Of u daarvoor wilt pleiten tijdens de lunch.
Minister Faber:
Ik kan het alleen naar voren brengen. Ik kan er niet echt voor pleiten, want het valt
onder de soevereiniteit van de EU-lidstaten. Maar ik kan me haast niet voorstellen
dat het niet ter tafel komt.
De voorzitter:
Dat denk ik ook. De Minister vervolgt haar betoog.
Minister Faber:
Dan vroeg mevrouw Van Zanten ook of het kabinet de gezinshereniging voor Syriërs gaat
opschorten. Nee, dat is het kabinet niet voornemens te doen. Het besluitmoratorium
is enkel bedoeld voor lopende asielaanvragen, ingegeven door de onduidelijke situatie,
als gevolg waarvan er geen zorgvuldige besluiten genomen kunnen worden.
Mevrouw Van Zanten vroeg ook of de Minister een uitgebreide reflectie kan geven op
de huidige situatie in Syrië. De toekomst is onzeker. Het is verontrustend dat ook
IS-gevangenen worden vrijgelaten. Het is niet aan mij om de feitelijke situatie in
een land te omschrijven. Daar hebben we de ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse
Zaken voor nodig. Daarbij is de situatie thans zeer onduidelijk. Om die reden hebben
we een besluitmoratorium ingesteld.
Meneer Eerdmans vroeg of dit het moment is, als het veilig genoeg is, om Syriërs vrijwillig
terug te begeleiden. Is de Minister bereid om Syriërs te helpen die vrijwillig terugkeren?
Personen die vrijwillig terugkeren naar Syrië kunnen daarbij ondersteuning krijgen
van de Dienst Terugkeer en Vertrek. Daar verandert het moratorium niets aan. Er is
geen sprake van gedwongen terugkeer.
Dan kom ik bij het mapje innovatieve partnerschappen. Meneer Boomsma en mevrouw Rajkowski
hadden de vraag: is de Minister bereid om de motie-Eerdmans/Van Dijk uit te voeren
om samen met gelijkgestemde landen terugkeerhubs te realiseren? Meneer Eerdmans blijft
hier maar naar vragen en zoals eerder is aangegeven, ook in de geannoteerde agenda
voor de JBZ-Raad, is het antwoord een duidelijk ja. Op dit moment worden de mogelijkheden
van terugkeerhubs verder uitgewerkt in een ambtelijke kopgroep met andere lidstaten.
Daarbij kijken we ook naar juridische mogelijkheden onder de huidige Terugkeerrichtlijn
als opmaat naar een praktische invulling van het concept.
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Boomsma. In ieder geval is de vraag van de heer Eerdmans
of er een kopgroep is, ook beantwoord. Het antwoord is dus ja. Die hebben we dan ook
gelijk meegenomen.
De heer Boomsma (NSC):
Het is goed dat eraan gewerkt wordt en dat die ambtelijke werkgroepen bestaan. Het
gaat om die terugkeerhubs, maar ook om andere innovatieve oplossingen. Maar de vraag
is even of er ook een tijdplan voorzien is. Is er een tijdpad dat de Minister kan
schetsen? Het moet natuurlijk niet blijven bij ambtelijke verkenningen. We willen
dat er gewoon besluiten komen.
Minister Faber:
Het is natuurlijk wel zo ... Ambtenaren zijn er al mee bezig om dat uit te werken.
Daar blijft het natuurlijk niet bij. Wij willen daarmee doorgaan en daar wordt ook
heel hard aan gewerkt, want het is natuurlijk een serieus onderwerp. Een exact tijdpad
hebben we nog niet, maar u kunt er wel van uitgaan, zeg ik via de voorzitter, dat
we daar serieus mee aan het werk gaan en dat ook echt in de praktijk willen gaan uitvoeren.
Uw Kamer zal daar verder via de reguliere JBZ-kanalen over worden geïnformeerd.
Ik heb hier nog even de vraag voor me over de kopgroep met gelijkgezinde landen, van
meneer Eerdmans. Die landen zijn Finland, Zweden, Denemarken, Hongarije en Polen.
Gaat de Minister aanstaande vrijdag in Brussel praten met de kopgroep over opvang
in de regio? Nederland werkt nauw samen met een groot aantal gelijkgezinde landen,
zoals Zweden en Denemarken, om innovatieve concepten als de terugkeerhubs en het veilige-derde-landconcept
verder uit te werken. Tijdens de JBZ-Raad spreken lidstaten tijdens een werklunch
over innovatieve partnerschappen. Het kabinet zet zich in Europa in als aanjager van
het verkennen van de mogelijkheden voor innovatieve samenwerkvormen op het gebied
van migratie. Dit past bij het voornemen van het kabinet om opvang zo veel mogelijk
in de regio te organiseren.
Dan kom ik bij de partnerschappen. Meneer Eerdmans had de volgende vraag. Nederland
gaat zich hardmaken voor partnerschappen. Kan de Minister aangeven welke partnerschappen
er zijn en welke projecten er lopen? De irregulieremigratiedruk op Europa en Nederland
is hoog. Actie buiten Europa is dus ook hard nodig, om meer opvang in de regio te
kunnen realiseren, om irreguliere migratie tegen te gaan en om meer terugkeerafspraken
te maken. Daar zet het kabinet volop op in en het maakt daarom migratieafspraken met
landen als Egypte, Marokko, Turkije en Tunesië, zowel op Europees niveau als op bilateraal
niveau. Het scala aan projecten is groot en divers en verschilt per land. Een voorbeeld
is een project waarbij we werken aan een capaciteitsopbouw in Turkije voor het verbeteren
van het systeem van vrijwillige terugkeer. Verder hebben we in diverse landen projecten
lopen voor de aanpak van mensensmokkel.
Dan hadden mevrouw Podt, mevrouw Piri en mevrouw Vondeling een vraag over de pilot
met legale migratie uit Marokko. Wat houdt de pilot in en kan de Minister garanderen
dat er niet meer Marokkanen op legale wijze naar Nederland komen? Deze pilot hebben
we met Marokko afgesproken om er terugkeer voor terug te krijgen, als onderdeel van
het partnerschap. Dat is voor het kabinet topprioriteit. Het gaat om een pilot op
het gebied van legale migratie, met geringe aantallen en onder strikte voorwaarden.
Het gaat om een circulaire pilot, dus de deelnemers gaan na afloop weer terug naar
Marokko. Hiertoe heeft Marokko bijvoorbeeld ook een terugmeldplicht voor de deelnemers
ingesteld. Het betreft jonge stagiaires. Er zijn afspraken gemaakt tussen werkgevers
in Marokko en werkgevers in Nederland. De jonge stagiair uit Marokko wordt als het
ware uitgezonden door het bedrijf in Marokko naar een werkgever in Nederland en die
gaat ook weer terug. Dat wil Marokko zelf ook, want dat wil jonge mensen terug hebben.
Het doel ervan is dat deze jonge mensen leren – het is een soort leerovereenkomst
– en dat ze dat mee terugnemen naar het land van herkomst. Marokko wil juist heel
graag deze mensen houden om daar ook profijt van te hebben in het eigen land.
De voorzitter:
Bent u daarmee al aan het eind van de vragen over Marokko?
Minister Faber:
Ik heb hier nog wel iets over, maar ...
De voorzitter:
Gaat u maar even door, Minister.
Minister Faber:
Oké, dan had mevrouw Podt een vraag over pilots met legale migratie ook binnen andere
partnerschappen doen. Nederland wil graag met derde landen samenwerken om terugkeer
te bevorderen en irreguliere migratie tegen te gaan. Dat sluit aan bij het doel van
minder migratie in Nederland. Derde landen willen daaraan meewerken, maar willen daar
ook wat voor terug. Dat kan liggen op het vlak van legale migratie. Het kabinet is
daar zeer terughoudend in. We zetten alleen stappen onder juiste, strikte voorwaarden
en met evidente voordelen voor Nederland. Daar valt natuurlijk ook die pilot met Marokko
onder.
Hoe gaat het nu in de samenwerking met Marokko en Algerije? Deze samenwerking met
zowel Marokko als Algerije op het gebied van terugkeer verloopt op dit moment goed.
We blijven aan de slag om een brede samenwerking verder te bewerkstelligen.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb toch nog een aantal vragen ter verduidelijking. De Minister geeft aan dat het
om een gering aantal arbeidsmigranten zal gaan. Om welk aantal gaat dat dan? En u
heeft het erover dat ze weer teruggaan naar Marokko, maar er blijft toch altijd nog
een mogelijkheid voor degenen die hiernaartoe komen om bijvoorbeeld een verblijfsvergunning
aan te vragen? Wat is dan dus de garantie dat ze ook daadwerkelijk teruggaan?
Minister Faber:
Het gaat in deze pilot om enkele tientallen. Het is dus een klein aantal. Ik begrijp
uw zorg dat men terug moet gaan. Er is duidelijk afgesproken dat er een terugkeergarantie
wordt gegeven door de Marokkaanse overheid.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Faber:
Ja, ik moet zo snel zijn dat ik af en toe vergeet de microfoon aan te zetten. Excuus
daarvoor.
Meneer Boomsma had een vraag over de algemene inzet bij Egypte. Voor het kabinet is
het een belangrijk land voor het tegengaan van irreguliere migratie. Het is belangrijk
om bescherming en mensenrechten te waarborgen, zegt hij. Dat doen we al op Europees
niveau. Zie het EU-Egyptepartnerschap. En we doen dat op bilateraal niveau op basis
van een brede agenda van declarations of intent. We zetten onder andere in op terugkeer
en op het verbeteren van migratie- en asielmanagement in Egypte.
Dan had mevrouw Piri de vraag of het memorandum of understanding wat betreft legale
migratie met de Kamer wordt gedeeld. Op dit moment zijn we nog bezig met de uitwerking
van deze pilot. Ik kan daar nu nog niet op vooruitlopen.
Mevrouw Piri had ook een vraag betreffende de samenwerking op het gebied van grensmanagement
met Marokko. Hoe ziet die eruit, vroeg zij. Die samenwerking bestaat vooral uit het
leren van elkaars expertise. Dat bevindt zich ook nog in een beginstadium. We zijn
onderwerpen voor die uitwisseling aan het verkennen met elkaar.
Dan kom ik bij het blokje Schengen en grenzen. Mevrouw Vondeling had een vraag over
Schengentoetreding. Het ging over Roemenië en Bulgarije. Het vorige kabinet heeft
gezegd dat Roemenië en Bulgarije eerst orde op zaken moesten stellen, voordat zij
konden toetreden. Daar hebben Roemenië en Bulgarije uiteindelijk ook aan voldaan.
Het vorige kabinet heeft toen ingestemd met hun toetreding. Nu hebben ook de directe
buren Hongarije en Oostenrijk extra afspraken gemaakt. Zij hebben hierin een groot
belang en zijn zeer streng op migratie. De extra afspraken zien op het versterken
van de buitengrens en het blijven controleren van de binnengrens. Daarom kan er nu
ook een akkoord bereikt worden. Ondertussen zijn er heel veel risico's. Ik begrijp
uw zorg en deel die ook. Het is dan ook van fundamenteel belang dat de buitengrens
sterk is. Ik zal daar dan ook bovenop gaan zitten, want het is natuurlijk fundamenteel
dat die grens goed dicht blijft. Ik zal de Commissie en Frontex dan ook oproepen om
het goed in de gaten te blijven houden en tot actie te komen indien dat nodig is,
en ik zal hen daarop aanspreken. Het kan niet zo zijn dat deze grens niet goed beschermd
is, want het is fundamenteel voor de veiligheid en de grip op migratie om deze grenzen
goed onder controle te houden.
De voorzitter:
Mevrouw Vondeling, dit is uw laatste interventie.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik snap de argumentatie van de Minister dat dit eigenlijk al een besluit van het vorige
kabinet is geweest. Maar er ligt nu wel een besluit om de laatste fase van die gefaseerde
toetreding op te heffen, dus om die controles aan de landsgrenzen op te heffen. Deelt
de Minister mijn mening dat het heel raar zou zijn om dit nu te doen, juist nu al
die andere landen binnengrenscontroles invoeren? Deelt u ook de mening dat het gewoon
een risico is om dit te gaan doen, juist omdat die buitengrens niet op orde is?
Minister Faber:
Betreffende de binnengrenzen: er zijn meerdere landen die inzetten op de binnengrenzen;
dat doen wij zelf natuurlijk ook. Dat doen wij ook om meer grip te krijgen. Is dit
dan raar? Ik begrijp uw zorgen heel goed. Ik deel die ook. Daarom geef ik aan dat
wij daar heel scherp op zullen zijn. Frontex zet zich ook met man en macht in voor
het dichthouden van die grenzen. We moeten natuurlijk ook niet vergeten dat niet alleen
Nederland grip wil hebben op migratie: er is ook een hele tendens in Europa om grip
te willen hebben op migratie. Juist onze directe buren, Hongarije en Oostenrijk, hebben
ook extra afspraken gemaakt. Dat doen ze om de zaken goed in control te houden. Die
waren ook enkele van de felste tegenstanders, net als Nederland. Die grens moet gewoon
bewaakt worden. Dat gaan we ook doen. Ik kan u alleen maar toezeggen dat wij daar
ook fel op zullen inzetten.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Minister Faber:
Er is gevraagd: gaat de Minister in Brussel praten over de buitengrenzen? Jazeker,
want die buitengrenzen zijn natuurlijk fundamenteel; daar heb ik het net natuurlijk
ook al over gehad. Tijdens de JBZ-Raad staat het vergroten van de weerbaarheid van
de buitengrenzen op de agenda. Ik vind het ook heel belangrijk om de buitengrenzen
verder te versterken, onder meer door inzet van Frontex aan de buitengrenzen. Frontex
dient de situatie nauwgezet te monitoren en, indien nodig, lidstaten te ondersteunen
met snelle interventies. Daartoe zal ik oproepen tijdens de JBZ-Raad. Het is ook relevant
dat lidstaten werk maken van de implementatie van het Europees Asiel- en Migratiepact,
dat als kernonderdeel strenge asielprocedures aan de buitengrenzen heeft. Daarbij
wordt de afwijzing van een asielverzoek direct gevolgd door de terugkeer. Dat was
trouwens een vraag van meneer Eerdmans; ik vergat net om dat te vermelden. Excuus
daarvoor.
Mevrouw Rajkowski had een vraag over de stijging van het aantal illegale migranten
vanuit Rusland en Wit-Rusland: «Verwacht de Minister dat deze mensen naar Nederland
zullen komen? Wat kan er dan gedaan worden om dit te stoppen?» Ik maak mij hier ook
zorgen over. Instrumentalisering van migranten door Rusland en Belarus is onacceptabel.
De Commissie heeft vandaag aangekondigd 170 miljoen euro extra uit te trekken om de
lidstaten die hiermee te maken hebben te ondersteunen bij de versterking van hun buitengrenzen.
Ook kunnen lidstaten grensdoorlaatposten sluiten om hun buitengrenzen te beschermen
tegen die instrumentalisering. Zodra het pact van toepassing is, biedt de crisisverordening
een uitgebreid wettelijk kader voor situaties waarin sprake is van instrumentalisering.
Ook kunnen sancties worden ingesteld tegen individuen en organisaties die betrokken
zijn bij de instrumentalisering van migratie.
Mevrouw Rajkowski had de volgende vraag: de lancering van het EES, het Entry/Exit
System, komt nog niet van de grond; hoe gaat de Minister dat oplossen? Vanuit Nederland
wordt momenteel hard gewerkt aan de implementatie van het EES. 4 december jongstleden
heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om een gefaseerde aanpak mogelijk
te maken. Dat betekent dat het EES geleidelijk ingevoerd kan worden. Maar een datum
voor de entry into operation wordt nog niet genoemd. We hebben ook nauw contact met
andere lidstaten. Ik verwelkom dit voorstel, maar moet het nog uitvoerig bestuderen.
Uw Kamer wordt middels het gebruikelijke BNC-fiche geïnformeerd.
Meneer Van Nispen vroeg wie er toeziet op de naleving van de mensenrechten aan de
buitengrenzen. Alle Schengenlidstaten zijn gebonden aan geldende wet- en regelgeving,
waaronder het borgen van fundamentele rechten. Monitoring loopt via de bestaande Schengenevaluatiemechanismes.
Lidstaten maken op dit moment werk van de implementatie van het Europees Asiel- en
Migratiepact; screening is daar een belangrijk onderdeel van. Een onderdeel van de
screeningsverordening is dat lidstaten voorzien in een onafhankelijk toezichtmechanisme
dat toeziet op de naleving en eerbiediging van de grond- en mensenrechten.
Meneer Boomsma had een vraag over meneer Tusk. Die heeft toegezegd dat ze kunnen stoppen
met asiel aan de grens vanwege chantage door Rusland. Hoe gaat dit nu? Wat zijn de
reacties hierop, ook met het oog op wetgevingen met betrekking tot instrumentaliseren?
Polen werkt nog aan deze wetgeving en dat moeten we dus nog afwachten. Ik benadruk
dat de instrumentalisering van migranten door Rusland en Belarus onacceptabel is,
en dat lidstaten hier niet alleen in staan binnen de Europese Unie. Daarom moet wel
rekening gehouden worden met het Europees recht.
De voorzitter:
Gaat u maar door, want anders redden we het echt niet.
Minister Faber:
Dan kom ik bij diversen. Dit is een vraag van mevrouw Vondeling. De Europese Rekenkamer
stelt dat investeringen in verband met de oorzaken van migratie in Afrika in een bodemloze
put verdwijnen. Kan de Minister vertellen hoeveel van dit geld afkomstig is uit Nederland
en hoeveel geld de komende jaren wordt afgedragen aan de Europese Unie voor het tegengaan
van migratie uit Afrika? Ik ben het eens met mevrouw Vondeling dat Europees geld nuttig
moet worden besteed. Het moet echt bijdragen aan het tegengaan van irreguliere migratie,
als u het mij vraagt. Die mening deel ik met u. Het betreft een kritisch rapport dat
tekortkomingen blootlegt en het is cruciaal dat alle aanbevelingen met grote urgentie
worden opgevolgd. De Europese Commissie heeft aangegeven dat te zullen doen. Nederland
houdt dit nauwlettend in de gaten. Ik verwijs u verder, ook voor de vragen over het
geld, naar de kabinetsappreciatie door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
want dit is haar portefeuille.
Mevrouw Rajkowski had een vraag over de inzet van Nederland richting de nieuwe Europese
Commissie ten aanzien van de herziening van terugkeerhubs en het versoepelen van het
bandencriterium. Nederland zet zich in Europa in als aanjager van een ambitieuze herziening
van de Terugkeerrichtlijn. De Commissie heeft inmiddels toegezegd om medio 2025 met
een herzien wetsvoorstel te komen. Terugkeerprocedures moeten worden vereenvoudigd.
Vreemdelingen die moeten vertrekken, moeten ook de verplichting krijgen om mee te
werken aan hun vertrek. Onttrekking aan het toezicht moet effectief tegengegaan worden
en er moet meer juridische ruimte komen voor innovatieve ideeën om terugkeer te bevorderen,
zoals terugkeerhubs. Daarnaast zet Nederland in op het verkennen van innovatieve oplossingen,
waaronder het versoepelen van het bandencriterium voor het concept «veilige derde
landen».
Mevrouw Vondeling had de vraag: gaat de Minister in gesprek met Spanje over plannen
omtrent legale migratie, en zijn die plannen wel in lijn met het pact? Het besluit
dat Spanje heeft genomen valt binnen hun soevereiniteit, maar het moge duidelijk zijn
dat dit kabinet andere maatregelen op het oog heeft. Ik ga met mijn Spaanse collega
in gesprek tijdens de JBZ-Raad om meer over dit plan te horen en om mijn zorgen over
te brengen over bijvoorbeeld het risico op doorreis. Een belangrijke notie is dat
migranten zich niet zomaar legaal in een andere EU-lidstaat moeten kunnen vestigen.
Meneer Ceder had de vraag: wat is de reactie van de Minister op de meest recente uitspraak
van het Hof van Justitie? Klopt het dat derdelanders met het weghalen van de lvv alsnog
recht hebben op opvang? Als dit klopt, hoort de financiering dan niet bij het Rijk
te liggen? Het antwoord is nee. Het Nederlandse systeem is in lijn met het recht van
de Unie. Vreemdelingen die moeten vertrekken maar dat buiten hun schuld niet kunnen,
kunnen een verblijfsaanvraag buiten schuld aanvragen. Daarnaast biedt het Rijk vreemdelingen
die moeten vertrekken en daaraan meewerken, onderdak in de vrijheidsbeperkende locatie.
Voor vertrekplichtige vreemdelingen met minderjarige kinderen is er een gezinslocatie.
Daarbij is er voor kinderen recht op onderwijs. Noodzakelijke zorg wordt dan ook altijd
geboden. De lvv is een bovenwettelijke vorm van onderdak, waarvoor het kabinet de
financiering stopt. Het staat gemeenten zelf vrij om onderdak eventueel verder te
financieren.
Meneer Van Nispen had een vraag betreffende hervestiging en het verlagen van het nationaal
quotum. Het kabinet heeft het nationaal quotum tot nader order verlaagd vanwege de
huidige asiel- en opvangsituatie. Het kabinet heeft hervestiging niet op nul gezet
en ziet wel de meerwaarde van het instrument hervestiging. Gelet op de situatie acht
het kabinet het aantal van 200 een meer verantwoorde balans.
Meneer Ceder had de vraag: hoe gaat het nu verder met de plannen voor een tweestatusstelsel,
en worden die doorgezet? Het wetsvoorstel wordt doorgezet conform het regeerprogramma.
De asielinstroom in Nederland is reeds gedurende een langere periode groter dan de
migratieketen aankan. Daarom zet de regering in op een breed pakket aan maatregelen
om de asielketen per direct en duurzaam te ontlasten en om de instroom te verminderen.
Dit wetsvoorstel is daarvan een relevant onderdeel. Gelet op de urgentie wordt het
wetsvoorstel nog voor de kerst voor advies voorgelegd bij de Afdeling advisering van
de Raad van State. Het advies zal worden verwerkt. Daarna volgen, zoals gebruikelijk
in het wetstraject, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer.
Mevrouw Podt had de vraag: kan de Minister het schrappen van het aanmeldgehoor en
van de rust- en voorbereidingstermijn heroverwegen? Nee, dat ga ik niet doen. Het
schrappen van het aanmeldgehoor en van de rust- en voorbereidingstijd draagt bij aan
een efficiëntere asielprocedure voor de IND. Een asielprocedure zonder deze verplichte
stappen voldoet aan de minimale invulling van nieuwe Europese wetgeving. Het wetsvoorstel
over de invoering van het Migratiepact wordt binnenkort ter consultatie aangeboden.
Voorzitter. Dat was mijn laatste punt.
De voorzitter:
Dank voor de razendsnelle beantwoording. We hebben nog een kwartier voor een tweede
termijn, die we heel snel gaan beginnen. Mevrouw Vondeling, gaat uw gang. U hebt een
minuut.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een tweeminutendebat aanvragen. Ik wil toch een
motie indienen, allereerst om het opheffen van de controles aan de landsgrenzen van
Bulgarije en Roemenië tegen te gaan. Ik heb gewoon te grote zorgen, zeg maar; wij
zijn daar geen voorstander van. Dat geldt ook voor die pilot met betrekking tot Marokko.
Ik denk dat dat ook niet verstandig is, ook al gaat het om een klein aantal Marokkanen.
Daarom ga ik daar ook een motie over indienen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik heb toch een kleine vraag. De PVV zit bij mijn weten in dit kabinet. Hoe gaat dat
dan? Dit zijn twee voorstellen, die ook nog eens vallen onder een PVV-Minister, waartegen
de PVV-fractie nu twee moties gaat indienen. Ik vraag me dus gewoon af: heeft u als
fractie ook invloed in dat kabinet?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Wij hebben een hoofdlijnenakkoord getekend. Daar staan we achter, en ook achter die
afspraken. Daarnaast zijn er ook wat vrije kwesties, zoals deze. Ik mag dus gewoon
een motie indienen. Zo raar is dat niet.
De voorzitter:
Oké. Mevrouw Rajkowski.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank voor de beantwoording. Ik zou een nog iets scherpere toezegging willen hebben,
namelijk dat de Minister zich gaat inspannen om van de drie dingen – dat zijn dus
de Terugkeerrichtlijn, de returnhubs en het bandencriterium – een topprioriteit van
de Europese Commissie te maken.
De voorzitter:
De heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
In antwoord op mijn vraag over het toezicht op de naleving van de mensenrechten aan
de buitengrenzen zei de Minister dat de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor
het controleren van eventuele schendingen van de mensenrechten door diezelfde lidstaten.
Ik vind dat niet heel geloofwaardig. Ik zou er dus voor willen pleiten dat de Minister
zich inzet voor iets onafhankelijks, iets wat erop toeziet dat de mensenrechten niet
worden geschonden. Dat is één. Twee. De grenscontroles zijn vandaag de derde dag ingegaan
en we kunnen later de resultaten verwachten. Na zes maanden worden we daarover geïnformeerd.
Waar wordt het mee vergeleken als je niet van tevoren beleidsdoelen hebt gesteld en
hebt vastgelegd hoeveel mensen je erop inzet, welke aantallen mensen je wilt tegenhouden,
et cetera? Ik vind dat heel vreemd en ik zal hierover een motie indienen, want zonder
beleidsdoelen kun je nooit controleren of je eigen beleid effectief is.
Voorzitter. Ten slotte over Veldzicht. Ik snap dat de Minister zegt dat we daar volgende
week over in debat gaan. Dat is ook zo. Ik hoef vandaag geen nadere antwoorden, maar
ik wil wel antwoorden op de schriftelijke vragen die wij gesteld hebben. Ik eis eigenlijk
van de Minister, en niets minder dan dat, dat zij er vandaag nog voor zorgt dat mensen
die een gevaar zijn voor de samenleving niet vrij rondlopen. Dat vraag ik omdat zij
dus een groot gevaar vormen. Ik hou deze Minister daar echt verantwoordelijk voor.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga naar de heer Boomsma. Inmiddels begint het tweeminutendebat om 15.05 uur,
dus de tijd dringt. De heer Boomsma.
De heer Boomsma (NSC):
Even over het hervestigingsquotum van de EU-Turkijedeal. Dat gaat dus om 500 personen,
voornamelijk Syriërs uit Turkije. De Minister zegt dat het moratorium daar niet onder
valt. Zijn er dan nu nog missies van de IND, of zijn die opgeschort? Betekent dat
dan dat het quotum nu blijft oplopen en dat het zo steeds moeilijker wordt om die
opdracht nog te vervullen? Dan het volgende. We moeten ook proberen om mensen op te
vangen in derde landen, maar dat kan alleen als ze daar echt beschermd worden. De
kans is dan ook veel kleiner dat ze gaan doorreizen. Ik stel dus toch nog specifiek
over de Egyptedeal de volgende vraag. De Minister zegt dat er ook wordt gekeken naar
mensenrechten. Ik vind dat dat echt concreet en voorwaardelijk moet zijn, zeker als
je 5 miljard gaat overmaken. Je moet dan echt concrete stappen kunnen aantonen voordat
je daarmee akkoord kunt gaan.
De voorzitter:
Dank aan de heer Boomsma. Mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Over Marokko. De antwoorden zijn vooral dat het allemaal nog in de beginfase is en
dat de Minister daardoor nog niet zoveel met de Kamer kan delen. Volgens mij is het
echter zo dat op het moment dat je mensen naar Nederland laat komen, daar gewoon een
memorandum of understanding onder ligt. Ik doe dus toch nogmaals het verzoek. We hebben
er bij een vorig kabinet een jaar over gedaan om documenten over de samenwerking met
Marokko boven tafel te krijgen. Ik wens dat de Minister daar gewoon aan de voorkant
openheid over geeft, en dat we dit echt niet elk debat hoeven te noemen. Dat verzoek
blijft dus staan. Het hoeft niet vandaag, maar het zou fijn zijn als het ergens komt
voor het kerstreces begint. Ten tweede: in de tweede termijn krijg ik graag het antwoord
op de vraag hoe het staat met die Syriërs die 21 maanden in de procedure zitten. Leidt
dat automatisch tot toekenning?
De voorzitter:
Prima. Ten slotte mevrouw Van Zanten.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Dank, voorzitter. Dank aan de Minister voor de beantwoording. Ik wilde even iets zeker
weten. Ik heb een soort toezegging gekregen dat de Minister na zes maanden met een
rapportage naar de EU komt, waarin de kosten-batenanalyse ook wordt meegenomen. Heb
ik dat goed begrepen? Als de Minister het namelijk heeft over een impactanalyse, heb
ik het over iets anders. Dat wil ik dus nog even checken.
De voorzitter:
Ik heb het zo begrepen dat de Minister zegt: dit komt terug in de Europese rapportage.
Als de Minister die rapportage naar de Kamer stuurt, ga ik ervan uit dat het terugkomt,
maar als ik ongelijk heb, moet de Minister dat zo meteen even corrigeren. Ik geef
het woord aan de Minister voor haar antwoorden, als ze daartoe nu gelijk in staat
is.
Minister Faber:
Ja.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Minister Faber:
Voorzitter. Ik ga mijn uiterste best doen. Ik hoop niet dat ik vragen ben vergeten.
Dat is in ieder geval niet mijn opzet.
Ik begin eventjes bij mevrouw Piri, omdat zij een hele interessante vraag had. Dat
was de vraag of aanvragen automatisch worden ingewilligd als de beslistermijn wordt
overschreden in het geval van het moratorium. Nee. Ook als de beslistermijn is verlopen,
zal de IND toetsen naar de op dat moment bekende omstandigheden. We willen ook voorkomen
dat de IND moet afwijzen omdat het regime gevallen is maar Syrië nog niet veilig is.
De IND toetst dus gewoon volgens het kader dat de IND dan heeft.
De voorzitter:
Heel kort, mevrouw Piri, en anders stel ik voor dat u de discussie straks voortzet.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Er staat toch echt iets anders op de website van de IND. Dat deel ik straks graag
met de Minister.
De voorzitter:
Ja, dat zou ik doen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Daaruit blijkt dat de asielzoeker uiteindelijk na de 21 maanden in principe een positieve
beslissing en dus een verblijfsvergunning krijgt.
Minister Faber:
Mag ik daarop reageren, voorzitter?
De voorzitter:
Natuurlijk mag u daarop reageren.
Minister Faber:
Ik vermoed, maar dat moet ik even navragen, dat daarmee het volgende bedoeld wordt.
Dit is mijn interpretatie. Op dit moment krijgt men een status, en ik denk dat ze
er nu van uitgaan dat dit zo blijft. Ik denk dat ze dat bedoelen, maar we kunnen dat
natuurlijk even nader onderzoeken. Is het akkoord dat we daarop even schriftelijk
terugkomen?
De voorzitter:
Graag, ja.
Minister Faber:
Dan kunnen we deze vraag zo afhandelen. Dan is het voor iedereen duidelijk.
De voorzitter:
Doet u dat. Of volgende week in het debat; dat mag ook.
Minister Faber:
Dan kom ik bij mevrouw Vondeling. Haar vraag ging over de pilot. Het gaat om tientallen
personen. Ik begrijp dat u daarover een motie wil indienen, maar laten we even niet
vergeten dat er nu een paar honderd mensen per jaar worden teruggenomen door Marokko.
Dat aantal kan oplopen. Deze 50 personen die in aanmerking komen voor de pilot gaan
ook weer terug, dus het lijkt mij op zich wel een goede overeenkomst om zo te handelen.
Maar het staat u uiteraard vrij om een motie in te dienen, want dit is een vrije kwestie.
Daar heeft u gelijk in.
Dan de Terugkeerrichtlijn. Het antwoord is ja. U had drie punten: de Terugkeerrichtlijn,
het landencriterium en de hubs. Dat heeft hoge prioriteit. Dat klopt. Dat gaan we
zeker overbrengen. Daar werken wij ook zeer aan mee, want daarin nemen we ook het
voortouw. Dat komt dus helemaal goed.
Dan het toezicht op de mensenrechten bij de grenzen. Dat toezicht voert de Europese
Commissie uit.
Meneer Van Nispen had nog een punt over Veldzicht. De mensen zijn ingedeeld in categorieën.
De zwaarste categorie is 3. Die mensen blijven voorlopig nog opgenomen worden in Veldzicht,
dus die lopen niet vrij rond. Dan is het zo ...
De voorzitter:
Er is een interruptie, maar maakt u eerst uw antwoord maar even af.
Minister Faber:
Die lopen niet vrij rond. Die blijven opgevangen worden door Veldzicht tot nader order.
Daar moeten dus nog nadere afspraken over worden gemaakt. Totdat die afspraken er
zijn, blijven ze gewoon in Veldzicht. Dat is dus veilig; dat is gegarandeerd. De andere,
lagere, categorieën, namelijk 0, 1 en 2, zullen in eerste instantie bij de ggz-instellingen
worden ondergebracht. Als daar geen plek is, kan de burgemeester ingrijpen om alsnog
een plek te forceren. Als ook dat niet kan, worden ze opgenomen door Veldzicht. Dat
zijn de afspraken die nu zijn gemaakt.
De voorzitter:
Meneer Van Nispen, heel kort, want er is zo meteen een tweeminutendebat.
De heer Van Nispen (SP):
De Minister is gewoon niet goed geïnformeerd en vertelt hier iets aan de Kamer wat
gewoon feitelijk onjuist is.
Minister Faber:
Nee hoor.
De heer Van Nispen (SP):
De Minister heeft het nu over de groep COA-bewoners en ik had het over de groep ongedocumenteerden.
Daarover heeft ze ook in de media bericht: «Een gevaarlijke man die nu gewoon op straat
loopt en een groot gevaar is voor de omgeving». Dat weet de Minister. Dat is een aangenomen
Kamermotie, die nu niet wordt uitgevoerd. Daarover heb ik het. De Minister kan nu
haar fout toegeven of vanmiddag orde op zaken stellen. Dat vind ik allemaal prima,
maar ik zeg het nogmaals: ik hou deze Minister hier verantwoordelijk voor als er ongelukken
gebeuren en overigens ook als er geen ongelukken gebeuren. De Minister moet hier gewoon
iets voor regelen. Het is een gevaar.
De voorzitter:
De Minister heel kort en anders straks in het tweeminutendebat.
Minister Faber:
U heeft gelijk. Ik zat in de modus van de asielzoekers, omdat dat hoofdzakelijk mijn
pakkie-an is. We komen nog even terug op de ongedocumenteerden. Dat kunnen we ook
schriftelijk doen voor het debat van volgende week, als u dat wilt.
De voorzitter:
Of in het tweeminutendebat; wat u wilt. Dan nog de vragen van de heer Boomsma en dan
gaan we afsluiten.
Minister Faber:
Dan moet ik even denken, hoor. U kwam met zoveel punten. U had het over de Turkijehervestiging.
Die valt buiten het moratorium. Dat zijn gewoon afspraken die we hebben gemaakt met
Turkije en die moeten we ook nakomen in dezen.
Dan de missies hervestiging. Die worden opgeschort. Dat is zo. We blijven natuurlijk
gecommitteerd aan de EU-Turkijedeal; die vraag had ik net al gelijk beantwoord. Volgens
mij waren dat de vragen.
De voorzitter:
Ik kijk naar de heer Boomsma.
Minister Faber:
De andere vragen willen wij uiteraard schriftelijk beantwoorden, als dat akkoord is.
De voorzitter:
Ja, dat lijkt mij een goed idee. Het antwoord op de vraag van mevrouw Van Zanten had
ik zo vertaald dat ...
Minister Faber:
O, daar kom ik even op terug. Die heb ik hier nog op mijn lijstje.
De voorzitter:
Wilt u dat nu doen? Want ik wil afsluiten.
Minister Faber:
Ja, dat kan ik heel kort doen, als u het mij toestaat.
De voorzitter:
Ja, heel graag.
Minister Faber:
We moeten aan de Europese Commissie rapporteren over onze grenscontroles. Als we dat
rapport hebben, gaan we aan de hand van dat rapport kijken naar de kosten en de baten.
We maken eerst het rapport voor de Commissie en dan komen we met de kosten en de baten.
De voorzitter:
Ik dank alle leden en de Minister voor een razendsnel debat. Volgende week moet het
allemaal nog sneller, want dan hebben we nog veel meer te bespreken. Allen veel succes
bij het tweeminutendebat; ik ga dan weer wat anders doen.
Sluiting 14.59 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, voorzitter van de vaste commissie voor Asiel en Migratie -
Mede ondertekenaar
C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken -
Mede ondertekenaar
M.C. Burger, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.