Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 12 september 2023, over de AVVN
26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties
Nr. 209
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 22 september 2023
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben op 12 september 2023 overleg gevoerd met
mevrouw Bruins Slot, Minister van Buitenlandse Zaken, over:
− de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 15 november 2022 inzake verslag
inzet van het Koninkrijk der Nederlanden gedurende de ministeriële week van de 77ste
zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (Kamerstuk 26 150, nr. 203);
− de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 10 februari 2023 inzake uitkomst
stemmingen MOVP-resoluties bij 77ste zitting van de Algemene Vergadering van de VN
(Kamerstuk 26 150, nr. 206);
− de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 14 juli 2023 inzake inzet Koninkrijk
der Nederlanden voor de 78ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties (Kamerstuk 26 150, nr. 208);
− de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 12 juni 2023 inzake aansprakelijkstelling
Syrië: procedure Internationaal Gerechtshof in Den Haag (IGH) (Kamerstuk 32 623, nr. 330).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, R. Heerema
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Wuite
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Westerhoff
Voorzitter: Rudmer Heerema
Griffier: Dekker
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Boswijk, Brekelmans, Jasper van Dijk,
Eppink, Rudmer Heerema, Piri en Sjoerdsma,
en mevrouw Bruins Slot, Minister van Buitenlandse Zaken.
Aanvang 16.30 uur.
De voorzitter:
Dames en heren, welkom bij dit debat van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse
Zaken. Het onderwerp is de AVVN. We hebben allemaal drie minuten spreektijd. U kent
mij een klein beetje: als u zich gedraagt, kunt u er prima een half minuutje meer
van maken. Dus daar komen we vast samen uit. Er zijn zes sprekers van de zijde van
de Kamer. Welkom aan de nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Hanke Bruins
Slot. Welkom in ons midden. We gaan er in ieder geval nog een paar mooie weken van
maken; ik hoop daarna ook nog. Ik in ieder geval niet, maar u hopelijk wel. We gaan
kijken hoe we dit debat verder gaan voeren. Er staan drie zaken op de agenda. Ik wil
de heer Boswijk als allereerste het woord geven voor zijn inbreng in de eerste termijn.
De heer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter. Allereerst welkom aan de nieuwe demissionaire Minister van Buitenlandse
Zaken. Het is leuk om nu, in een andere setting, na tweeënhalf jaar weer een keer
met elkaar in debat te zijn. Welkom, ik wens u heel veel wijsheid en succes.
Voorzitter. We spreken vandaag over de aanstaande Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties. Er valt ook genoeg te bespreken. De internationale verhoudingen staan op scherp.
Een groot deel van de wereld heeft andere belangen en een andere wereldvisie dan wij
als westerse landen. Dat kwam vrij recent ook nadrukkelijk naar voren bij de stemverhoudingen
binnen de VN, toen de Russische agressie tegen Oekraïne werd veroordeeld. Slechts
12 van de 54 Afrikaanse landen en 14 van de 55 Aziatische landen veroordeelden dit.
Eerder vond China al 66 landen bereid om een verklaring te ondertekenen waarin China
wordt geprijsd om zijn eerbied voor mensenrechten. Zodoende wordt binnen de Verenigde
Naties de betekenis van universele waarden uitgehold en omgedraaid. Dat is een zorgwekkende
trend. Het is ook een aansporing om ons diplomatieke werk te intensiveren en ons blikveld
te verbreden.
Voorzitter. Voor het Westen is Oekraïne uiteraard een ontzettend belangrijk onderwerp.
Voor de Global South is het slechts een van de vele onderwerpen. Veel landen in het
mondiale Zuiden voelen zich niet gehoord en niet serieus genomen. Dit staat ook in
de brief. Ze kampen met toenemende ongelijkheid, toenemende schulden, de gevolgen
van klimaatverandering en een toenemende voedsel- en energiecrisis. Daarbij kampen
ze ook nog met een gigantische demografische ontwikkeling. Vooral in Afrika is deze
problematiek groot. In combinatie vormen de problemen een gevaarlijke cocktail. Afrika
is een belangrijke partner van Nederland en de Europese Unie, maar we hebben onze
relatie de afgelopen jaren te veel voor lief genomen. We zien dan ook een sterk antiwesters
sentiment de overhand krijgen; recente coups zijn daar een duidelijk voorbeeld van.
Voorzitter. Dankzij mijn collega Amhaouch ligt er inmiddels een Afrikastrategie. In
die strategie wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de zorgwekkende verspreiding
van nepnieuws in Afrika, door onder andere Rusland. Deze aanpak is heel succesvol
gebleken. Ik ben benieuwd hoe de Minister hierop reflecteert, of ze van plan is om
specifiek dit probleem te agenderen in de VN en hoe ze kijkt naar de vraag hoe wij
dit kunnen aanpakken.
Voorzitter. Dan kom ik op de SDG’s. Die lopen ernstige vertraging op. De landen in
de Global South rekenen ons dit aan. Ze onderstrepen dat concrete gedane toezeggingen
niet meer kunnen worden uitgesteld. Ik noem toezeggingen rondom de financiering van
klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Tegelijkertijd is er gewoon minder ontwikkelingsgeld
beschikbaar, onder andere door de oorlog in Oekraïne. Volgende week is er ook een
SDG-top. Wat wordt de inzet van Nederland en de Europese Unie? Gaat dit nog spanning
opleveren? Hoe voorkomen we dat Rusland en China profiteren, terwijl zij tegelijkertijd
de grootste uitstoters zijn? In de brief wordt gesteld dat voor de financiering van
de SDG’s naast overheidsinvesteringen ook aanzienlijke private investeringen nodig
zijn. Kan de Minister dit toelichten?
Voorzitter. In het laatste debat dat ik met uw voorganger had, hebben we het nog expliciet
gehad over de manier waarop China en Rusland hun ontwikkelingsgeld inzetten. Dit is
mijn laatste puntje. Omdat wij, als westerse wereld, ontwikkelingsgeld vooral veel
via de VN inzetten, is het niet helemaal duidelijk waar dat geld vandaan komt. We
zien namelijk dat China en Rusland veel effectiever zijn. Dat zijn ze doordat ze dat
geld veel effectiever inzetten, bijvoorbeeld door overal Chinese vlaggetjes op te
plakken. Hoe kijkt de Minister daarnaar? Is het misschien beter dat wij daar ook iets
van leren?
Dat was het.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de heer Sjoerdsma van D66.
De heer Sjoerdsma (D66):
Dank, voorzitter. Ook vanuit mijn kant felicitaties aan de nieuwe Minister van Buitenlandse
zaken, in deze prachtige functie. We hebben het over de VN. Het is een cruciale organisatie,
maar het is wel echt een organisatie in zwaar weer. De Veiligheidsraad is geblokkeerd
en eigenlijk verworden tot een vetomachine. De Mensenrechtenraad wordt gecensureerd
door China: er kan geen mensenrechtenrapportage over het land worden besproken. VN-missies
worden het land uitgeschopt, zoals in Mali gebeurde. Dat is echt zeer zorgelijk. Ik
vind het misschien wel nog zorgelijker dat het moreel kompas van secretaris-generaal
Guterres volkomen verkeerd lijkt te zijn afgesteld, als wat in BILD is bericht tenminste
waar is. Daarin wordt gezegd dat de VN het initiatief heeft genomen – het is zelfs
in een brief gesteld – om Rusland sanctieverlichting in het vooruitzicht te stellen
als de graandeal zou worden hervat. Het zou dan gaan om sanctieverlichting in de vorm
van het weer heraansluiten van de Russische banken op SWIFT en het ontdooien – laat
ik het zo maar zeggen – van de bevroren tegoeden hier op het Europese continent. Dat
is natuurlijk volstrekt, volstrékt niet aan de orde. Het lijkt erop alsof de secretaris-generaal
probeert het VN-Handvest te beschermen door het door de shredder te halen. Ik zou
dus aan de Minister willen vragen hoe zij dit aanbod weegt en of het klopt dat dit
aanbod met Nederland is besproken en, zo ja, wat de opvatting van Nederland is geweest.
Is de Minister het met mij eens dat dit aanbod onmiddellijk van tafel moet en dat
ook besproken moet worden met de secretaris-generaal dat dit niet kan, dat dit niet
past bij de Verenigde Naties?
Mijn collega raakte ook al aan het tweede punt hierbij: het belang van grote solidariteit
om ervoor te zorgen dat de Global South aan de kant van het VN-Handvest staat, en
dus niet aan de kant van agressor Rusland. Mijn voorstel zou zijn om te kijken of
we bijvoorbeeld het schaderegister Oekraïne ook open zouden kunnen stellen voor derde
landen, voor landen uit de Global South die te maken hebben gehad met rijzende energiekosten
en met enorme voedseltekorten, waardoor ze enorm veel geld hebben moeten uitgeven.
Ik denk namelijk dat het eerder om dat soort materiële belangen gaat als we willen
proberen om die landen aan onze kant te krijgen, dan om het proberen te onderhouden
van goede relaties met ze.
Dan de wederopbouw van Oekraïne. Ik zag dat de Verenigde Staten nu daadwerkelijk hebben
besloten bevroren tegoeden van oligarchen te confisqueren en aan Oekraïne over te
maken. Laat ik het maar simpel zeggen. Mijn vraag is: als dat daar kan, waarom dan
niet hier?
Voorzitter. VN-vredesmissies. Er is een hele sessie over VN-vredesmissies. Mijn belangrijkste
vraag is, gelet op de terugtrekking MINUSMA, hoe het kabinet kijkt naar die terugtrekking.
Hoe kijkt het kabinet naar de toekomst van VN-vredesmissies nu de VN ook in dat soort
landen wordt weggepest? Laat ik het maar plat zeggen.
Die Chinese censuur benoemde ik in het begin. Ik doel op de Mensenrechtenraad, het
onderzoek naar de Oeigoeren van de voormalige mensenrechtencommissaris. Het ligt nu
eigenlijk al een jaar stof te vergaren in een la. Dat doet pijn als je weet dat er
meer dan een miljoen mensen vastzitten in strafkampen. Mijn vraag is of Nederland
kans ziet om dit rapport te agenderen in de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties, om ervoor te zorgen dat dit wel besproken wordt, dat deze mensen niet vergeten
worden en dat China niet het mensenrechtenbeleid van de VN kan dicteren.
Voorzitter, tot slot het volgende, en dat is niet onbelangrijk; sterker nog, dat is
heel belangrijk. Mijn fractie juicht de inzet van de regering zeer toe als het gaat
om het op de agenda houden van MH17 en hoopt ook dat het deze keer weer lukt om aan
te dringen op meewerken aan onderzoek en het uitleveren van daders. Hopelijk lukt
het om ervoor te zorgen dat de solidariteit van onze bondgenoten, waarvan we eerder
hebben mogen proeven, ook dit keer weer zeer luid zal klinken in New York.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Jasper van Dijk, SP, voor zijn bijdrage.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank, voorzitter. Van mijn kant ook welkom aan de nieuwe Minister van Buitenlandse
Zaken. Ik ken haar nog als zeer toegewijd woordvoerder Defensie. We zijn nog op werkbezoek
geweest in Afghanistan. Ik twijfel er geen moment aan dat dit haar ook goed afgaat.
Voorzitter. We spreken over de VN. Dit is niet controversieel verklaard, dus het is
heel belangrijk dat we dit debat vandaag voeren. De Minister gaat naar New York om
de jaarlijkse vergadering daarover te voeren. Collega’s zeiden het al: het systeem
staat zwaar onder druk door de rivaliteit tussen wereldmachten China en Rusland tegenover
de Verenigde Staten en Europa, dat daarin een positie zoekt. Hoe lastig ook, vraag
ik deze Minister om haar visie op die problematiek te geven. We zijn ook vaker in
New York geweest en hebben daar gesproken met onze delegatie. Je ziet een groeiende
animositeit. Je ziet ook dat er wordt gekeken naar andere platforms, zoals de G20.
Die is vorige week bij elkaar geweest. Misschien dat de Minister daar ook iets over
kan zeggen. Het was twijfelachtig; laat ik het zo zeggen. Er kwam bijvoorbeeld geen
verklaring tegen Rusland. Daar was geen consensus over. Is de Minister het met mij
eens dat het systeem, het model van de Verenigde Naties en ook de Veiligheidsraad
echt toe is aan modernisering? In hoeverre is de Veiligheidsraad nog een afspiegeling
van de wereld van vandaag? India zit er niet in. Brazilië zit er niet in. Hoe kijkt
ze daarnaar?
Voorzitter. Dan de duurzame ontwikkelingsdoelen. Dat zijn ontzettend belangrijke doelen
om de armoede wereldwijd te bestrijden en de gezondheidszorg en het onderwijs te verbeteren.
Dat loopt niet goed. De doelen zouden in 2030 gehaald moeten worden, maar dat wordt
lastig. Welke stappen denkt de Minister te kunnen zetten, al dan niet in EU-verband,
om het behalen van die doelen toch dichterbij te brengen? Een woord dat vaak gebruikt
wordt, ook in VN-jargon, is «systeemtransformatie». Dat spreekt mij wel aan. Volgens
mij moet je toe naar een wereld die minder op exploitatie en winst maken gericht is
om dit soort doelen dichterbij te brengen. Wellicht kan dat inspirerend zijn voor
de Minister.
Voorzitter. Ontwapening is ook een heel belangrijk thema van de Verenigde Naties.
Ik heb twee punten daarover. Ten eerste autonome wapens. Je ziet een toename van het
gebruik van autonome wapens, wapens die bestuurd kunnen worden zonder menselijk ingrijpen.
Ik vind dat zeer zorgelijk. Er is ook groeiend draagvlak om daarvoor regels te maken.
Dat zou je in een verdrag moeten vastleggen. Oostenrijk maakt een resolutie. Mijn
vraag is of Nederland daaraan meedoet, dus om een verdrag te maken rond autonome wapens.
Een ander minstens zo belangrijk thema is kernwapens. Kernontwapening is een belangrijk
punt van de Verenigde Naties. Misschien heeft de Minister de film Oppenheimer gezien,
die het probleem loepzuiver neerzet. Tegelijkertijd zien we dat de dreiging op dit
punt helaas enorm toeneemt. Rusland wil kernwapens in Belarus plaatsen. De Verenigde
Staten willen kernwapens in West-Europa plaatsen, ook in Nederland. Ik heb daar eerder
mijn zorgen over geuit, want dat zou tot een escalatie, tot een nieuwe wapenwedloop,
kunnen leiden. Is de Minister het ermee eens dat wij ons moeten inzetten voor wereldwijde
kernontwapening en dat wij dus ook het verdrag voor het verbod op kernwapens zouden
moeten ondersteunen? Australië, Zwitserland en Duitsland gaan waarschijnlijk naar
de bijeenkomst in november over dit verdrag, naar the Treaty on the Prohibition of
Nuclear Weapons. Is de Minister bereid om daar ook heen te gaan?
Tot slot, verarmd uranium. Vorige week hoorden we dat de Verenigde Staten wapens met
verarmd uranium leveren aan Oekraïne. De Nederlandse regering heeft gezegd: wij willen
daar eigenlijk het voorzorgsbeginsel op toepassen. Dat betekent: zolang we niet weten
wat de risico’s zijn, zijn we tegen het gebruik ervan. Is de Minister het met mij
eens dat het gebruik van wapens met verarmd uranium veroordeeld moet worden?
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eppink, BBB.
De heer Eppink (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil de Minister ten eerste willen feliciteren en ten tweede
veel succes wensen in New York bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Ik wil even het punt van voedselzekerheid aansnijden, want als we kijken naar de oorlog
in Oekraïne, is dat een punt geweest waar we niet meteen op kwamen toen we keken naar
de gevolgen ervan. Dat duurde even, namelijk tot het moment dat er problemen waren
met de graanleveranties. Toen hebben we ook gezien dat de graanprijzen omhooggingen.
Sommige landen in het Midden-Oosten waren amper in staat om de eigen bevolking te
voeden door de hogere voedselprijzen. Die landen hebben namelijk enorme subsidies
staan op voedsel om het goedkoop te houden. Als een land als Egypte met 80 miljoen
inwoners, meen ik, die subsidies niet zou hebben of niet zou kunnen betalen, dan duurt
het niet lang voordat er voedselrellen zijn. Dat is dus een onmiddellijk effect van
zo'n zaak. Het is goed dat we ons daar nu van bewust zijn.
Ik heb in het document dat werd verstrekt ook gezien dat voedselzekerheid een element
is in de agenda van de Nederlandse regering, ook bij de Verenigde Naties. Maar het
zijn meer programma’s hier, programma’s daar. Het is een veel structureler probleem.
Kijk naar Afrika. Nederland heeft een Afrikastrategie. We hebben daar in de Kamer
ook verschillende malen over gesproken. Ik heb echter de indruk dat er bij de Verenigde
Naties niet echt een Afrikastrategie is. Misschien is die toch wel nodig, want als
ik kijk naar de ontwikkeling van de bevolking, dan zie ik nu dat Afrika ongeveer 1,4
miljard mensen telt. In 2050 is dat 2,4 miljard en in 2100 4,2 miljard. Dat is eigenlijk
niet het thema van vandaag, maar van deze eeuw. Alles wat we nu doen, is beter en
zeker om ervoor te zorgen dat de voedselzekerheid kan worden gegarandeerd. We zien
ook andere vormen van landbouw, van intensievere landbouw in Afrika. Het is moeilijk
om zo veel mensen te kunnen voeden. Neem een land als Nigeria. Dat heeft nu ruim 200
miljoen inwoners. Dat gaat in 2100 naar 600 miljoen inwoners. Dat is meer dan de Verenigde
Staten. Het is een enorm probleem. Hoe meer we nu kunnen doen, moeten we doen. Ik
hoop dat de Minister dat duidelijk op de agenda zet en dat er misschien ook in de
Verenigde Naties kan worden gedacht over een Afrikastrategie.
Het tweede punt dat ik naar voren zou willen brengen, betreft de hervormingen van
de Verenigde Naties zelf. Ik ben zelf vaak bij de Verenigde Naties geweest toen ik
in New York woonde. Je zit altijd met hetzelfde probleem: de structuur die de Verenigde
Naties nu heeft, is niet aangepast aan de machtsverhoudingen zoals die nu in de wereld
zijn. Als je de wensen van de Nederlandse regering zou volgen, dan zie je ten eerste
meer leden in de Veiligheidsraad, minder gebruik van veto, meer ontwikkelingslanden
in de Veiligheidsraad en meer invloed. Ik vraag me af hoe consistent die doeleinden
zijn, als je ziet dat China de grootste winnaar zou zijn van een dergelijke situatie
met de toegenomen invloed in Afrika. Je ziet daarbij ook een machtsconcentratie ontstaan
rondom China, Rusland, de niet-gebonden landen en Afrikaanse landen. Dan vraag ik
me weleens af, zoals de voormalige Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Knapen
ooit zei: isoleren wij anderen, of isoleren wij onszelf? Dat is de grote vraag die
je moet stellen bij deze voorstellen, als je die zou indienen, namelijk: wat is het
effect daarvan? Ik vraag dus naar de consistentie van deze voorstellen ten aanzien
van het effect.
Voorzitter. Hier zou ik het graag bij laten.
De voorzitter:
Dank u wel. De rest is eventueel voor de tweede termijn. Mevrouw Piri, Partij van
de Arbeid.
Mevrouw Piri (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik spreek mede namens GroenLinks. Namens beide fracties uiteraard
felicitaties aan de nieuwe Minister van Buitenlandse Zaken.
Voorzitter. Ieder jaar weer reist de diplomatieke top van de wereld eind september
naar New York. In een verdeelde wereld moeten we bijeenkomsten zoals deze blijven
koesteren. Ik sluit me aan bij de inzet van het kabinet om de Verenigde Naties te
blijven beschermen, versterken en hervormen.
Voorzitter. Toch wil ik over een drietal ontwikkelingen mijn zorgen uitspreken. Allereerst
de geopolitieke waterscheiding van deze tijd, de Russische inval in Oekraïne. Kan
de Minister toelichten hoe de huidige verhoudingen liggen binnen de Algemene Vergadering?
Staan er nog nieuwe resoluties over het conflict op de agenda? Welke rol kunnen de
VN, niet alleen de secretaris-generaal, maar ook de Algemene Vergadering, nog spelen
in de hernieuwing van de graandeal?
Voorzitter. Ik maak me ook zorgen over de instabiliteit en het geweld in verschillende
delen van Afrika. Met de voorganger van deze Minister hebben we vaker gesproken over
bijvoorbeeld Sudan. De berichten over een mogelijk aanstaande genocide moeten iedereen
hier en in New York wakker schudden. Welke rol spelen de VN op dit moment als het
gaat om bemiddeling? Krijgt de secretaris-generaal een voet tussen de deur bij de
strijdende partijen? Ook in breder geopolitiek perspectief baart de instabiliteit
in sommige Afrikaanse landen onrust. Wagner ondersteunt of neemt soms volledig de
rol over van nationale veiligheidsdiensten, vaak in ruil voor concessies op het gebied
van kritieke grondstoffen. In Mali neemt Wagner zelfs de plaats in van de VN-troepen.
Daarom sluit ik me ook aan bij de vraag van collega Sjoerdsma, namelijk hoe de Minister
in het licht hiervan de toekomst van vredesmissies ziet, en natuurlijk ook de buitengewoon
schadelijke rol van Rusland op het Afrikaanse continent.
Voorzitter. Dan het derde punt. Het kabinet schrijft dat de ontwikkelingsfinanciering
onder druk staat door de hoge kosten van de asielopvang. Het is misschien wel goed
om hier even te melden dat dat natuurlijk geen natuurwet is, maar een politieke keuze
die het demissionaire kabinet heeft gemaakt. Je ziet ook dat het Westen onder vuur
ligt in ontwikkelingslanden, omdat we ons niet houden aan onze beloften, bijvoorbeeld
over klimaatfinanciering. Zo jagen we deze kwetsbare landen in de armen van China.
Met welke boodschap gaat de Minister in New York in gesprek met zulke landen?
Tot slot, voorzitter. In de brieven van de afgelopen vier jaar was een van de topprioriteiten
van Nederland altijd het aankaarten van grensoverschrijdend gedrag binnen de VN-organisaties.
Ik merk op dat dat dit jaar eigenlijk helemaal miste in de brief. Ik neem aan dat
het probleem niet is opgelost. Is dat nu geen prioriteit meer van Nederland? Dank
u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker in de eerste termijn is de heer Brekelmans, VVD.
De heer Brekelmans (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst ook felicitaties en een hartelijk welkom aan de
Minister in haar nieuwe functie. Zij start meteen met een turbulente week, met een
vreselijke aardbevingsramp in Marokko en overstromingen in Libië. We leven allemaal
mee met de slachtoffers, familie en vrienden en hopen dat internationale steun op
gang kan komen. Ik vraag de Minister of zij een stand van zaken wil geven: wat zou
Nederland hieraan kunnen doen?
Dan de AVVN. De multilaterale wereldorde staat onder druk. China, Rusland en andere
autocratische machten ondermijnen de VN en de internationale rechtsorde. Ik heb al
eerder gezegd: de VN spelen een beperkte rol als het gaat om de Russische invasie
in Oekraïne. Mijn vraag aan de Minister is of zij van mening is dat de VN hierin een
actievere rol zouden kunnen spelen. Zo ja, in welk opzicht? Moeten de VN zich bijvoorbeeld
niet feller uitspreken tegen Rusland, bijvoorbeeld als het gaat om het overtreden
van de VN-sancties tegen Noord-Korea?
Het kabinet legt terecht de focus op het versterken van de relaties met het mondiale
Zuiden, of de ongebonden landen. Het is mij alleen niet helemaal duidelijk welke prioriteiten
Nederland gaat stellen tijdens de AVVN. Geld geven aan de SDG’s en het pushen van
onze Nederlandse mensenrechtenagenda lijken me niet per se het meest effectief en
voldoende. Is het voor een gelijkwaardige relatie niet effectiever om meer wederzijdse
belangen als uitgangspunt te nemen, zoals handel en de kennis die Nederland kan inzetten
in het mondiale Zuiden? Tijdens de G20 is een mooi initiatief aangekondigd, een versterkte
handelscorridor tussen India, het Midden-Oosten en Europa. Mijn vraag is hoe Nederland,
als groothandels- en investeringsland, hieraan gaat deelnemen.
Wat ons verder opvalt, is dat migratie niet benoemd is in de kabinetsbrief. Waarom
stelt Nederland dit niet aan de orde tijdens en rondom de AVVN? Tijdens ons lidmaatschap
van de VN-Veiligheidsraad was mensensmokkel nog een grote prioriteit. Graag een toezegging
van de Minister dat ze hieraan prioriteit zal geven tijdens en rondom de AVVN, en
ook de toezegging dat ze zal terugkoppelen welke inspanningen zij hierop heeft verricht.
Dan terrorismebestrijding. Er ligt nu een speciale focus op het maatschappelijk middenveld,
terwijl er vorig jaar nog een focus was op onder andere het aanpakken van terrorismefinanciering
en online-extremisme. Kan de Minister uitleggen waarom deze focus is vernauwd en bevestigen
dat we met deze inzet niet het westerse antiterreurbeleid bemoeilijken, maar dat we
juist bevorderen dat er ook gegevensuitwisseling kan plaatsvinden?
Dan kernwapens. In een ideale wereld zijn er geen kernwapens meer, maar helaas is
de realiteit dat Rusland met kernwapens dreigt, China zijn kernwapenarsenaal uitbreidt
en Iran en Noord-Korea hier ook verdere stappen in zetten. Mijn vraag is wat deze
realiteit betekent voor de positie van Nederland en of wij hier niet een realistischere
houding in zouden moeten aannemen.
Dan tot slot China. Het werd al eerder gezegd: China heeft het rapport over de mensenrechtenschendingen
ten aanzien van Oeigoeren onder het tapijt weten te houden. Mijn vraag is welke vervolgstappen
Nederland hier nu in zet. Daarnaast is mijn vraag of Nederland ervoor blijft pleiten
dat Taiwan ook betekenisvol kan deelnemen aan relevante VN-organisaties zoals de WHO.
De voorzitter:
Dank u wel. Dank aan de Kamer voor het levendige debat in de eerste termijn. Ik krijg
een briefje waarop staat dat er twintig minuten geschorst wordt. Dat gaan we ook doen.
Tenminste, ik ga twintig minuten schorsen. Dat betekent dat wij tussen 17.10 uur en
17.15 uur verdergaan met dit debat, namelijk met de eerste termijn van de zijde van
het kabinet.
De vergadering wordt van 16.52 uur tot 17.15 uur geschorst.
De voorzitter:
Dames en heren, welkom terug. We gaan naar de eerste termijn van de zijde van het
kabinet. Ik wil graag de Minister het woord geven om tot de beantwoording over te
gaan.
Minister Bruins Slot:
Voorzitter, dank u wel. Allereerst wil ik graag stilstaan bij de situatie na de aardbeving
in Marokko en natuurlijk ook bij het verschrikkelijke nieuws uit Libië over de slachtoffers
van storm Daniel. We hebben gezien dat in Marokko in de afgelopen paar dagen 2.400
doden vielen en een vrijwel even groot aantal gewonden. De situatie raakt velen, ook
in ons land, zoals leden aangaven. Ik wil namens het kabinet nogmaals condoleances
uitspreken richting de nabestaanden. Minister Schreinemacher, onze ambassade in Rabat
en ik staan in nauw contact met de Marokkaanse autoriteiten. We waren dit weekend
een van de eerste landen die een financiële bijdrage vrijmaakten voor hulp. We zullen
ons in de komende periode ook verder op andere manieren inzetten om de Marokkaanse
bevolking te steunen waar dat nodig is.
Ook het verschrikkelijke nieuws uit Libië over de slachtoffers van storm Daniel heeft
ons bereikt. Het is op dit moment nog niet bekend hoeveel slachtoffers er te betreuren
zijn. Wel is inmiddels bekend dat de omvang en de ernst van deze ramp ook groot zijn.
Ook hier wil ik namens het kabinet mijn condoleances uitspreken richting de nabestaanden.
Wellicht is het goed om aan te geven dat we op dit moment via het EU-coördinatiemechanisme
nog geen officieel hulpverzoek hebben gekregen, maar het Rode Kruis en andere partners
zijn tegelijkertijd wel bezig met een inventarisatie van de benodigde hulp in Libië.
Wij houden vanzelfsprekend bij de partners de vinger aan de pols.
Voorzitter. Het is mijn eerste debat. Het voelt een beetje als een vreemde overgang
na deze verdrietige omstandigheden, maar het is mijn eerste debat in mijn nieuwe functie
als Minister van Buitenlandse Zaken. Ik kijk uit naar de gedachtewisseling en de debatten
die ik met deze leden van de commissie nog ga hebben. Het is goed om met dit debat
te beginnen, omdat volgende week de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is.
Wellicht zullen sommige mensen zich afvragen: van Minister van Binnenlandse Zaken
naar Minister van Buitenlandse Zaken, zijn dat niet twee heel verschillende werelden
waarin deze persoon zich begeeft? Maar als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
heb ik mogen werken aan het beschermen en het versterken van de democratie, aan de
nationale veiligheid, maar ook aan onze eigen democratische rechtsorde. Ik zal me
precies voor hetzelfde inzetten als Minister van Buitenlandse Zaken: voor de democratie,
voor de veiligheid en voor een goede internationale rechtsorde. De context is anders.
De schaal van de uitdagingen is anders. Maar uiteindelijk zijn de waarden die eronder
liggen hetzelfde. Dat zijn de waarden waar we in Nederland voor staan.
Voorzitter. De opgave is niet gering. Ik kan het allemaal benoemen, maar ik denk dat
de leden daar al uitgebreid op in zijn gegaan. Neem de oorlog die woedt op ons Europese
continent, de verandering van de verhoudingen in onze wereld, hoe we ons daartoe verhouden
en hoe we zorgen dat we die goede rol daarin blijven spelen, maar ook het belang van
een eensgezinde Europese Unie en goede relaties met Afrika en Azië om uiteindelijk
het goede te doen in deze wereld.
Voorzitter. Dan ga ik snel over naar de verschillende vragen die zijn gesteld. Ik
werk meestal met blokjes. Het blokje dat ik nu heb, is multilateralisme. Het tweede
is Rusland en Oekraïne. Het derde is veiligheidsbeleid. Het vierde is inderdaad overig.
Die zal er meestal bij zitten, om het zo maar te zeggen.
Voorzitter. Terecht zijn er verschillende vragen gesteld over de verhoudingen in de
wereld en hoe we deze in de komende jaren gaan verbeteren. Ik vond dat de heer Boswijk
daar echt een scherpe analyse van gaf, die ook herkenbaar is. Dat punt komt ook terug
in een tweetal nota’s die de regering dit jaar heeft opgesteld: de Afrikastrategie
en het Beleidskader Mondiaal Multilateralisme. Het doel van beide is precies dat we
elkaar beter gaan vinden op onderwerpen van gemeenschappelijk belang. Het bestrijden
van desinformatie hoort daar zeker bij. Tijdens de Algemene Vergadering zal ik daar
een evenement over organiseren met mijn Canadese collega, mevrouw Joly. We zijn ook
niet blind voor de grote uitdagingen waarvoor Afrika zich gesteld ziet, zoals de heer
Boswijk aangaf, en de risico’s die ze ook voor onszelf bevatten, van instabiliteit
tot migratiedruk.
Dat brengt ons tegelijkertijd natuurlijk ook bij de rol van de Verenigde Naties en
hoe we ons daar in de toekomst toe moeten gaan verhouden. De heer Van Dijk en Eppink
hadden daar expliciet een aantal vragen over gesteld. De kritiek dat de Verenigde
Naties niet meer representatief zouden zijn voor de huidige wereld, wordt breed gevoeld.
Ook de secretaris-generaal van de VN vindt dat. Daarom is de secretaris-generaal vorig
jaar ook met Our Common Agenda gekomen. Het doel daarvan is het effectiever, daadkrachtiger,
strategischer en ook representatiever maken van de Verenigde Naties, zodat die fit
for purpose is voor de komende tijd. Nederland steunt die agenda en we dragen daar
ook aan bij, bijvoorbeeld door samen met Jamaica te werken aan een initiatief waarmee
besluitvorming in de Verenigde Naties beter rekening houdt met de belangen van toekomstige
generaties.
Tegelijkertijd, en dat herken ik ook in de inbreng, blijft de Veiligheidsraad natuurlijk
een heet hangijzer. Dat is een langlopend, moeizaam proces, onder meer vanwege de
verschillende standpunten, wensen en belangen ten aanzien van de vetorechten en ook
de nieuwe permanente zetels. Wij zullen ons ervoor inzetten om daar steeds een stap
verder in te zetten, maar het blijft wel moeizaam. Dat is natuurlijk ook omdat een
aantal leden dat deel uitmaakt van de Veiligheidsraad, weinig belang heeft bij het
veranderen van de verhoudingen in de Veiligheidsraad.
Voorzitter. In dat kader vroeg de heer Brekelmans ook in hoeverre er over migratie
gesproken gaat worden. Allereerst is migratie een prioriteit; dat staat buiten kijf.
Het kabinet zet in op partnerschappen met landen van herkomst, transit en bestemming.
Sommige daarvan hoop ik ook te spreken in New York. Ook essentieel is de aanpak van
mensensmokkel en de ontmanteling van de criminele netwerken. Momenteel is de dialoog
daarover met partnerlanden gaande, zowel bilateraal als via de EU. Zo wordt bijvoorbeeld
met Nigeria de operationele samenwerking versterkt om mensensmokkel aan te pakken.
Ook zal Nederland begin oktober deelnemen aan de jaarlijkse conferentie over migratie
en migrantensmokkel in Wenen, waar het ook gaat over de wereldwijde aanpak van mensensmokkel.
Dus als een heel groot deel van de AVVN in essentie om het aanpakken van de grondoorzaken
van migratie gaat, dan wil dat niet zeggen dat het altijd letterlijk over mensensmokkel
gaat, want als je armoede bestrijdt, als je klimaatverandering en conflicten terugdringt,
lever je natuurlijk ook een belangrijke bijdrage aan het tegengaan van mensensmokkel
en het tegengaan van migratie.
Voorzitter. Een ander belangrijk onderwerp op dat vlak zijn de SDG’s.
De voorzitter:
Sorry, want voordat u verdergaat, wil de heer Brekelmans graag op dit punt een interruptie
plegen.
De heer Brekelmans (VVD):
Vorig jaar stond het ook niet op de agenda. Toen gaf de Minister van Buitenlandse
Zaken aan dat het wel in de bilateralen die er in die week plaatsvonden – en dat zijn
er nogal wat – met diverse landen werd besproken; ik meen met Egypte, Irak en nog
andere landen. Ik kan me nu bijvoorbeeld voorstellen dat er best een belangrijk gesprek
met Tunesië te voeren valt over de afspraken die zij hebben gemaakt, maar die nog
niet echt lijken te functioneren. Zo zijn er meerdere landen – we hoeven ze niet allemaal
na te lopen – in Afrika waarvoor dat ook geldt. Als je dat in die week niet doet,
dan geef je ook een signaal af in de zin van: nou, het is een thema waar Europa af
en toe specifiek aan refereert, maar voor de AVVN is het niet belangrijk genoeg. Ik
hoop dus dat de Minister die gesprekken wil voeren. Zou ze willen terugkoppelen welke
inspanningen ze daarvoor heeft gedaan en welke landen ze daarover gesproken heeft?
Minister Bruins Slot:
Met de heer Brekelmans ben ik het gewoon eens. Als je op dat moment de AVVN niet aangrijpt
niet om die gesprekken te voeren, dan laat je ook niet zien dat het belangrijk is.
Dus ik ben ook bezig om die bilaterale gesprekken op te zetten. Ik vind het een goed
voorstel van de heer Brekelmans dat ik de Kamer daarover terugrapporteer.
De voorzitter:
Wanneer? Kan dat in de week na de AVVN? Of heeft u daar enige tijd voor nodig?
Minister Bruins Slot:
Nee, meestal is er volgens mij een verslag dat ook gewoon naar de Kamer toegaat. Dat
is meestal een maand, anderhalve maand nadat de AVVN heeft plaatsgevonden? We doen
het zo snel mogelijk, hoor ik hier naast mij.
De voorzitter:
In het verslag; heel goed. Mevrouw Piri heeft een interruptie.
Mevrouw Piri (PvdA):
Het sluit eigenlijk een beetje aan bij een van de vragen die ik had. We zien een verdeelde
wereld, waarbij heel veel landen in deze wereld eigenlijk vinden dat er te veel aandacht
gaat naar Oekraïne en Rusland. Uiteraard is mijn fractie het daar niet mee eens, maar
dat is wel het gevoel. Volgens mij is het dus juist nodig om die outreach te doen.
Ook heeft men vaak het gevoel dat het, als Nederland ergens langskomt, alleen maar
gaat over het tegenhouden van migratie en dat we niet kijken naar de problemen van
die landen, maar eigenlijk ons probleem ... Nou, laat ik er geen kwalificaties aan
geven. Tegelijkertijd houden we onszelf in Nederland niet aan de 0,7% voor ontwikkelingsbudgetten.
Hoe denkt de Minister dat dat soort gesprekken verlopen? Doen we ook nog een soort
outreach naar de landen die we aan onze kant willen krijgen ten aanzien van het grote
conflict op dit continent?
Minister Bruins Slot:
Ja, want er moet ook wederkerigheid zijn. Dat betekent dat je ook het gesprek aan
moet gaan – dat zal ik ook doen – met een aantal andere landen, die wellicht niet
de eerste gesprekspartner zijn, maar evengoed een positie hebben in Afrika of op andere
plekken waar zij van invloed kunnen zijn. Ik heb begrepen dat een aantal andere Europese
landen ook met een aantal andere, kleinere landen zullen spreken om gewoon breder
die outreach te doen.
De voorzitter:
Vervolgt u uw beantwoording.
Minister Bruins Slot:
Misschien is het goed om gelijk een verbinding te leggen met klimaatfinanciering,
zoals mevrouw Piri aangaf. Daarbij herken je ook terug dat het Westen onder vuur ligt
bij ontwikkelingslanden. Soms is die kritiek gewoon deels terecht. Daarvoor moeten
we niet onze kop in het zand steken, volgens mij. Tegelijkertijd moeten we het ook
gewoon beter toelichten. «Uitleggen» vind ik dan altijd het verkeerde woord, want
er moet ook gewoon een onderling gesprek zijn. We moeten dus beter toelichten wat
we precies doen en dat we vooral op een onderwerp zoals voedselzekerheid – dat gaf
de heer Eppink ook aan – maar ook met onze kennis en kunde op het gebied van water
verschillen kunnen maken. Dat moeten we ook doen, omdat we, zoals mevrouw Piri al
aangaf, Rusland en China als ... Ja, hoe zal ik dat zeggen? Omdat we Rusland en China
als geopolitieke partners hebben en die soms een andere afslag nemen dan wij misschien
in eerste instantie. We moeten ook de bredere relatie benadrukken en kijken in hoeverre
daar een gezamenlijke agenda in zit.
Overigens is het ook wel goed om te zeggen, ook in het kader van wat er zonet besproken
is over kleine landen ... «Kleine landen» zijn de verkeerde woorden. «Landen met een
andere impact»; zal ik het zo noemen? Het is nog even zoeken naar de juiste woorden
daarvoor. Het is goed om te zeggen dat onze Minister-President ook gewoon een sessie
doet met een aantal eilandstaten over klimaat.
Voorzitter. Dan breder over de SDG’s. Die blijven het gedeelde kompas voor een stabielere,
duurzamere wereld, zeg ik tegen de heer Boswijk. Het is zorgelijk dat de afgelopen
jaren sprake is van een stagnatie en achteruitgang bij het behalen van de agenda.
Dat heeft een veelheid van oorzaken, zoals klimaatverandering, covid, hoge inflatie,
en conflicten die zijn ontstaan. Een belangrijk thema bij de AVVN en de SDG-top in
New York is dan ook: hoe halen we deze achterstand in? Het zullen best wel moeilijke
discussies worden, maar Nederland zal zich niet alleen focussen op wat niet kan, maar
juist ook op wat wel kan. In de discussie wil Nederland vooral inzetten op het betrekken
van de private sector – daar ga ik zo nog even nadrukkelijker op in – het verbeteren
van de schuldhoudbaarheid van ontwikkelingslanden, het faciliteren van handel, en
een betere samenwerking tussen donoren en ontwikkelingsbanken, want daarmee kan je
een positieve agenda voeren, waardoor je direct van betekenis kan zijn.
Dan de private investeringen. We redden het gewoon niet met overheidsfinanciering.
Er is privaat kapitaal nodig. Het is niet eenvoudig, omdat privaat kapitaal soms huiverig
is om te investeren in opkomende markten en ontwikkelingslanden. Zelfs de Wereldbank
is nu bezig om dat op te lossen. Het is dus ook een belangrijk thema tijdens de jaarlijkse
vergadering van de Wereldbank. Daarnaast zei de heer Boswijk ook dat het van belang
is om ons nadrukkelijk op te werpen als democratisch alternatief voor Rusland en China.
Volgens mij is dat echt heel erg belangrijk, zeker ook in Afrika. De Verenigde Naties
zijn daarin een essentiële partner voor Nederland, met het waardevolle werk in Afrika
en organisaties als de UNHCR en de WHO.
De heer Boswijk (CDA):
Dat is op zich goed om te horen. Alleen doelde ik ook op het volgende. Kijk naar de
staatjes: als je afzet hoeveel miljarden wij als westerse landen besteden aan ontwikkelingshulp
tegen hoeveel bijvoorbeeld China besteedt, vooral met heel veel leningen, dan komen
zij toch beter voor de dag. Zelfs voor Rusland geldt dat. Denk aan het monument voor
de Wagner Group in de Centraal-Afrikaanse Republiek: dat kunnen wij ons niet voorstellen,
maar dat is wel de realiteit. Met simpele exposure kan je daar soms een hele grote
impact hebben. Nou zeg ik niet dat we overal «Made in Holland» en vlaggetjes op moeten
plakken, maar soms helpt het wel als wij als westerse landen iets minder anoniem zijn
in de hulp die wij leveren. Hoe kijkt de Minister daartegen aan?
Minister Bruins Slot:
Dat is eigenlijk het punt dat de heer Boswijk al maakte: we moeten meer zichtbaar
maken wat we doen, om tegenwicht te bieden tegen China, dat dat nadrukkelijk doet.
Het lijkt me goed om te kijken hoe je dat met andere landen kan doen. De Europese
Unie is daarbij natuurlijk altijd een goede samenwerkingspartner. De EU maakt ook
gebruik van de Global Gateway. We zijn ons er dus van bewust. Ik vind het ook wel
een punt om te kijken of we dit kunnen adresseren, bijvoorbeeld in een van de komende
overleggen in het kader van de EU. Dit heeft namelijk ook gewoon te maken met: be
good and tell it.
De voorzitter:
Aanvullend, de heer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Het zou inderdaad heel fijn zijn als de Minister ons hierover iets nadrukkelijker
op de hoogte kan houden. Natuurlijk ben ik ook allang tevreden als het met een Europees
vlaggetje gaat. Het gaat mij meer om het idee dat we hier veel bewuster over gaan
nadenken, omdat andere landen dat heel handig doen en met minder geld een veel grotere
impact hebben.
Minister Bruins Slot:
Volgens mij is het punt van de heer Boswijk helder om daar meer aandacht voor te hebben.
Het raakt ook aan het punt van de heer Brekelmans over de corridor tussen de Verenigde
Staten, India en de EU. Het ligt eigenlijk in elkaars verlengde.
Voorzitter. Wat de heer Eppink aangaf, is eigenlijk een logisch vervolg. Voedselzekerheid
is inderdaad ontzettend belangrijk. Daaraan zou ik ook zeker de beschikbaarheid van
schoon water willen toevoegen: het een kan niet zonder het ander. De Afrikaanse landen
zijn lid van de Verenigde Naties en kunnen daar invloed uitoefenen op het beleid.
De Afrikaanse Unie heeft ook een partnerschap met de Verenigde Naties. De VN is breed
vertegenwoordigd op het Afrikaanse continent, met het regionaal hoofdkantoor, met
organisaties en met missies. Veel prioriteiten van de VN zijn veelal in Afrikaanse
landen in uitvoering. Dat onderstreept eigenlijk hetgeen de heer Eppink duidelijk
als punt maakte.
Voorzitter. Ik kom nog even terug bij de SDG’s en de Global Gateway. Daar had ik al
het een en ander over gezegd. Tegen de heer Brekelmans zeg ik dat de gelijkwaardigheid
van relaties ontzettend belangrijk is. Die is ook uitgewerkt in de Afrikastrategie.
Het is daarnaast van belang om beter te luisteren naar wat deze landen als prioriteiten
stellen en hoe ze met Nederland en de EU willen samenwerken. Bij het aankomende staatsbezoek
aan Zuid-Afrika zullen dus ook een economische en een kennismissie meegaan; daarmee
geven we het in de praktijk invulling.
Voorzitter. Voordat ik naar de vraag van de heer Sjoerdsma over Taiwan ga, wil ik
nog even twee punten van mevrouw Piri adresseren. Eerst de bemiddelingsopties van
de SGVN, Guterres, in geval van een Afrikaconflict. De VN-organisatie heeft door de
jaren heen veel deskundigheid opgebouwd met bemiddeling in conflicten. Denk bijvoorbeeld
aan de periode van dekolonisatie. Maar uiteindelijk is de VN, net als bij elke bemiddeling,
afhankelijk van de bereidwilligheid van de partijen om tot een oplossing te komen.
Het is niet makkelijker geworden. In bijvoorbeeld het geval van Rusland probeert de
SGVN wel om de gevolgen van de agressie te mitigeren, door middel van humanitaire
hulp, door te bemiddelen rondom de kerncentrale en met de graandeal.
Dat brengt me eigenlijk direct tot de vraag van de heer Sjoerdsma over het bericht
dat in beeld stond. In ieder geval voor zover ik weet, waren wij daar niet van op
de hoogte. In ieder geval kennen we die brief niet. Wij zijn ook niet gevraagd om
naar die brief te kijken, voor zover ik dat op dit moment weet in ieder geval. Mocht
daar aanvullende informatie over zijn, dan vind ik het natuurlijk van belang om dat
te laten weten.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, is er een vraag van de heer Sjoerdsma, D66.
De heer Sjoerdsma (D66):
Dat is natuurlijk sowieso goed nieuws, maar het roept ook de vraag op of de Minister
kan bevestigen dat dit aanbod ook daadwerkelijk is gedaan. Ik ben daar zelf niet zo
heel mild over geweest in mijn eerste termijn. Ik vind het echt een aanbod dat de
kern van onze aanpak van Rusland onderuithaalt. Op het moment dat je sanctieverlichting
gaat aanbieden, en dat je gaat aanbieden dat de Russische banken weer bij SWIFT mogen
en dat bevroren tegoeden ontdooid mogen worden in ruil voor het hervatten van de graandeal,
buig je eigenlijk gewoon voor de agressor. Dan kan je dat VN-Handvest gewoon weggooien.
Dan haal je de kern van de VN onderuit. Mijn vraag is dus of dat bekend is bij deze
Minister en als dat inderdaad zo is – misschien is dat niet zo en dan trek ik al die
woorden terug – zou ik graag willen dat we streng protest aantekenen bij de secretaris-generaal,
want dat zou echt ongehoord zijn.
Minister Bruins Slot:
Allereerst, wij staan voor effectieve sancties tegen Rusland en wij werken daar in
EU-verband verder aan. Daarnaast ben ik in ieder geval niet bekend met de inhoud van
de brief. Voor zover ik weet hebben de Verenigde Naties ons ook niet geconsulteerd
over deze brief. Wij gaan dus gewoon opheldering vragen bij het kantoor van de sg.
Dat lijkt mij het beste om te doen.
De voorzitter:
U vervolgt uw beantwoording. Sorry, ik zie nog een vraag van de heer Brekelmans.
De heer Brekelmans (VVD):
Ik denk dat we naar het blokje Rusland en Oekraïne gaan, maar ik heb nog één vraag
over multilateralisme. De Minister noemde even de economische corridor die is aangekondigd.
We hebben allerlei mooie plaatjes gezien waarop die van India naar Hamburg loopt,
maar ik vroeg me af hoe Nederland daaraan deelneemt en welke rol wij daarin spelen.
Als we dat nu nog niet doen, gaat de Minister zich er dan voor inzetten dat wij daar
onderdeel van uit gaan maken?
Minister Bruins Slot:
De heer Brekelmans betrapte mij inderdaad op een inconsistentie. Ik stapte namelijk
over naar Oekraïne, maar ondertussen heb ik nog een aantal vragen over multilateralisme
te beantwoorden. Het initiatief biedt de mogelijkheid om grote en opkomende markten
– dat zijn belangrijke markten voor Nederland – nog beter met elkaar te verbinden.
Nederland heeft daarvoor, bijvoorbeeld met onze Rotterdamse haven, natuurlijk een
uitstekende uitgangspositie en een goede infrastructuur. Om het even concreet te maken:
het plan voorziet in verschillende vormen van infrastructuur, zoals een treinverbinding,
een elektriciteitskabel, digitale connectiviteit en een pijpleiding voor waterstofexport.
We gaan deze ontwikkelingen goed volgen om te kijken welke mogelijkheden erin zitten
en of met bepaalde zaken hierop ook kan worden ingespeeld. We zitten dus nog niet
in het stadium dat ik direct kan zeggen dat we dit, dat of dat gaan doen, maar we
houden dit wel heel erg scherp op het netvlies.
Dan is er in een net iets ander kader ook nog een vraag van mevrouw Piri en die gaat
over de toekomst van vredesmissies. We kunnen gewoon helder zijn over het feit dat
UN Peacekeeping in Afrika in zwaar weer zit. Er is een groeiend ongemak over lange
presentie van zeer grote VN-missies. Maar we zien ook dat de politieke wil die er
daar moet zijn om vredesmissies toe te laten en het lokaal eigenaarschap dat onontbeerlijk
is, bijvoorbeeld bij MINUSMA ontbreekt. Als je nieuwe mandaten wilt stellen, hebben
we natuurlijk de Veiligheidsraad van de VN nodig, maar die is sterk verdeeld. Het
gaat er dus ook om dat we de politieke dialoog met de Afrikaanse landen voeren om
er ook voor te zorgen dat ze uiteindelijk partners zoals Wagner buiten de deur houden
en dat we wijzen op de nadelen daarvan. Tegelijkertijd moeten we ons wel blijven inzetten
voor continue verbetering van de VN-missies. Dus het feit dat het nu lastig is en
we soms in lastige posities zitten, moet er niet toe leiden dat we een lijdzame positie
krijgen. We moeten juist werken aan het verbeteren van VN-vredesmissies, want we kunnen
niet zonder, naar mijn inzicht. Het is waardevol voor het bevorderen van vrede en
stabiliteit in conflictgebieden.
Voorzitter. In dat kader werd er ook gevraagd naar bemiddeling, ook rondom Sudan.
Uiteraard zijn de Verenigde Naties actief waar dat mogelijk is. In Ethiopië hebben
de Verenigde Naties een actievere rol; in Sudan is het gewoon ingewikkeld. Het wordt
geprobeerd, maar we zijn gewoon nog niet zo succesvol op dat punt.
Voorzitter. Dan het punt over Taiwan: hoe zorgen we ervoor dat Taiwan ook kan ...
Ik ga heel even checken wat de heer Sjoerdsma over Taiwan vroeg. Of was het een ander
lid dat dit vroeg? Nee, volgens mij vroeg de heer Sjoerdsma naar MH17 en was er een
ander lid dat naar Taiwan vroeg. Ja, dat vroeg de heer Van Dijk inderdaad.
De voorzitter:
Taiwan zat bij de heer Sjoerdsma.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ja. Ik kan dat wel even verduidelijken.
Minister Bruins Slot:
Ja, graag.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ook de heer Brekelmans vroeg volgens mij naar de betekenisvolle deelname van Taiwan
aan de WHO. Mijn vraag en de schriftelijke vragen die wij ook hadden gesteld, zagen
meer op resolutie 2758. De heer Brekelmans vroeg naar WHO. Ik vroeg naar de betekenisvolle
betrokkenheid van Taiwan bij de Verenigde Naties in algemene zin en of Nederland zich
daar hard voor maakt. Dat is de korte variant, denk ik.
Minister Bruins Slot:
Dank voor de verheldering. Allereerst zijn er twee sets Kamervragen die ik probeer
zo snel mogelijk te beantwoorden. Dus langzamerhand komen al die antwoorden op andere
vragen ook naar de Kamer toe. Wij zetten ons als Nederland in voor deelname van Taiwan
aan internationale organisaties en fora waar dat toegevoegde waarde heeft en waarvoor
statehood geen vereiste is. Zoals de leden ook weten, vergt dit maatwerk en overleg
met partners vanwege de status van Taiwan. We merken dat er op dit moment nog geen
meerderheid voor deelname van Taiwanese individuen aan de AVVN is. Dat betekent dat
wij ons blijven inzetten, maar dat we die meerderheid nog niet voor elkaar hebben.
Verder zullen we de Kamervragen – die zijn gisteren gesteld, volgens mij – zo snel
mogelijk beantwoorden en dan ook wat meer in detail.
Voorzitter. Dan kom ik op grensoverschrijdend gedrag. Dat is inderdaad een gemis in
de brief, maar dat ligt aan de Minister. Het blijft namelijk absoluut een prioriteit
van Nederland – dat wordt met mijn komst niet anders – en ook voor de VN. Het is een
permanente discussie, en we blijven over de inzet en de resultaten jaarlijks rapporteren.
Daar waar ik dit in mijn bilaterale gesprekken naar voren moet brengen, zal ik dat
ook gewoon doen. Ikzelf ken het belang om dat te doen en dat zal natuurlijk ook beleidsmatig
uitgedragen worden. Dit waren de vragen en antwoorden op het gebied van multilateralisme.
Dan ga ik naar Rusland en Oekraïne. Allereerst wil ik de leden aangeven dat het eerste
gesprek dat ik als Minister in deze functie gevoerd heb met mijn collega van Buitenlandse
Zaken van Oekraïne was. Hij bedankte mij, en eigenlijk ook deze leden, nadrukkelijk
voor de steun die Nederland, en dus ook deze Kamer, biedt aan Oekraïne om ervoor te
zorgen dat het kan blijven strijden tegen Rusland en kan blijven doen wat nodig is
om uiteindelijk weer een land in vrede te worden. Dus ik wil ook heel graag aan de
leden de dank overbrengen voor wat zij in de afgelopen periode aan inzet hebben laten
zien. Dat wordt door mijn collega van Buitenlandse Zaken in Oekraïne ook volop aangegeven.
Dus hierbij wil ik graag de dank overbrengen voor wat Nederland doet.
Voorzitter. Dan de steun van de AVVN voor Oekraïne. Binnen de AVVN bestaat een grote
groep landen die de Russische invasie in Oekraïne actief veroordeelt. Het gaat om
140 landen. Slechts een handjevol landen, namelijk Belarus, Noord-Korea, Eritrea en
Syrië, spreekt actief steun uit voor de Russische invasie. Maar die cijfers zijn geen
gegeven. We zullen ons actief moeten blijven inzetten om de steun groot te houden.
We geven dus ook expliciet aandacht aan de landen die zich op dit vlak onthouden van
stemming. We moeten met hen ook in dialoog over de mondiale consequenties van de agressie
die Rusland toont om hen in te laten zien dat dit niet iets is wat stopt en dat het
iets is wat gestopt moet worden. De Verenigde Naties worden hierbij dus ook politiek,
zo zeg ik tegen de heer Brekelmans, zeer gehinderd doordat een van de permanente leden
van de Veiligheidsraad zich schuldig maakt aan die agressie. Maar de Algemene Vergadering
blijft in dat kader wel degelijk belangrijk, omdat ook de VN-Mensenrechtencommissie
een onafhankelijke Commission of Inquiry heeft ingesteld naar de mensenrechtenschendingen
in Oekraïne door Rusland, waarbij bijvoorbeeld ook de kinderontvoeringen worden onderzocht.
Ook speelt de VN een rol bij de humanitaire hulp. We kunnen dit forum en deze organisatie
dus ook niet missen.
De heer Sjoerdsma heeft gevraagd naar het schaderegister. Dat mandaat voor het schaderegister
is tot stand gekomen naar aanleiding van een resolutie in de Algemene Vergadering
van de Verenigde Naties van 14 november 2022. Die had betrekking op de schade geleden
in Oekraïne als gevolg van de Russische agressie. Die achtergrond, plus het feit dat
het schaderegister inmiddels tot stand is gekomen, maakt het in ieder geval niet opportuun
om op dit moment de werkingssfeer uit te breiden. Daar komt bij dat de Russische juridische
verantwoordelijkheid ten aanzien van schade geleden buiten Oekraïne een wezenlijk
andere is dan de verantwoordelijkheid voor de directe gevolgen van de agressie tegen
Oekraïne. Dus dat speelt ook mee.
Voorzitter. Dan de tegoeden die de Verenigde Staten bevriest, confisqueert en aan
Oekraïne geeft. Linksom of rechtsom: Rusland moet betalen voor de schade die het aanricht.
Ik onderschrijf ook volledig de G7-inzet om de tegoeden te bevriezen en bevroren te
houden totdat Rusland de schade in Oekraïne vergoedt. Tegelijk bekijken we heel nauwkeurig
wat al op korte termijn mogelijk is, bijvoorbeeld met belastingheffing op rente. De
Commissie speelt daar ook een belangrijke rol in. Als Nederland zijn we ook betrokken
bij de discussie om tot een juridisch houdbaar plan te komen. Ik wil de Kamer hier
in ieder geval verder over informeren. Er staat hier «na de zomer» – die hebben we
al gehad – maar in ieder geval voor het einde van het jaar.
De heer Sjoerdsma (D66):
We zijn allemaal wel bekend met de moeilijkheden rondom onze eigen wensen. Ik bedoel:
moreel klinkt het als iets wat zeker moet gebeuren. Het bevroren Russische geld moet
naar Oekraïne. Maar ik snap ook dat het staatsrechtelijk ingewikkeld is. Tegelijkertijd:
toen de Amerikaanse collega van deze Minister, Blinken, in Oekraïne was, heeft hij
aangekondigd dat hij geconfisqueerd geld van Russische oligarchen, zou overdragen
aan een programma dat met name gericht zou zijn op Oekraïense veteranen. Althans,
zo heb ik het begrepen. Dat roept toch een beetje de volgende vraag op: als ze in
Amerika kennelijk toch een geitenpaadje hebben gevonden, is dat geitenpaadje dan kopieerbaar?
Misschien dat het niet in dit debat kan, maar het zou fijn zijn om zo snel mogelijk
te horen of dat een aanknopingspunt zou kunnen zijn om hier toch actie op te ondernemen.
Minister Bruins Slot:
Dat vind ik een goed verzoek. Wat we kunnen doen moeten we doen. Het eerste beeld
is dat het hier gaat om een overtreding van sancties uit 2014, maar laten we er gewoon
dieper in duiken en de Kamer hier ook gewoon verder over informeren. Dat zou mijn
voorkeur hebben. Dan doen we het ook zorgvuldig.
Voorzitter. Dan de terechte en belangrijke oproep van de heer Sjoerdsma ten aanzien
van MH17. Ik kan me er geheel in vinden om weer en altijd aandacht voor de MH17-ramp
te vragen tijdens de High-level Week in New York. Dit jaar zal opnieuw een bijeenkomst
plaatsvinden met mijn collega’s uit de landen die betrokken zijn bij het Joint Investigation
Team, dus met Oekraïne, Maleisië, België en Australië. Het is heel erg belangrijk
dat we elkaar minstens één keer per jaar gezamenlijk spreken over de voortgang, naast
alle andere bilaterale gesprekken die ook gedurende het jaar gevoerd worden. Daarin
zal ik ook de uitspraak van de rechtbank in Den Haag in de strafzaak over de MH17
toelichten. Met het oog op de herdenking volgend jaar van het neerhalen van vlucht
MH17 tien jaar geleden, zullen we ook stilstaan bij de menselijke dimensie van de
MH17-ramp. De heer Piet Ploeg, voorzitter van de Stichting Vliegramp MH17, zal door
middel van een videboodschap de aanwezige Ministers toespreken. En natuurlijk zal
ik met mijn Australische collega ook de stand van zaken bij de juridische procedure
toelichten. Ik zal ook in de overige gesprekken met mijn collega’s uit landen die
vertegenwoordigd zijn in de ICAO-raad mijn hoop uiten dat we kunnen blijven rekenen
op hun steun voor onze inspanningen voor gerechtigheid en rekenschap. Natuurlijk zal
de Minister-President nogmaals, zoals elk jaar, in de nationale interventie benadrukken
dat wij ons inspannen voor waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap.
Voorzitter. Ik kom aan het eind van het blok Rusland en Oekraïne.
De voorzitter:
Heel goed. Gaat u door.
Minister Bruins Slot:
Dan veiligheidsbeleid.
De voorzitter:
Mevrouw Piri, let dan op. Gaat uw gang.
Mevrouw Piri (PvdA):
Excuus, voorzitter. Ik had nog een vraag aan de Minister. Zijn er resoluties in voorbereiding?
Minister Bruins Slot:
Niet dat we weten op dit moment. Dat is de laatste stand van zaken.
De voorzitter:
Mooi. Gaat u naar het derde blokje, veiligheid.
Minister Bruins Slot:
Wat betreft veiligheidsbeleid begin ik met kernwapens, waar onder anderen de heer
Van Dijk en de heer Brekelmans aandacht voor hebben gevraagd. Laat ik het zo zeggen:
het kabinet deelt de zorgen van de VVD-fractie over de ontwikkeling in Iran, Rusland,
China en Noord-Korea wat betreft kernwapens. De illegale oorlog van Rusland tegen
Oekraïne heeft het Europese en mondiale veiligheidsklimaat fundamenteel veranderd
en de situatie in het nucleaire domein nog verder verslechterd. Het is echt heel erg
belangrijk, van essentieel belang voor de veiligheid, dat de NAVO een geloofwaardige
en effectieve nucleaire afschrikking behoudt. Het fundamentele doel van de nucleaire
capaciteit van de NAVO is om vrede te bewaren, dwang te voorkomen en agressie af te
schrikken. Het afschrikkingsbeleid van de NAVO is erop gericht dat kernwapens nooit
hoeven te worden ingezet. Maar zolang er kernwapens bestaan in de wereld, blijft de
NAVO een nucleaire alliantie en blijft nucleaire afschrikking een essentiële rol spelen
bij het behouden van strategisch evenwicht en het voorkomen van de inzet van kernwapens.
Tegelijkertijd, zo zeg ik ook tegen de heer Van Dijk, bemoeilijkt het huidige internationale
veiligheidsklimaat de inzet op wapenbeheersing en ontwapening aanzienlijk. Om duurzame
nucleaire bewapening te bewerkstelligen moet deze hand in hand gaan met de inspanning
om de internationale wapenbeheersing en non-proliferatiearchitectuur te versterken.
Het kabinet blijft zich dus inzetten voor een kernwapenvrije wereld. Dat is in lijn
met artikel 6 van het non-proliferatieverdrag.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Was dat het blokje kernwapens?
De voorzitter:
Dit was uw eerste interruptie! Haha.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik had een vraag gesteld over het verdrag tegen kernwapens. Daarover is in november
een bijeenkomst. Buurlanden gaan daarnaartoe. Dat is vraag één. Vraag twee is: hoe
kijkt de Minister, na de mooie woorden die ze net sprak over het belang van mondiale
kernontwapening, naar de modernisering van kernwapens vanuit de Verenigde Staten in
West-Europa? Hoe voorkom je escalatie op dat punt?
Minister Bruins Slot:
Allereerst is het daarom daarnaast cruciaal om de dialoog te zoeken over wapenbeheersing
en nucleaire risicobeperking. Dat doen we in tal van formele en informele multilaterale
overleggen, zoals de NPV-toetsingscyclus en het CEND-initiatief, maar ook de Ontwapeningsconferentie
in Genève en de Eerste Commissie in New York. Die inspanningen blijven gewoon staan.
Ook zoekt Nederland de dialoog in bilaterale overleggen, zoals de veiligheidsconsultaties
met China die dit voorjaar zijn geweest. Wat betreft de conferentie waar de heer Van
Dijk het over had: we zijn bij de eerste bijeenkomst daarvan geweest en hebben daar
gezien dat er op dit moment voor ons onvoldoende aanknopingspunten zijn om die samenwerking
voort te zetten. We zullen dus niet deelnemen aan de tweede bijeenkomst in het kader
van het kernwapenverbod.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat is spijtig. Ik zal mij beraden op vervolgstappen. Maar dank voor het antwoord.
Minister Bruins Slot:
We zullen de ontwikkelingen natuurlijk wel volgen. Maar dit besloten we naar aanleiding
van de eerste bijeenkomst. Al onze inzet in de andere gremia zullen we natuurlijk
voortzetten.
Dan de autonome wapens, waarnaar de heer Van Dijk ook vroeg. Onze kabinetspositie
is beschreven in reactie op het AIV-advies van juni 2022. We hebben dat ook met de
Kamer besproken in het commissiedebat Autonome wapens. Het kabinet zet zich in VN-kader
in voor een verbod en voor concretisering van regels die van toepassing zijn op de
inzet van autonome wapensystemen. Verbod en regels zijn natuurlijk alleen effectief
als militaire grootmachten zich daaraan binden, maar dat weet de heer Van Dijk als
defensiewoordvoerder ook. Daarom is het ook van belang dat we het verbod en de regels
in VN-verband realiseren. Dat doen we in het kader van de Group of Governmental Experts
inzake autonome wapensystemen. Daar zijn we het gesprek aan het voeren om tot die
regels en die concretisering te komen.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Hoe kijkt de Minister naar de resolutie van Oostenrijk voor een rapport van de secretaris-generaal,
zodat het internationale proces rond dit punt vooruit kan gaan? Ik vind het heel goed
dat de Minister al aangaf dat ze ook regels wil rond autonome wapens. Mijn vraag is
of ze bij de komende AVVN met Oostenrijk gaat optrekken om daarin stappen te zetten.
Minister Bruins Slot:
Daar moeten we op dit moment nog naar kijken, want de resolutie is in voorbereiding.
Ik zal kijken of ik er in tweede termijn iets meer over kan zeggen, maar anders pakken
we dat gewoon op in de voorbereiding van de AVVN.
Voorzitter. Dan het verarmd uranium en de levering daarvan. In die zin is het niet
de eerste keer dat dit is gebeurd, omdat het Verenigd Koninkrijk dergelijke wapens
al eerder aan Oekraïne heeft geleverd. Ook Rusland beschikt over dit soort munitie.
Het is wel belangrijk om te zeggen dat verarmd uranium geen nucleair wapen is. Dat
weet de heer Van Dijk, maar ik zeg het toch even voor alle duidelijkheid. Er bestaat
nog geen wetenschappelijke consensus over de langetermijneffecten van wapens en munitie
met verarmd uranium. Er is ook nog geen internationaal verbod op het gebruik van dit
soort wapens. Als ik vanuit een defensieperspectief kijk, is dit wel bij uitstek een
wapen dat in staat is om pantsers te doorboren, dus essentieel op het gevechtsveld
om ervoor te zorgen dat zwaarbewapende tanks uiteindelijk tot stilstand kunnen worden
gebracht. Nederland steunt een voorzorgsbenadering bij het gebruikmaken van dit soort
wapens. Wij maken er dus zelf geen gebruik van.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dat is een mooi politiek antwoord. Geen misverstand: Rusland voert een verderfelijke
invasie uit in Oekraïne. Het zou mij heel veel waard zijn als de Russen worden teruggedrongen
en zich gewoon voorgoed uit Oekraïne terugtrekken, maar dat mag volgens mij geen rechtvaardiging
zijn voor bondgenoten van Oekraïne om omstreden wapens in te zetten. Clustermunitie
wordt ook ingezet. Daar heb ik trouwens nog Kamervragen over liggen; die van collega
Futselaar zijn nog niet beantwoord. Hier zie je opnieuw dat het een omstreden onderdeel
is van munitie. De Minister zegt terecht: wij zijn voor het voorzorgsbeginsel. Met
andere woorden: wij zijn er geen voorstander van dat dit wapen wordt ingezet. Tegelijkertijd
tolereert ze dus wel dat bondgenoten het inzetten. Vindt ze dat niet ook een beetje
raar?
Minister Bruins Slot:
Het antwoord daarop is dat er geen internationaal verbod is op het gebruik van dit
soort wapens. Nederland is niet in oorlog en onze krijgsmacht kan dus ook een voorzorgsbenadering
hanteren.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Minister Bruins Slot:
Voorzitter. Dan het grote belang van contraterrorisme. De wereld is niet veilig. Als
we kijken naar de dreigingen in Nederland, is contraterrorisme een van de grote dreigingen.
De strijd daartegen is dus ontzettend belangrijk. Dat betekent – sommigen noemen dat
«holistisch» – dat we het vanuit verschillende perspectieven moeten aanpakken. Het
gaat om het duurzaam verslaan van terrorisme en gewelddadig extremisme, maar ook om
het voorkómen van gewelddadig extremisme. We hebben dan ook bijzondere aandacht voor
het waarborgen van de mensenrechten en voor ruimte voor het maatschappelijke middenveld,
juist omdat schendingen van mensenrechten een aanjager kunnen zijn van extremisme.
De Verenigde Naties, de anti-ISIS-coalitie en de andere internationale organisaties
hebben een CT-aanpak omarmd waarin mensenrechten centraal staan. Die internationale
samenwerking is dus ontzettend belangrijk om dat te doen.
Voorzitter. Ik zag dat de heer Brekelmans in dat kader een vraag stelde over een ander
aspect. Hij vroeg: is daar dan een vernauwingsfocus op, ook als je ziet op de gegevensuitwisseling?
In dat kader kan ik zeggen dat dit niet zo is. Ik zoek het even op. Wij blijven ons
inzetten om meerdere manieren van gegevensuitwisseling te bevorderen. Dat doen we
voornamelijk in multilateraal verband met de Europese Unie en de Verenigde Naties.
Binnen de Verenigde Naties zijn er ook afspraken gemaakt omtrent bewijsvergaring met
betrekking tot terroristische daden. Ik maak het concreet en doe dat even via het
maatschappelijk middenveld om wat meer duiding te geven. Nederland, het Verenigd Koninkrijk
en Duitsland zijn bezig met de verkenningsstudie naar het versterken van het structureel
engagement van het maatschappelijke middenveld in het CT-netwerk van de VN. We moeten
gewoon alles gebruiken om een zwaartepunt op dit vlak te creëren.
Voorzitter. Dit was het veiligheidsbeleid. Ik weet niet of bepaalde zaken ... Ik heb
volgens mij alle vragen beantwoord heb. Ik kijk naar de leden en zie dat dat het geval
is.
De voorzitter:
Die van mevrouw Piri ook? Ja, oké. Gaat u door.
Minister Bruins Slot:
Ja, dan het rapport over de Oeigoeren. Het VN-rapport is een onafhankelijk rapport,
zeg ik ook tegen de heer Sjoerdsma, en dat is een ontzettend belangrijke basis voor
Nederland. De bevindingen waren zeer, zeer zorgelijk. De resolutie in de VN-Mensenrechtenraad
om er verder opvolging aan te geven, is helaas weggestemd, zoals de heer Sjoerdsma
zelf ook aangaf. We zien op dit moment geen kans om het te agenderen voor de AVVN,
omdat de stemverhoudingen gewoon niet realistisch zijn. We zijn wel met gelijkgezinde
landen aan het kijken naar andere mogelijkheden om opvolging aan dit rapport, want
het is gewoon ontzettend belangrijk. We zullen tijdens de huidige sessie van de VN-Mensenrechtenraad
in een nationale verklaring China nogmaals oproepen om zich te houden aan de mensenrechtenverplichtingen.
Het feit dat het niet geagendeerd is en we op dit moment ook niet de kans zien om
het te agenderen, is voor ons geen reden om niet verder met dit rapport en de uitkomsten
daarvan aan de slag te gaan, want het is gewoon echt heel zorgelijk.
De voorzitter:
De heer Brekelmans heeft een interruptie.
De heer Brekelmans (VVD):
Kan de Minister aangeven, misschien ook in de tweede termijn, wat de vervolgstappen
zijn? Ik las bijvoorbeeld dat Nederland eerder een apart side-event heeft georganiseerd
hierover. Naarmate de tijd verstrijkt, is er natuurlijk wel het risico dat zo'n rapport
langzaam toch een beetje wegzakt, terwijl de mensenrechtenschendingen daar niet minder
ernstig om zijn, zoals eerder aangegeven. Kan de Minister iets concreter aangeven
wat die stappen zijn?
Minister Bruins Slot:
Een van de eerste stappen die we sowieso verder gaan zetten, is dat de mensenrechtencommissaris
van de Verenigde Naties, de heer Türk, begin oktober naar Nederland komt. Wij zullen
dan nadrukkelijk met hem bespreken welke mogelijkheden hij ziet om de nijpende situatie,
de ernstige situatie van de Oeigoeren, op de internationale agenda te houden. Dat
is een van de voorbeelden, sowieso. Mocht ik daar nog aanvullingen op hebben, dan
laat ik dat toch even weten in de tweede termijn.
Voorzitter, hiermee kom ik tot het einde van mijn beantwoording.
De voorzitter:
Hartstikke goed. Ik kijk even rond en anders gaan we gewoon naar de tweede termijn.
Ik inventariseer even of er een tweede termijn nodig is. De heer Boswijk heeft de
behoefte aan een tweede termijn. De heer Sjoerdsma heeft behoefte aan een tweede termijn.
Eerst de heer Sjoerdsma.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, voorzitter, heel kort. Dank uiteraard aan de Minister voor haar beantwoording.
Alleen al daarom wil ik even kort een tweede termijn. Zij zou erop terugkomen of Nederland
geconsulteerd zou zijn en ze zou opheldering vragen het bureau van de secretaris-generaal
over wat de VN in de brief heeft aangeboden aan Rusland. Zowel BILD als Oekraïense
media maken er gewag van dat een aantal landen, waaronder Nederland, geconsulteerd
zouden zijn. Ik zou toch echt wel graag zeker willen weten dat dat niet zo is. Ze
stelden ook dat het schaderegister nu een basis heeft in een VN-resolutie en dat het
bij indirecte schade anders ligt dan bij de directe door Rusland in Oekraïne veroorzaakte
schade. Dan zou ik de vraag wat opener willen stellen. Op welke wijze kan de door
Global South geleden schade, die vrij omvangrijk is, misschien gevat worden in een
initiatief bij de VN? Als zij hun materiële belangen beter kunnen verdedigen en verhalen
op Rusland, is dat wellicht een manier om ze meer in het kamp te krijgen van degenen
die het VN-Handvest willen verdedigen, zijnde de Europese Unie, de Verenigde Staten
en Oekraïne.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Jasper van Dijk.
De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank voor de antwoorden. Wij horen graag wat de uitkomsten zijn van de AVVN. Ik wacht
in spanning op de reactie van de Minister op de autonome wapens, een punt dat echt
bovenaan de agenda staat. 90 landen hebben inmiddels aangegeven dat ze graag een verdrag
willen om hiervoor regels te stellen omdat dit een razendsnelle ontwikkeling is. Oostenrijk
heeft daarin het initiatief genomen. Ik hoor graag hoe verder.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Eppink? Behoefte aan een tweede termijn? Geen behoefte. Mevrouw
Piri? Ook geen behoefte aan een tweede termijn. De heer Brekelmans wel. Gaat uw gang.
De heer Brekelmans (VVD):
Voorzitter. Ik dank de Minister voor de toezeggingen rondom migratie en de terugkoppeling
daarvan en voor haar toezegging dat ze zich zal inzetten om Nederland te laten aanhaken
op het initiatief rond de economische corridor.
Ik heb nog een vraag over Noord-Korea. Onder het wapenembargo dat eerder vanuit de
VN is afgekondigd tegen Noord-Korea staat ook de Russische handtekening. Dat was nog
in een tijd waarin Rusland zich iets anders opstelde. Dat embargo lijken ze nu flagrant
te schenden door de wapenafspraken die op dit moment worden gemaakt. Is dat ook een
reden voor Nederland en andere landen om Rusland hierop aan te spreken en er mogelijk
door middel van sancties consequenties aan te verbinden?
De voorzitter:
Dank voor de vragen in de tweede termijn aan de Kamer. Ik constateer dat de Minister
meteen kan antwoorden.
Minister Bruins Slot:
Voorzitter. Ik wil de leden bedanken voor hun inbreng waarbij zij ook hebben gewezen
op het belang dat Nederland en de andere landen van de Verenigde Naties werken aan
een wereld van gelijkwaardigheid, vrede, veiligheid en mensenrechten. Het is een opdracht
om die democratische waarden die we hebben ook verder te brengen.
Tegen de heer Sjoerdsma kan ik zeggen dat mijn beeld tot nu toe, op basis van de eerste
uitvraag, is dat we niet geconsulteerd zijn als Nederland. Ik ga me er natuurlijk
nog wel verder in verdiepen. We zullen ook het kantoor van de sg consulteren en vragen
hoe dit loopt. Mijn idee is dat we hier in het verslag op terugkomen.
Wat betreft het schaderegister gaat het erom – dat is volgens mij ook precies in lijn
met wat een aantal leden hebben aangegeven – hoe je in goed overleg met de Global
South kan laten zien dat de oorlog in Oekraïne juist voor hen ook grote gevolgen heeft
en dat we daar ook oog voor hebben. Daarom is het denk ik interessant om, zonder meteen
te beginnen met een schaderegister, te verkennen of je rond de gevolgen die de landen
van de Global South hebben ondervonden door de inval van Rusland in Oekraïne en de
effecten die dat heeft, een initiatief kunt starten om dat meer inzichtelijk te krijgen.
In de lijn die de heer Sjoerdsma aangeeft, ga ik verder kijken of ik daar wat in kan
betekenen.
De voorzitter:
Op dit punt heeft u een interruptie van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (PvdA):
Voordat we een hele boom gaan opzetten over wat er in de grootste tabloidkrant van
Duitsland staat: volgens mij kan de Minister bevestigen dat dit door andere media
niet is opgepikt. En volgens mij heeft ze net ook bevestigd dat er bij haar weten
in ieder geval geen contact is geweest. Voordat we hier nieuws creëren en misschien
wel fakenieuws aan het bewerken zijn, lijkt het me goed om dit nieuws even te duiden:
hoe breed is dit verhaal?
Minister Bruins Slot:
Kijk, bij mij weten is er geen contact met Nederland geweest. Dus dat is zo. Het tweede:
wij kennen de inhoud van de brief ook niet, zoals mijn beeld nu is, in elk geval.
Wij gaan het dus gewoon uitvragen bij het kantoor van de sg van de Verenigde Naties.
Mevrouw Piri (PvdA):
Bij mijn weten heeft de secretaris-generaal van de VN het mandaat ook niet om bijvoorbeeld
zo'n afspraak te maken. Klopt dat, of klopt dat niet?
Minister Bruins Slot:
Naar onze informatie klopt het dat de sg van de VN een dergelijk mandaat niet heeft,
ja. Het zijn namelijk onze sancties.
De voorzitter:
Vervolgt u uw beantwoording.
Minister Bruins Slot:
In dat kader, ook naar de heer van Dijk toe: wij kijken positief naar de resolutie
van Oostenrijk over autonome wapens, want die roept de secretaris-generaal van de
Verenigde Naties op tot het inventariseren van nationale posities op het gebied van
autonome wapensystemen. Dat zou een waardevolle stap zijn, is op dit moment in ieder
geval onze analyse.
Dan de heer Brekelmans. Kijk, als er wapenleveranties van Noord-Korea aan Rusland
gaan plaatsvinden, is dat echt zeer, zeer zorgelijk en heel ongewenst. Noord-Korea
is volgens mij het meest gesanctioneerde land van de wereld, dus hoe moeilijk het
ook is om nog sancties te vinden: het kan naar mijn mening niet zonder consequenties
blijven. We moeten eerst kijken naar de uitkomsten van het overleg, maar dit is wel
hoe ik erin zit.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan komen we tot een afronding van dit debat.
Allereerst: er is geen tweeminutendebat aangevraagd.
Er liggen drie toezeggingen.
− De Minister van Buitenlandse Zaken zal in het verslag van de AVVN, te ontvangen één
maand na de AVVN, een terugkoppeling geven van de gesprekken die zij heeft gevoerd
met andere landen over migratie.
− De Minister van Buitenlandse Zaken zal voor het einde van het jaar een brief aan de
Kamer doen toekomen over het bevriezen van tegoeden en de mogelijkheden om tegoeden
te confisqueren. Dat is een toezegging aan de heer Sjoerdsma.
− De Minister van Buitenlandse Zaken zal in het verslag van de AVVN de Kamer nader informeren
over of Nederland is geconsulteerd over de brief met betrekking tot een mogelijke
sanctieverlichting voor Rusland vanuit de VN.
Klopt, hè? Hartstikke goed. Dan dank ik u allen ... De Minister.
Minister Bruins Slot:
Ik zat nog een beetje te spelen met wanneer dat verslag er komt. Ik denk dat ik met
«een maand» iets te enthousiast ben geweest, maar het komt wel zo snel mogelijk.
De voorzitter:
Ik maak ervan: «in het eerstvolgende verslag van de AVVN». Dan zijn we allemaal tevreden,
volgens mij. Dat komt hopelijk snel genoeg. Deze Minister kennende zal ze daar met
gezwinde spoed aan tegemoetkomen.
Dan wil ik u allen danken voor de bijdrage aan het debat. Dank, Minister en de ondersteuning
die bij haar hoort, voor de komst naar de Kamer. Dank aan de leden voor hun inbreng.
Dank aan de ondersteuning en de notulist. Ik wens u een fijne avond verder.
Sluiting 18.14 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
J. Wuite, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.