Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 16 mei 2024, over Leefstijlpreventie
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 779
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 18 juli 2024
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 16 mei 2024 overleg
gevoerd met de heer Van Ooijen, Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
over:
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 25 oktober
2023 inzake eindrapport Onder welke condities doet Gezonde School ertoe? (Kamerstuk
32 793, nr. 702);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 6 december
2023 inzake vierde convenant preventie gehoorschade (Kamerstuk 32 793, nr. 706);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 26 oktober
2023 inzake aanpak problematisch alcoholgebruik (Kamerstuk 27 565, nr. 191);
– de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 11 december 2023
inzake toekomstverkenning Regeling aanvullende seksuele gezondheidszorg (Kamerstuk
32 239, nr. 16);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 6 februari
2023 inzake Gezond en Actief Leven Akkoord (Kamerstuk 32 793, nr. 653);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 10 februari
2023 inzake richtlijnen goede voeding voor mensen met hart- en vaatziekten door atherosclerose
(Kamerstuk 32 793, nr. 654);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 17 maart
2023 inzake publiceren informatie European Common Entry Gate System (Kamerstuk 32 011, nr. 100);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 13 april
2023 inzake enkele rapporten en handhavingsresultaten over tabaksontmoediging (Kamerstuk
32 011, nr. 101);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 5 april
2023 inzake rapport Onderzoek gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid alcohol
(Kamerstuk 27 565, nr. 185);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 9 mei
2023 inzake beantwoording vragen commissie over het Gezond en Actief Leven Akkoord
en gerelateerde onderwerpen (Kamerstuk 32 793, nr. 692);
– de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 23 mei 2023 inzake
advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving getiteld Op onze gezondheid
(Kamerstuk 32 793, nr. 693);
– de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 25 mei 2023 inzake
reactie op verzoek commissie over het artikel in Zorgvisie over Jochen Mierau met
als titel Zorgstelsel loopt op zijn laatste benen (Kamerstuk 31 765, nr. 784);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 11 april
2023 inzake voortgangsrapportage Aanpak onbedoelde en/of ongewenste zwangerschap (Kamerstuk
32 279, nr. 239);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 28 juni
2023 inzake preventie gehoorschade (Kamerstuk 32 793, nr. 697);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 26 juni
2023 inzake addenda RIVM bij twee rapporten smaakverbod e-sigaretten (Kamerstuk 32 011, nr. 102);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 19 juni
2023 inzake Landelijke commissie sociale hygiëne start per 1 juli 2023 (Kamerstuk
27 565, nr. 186);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 4 juli
2023 inzake resultaten TNCO-metingen filtersigaretten (Kamerstuk 32 011, nr. 103);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 3 oktober
2023 inzake onderzoeken Trimbos-instituut over e-sigaretten (Kamerstuk 32 011, nr. 106);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 21 december
2023 inzake voortgang preventieaanpak leefstijl met focus op overgewicht en voeding
(Kamerstuk 32 793, nr. 710);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 20 december
2023 inzake eerste voortgangsrapportage aanpak «Mentale gezondheid: van ons allemaal»
(Kamerstuk 25 424, nr. 677);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 19 januari
2024 inzake reactie op verzoek commissie over de uitvoering van de motie van de leden
Van der Laan en Ceder over onderzoek om te komen tot een uniform en neutraal uiterlijk
van de e-sigaret (Kamerstuk 32793–668) (Kamerstuk 32 011, nr. 108);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 17 januari
2024 inzake diverse rapportages alcohol- en tabaksontmoediging (Kamerstuk 27 565, nr. 192);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 17 januari
2024 inzake doorrekening RIVM van acties Nationaal Preventieakkoord (32 793, nr. 711);
– de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 17 januari 2024
inzake rapport Preventie op waarde schatten: Advies Technische Werkgroep Kosten en
Baten van Preventie (32 793, nr. 712);
– de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 29 januari 2024
inzake reactie op brandbrief «Neem de onafhankelijke wetenschap serieus bij het besluit
over glyfosaat» van Natuur & Milieu namens 159 onafhankelijke wetenschappers (Kamerstuk
27 858, nr. 646);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 20 december
2023 inzake uitvoering Gezond en Actief Leven Akkoord (Kamerstuk 32 793, nr. 709);
– de brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 14 februari 2024
inzake kabinetsreactie op rapport externe evaluatie RIVM (Kamerstuk 30 252, nr. 151);
– de brief van de Minister voor Medische Zorg d.d. 13 maart 2024 inzake bureau-advies
over pfas in hobbykipeieren en onderzoek naar pfas in bepaalde vissoorten (Kamerstuk
26 991, nr. 587);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 23 april
2024 inzake publicatie van het Besluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit
in verband met het verbieden van de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten
in supermarkten en horeca- inrichtingen voor supermarkten en horeca-inrichtingen (Stb. 2024, 89) (Kamerstuk 32 011, nr. 109);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 25 april
2024 inzake voortgang tabaksontmoedigingsbeleid (Kamerstuk 32 011, nr. 110);
– de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 7 mei
2024 inzake update van de impact van de JOGG-aanpak op overgewicht en beweeggedrag
bij kinderen en jongeren (Kamerstuk 32 793, nr. 749);
– de brief van de Minister voor Medische Zorg d.d. 25 april 2024 inzake voortgangsrapportage
Seksuele gezondheid (Kamerstuk 32 239, nr. 17).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De fungerend voorzitter van de commissie, Eerdmans
De griffier van de commissie, Esmeijer
Voorzitter: Tielen
Griffier: Abma-Mom
Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Crijns, Dobbe, El Abassi, Daniëlle Jansen,
Kostić, Krul, Slagt-Tichelman en Tielen,
en de heer Van Ooijen, Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Aanvang 11.00 uur.
De voorzitter:
Goedemorgen allemaal. Welkom in de zaal. Er is een volle tribune. Dat is altijd leuk
bij een commissiedebat, want dat betekent dat er meegekeken wordt, ook al weten we
dat er ook vaak mensen zijn die op afstand meekijken. We zijn toegekomen aan het commissiedebat
Leefstijlpreventie. Ik heet de Staatssecretaris, meneer Van Ooijen, van harte welkom.
Er zijn best een aantal leden van de Kamer aanwezig: meneer Krul namens het CDA, mevrouw
Slagt-Tichelman namens GroenLinks-PvdA, mevrouw Dobbe namens de Socialistische Partij,
meneer Crijns namens de PVV, mevrouw Daniëlle Jansen namens Nieuw Sociaal Contract
en het lid Kostić namens de Partij voor de Dieren. Ik verwacht straks meneer El Abassi
nog namens DENK. Ikzelf ben nu even uw voorzitter, maar ik ben ook woordvoerder namens
de VVD. Dit debat is ingepland tot 15.00 uur. We hadden hiervoor geen voorzitter.
Ik zit voor, maar ik moet om 14.00 uur weg. We gaan gewoon proberen om het voor 14.00
uur af te ronden. Als dat niet lukt, neemt meneer Krul het voorzitterschap over.
Er staan een behoorlijk aantal brieven en stukken op de agenda. Toch zal ieder lid
zijn inbreng in vier minuten moeten gaan doen. Ik ga vijf interrupties toestaan in
de eerste termijn van de Kamer. Dat moeten dan wel korte interrupties zijn, anders
tel ik ze gewoon twee keer. Zo gaan we dat doen. Laten we snel beginnen. Meneer Krul
mag beginnen. Hij spreekt namens het CDA.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Het voelt een beetje gek. Ik had een inbreng voorbereid met
allemaal vragen over de toekomstplannen van de Staatssecretaris, maar er kwam iets
tussendoor, namelijk de toekomstplannen van het mogelijke nieuwe kabinet. Ik zal daar
toch een en ander over moeten zeggen. Preventie zal steeds belangrijker worden. We
lezen in het nieuwe coalitieakkoord dat preventie centraal komt te staan. Dat is goed
nieuws, ook voor de maatschappelijke partners die vandaag op de tribune zitten. Dat
dacht ik in ieder geval, want toen ik verder las, las ik wat dingen die mij zorgen
baren. Ik denk dat die de mensen op de publieke tribune ook zorgen baren.
Allereerst lees ik niks over de continuering van de incidentele middelen die nodig
zijn voor preventie. Het gaat om eigenlijk alles wat we doen op het gebied van overgewicht,
roken, vapen en alcohol, maar ook bijvoorbeeld op het gebied van de aanpak van volksziektes.
Ik maak me er heel erg zorgen over dat het beleid dat nu gebouwd wordt op die incidentele
middelen onder zware druk staat. Ik lees ook dat we stoppen met het toekennen van
subsidies voor projecten die een gezonde leefstijl bevorderen, omdat die niet bewezen
effectief zouden zijn. Preventie en een gezonde leefstijl laten zich misschien niet
direct vangen in financiële meevallers, maar hebben veel maatschappelijke impact en
positieve effecten op de volksgezondheid. Dat is uiteindelijk natuurlijk goed voor
de portemonnee. Het CDA maakt zich echt ernstig zorgen over de plannen die voorliggen.
Voorzitter. Dan iets over de agenda en de stukken die daaronder liggen. Ik ga twee
onderwerpen aanstippen vandaag: voeding en roken. Voeding is een essentieel onderwerp
als het gaat om een gezonde leefstijl. Het CDA is al langer voorstander van een verbod
op reclames voor fastfood. Wie gisteren de ontwikkeling in de formatie via de media
gevolgd heeft, begrijpt dat een verbod op reclames voor fastfood niet zo heel veel
zin heeft als de politiek heel veel reclame maakt voor fastfood. Maar ik denk dat
de pizza's bij de VVD en NSC en de friet bij de BBB gesmaakt hebben, zonder gekkigheid.
Als de overheid mensen probeert te verleiden tot het maken van een gezonde keuze,
wordt dat vaak gezien als betutteling. Maar als de fastfoodindustrie met uitgedokterde
microtargetingcampagnes hetzelfde doet, is het ineens een uiting van keuzevrijheid.
Mensen op deze manier beïnvloeden, waardoor ze zich toch overgeven aan zoiets ongezonds
en aan een verslaving, is juist betutteling wat het CDA betreft.
De cijfers liegen er niet om. Zonder verdere afspraken heeft volgens het RIVM in 2040
56% van de volwassenen overgewicht. Een oplossing daarvoor is, naast meer beweging,
ook gezonder eten. Daar hoort ook minder suiker bij. Dat vinden we vaak lastig. Bij
het Belastingplan van vorig jaar heeft mijn fractie zich er al voor ingezet om de
belasting op frisdranken te verhogen naarmate er meer suiker in zit. Alleen dan prikkel
je producenten om minder suiker toe te voegen en help je mensen om minder suiker te
consumeren. Daarmee is echt veel te winnen. Het Verenigd Koninkrijk geeft wat dat
betreft een goed voorbeeld. We zijn heel erg geïnteresseerd in de reactie van een
nieuw kabinet op het dinsdag naar de Kamer gestuurde rapport over een bredere suikertaks,
die dus verdergaat dan dat die alleen van toepassing is op frisdrank. Volgens dat
rapport kan deze taks positieve effecten hebben en is die uitvoerbaar. Ik ben heel
benieuwd of de Staatssecretaris daar in zijn eerste termijn een reflectie op kan geven.
Voorzitter. Het tweede onderwerp dat ik graag wil aanhalen, is roken, en dan specifiek
de accijns. Ook op dit gebied heb ik veel vraagtekens bij het nieuwe akkoord. Ik heb
vanochtend gehoord dat we geen accijnsverhogingen gaan doorvoeren, en die zijn juist
zo effectief als het gaat om minder roken. Het RIVM heeft scenario's doorgerekend
voor accijns. En wat blijkt? Een jaarlijkse prijsverhoging in de periode van ’25 tot
’40 zou de rookprevalentie op ongeveer 7,9% doen uitkomen. Bij een jaarlijkse verhoging
van € 1 zou dat zelfs nog meer zijn. Ik ben heel benieuwd of de Staatssecretaris deze
cijfers al tot zich heeft genomen, maar met name ook of hij voornemens is om dit mee
te nemen in zijn beleid.
Voorzitter, ik rond af. Nogmaals, preventie is extreem belangrijk in een toekomst
waarin we gezondheid vóór genezen zetten. Wij maken ons zorgen over de plannen die
voorliggen en zullen met kritische blik de uitwerking hiervan volgen.
De voorzitter:
Dank u wel. Voordat we verdergaan, heeft meneer Crijns een vraag voor u.
De heer Crijns (PVV):
Ik heb inderdaad een vraag aan de heer Krul. U haalt het rapport van het RIVM aan.
Daarin staan allerlei mogelijkheden om de accijnzen te verhogen, en ook welke effecten
dat heeft. Heeft de heer Krul ook de effecten gezien van de grensoverschrijdende procenten?
De heer Krul (CDA):
Ja, grenseffecten hebben wel degelijk impact. Je zult ook zien dat het juist in de
grensregio's minder effectief is om dit soort maatregelen te nemen. Tegelijkertijd,
als je kijkt naar het totaalplaatje van de cijfers van het RIVM, zie je dat de grenseffecten
wel worden meegenomen in de berekeningen. In de grensregio's zal er altijd de mogelijkheid
bestaan dat mensen over de grens gaan om sigaretten te halen, zelfs met busreizen,
zoals we deze week al besproken hebben. Maar voor het hele beeld, voor het hele plaatje
in Nederland, is het wel degelijk zo dat met dit soort maatregelen de totale consumptie
van sigaretten en tabak naar beneden gaat.
De voorzitter:
De heer Crijns in tweede instantie.
De heer Crijns (PVV):
In het RIVM-rapport staat dat ze een meting hadden gedaan in 2020, toen corona helaas
nog actief was. Toen ging al 20% van de Nederlandse bevolking de grens over. Als het
goed is, komt er dit jaar een rapport uit van het RIVM waarin er een nieuwe schatting
wordt gemaakt dat, als ik me niet vergis, dadelijk 30% tot 50% van de mensen over
de grens heen zal gaan. Daarmee mist de schatkist jaarlijks een hele hoop geld. Wil
de heer Krul dat?
De heer Krul (CDA):
Nee, dat wil de heer Krul niet. Het zou ook heel mooi zijn, en ook noodzakelijk, om
afspraken te maken met onze buurlanden. Ik denk dat de Staatssecretaris zich daar
de afgelopen jaren ook heel erg voor heeft ingezet. Het liefst zou je natuurlijk hetzelfde
beleid voeren, maar tegelijkertijd denk ik niet dat het een belemmering of een rem
zou moeten zijn om zelf het juiste te willen doen voor de volksgezondheid. Dat is
wel het dilemma van deze kwestie. Zijn grenseffecten een reden om dit beleid überhaupt
niet te voeren, wetende dat het effectief is? Dan zegt het CDA dat dat geen reden
is. Maar daarmee ontken ik niet dat er grenseffecten zijn. Wat de heer Crijns zegt,
ga ik niet bagatelliseren. De inzet van de bewindspersoon moet zijn om daar met onze
buurlanden goede afspraken over te maken. Dat was ook de inzet van deze Staatssecretaris.
Hopelijk gaat dat ook lukken in de toekomst.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar de bijdrage van mevrouw Slagt-Tichelman namens de fractie
van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik sluit me aan bij de zorgen van de heer Krul, want we lezen in het nieuwe
hoofdlijnenakkoord dat het budget voor preventie stopt. 300 miljoen bezuiniging op
de publieke gezondheid is echt een kaalslag voor de preventie. Er is geen structurele
inbedding. Dus wij maken ons zorgen. Echte preventie is voor GroenLinks-PvdA structureel
zorgen voor goede leefomstandigheden, zoals goede volkshuisvesting en bestrijding
van armoede. Echte preventie is ook het daadwerkelijk behalen van de vastgestelde
doelen, voor mensen persoonlijk maar ook collectief. Het huidige preventiebeleid is
nu al kleine pleisters plakken, terwijl er grote open wonden zijn. Nou, ik zie straks
echt heel grote open wonden. Het maakt uit waar je woont, werkt en waar je wieg staat.
Het is eigenlijk tijd voor niet lullen, maar poetsen.
De GGD kan wat GroenLinks-PvdA betreft een grote ondersteunende rol spelen voor gemeenten
en heel goed aansluiten bij de beweging van de wijkgerichte aanpak en preventie die
gemaakt was, met een brede eerstelijnszorg. Maar dit vraagt ook om landelijke basisfinanciering
voor de GGD, voor publieke gezondheid die overal van goede kwaliteit is. Nu is die
incidenteel geborgd in de GALA-doelen, maar wij willen die structureel borgen, want
een wijkgerichte aanpak is o zo belangrijk. In zes gemeenten in Nederland is bijvoorbeeld
het IJslandse «youth in Iceland-model» geïmplementeerd. Dat is heel succesvol. Dat
brengt het alcohol-, tabak- en drugsgebruik onder jongeren echt aanzienlijk naar beneden.
Ik wil de Staatssecretaris toch nog vragen wat zijn opinie is. Kan dit niet breder
toegepast worden, net zoals een effectieve maatregel als het programma 2diabeat? Zou
de Staatssecretaris daar nog op kunnen reflecteren?
Mensen op de tribune: soa-zorg en seksualiteitshulpverlening staan onder druk in Nederland.
GroenLinks-PvdA wil dat er structurele landelijke publiekscampagnes komen over veilig
vrijen. Dit is extra urgent, want de omvang van incorrecte informatie over anticonceptie,
dus van desinformatie, neemt toe, en ook het aantal soa's neemt toe. De publiekscampagnes
van Vrij Veilig waren bewezen effectief. Zou de Staatssecretaris daarop kunnen reflecteren?
En zou hij iets kunnen meegeven aan het nieuwe kabinet en aan de ambtenaren?
Een ander probleem betreft het geldtekort bij de Regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg.
Het doel van de regering om toegankelijke soa-zorg en seksuele hulp te verlenen wordt
niet behaald. Ongeveer de helft van de mensen die het nodig hebben wordt nu echt geholpen.
Er is structureel geld tekort. Daarom is die landelijke basisfinanciering zo belangrijk
voor preventie. Mensen en vooral kwetsbare groepen moeten ergens terechtkunnen. Deze
groepen en jongeren vinden over het algemeen minder snel de weg naar de huisarts.
Het is dan ook van groot belang dat deze groepen gratis, anoniem en veilig ergens
terechtkunnen. Daar moeten financiële middelen bij, wat ons betreft.
Tot slot nog een laatste punt over preventie. Dat gaat over overgewicht, maar het
is een ander punt dan de heer Krul noemde, namelijk preventie van overgewicht door
borstvoeding. Ook na zes maanden is borstvoeding nog steeds zeer preventief tegen
overgewicht en vele andere ziekten. Een gezonde voedselomgeving verbiedt ook reclame
voor kunstvoeding na zes maanden. Zou de Staatssecretaris daar nog op kunnen reflecteren?
Hoe kijkt hij daarnaar? Nederland staat op plek nummer 90 van de rankinglijst van
borstvoedingsvriendelijke landen. We zijn enorm gedaald sinds 2017, want toen is de
borstvoedingszorg babyvoedingvriendelijk geworden en niet meer conform de WHO-richtlijnen.
De mensen die borstvoeding willen geven, worden daarbij slechter ondersteund. Ik zou
er dus toe willen oproepen om gerichte ondersteuning van moeders die borstvoeding
willen geven meer mogelijk te maken in Nederland en het borstvoedingsvriendelijke
beleid terug te brengen. Zou de Staatssecretaris dat borstvoedingsvriendelijke beleid
nog...
De voorzitter:
Wilt u afronden, mevrouw Slagt?
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ja. Dit is inderdaad de laatste zin, dus ik rond af. Zou de Staatssecretaris dit borstvoedingsvriendelijke
beleid en wat hij daarin mogelijk acht in ieder geval met de werknemers en het zorgveld
in Nederland willen bespreken?
De voorzitter:
Anders krijgt u korting op het aantal interrupties.
U krijgt geen interrupties, dus ik geef het woord aan mevrouw Dobbe namens de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel. Ik wil toch even beginnen met een persoonlijke noot en zeggen dat ik dit
eigenlijk een heel raar moment vind om dit debat te voeren. Ik heb een hele mooie
tekst voorbereid met allemaal punten die ik heel belangrijk vind om te noemen. Dan
ga ik aan de Staatssecretaris vragen om daarop te reageren, maar ik wil toch eigenlijk
ook wel aan de nieuwe coalitiepartijen aan mijn linkerzijde vragen wat zij daarvan
vinden. Dat even voorafgaand.
Voor de Staatssecretaris wil ik met het volgende beginnen. We hebben het hoofdlijnenakkoord
gelezen. Daarin blijft bijna geen geld over voor preventie. Nou is er een aanpak ten
aanzien van overgewicht, roken, vapen, alcohol en volksziektes, waar de Staatssecretaris
hard aan heeft gewerkt. Ik ben benieuwd: wat denkt de Staatssecretaris dat er overblijft
van die aanpak als er geen geld meer is om die uit te rollen, ook gelet op de kortingen
op publieke gezondheid en het ravijnjaar dat niet wordt opgelost, waardoor gemeenten
daar geen geld meer voor hebben?
Ik wilde mijn betoog vandaag eigenlijk beginnen met iets anders, namelijk met Meta.
Zij voelt zich niet gehoord in de Tweede Kamer en daarom wilde ik met haar beginnen.
Meta kreeg een aantal jaren geleden kanker, net als haar vader, haar moeder en haar
zus. Ze is opgegroeid naast een fabriek, eerst DuPont, nu Chemours. Zij zegt: «Ik
vind het zo oneerlijk dat een bedrijf zo veel macht heeft en wij niet. Sterker nog,
ik krijg te horen dat wij gezonder moeten leven, maar ik rook niet, ik drink niet
en ik eet veel groente. Hoe gezond wil je het hebben?» Ik vind dat eigenlijk wel een
hele goede vraag. Ik zou daar eigenlijk een reactie op willen hebben, zowel van de
Staatssecretaris als van de collega's aan mijn linkerzijde. Wat betreft preventie
en gezondheid: wat betekent het als er pfas zit op de groente die Meta, haar familie
en haar buren eten? En wat betekent het voor de gezonde appels die zij consumeert
en al die gezonde dingen die zij doet? Ik wil de Staatssecretaris vragen wat de voortgang
is van het onderzoek naar de effecten van Chemours op de gezondheid van omwonenden.
Zij willen graag eerst een bloedonderzoek en daarna een vervolgonderzoek op basis
van de uitkomsten. Het zou gewoon heel fijn zijn voor de omwonenden als we dat kunnen
toezeggen.
Ik ga snel door. Dat de plek waar je leeft en opgroeit van invloed is op je gezondheid,
is duidelijk; daar hebben we het eerder over gehad. Mensen met een laag inkomen en
een kortere opleiding leven vijftien jaar minder lang in goede gezondheid dan mensen
met een hoog inkomen en een theoretische opleiding. Dat is gewoon heel veel. Mensen
met een laag inkomen roken ook vaker en hebben minder geld om gezonde biologische
groente te kopen. In februari is er een motie aangenomen om de preventieaanpak te
baseren op het tegengaan van de maatschappelijke oorzaken van sociaaleconomische gezondheidsverschillen.
Wij vragen ons af hoe het staat met de uitvoering daarvan.
Over ongezonde keuzes gesproken: cola, suikerspin, muffin, rum, kauwgom en tompouce.
Ik heb het dan niet over eten, maar over smaakjes van de vapes. We hebben het twee
dagen geleden ook gehad over de smaakjes van de vapes. Althans, u heeft het daarover
gehad, want ik kon helaas niet bij dat debat zijn. Die smaakjes worden er door de
industrie in gedaan om onze kinderen verslaafd te maken. Nu is er een verbod op die
smaakjes – dat is heel goed – maar ze blijken nog overal gekocht te kunnen worden.
Ik heb het debat teruggekeken, maar het antwoord op de vraag hoe we ervoor gaan zorgen
dat we het echt goed gaan handhaven, vond ik nog niet helemaal duidelijk. Dat vroeg
ik mij dus af.
Dan over ongezond eten en overgewicht. Uit onderzoek van Pointer blijkt dat mensen
worden bestookt met reclames voor ongezond voedsel. In de afgelopen zes jaar, waarin
zo hard werkt gewerkt aan preventie, gezond eten en het tegengaan van overgewicht,
werd ter waarde van 4,2 miljard euro aan advertentieruimte ingekocht voor ongezonde
voeding. Dat is zes tot zeven keer zoveel als voor reclame voor gezond voedsel. Wauw!
Hadden we maar zo veel geld gehad voor preventie en zorg, om mensen gezond te maken.
Wat vindt de Staatssecretaris hiervan? Ook ben ik benieuwd hoe mijn collega's aan
mijn linkerzijde denken over de vraag hoe we die reclames gaan aanpakken.
De voorzitter:
Wilt u afronden?
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik ga afronden met de GGD's, want ik vind het toch belangrijk om daar nog twee zinnen
over te zeggen. Er is fors bezuinigd op de GGD's. Die hebben we nodig voor een effectieve
aanpak van preventie, maar daar wordt nu nog meer op bezuinigd, omdat er te weinig
geld overblijft voor publieke gezondheid. Daar wil ik echt aandacht voor. Ik vraag
de Staatssecretaris om een reactie. Wat betekent dit voor de GGD's? Maar ook aan de
collega's aan mijn linkerzijde vraag ik: hoe gaan wij ervoor zorgen dat de GGD's hun
werk goed kunnen blijven doen? Daar hebben ze gewoon geld voor nodig.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Crijns, die spreekt namens de fractie van de
PVV.
De heer Crijns (PVV):
Er zijn een heleboel vragen van de SP-fractie. Ik zal daar even heel kort op reageren:
ik ben geen Staatssecretaris, dus ik kan helaas geen antwoorden geven op uw vragen.
Daarom begin ik met mijn tekst.
Gezondheid is een complexe kwestie en geen eenvoudig project. Gezondheid is immers
niet maakbaar. Mensen met een gezonde levensstijl die veel sporten, niet drinken,
niet roken en geen overgewicht hebben, worden ook weleens ziek. Eenvoudige adviezen
zoals «beweeg», «stop met roken» en «eet gezonder» zijn in het dagelijks leven niet
altijd even gemakkelijk uit te voeren. Ik denk dat wij daar allemaal wel ervaring
mee hebben. De vele maatregelen die de Staatssecretaris de afgelopen jaren heeft getroffen,
lijken weinig impact te hebben gehad op de gezondheid van onze samenleving. Wanneer
zal de Staatssecretaris erkennen dat de genomen maatregelen onvoldoende effectief
zijn geweest?
Steeds meer mensen hebben moeite om rond te komen. Het gaat hierbij al lang niet meer
om mensen met een laag inkomen. Tegenwoordig zijn mensen al blij dat ze überhaupt
nog boodschappen kunnen doen. Met 450.000 mensen in Nederland die in verborgen voedselnood
verkeren, vraag ik mij werkelijk af waar de actie van de Staatssecretaris blijft om
deze groeiende voedselonzekerheid aan te pakken. Dat wordt waarschijnlijk moeilijk,
want de Staatssecretaris gaat weg. Geldgebrek staat gezond eten simpelweg in de weg.
Denkt de Staatssecretaris echt dat mensen nog kunnen kiezen voor de aanbevolen dagelijkse
hoeveelheden uit de Schijf van Vijf, zoals het eten van 250 gram groente, 200 gram
fruit, 15 gram ongezouten noten per persoon per dag en één à twee keer per week een
stukje vis? Welk gezin kan zich dat op dit moment nog veroorloven? Is de Staatssecretaris
op de hoogte van de prijs voor een fatsoenlijk stuk vis bij de visboer of voor fruit
bij de groenteboer op de markt? Als je die met vier vermenigvuldigt voor een gemiddeld
gezin, dan loopt de prijs behoorlijk op; ik weet er alles van.
Voorzitter. De PVV is tegen zware ingrepen zoals accijnsverhogingen en allerhande
verboden. Deze maatregelen schade niet alleen de economie maar leiden ook tot de toename
van illegale handel, smokkelwaar en namaakproducten. Bovendien beperken ze de persoonlijke
keuzevrijheid en werken ze vaak averechts.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat: mevrouw Slagt-Tichelman heeft een vraag voor u.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ik heb inderdaad een vraag. Ik maak me ook zorgen om mensen die nauwelijks gezond
voedsel kunnen kopen. Daar heeft u een punt, maar er zijn ook jongeren die geen condooms
kunnen kopen. Zij hebben met het oog op seksuele gezondheid hulp nodig van de GGD's
en financiering, opdat ze niet lange tijd rondlopen met gonorroe of chlamydia. Hoe
kijkt u daarnaar?
De heer Crijns (PVV):
Hoe ik daarnaar kijk? Die jongeren moeten geholpen worden met goede voorlichting.
Ze moeten weten dat als je onveilig vrijt, je daar verschillende ziektes aan over
kunt houden. Ik kom daar verderop in mijn tekst nog op terug, dus als u geduld heeft...
Mijn moeder heeft mij altijd bijgebracht dat geduld een schone zaak is.
De voorzitter:
Gaat u verder, meneer Crijns.
De heer Crijns (PVV):
Het prijskaartje van een pakje sigaretten bedraagt inmiddels ruim € 11,10. Steeds
meer Nederlanders gaan de grens over om daar hun boodschappen te doen en drank en
sigaretten te kopen, soms zelfs op 70 kilometer afstand. Dit laat zien hoe dergelijk
beleid niet alleen de vrijheid beperkt, maar ook economische activiteiten verschuift
naar buiten onze grenzen.
Voorzitter. We hebben ook verontrustende berichten ontvangen over de Nutri-Score.
Vooral bij jongeren lijkt smaakaanpassing averechts te werken, waardoor ze kiezen
voor de slechtste optie, vanwege de verbeterde smaak. Herkent de Staatssecretaris
deze signalen?
Momenteel is er een grote hype rondom afslankmiddelen als Ozempic. Mensen met een
paar kilo'tjes te veel zonder financiële zorgen grijpen daar massaal naar. Waarom
kiezen zij niet gewoon voor de sportschool? Heeft dit te maken met gemakzucht? Ik
roep de Staatssecretaris op om actie te ondernemen en duidelijkheid te verschaffen
over de rol van dergelijke middelen in de strijd tegen obesitas. Wat is zijn standpunt
hierin?
Voorzitter. Nog heel kort iets over ondervoeding. Veel aandacht gaat uit naar overgewicht
en obesitas, maar één op de vier ouderen loopt het risico ondervoed te raken. Kan
de Staatssecretaris toelichten wat hij op dit punt onderneemt?
Voorzitter, tot slot. De toenemende aantallen soa's, ongewenste zwangerschappen en
abortussen zijn zorgwekkend. Ik kan me nog goed de campagne herinneren – mevrouw Slagt-Tichelman
kaartte het ook al aan – met de slogan «Ik vrij veilig of ik vrij niet». Helaas lijkt
deze campagne niet meer te bestaan. In de brief las ik dat er na de zomer een voorlichtingscampagne
van start gaat om jongeren te informeren over verschillende vormen van anticonceptie,
soa's en condoomgebruik. Zullen sociale media een van de kanalen zijn die worden gebruikt
voor de voorlichtingscampagne? Zo een, kan de Staatssecretaris dan toezeggen dat dit
alsnog het geval is?
Tot zover.
De voorzitter:
Ik zie een aantal vingers. Ik begin bij meneer Krul.
De heer Krul (CDA):
Ik heb de heer Crijns eerder, en nu ook – daarin is hij hartstikke consistent – horen
zeggen dat de PVV tegen accijnsverhoging is. Nu is bewezen dat een accijnsverhoging
uiterst effectief is om mensen te ontmoedigen om te starten met roken. In het coalitieakkoord
lees ik niks terug over een verdere accijnsverhoging op tabak. Klopt het dat er geen
plannen zijn om de accijns op tabak verder te verhogen dan met enkel een inflatiecorrectie?
De heer Crijns (PVV):
Dank u voor uw vraag, meneer Krul. Het is nog een hoofdlijnenakkoord en geen coalitieakkoord,
maar dat komt er wel aan. In de stukken die u heeft gezien staan inderdaad allerlei
cijfers, maar die moeten nog worden uitgewerkt. Zodra er een coalitieakkoord is, kunt
u de precieze cijfers zien. Of er verhogingen of verlagingen plaatsvinden of dat de
prijs gelijk blijft, daarover kan ik nu geen uitspraken doen.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe had ook een vraag.
Mevrouw Dobbe (SP):
Geduld is een schone zaak. Dat is altijd een goede uitdrukking. Nu hebben wij wel
een tijdje gewacht op dat hoofdlijnenakkoord. We hadden er grote verwachtingen van,
ook wat betreft zorg en gezondheid. Nu hoor ik de PVV een aantal dingen vragen aan
de Staatssecretaris, die van alles moet gaan doen, maar tegelijkertijd ligt er een
hoofdlijnenakkoord waar geld voor preventie helemaal uit is gehaald. Hoe moet deze
Staatssecretaris of een volgende nu zonder geld al die dingen gaan uitvoeren waar
de PVV om vraagt?
De heer Crijns (PVV):
Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Dobbe. Gelukkig hebben we het binnen een halfjaar
gedaan en niet binnen 300 dagen, zoals het vorige kabinet. Die verlaging van 300 miljoen
wordt later ingezet. Waarom? Dat durf ik u niet te zeggen, maar het coalitieakkoord
zal dat uitwijzen.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe in tweede instantie.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ja, maar dat geld gaat er wel af. Daarnaast komt er ook een ravijnjaar aan. Gemeenten
hebben straks ook geen cent meer en moeten flink gaan bezuinigen en korten. Nu is
er een aanpak voor overgewicht, roken, vapen, alcohol, volksziektes, soa's en al die
dingen die PVV ook zo belangrijk vindt om te doen, maar dan is al het geld weggehaald.
Hoe ziet de PVV dit voor zich? Misschien is het goed om wat meer tijd te nemen – dat
geduld wil ik wel opbrengen – en nog eens te kijken of de GGD's geen geld kunnen krijgen
om hun werk te kunnen blijven doen in plaats van te bezuinigen. Wat is uw reactie
op deze uitnodiging om hier nog wat langer over na te denken?
De heer Crijns (PVV):
Wederom dank voor de vraag. Geduld is een schone zaak, zoals u zei en zoals ik zelf
al zei. Laten we even afwachten wat er in het coalitieakkoord staat, dan kunnen we
daarover debatteren. Volgens mij is er volgende week een debat waarin uw fractievoorzitter
deze vraag kan stellen aan onze fractievoorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe tot slot.
Mevrouw Dobbe (SP):
Tot slot. Dat vind ik wel makkelijk. U stelt wel allerlei vragen aan de Staatssecretaris,
terwijl u weet dat daarvoor geen geld is. Vervolgens geeft u geen antwoord op mijn
vraag. Maar goed, dat constateren we dan. Ik had nog een andere vraag, over de omwonenden
van Chemours. Omwonenden daar willen graag een bevolkingsonderzoek. Ze willen ook
een bloedonderzoek om te zien wat voor effect al die pfas heeft gehad op hun gezondheid
en die van hun kinderen en van hun ouders. Kan de PVV dat steunen?
De heer Crijns (PVV):
Een hele goede vraag. Natuurlijk moeten we kijken naar de gevolgen daarvan. Als u
met een voorstel komt, zal ik daar heel goed naar kijken. Doe een voorstel, dan kijk
ik daarnaar.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik schrik hier wel een beetje van. Er zijn grote beloftes gedaan tijdens de verkiezingen
over het helpen van mensen aan de onderkant van de samenleving. Uit onderzoek blijkt
dat het gebrek aan goed preventiebeleid juist ten koste gaat van die mensen. Mijn
vraag aan de PVV is waartoe zij bereid is als het gaat om preventie om die mensen
te helpen, want dat heb ik niet gehoord. Ik heb vooral kritiek gehoord op de Staatssecretaris.
De SP heeft daar voldoende over gezegd, maar ik hoor niet welke adviezen van de experts
de SP gaat opvolgen. Hoe denkt de SP bijvoorbeeld over het goedkoper maken van gezonde
voeding? Ach, SP ... Sorry, excuses. Ik bedoel de PVV.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Hoe denkt de PVV over het verbieden van ... Moet ik de hele vraag herhalen, meneer
Crijns?
De voorzitter:
Hoe denkt de PVV over het goedkoper maken van gezonde voeding?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Mijn kernvraag is eigenlijk als volgt. Ik wil een breder verhaal horen van de PVV:
hoe gaan zij die adviezen van de experts over preventie opvolgen? Ik noem twee voorbeelden
waarvan de experts zeggen dat ze in ieder geval effectief zijn, namelijk gezond voedsel
goed betaalbaar, dus goedkoper maken en ongezond voedsel duurder maken. Ten tweede:
verbied nou die marketing van ongezond voedsel.
De heer Crijns (PVV):
Dank aan het lid Kostić voor de vragen. Ik zit niet op de stoel van de Staatssecretaris.
Er moet nog een regeerakkoord komen. Ik vind jullie aandacht heel leuk en ik snap
dat jullie staan te popelen om een antwoord te krijgen op allerlei vragen die beantwoord
moeten worden, maar wacht het coalitieakkoord even af, dan worden alle antwoorden
waarschijnlijk duidelijk.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik stel deze vraag even niet met de gedachte «de PVV zit straks in de coalitie», want
dat interesseert mij echt nul komma nul. Ik stel deze vraag met het oog op de rol
van de PVV, als volksvertegenwoordiging. Ik neem aan dat zij een plan hebben, dat
zij een idee hebben, dat zij de stukken en de adviezen hebben gelezen van meerdere
instanties, experts en artsenorganisaties. Die hebben hele heldere adviezen. Ik wil
dus gewoon van de PVV, van deze volksvertegenwoordiger horen welke van de adviezen
de PVV nuttig vindt om met name de mensen aan de onderkant, maar ook de rest van de
bevolking, te helpen? Dat is mijn vraag.
De heer Crijns (PVV):
Dank voor uw vraag. Wij vinden dat de bestaanszekerheid in ieder geval op orde moet
komen. Als mensen meer geld in hun portemonnee overhouden, kunnen zij eerder besluiten
om gezond voedsel te kopen. De bestaanszekerheid moet op orde komen. In het nieuwe
hoofdlijnenakkoord wordt 2 miljard vrijgemaakt voor bestaanszekerheid. Dan ligt het
balletje in ieder geval sowieso bij de burger. Wij gaan de burger daarvoor ontlasten
en ervoor zorgen dat de Nederlander weer op de eerste plek komt.
De voorzitter:
Het lid Kostić in derde en laatste instantie op dit punt.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Het probleem is als volgt. Als ik de PVV goed hoor, laat die dit aan de burger over,
die het dan zelf maar mag uitzoeken. Maar als u de stukken van de experts goed hebt
gelezen, merkt u dat er voor de burgers niet veel keuzevrijheid is, ook niet voor
de burgers met veel geld, omdat ze aan alle kanten worden bestookt met misleiding
en prikkels om ongezond te eten. Hun keuzevrijheid wordt dus beperkt. De experts stellen
voor: je moet nog een paar extra stapjes nemen en bijvoorbeeld meer investeren in
een gezonde leefomgeving. Het is niet alleen zo dat de portemonnee voller moet; de
hele omgeving moet eigenlijk veel gezonder. Staat de PVV daar in ieder geval voor
open, nog even los van de specifieke maatregelen die we daarvoor zouden kunnen nemen?
De heer Crijns (PVV):
Ja, daar staan we altijd voor open. Als u het akkoord goed heeft gelezen, heeft u
kunnen zien dat er wordt ingezet op sport, beweging en preventie. Dat staat in het
hoofdlijnenakkoord.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ik ben blij om te horen dat de PVV ook voor publiekscampagnes als de Vrij Veilig Campagnes
is en dat wij de PVV aan onze zijde kunnen vinden. Mijn andere vraag was als volgt.
Nu kan nog maar de helft van de doelgroep geholpen worden met goede seksuele hulp
en soa-zorg. Kan ik de PVV ook aan mijn zijde vinden om de hele doelgroep van goede
seksuele hulp en soa-zorg te voorzien? Ik bedoel dat daar ook middelen voor vrijkomen.
De heer Crijns (PVV):
Dat zullen we in de toekomst zien. Daar kan ik nu geen antwoord op geven.
De voorzitter:
Zag ik de heer El Abassi ook zijn vinger opsteken voor een interruptie? Ja.
De heer El Abassi (DENK):
Wat een voorzichtigheid vanuit de PVV. «We zullen ernaar kijken. We wachten tot er
een coalitieakkoord is.» Dit is niet hoe ik de PVV ken. Dit is ook niet de reden waarom
mensen massaal op de PVV gestemd hebben. De PVV ken ik als de partij die zegt: «Het
moet nu. Henk en Ingrid kunnen niet wachten. Het moet vandaag gebeuren.» Nu merk ik
uitstel. Er wordt gezegd: «We moeten even afwachten. We weten het niet.» Is de PVV
er nog wel zeker van om effectieve maatregelen te nemen om de leefstijl te bevorderen?
Of blijft het bij vaagheid?
De heer Crijns (PVV):
Dank u wel voor de vraag, meneer El Abassi. We zijn daar zeker voor. Als u het mooie
hoofdlijnenakkoord heeft gelezen, heeft u kunnen zien dat de gemiddelde Nederlander
heel erg blij is met dit hoofdlijnenakkoord. Ook ik ben, als trotse PVV'er, blij met
dit hoofdlijnenakkoord.
De voorzitter:
Meneer El Abassi, in tweede instantie.
De heer El Abassi (DENK):
Wat ik lees in het hoofdlijnenakkoord, is vaag. Dat kan ook in een hoofdlijnenakkoord.
Ik lees dat er bezuinigd gaat worden. Als voorbeeld wordt ook de leefstijlpreventie
genoemd. Dan denk je: het is een hoofdlijnenakkoord, dus de PVV heeft daar vast wel
ideeën over. Dan stellen we vragen en dan komen er vage antwoorden. Ik zou de PVV
toch willen vragen wat die concreet bedoelt met «we gaan bezuinigen op leefstijl»?
Kan de PVV concrete voorbeelden noemen?
De heer Crijns (PVV):
Dat zijn hele interessante vragen, maar nogmaals, dat moet worden uitgewerkt. De bezuinigingen
worden uitgewerkt, dus heb geduld en wacht even af. Ik snap dat u staat te popelen
om een antwoord te krijgen, maar u krijgt elke keer hetzelfde antwoord van mij: u
moet even afwachten.
De voorzitter:
De heer El Abassi, in derde en laatste instantie op dit punt.
De heer El Abassi (DENK):
Ik wil alleen aangeven dat ik dat geduld wel heb, maar Henk en Ingrid niet. Zij willen
vandaag een antwoord hebben. Helaas kan de PVV dat antwoord niet geven.
De heer Crijns (PVV):
Ik kan u garanderen dat Henk en Ingrid blij zijn met het hoofdlijnenakkoord, dat de
Nederlander weer op de eerste plek wordt gezet en dat er dadelijk meer geld in de
portemonnee zit van Henk en Ingrid. Daar zijn Henk en Ingrid blij om.
De voorzitter:
Goed. We gaan naar de bijdrage van mevrouw Daniëlle Jansen namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Net als voor iedereen die hier zit, is dit ook voor mij evengoed
een rare situatie. Iedereen weet dat sinds ik in de Kamer zit preventie een van de
thema's is, misschien wel het belangrijkste thema, waarin ik mij vast heb gebeten
en waarin ik ook echt sprongen wil maken. Dit is dus lastig, ook voor mij. Maar omdat
de Staatssecretaris er nu toch nog zit, heb ik wat vragen, ook omdat het deels over
het beleid tot nu toe gaat. Ik kan het nog verder toelichten, maar ik wacht de interrupties
even af.
Oké, we hebben vier minuten spreektijd. Er zijn zoveel onderwerpen wat betreft leefstijl
dat ik een keuze moet maken. Ik ga toch voor het leefstijlgedrag dat verantwoordelijk
is voor de meeste ziektelast, namelijk roken. Ik heb enkele vragen aan de Staatssecretaris
over voorgenomen maatregelen om roken en vapen te stoppen. E-sigaretten krijgen een
neutrale verpakking. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer deze verplichting ingaat?
En kan de Staatssecretaris ook garanderen dat deze neutrale verpakking niet tot goedkopere
e-sigaretten gaat leiden?
Het verbod op tabaksverkoop in supermarkten en in de horeca per juli 2024 veroorzaakt
een stijging van het aantal tabakswinkels. In een wereld waarin de ene winkel door
wetgeving gedwongen wordt om afscheid te nemen van een deel van zijn assortiment hapt
de andere winkel gretig toe om dat stukje van de markt maar al te graag over te nemen.
Het is werkelijk zeer teleurstellend dat, ondanks het feit dat roken nog steeds de
voornaamste oorzaak van ziekte en overlijden in Nederland is met jaarlijks ongeveer
20.000 slachtoffers, opportunisme de overhand heeft boven visie. Voor tabaksspeciaalzaken
geldt nu alleen een registratieplicht. Voor verkoop van sterke drank en verkoop van
vis vanuit een kraam is zelfs een vergunning nodig, terwijl het nuttigen hiervan tot
veel minder slachtoffers leidt. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom er nog steeds
geen vergunning nodig is voor tabaksspeciaalzaken? Wat kunnen we doen om het traject
vorm te geven richting een vergunningstelsel waarmee gemeenten het aantal tabaksverkooppunten
kunnen beperken?
De registratieplicht moet nog worden ingevoerd. Deze had oorspronkelijk tegelijkertijd
moeten worden ingevoerd met het verkoopverbod in supermarkten. Dat wordt nu niet gehaald.
Kan de Staatssecretaris aangeven waarom deze wetgeving is vertraagd? Hoe gaat de Staatssecretaris
nu zicht houden op de groei van het aantal tabaksverkooppunten als gevolg van het
ingaan van het supermarktverbod? De Staatssecretaris geeft aan dat als uit de registratieplicht
blijkt dat er heel veel tabakszaken bij komen, het ministerie zich gaat beraden. Kan
de Staatssecretaris uitleggen wanneer wordt bekeken of er heel veel tabakszaken bij
komen? Gebeurt dat doorlopend of jaarlijks? En kan de Staatssecretaris uitleggen wat
«heel veel» is – wat zijn heel veel tabakszaken? – en wat het beraad inhoudt?
Om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk kinderen en jongeren verslaafd raken aan
roken, is het van belang om de verkoop van tabak in gemakswinkels en tankstations
zo snel mogelijk te verbieden en niet pas in 2030 en 2032. Welke mogelijkheden ziet
de Staatssecretaris tot deze versnelling?
De vermindering van het aantal verkooppunten voor tabak en e-sigaretten is de laatste
maatregel in het Nationaal Preventieakkoord 2018 om roken terug te dringen naar minder
dan 5% in 2040 en een rookvrije generatie te creëren. Deze doelen worden nog niet
gehaald. Welke aanvullende maatregelen wil de Staatssecretaris inzetten? En hoe denkt
de Staatssecretaris over de structurele prijsverhoging van tabak en rookwaren met
10% met inflatiecorrectie?
Zoals in de voortgangsrapportage tabaksontmoedigingsbeleid beschreven, zien we helaas
dat roken op veel plaatsen waar kinderen komen nog steeds gebeurt, bijvoorbeeld op
sportterreinen en kinderboerderijen. Er is echter groot draagvlak voor rookvrije terreinen
waar veel kinderen komen. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom hij, gezien het
brede draagvlak, kiest voor een gefaseerd rookverbod in kindomgevingen? En wat zijn
de complexiteiten waarop hij doelt in de voortgangsrapportage tabaksontmoedigingsbeleid?
De voorzitter:
Mevrouw Jansen, meneer Krul heeft een interruptie voor u en u bent eigenlijk ook al
door de tijd heen.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
O, ik heb nog een heel klein stukje.
De voorzitter:
Dan maakt u dat even kort af in max tien seconden.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Behalve over roken wil ik ter afsluiting nog een korte vraag stellen over ongezonde
voeding. Al een jaar geleden drong de Kamer er bij dit kabinet op aan om snel een
suikertaks in te voeren. Ook experts en de industrie geven aan een slimme belasting
op suikerhoudende dranken te steunen. Kan de Staatssecretaris uitleggen hoe hij de
wens om in 2026 een dergelijke maatregel in te voeren rijmt met de huidige staat van
het voorstel?
De voorzitter:
Een interruptie van meneer Krul.
De heer Krul (CDA):
Ik heb twee vragen aan mevrouw Jansen. Daar heb ik iets meer tijd voor nodig, maar
u mag er twee interrupties af halen. Ik vind het best moeilijk om mevrouw Jansen te
interrumperen, omdat zij de afgelopen maanden toch een beetje mijn preventiemattie
is geworden. Met toch enig zwaar gemoed heb ik twee vragen. Eén. Mevrouw Jansen vraagt
aan de Staatssecretaris hoe hij kijkt naar een verhoging van de accijns op tabak met
inflatiecorrectie. Ik denk dat de Staatssecretaris gaat zeggen dat hij dat op zich
wel een goed idee vindt, maar dat de nieuwe coalitie dat niet gaat doen. Dan zou ik
toch aan mevrouw Jansen willen vragen: waarom niet?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Hartelijk dank voor deze vraag. Inderdaad, preventiemattie. Preventie is en blijft
belangrijk voor NSC. Ik ben toch blij... Je kunt er een hele hoop op afdingen, maar
preventie staat in het hoofdlijnenakkoord. Ik weet dat er een heleboel budget verloren
gaat, maar er blijft nog wel iets over; het is niet helemaal op. Het is nu aan de
nieuwe regering wat daarmee wordt gedaan. Daar moeten keuzes gemaakt worden. Ik hoop
dat er keuzes worden gemaakt zodat wij nog steeds partners in crime kunnen worden
om dit aan te pakken. Natuurlijk heeft Nieuw Sociaal Contract ook zorgen over de uitvoering
van preventie. Zoals ik in mijn inleiding al noemde, gaat preventie me echt na aan
het hart. Ik ondersteun van harte wat iedereen hier zei over preventie, maar bij zo'n
hoofdlijnenakkoord kan niemand voor 100% zijn zin krijgen. Wat mij betreft is dat
met preventie ook niet gebeurd, maar zo gaat het in de politiek.
Tot slot. De grootste oorzaak van dit snijden is het feit dat het vorige kabinet de
overheidsfinanciën flink heeft laten ontsporen. Het is niet zo dat wij geld van het
preventiebudget af hebben gehaald en maar iets leuks zijn gaan doen. Er moesten keiharde
maatregelen worden genomen. Ik vind het heel erg dat dat ten koste gaat van preventie,
maar er was geen andere keus dan te snijden. Het is heel pijnlijk, maar ik hoop toch
nog steeds dat er wat mogelijkheden overblijven en dat we op een bepaalde manier toch
creatief kunnen zijn en dingen door willen zetten, want dat wil ik ook het allerliefste.
De heer Krul (CDA):
Accijnzen leveren geld op. Dat is precies wat we nodig hebben voor preventie. Het
zou juist een mooie kans zijn om wat geld te genereren, maar goed. Mevrouw Dobbe heeft
aan de Staatssecretaris gevraagd: wat blijft er eigenlijk over van uw beleid? Ik denk
dat het antwoord zal zijn: heel weinig. Er gaat 230 miljoen af van preventiebeleid,
er gaat 300 miljoen af van publieke gezondheid en we stoppen met de subsidies voor
leefstijlpreventie. We hebben het waarschijnlijk over een half miljard en dan blijft
er gewoon niks over. Dat zal denk ik ook het antwoord van de Staatssecretaris zijn.
Ik hoop echt – dat meen ik ook echt – dat we samen kunnen redden wat er te redden
valt, want dit gaat echt het einde betekenen voor ontzettend veel van wat we doen
op het gebied van preventie. Dat kan een keuze zijn, maar ik vind het jammer dat die
keuze gemaakt is, en dat meen ik. Daar zit geen vraag in, dus sorry daarvoor.
De voorzitter:
Mevrouw Jansen mag daar nog wel op reageren.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ja, ik wil daar zeker op reageren. Ik begrijp de reactie van de heer Krul helemaal.
Ik hoop ook dat er ondanks deze keuzes toch nog mogelijkheden zijn. De heer Crijns
zei het net ook. Het lijkt misschien niet over preventie te gaan, maar dat gaat het
wel degelijk. Als je kijkt naar internationale maatregelen om te zorgen dat mensen
met een goede leefstijl en in een gezonde omgeving opgroeien, dan is het verhogen
van bestaanszekerheid wel degelijk een hele belangrijke determinant. Alleen zie je
dat verschil niet van vandaag op morgen. Wil je structureel ervoor zorgen dat mensen
gezonder kunnen leven, gezondere keuzes kunnen maken en minder stress hebben door
allerlei financiële problemen, dan is het een hele belangrijke stap om ook aan de
bestaanszekerheid te werken. Ik ben heel blij dat we daar wel op kunnen inzetten,
maar desondanks begrijp ik de zorgen die hier leven wel degelijk.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ik sluit me wederom aan ... Ik heb zo'n idee dat ik nieuwe matties aan het vinden
ben! Haha. Ik heb mevrouw Daniëlle Jansen ook aan mijn zijde ervaren als het ging
om preventie. Een landelijke, structurele financiering voor preventie levert uiteindelijk
een enorme daling van de zorgkosten op. Wat dat betreft stond NSC eerder aan onze
zijde, maar ik zie dat nu een omslag plaatsvindt. Ik kan het gewoon niet verklaren.
Ik lig er wakker van. Hoe kan NSC hiermee leven, wetende dat goede preventie zó veel
daling van de kosten oplevert? Waarom zijn er geen landelijke middelen voor preventie
gereserveerd?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dan moet ik mijn woorden van net herhalen, want dat antwoord heb ik net gegeven. Het
is niet zo dat NSC op andere gedachten is gebracht, helemaal niet. Wij zijn nog steeds
enorm voor preventie. En die staat ook in het hoofdlijnenakkoord. De gedachtegang
van NSC is dus niet veranderd, maar wij hebben keuzes moeten maken. Daarom is het
traject ook heel lang geweest; dat kwam onder andere doordat de financiën niet op
orde waren. Dan moet je pijnlijke keuzes maken, en was het niet op het gebied van
preventie geweest, dan had je die wel op een ander gebied moeten maken. Nogmaals,
ik vind het vreselijk, ook voor mezelf, om te moeten snijden in het preventiebudget,
maar dat is geen opportunistische keuze. Dat was het niet. Het was een noodzakelijke
keuze, maar desondanks hoop ik toch dat we nog steeds wat kunnen bereiken.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, een nieuwe vraag, hoop ik.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik heb er toch nog twee, hè, voorzitter? Ja. Dank u wel voor uw coulance.
Het is in ieder geval een eerlijk verhaal. Ik hoor NSC zeggen: dit zijn keiharde maatregelen.
Het zijn uw woorden. Er wordt gesneden in preventie, en dat is pijnlijk: dat is in
ieder geval een eerlijk verhaal. Want dat is wat er nu gebeurt, en dat is ontzettend
pijnlijk. Maar de oplossing daarvoor, bestaanszekerheid, is natuurlijk niet genoeg
als je ongelijkheid niet aanpakt. Nou kunnen we daar een heel debat over voeren. Dat
gaan we hier niet doen, maar in het akkoord dat nu is gesloten, wordt de ongelijkheid
niet aangepakt, en daarmee de sociaaleconomische gezondheidsverschillen ook niet.
Ik wil NSC in ieder geval vragen om aandacht en om een reactie: wat denkt NSC dat
er gaat gebeuren met de GGD's als dit allemaal doorgaat? Is NSC bereid om daar in
ieder geval extra geld voor uit te trekken, zodat zij niet omvallen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik ga niet over het specifiek invullen van het hoofdlijnenakkoord. Het is een hoofdlijnenakkoord
en het is aan de regering om in te vullen hoe dat aspect eruit gaat zien. Daar heb
ik helemaal geen invloed op, ook al zou ik dat misschien willen.
De voorzitter:
Het lid Kostić nog een interruptie? O, sorry, mevrouw Dobbe heeft nog een laatste
interruptie voor mevrouw Jansen.
Mevrouw Dobbe (SP):
«Pijnlijk» dekt de lading dan wel, denk ik.
Ik zou wel nog graag een reactie willen op de situatie van Meta en de omwonenden van
Chemours. Zij vragen om een bevolkingsonderzoek. Er wordt nu gekeken of dat kan. Zij
willen graag daaraan voorafgaand een bloedonderzoek, opdat bekeken kan worden wat
al die pfas en al die uitstoot in al die jaren heeft gedaan met de omwonenden. Kan
NSC dat verzoek van die omwonenden steunen?
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dat verzoek kan ik inhoudelijk steunen, want bij preventie gaat het natuurlijk ook
over de invloed van alle schadelijke stoffen in de omgeving op de persoon. Inhoudelijk
kan ik dat verzoek dus steunen, maar ik ga natuurlijk niet over de financiën.
De voorzitter:
Het lid Kostić had ook nog een interruptie voor u.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik was benieuwd naar een specifiek punt en dat gaat over
de verbruiksbelasting. De Staatssecretaris heeft netjes een aantal scenario's uitgewerkt.
Ik ben benieuwd: heeft NSC al een voorkeur? Volgens de Partij voor de Dieren moeten
we toe naar een optie die eerlijk is, die de meest gezonde keuze stimuleert en die
de meest gezonde keuze, als dat kan, ook goedkoper maakt. Wij zouden dus meer gaan
voor optie 1 of 2. Ik ben heel benieuwd naar de opties van NSC.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Ik ga nog geen expliciete optie geven, maar ik kan mij inhoudelijk heel erg aansluiten
bij uw voorkeur.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Daar moet ik het mee doen, denk ik.
De voorzitter:
Dat vrees ik ook. Dan is het tijd voor uw inbreng namens de fractie van de Partij
voor de Dieren.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Het is letterlijk van levensbelang dat we nu maximaal inzetten
op voorkomen dat mensen ziek worden. Gezondheidsexperts en artsen slaan alarm en de
problemen zijn enorm. Meer dan de helft van de Nederlanders is te zwaar. Meer dan
de helft van de Nederlanders heeft een chronische ziekte zoals diabetes of een hart-
en vaatziekte. Steeds vaker gaat het om kinderen. Kanker en dementie nemen toe. Als
we niets of onvoldoende doen, zal dit aantal explosief stijgen en de druk op de zorg
alleen maar verder toenemen. Daarom maak ik me inderdaad ernstig zorgen over het aanstormend
coalitieakkoord. Welke collega's hier willen deze ontwikkeling serieus op hun geweten
hebben? Nu geen stappen zetten op het gebied van preventie kost levens. Het ergste
is misschien dat mensen die het al zwaar hebben het meeste worden geraakt. Ik doe
daarom een moreel appel op de hele Tweede Kamer, maar met name degenen die nu aan
de knoppen zitten, om hier toch serieus budget voor vrij te maken, want daar wint
uiteindelijk iedereen mee.
De kern van het probleem ligt natuurlijk bij de ongezonde voedselomgeving. Mensen
worden doodgegooid met de miljardenmarketing van de voedselindustrie, die ze betuttelt
om er maar voor te zorgen dat ze voor die ongezonde snacks kiezen. «Doodgegooid» is
ook letterlijk te nemen, aangezien er jaarlijks tienduizenden mensen vroegtijdig doodgaan
aan de gevolgen van een ongezonde voedselomgeving. Bijna 80% van het huidige voedselaanbod
in de supermarkt is gewoon ongezond. Dan heb je geen keuze. Dit gaat dus ten koste
van onze keuzevrijheid. Het wordt ons gewoon opgedrongen. Verschillende kabinetten
hebben verzaakt dit serieus te nemen en zijn blijven hangen in onderzoeken en projecten.
Het RIVM is helder: de stappen in het Nationaal Preventieakkoord uit 2018 zijn zwaar
onvoldoende; er zijn stevigere maatregelen nodig. De experts zijn eensgezind over
de maatregelen die minstens genomen moeten worden. Het zijn er minstens zes, bijvoorbeeld
het structureel en voor de lange termijn investeren in preventie, met gebiedsgerichte
programma's en aandacht voor kwetsbare groepen, het wettelijk borgen van gezondheidsdoelen
en het aanstellen van een regeringscommissaris die hierover gaat. Denk ook aan het
veel duurder maken van ongezonde voeding en het veel goedkoper maken van gezonde voeding,
en het verbieden van marketing. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Dat alles is heel
goed voor de samenleving en voorkomt allerlei kosten.
De Staatssecretaris heeft per brief moeten aanleveren wat zijn inzet was ten aanzien
van de gezonde leefomgeving, maar die brief is er nog steeds niet. We vragen hem ook
om voor het aantreden van een nieuw kabinet te komen met een lijst van mogelijke extra
maatregelen op het gebied van een gezonde leefomgeving. Dat moet in ieder geval voor
de Staatssecretaris vertrekt, want die gezonde, groene leefomgeving is ontzettend
belangrijk en draagt onder andere bij aan gezondere kinderen. Denk onder andere aan
groene schoolpleinen. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is of hij ook bereid is om
in die brief te vertellen wat VWS mogelijk kan doen om die groene omgeving voor kinderen
en die groene schoolpleinen verder te stimuleren. We missen ook een aantal andere
zaken, zoals de brief over kindermarketing, productsamenstelling en de fastfoodketens.
Die zou ik ook graag op korte termijn willen zien. Dat zijn belangrijke stappen die
nog steeds niet zijn gezet. Wat betreft de vraag over fastfoodketens: gemeenten kunnen
nu al heel veel doen, bijvoorbeeld in hun bestemmingsplannen, maar ze weten soms niet
dat ze dat kunnen doen. Mijn vraag is: is de Staatssecretaris bereid om met de gemeenten
in gesprek te gaan en ze te wijzen op de mogelijkheden die ze nu al hebben om fastfoodketens
te weren?
Voorzitter. Ten slotte de verbruiksbelasting. Ik heb daar net iets over gezegd. De
huidige platte taks werkt voor niemand. Die slaat gewoon helemaal nergens op. Hij
bevordert een gezonde voedselomgeving niet. De uitzondering voor dierlijke melk en
sojamelk, terwijl bijvoorbeeld havermelk zonder suiker wordt belast, is niet logisch.
Dus welk scenario je ook kiest, die uitzondering moet eruit. Wat ons betreft is scenario
1 het beste, niet alleen omdat het zorgt voor gezonder consumeren, maar ook omdat
we plastic flesjes gevuld met water ontmoedigen. We hebben grote problemen met watertekorten
en milieuvervuiling.
De voorzitter:
Wilt u afronden?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik ga afronden, maar dit is wel belangrijk. Om een liter water in een plastic fles
te maken, is zeven liter water nodig. De productie van die flesjes zorgt voor heel
veel vervuiling en microplastics. Dus laten we de problemen in samenhang aanpakken.
Ik zou mijn collega's willen stimuleren om vooral naar scenario 1 te kijken. Dat is
ook nog eens het meest makkelijk uit te voeren.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Crijns heeft een interruptie voor u.
De heer Crijns (PVV):
Ik heb uw verhaal aangehoord. U gaf inderdaad aan dat er verschillende maatregelen
zijn gestapeld om roken en overgewicht te ontmoedigen. Maar het effect daarvan is
minimaal. Welke maatregelen zouden er volgens het lid Kostić nog meer moeten worden
genomen?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik heb de stukken gelezen, dus de stukken van de SER, het RIVM en de brieven van de
artsen et cetera. Het probleem is juist dat er niet voldoende maatregelen zijn genomen
en dat er heel veel is overgelaten aan de sector, aan de industrie. Ik pleit voor
de maatregelen die ik net noemde, zoals het betaalbaar maken van gezond voedsel, het
duurder maken van ongezond voedsel en het verbieden van marketing voor ongezond voedsel.
Ik denk ook aan het structureel en op langere termijn investeren in preventie in plaats
van alleen maar in korte projectjes. Dat moet echt op de lange termijn, gebiedsgericht
en met aandacht voor specifieke groepen gebeuren. Dat zijn allemaal heel concrete
maatregelen die zouden kunnen werken, maar helaas hebben we in het verleden gezien
dat hier de politieke moed voor ontbrak, of het politieke «lef», zoals in het huidige
akkoord staat. Ik vraag nu wel om dat lef van deze nieuwe coalitie en ik help ze daar
graag bij. Ik denk heel graag mee. Ik wil het namelijk wel zien.
De voorzitter:
Meneer Crijns in tweede instantie.
De heer Crijns (PVV):
In principe moeten bepaalde groepen goed geholpen worden. Ik heb enkele voorbeelden
opgezocht van bepaalde maatregelen die zijn ingevoerd en die eigenlijk nul komma nul
effectief zijn geweest. Dat geldt bijvoorbeeld voor JOGG. Voor de invoering van de
JOGG-aanpak was het percentage van kinderen met overgewicht in JOGG-buurten vrijwel
even hoog als in niet-JOGG-buurten. In de eerste jaren na de invoering van de JOGG-aanpak
lijkt het percentage van ...
De voorzitter:
Een korte interruptie graag, meneer Crijns.
De heer Crijns (PVV):
Sorry. De 70% van de gecombineerde leefstijlinterventie is ook niet gehaald. Dat geldt
ook voor de schoolaanpak voor gewichtsafname. Is de Partij voor de Dieren het met
mij eens dat er naar bewezen effectieve maatregelen moet worden gekeken?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Volgens mij heb ik net allemaal bewezen effectieve maatregelen genoemd. Experts bevelen
dit aan op basis van wat zij weten dat werkt. Dus ja, ik zou graag van de PVV horen
welke van die bewezen effectieve maatregelen ze dan willen overnemen. Maar dat weigert
de PVV steeds te vertellen. We gaan het er deze dagen misschien bij de koffie over
hebben waar we elkaar kunnen vinden over de maatregelen die volgens experts bewezen
effectief zijn.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Crijns.
De heer Crijns (PVV):
Wel een kop koffie met een lekker stuk fruit, toch?
De voorzitter:
De heer El Abassi is aan de beurt. Hij spreekt namens de fractie van DENK.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank. Ik heb wat zitten wegkrassen uit mijn betoog, dus ik hoop dat het
nog vloeiend leest. Ik denk dat het grofweg in te delen is in de onderwerpen alcohol,
drugs, sporten en gezonde voeding.
Voorzitter. Ik begin bij alcohol. Slechts 37% van de Nederlanders weet dat alcohol
het risico op kanker vergroot en ongeveer de helft van de Nederlanders weet dat alcohol
kan zorgen voor mentale problemen als stress en angststoornissen. De Gezondheidsraad
adviseert dan ook geen alcohol te drinken. Zelfs één glas per dag kan schadelijk zijn.
Eén glas! Toch is alcoholgebruik in de afgelopen negen jaar onder jongeren niet gedaald.
Hoe kan het dat dit kabinet geen daling van drankgebruik onder jongeren heeft weten
te bewerkstelligen in deze afgelopen negen jaar en wat gaat het kabinet hieraan doen?
Alcoholgebruik leidt ook tot enorm veel financiële schade en kosten. Alcoholgebruik
veroorzaakt meer dan 200 medische aandoeningen en is verantwoordelijk voor 900 miljoen
euro aan zorgkosten en 1,1% van de zorguitgaven. Het aantal alcoholgerelateerde sterftegevallen
in 2021 was 2.390. Alleen al de zorgkosten en verzuimkosten maar ook het politieoptreden
en het gevangenisstelsel kosten ons jaarlijks tussen de 2,3 miljard en 4,2 miljard.
De gevolgen en de schade, zowel materieel als immaterieel bij derden, zijn niet in
woorden uit te drukken. Het aantal verkeersongelukken waarbij alcohol een rol speelde,
is in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Het is verschrikkelijk dat er kinderen moeten
opgroeien bij ouders die drankproblemen hebben. Ik zeg bewust «opgroeien», want van
opvoeding is namelijk geen sprake. Geweld, aanranding, verwaarlozing, vernieling:
een catastrofe hoe de leukste ouders kunnen veranderen in demonen of idioten als ze
te veel gedronken hebben. Graag hoor ik van de Staatssecretaris wat hij gaat doen
om het alcoholgebruik nog actiever te ontmoedigen, want voorkomen is altijd beter
dan genezen.
Veel van de genoemde problemen met betrekking tot alcohol gelden uiteraard ook voor
drugs. Wat gaat de Staatssecretaris dan ook doen om ook drugsgebruik actiever te ontmoedigen?
Voorzitter. Meer dan de helft van de volwassenen in onze samenleving heeft overgewicht.
Meer dan de helft! De gevolgen van overgewicht kunnen we actiever bestrijden, want
anno 2024 is het toch eindelijk tijd om bijvoorbeeld de btw op groente en fruit af
te schaffen. Financiële problemen zijn een van de grote veroorzakers van een ongezonde
leefstijl. Overgewicht en een ongezonde leefstijl bij kinderen en jongeren zijn het
best aan te pakken op de plek waar zij veel tijd doorbrengen, namelijk op school.
We zien in verschillende landen dat er universeel, gratis of tegen gereduceerd tarief,
door bijvoorbeeld te kijken naar basisinkomen, schoolmaaltijden worden aangeboden.
Is dit niet een goed idee voor Nederland, zou ik de Staatssecretaris willen vragen.
Voorzitter, tot slot. Ook door gezond sporten kun je overgewicht voorkomen. Dit is
ook essentieel voor een gezonde leefstijl. Volgens het Mulier Instituut zijn de sportkosten
voor 40% van de Nederlanders bezwaarlijk, wat ook een stuk meer is dan in 2019. Sport
en beweging zijn niet voor iedereen financieel toegankelijk. Wat gaat de Staatssecretaris
eraan doen om sport en beweging voor iedereen financieel toegankelijk te maken?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer El Abassi. Ik vraag meneer Krul om even het voorzitterschap over
te nemen, zodat ik mijn bijdrage namens de VVD-fractie kan doen.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter, heel kort. We zijn helaas een kleine fractie tegenwoordig, dus ik moet
rennen naar een ander overleg. Ik probeer zo terug te komen.
De voorzitter:
Dat is prima. We zien u vanzelf weer terugkomen. Sterkte bij de andere overleggen.
Meneer Krul?
Voorzitter: Krul
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Tielen. Zij spreekt namens de VVD.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Red de eikel. U denkt wellicht: ik zit toch niet in een debat
van de commissie voor Landbouw, Natuur en Visserij? Nee, dit is een van de slogans
op een postercampagne tegen seksueel overdraagbare aandoeningen die in studentenhuizen
en studentenverenigingen hangt. Het doel van deze campagne is om jongeren meer bewust
te maken van seksueel overdraagbare aandoeningen en ze op te roepen om te testen.
Op zich mooi, maar dat is natuurlijk geen preventie. Preventie is: veilig vrijen.
In de voortgangsrapportage Seksuele Gezondheid zijn positieve resultaten te zien als
het gaat om de beleving van seks. Dat is goed nieuws. Minder goed nieuws is de stijging
van het aantal geslachtsziekten, met name gonorroe en chlamydia, en de daling van
het condoomgebruik. Het RIVM doet momenteel onderzoek naar de beleving omtrent soa's.
Wanneer kunnen we daar resultaten van zien? We weten inmiddels ook dat er steeds meer
antibioticaresistentie is bij geslachtsziekten. Het gevaar wordt dus ook steeds groter.
Kortom, nog meer noodzaak voor preventie. Mevrouw Slagt-Tichelman zei het al: in 2001
en 2010 waren de Vrij Veilig Campagnes breed en succesvol. Is het niet eens tijd om
die naar 2024 te trekken en opnieuw breed en succesvol in te zetten? En vindt de Staatssecretaris
net als ik dat het hoog tijd is voor een campagne onder jongeren om het condoomgebruik
weer te stimuleren? Graag een toezegging.
Voorzitter. Veel mensen denken bij het onderwerp leefstijlpreventie aan roken, eten,
drinken en bewegen – daar hebben we al heel veel over gehoord – en dat terwijl er
zo veel meer onderdelen zijn in onze leefstijl die van belang zijn voor gezondheid.
Ik noemde al seksuele gezondheid, maar het gaat ook over zingeving, over werk, over
een sociaal netwerk, over slaap en over medicijnen. Vooral zingeving, werk en het
sociale netwerk zijn van grote invloed op het leven in goede gezondheid, maar liggen
toch echt best ver buiten het VWS-domein. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is hoe
hij deze onderwerpen met zijn collega's wil meenemen, of in ieder geval overdragen
aan de volgende bewindspersonen, in een breder leefstijlpreventiebeleid. We willen
dat niet alleen de zorg hiervoor verantwoordelijk is, maar ook andere domeinen.
In dit debat wil ik nog twee dingen aan de orde stellen, namelijk medicijngebruik
– ik noemde dat al even – en kinderen en bewegen.
Er zijn ruim een miljoen ouderen die meer dan vijf medicijnen per dag gebruiken. Daar
zitten ook slaapmiddelen tussen, ondanks dat het ouderen wordt afgeraden om die te
gebruiken. Onlangs werd ook bekend dat meer dan een derde van de slaapmiddelgebruikers
deze veel te lang slikt. Medicijnen zijn vaak nodig en kunnen de gezondheid ondersteunen,
maar er zitten maar al te vaak ook risico's aan. In eerdere debatten vroeg ik de Minister
al naar het opnemen van periodieke medicijnchecks. Volgende week zal ik daar bij de
Minister opnieuw om vragen, maar in dit debat wil ik nog maar eens aandacht vragen
voor eventuele plannen voor consultatiebureaus voor ouderen, waar ik deze Staatssecretaris
eerder naar vroeg, om de vaccinatieprogramma's samen te brengen. Maar ook iets voor
de hand liggends als medicijnchecks zouden daar een mooie plek kunnen vinden. De Staatssecretaris
had een toezegging gedaan om een plan daarvoor, of in ieder geval informatie daarover,
te delen met ons. Wanneer kan ik dat verwachten?
Tot slot Jongeren Op Gezond Gewicht. Recent werd uit een rapport van het RIVM duidelijk
dat er sinds de invoering van de aanpak in 2015 geen effect is op het overgewicht
en op beweeggedrag. Het bracht me helemaal terug naar een debat in de gemeenteraad
van Utrecht in 2016, waar zowel de heer Van Ooijen als ik in debat gingen met wethouder
Everhardt over de JOGG-aanpak. Tussen de wijken waar wel en waar geen JOGG-aanpak
werd ingezet, was geen verschil. Sterker, het percentage kinderen met overgewicht
en obesitas was zelfs gestegen! Die cijfers van toen in Overvecht lijken heel erg
op de cijfers van het RIVM-onderzoek van nu. Ik ben niet van mening veranderd. Als
het niet werkt, moet je ermee ophouden. Maar nu is Van Ooijen Staatssecretaris, en
hij wil doorgaan met de JOGG-aanpak! Sterker nog, hij wil hem intensiveren, en ik
niet. De VVD wil dat middelen die we investeren in maatregelen ter verbetering van
gezondheid, daadwerkelijk tot resultaat leiden. En niet alleen de VVD. Formeel noemen
we dat in de Comptabiliteitswet «doelmatigheid». Als het resultaat na bijna tien jaar
nog steeds niet zichtbaar is, dan wil ik dat we ermee stoppen en dat we het geld dat
we jaarlijks aan JOGG besteden, 10 miljoen euro, gaan besteden aan zaken die wél bijdragen.
Kan de Staatssecretaris aangeven welke juridische verplichtingen er nu liggen bij
de JOGG-uitgaven en vanaf wanneer we die kunnen gaan afbouwen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw Slagt-Tichelman.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ja, ik had er nog eentje bewaard. Ik hoor mevrouw Tielen praten over de mooie campagne
«red de eikel», maar wat als die bekend is en jongeren goed voorgelicht zijn in de
goede situatie dat de campagne weer is opgestart, maar er geen handelingsperspectief
is omdat er bij de GGD's tekorten zijn qua financiële middelen? Is de VVD bereid ook
het handelingsperspectief te bieden aan jongeren om hulp te zoeken?
Mevrouw Tielen (VVD):
Overigens is een van de andere posters «red de banaan»; die is ook heel mooi. Ik zou
graag ja willen zeggen op de vraag van mevrouw Slagt-Tichelman, want u merkt dat ik
het echt een belangrijk onderwerp vind. Ik heb ook gezien welke vraagstukken er rond
die voorzieningen voor seksuele gezondheid zijn. Ik vind het alleen lastig om daar
nu tot in detail volmondig een cheque op uit te schrijven, dus mag ik mevrouw Slagt-Tichelman
vragen om te kijken hoe we daar samen de komende tijd daadwerkelijk handen en voeten
aan kunnen geven?
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, mag ik dan nog heel even, uitlokking of niet?
De voorzitter:
Van mij wel. Ja, de invalvoorzitter is coulant.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ik neem deze handreiking heel graag aan. Ik kijk ook even naar mijn matties aan mijn
beide zijden. Wij nemen deze uitdaging graag aan.
De voorzitter:
Oké. Dank u wel. Zijn er verder geen interrupties meer? Dan geef ik het voorzitterschap
terug aan mevrouw Tielen.
Voorzitter: Tielen
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Krul. We gaan niet eten, denk ik, want we wilden proberen om 14.00
uur klaar te zijn. Dan hebben we twintig minuten voor de Staatssecretaris om zijn
inbreng in eerste termijn voor te bereiden. Ik schors tot 12.30 uur. Tot straks.
De vergadering wordt van 12.10 uur tot 12.36 uur geschorst.
De voorzitter:
We hebben de tijd in de schorsing nuttig besteed met een kleine publiekspeiling, maar
de Staatssecretaris is terug, dus we gaan het commissiedebat hervatten met de eerste
termijn van de zijde van het kabinet. Ik had de ambitieuze stelling neergelegd om
te proberen om 14.00 uur klaar te zijn. Ik ga de Staatssecretaris niet inperken, maar
om het debat doelgericht te houden, geef ik hem wel de gelegenheid om kort te kunnen
zijn over zaken waarvan hij denkt dat hij daar zelf niet meer helemaal over gaat.
Ik zie een mooie stapel kleurige mapjes, dus ik geef de Staatssecretaris de gelegenheid
voor zijn termijn. Ik zeg tegen de leden dat zij wederom vijf korte interrupties te
besteden hebben.
Het woord is aan de Staatssecretaris, meneer Van Ooijen.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dank u wel, voorzitter. Het is natuurlijk wel een heel bijzonder moment om dit debat
te voeren. Ik begrijp dat er vannacht, om 02.15 uur, uiteindelijk overeenstemming
is bereikt tussen de vier verschillende partijen. Ik wil toch als eerste zeggen dat
ik deze nieuwe partijen feliciteer. Het land heeft namelijk een nieuwe regering nodig.
Wat mij betreft spreek ik felicitaties uit voor het bereikte akkoord. Ik ben gisteravond
zo laat mogelijk opgebleven om te kijken of het akkoord nog zou komen, maar op een
gegeven moment dacht ik: nu is het wel klaar, want misschien zijn ze er pas om 04.00
uur uit. Ik ben vanmorgen vroeg uit bed gegaan – het was geloof ik een uur of zes
– en natuurlijk meteen gaan neuzen in dit nieuwe akkoord, want mijn interesse kende
geen grenzen.
Toen ik het akkoord erbij pakte, was ik in eerste instantie eigenlijk hartstikke positief
wat betreft het thema preventie. Vaccinaties en de noodzaak voor de vaccinatiestrategie
worden expliciet genoemd. U kent mij daarover; we hebben daar een paar weken geleden
natuurlijk nog een debat over gehad. Ik was daar dus erg enthousiast over. Preventie
staat zelfs centraal, of moet meer centraal komen te staan, bij de aanpak van het
beleid. Eigenlijk was mijn eerste afdronk dus: dat is keurig en prachtig nieuws. Maar
toen bladerde ik door naar de financiële bijlage. Toen brak mijn klomp, zou je bijna
kunnen zeggen, want van dat idee van «meer centraal in het beleid» bleef niet veel
over, zeg ik in alle eerlijkheid. Er staan maar liefst vier impactvolle financiële
keuzes in. Ik denk dat het toch goed is om even duidelijk te maken wat de impact daarvan
ongeveer is, omdat alle vragen die daarover zijn gesteld daarmee in één keer kunnen
worden beantwoord.
Ik ga ze toch maar even een voor een langs. Allereerst is het huidige preventiebeleid
in hoge mate incidenteel gefinancierd. Denk bijvoorbeeld aan de onderzoeken naar de
impact van de leefomgeving, waar mevrouw Dobbe het over had, de aanpak van overgewicht,
maar ook de hele aanpak van de mentale gezondheid. Die zijn allemaal incidenteel gefinancierd.
In totaal – al ben ik natuurlijk niet uitputtend wat betreft dit soort thema's – ging
het om ongeveer 230 miljoen aan incidentele financiering; die is er niet in opgenomen,
dus die zal vervallen. Dat is de eerste stap.
De tweede maatregel die daarbovenop komt, zijn de aangekondigde bezuinigingen op de
publieke gezondheid. Het is onduidelijk waar die dan precies zouden moeten neerslaan.
Maar de GGD'en hebben in principe natuurlijk een cruciale rol. Er is ook een basislijn
voor de GGD'en om te kunnen werken en te kunnen innoveren. Dit zal de GGD'en dus onherroepelijk
raken. Maar ik hoop toch vooral niet dat dit de vaccinaties zal raken. Het zou natuurlijk
desastreus zijn als daarmee ook nog eens de vaccinaties worden geraakt, want dat is
natuurlijk publieke gezondheid. Voor iedereen die denkt dat publieke gezondheid een
vage term is: dat gaat onder andere over vaccinaties.
Dan komt de derde stap daarbovenop. Dat is een aangekondigde korting van 10% op alle
specifieke uitkeringen. Ik zeg daarover maar even dat dit onder andere over de Regeling
Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg gaat. Ik heb volgens mij van alle fracties juist
de vraag gekregen om daar verder op te intensiveren. Maar het gaat ook over de valpreventie
en de Kansrijke Start, om meer voorbeelden te noemen. Dit is allemaal niet uitputtend,
maar het is een soort bloemlezing van waar we het over hebben, om zo een beetje grip
te krijgen op de materie. Kansrijke Start is een prachtig programma, dat nu volgens
mij een jaar of tien bezig is. Dat is de derde financiële impact die hier is aangekondigd.
Ten slotte wordt er nog aangekondigd dat er op de subsidies gaat worden gekort, ongeveer
1 miljard rijksbreed. Daarin wordt heel specifiek gezond leven genoemd; dat noemde
meneer El Abassi volgens mij ook. Dan hebben we het natuurlijk over bijvoorbeeld alle
programma's rondom stoppen met roken, die zo cruciaal zijn als we echt willen dat
mensen niet alleen maar aan zichzelf zijn overgeleverd om te stoppen met roken. Maar
het gaat ook over Helder op School, waar we het nota bene afgelopen week nog over
hebben gehad. Daarmee proberen we juist om het alcoholmisbruik en het problematische
alcoholgebruik aan te pakken; daar sprak de heer El Abassi ook behartenswaardige woorden
over. Dat staat ook op de helling.
Voorzitter. Ik zeg het niet met heel veel plezier, maar dan blijft er natuurlijk niet
veel over van de mooie woorden die aan het begin van het akkoord staan. Dan zeg ik
er ook in alle eerlijkheid bij dat mijn felicitaties weliswaar oprecht en gemeend
zijn, maar dat ik me niet kan voorstellen hoe dit kan leiden tot een effectieve preventieaanpak,
hoe je het ook wendt of keert of hoe je het ook gaat uitwerken. Daar wilde ik toch
mee starten om enig zicht te geven op de aangekondigde maatregelen van afgelopen nacht.
Dan ga ik naar de inhoud van wat mij nog rest, aan de hand van vier verschillende
thema's. Ik begin met voeding en overgewicht; dat is het eerste blokje. Het tweede
blokje met vragen die ik wil beantwoorden betreft tabak, drugs en alcohol. Het derde
blokje gaat over seksuele gezondheid. Ik heb daar natuurlijk al iets over gezegd in
mijn inleiding, maar voor alle helderheid noem ik dat toch. Ten slotte kom ik op de
leefomgeving. Daarbij zal ik onder andere de vragen van mevrouw Dobbe over pfas meenemen.
Ten slotte behandel ik dan nog een aantal overige vragen.
Voorzitter. Ik begin met voeding en overgewicht. Allereerst had de heer Crijns een
vraag over signalen dat de Nutri-Score averechts zou werken. Eerlijk gezegd ken ik
die signalen niet. Als u die signalen heeft gekregen, dan hoor ik die graag nadrukkelijker,
want ik ken ze niet. Mensen zouden dan blijkbaar – zo interpreteer ik het dan – bewust
producten van de E-categorie gaan eten, omdat ze bewust zo ongezond mogelijke producten
willen eten. Ik ken die signalen niet, dus als u die explicieter heeft gekregen, hoor
ik die graag.
Dan de belasting op de suikerhoudende dranken. Mevrouw Jansen had het daarover, maar
ook het lid Kostić. Ik heb samen met Staatssecretaris Van Rij natuurlijk alle opties
op een rij gezet. We hebben het uiteindelijk aan de Kamer gelaten om daar een keuze
in te maken. Het is dan ook aan de Kamer om die keuze te maken. In die zin ben ik
wel benieuwd wat die keuze dan gaat worden, net als het lid Kostić volgens mij. Want
zolang de Kamer geen duidelijkheid geeft, kan dit kabinet, maar ook het volgende kabinet,
natuurlijk niet verder met de voorbereiding. Het is dus wel aan de Kamer om nu kleur
te bekennen.
De voorzitter:
De heer El Abassi heeft daar een interruptie over.
De heer El Abassi (DENK):
Ik heb toch een korte interruptie over de Nutri-Score.
De voorzitter:
Maar dat is even een ander onderwerp. Dat gaat niet over de verbruiksbelasting, of
wel?
De heer El Abassi (DENK):
Dat was de vorige vraag, vandaar.
De voorzitter:
O, oké.
De heer El Abassi (DENK):
Ik heb overigens ook geen signalen gehoord dat de Nutri-Score averechts werkt. Maar
we weten wel dat een groene A- of B-score niet altijd in de Schijf van Vijf staat.
We weten dat de Nutri-Score niet altijd goed aansluit op of iets wel of niet gezond
is. Kiezen voor producten met een goede Nutri-Score zorgt niet altijd voor een goed
voedingspatroon. Herkent de Staatssecretaris dat wel? Wat wordt daartegen gedaan?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Wat we daaraan doen, is vooral ervoor zorgen dat via een publiekscampagne beter bekend
wordt wat eigenlijk de bedoeling is van de Nutri-Score. Het gaat inderdaad om een
betere of een slechtere voedingssamenstelling. Ik licht even toe dat een product met
score A bijvoorbeeld een betere samenstelling heeft dan een product met score D. Maar
dat gaat inderdaad niet over een gezonde samenstelling, want voor gezondheid kijken
we natuurlijk naar de Schijf van Vijf. De Schijf van Vijf blijft leidend voor het
voedingsadvies.
De voorzitter:
Meneer El Abassi, in tweede instantie.
De heer El Abassi (DENK):
Ik snap dat de Staatssecretaris dat wel weet, maar voor heel veel mensen is dat heel
verwarrend. Die zien Nutri-Score A of B staan en denken dat dat gezond is. Maar dan
heb je het bijvoorbeeld over een zak chips of zo. Die kan nooit gezond zijn. Dat weten
wij hier wel, maar voor de mensen thuis is het zeer misleidend. Zij denken dat ze
iets gezonds eten, terwijl dat niet het geval is. Daar ben ik meer naar op zoek. Wat
wordt er tegen die misleiding gedaan?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Daar doen we veel aan door middel van publieksvoorlichting. Daarom hebben we die campagne
opgezet. Daarom proberen we om zo veel mogelijk toe te lichten wat de bedoeling is
en hoe je het moet lezen. Want het lijkt in eerste instantie natuurlijk heel logisch:
A is gezonder of beter dan D. Maar het is natuurlijk heel relevant dat je het per
productcategorie moet vergelijken. Je moet de zak chips met score D niet vergelijken
met nootjes waar een B op staat. Kortom: wij doen dat met name middels de communicatieaanpak.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Eén aanvullende vraag over de Schijf van Vijf. Dat is natuurlijk de gezonde keuze,
maar voor mensen die niet vlees eten, is de Schijf for Life heel erg de gezonde keuze.
Ik heb met het Voedingscentrum gesproken en zij gaven aan dat zij om specifieke aandacht
willen vragen voor vegetariërs en met name voor veganisten. Zou de Staatssecretaris
in een van zijn laatste dagen aan het Voedingscentrum willen vragen wanneer dat komt?
En zou hij in ieder geval, om het nog even onder de aandacht te brengen, willen kijken
hoever ze zijn in dat proces?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik ken de discussie tussen de Schijf van Vijf en de Schijf for Life. Dat is een gesprek,
een discussie, die ook met het Voedingscentrum wordt gevoerd. Het Voedingscentrum
is daar heel sensitief voor en dus ook voor wat daarop terugkomt, bijvoorbeeld vegetariërs
die niet de aanbevolen elementen voor vis willen volgen of veganisten die liever geen
zuivel gebruiken. En zuivel is ook in de Schijf van Vijf opgenomen als onderdeel van
een gezond voedingspatroon. Nogmaals, het Voedingscentrum is er heel sensitief op
om te kijken hoe ook die Schijf for Life een plek kan krijgen, maar zij blijven daarbij
wel bij hun taak en adviseren uiteindelijk op basis van wetenschappelijk onderzoek
wat een gezond voedingspatroon is. Met begrip voor alle verschillende voedingswensen
die er zijn, maar dat is natuurlijk niet de primaire opdracht van het Voedingscentrum.
Dat is dus een onderscheid dat zij nadrukkelijk maken en ik ben dat ook wel met hen
eens, want mensen hebben natuurlijk nog heel veel andere voedingswensen. Het gaat
niet alleen over vegetarisch en veganistisch, maar bijvoorbeeld ook over het nuttigen
van halalvoeding en lactosevrij willen eten. Het is dus ook wel heel ingewikkeld om
het Voedingscentrum op te zadelen met de taak om voor al die verschillende voedingswensen
allemaal aparte schijven te maken. Dus ik denk dat het wel terecht is dat ze wat terughoudend
zijn.
De voorzitter:
Mevrouw Slagt in tweede instantie.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Ik beaam de woorden van de Staatssecretaris dat het inderdaad ingewikkeld is om verschillende
doelgroepen te bedienen. Die Schijf for Life is niet nieuw en het Voedingscentrum
heeft wel toegezegd om die zo te ontwikkelen dat er goede koppelingen worden gemaakt
op de website met een klein linkje dat specifieke doelgroepen verwijst naar waar ze
wel kunnen vinden wat past bij hun eetpatroon.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik doe dit allemaal even uit mijn hoofd, maar zover mij bekend is de Schijf for Life
niet van het Voedingscentrum en ook niet door het Voedingscentrum ontwikkeld. Een
andere partij heeft het ontwikkeld en die partij heeft het Voedingscentrum gevraagd:
joh, zouden jullie daar niet verder op in willen zetten? Ik snap waarom het Voedingscentrum
daarop terughoudend heeft gereageerd.
De voorzitter:
Zag ik ook een vinger van meneer Crijns voor een interruptie? Nee, dat is niet zo
en dan vraag ik de Staatssecretaris om verder te gaan.
Staatssecretaris Van Ooijen:
De heer Krul vroeg om een reflectie op het rapport over de suikertaks. Ik ga dan toch
met de voorzitter mee, want ik denk ook dat hij dat eigenlijk aan het nieuwe kabinet
zou moeten vragen. Ik heb het rapport samen met collega Van Rij laten opstellen. Je
ziet natuurlijk wel hele duidelijke gezondheidswinsten en dat is toch wel heel opvallend,
zeker omdat je juist bij de mensen die het meeste suiker consumeren een enorme gezondheidswinst
ziet. Maar om daar echt een reflectie op te geven laat ik toch echt aan het nieuwe
kabinet.
Het lid Kostić vroeg naar de toename van fastfoodzaken: wat kunnen we gemeenten nu
al meegeven in hun huidige instrumentarium? Gemeenten kunnen eigenlijk maar een heel
klein beetje, zeg ik er toch in alle eerlijkheid bij, omdat gemeenten alleen op ruimtelijkeordeningsrelevante
instrumenten mogen sturen. Het gaat dan bijvoorbeeld over geluid of de openingstijden
van de detailhandel, maar niet over gezondheid. Of een horecagelegenheid dus alleen
maar salades serveert of alleen maar ongezond voedsel: dat is niet ruimtelijkeordeningstechnisch
relevant. En dat maakt het voor gemeenten moeilijk om daarop te sturen.
Ik heb daar zelf helaas ervaringen mee gehad als wethouder, maar ik zie het nu ook.
Daarom vragen gemeenten dus ook: geef ons nou bevoegdheden om ook op gezondheid te
kunnen sturen. Daarom zijn we bezig met wetgeving op dat punt. U heeft mij ook gevraagd
om daarmee door te gaan. Die wetgeving is nog in voorbereiding en ik... Nou ja, goed,
u kunt u ongeveer voorstellen wat ik hoop dat het nieuwe kabinet ermee gaat doen.
Maar hoe het ook zij, gemeenten hebben het wel nodig, want ik kan hen moeilijk op
pad sturen met iets waarover ze nu tegen mij zeggen: we willen wel, maar we kunnen
dat maar heel moeilijk.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik heb waardering voor de Staatssecretaris, in ieder geval voor zijn ambities. De
resultaten zijn er nog niet, maar wat ik nu hoor, rijmt niet echt met wat ik weet,
ook van juristen. De Omgevingswet is net ingegaan en al eerder heeft de rechter zich
uitgesproken over de manier waarop gemeenten zaken mogen wegen. Dat is niet alleen
maar puur ruimtelijk. Gezondheid kan door de gemeenten juist heel goed meegewogen
worden in hun keuzes. Dat kan nu zeker, omdat een van de belangrijkste doelen van
de Omgevingswet bescherming van de gezondheid en bescherming van de leefomgeving is.
Ik snap dat de Staatssecretaris het nu misschien niet paraat heeft, maar ik zou hem
willen vragen om na te denken over welke instrumenten er wel zijn en dan kan hij er
misschien in tweede termijn op terugkomen. Ik denk dan aan de mogelijkheid om het
op te nemen in omgevingsplannen en het gebruik van het eigen vastgoed om in dit geval
fastfoodbedrijven te weren. Misschien kan hij daarover in gesprek gaan met juristen.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dit heb ik wel paraat, omdat ik hier de afgelopen jaren namelijk veel met gemeenten
over in gesprek ben geweest. Ik weet dat er onder juristen wat discussie is over de
vraag of je op basis van die leefomgevingsrelevante aspecten toch kunt sturen op gezondheid.
Je kunt een hele juridische boom opzetten over de vraag of dat wel of niet kan, maar
het blijft uiteindelijk een bijzondere wetstechnische toepassing. Het blijft primair
gaan om de leefomgeving, maar de juridische interpretatie is dan alleen wel: wacht
eens even, gezondheid is ook relevant in de leefomgeving en daarom kunnen we er toch
op sturen.
Maar los van de juridische interpretatie: gemeenten vragen heel nadrukkelijk... Juist
de gemeenten die het wilden, hebben hun eigen instrumenten ingezet om te kijken hoever
ze konden gaan. De gemeente Rotterdam heeft dat onder andere gedaan. De wethouder
ergerde zich daar aan het aantal fastfoodketens, die als paddenstoelen uit de grond
kwamen. Die wethouder zag binnen het eigen instrumentarium echt geen mogelijkheden
om dat aan te pakken, ook al wilde hij dat heel graag. Ik hoef niet tegen die wethouder
te zeggen: kijk nog eens goed naar je eigen instrumentarium. Die zegt tegen mij: ik
wil heel mijn instrumentarium inzetten, maar ik mis alleen een element.
Het is dus juist nu relevant om aan te geven dat er in de wetgeving iets mist wat
welwillende gemeenten kunnen inzetten. We hebben dus echt een aanpassing van de wet
op dit punt nodig. Daarom ben ik de afgelopen jaren ook zo druk geweest met het verder
doorzetten van die voorbereiding. Maar misschien kunnen we elkaar hierin vinden: wat
gemeenten wel kunnen doen, moeten ze natuurlijk vooral doen. Het klinkt misschien
heftig, maar wat ze bijvoorbeeld kunnen doen, is een partij uitkopen. Dat kan ook.
Je zegt dan: ik wil echt niet dat daar een bepaalde keten in komt, want dat is daarvoor
gewoon niet de goede plek. Je kunt vrijwillige afspraken maken met die ketens en tegen
hen zeggen: «Ik geef u een andere plek. Daar mag het wel, maar hier wil ik het echt
niet.» Gemeenten kunnen wel wat, want ze zijn niet weerloos. En bij wat ze kunnen
doen, wil ik ze ondersteunen. Daar geen enkele twijfel over! Als ze iets kunnen, moeten
ze dat vooral zo veel mogelijk inzetten.
De hoge kosten voor gezonde keuzes, een punt van de heer Crijns. Ik herken dat natuurlijk
helaas, maar tegelijkertijd zien we dat er gelukkig ook gezonde betaalbare keuzes
mogelijk zijn voor mensen met een kleine portemonnee. Daar wordt met voorlichting
ook veel bij geholpen. Dat is ook waar. Ik kan me overigens nog een debat herinneren,
waarin mevrouw Tielen op dit punt inging. Maar ik denk dat die beide waarheden eigenlijk
naast elkaar staan.
De heer Crijns stelde ook een vraag over Ozempic. Ik houd die ontwikkeling heel goed
in de gaten. Ik ben er ook wel bezorgd over, zeg ik in alle eerlijkheid, want soms
wordt het ook weleens verkeerd gebruikt. Medicatie tegen overgewicht biedt natuurlijk
ook geen duurzame oplossing. Het is volgens mij dan ook essentieel om te kijken wat
de achterliggende redenen voor overgewicht zijn.
De voorzitter:
Ik zie dat meneer Crijns daar een interruptie op wil doen.
De heer Crijns (PVV):
Ik deel de mening van de Staatssecretaris. Is het mogelijk dat er nader onderzoek
komt naar de gevolgen van Ozempic? Wat zijn de gevolgen van Ozempic, et cetera, et
cetera? Ik heb recent een krantenartikel gelezen over een vrouw in België die in coma
is geraakt, doordat zij verkeerde Ozempic had ingespoten.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Wij houden de ontwikkelingen heel goed in de gaten, ook de ontwikkelingen waar we
bezorgd over zijn. Dus we houden de vinger aan de pols. Ik weet niet of het heel veel
zin heeft om daar onderzoek naar te doen, omdat je dan ook weer een hele tijd bezig
bent om te kijken wat precies de ontwikkeling is. In die tijd kan de ontwikkeling
immers weer veel verder zijn gegaan. Daar moeten we, denk ik, dus voorzichtig mee
zijn. Het helpt misschien wel om de medicatie beter in te bedden in de behandelrichtlijnen
en daar veel scherper in te zijn, om daarmee het onwenselijke gedrag tegen te gaan.
Dat lijkt me eigenlijk meer de route om te gaan.
Dan ondervoeding bij ouderen. Ook dat herken ik, ook als prioriteit van de PVV van
de afgelopen jaren. Ik heb de afgelopen jaren overigens een financiële impuls aan
dit onderwerp kunnen geven, maar na de inleiding die ik heb gegeven laat ik het aan
de heer Crijns over om daar verder over te oordelen.
Mevrouw Dobbe sprak over de reclame voor ongezonde voeding. Dat is zeer herkenbaar.
We zijn natuurlijk bezig met een wetsvoorstel inzake de marketing gericht op kinderen.
Ook hier hoop ik echt dat het nieuwe kabinet doorgaat met de volbrenging van het wetsvoorstel.
Ik denk dat het cruciaal is om ongezonde marketing in ieder geval voor kinderen tegen
te gaan. Dat wetsvoorstel zou medio 2025 naar de Kamer toe komen, maar ik kan nu niet
verder kijken dan de komende weken.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik heb daar nog wel een vraag over, nu er nog een aantal puntjes op de i moeten komen
in de voorbereiding. Het is niet onze bedoeling dat bijvoorbeeld de bakker op de hoek
die een mooi taartje heeft gebakken, daar geen reclame meer voor mag maken. Zo'n bakker
is leuk voor de gemeenschap en goed voor de samenhang. Die moet je het niet moeilijk
maken, maar ik heb hele andere gedachten over multinationals als een McDonald's of
een Burger King. Zijn er manieren om dat onderscheid te maken? De impact van grote
kapitalistische multinationals op onze publieke gezondheid is namelijk ook veel groter
dan die van de bakker op de hoek.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik snap de sympathiefactor die u op tafel legt, maar zo werkt het natuurlijk niet
bij de voorbereiding van wetgeving. Als een bakker op de hoek lolly's in de bakkerij
legt en daar heel groots reclame voor gaat maken, valt dat zo meteen ook onder het
verbod op kindermarketing. Of het dan een fastfoodketen is die dat doet of de bakker
op de hoek die zijn lolly's heel uitgebreid wil promoten, het zal onder hetzelfde
regime vallen. Ik zou het ook oneigenlijk vinden om op dat punt een onderscheid te
maken.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe in tweede instantie.
Mevrouw Dobbe (SP):
Je zou misschien kunnen denken in termen van omzetcijfers. Laten we ook eerlijk zijn:
de impact van een McDonald's of een Burger King op de publieke gezondheid is gewoon
veel groter dan die van een bakker die een taartje verkoopt. Volgens mij verkopen
de meeste bakkers trouwens geen lolly's. Ze verkopen gewoon taartjes en lekker gebak
en zo. Ik wil de Staatssecretaris toch aanraden om te kijken naar creatieve manieren
om de echte vijanden van de publieke gezondheid aan te pakken en de vrienden, die
ook gezond brood verkopen, aan onze zijde te houden.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik zou toch willen waken voor het idee dat alle bakkerijen alleen gezonde producten
verkopen. Ik ben door wethouders gewaarschuwd dat zij zien dat heel veel sympathieke
winkeltjes hun aanbod juist aan het aanpassen zijn, waardoor kinderen die ondervoed
naar school gaan zich vaak vullen met zeer veel ongezond voedsel op weg naar school.
Zij krijgen allerlei ongezonde producten voor weinig geld aangeboden. Dat kunnen ook
bakkerijen zijn die hun voedselaanbod aanpassen. Wij pakken de grootste vissen natuurlijk
als eerste aan, zonder enige twijfel, maar we willen marketing voor ongezonde producten
in de volle breedte tegengaan.
Dan ga ik naar de gezonde voedselomgeving in relatie tot het geven van borstvoeding,
naar aanleiding van een vraag van mevrouw Slagt-Tichelman. Het advies is om ten minste
zes maanden borstvoeding te geven. Dat is natuurlijk altijd een vrije keuze van de
moeder. Het is aan de moeder om die keuze te maken. Ik wil daar zelf ook niet verder
in treden. Natuurlijk kennen we de enorme positieve effecten van het geven van borstvoeding.
Ik weet ook dat ontzettend veel ouders, moeders, dit willen, maar dat zij soms gewoon
uit moedeloosheid het bijltje erbij neergooien. Na zes maanden heeft het kind naast
borstvoeding overigens meer energie uit vaste voeding nodig. Het Voedingscentrum voorziet
eigenlijk in alle geldende informatie.
Dan kom ik bij de btw op groente en fruit en bij de schoolmaaltijden. Ik zou ook over
dit punt een hele reflectie kunnen houden, maar ik ga u denk ik ook hierbij verwijzen
naar een nieuw kabinet. Zeker als het gaat over de btw op groente en fruit heb ik
een hele geschiedenis opgebouwd. U weet dat ik het graag had gewild, maar fiscaal
is het echt een ramp. Ik kan het helaas niet anders zeggen.
De heer El Abassi vroeg naar de financiële toegankelijkheid van sport en bewegen.
De voorzitter:
Voordat u de diepte ingaat, geef ik het lid Kostić de gelegenheid voor een interruptie.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik begrijp dat het dit kabinet niet is gelukt om de btw op groente en fruit te verlagen,
ondanks dat het in het regeerakkoord stond. Ik ben benieuwd of de Staatssecretaris
bereid is om de Kamer en het nieuwe kabinet in ieder geval op een briefje mee te geven
welke andere manieren er zijn om groente en fruit toegankelijker en goedkoper te maken.
Dat zou ik heel erg waarderen.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik denk dat ik alle beschikbare informatie daarover in de afgelopen periode al met
u heb gedeeld. Ik heb dus niet zo veel nieuws te delen, maar misschien kan ik wel
iets toevoegen, ook voor het debat nu. Het verzorgen van gezonde schoolmaaltijden
is een van de meest effectieve interventies die je kan doen. Gezonde schoolmaaltijden
vallen natuurlijk onder het Programma Schoolmaaltijden. Gezondheid is daar een onderdeel
van, maar het is geen zwaarwegend element. Het aanbieden van schoolmaaltijden in combinatie
met beweging is cruciaal. Er zijn zelfs onderzoeken die erop wijzen dat je met alleen
die interventie op alle scholen de doelen rondom obesitas bij kinderen in één keer
kan halen. Het is overigens niet gratis. Sterker nog, het is best duur. Het is een
... Als u het toch aan mij vraagt, maar het begint bijna een soort beschouwing te
worden waar ...
De voorzitter:
Kostić, als u iets wil zeggen, is het handig om dat even aan te geven. Ik geef u dan
het woord, waarna u de microfoon kunt aanzetten. Dan is het gewoon een interruptie
en kan ik ook weer eens een turfje zetten.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Nee, die interruptie ga ik dan niet gebruiken, maar ...
De voorzitter:
Ja, nou, dan niet. Een debat doen we volgens regels, zodat het voor iedereen goed
te volgen is. Lid Kostić?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Nee, ik ga geen interruptie doen, maar ik wil gewoon ...
De voorzitter:
Dat is dan een interruptie. Als u iets toevoegt aan het debat, is dat in deze fase
een interruptie.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Nee, het gaat over de orde, voorzitter.
De voorzitter:
O, het is een punt van orde.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja, maar misschien niet formeel. Het gaat niet over de inhoud. Ik wilde alleen zeggen
dat mijn vragen niet goed worden beantwoord. Dat voelt een beetje frustrerend. Daarom
was ik op die manier bezig. Maar ik snap dat dat niet zo gaat. Dat wilde ik even zeggen.
De voorzitter:
Het beantwoorden van vragen is soms onvolledig of niet naar wens. Dat is allemaal
niet goed, maar de Staatssecretaris gaat over zijn eigen antwoorden. Als u de vraag
nog een keer wil stellen, kan dat, maar dan is het een interruptie. Zo werkt het helaas.
Ik zag meneer El Abassi ook met een vinger omhoog voor een interruptie.
De heer El Abassi (DENK):
Ik ben even op zoek naar de reden waarom de Staatssecretaris de btw op fruit niet
kan afschaffen. Is dat een fiscale reden en, zo ja, kan hij die dan toelichten? Of
is het budgettair niet toereikend?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Wij zijn nooit aan die budgettaire vraag toegekomen, omdat het fiscaal ... Ik ben
er samen met collega Van Rij echt heel diep in gedoken, want het was een opdracht
uit het regeerakkoord. Of wat was het ook alweer? Het heette anders. Het was het coalitieakkoord,
dacht ik; het was in ieder geval geen programakkoord. Die opdracht ga je natuurlijk
meteen uitvoeren, want je bent daartoe aangewezen als bewindspersoon. Ik ben daar
dus meteen met collega Van Rij mee aan de slag gegaan. De fiscaliteit is op dit punt
verschrikkelijk ingewikkeld. Ik wil u er echt niet mee vermoeien, maar ik heb er al
heel wat vergaderingen aan gewijd. Het was echt geen onwil, zeg ik even in alle eerlijkheid,
echt niet. Het was een opdracht en we zijn daar veelvuldig mee aan de slag geweest.
Vervolgens moesten we constateren dat dit helaas niet de goede route is. Je gaat dan
weer naar andere maatregelen kijken. De budgettaire vraag is dus niet aan de orde
geweest.
De voorzitter:
De Staatssecretaris heeft er volgens mij al meerdere brieven aan gewijd, dus daar
wil ik ook naar verwijzen.
De heer El Abassi (DENK):
Ik wil ook mijn punt maken. Ik zie er als fiscalist namelijk niet zo veel ingewikkelds
in. Wat het voor mij nog ingewikkelder maakt, is dat de Staatssecretaris wel heel
positief is over een suikertaks, waar we het net over hadden. Die taks is ook een
vorm van belasting.
Staatssecretaris Van Ooijen:
We kunnen het helemaal gaan uitlijnen, maar het essentiële onderscheid is dat je bij
een suikertaks heel precies kan aanwijzen waar het om gaat in het product en wat je
dus belast terwijl dat bij groente en fruit vele malen ingewikkelder is. Het grootste
risico is... Misschien is toch qua beeld het aardigste voorbeeld dat er ooit is besloten
om de btw op medicijnen af te schaffen en dat er nu nog steeds discussies zijn over
of tandpasta misschien ook onder die afschaffing kan vallen. Nou, be careful what
you wish for als je ooit met btw op groente en fruit gaat beginnen, want you ain't
seen nothing yet. Ik wil heel graag opkomen voor die gezonde maaltijden, maar ik wil
dat de Belastingdienst echt niet aandoen. Ik ben blij dat u als fiscalist wel mogelijkheden
ziet, maar categorisch is het beeld eigenlijk toch heel anders.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Het enige echte verschil dat ik zie is dat het ene geld oplevert en het andere geld
kost. Maar goed, wellicht kunnen we via een motie toch vragen om dit nader te onderzoeken
waardoor ook de Kamerleden hier wat meer duidelijkheid over hebben.
Staatssecretaris Van Ooijen:
De financiële toegankelijkheid van sport en bewegen. Dat is eigenlijk een vraag voor
de Minister. De jaarlijkse investeringen in het Jeugdfonds Sport & Cultuur en het
Volwassenenfonds Sport & Cultuur zijn onderdeel van het betaalbaar houden van sporten
en bewegen.
Dan een vraag van mevrouw Tielen over de JOGG-studie. Ik moet eerlijk zeggen dat ik
ook nog even terugdacht aan de Utrechtse gemeenteraad. Het RIVM-onderzoek richt zich
op overgewicht en beweeggedrag en we zien inderdaad ook dat zij op een aantal elementen
zeggen dat zij geen verschil zien. Tegelijkertijd zeg ik erbij dat overgewicht natuurlijk
door een heel grote, brede range aan verschillende factoren wordt beïnvloed. Ik vind
het ook wel een heel harde afrekening om te zeggen: dat er geen onderscheid is tussen
de wijken waar wel en geen JOGG-aanpak is, is de facto het bewijs dat de JOGG-aanpak
ineffectief is. Daarmee doe je natuurlijk echt tekort aan alle andere oorzaken die
ook ten grondslag liggen aan overgewicht. Misschien is het wel zo dat er juist in
die wijken veel meer zuigkracht is geweest naar een ongezondere leefstijl, waardoor
je geen onderscheid ziet. Misschien valt het eigenlijk wel als een positieve noot
uit te leggen. Ik zeg dit ook maar even om de andere kant, het andere perspectief
te belichten. Ik zeg ook nog even dat we nog bredere en andere recente onderzoeken
hebben gehad, onder andere van het consortium van Mulier, het Amsterdam UMC en het
Erasmus MC, die wel degelijk effecten en positieve bijdragen zien van de JOGG-aanpak.
Tot zover, voorzitter. Dan ga ik naar mijn tweede kopje.
Voorzitter: Krul
De voorzitter:
Ik geef heel even als interim-voorzitter het woord aan mevrouw Tielen voor een interruptie
op de Staatssecretaris.
Mevrouw Tielen (VVD):
De Staatssecretaris heeft mijn vraag niet beantwoord. Mijn vraag was welke juridische
verplichtingen er zijn en per wanneer we kunnen afbouwen om daar geld in te steken.
De Staatssecretaris zat mijn natuurlijk uit te dagen, want het Mulier Instituut en
het Erasmus MC hebben inderdaad effecten gezien, maar dat zijn geen effecten op het
doel van de aanpak, namelijk het verminderen van overgewicht. En heel eerlijk: als
je kijkt naar de cijfers op VZinfo, of hoe het dan ook precies heet, zie je dat van
1990 tot nu het percentage overwicht en obesitas bij kinderen tussen 4 en 18 ongeveer
gelijk is gebleven. Dat betekent niet dat ik er geen urgentie voor zie, maar als wij
geld en menskracht in programma's steken, moet wel daadwerkelijk het doel behaald
worden. Maar mijn vraag is vooral: wilt u mijn vraag beantwoorden?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Nee, helder. Ik denk dat ik in ieder geval heb betoogd waarom wat mij betreft JOGG
gewoon overeind gehouden moet worden. Ik heb ook – dat zeg ik er maar even bij als
een persoonlijke noot – ontzettend plezierig samengewerkt met JOGG. Zij zijn altijd
bezig om te kijken hoe ze hun eigen werk kunnen verbeteren. We hebben een heel breed
perspectief op het versterken van de gezonde generatie. Maar dan het antwoord op uw
vraag. Van de circa 10 miljoen die JOGG ontvangt, is ongeveer 6,8 miljoen een instellingssubsidie.
Er is geen sprake van een intensivering van deze financiering. Je bent vanuit die
instellingssubsidie ook gehouden aan goed bestuur, dus je kunt daar niet zomaar onderuit.
Je zal naar een redelijke afschalingstermijn moeten kijken. Maar ik heb u aangegeven
hoe ik denk over de JOGG-aanpak, zeg ik ten slotte.
Ik ga naar het tweede mapje.
Voorzitter: Tielen
De voorzitter:
Voordat u naar het tweede mapje gaat nog even een opmerking over de verbruiksbelasting,
de brief die Van Rij en Van Ooijen samen hebben gestuurd. Vanochtend in de commissie
Financiën is besloten om daar een schriftelijk overleg over te voeren. Dat even als
tip voor de woordvoerders, om met uw fractiegenoten daarover de koppen bij elkaar
te steken. Gaat u verder met het volgende mapje. O, sorry. Het lid Kostić nog.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Is dat schriftelijk overleg dan ook voor VWS? Dat is nogal relevant.
De voorzitter:
VWS is de vorige commissie. Vanochtend is expliciet benoemd in de procedurevergadering
dat het handig is omdat de woordvoerders preventie hier ook bij betrokken zijn.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Oké.
De voorzitter:
Maar ik zal dat ook nog even met de Griffie afstemmen. We gaan, als ik goed heb meegeschreven,
naar het mapje tabak, drugs en alcohol.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dat heeft u zeker, voorzitter. Dan begin ik met volgens mij een van de favoriete onderwerpen
van deze commissie, namelijk de e-sigaretten. Mevrouw Dobbe had een vraag over effectief
handhaven. Ze gaf aan: we zien dat het eigenlijk wel tegenvalt. Ik ben onlangs ook
zelf op stap geweest bij de NVWA om te kijken hoe die handhaving er in de praktijk
uitziet. Daarbij moet ik echt aangeven dat ik vind dat ze een effectieve strategie
kiezen. Die strategie is nog niet altijd zichtbaar, maar het is wat mij betreft wel
de goede strategie. De strategie is namelijk: focus eerst op de grote vissen, de distributeurs.
Die zijn vaak niet zichtbaar in het straatbeeld, maar zijn uiteindelijk wel heel bepalend
voor wat uiteindelijk in het straatbeeld verkocht kan worden, in de winkeltjes zelf.
Die aanpak heeft tot nu toe al behoorlijk veel effect gesorteerd. Daarom gaat de strategie
nu ook naar het straatbeeld toe bewegen. Uiteindelijk worden gewoon alle winkeltjes
aangedaan die nog smaakjes verkopen. Als er nog winkels zijn, zeg ik bij dit soort
momenten altijd: gewoon kappen ermee. Het mag niet meer. Als je het wel doet, staan
daar flinke boetes op. Die gaan je niet in de koude kleren zitten. Dus doe het ook
niet vanuit eigen redenen.
Mevrouw Jansen had een vraag over de neutrale verpakkingen voor e-sigaretten. Het
streven is om de neutrale verpakkingen met ingang van 1 januari 2025 in werking te
laten treden.
Kunt u garanderen dat de prijs van deze sigaretten niet daalt door een neutrale verpakking?
Ik verwacht dat niet, in alle eerlijkheid, maar garanderen kan ik het niet.
Waarom is er nog steeds geen vergunning voor tabaksspeciaalzaken? Daar heb ik al meermaals
op gereageerd, ook op de aangenomen motie. Ik denk dat een vergunningsstelsel voor
speciaalzaken wel wenselijk is, maar pas op termijn. Niet nu, omdat we nu nog middenin
de afbouw zitten van het aantal verkooppunten voor tabak. Dat is eigenlijk een herhaling
van wat ik eerder heb teruggegeven aan de commissie.
De registratieplicht voor verkooppunten had eigenlijk tegelijkertijd moeten ingaan
met het verkoopverbod in supermarkten. Waarom is dat vertraagd? Dat was een vraag
van mevrouw Jansen. Het heeft ermee te maken dat het wetgevingsproces op een aantal
punten wat langer heeft geduurd dan vooraf was ingeschat. Door de formele processtappen
heeft dat gewoon wat meer tijd gekost dan gehoopt. Het wetsvoorstel ligt nu bij uw
Kamer ter behandeling.
Dan was er ook nog een vraag van mevrouw Jansen over tabaksverkooppunten. Kunnen we
niet sneller gaan dan 2030–2032 met de stappen die nu gezet zijn? Dat kan natuurlijk
altijd, maar het is ook de Kamer om daar richting aan te geven middels moties en amendementen
of aan een nieuw kabinet om daar een keuze in te maken. De maatregelen waar ik voor
heb gelopen, zijn bij u bekend. Als de Kamer sneller wilt, is het aan hen.
Volgens mij heb ik daarmee de meeste vragen over tabak gehad.
Dan de accijnsverhoging. Dat is bijna vragen naar de bekende weg. We zien de afgelopen
jaren dat tabak eigenlijk het enige onderwerp is waarvan het RIVM heeft gezegd: op
dat onderwerp zou u de doelen in het Nationaal Preventieakkoord kunnen halen. Dat
kun je niet loskoppelen van de enorme inzet die we op wetgevingstechnisch niveau hebben
gedaan, waarbij alles bij elkaar opgeteld uiteindelijk pas leidt tot het potentiële
effect, dus het terugbrengen van het aantal verkooppunten én de accijnsverhogingen
én de e-sigaretten aanpakken. Het is en-en-en-en-en. Dan kun je misschien die rookvrije
generatie realiseren. Maar als je daar een van de elementen uit haalt, zoals de accijnsverhogingen,
als je dat de komende jaren gewoon niet gaat doen, dan weet je per definitie waar
het gaat eindigen. Dan ga je die doelstellingen namelijk niet halen. Het is een van
de weinige zeer effectieve maatregelen die we in het instrumentenkoffertje hebben.
Dan was er nog een vraag van mevrouw Jansen over de kindomgevingen. Waarom gaan we
eigenlijk gefaseerd een rookverbod in kindomgevingen realiseren? Dat heeft te maken
met het grote aantal kindomgevingen. Op al die plekken moet je ervoor zorgen dat het
draagvlak hoog genoeg is, zodat je niet enorm tegen de bierkaai aanloopt als je een
kindomgeving aanpakt die in het maatschappelijke proces eigenlijk nog heel ver achterloopt.
Daarom kiezen we dus voor een gefaseerde aanpak. Je ziet een aantal kindomgevingen
gewoon al veranderen. Ik schat in dat die wetgevingstechnisch op een gegeven moment
ook wel een keer aan de orde komen. Om een voorbeeld te noemen: de pretparken, zoals
de Efteling. Je ziet dat zij nu zelf keuzes aan het maken zijn. Dat zijn de eerste
stappen op weg naar... Als je mij vraagt om een voorspelling te doen, gaat een wetgever
daar vast ook een keer opmerkingen over maken en kaders voor meegeven. Je wil ook
wel de samenleving volgen. Als je als wetgever telkens de eerste stap zet, vind ik
dat je moet oppassen of je de samenleving niet te snel af wilt zijn.
De accijnsverhoging heb ik al gehad.
Dan over de alcohol- en drugsontmoediging. Die vragen waren allebei van El Abassi.
Drankgebruik onder jongeren en jongvolwassenen... Daar hebben we natuurlijk allemaal
elementen voor, met name via de subsidies, die we inzetten om met name drankgebruik
onder jongeren en jongvolwassenen tegen te gaan. Daarvoor zijn de gevolgen natuurlijk
het meest ernstig. Bovendien is alcoholgebruik onder de 18 niet toegestaan. Kortom,
daar zetten we maximaal op in. Bij drugsgebruik is het eigenlijk idem dito. Er zijn
interventies nodig in het gezin, we zetten de IJslandse aanpak in en we financieren
het Trimbos-instituut om gemeentes goed voorlichtingsmateriaal te geven.
De heer Krul (CDA):
Ik heb de woorden even op mij moeten laten inwerken, omdat de Staatssecretaris een
prettige en luchtige toon heeft. Als ik hem goed begrijp, hoor ik hem gewoon zeggen
dat we de doelstellingen voor de rookvrije generatie niet meer gaan halen. Er komen
geen verdere accijnsverhogingen. Er komen geen inflatiecorrecties, in die zin dat
het niet duurder wordt. Ik heb hem volgens mij, vraagteken, gewoon horen zeggen: daarmee
halen we de doelstellingen dus niet meer.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dat is wel vrij feitelijk wel wat er gebeurt. Dat zeg ik niet vanuit mijn eigen opvattingen.
Als je primair gewoon het kennisinstituut volgt, het RIVM, dat ons preventiebeleid
heeft doorgerekend en heeft gekeken welke doelstellingen we gaan halen en welke niet,
dan komen we bij de rookvrije generatie het dichtst bij het doel. Ik geloof dat we
ergens op de 7% zouden eindigen in 2040. Maar dat was wel met de veronderstelling
dat het beleid dat is ingezet, wordt doorgezet. Als je dat beleid niet doorzet en
je het versoepelt, zal die 7% misschien wel 8%, 9%, 10% of ik weet niet wat worden;
dat moet u dan weer aan het RIVM vragen. Daar zult u onherroepelijk effecten van zien.
Dat kun je op je vingers narekenen.
De heer Krul (CDA):
Ik heb een vervolgvraag daarop, gewoon voor mijn beeld. Als je ervoor kiest om geen
accijnsverhoging door te voeren op tabak en je kiest er ook voor om de tabaksaccijns
niet jaarlijks te indexeren, wordt roken dan niet goedkoper?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ja, dat is zeker waar. Als je de accijnzen niet indexeert, nog even los van of je
een accijnsverhoging doorvoert, zullen sigaretten relatief beschouwd steeds goedkoper
worden. Dan word je geld steeds minder waard, maar je kunt er steeds meer sigaretten
van kopen. Dat klopt dus. Ik zeg altijd: het minimum is altijd de inflatiecorrectie.
Anders worden sigaretten verhoudingsgewijs goedkoper. Maar als je wil dat het gebruik
wordt teruggebracht, zal je de accijnzen moeten verhogen.
Ik wil graag nog een misverstand op dit punt wegnemen. Er wordt vaak gezegd: ja, maar
de grenseffecten. Meneer Crijns noemde dat bijvoorbeeld ook. Dat is natuurlijk waar,
maar een van de belangrijke effecten die we beogen met die accijnseffecten, is niet
dat mensen stoppen met roken, maar ook dat ze niet gaan roken. Mensen die al hartstikke
verslaafd zijn, denken misschien: ik ga in een bus naar Luxemburg toe. Maar heel veel
jongeren en heel veel mensen denken: wacht eens even, € 12 voor een pakje sigaretten
doe ik niet. Er is misschien nog een groep die dat wel doet bij € 12, maar niet meer
bij andere bedragen. Los van de grenseffecten is hierbij niet alleen het effect op
bestaande rokers heel belangrijk, maar ook het voorkomen dat jongeren beginnen met
roken. Dat is een van de meest elementaire onderdelen van waarom die accijnsverhoging
toch een effectief instrument is.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Eigenlijk noemde de Staatssecretaris het IJslandse model even in één lopende zin,
maar mijn vraag ging heel specifiek over dat model. Zes Nederlandse gemeentes hebben
dat model geïmplementeerd. Nou weet ik wel dat de gelden van die mooie aanpak verdwijnen,
maar hoe zorgt de Staatssecretaris er op z'n minst voor dat de evaluatie en goede
resultaten worden gedeeld met de rest van de Nederlandse gemeentes?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dat klopt. Ik was onlangs nog bij een gemeente die dat doet, namelijk Urk. Het IJslandse
model past overigens heel goed bij deze gemeente, want vaak gaat het om het versterken
van gemeenschappen. Ik vond dat Urk dat echt op een ontzettend goede manier heeft
ingevoerd. Daar heb ik ze complimenten voor gegeven en nu u het zo noemt, wil ik dat
eigenlijk herhalen. Er is juist heel veel onderzoek gedaan om die aanpak goed te evalueren
en de werkzame elementen ervan te benutten voor andere gemeenten. Dat hebben we dus
zeer goed gedocumenteerd. In die zin denk ik niet dat daar aanvullend iets voor nodig
is, want de gemeenten die destijds onderdeel waren van de pilot konden dat alleen
doen in combinatie met ontzettend veel onderzoek en het verspreiden van de goede voorbeelden
die ze zouden ontwikkelen.
De voorzitter:
We gaan door naar het onderwerp seksuele gezondheid.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dank u wel, voorzitter. Er waren maar een paar vragen en ik heb er in de inleiding
natuurlijk al iets over gezegd. Allereerst vroeg Crijns of de voorlichtingscampagne
voor jongeren over veilig vrijen ook online kan plaatsvinden. Dat is zeker de bedoeling.
Het doel van de campagne is om jongeren te stimuleren de website van Sense te bezoeken.
Maar nogmaals, ik heb wel een waarschuwing gegeven als het gaat om de financiële kant
van de zaak. Ik weet gewoon niet of alles wat ik nu zeg financieel, dus aan de uitwerkingskant,
nog kan met de bezuinigingen die zijn aangekondigd. Ik geef dit antwoord dus met die
kanttekening.
Datzelfde geldt eigenlijk voor de publiekscampagne rondom de stijging van het aantal
soa's en de daling van het condoomgebruik, die mevrouw Slagt-Tichelman noemde. Overigens
maak ik me over beide onderwerpen ook zorgen. We bespreken daarom met onder andere
het RIVM en Soa Aids Nederland wat we op korte en lange termijn kunnen doen. Ik kom
begin juni nog terug met de beantwoording van de Kamervragen van het lid Paulusma
over wat we op korte en lange termijn op dit onderwerp kunnen doen.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Straks heb ik wat betreft de ASG-regeling de vervolgvraag gesteld hoeveel middelen
hiervoor nodig zijn, maar die vraag vind ik ook heel belangrijk voor de publiekscampagne.
Als we met een voorstel van de Kamer komen, willen wij namelijk graag dat dit concreet
gedekt is. We moeten dan natuurlijk weten hoeveel middelen daarvoor nodig zijn.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dit is een wel heel ingewikkelde vraag. Ik zou dat met liefde voor u op een rijtje
willen zetten, maar ik vind het voor alle preventiemaatregelen echt wenselijk om het
nieuwe kabinet de ruimte te geven daar richting in aan te brengen. Er komt namelijk
heel veel bij kijken. Op dit punt is het denk ik nuttig als het nieuwe kabinet eerst
een beetje structuur aanbrengt in het dekken van die bezuinigingen in plaats van dat
ik nu allerlei nieuwe financiële mogelijkheden in kaart breng. Ik vind dat toch wel
een ordentelijke manier van besluitvorming.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Het is niet omdat ik er zo veel plezier in heb, maar toch denk ik dat het nuttig is
om het enigszins te laten structureren.
Dat zijn eigenlijk ook de antwoorden op de vragen van mevrouw Tielen over het herinvoeren
van de Vrij Veilig Campagnes en de publiekscampagne waar we mee bezig zijn. Ik denk
dat het op dit punt echt goed is om even af te wachten hoe het nieuwe kabinet die
besparingen gaat invullen. De Kamer kan daar dan natuurlijk altijd weer een opvatting
over hebben. Dit is denk ik de meest passende keuze op dit moment. U zult toch even
op het nieuwe kabinet moeten wachten.
De voorzitter:
Dan gaan we naar het onderwerp leefomgeving.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dan ga ik naar pfas en de leefomgeving. Allereerst heb ik de vraag van het lid Kostić
wanneer de Kamer onze inzet op de gezonde leefomgeving ontvangt. Het Programma Gezonde
Leefomgeving is natuurlijk in het najaar van 2023 van start gegaan. Daarmee wordt
kennis over gezonde leefomgeving samengebracht en toegankelijk gemaakt voor ruimtelijke
processen en planprocessen. We hadden voor de komende periode daarvoor geen extra
maatregelen in petto, maar het is cruciaal dat we via de «gezondheid in elk beleid»-aanpak
eigenlijk juist bezig waren om gezondheid onderdeel te maken van de besluitvorming
op al die verschillende beleidsterreinen en ook op de ministeries. Ik denk dat dat
ook door moet gaan.
Dan was er een vraag van mevrouw Dobbe over Chemours.
De voorzitter:
Voordat u daarop ingaat, geef ik het lid Kostić de gelegenheid voor een interruptie.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik heb begrepen dat er hier door de Staatssecretaris een toezegging was gedaan om
een overzicht te geven van de mogelijke maatregelen op het gebied van een gezonde
leefomgeving, waaronder een groene gezonde leefomgeving. Als dat niet klopt, is bij
dezen mijn verzoek om een toezegging om de kennis die het ministerie hierover tot
nu toe ook vanuit experts heeft opgebouwd, op een rijtje te zetten voor het nieuwe
kabinet en de Kamer, zodat wij in ieder geval weten wat er nog mogelijk is op het
gebied van een groene leefomgeving. Ik noemde net ook al het groene schoolplein.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik kom daar even op terug in de tweede termijn, want ik wil nu niet iets zeggen over
wat ik weliswaar mogelijk al heb beloofd, maar wat ik nu niet scherp in het vizier
heb. Met permissie kom ik daar even in de tweede termijn op terug, ook op uw vraag
of ik daar wellicht ook nog komende week informatie over kan verstrekken.
Dan een reactie op de effecten van Chemours. We zien dat pfas in de leefomgeving natuurlijk
echt een zorgwekkende ontwikkeling is. We zien het overigens niet alleen in Nederland.
Overal in de wereld wordt het teruggevonden. Het komt dus ook in dieren en mensen
terecht. Bij langdurige en hoge blootstelling tasten pfas de gezondheid van mensen
aan. Pfas zijn in de natuur heel moeilijk af te breken. Daarom richten we ons op het
terugdringen van pfas-uitstoot, onder andere via Europese regelgeving. Hierbij houden
we de bekende hotspots in het vizier. Waar nodig kondigen we ook lokale en regionale
adviezen af. Daarnaast is het RIVM in opdracht van de Ministeries van VWS, IenW en
LNV bezig met een onderzoeksprogramma naar pfas. Het onderzoeksprogramma loopt tot
eind 2025 en heeft als doel om de informatie te vergroten en te verbeteren. Ik wil
niet pessimistisch worden, maar ook dit wordt allemaal gefinancierd vanuit onder andere
de subsidies voor de bestrijding van volksziektes. Ook daarvan weet ik vanwege de
financiële besparingen dus niet of die zo meteen kunnen worden voortgezet.
Mevrouw Dobbe (SP):
Daar wil ik natuurlijk wel even op doorvragen, want wij vinden het ontzettend belangrijk
dat dit wel doorgang heeft. Ik ben ook begonnen met het verhaal van Meta en ik heb
dat niet voor niets gedaan tijdens dit preventiedebat, namelijk omdat zij gewoon ontzettend
gezond leeft, en haar familie ook. Zij doet alles om gezond te blijven en wordt ziek
gemaakt door haar omgeving. Het is heel belangrijk voor haar en voor de mensen daar
dat het onderzoek wel doorgang heeft. Zegt de Staatssecretaris nu dat deze bezuinigingen,
die we net «pijnlijk» hebben genoemd – er komen pijnlijke bezuinigingen op preventie
aan – ertoe kunnen leiden dat dit onderzoek, dit bevolkingsonderzoek, alsnog niet
doorgaat?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik kan er niet meer over zeggen dan dat er een trap is van vier verschillende besparingen
die op het preventiedomein gaan komen. Dit zit in dat mandje waar die besparingsvoorstellen
in kunnen gaan landen. Het is uiteindelijk een keuze van een nieuw kabinet om invulling
te geven aan die besparingen. Ik kan er eigenlijk geen zinnig woord over zeggen. Het
is niet om hier een soort politiek van te maken, maar onder andere dit soort programma's
zitten gewoon in die subsidie. Ik weet dus gewoon niet of dat zo meteen door kan gaan.
Die vraag zult u echt bij een nieuw kabinet moeten neerleggen. Ik zeg dat niet om
uw vraag te ontwijken, maar ik kan het niet zeggen. Misschien zou dit wel kunnen doorgaan
als de besparing ergens anders belandt. Of misschien wordt dit gehalveerd. Ik heb
echt geen flauw idee. Maar het zit wel in het mandje waarbij die vier raketten van
besparingen op af worden gevuurd.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik vind dat ontzettend zorgelijk. Daarom leid ik deze vraag door naar mijn collega's
aan de linkerzijde, om te kijken of de partijen die dit onderhandelaarsakkoord nu
hebben gesloten ook bereid zijn om in ieder geval te garanderen dat dit bevolkingsonderzoek
naar de gezondheidseffecten van Chemours op de omwonenden die ziek zijn geworden wel
doorgang kan vinden en niet wordt wegbezuinigd. Dat hoor ik graag straks, hopelijk
in de tweede termijn. En anders hoop ik dat de collega's een motie daartoe steunen.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dan ga ik door naar een vraag van mevrouw Dobbe over pfas in groente en fruit. Wat
betekent het voor de volksgezondheid dat pfas op groente en fruit zit? Ik heb daar
natuurlijk al het een en ander over gezegd, maar mensen die een moestuin hebben, kunnen
bijvoorbeeld ook via zelf geoogste groente of fruit pfas binnenkrijgen. Daar houdt
de overheid geen toezicht op de veiligheid van dit soort voedselproducten, maar de
NVWA houdt natuurlijk wel toezicht op de producten die commercieel in de handel worden
gebracht.
Ten slotte ga ik naar de overige vragen, voorzitter. Ik begin met een vraag van mevrouw
Tielen over het consultatiebureau voor ouderen. In de Wet publieke gezondheid wordt
de gemeenten de opdracht gegeven om zorg te dragen voor de uitvoering van de gezondheidszorg
voor ouderen. In het GALA is natuurlijk afgesproken dat er wordt gekeken hoe er versterkt
uitvoering kan worden gegeven aan deze opdracht, met als mogelijkheid het consultatiebureau
voor ouderen. Ik verwacht dat de Tweede Kamer hier in het derde kwartaal verder over
geïnformeerd kan worden.
Dan het IJslandse model. Dat heb ik volgens mij al genoemd.
De gezondheidsachterstanden. Ik ben overigens blij dat er in het nieuwe akkoord iets
is terug te lezen over de gezondheidsachterstanden. Dat ziet er goed uit, maar ook
daarvoor geldt dat het natuurlijk wel allemaal betaald moet worden. We werken nu met
verschillende departementen aan het betrekken van andere partijen. Daar hebben we
dus incidenteel de middelen voor, maar ik weet niet of dat zo meteen kan worden voortgezet.
Mevrouw Tielen stelde ook een vraag over zingeving en preventie. Ik ben het zeer met
haar eens. We proberen gezondheid daarom juist ook in al die beleidsterreinen steeds
vaker mee te nemen, in plaats van alleen maar te kijken naar gezondheid en preventie
als een standalone-onderwerp.
Op de vraag over de financiering van de GGD van mevrouw Slagt-Tichelman ben ik in
mijn inleiding volgens mij al teruggekomen.
De heer Crijns stelde een vraag over de effectiviteit van de genomen maatregelen.
Dat is eigenlijk constant onze norm. We willen geen maatregelen nemen die niet effectief
zijn, maar soms zijn er elementen waarvan je nog niet weet of ze effectief zijn. Dan
kun je geen evidencebased beleid voeren. Dan voer je beleid op basis van effectieve
normen, waarvan je weet dat die effectief zijn en ga je je beleid op basis daarvan
versterken.
Financiering ...
De voorzitter:
De laatste interruptie van mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
De laatste. We gingen snel door over de GGD. Daar is de Staatssecretaris in zijn inleiding
natuurlijk ook mee begonnen. De Staatssecretaris somde daarin een aantal regelingen,
programma's en interventies op die onder druk staan en niet door zouden kunnen gaan
op het moment dat de bezuinigingen die in het onderhandelingsakkoord staan doorgaan.
Maar dat zijn opsommingen van regelingen, programma's et cetera. Ik vroeg mij af of
de Staatssecretaris voor ons duidelijk kan maken wat het betekent voor mensen als
bijvoorbeeld het geld voor de GGD'en verdwijnt. Wat zijn dan de gevolgen voor mensen?
Wat zijn de gevolgen voor Henk en Ingrid? Wat denkt de Staatssecretaris dat er op
het spel staat en wat denkt hij dat zij ervan gaan merken als dit werk niet meer door
kan gaan?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik denk dat ik die vraag al wel beantwoord heb. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook
niet heb geprobeerd om een soort compleet beeld te schetsen, want dat zou te omvangrijk
zijn. Ik heb meer een aantal elementen benadrukt. Ik kan daar ook niet helemaal precies
bij aanwijzen wat de GGD raakt en wat de jgz raakt, want het akkoord is nog geen twaalf
uur oud. Ik heb meer een soort schets gemaakt van wat de kern is. Het gaat niet om
één bezuiniging, maar het gaat eigenlijk om vier bezuinigingen die op elkaar gaan
inwerken. Ze hebben alle vier verschillende elementen, maar effectief beschouwd zullen
ze een enorme impact hebben. Volgens mij heb ik die vraag dus al beantwoord, voorzitter.
Daarmee heb ik volgens mij ook de laatste vragen op dit terrein beantwoord.
De voorzitter:
Dat vindt meneer Krul nog niet helemaal. Meneer Krul.
De heer Krul (CDA):
Ik ga toch even terug naar wat, denk ik, toch een beetje de centrale vraag van dit
debat is. Dit is het commissiedebat Leefstijlpreventie. De Staatssecretaris heeft
geschetst wat hij verwacht dat de gevolgen zullen zijn van hetgeen nu voorligt. Als
we 230 miljoen – dat is er nu incidenteel – bezuinigen voor leefstijlpreventie, wat
blijft er dan nog over? Zijn er überhaupt nog structurele middelen over voor het beleid
dat de Staatssecretaris heeft ingezet, op het moment dat je die middelen schrapt?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik moet erkennen dat het overgrote deel van het leefstijlpreventiebudget incidenteel
gefinancierd was en is. Als je daar niet opnieuw incidenteel wat tegenover zet, dan
zal het overgrote deel daarvan verdwijnen. Op datgene wat structureel in de begroting
stond, zullen alle andere besparingen nog reageren. Het overgrote deel is dus incidenteel
gefinancierd. Je kunt zeggen dat dat misschien niet zo heel handig was. Maar hoe het
ook zij, er blijft weinig over van de incidentele financiering.
De voorzitter:
Het lid Kostić heeft ook nog een vraag.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Allereerst: hoeveel interrupties heb ik nog over?
De voorzitter:
Twee.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Oké, dat klopt. Ik heb één vraag die nog niet is beantwoord. Mag ik daarmee beginnen?
Ja? Misschien heb ik hem gemist omdat ik bij een ander debat was. Het ging over de
gezonde productsamenstelling. Weet u wat ik bedoel, Staatssecretaris, of zal ik hem
nog een keer herhalen?
De voorzitter:
Herhaal hem nog maar een keertje.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Oké. Vorig jaar heeft de Staatssecretaris per brief aangegeven dat de zelfregulering
tot nu toe niet werkt. De Staatssecretaris heeft ook aangegeven met een brief van
mogelijke maatregelen te komen, als het inderdaad niet goed uitpakt, zodat de overheid
meer kan sturen op de gezonde productsamenstelling. Kan de Staatssecretaris dan nu
alsnog op een zo kort mogelijke termijn met een brief hierover komen?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik heb al eerder aangegeven dat het wettelijk vastleggen van productsamenstellingen
echt tot een ongelofelijke bureaucratie gaat leiden die onwenselijk is. Dan moet je
namelijk per productcategorie gaan bepalen wat er wel en wat er niet in mag. Dat is
echt ongelofelijk bureaucratisch. Dat is niet zo logisch. Wat we nu doen is met de
industrie afspraken maken op vrijwillige basis. Daar spreken we met hen ook telkens
aanscherpingen op. Sinds een aantal jaar zijn we met die aanpak begonnen. We zijn
die nu ook nog volop aan het uitwerken. Daarbij stellen we natuurlijk ambitieuze doelen.
Vervolgens kijken we met de industrie in hoeverre zij bereid zijn om daar ook gevolg
aan te geven. Die aanpak kiezen we nu dus. Daarbij hebben we altijd gezegd: mocht
het zo zijn dat die onvoldoende effect oplevert, dan kunnen we altijd kijken of en
op welke manier je voor sommige of specifieke producten alsnog tot wettelijke verankering
overgaat.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik ga mijn interrupties gebruiken. Ik heb er nog twee, toch? Ik hoor u «de laatste»
zeggen, maar...
De voorzitter:
Ja, eigenlijk is dit de laatste. U zei net dat het een gemiste vraag was, maar dat
was het ook weer niet helemaal, want er zat een...
Kamerlid Kostić (PvdD):
Het was zeker een gemiste vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Ga nou maar verder, dan kijken we zo of het nog nodig is. Er is ook nog een tweede
termijn.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Het was gewoon een gemiste vraag, voorzitter. De Staatssecretaris heeft dat ook erkend.
Ik ga dus over tot mijn andere vraag. Ik merk dat de Staatssecretaris wel warme woorden
heeft over preventie, maar als ik kijk naar de resultaten, is er onvoldoende geleverd.
We zien dat de doelen niet worden gehaald, met name die over een gezonde voedselomgeving.
Mijn vraag is dus als volgt. De Staatssecretaris heeft nu weinig last van allerlei
partijen, denk ik. Hij gaat waarschijnlijk zo weg. Ik vraag hem gewoon wat hij in
zijn hart draagt. Wat zou hij willen meegeven aan dit kabinet om de doelen, gelet
op de adviezen van het RIVM, de SER en de artsen, wel te halen? Het gaat met name
om het verankeren van de gezondheidsdoelen, om de marketing op ongezond voedsel breed
te verbieden. Kunt u daar iets meer over vertellen?
De voorzitter:
Heel eerlijk, dit is een soort van tweede termijn. Dit is niet echt een interruptie
op een specifiek onderwerp, dit is een algemene beschouwing. Daar zijn we eigenlijk
al het hele debat mee bezig. Ik begrijp dus wat u wil en wat u probeert te doen, maar
we willen het debat eigenlijk op een andere manier doen.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dit vind ik niet oké, voorzitter.
De voorzitter:
Dat kan. Dat mag.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik zou een paar dingen willen noemen. Niet om mijn eigen beleidskeuzes te verdedigen,
maar toch: er zijn een aantal wetgevingsvoorstellen ingezet. Daar heeft de Kamer vaak
ook heel breed om gevraagd. Ik zou vooral willen zeggen dat het me cruciaal lijkt
dat daar stappen in worden gezet. Want het klopt – het lid Kostić heeft gelijk – dat
we de doelstellingen niet halen. Daarom hebben we ook een aantal aanvullende maatregelen
in voorbereiding. Ik ga ze toch even noemen. Ik noem bijvoorbeeld de belasting op
frisdranken. Daar zal een keuze in gemaakt moeten worden. Ook noem ik de aanpak van
de ongezonde leefomgevingen, waarover we ook eerder een debat hebben gehad om te zorgen
dat er een mogelijkheid in de wet komt om ongezonde voedselaanbieders te weren. Dat
is echt cruciaal. Als derde zijn we bezig om de wet over kindermarketing aan te pakken.
Dat ligt nog niet in de Kamer, want daar wordt nog aan gewerkt. Daar is heel breed
draagvlak voor. Ik heb zelfs mevrouw Agema op een gegeven moment een aansporing gehad:
ik ben niet ongelofelijk enthousiast over allerlei dingen die u doet, maar uw mening
omtrent de kindermarketing deel ik eigenlijk wel. Die wet zal voortgang moeten vinden.
Ten slotte heeft u natuurlijk het onderzoek gekregen over de suikertaks. Dat laat
ik aan een nieuw kabinet. Maar laat ik het zo zeggen: het onderzoek is veelbelovend.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Een laatste interruptie...
De voorzitter:
U daagt me nu wel echt uit. De voorzitter gaat over de interrupties. Al die dingen
die we nu opnieuw wisselen, hebben we al drie keer gewisseld. Houd het kort en krachtig,
dan gaan we daarna over tot de tweede termijn.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik voel me niet echt veilig, dus ik wacht wel op de tweede termijn.
De voorzitter:
Oké, prima. Dan zijn we aan het eind gekomen van de eerste termijn van dit commissiedebat.
We gaan soepel over naar de tweede termijn. Dat betekent dat de heer Krul als eerste
het woord mag voeren.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik zal het kort houden. Ik weet niet of we elkaar nog een keer spreken.
Met «we» bedoel ik deze commissie en of we de Staatssecretaris nog gaan spreken op
het gebied van preventie. Ik wil hem in ieder geval heel erg danken voor zijn inzet
en voor de grote stappen die zijn gemaakt om deze generaties, de toekomstige generaties,
gezonder te maken. Ik denk dat er echt ontzettend veel mooie stappen in gezet zijn,
of dit nou het beperken van de verkooppunten van tabak in de publieke ruimte of de
uitwerking van het Preventieakkoord is. In alles wat er gaande is, bijvoorbeeld het
GALA, zijn er echt ongelofelijk veel zaken in gang gezet. Dat komt zeker door de inzet
van deze Staatssecretaris. Dank daarvoor.
Voorzitter. Ik maak mij wel zorgen over de toekomst. Ik denk dat het zeer verstandig
is als de Kamer wat beleid gaat stutten. Daarom vraag ik ook een tweeminutendebat
aan, zodat we daar een begin mee kunnen maken. Zo kunnen we in ieder geval wat palen
in de grond zetten. Dat lijkt mij zeer verstandig. Tot zover.
De voorzitter:
Wilt u al een paar dingen daarvan delen, zodat de rest van de commissie weet waar
u mee gaat komen?
De heer Krul (CDA):
Het is echt cruciaal dat we die rookvrijegeneratie bereiken en de met elkaar afgesproken
doelen in zicht blijven houden. Daarom is het dus ook nodig dat die wetenschappelijk
bewezen maatregelen doorgezet worden. Het jaarlijks verhogen van de accijns is daar
bijvoorbeeld heel cruciaal voor. Wij overwegen daarover in ieder geval één of meerdere
moties in te dienen.
De voorzitter:
Helder. Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Slagt.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik vind preventie ontzettend belangrijk, want met preventie kunnen we
heel veel ziektes voorkomen. Daarbij kunnen we ook heel veel zorgkosten en zelfs heel
veel milieuschade voorkomen. Preventie is dus echt een essentiële kern. Ik vind het
heel fijn dat we hier met z'n allen vandaag over gedebatteerd hebben, met dank aan
de voorzitter voor het leiden van dit debat. Ik denk dat ik de Staatssecretaris ga
missen, ook al ben ik net een «groentje». Ik heb ook een groen shirtje aan en ik ben
een «groen» Kamerlid, haha. Ik voel me een groentje sinds december, maar ik ga hem
nu al missen.
Ook ik maak me heel erg zorgen. Het verbaast mij dan ook enigszins dat de VVD zegt
dat ze het consultatiebureau voor ouderen belangrijk vindt en preventie superbelangrijk
vindt, maar startbezuinigingen en andere bezuinigen steunt. Dit gaat ten koste van
de cruciale ontwikkelingen van de jeugd, die nog een heel leven voor zich heeft. Daarom
snap ik dat dus echt niet. Ik snap de bezuinigingen überhaupt niet.
Ik heb wel draagvlak gevoeld in dit debat voor de publiekscampagne Vrij Veilig. GroenLinks-PvdA
gaat de middelen achterhalen en we komen dan hopelijk met een gezamenlijk voorstel,
bijvoorbeeld om zeker de ASG-regeling in leven te houden, zodat iedereen de zorg kan
krijgen die ze nodig heeft: laagdrempelig en toegankelijk.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel. Allereerst dank aan de Staatssecretaris voor al zijn inzet op preventie
in de afgelopen jaren in zijn termijn. Ik denk dat hij dat hierna gaat voortzetten,
wat hij dan ook gaat doen. Maar het moet ook pijnlijk zijn om te zien dat zo veel
werk teniet wordt gedaan als deze bezuinigingen doorgaan. Wij hebben ontzettend veel
zorgen. De setting van vandaag is natuurlijk een beetje bizar. Wij hebben ongelofelijk
veel zorgen over wat er met de preventie gaat gebeuren als deze bezuinigingen doorgaan.
Er blijft geen geld over. Er blijft geen geld over voor de GGD'en, dus die kunnen
hun werk niet meer doen. Er blijft geen geld over om de sociaaleconomische gezondheidsverschillen
aan te pakken. Dat is allemaal weg. En als bijvoorbeeld het bevolkingsonderzoek bij
Chemours, waar hard voor gestreden is door de mensen die daarnaast wonen, die ziek
zijn geworden van een fabriek die pfas uitstoot, misschien nu niet door kan gaan,
dan zou dat ontzettend pijnlijk zijn.
Ik wilde dat dus toch meegeven aan de partijen die dit hoofdlijnenakkoord vandaag
met blijdschap en enthousiasme hebben gepresenteerd. Wij zullen zeker op een aantal
punten voorstellen doen om te kijken of we in ieder geval een aantal pijnlijke bezuinigingen
kunnen terugdraaien. Dat gaat dan zeker over de GGD'en, maar ook over dat bevolkingsonderzoek
bij Chemours.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Crijns.
De heer Crijns (PVV):
Dank, voorzitter. Ik wil de Staatssecretaris danken voor de beantwoording en voor
de leuke debatten die ik de afgelopen tijd met hem heb gehad. Misschien is dit ons
laatste debat, dus dank voor alles. Voordat u vertrekt wil ik even terugkomen op en
sparren over de Nutri-Score, want ik hoor verontrustende berichten dat jeugdigen die
erg selectief selecteren. Daar wil ik dus nog een keer op terugkomen bij u.
Voor de rest heb ik niets. Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe heeft een vraag voor meneer Crijns.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik heb volgens mij toch wel een concrete vraag gesteld over dat bevolkingsonderzoek
bij Chemours en de gezondheidseffecten daarvan. Kunt u garanderen dat dat wel doorgaat?
De heer Crijns (PVV):
Ikzelf kan niks garanderen, maar we gaan ons best doen. Als ik u iets ga garanderen,
dan ga ik een belofte doen en ik weet niet of ik die kan waarmaken. Maar ik ga mijn
best doen.
De voorzitter:
Lid Kostić, heeft u ook een vraag voor meneer Crijns?
Kamerlid Kostić (PvdD):
Zeker. Ik was benieuwd naar het volgende. Een van de adviezen van experts is: zorg
er nou voor dat je beleid toetst op gezondheidseffecten, maar bijvoorbeeld ook je
coalitieakkoord. Ik begrijp van de PVV dat zij gezondheid belangrijk vindt, dus ik
ben benieuwd: wilt u zich ervoor inzetten dat het beleid dat er straks komt inderdaad
wordt getoetst op gezondheidseffecten?
De heer Crijns (PVV):
Dank voor uw vraag, lid Kostić. Ja, ik hou dat nauwlettend in de gaten. Ik vind gezond
leven, genoeg geld in de portemonnee et cetera, et cetera inderdaad heel belangrijke
dingen.
De voorzitter:
Dan gaan we door naar de tweede termijn van mevrouw Jansen.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de Staatssecretaris ook bedanken voor de fijne samenwerking.
Ik ben net zo groen als mevrouw Slagt-Tichelman, niet in kleding, maar wel in het
zijn, maar ik heb toch wel wat dingetjes opgepakt en samengewerkt. Ik vind dat de
Staatssecretaris ontzettend zijn best heeft gedaan en echt goede stappen heeft gezet.
Ondanks de bezuinigingen hoop ik dat we met z'n allen in staat zijn om toch onze schouders
eronder te blijven zetten. Ik zie de problemen ook, maar er zit niks anders op dan
toch samen de schouders eronder te blijven zetten en te kijken wat we wel kunnen bereiken.
De voorzitter:
Dank u wel. Het lid Kostić voor de tweede termijn.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel. Ook ik ken de Staatssecretaris nog niet zo lang, maar, zoals ik zei, ik
heb waardering voor zijn ambities. Ik ben nog een beetje teleurgesteld over de resultaten,
maar laten we kijken wat het nieuwe kabinet gaat doen. Ik ben er nog niet geruster
op geworden, maar ik proef bij de PVV enige welwillendheid, dus we gaan het zien.
Die is er bij NSC overigens ook. Daar gaan we voor.
De Staatssecretaris had het over de gezondheid centraal stellen of in ieder geval
meenemen bij alle departementen. Het leek even alsof dat al gebeurde. Klopt dat? En
op welke manier gebeurt het dan al? Zijn daar nog stappen in mogelijk? In het verlengde
daarvan ben ik benieuwd of de Staatssecretaris de mening deelt dat het belangrijk
is om samen met experts alle relevante beleid ook te toetsen aan de mogelijke gezondheidseffecten,
bijvoorbeeld door het instellen van een gezondheidseffectrapportage. Is de Staatssecretaris
in ieder geval bereid om alvast opdracht te geven om uit te zoeken of zo'n gezondheidseffectrapportage
daarbij kan helpen?
Als laatste nog even die verbruiksbelasting. Is de Staatssecretaris het met ons eens
dat welk scenario er ook wordt gekozen, want ik begrijp dat dit wordt overgelaten
aan de Kamer, we wel eerlijk moeten belasten? We moeten plantaardige opties zoals
havermelk dus niet meer belasten dan zuivel- en sojamelkproducten, tenzij ze, zoals
nu helaas wel het geval is, ook meer suiker bevatten.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot slot de heer El Abassi.
De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil kort beginnen met iets wat gezien kan worden als onderdeel
van mijn bijdrage of als een punt van orde. Ik hoorde collega Kostić het toch hebben
over een stukje onveilig gevoel dat de collega had. Dat wilde ik even benoemen en
aan de voorzitter aangeven: joh, we zitten ruim binnen de tijd, houd dan ook rekening
met hoe collega's zich hier voelen.
Dan even naar een iets positiever stuk wat mij betreft. Ik ken de Staatssecretaris
wel wat langer en heb hem in een eerder leven ook tegenover mij gehad. We zijn het
vaak oneens maar ik hoor de mooie woorden van de andere collega's en herken mij daar
ook in. Ik zal hem in ieder geval vanuit deze rol enorm missen, maar misschien zien
we elkaar nog wel als we onze kinderen ophalen van de basisschool. Voor de rest ziet
hij straks nog wel wat moties zijn kant opkomen, die hij misschien niet zo leuk zal
vinden.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank. De beste gesprekken vinden altijd plaats langs de schoolpleinen.
Ik wil toch even kort reageren op de heer El Abassi, want hij maakt het nu weer groter.
Ik leid deze vergadering. Wij hebben allerlei dingen in het Reglement van Orde staan
over het toestaan van interrupties en het verloop van een vergadering. Iedereen voelt
wat die percipieert. Dat kan. Maar ik vind het ook wel heftig om hier beschuldigd
te worden van het creëren van een onveilige omgeving, terwijl er, heel eerlijk, geen
onvertogen woord gevallen is en er geen fysieke intimidatie aan de hand is. Laten
we elkaar dus respecteren in het gewoon met elkaar een debat voeren, in de rollen
waarin we hier zitten. Ik vind het vervelend als dat ook nog wordt uitvergroot. Daar
ben ik niet van gediend, heel eerlijk gezegd. Volgens mij moeten we het even voor
de camera's laten voor wat het is en wat mensen dan buiten de camera's om nog met
mij willen delen, dat hoor ik dan wel.
Ik zie dat de Staatssecretaris naar de microfoon grijpt en dat hij dus zijn tweede
termijn kan doen.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Ik had nog een paar vragen over, volgens mij alleen van het lid Kostić. Dank overigens
voor de vriendelijke woorden allemaal. Zeer gewaardeerd. Het lid Kostić: er komt nog
voor de zomer een brief over gezondheid in elk beleidsterrein en over wat we nu voor
een deel al aan het doen zijn. Dat zal natuurlijk wel steeds intensiever moeten en
het is ook echt nodig om het een centrale plek te geven. Die brief komt sowieso nog
naar de Kamer toe.
Dan de gezonde leefomgeving. Daarover lag er nog een vraag uit de eerste termijn die
ik nog niet volledig heb beantwoord. Ook op dat punt komt er rond de zomer een brief,
waarin we dieper ingaan op een overzicht van pijlers voor de gezonde leefomgeving.
Die kunt u dan ook benutten voor wat u onder andere voorstelde ten aanzien van de
groene gezonde leefomgeving of de groene speelplaats op schoolpleinen. Dat gaat onder
andere over gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming maar ook over een aantrekkelijke
leefomgeving. Dat is dus een tweede toezegging die ik op dat punt nog doe.
Dan toetsen op gezondheid. Daar kan ik geen toezegging over doen. Het is echt aan
een nieuw kabinet om er een oordeel over te geven of ze het coalitieakkoord, het regeerakkoord
willen laten doorrekenen. Het lid Kostić stelde de vraag al aan de heer Crijns en
volgens mij is dat de juiste persoon om deze vraag aan te stellen.
Dan de plantaardige opties. Welke keuze je ook maakt, de voorstellen die wij hebben
gedaan gaan alle vijf uit van het principe dat je belast op suiker en niet op andere
elementen. Welke optie je ook kiest en welke uitzondering je ook toestaat of niet,
die tamelijk gekke situatie van de havermelk haal je er sowieso uit. Of je nu kiest
voor optie 1 of voor optie 5 met al die uitzonderingen, in principe haal je die gekke
havermelkomweg er wel uit. Maar het is wel de kunst om snel een keuze te maken, want
dan kan een nieuwe Minister of Staatssecretaris van Financiën dat ook in wetgeving
omzetten. Maar daar, begrijp ik, is een schriftelijk overleg over gaande.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Eerst over dat laatste: dat is volgens mij feitelijk onjuist. Want de situatie zoals
die nu is, wordt inderdaad volledig weggehaald door optie 1 en optie 2, en een beetje
door optie 3. Maar het fundamentele punt is dat dat ongelijke speelveld in optie 3,
optie 4a en optie 4b sowieso blijft bestaan. Dan is er namelijk nog steeds een situatie
waarbij havermelk meer wordt belast, ook al bevat die minder suiker dan bijvoorbeeld
sojamelk of dierlijke zuivel. Dat blijft ook onder optie 3 bestaan. Daarom is mijn
vraag: is de Staatssecretaris het met de Partij voor de Dieren eens dat dat geen logica
heeft en dat dat, ongeacht welk scenario we kiezen, eruit moet? Er moet dus inderdaad
gelden: hoe meer suiker, hoe meer belast. Het moet niet ongelijk zijn.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Het lid Kostić gaat dan nader in op de uitzonderingen die je al dan niet moet toestaan.
Maar het klopt inderdaad: als je de uitzondering voor zuivel erin wil houden, dan
zal havermelk gewoon onder de reguliere staffel vallen, en zuivel onder de uitzondering.
Dan betaal je voor koemelk dus geen verbruiksbelasting. Havermelk zou dan wel in een
van de staffels vallen. Dat zal dan een van de laagste staffels zijn, want er zit
bijna geen suiker in. Het klopt dus dat je dan een bepaalde ongelijkheid in stand
houdt. Maar dat is eigenlijk evident; anders waren er geen opties in kaart gebracht.
In die zin zijn alle vijf keuzes gebaseerd op dat je op basis van suiker belast. Dat
is dus de onderliggende noemer. Het is ook de onderliggende vraag die de Kamer heeft
gesteld: ga nou eens kijken of je het op basis van suiker kan inrichten. In dat opzicht
geldt dus wel degelijk dat al die opties een stap in de goede richting zijn. Het is
nu alleen aan de Kamer om te bepalen welke uitzonderingen ze daarvoor wil toestaan
en welke niet.
De voorzitter:
Er komt dus een schriftelijk overleg over al die scenario's. Het lid Kostić heeft
nog een interruptie.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Misschien heel praktisch – bedankt voor de toezeggingen, overigens, al was dit volgens
mij al eerder toegezegd – vroeg ik me vooral het volgende af. Het komt vóór de zomer,
maar u gaat, denk ik, voor de zomer weg. Hoe wordt het dan precies opgepakt? Ik wil
niet bang zijn dat het ergens blijft liggen en dat een nieuw kabinet zegt: het is
misschien wel toegezegd door een andere Staatssecretaris, maar wij gaan het lekker
niet doen.
De voorzitter:
Gelukkig hebben we een toezeggingenregister.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Dit is natuurlijk hoe het gaat. Het kabinet draagt gewoon alles over, dus ook alle
toezeggingen en al het staande beleid. Sterker nog, mijn opvolger is er ook nog verantwoordelijk
voor als ik hier nu zit te blunderen. Dus wat dat betreft is het best aardig. Zo werkt
het in het staatsrecht in Nederland. Alle toezeggingen die ik doe, gelden dus ook
voor mijn opvolger, tenzij hij heel nadrukkelijk met de Kamer wil delen dat hij ergens
afstand van neemt. Dat komt alleen bijna niet voor. Ik zou daar dus niet zo bang voor
zijn.
De voorzitter:
Mevrouw Slagt heeft nog een interruptie.
Mevrouw Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA):
Het zou toch wel heel mooi zijn, om het lid Kostić te hulp te schieten, als we in
de notulen en bij de toezeggingenlijst van deze vergadering nog expliciet benoemen
dat het een toezegging is, voor het continuüm. Dat zou echt supermooi zijn.
De voorzitter:
Dat is dus wat ik kan doen. Daar hebben we een toezeggingenregister voor. Alles wat
we hier zeggen, wordt opgenomen, bekeken en opgeschreven. Volgens mij doen we hier
in de Kamer een aantal best goeie dingen, los van de inhoud, dus als het gaat om processen
en dat soort zaken.
We zijn aan het einde van dit commissiedebat gekomen, want ik zie af van mijn tweede
termijn. Er is een tweeminutendebat aangevraagd met als eerste spreker het lid Krul.
Hij heeft ook al een beetje gedeeld wat hij van plan is. Andere leden hebben dat ook
gedaan. Dat is fijn, want dan kunnen de woordvoerders daarmee aan de slag.
Er zijn een paar toezeggingen genoteerd. Eentje was er eigenlijk al, maar het is goed,
vind ik zelf dan, om die even te herhalen.
– In het derde kwartaal van dit jaar – ik had gehoopt dat het het tweede was – komt
er nadere informatie over de mogelijkheden rondom consultatiebureaus voor ouderen.
– Daarnaast zal de Staatssecretaris een brief sturen over de pijlers gezonde leefomgeving.
Dat heeft hij net toegezegd aan het lid Kostić.
De vraag was nog even op welke termijn dat ongeveer was. Hij zei volgens mij «voor
de zomer».
Staatssecretaris Van Ooijen:
Rond de zomer.
De voorzitter:
Even voor de mensen die meekijken: er is een meteorologische zomer, die op 1 juni
begint, en een astronomische zomer, die op 21 juni begint. Maar de zomer van de Kamer
begint op het moment dat het zomerreces ingaat. Dat is ergens in de tweede week van
juli. Dus als we het hebben over «voor de zomer» is het meestal ergens eind juni,
begin juli. Ik zie dat de Staatssecretaris...
Staatssecretaris Van Ooijen:
Het is ook nog eens «rond de zomer», dus het is nog ingewikkelder. Maar laat ik het
iets preciezer formuleren: daar wordt eigenlijk net voor of net na het zomerreces
mee bedoeld.
De voorzitter:
Als u met Prinsjesdag nog niets heeft gekregen, dan mogen we gaan klagen.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Zo is het.
De voorzitter:
Dat waren de toezeggingen. Ik kijk even rond of ik iets gemist heb. Nee?
Staatssecretaris Van Ooijen:
Misschien nog de brief over health in all policies. Die komt eraan. Ik heb die eerder
ook toegezegd. Maar het is een aanscherping van een bestaande toezegging, dat klopt.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik wil even checken. Het heeft even geduurd, maar de Staatssecretaris heeft wel gezegd
bereid te zijn om de gemeenten te helpen om te kijken welke maatregelen of instrumenten
ze nu al hebben om de fastfoodketens te weren. Dat is dus boven op wat er wettelijk
nog moet worden geregeld. Daar zijn we het helemaal mee eens.
Staatssecretaris Van Ooijen:
Als gemeenten naar mij toekomen met vragen of suggesties, dan ben ik altijd bereid
om daarnaar te kijken. Dat kan ik verder niet toezeggen, maar dat is evident. Dat
zal mijn houding zijn. Ik wil nog een keer benadrukken dat we echt een wetswijziging
nodig hebben, maar dat weet u ondertussen.
De voorzitter:
Goed. Het debat is gevoerd.
Dank aan de leden, want we hebben dit overall toch goed ingezet. We hebben de korte
tijd goed gebruikt, denk ik. Dank aan de Staatssecretaris. Er zijn al een aantal dankwoorden
geweest. Ik weet niet of we u nog in debat zien, maar namens de Kamercommissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport dank, niet alleen voor dit debat, maar ook voor
alle inzet die u de afgelopen tijd heeft gepleegd in het belang van ons allemaal.
Dank ook aan de kijkers. Ik hoop dat jullie verder een plezierige dag hebben. Dag!
Sluiting 14.05 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Eerdmans, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M.E. Esmeijer, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.