Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 1 juni 2023, over Verduurzaming mkb
32 637 Bedrijfslevenbeleid
               32 813
                Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
         
Nr. 571
                   VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
            
Vastgesteld 5 juli 2023
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft op 1 juni 2023 overleg
                  gevoerd met mevrouw Adriaansens, Minister van Economische Zaken en Klimaat, over:
               
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 10 oktober 2022 inzake
                           toetsingskader risicoregelingen rijksoverheid inzake de introductie van een groen
                           luik onder de BMKB (Kamerstukken 32 637 en 32 813, nr. 506);
– de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 6 april 2023 inzake
                           hoofdlijnen over de voortgang van de verduurzaming van het mkb (Kamerstukken 32 637 en 32 813, nr. 562).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De ondervoorzitter van de commissie, Valstar
De griffier van de commissie, Nava
Voorzitter: Graus
Griffier: Van Dijke
Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten: Aartsen, Eerdmans, Graus, Van Haga en
                  Romke de Jong,
               
en mevrouw Adriaansens, Minister van Economische Zaken en Klimaat.
Aanvang 15.00 uur.
De voorzitter:
Goedemiddag allemaal. Ik open het commissiedebat van de vaste commissie voor Economische
                     Zaken en Klimaat. Het gaat vandaag over verduurzaming van het midden- en kleinbedrijf.
                     Ik heet de mensen op de publieke tribune, ook al zijn het er nog maar twee, van harte
                     welkom. Ik heet de Minister en haar team ook van harte welkom, alsmede de leden der
                     Staten-Generaal.
                  
Als spreektijd staat vier minuten aangegeven. Mogelijk hebben veel Kamerleden dus
                     rekening gehouden met een spreektijd van vier minuten, maar gezien de opkomst zullen
                     we pas bij vijf minuten gaan afhameren. Weet dus dat u wat speling hebt. Ik stel voor
                     dat we ons wel aan de vier interrupties houden. Dat gaan we wel doen. Ik geef graag
                     als eerste het woord aan de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.
                  
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dank u wel, voorzitter. BVNL is de enige partij in de Tweede Kamer voor ondernemers
                     en door ondernemers. Ik ben zelf al meer dan twintig jaar mkb-ondernemer en ik verbaas
                     me er vaak over hoe makkelijk politici, Ministers en andere ambtenaren allerlei zinloze
                     bureaucratische regeltjes bedenken voor de kleine ondernemer. Ondernemers vormen de
                     ruggengraat van de samenleving met hun bedrijven waarin producten worden gemaakt,
                     waar waarde wordt gecreëerd, waar winst wordt gemaakt en waar nota bene belasting
                     wordt betaald. De overheid is nu de grootste vijand van de ondernemer geworden. De
                     staat is de handrem op bedrijvigheid en het zand in de machine.
                  
Met de verduurzaming van het mkb slaat de overheid de plank opnieuw volledig mis.
                     De overheid zorgt voor torenhoge energieprijzen en eist vervolgens van ondernemers
                     dat ze energie gaan besparen, omdat het idiote idee heeft postgevat dat, als we in
                     Nederland CO2-uitstoot verminderen, de aarde minder gaat opwarmen. Diezelfde overheid stopt miljarden
                     in biomassacentrales, bouwt geen kerncentrales, sluit het Groninger gasveld en subsidieert
                     zonneakkers en windmolens die uiteindelijk cradle-to-grave slecht zijn voor ons milieu.
                  
Voorzitter. Laat ik ook een paar positieve punten noemen. Minder energieverbruik is
                     altijd goed, dus elke stimulans om efficiënter om te gaan met brandstoffen juichen
                     wij toe. In de brief van de Minister staat dat we minder afhankelijk moeten worden
                     van Rusland en China. Dat is ook een goed streven. Nederland moet weer energiesoeverein
                     worden. Vanochtend hebben we daar even een debatje over gehad met Rob Jetten en die
                     was het daar inmiddels helemaal mee eens. Dat kan als we het Groninger gasveld weer
                     openen – daar was hij het overigens niet mee eens – en een paar kerncentrales bouwen.
                     Daar was hij het op de langere termijn dan weer wel mee eens.
                  
Natuurlijk is het goed dat er wordt ingezet op een hybride energiesysteem waarin ook
                     groene waterstof op termijn een rol gaat spelen. Helaas waren er ook nog allerlei
                     mensen, zoals mijn VVD-collega, die dan weer over blauwe waterstof en allerlei andere
                     kleuren begonnen. Maar goed, BVNL staat dus achter groene waterstof. De verschillende
                     regelingen die nu worden voorgeschoteld, zijn duidelijk niet door mkb'ers bedacht:
                     de MKB Klimaatwerktool, de digitale bespaarassistent, het duurzaamheidsloket KVK,
                     de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk, de MIT, de PPS-toeslag, de DEI+, de
                     KIA CE, de TSE Industrie Onderzoek & Ontwikkeling, de EIA, de MIA en de VAMIL, de
                     BMKB-Groen, het ETS, de CO2-heffing en niet te vergeten de SDE++.
                  
Voorzitter. Ik hoor u zeggen dat u tegen afkortingen bent. Dat ben ik ook en daarom
                     noem ik ze, want de gemiddelde ondernemer wordt hier helemaal knettergek van. Die
                     ziet echt door de bomen het bos niet meer. Mijn eerste vraag aan de Minister is dan
                     ook of zij echt denkt dat een hardwerkende mkb'er door de bomen het bos nog wel ziet.
                     Hoeveel ambtenaren zijn er nu in totaal bezig met deze duurzaamheidsinitiatieven?
                     Hoeveel belastinggeld is er nu in totaal gereserveerd in 2023 voor al deze zogenaamde
                     duurzaamheidsregelingen bij elkaar? Wat zijn de uitvoeringskosten? Hoe wordt het rendement
                     op deze subsidies gemeten? Wat zou er gebeuren als de overheid met al deze onzin zou
                     stoppen en met het vrijkomende geld de vennootschapsbelasting zou verlagen? Wat zijn
                     de totale kosten van bijvoorbeeld het bureaucratische Emissions Trading System? Waarom
                     wordt er niet altijd gestreefd naar een win-winsituatie als er een regeling wordt
                     bedacht? Een mooie win-winsituatie is bijvoorbeeld het energielabel. De huurder heeft
                     minder energiekosten en de verhuurder krijgt een iets hogere huur. Uiteindelijk heeft
                     iedereen er dus plezier van.
                  
Voorzitter. Ik concludeer het volgende. De overheid valt boeren lastig door absurde
                     eisen die voortkomen uit de stikstofdwaling. Duizenden boeren zullen hierdoor ten
                     onrechte moeten verdwijnen. Nederlandse vissers bestaan al niet meer; de kotters liggen
                     inmiddels op de sloop. Bakkers sluiten de deuren vanwege de exorbitante belastingen
                     die de overheid heft op energie. De religieuze klimaatobsessie, vaak zonder enige
                     technische basis, leidt tot collectieve verarming van Nederland. BVNL gelooft dat
                     ondernemers beter af zijn zonder een bemoeizieke overheid die zich met alles bemoeit
                     en regelingen later weer terugdraait. Ik noem asbest. Het ene moment is asbest verplicht
                     en het volgende moment moet je het weer weghalen. De overheid bouwt en subsidieert
                     biomassa- en kolencentrales om ze vervolgens weer te sluiten.
                  
Voorzitter. De overheid is te groot geworden en daarom moeten we terug naar de basis:
                     minder overheid, minder ambtenaren, minder bureaucratie, maar meer bedrijvigheid,
                     meer ondernemers en meer gezond verstand; dit in het belang van Nederland.
                  
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga namens de Groep Van Haga. Meneer Romke de Jong van Democraten
                     66.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Voorzitter, dank u wel. Normaal start ik hier altijd met een heel optimistisch betoog
                     en met positieve energie om tot concrete oplossingen te kunnen komen, maar vandaag
                     zit ik hier teleurgesteld en dat ben ik niet vaak. De Minister heeft veel goede plannen,
                     maar die hebben wij ook. De heer Van Haga gaf wat mooie afkortingen. Ik heb er wat
                     betere namen voor. Wij zijn hier gekomen met een voorstel voor groene leningen. Dat
                     heet tegenwoordig de BMKB-Groen. Wij zijn gekomen met een voorstel voor groene boswachters
                     voor ondernemers die door de duurzame bomen het bos niet meer zien. Dat valt onder
                     de SVM-regeling.
                  
Voorzitter. In december is mijn amendement heel breed in deze Kamer aangenomen. Het
                     lijkt alsof ik moet concluderen dat de Minister dit niet uitvoert. Dit amendement
                     maakte 11,5 miljoen extra vrij voor de zogenoemde SVM-regeling – voor de voorzitter:
                     Subsidieregeling Verduurzaming Mkb – voor het D66-plan voor groene boswachters. Dat
                     zijn consulenten die naast iemand gaan zitten om te helpen, om te laten zien waar
                     kansen voor verduurzamingen liggen. Dit amendement vroeg echter specifiek om het toevoegen
                     van een pilot voor een kosteloze CO2-footprintmeting, zodat ondernemers weten waarop ze kunnen besparen en waar dat de
                     meeste impact heeft.
                  
Voorzitter. Die CO2-meting zie ik nergens terug, niet bij de RVO waar ondernemers terechtkunnen om de
                     meting kosteloos aan te vragen en niet in de brief die de Minister in april heeft
                     gestuurd over de verduurzaming van het mkb. Hoe kan dit? Ik vraag de Minister dan
                     ook waar de kosteloze CO2-footprintmeting is gebleven waarom de Kamer heeft verzocht. Ik verwacht ook dat de
                     Minister op de kortst mogelijke termijn dit amendement van de Kamer alsnog volledig
                     uitvoert. Je onderneming is immers meer dan je bedrijf. Het is je levenswerk. Als
                     ondernemer in de Kamer weet ik dat je met verduurzaming ook heel veel kan bijdragen
                     aan de toekomstbestendigheid van je levenswerk, maar dan moet je wel weten waar je
                     moet beginnen. Dat lijkt soms lastig. Het plan ligt er, het geld ligt er, nu de uitvoering
                     nog.
                  
Voorzitter. Naast inzicht in verduurzamingskansen heb je als ondernemer ook gewoon
                     kapitaal nodig. Na de motie van D66 is de BMKB-Groen opgezet voor groene leningen
                     met een lage rente. Zoals ik eerder met de Minister heb gewisseld, lijkt de BMKB niet
                     toereikend voor het kleinbedrijf. De Minister gaf in het vorige debat aan dat ze de
                     evaluatie wilde afwachten. D66 vindt dat dit te lang duurt. Ik vraag de Minister of
                     zij realtime informatie heeft over de benutting van de BMKB-Groen. Zo ja, hoeveel
                     aanvragen van bedragen tot bijvoorbeeld € 50.000 zitten hierbij? Als ik bij bedrijven
                     langsga, constateer ik namelijk dat er een mismatch is tussen vraag en aanbod, zeker
                     bij kleine leningen. Juist al die kleine beetjes helpen voor verduurzaming, voor ons
                     klimaat, maar ook voor het levenswerk van al deze ondernemers.
                  
De kleine ondernemer kan vaak niet terecht bij de bank, zeker niet voor kleine leningen.
                     Ze zoeken alternatieve manieren van financiering. D66 wil eigenlijk dat er ook een
                     garantstelling komt voor kleine duurzaamheidsleningen tot bijvoorbeeld € 50.000. Collega
                     Grinwis en ik hebben hierover eerder moties ingediend, afgelopen jaar en begin dit
                     jaar. Hoe kijkt de Minister aan tegen een fonds dat een borgstelling door de overheid
                     voor kleine leningen garandeert, waardoor ondernemers direct bij de overheid kunnen
                     aankloppen of waardoor microfinanciers duurzaamheidsleningen kunnen verstrekken tegen
                     een lage rente? Is de Minister het met ons eens dat een gedeelte van de 150 miljoen
                     die is vrijgemaakt ter ondersteuning van het mkb, bij de aangescherpte energiebesparingsplicht
                     hiervoor ingezet zou kunnen worden?
                  
Dan heb ik nog even een praktische vraag namens collega Amhaouch. Voorzitter, ik heb
                     verzaakt te vermelden dat ik dit betoog mede namens het CDA houd, namens de heer Amhaouch
                     die twee zalen verderop zit als voorzitter. Hoe worden de duurzaamheidsfinancieringen
                     ingebed in de aangekondigde financieringshub?
                  
Voorzitter. Ik kom bij de bedrijventerreinen. Ondernemers kunnen nog winst behalen
                     door een kleine windmolen op hun terrein te plaatsen. Boeren kunnen dat al; ze mogen
                     kleine windmolens neerzetten, terwijl zo'n kleine windmolen eigenlijk heel erg opvalt
                     in het landschap. Ze zijn namelijk op kleine bedrijventerreinen vaak niet toegestaan.
                     Ik vraag de Minister waarom. Daarmee beperken ondernemers immers hun energielast en
                     wordt netcongestie tegengegaan, aangezien de stroom gelijk wordt benut. Ik vraag de
                     Minister zich in te zetten om in overleg te gaan met de provincies om bedrijven ook
                     toe te staan kleine windturbines op hun terrein grootschaliger in te zetten. Mede
                     namens collega Amhaouch wil ik oproepen om het gesprek tussen sectorvertegenwoordigers,
                     netwerkbeheerders en departementen over netcongestie en energiebelasting aan te gaan,
                     met name over hoe de uitvoering hiervan het best kan plaatsvinden.
                  
Tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling heb ik samen met collega Rahimi een motie
                     ingediend om met de verzekeraars om tafel te gaan om te kijken waar de knelpunten
                     zitten bij het verzekeren van zonnepanelen op bedrijfsdaken en te kijken naar mogelijke
                     oplossingen. We horen te vaak van bedrijven dat ze wel zonnepanelen op hun dak willen,
                     maar dat hun verzekeraar dat niet toestaat, terwijl het bouwkundig wel zou kunnen.
                     Ik zou graag van de Minister willen weten wat de stand van zaken is.
                  
Voorzitter. Ik rond af.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Romke de Jong (D66):
Kansen pakken betekent ook keuzes maken. Ik hoop ook dat de Minister vandaag die keuzes
                     met ons wil pakken.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Romke de Jong namens Democraten 66. Er is een interruptie van meneer
                     Van Haga.
                  
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dank voor dit verheffende betoog. Ik sloeg aan op de kosteloze CO2-footprintmeting. Gratis bestaat niet. Mijn eerste vraag is dus wat deze hele regeling
                     kost. Mijn tweede vraag is hoeveel invloed die gaat hebben op de opwarming van de
                     aarde. Dat wil ik dan graag horen in hele graden Celsius.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Ik ben elke week op bezoek bij ondernemers. Als ik ondernemers spreek, zijn ze vaak
                     bezig met hun product of hun dienst. Daar zijn ze ook goed in, in dat ondernemen.
                     Al die ondernemers willen echt graag aan de slag met verduurzaming. Dat doen ze soms
                     omdat ze het graag willen voor het klimaat en omdat het een impact heeft op de volgende
                     generatie, maar ze doen het ook omdat hun klanten erom vragen. Die ondernemers weten
                     alleen vaak meer van hun product of dienst dan van het verduurzamen van hun bedrijf.
                     Met zo'n footprintmeting kan een bedrijf gelijk zien waar het kan besparen. Zo'n scan
                     stelt bedrijven in staat te kijken waar hun grootste winst zit. Die staat wil ik weer
                     maken en dat hebben we bij de begroting afgelopen jaar ook mogen behandelen in deze
                     commissie.
                  
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Beide vragen worden niet beantwoord. Wat kost het? Het gaat iemand toch iets kosten.
                     Het gaat belastinggeld kosten als we het vanuit Den Haag gaan regelen. Dan hoeft de
                     ondernemer er misschien niet voor te betalen, maar uiteindelijk betaalt hij gewoon
                     via belastingheffing. Dus wat kost deze hele regeling? En wat voor effect gaat die
                     hebben op de opwarming van de aarde? Ik zal het antwoord maar geven. Ik denk dat het
                     effect, in hele graden afgerond, nul graden is. Maar het is wel kostbaar en gaat ten
                     koste van onze concurrentiepositie. Het gaat ten koste van het gelijke speelveld.
                     Het gaat ten koste van de Nederlandse economie. En uiteindelijk gaat het dus ten koste
                     van de Nederlandse ondernemer. Ik ben het helemaal met D66 eens dat verduurzaming
                     op zich helemaal niet slecht is, maar al die rare bureaucratische plannetjes die wel
                     geld kosten maar niets opleveren, zijn wel slecht.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Het lijkt soms alsof de heer Van Haga en ik in compleet verschillende werelden leven.
                     Dat verbaast me, want we zijn beiden ondernemer. Ik probeer het nog een keer uit te
                     leggen. Als ik die ondernemers spreek, dan willen ze vaak meer weten dan alleen «wat
                     gaat het doen tegen de opwarming van de aarde?» Sterker nog, ik zou het antwoord daarop
                     ook niet weten. Ik weet wel dat we in december, of in ieder geval afgelopen jaar,
                     bij de begrotingsbehandeling een deel van de vastgezette SVM-gelden die niet tot uitkering
                     konden komen omdat de regeling stilstond op signalen van mogelijk misbruik, hebben
                     benut voor een deeloplossing. Die deeloplossing is gewoon om bedrijven te helpen bepalen
                     waar ze kunnen verduurzamen. Dat zou juist de heer Van Haga moeten aanspreken. Hij
                     begint zijn betoog met: «Dit is de enige partij die er is voor ondernemers door ondernemers.»
                     Als de heer Van Haga dat echt vindt, concludeer ik dat dit juist een prachtig instrument
                     is voor ondernemers die graag iets willen, maar niet weten waar ze moeten beginnen.
                     Ik ben er juist trots op dat we dit voorstel in de Kamer zo breed mogelijk willen
                     ondersteunen om de ondernemer in staat te stellen te kiezen waar hij moet beginnen
                     met verduurzamen.
                  
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De heer De Jong beantwoordt nog steeds de vragen niet. Wat kost deze hele regeling
                     nou? Wat levert het op aan vermindering van de opwarming van de aarde? Natuurlijk
                     zijn we alle twee ondernemer, maar ik neem toch aan dat er een bepaalde efficiëntie
                     moet zijn, een bepaald rendement op de investering. Als dit rendement voor de verduurzaming
                     en voor het klimaat nul is, dan moet je iets anders gaan doen. Er zijn genoeg dingen
                     die je kunt gaan doen. Ga dubbelglas plaatsen. Ga zonnepanelen op je dak zetten. Je
                     kan van alles doen, maar hiermee wordt extra bureaucratie geïntroduceerd die wel geld
                     kost maar niets oplevert.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Ik snap het betoog van collega Van Haga echt niet. Hij blijft maar hameren op één
                     punt, namelijk wat de abstracte klimaatwinst is. Ik probeer hem tot twee keer toe
                     uit te leggen dat ondernemers graag willen verduurzamen, maar soms niet weten hoe.
                     Met deze commissie heb ik daarvoor vaak aandacht gevraagd. De SVM-regeling, waar budget
                     voor is, is daar een onderdeel van. Die zet iemand naast de ondernemer. Die kosteloze
                     scan waarover we ook van gedachten hebben gewisseld in het debat over de begroting,
                     is een van de onderdelen om de ondernemers te helpen. Het gaat niet alleen om klimaatwinst;
                     het gaat er ook om bedrijven weerbaar te maken. Het gaat erom de ondernemer in staat
                     te stellen zijn bedrijf toekomstbestendig te maken. Als klanten willen weten waar
                     een bedrijf qua CO2-uitstoot zit, zou zo'n scan helpen. Ik verbaas me er dus echt over dat juist de heer
                     Van Haga dit plan niet omarmt en zegt: «Ja, we willen die ondernemers ook helpen.
                     Het is goed dat de Kamer er geld voor vrijgemaakt heeft binnen de SVM. Laten we nou
                     tot uitvoering komen.»
                  
De voorzitter:
Prima. Hier laten we het even bij. En hij is gelukkig weer aanwezig uit het verre
                     Brabantse land: de heer Aartsen namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
                  
De heer Aartsen (VVD):
Ja, dank u wel, voorzitter. Bij veel ondernemers die je spreekt, zie je dat de groene
                     knop om is. Ik denk dat heel veel ondernemers, met het mkb voorop, nut en noodzaak
                     zien van vergroening. Ze zien ook vooral economische kansen om voorop te lopen bij
                     innovatie en vernieuwing, bij duurzame productie voor een schone leefomgeving. Ik
                     concludeer dat het mkb wel wil, maar tegelijkertijd is het eerlijke verhaal ook dat
                     heel veel ondernemers vaak niet kunnen, omdat ze tegen een aantal knelpunten aanlopen.
                     Ik wil in het debat vandaag een aantal van die knelpunten uitlichten.
                  
Ik begin bij de financiering. Heel veel ondernemers willen wel, maar het moet ook
                     betaald worden. Elektrische voertuigen en elektrificeren, het omzetten van de productie,
                     dat is allemaal vaak duurder terwijl het hetzelfde oplevert. Een elektrische graafmachine
                     is nou eenmaal duurder dan een dieselgraafmachine. Een elektrische machine is wel
                     de toekomst en het is belangrijk om daarin te investeren, maar die gaat geen kuub
                     zand meer graven dan een dieselgraafmachine. Daar moet je dus wat mee. Ik vind het
                     belangrijk dat we dat mogelijk maken. Je ziet dat mkb'ers een hogere rente moeten
                     betalen als ze nu bij een bank aankloppen. Je ziet dat er onvoldoende leningen beschikbaar
                     zijn. Ik wil daarover een aantal dingen vragen.
                  
Laat ik bij de banken beginnen. ABN AMRO heeft nu voor het eerst een groene lening
                     geïntroduceerd met een lagere rente. Dat is een belangrijke stap om dit mogelijk te
                     maken. Hoe kijkt de Minister hiernaar? Kan zij ook afspraken met andere banken maken
                     om het gemeengoed te maken dat je een lagere rente hoeft te betalen als je een groenere,
                     maar duurdere investering doet? In de klimaatbrief hebben we inmiddels 150 miljoen
                     uitgetrokken. Ik vind het belangrijk dat we die inzetten voor het kleinere mkb, zodat
                     ook zij die stap kunnen gaan maken. Ik ben benieuwd hoe de Minister de invulling daarvan
                     ziet.
                  
Wat mij betreft kijken we naar succesverhalen. Een van die succesverhalen is Qredits
                     die in Overijssel heeft aangegeven een lening tot € 50.000 te verstrekken tegen 2,5%
                     rente. Dat is erg aantrekkelijk voor ondernemers. De VVD stelt voor die 150 miljoen
                     daarvoor ter beschikking te stellen. Graag een reactie van de Minister hierop.
                  
Een ander belangrijk punt waar ondernemers tegen aanlopen, is, met een moeilijk woord,
                     de netcongestie. Ondernemers willen wel investeren in laadpalen, zonnepanelen en andere
                     energiebronnen, maar als ze naar de netbeheerder of de energiemaatschappij bellen,
                     komen ze in een wachtrij van soms zelfs vier jaar te staan. Mensen komen letterlijk
                     in de rij te staan voor dit soort aansluitingen. Netbeheerders werken hier hard aan.
                     Ze hebben een tekort aan handjes, dus dat is lastig. Daarom denk ik dat we moeten
                     kijken hoe we dit creatief kunnen oplossen. We hebben al van het right to challenge
                     gehoord. Daarbij gaat het om ondernemers die zeggen: ik heb die handjes wel, maar
                     mag ik dan op z'n minst m'n eigen aansluiting regelen, in plaats van te moeten wachten
                     op de netbeheerder? We zien ondernemers die zeggen: wij willen onderling op een bedrijventerrein
                     stroom delen of slim samen werken met één aansluiting. Mijn buurman produceert 's
                     nachts, wij produceren overdag, kunnen we dan niet gezamenlijk op één aansluiting
                     stroom krijgen? Kunnen we gezamenlijk investeren in opslag op zo'n bedrijventerrein?
                     Dat alles mag op dit moment niet vanwege knellende wet- en regelgeving. Ik vraag de
                     Minister of zij bereid is hiernaar te kijken en hierover het gesprek aan te gaan met
                     haar collega Jetten.
                  
De komende periode gaan we veel meer van dit soort prachtige, creatieve innovaties
                     zien. Ik vind het belangrijk dat het ministerie en ook de netbeheerders openstaan
                     voor dit soort zaken. Ik zou bijna willen pleiten voor een energie-innovatieloket,
                     een plek waar ondernemers naartoe kunnen om aan te geven wat ze graag zouden willen
                     en hoe ze vastlopen in het moeras van wet- en regelgeving, knelpunten et cetera, zodat
                     het ministerie hier samen met gemeenten en netbeheerders naar kan kijken en dit kan
                     oppakken. Graag een reactie van de Minister hierop.
                  
Tot slot. We zien dat er per 1 januari 2025 zero-emissiezones komen in inmiddels al
                     28 gemeentes. Voor de mensen die daar wonen, is dat denk ik een goede stap om schonere
                     lucht te krijgen. We zien dat ondernemers daartegenaan lopen. Soms zijn ze gevestigd
                     in zo'n zone, of ze hebben een laadbus besteld die er niet op tijd is, of ze moeten
                     op veel verschillende plekken komen, zoals marktkooplui, of er is onvoldoende laadinfra.
                     Is de Minister bereid om samen met haar collega Staatssecretaris Heijnen te kijken
                     naar een landelijke hardheidsclausule? Nu moeten ondernemers bij al die 28 gemeentes
                     – als je marktkoopman bent, is dat best ingewikkeld – aparte uitzonderingen vragen.
                     De ene gemeente is daar soepel in en de andere niet. De gemeente Leiden pleit voor
                     klusbakfietsen. Ik zie het al gebeuren: een stukadoor of een visboer op een bakfiets.
                     Dat lijkt me niet echt een werkbare situatie. Is de Minister bereid om landelijk haar
                     nek uit te steken voor die ondernemers die heel graag willen, maar simpelweg niet
                     kunnen vanwege juridische knelpunten?
                  
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Aartsen, namens de VVD. Het helpt soms ook om te praten met de
                     Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Meneer De Jong.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Geen slechte woorden over bakfietsen zeggen tegen een voormalig ijscoman. Pas daar
                     dus maar mee op, collega.
                  
Ik hoor de heer Aartsen voorstellen, hetgeen wij vandaag eerder hebben voorgesteld,
                     om een deel van die 150 miljoen aan te wenden voor financiering van het mkb. Heel
                     goed. Als ik collega Aartsen goed beluister, maakt hij zich ook zorgen over vooral
                     het kleine mkb en het feit dat leningen tot € 50.000 betaalbaar moeten zijn, zodat
                     die ondernemers de transitie in kunnen gaan. Natuurlijk ben ik heel benieuwd hoe de
                     Minister aankijkt tegen het bedrag dat zij nu in de boeken heeft staan. Is collega
                     Aartsen bereid om samen met mij op te trekken om te kijken of we als Kamer richting
                     de Minister een voorstel kunnen maken om een deel van dat budget daadwerkelijk te
                     benutten voor die microfinanciering, of het ministerie die nou uitkeert of microfinancier
                     Qredits?
                  
De heer Aartsen (VVD):
Ik denk dat de collega van D66 en ik elkaar daarin kunnen vinden. Volgens mij is die
                     2,5% rente belangrijk, want die maakt de rekensom voor die ondernemer aantrekkelijk
                     in vergelijking met het uit eigen zak moeten betalen of het lenen bij een bank, die
                     toch al gauw naar 6%, 7% of 8% rente gaat en misschien zelfs wel meer. Die rente is
                     dus heel erg belangrijk. Het voorstel in Overijssel was dat je met 25 miljoen aan
                     rentereducerend geld toch al gauw 100 miljoen aan cofinanciering kan ophalen voor
                     een partij als Qredits. Als wij deze 150 miljoen inzetten, betekent dit dat je bijna
                     600 miljoen beschikbaar kunt stellen voor leningen tot een max van € 50.000 tegen
                     2,5% rente. Ik denk dat dat een mooi voorstel is om als Kamer richting het kabinet
                     te sturen.
                  
De voorzitter:
Meneer De Jong, akkoord?
De heer Romke de Jong (D66):
Meer dan, voorzitter. Ik denk dat dit heel mooi is. Ik hoop dat andere partijen zich
                     daarbij kunnen aansluiten. Als de Minister het niet over heeft, ligt er een schone
                     taak voor ons als Kamer, heb ik in de gaten.
                  
De voorzitter:
Waarvan akte. Meneer Eerdmans, namens het Juiste Antwoord 21 alstublieft.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank u wel, voorzitter. Overigens, de VNG zit hiernaast. Als we daar iemand willen
                     spreken, is dat mogelijk.
                  
De voorzitter:
Wilt u daar even voor schorsen?
De heer Eerdmans (JA21):
Het is wel de heer Groot Wassink, dat moet ik erbij zeggen, maar hij zit er namens
                     de VNG. Meneer De Jong zei dat we af en toe de gemeenten moeten opzoeken.
                  
Voorzitter. Wij hebben ons even gericht op de verduurzaming mkb en naar de stukken
                     gekeken. De conclusie is dat financiering van klimaatplannen voor het mkb een probleem
                     is. Ik heb de brief van Jacco Vonhof gelezen, jullie allemaal waarschijnlijk, en hij
                     zegt: het gaat niet vliegen als je alleen maar kijkt naar de verzwaringen, de complexiteit
                     voor ondernemers, en niet naar het verlichten van de lasten. Sterker nog, uit de eerder
                     door het ministerie uitgevoerde mkb-impacttoets bleek dat de plannen van het Klimaatakkoord
                     opgeteld alleen al 24 miljard gaan kosten. Dat zijn de kosten. Dan zeggen Vonhof en
                     MKB-Nederland dat je dan wel de randvoorwaarden moet bieden om ons het werk te laten
                     doen. Als je tegen ondernemers zegt dat ze van het gas af moeten en dat ze zonnepanelen
                     moeten plaatsen, terwijl die dan niet op het net kunnen worden aangesloten, gaat het
                     inderdaad niet vliegen. Dat zijn de randvoorwaarden. Als je je bestelwagenpark moet
                     elektrificeren terwijl de laadinfrastructuur niet voldoende is, gaat het niet lukken.
                     Kortom, er wordt heel veel gevraagd, maar weinig geboden. En ja, er is een subsidieregeling,
                     maar die geldt voor elektrische bestelwagens. Er is dan een potje voor ongeveer 10.000
                     bestelwagens, terwijl er 1 miljoen rondrijden. Hoe is dat dan te rijmen, vraag ik
                     de Minister. Is dat niet maar een hele kleine druppel op de gloeiende plaat bij het
                     helpen van het mkb om hierin verder te gaan? Volgens cijfers zijn er 5.600 ondernemers
                     op een aansluiting op het net aan het wachten. Hoelang wachten die mensen, vraag ik
                     me dan af. Hoelang moeten ze wachten? Wanneer zij op het net kunnen, kun je namelijk
                     pas praten over verhoging van de gasprijs. Het is toch totaal niet eerlijk om dat
                     te doen voordat zij überhaupt kunnen worden aangesloten? Hoe is dat te rijmen, vraag
                     ik aan de Minister.
                  
In het coalitieakkoord zijn die gasprijsverhoging van 500 miljoen en die verlaging
                     op elektriciteit van 500 miljoen al opgenomen. In de Voorjaarsnota komt er een schep
                     bij: 600 miljoen voor gas. Zo komen we op een totale lastenverzwaringspot van 1 miljard
                     plus uit. Het is wel makkelijk om andermans geld uit te geven, zeg ik hier maar. Dat
                     is niet zo moeilijk. Maar het is wel vervelend, want bedrijven die tussen 170.000
                     kuub en 1 miljoen kuub gas verbruiken, gaan straks 111% meer betalen en in 2025 zelfs
                     200% meer. Dat is echt heel fors. Dit heeft ook nog kwalijke gevolgen, want zelfs
                     autobezitters gaan weer terug naar benzine. Zij vinden de lasten te hoog en de lusten
                     te laag. We zagen dit gisteren in het NOS-journaal. Zij stoppen met het investeren
                     in een elektrische auto. Mijn gevoel hierbij is dat dit een lastenverzwaring voor
                     het bedrijfsleven wordt, maar ook voor ons, de kopers, want de consumenten gaan de
                     prijs betalen. Daarbij staat ook de concurrentiepositie – andere collega's wezen er
                     al op – voor onze ondernemers onder druk.
                  
Ik heb geen idee hoeveel tijd ik heb.
De voorzitter:
U heeft nog ongeveer anderhalve minuut.
De heer Eerdmans (JA21):
Jazeker, jazeker.
Dan is mijn tweede punt: de groene agenda en de groene regeldruk. We weten gewoon
                     – dit bleek vorig jaar nog uit het ATR, het Adviescollege toetsing regeldruk – dat
                     alleen 2022 al 200 miljoen duurder is geworden voor ondernemers door de regels van
                     ministeries. Dat waren de regels die vorig jaar zijn ingevoerd. Dan denk je al «we
                     zijn niet op de goede weg». Vervolgens blijkt volgens dat adviescollege ook nog eens
                     dat de helft van de regelgeving niet is onderbouwd. Ik heb zelfs gehoord dat ondernemers
                     zeggen er niets mee te doen en er ook niets mee te kunnen doen, omdat er geen reden
                     is waarom die regelgeving er is. De Tweede Kamer is medewetgever en kan dit zichzelf
                     ook verwijten. Maar het is toch wel heel zuur als de groene agenda wordt uitgerold
                     met nog meer regels, terwijl de huidige regels eigenlijk al niet uitvoerbaar zijn
                     en een heleboel verplichtingen en kosten met zich meebrengen.
                  
Voorzitter. JA21 vindt dat de Minister het mkb op een aantal terreinen tegemoet kan
                     komen. Dit betekent het schrappen van die enorme verhoging van de energiebelasting
                     – hoe kijkt de Minister daarnaar? – en het handhaven van die EIA, de Energie-investeringsaftrek,
                     want die dreigt nu verzopen te worden en dat is toch een kleinigheid en een goede
                     ondersteuner voor het mkb.
                  
Tot slot, voorzitter. Het stellen van harde reductiedoelstellingen voor de regeldruk
                     in Nederland. Ik heb dit plaatje meegenomen. Dat kennen we misschien wel van Sira
                     Consulting. U als Minister staat hier, oranjerood. Dit was Balkenende. Die deed het
                     relatief goed. We hebben het over de administratieve lastendruk. Hier zat meneer Kok
                     en die deed het ook niet geweldig. U zit als Minister daar en dat is ook geen goed
                     teken.
                  
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Eerdmans (JA21):
Het licht staat op oranje. Dat is toch een interessant schema waarin we zien dat het
                     niet de goede kant opgaat voor ondernemers en de regels die ze moeten handhaven.
                  
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans, namens JA21. We gaan schorsen tot vijftien vijftig, zoals
                     meneer Van Haga dat vroeger bij de commando's heeft gezegd, tot tien voor vier. Tot
                     zo meteen.
                  
De vergadering wordt van 15.28 uur tot 15.56 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen het commissiedebat inzake verduurzaming van het midden- en kleinbedrijf.
                     Meneer Van Haga heeft ons overigens kort verlaten. Hij is even naar andere handelingen
                     toe. Als het goed is, komt hij dadelijk terug. Ik geef graag het woord aan de Minister
                     van Economische Zaken en Klimaat. Ik wil haar vragen of ze met bepaalde blokjes gaat
                     werken of dat ze via de Kamerleden de boel afwerkt. Dat weet ik niet. Ik zou graag
                     aan het einde van het blokje de interrupties willen toestaan. Daarom vraag ik het.
                  
Minister Adriaansens:
Voorzitter, ik begin met een korte introductie en dan heb ik overzichtelijk een aantal
                     blokjes. Dat zijn «BMKB en Qredits», dus de financieringskant, en «verduurzaming»
                     en de vragen en de regelingen die daarmee te maken hebben. Daarna heb ik nog een blokje
                     overige. Dat gaat dan over de netcongestievragen.
                  
Voorzitter. Allereerst is het vanuit mijn kant – volgens mij delen wij dat heel erg
                     in dit debat – van belang dat wij spreken over de verduurzaming van het mkb. Ik ben
                     ook blij dat we erover spreken. Ik ben sowieso altijd blij als we het over het mkb
                     hebben, want het mkb is een belangrijke motor voor onze samenleving. Het is ook logisch
                     én belangrijk dat zij een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de economie, net
                     zoals de industrie dat moet doen en net zoals de mensen thuis hun aandeel moeten leveren.
                     Eerlijk gezegd heb ik in alle gesprekken die ik met heel veel bedrijven voer, niet
                     de indruk dat mkb'ers dat belang niet zouden delen. Ook zij willen ons land zo gezond
                     mogelijk doorgeven aan volgende generaties en ook zij zien dat het iets betekent voor
                     de manier waarop ze hun bedrijven en processen moeten inrichten.
                  
Voorzitter. Ondernemers zien daarnaast ook dat de verduurzaming ons, zoals we in ons
                     land in elkaar zitten, kansen biedt, bijvoorbeeld omdat we vooroplopen met nieuwe
                     producten of technieken én omdat we onze afhankelijkheid van bepaalde landen willen
                     verkleinen. Het is wel heel belangrijk ons te realiseren dat je samen verduurzamen
                     niet doet door die opgave bij bedrijven over de schutting te gooien en dan te zeggen:
                     succes ermee. Dat doe je door als overheid te steunen waar dat kan, bijvoorbeeld door
                     hen te informeren over regelingen, door ruimte te bieden voor innovatie en door goede
                     ontwikkelingen te stimuleren. Dat proberen we dus ook te doen. Ik realiseer me dat
                     we er daarmee niet zijn, want het gaat bijvoorbeeld ook over de randvoorwaarden die
                     bedrijven nodig hebben om te kúnnen verduurzamen, zoals voldoende netcapaciteit om
                     te elektrificeren óf de beschikbaarheid van groene waterstof als alternatief. Daar
                     ligt echt een grote taak voor ons als kabinet op de korte termijn. Ik weet dat mijn
                     collega, Minister Jetten, daar ook hard mee aan de slag is. Het kabinet begrijpt goed
                     dat bedrijven alleen een andere en een betere keuze kunnen maken als die keuzes er
                     ook zijn. Ook ik wil niet dat bedrijvigheid zich gaat verplaatsen in plaats van dat
                     we hier verduurzamen. Er is dus werk aan de winkel. Ik sta altijd open voor suggesties
                     van uw Kamer hoe we dat beter kunnen doen. Een aantal van die suggesties is hier ook
                     gedaan, dus dank aan uw Kamer dat u daarin meedenkt, vandaag en eigenlijk continu.
                  
Ik ga nu over tot de beantwoording van een aantal vragen. Allereerst komt BMKB en
                     Qredits. D66 en de VVD hebben daar vragen over gesteld. Ze vroegen om inzicht te geven
                     in de benutting van BMKB-Groen en ook om wat meer informatie te geven over die grens
                     van € 50.000 die een aantal keer werd genoemd. Er is tevens gevraagd hoe ik aankijk
                     tegen een fonds voor kleine leningen, bijvoorbeeld via microfinanciers, en of dit
                     zou kunnen passen in de financieringshub. Er zijn ook andere vragen gesteld die daarmee
                     samenhangen.
                  
De voorzitter:
Er staat een microfoon aan bij uw collega, via de laptop.
Minister Adriaansens:
Dat is opgelost, voorzitter.
Ja, ik heb inzicht in de benutting van BMKB-Groen. Kredieten onder de € 50.000 zijn
                     nog niet verstrekt. Ik ben het ermee eens dat het belangrijk is dat de BMKB-Groen
                     ook toegankelijk is voor kleine kredieten, maar dat is dus ook afhankelijk van de
                     financiers die de kredieten verstrekken. Banken zijn in belangrijke mate verantwoordelijk
                     voor de kredieten. In belangrijke mate – ik geloof in iets van 96% – verstrekken banken
                     de financiering aan het mkb. Zij zijn dus ook in belangrijke mate verantwoordelijk
                     voor het verstrekken van dit soort kredieten. Deze regeling is pas één maand actief.
                     Toch is de BMKB – dat is wel belangrijk en ook al eerder aan uw Kamer gemeld – op
                     een aantal belangrijke punten aangepast om de regeling toegankelijker te maken voor
                     kleine kredieten. We hebben de BMKB-Groen verruimd. Het garantiepercentage is verruimd
                     van 45% naar 67,5%. De looptijd is verlengd naar twaalf jaar. De provisie is verlaagd.
                     Die was rond de 4% tot 6% en is verlaagd naar 2% tot 3%. Er is een grote versoepeling
                     in de uitvoering bij kredieten tot € 250.000. In plaats van een compleet financieel
                     dossier volstaat nu een verklaring van de ondernemer.
                  
Het klein krediet en startersluik heb ik uitgebreid naar kredieten tot € 250.000 en
                     hierop geldt een hogere garantie. Ook de aflossingsperiode is met twee kwartalen verlengd.
                     Omdat de grootbanken pas één maand actief zijn, heb ik toegezegd om uw Kamer eind
                     september een uitgebreidere update te geven van de BMKB-Groen. Daarin zal ik ook de
                     benutting van de kleinere kredieten meenemen. Als die benutting onvoldoende is – daar
                     ging ook een aantal vragen over – zorg ik ervoor dat er een alternatief plan klaarligt.
                     Daarbij zal ik ook het voorstel van Qredits voor goedkope duurzaamheidsleningen meenemen.
                     Daarover zal dan ook op korte termijn een gesprek met Qredits plaatsvinden. Ik kijk
                     daarbij ook naar het succesvolle experiment, of het succesvolle voorbeeld, uit Overijssel.
                     Het is meer dan een experiment; het is een goed voorbeeld.
                  
Een andere vraag van de heer De Jong was of de financieringshub ook gebruikt kan worden
                     voor deze regelingen. Ja, dat wil ik er ook onderbrengen. Het platform moet juist
                     dat ene centrale punt zijn waar ondernemers toegang kunnen krijgen naar bijbehorende
                     dienstverlening. Daarvoor verkennen we, zoals uw Kamer weet, een aantal opties. We
                     kijken of die adviesdiensten ook via de hub kunnen plaatsvinden.
                  
Voorzitter. Ik ga nog één opmerking maken over die 150 miljoen, want daar is ook over
                     gesproken. Zoals u weet, is er in de Voorjaarsnota en alle afspraken die daarbij gemaakt
                     zijn, gesproken over verlenging van de energiebesparingsplicht van vijf naar zeven
                     jaar. Aan die verlenging is dat bedrag van 150 miljoen gekoppeld. Als uw Kamer specifieke
                     wensen heeft over hoe deze middelen het best aangewend kunnen worden, dan helpt een
                     duidelijke uitspraak van de Kamer mij hierbij.
                  
Ik ben bijna aan het eind.
De voorzitter:
Bijna. Meneer De Jong, u bent dadelijk als eerste aan de beurt.
Minister Adriaansens:
Ik weet dat de voorzitter het op prijs stelt dat ik het even afmaak.
De voorzitter:
Alstublieft.
Minister Adriaansens:
Dat zal ik doen. Ik ben het ermee eens dat er ook voor private partijen, banken, een
                     opdracht ligt om mee te werken aan de verduurzaming van het mkb, zeker bij die bancaire
                     sector als belangrijkste financier van het mkb. Ik ben ook blij dat de bancaire sector
                     al stappen en initiatieven neemt om meer verduurzamingsdoelstellingen te verbinden
                     aan financiering. Op dit moment hebben ook andere grootbanken initiatieven gelanceerd,
                     bijvoorbeeld de impactleningen van de Rabobank, de financiering van grootbanken via
                     groenfondsen en dus sinds kort ook het aanbieden van de BMKB-Groen. Maar er kan natuurlijk
                     meer gebeuren, dus ik zal daarover het gesprek vervolgen. Dat was het blokje financiering.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw de Minister. Allereerst meneer De Jong.
De heer Romke de Jong (D66):
Ik ben heel erg blij dat de Minister goed inzicht heeft in de BMKB. In het vorige
                     debat sprak ik de Minister hierover en zei ze: ik wil een evaluatie en als die er
                     is, dan wil ik pas verder nadenken over een volgende stap als het gaat over kleine
                     financieringen. Dat de Minister nu aangeeft dat er nul financieringen zijn met minder
                     dan € 5.000 kan wat zeggen over de urgentie die kleine ondernemers voelen om van deze
                     regeling gebruik te maken om hun bedrijf te financieren. Daarom ben ik ook heel blij
                     dat deze Minister aangeeft gelijk met een plan te komen als ze uit haar verkorte evaluatie
                     de conclusie zou trekken dat het niet werkt. Ik durf het bijna geen evaluatie te noemen;
                     ik noem het de stand van zaken na het zomerreces. Ik spreek alleen namens mijn partij,
                     maar ik zou het een heel goed idee vinden als de Minister dan gelijk naar de Kamer
                     terugkomt om te kijken wat we kunnen doen. Ondernemers hebben namelijk nu behoefte
                     aan die financiering. Collega Aartsen zei net al: die hebben ook behoefte aan dat
                     voorstel van Qredits, waarin ze tegen een overzichtelijk rentepercentage makkelijk
                     die investering kunnen doen. Overal waar ik kom bij ondernemers zie ik dat ze er nu
                     mee bezig zijn. Daartoe zou ik de Minister ook willen aansporen.
                  
Ik kom tot mijn vraag, voorzitter. Met dat bedrag van 150 miljoen geeft u een hele
                     duidelijke ruimte aan. Die zullen we ook benutten. De ondernemers hebben behoefte
                     aan die financiering. Collega Aartsen gaf dat net ook aan. Collega Amhaouch, die er
                     niet bij is, zit er continu op. De ondernemers willen wel graag, maar kunnen dat niet
                     altijd. Ik denk dat het bedrag dat er nu voor gereserveerd is, een hele mooie optie
                     is. Ik zal ook met mijn collega's in de Kamer proberen er voor de Minister richting
                     aan te geven. De vraag is: is de Minister het daarmee eens?
                  
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was een hele lange interruptie met een hele korte vraag. Uw antwoord
                     alstublieft, mevrouw Adriaansens.
                  
Minister Adriaansens:
Ja.
De voorzitter:
Dat staat genoteerd. Meneer Aartsen? Nee? Prima. Het is misschien overbodig om te
                     zeggen, maar u kent mij. In de eerste termijn doen we vier korte en puntige interrupties.
                     Dat doen we ook in de tweede termijn. Dan weet u dat alvast. Dan gaan we nu naar «verduurzaming».
                     Klopt dat, mevrouw de Minister?
                  
Minister Adriaansens:
Ja, voorzitter. Ik zie dat de heer Van Haga er nog niet is en hij had daar best een
                     aantal vragen over gesteld.
                  
De voorzitter:
Hij wordt waargenomen.
Minister Adriaansens:
Oké. Ik begin dan even met de andere vragen. Allereerst de vraag van D66 waarbij werd
                     verwezen naar een vraag van collega Agnes Mulder. Dat gaat over de vraag om 100 miljoen
                     extra subsidie voor zon-PV en kleine windmolens. Dat was trouwens een amendement.
                     De vraag was of het doel van de regeling was bereikt en of ik me wilde inzetten om
                     deze subsidie voor kleine windturbines te continueren. De vraag was ook of de ISDE,
                     de Investeringssubsidie duurzame energie, bijvoorbeeld kan worden uitgebreid met deze
                     maatregelen. We zien de afgelopen jaren een enorme groei van het opgesteld vermogen
                     van zowel zon- als windenergie. Tegelijkertijd merken we dat de regeling jaarlijks
                     niet wordt uitgeput. Mijn collega Jetten is over dat onderwerp in gesprek met de Nederlandse
                     WindEnergie Associatie en Holland Solar. Hij zal daar op een later moment inhoudelijk
                     op terugkomen.
                  
Voorzitter. De heer De Jong had een vraag over de CO2-voetprintmeting. Binnen het ministerie wordt er, overigens onder regie van mijn collega,
                     gekeken hoe we dat op de beste wijze kunnen invullen. Er is een alternatief plan beschikbaar,
                     maar dat hebben we nog niet met uw Kamer gedeeld. We hebben er ook nog onvoldoende
                     naar gekeken en ik wil daar graag voor de zomer op terugkomen.
                  
De voorzitter:
We zijn bijna aan het einde van dit blokje en dan bent u weer aan de beurt, meneer
                     De Jong.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Als het toch mag op dit punt met uw goedvinden, want het gaat echt over dit specifieke
                     punt.
                  
De voorzitter:
Oké.
De heer Romke de Jong (D66):
Ik worstel hier natuurlijk mee, want dit onderwerp gaat mij echt aan het hart. Daar
                     begon ik mijn betoog ook mee. Misschien is het nu tussen wal en schip gevallen of
                     hoe het ook mag heten. Als ik er al niet uitkom, hoe moeten die ondernemers dat dan
                     doen? Het amendement dat er ligt, is breed door de Kamer gedeeld. In de brief van
                     6 april geeft de Minister aan dat ze ons hierover in het eerste kwartaal nader zal
                     informeren. Dat is trouwens een brief van collega Jetten. Dan is er een brief van
                     Minister Adriaansens waarin ze zegt dat ze de coördinatie oppakt. Ik heb voor alles
                     begrip, want we willen volgens mij beiden hetzelfde. Maar ik ben dan wel even benieuwd
                     wat er ligt of wat er gaat komen. In het amendement staat best wel heel erg duidelijk
                     wat we willen. Ik heb wel vaker met de Minister in de commissie gewisseld over wat
                     dit amendement beoogt. Ik zou willen vragen of ze iets concreter kan worden of hoe
                     ze exact terugkomt naar de Kamer. Volgens mij laat dit amendement namelijk niet heel
                     veel ruimte.
                  
Minister Adriaansens:
Dat begrijp ik volledig. Het voorstel van de heer De Jong is goed. Er zitten heel
                     veel hele goede elementen in. In die zin wil ik dat serieus nemen. Ik realiseer me
                     dat we daar iets te lang over hebben gedaan. Dat is bij dezen terecht opgemerkt. Dat
                     vind ik spijtig. Soms gaat het zo, maar dat is niet goed. Daarom zal ik voor de zomer
                     met uw Kamer daarover in gesprek gaan of uw Kamer er in ieder geval over berichten.
                     Het alternatieve plan is om meer te kijken naar de energiegebruikende apparaten. De
                     vraag is of dat echt op goede wijze tegemoetkomt aan het amendement dat er ligt. Het
                     was een motie volgens mij. Nee, het was een amendement. Daarover kun je dus gedetailleerde
                     informatie krijgen. De verwachting is dat het de ondernemer beter gaat helpen. Maar
                     de eerlijkheid gebiedt dat ik zelf ook nog onvoldoende heb gekeken of dat zich verhoudt
                     tot het voorstel van de heer De Jong. Dat wil ik de komende weken doen en dan terugkomen
                     met het goede voorstel.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Ik ben blij dat de Minister de urgentie erkent en de excuses neem ik dan ook heel
                     graag in ontvangst. Het belangrijkste wat de Minister zegt is: ik kom voor de zomer
                     terug. Die ondernemers zijn daar namelijk ook bij gebaat. De Minister zegt: het gaat
                     vooral over energiebesparende maatregelen of apparaten. Dat schiet dan wel het doel
                     voorbij. Daarom was het amendement ook heel breed gedeeld. Het gaat daarin eigenlijk
                     om een startpunt voor een verduurzamingsstrategie voor die ondernemers. Het gaat dus
                     niet alleen maar over energiebesparing; het gaat over weten waar je inzicht zit in
                     je bedrijf, zodat je kunt beginnen met reduceren. Het is echter nog belangrijker dat
                     die ondernemer zelf de vrijheid heeft om te kiezen waar hij begint met CO2-besparen of met verduurzamen. De Minister zal ongetwijfeld het amendement nog hebben
                     of onder ogen krijgen. Ik vraag rekening te houden met de expliciete tekst, omdat
                     er ook expliciet budget voor gereserveerd is door deze Kamer. Met die combinatie van
                     zowel een duidelijke invulling alsook de middelen hoop ik dat de Minister er wel een
                     iets strakkere invulling aan geeft dan de zin die zij nu uitspreekt. Ik heb er begrip
                     voor dat het niet per se bij deze Minister ligt, maar dat het ook bij een collega-bewindspersoon
                     kan liggen. Ik hoop dus dat de onderlinge afstemming ertoe leidt dat er een fijne
                     brief voor deze Kamer komt die invulling geeft aan dit amendement.
                  
De voorzitter:
U heeft hierna overigens nog één interruptie. Dit was de voorlaatste interruptie.
Minister Adriaansens:
Ik zal daaraan tegemoetkomen.
De voorzitter:
Dank u wel voor deze toezegging. U kunt verdergaan, Excellentie.
Minister Adriaansens:
Voorzitter. Ik ga naar een vraag van de VVD en BVNL. Samengevat ging die vraag over
                     de hardwerkende mkb'er of die door de bomen het bos nog ziet. Dat heb ik al eerder
                     met uw Kamer gedeeld. Daarom heb ik de brief gestuurd over de coördinatiefunctie van
                     mijn rol. Er komt namelijk heel erg veel op het mkb af. We hebben daarom een heleboel
                     programma's en regelingen om het mkb daarbij te ondersteunen. Het wordt een beetje
                     kafkaësk, want ik zag dat we inmiddels 39 programma's hebben om de mkb'ers te ondersteunen.
                     Ik durf het bijna niet uit te spreken. Het zijn inderdaad een heleboel regelingen:
                     de MIA, de SVM, de SEBA, de AanZET. Dat zijn overigens de subsidies voor emissieloze
                     bedrijfswagens. Het klopt inderdaad dat de ondersteuning die beschikbaar is niet voor
                     alle ondernemers even overzichtelijk is. Dat moet en kan beter. Dat is belangrijk
                     voor hen, maar ook voor wat we willen bereiken. Het verbeteren van de ondersteuning
                     doe ik onder andere door de communicatie te verbeteren, de overlap te bestrijden en
                     de blinde vlekken in te vullen. Daarom wil ik dus de coördinatierol veel steviger
                     invullen. Daar heb ik uw Kamer ook over geïnformeerd. Ik denk niet dat het helpt als
                     ik nu nog een aantal regelingen en programma's ga noemen die de ondernemers gaan helpen,
                     want volgens mij zit uw Kamer vooral te wachten op een goede manier om de informatievoorziening
                     te verbeteren. Het goede is dat we interdepartementaal, dus wat achter de achterdeur
                     gebeurt, nu wel hebben aangescherpt, maar nu moet het ook nog merkbaar worden voor
                     de ondernemers.
                  
De heer Van Haga vroeg hoeveel ambtenaren er in totaal bezig zijn met de duurzaamheidsinitiatieven,
                     hoeveel belastinggeld daarvoor is gereserveerd, wat de uitvoeringskosten zijn en hoe
                     we het rendement weten van deze regelingen. Dat zijn echt heel terechte vragen. Ze
                     zijn alleen niet heel makkelijk te beantwoorden. De exacte kosten voor het geheel
                     vallen niet direct aan te geven, omdat verduurzaming op dit moment echt overal zit.
                     Dat is natuurlijk een beetje het probleem. Maar als ik naar mijn ministerie kijk qua
                     inzet, dan zijn er bij EZK op dit moment al honderden mensen bezig met de klimaatopgave
                     en de energietransitie, waarvan een deel direct of indirect voor het mkb. We hebben
                     een flink aantal regelingen die niet alleen de verduurzaming stimuleren, maar bijvoorbeeld
                     ook vaak innovatie die ermee samenhangt. Ik wil er best een aantal noemen: de SVM
                     voor 14,4 miljoen, de DEI voor 84 miljoen, de EIA voor 249 miljoen, de MIA\VAMIL voor
                     192 miljoen, de SDE voor 8 miljard, de VEKI voor 138 miljoen, de ISDE voor 380 miljoen,
                     de SEBA voor 33 miljoen, de AanZET voor 30 miljoen en de SSEB voor 50 miljoen en dan
                     ben ik nog niet volledig. Ik denk dat het zeer belangrijk is dat we dat wel volledig
                     gaan maken om de effectiviteit ervan goed te kunnen bekijken. Dat had ik net al met
                     het vorige antwoord aangegeven. Het is goed zich te realiseren dat al die regelingen
                     ook uitvoeringskosten met zich meebrengen. Het verschilt per regeling, maar gemiddeld
                     wordt er gerekend met zo'n 4% uitvoeringskosten van het totaal beschikbare subsidiebedrag.
                  
Hoe effectief zijn al die regelingen? Ik denk dat de wezenlijke vraag is: gaat het
                     iets oplossen? We weten wel dat een heleboel regelingen iets oplossen. We zien het
                     ook aan de wijze waarop er wordt ingeschreven. Maar toch: we evalueren alle regelingen
                     elke vijf jaar. Dan kijken we ook naar aanleiding van de evaluatie of de subsidie
                     het doel heeft behaald.
                  
Voorzitter. Ik kom op de totale kosten van bijvoorbeeld het Emissions Trading System,
                     oftewel het ETS. De uitvoeringskosten kunnen worden benaderd door te kijken naar de
                     operationele totale kosten van de Nederlandse Emissieautoriteit. Dat is de uitvoerder
                     van het ETS in Nederland. Die kosten kwamen in 2021 uit op 7 miljoen euro. De financiële
                     lasten kunnen per bedrijf sterk verschillen. Dat is namelijk de andere kant van de
                     medaille: wat kost het de ondernemer? Die lasten kunnen sterk verschillen omdat dat
                     afhangt van de CO2-uitstoot en de hoeveelheid gratis toegewezen rechten. In 2021 bedroegen de totale
                     ETS-ontvangsten voor Nederland, Europese ETS-ontvangsten, 893 miljoen euro.
                  
De heer Van Haga vroeg ook waarom er niet altijd wordt gestreefd naar een win-winsituatie.
                     Die vraag zou ik anders willen stellen. We willen altijd streven naar een win-winsituatie
                     voor zover dat mogelijk is, maar we werken wel aan een wereld waarin duurzaam ondernemen
                     nog niet overal is ingevoerd. Je moet dus een transitie door. Het zal misschien niet
                     altijd zo beleefd worden, maar het is wel de bedoeling. Dat heeft ook te maken met
                     de effectiviteit van de regelingen.
                  
Voorzitter. De laatste vraag van de heer Van Haga was wat er zou gebeuren als de overheid
                     met deze onzin – dat zei hij – zou stoppen. Hij vroeg ook of ik met het geld dat vrij
                     zou komen, de vennootschapsbelasting zou kunnen verlagen. Vennootschapsbelasting betaal
                     je in formele zin natuurlijk pas als je winst maakt. Een heleboel van deze regelingen
                     zien ook op operationele kosten of op het investeren. Het zit eigenlijk aan de voorkant
                     en het is dus niet helemaal vergelijkbaar. Maar ook in onze begrotingsregels kun je
                     dat niet doen. Dat hebben we gewoon met elkaar afgesproken. Er zit geen koppeling
                     tussen de vennootschapsbelasting en de verduurzamingsmiddelen. Ik kan dus niet direct
                     iets met het voorstel van de heer Van Haga.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw de Minister. Er is een interruptie van de heer Aartsen.
De heer Aartsen (VVD):
Ik heb een vraag over het woud aan regelingen, et cetera. De Minister geeft aan dat
                     iedere individuele regeling zo meteen eens in de vijf jaar wordt geëvalueerd, maar
                     moeten we daar niet even boven gaan hangen met elkaar? We hebben nu een enorme optelsom
                     van allerlei kleine regelingetjes, maar ook met name belastingaftrek, de EIA, de KIA
                     en de MIA en zo kan ik nog wel even doorgaan, overigens al dan niet geïnitieerd door
                     de Kamer. Moet je niet zeggen: laten we het initiatief nemen nu we weer een volgende
                     stap gaan maken door een aantal van die regelingen integraal samen te voegen, en dus
                     niet die vijf jaar af te wachten, tot één, twee of drie grote, goede regelingen die
                     lekker overzichtelijk zijn voor ondernemers, zodat je een paar meters kan gaan maken?
                  
Minister Adriaansens:
Ik begrijp de opmerking van de heer Aartsen goed. Fiscaal doet de Staatssecretaris
                     dat in ieder geval. Het zit ook in zijn aanpak om ervoor te zorgen dat er echt gekeken
                     wordt naar alle fiscale regelingen die er zijn en om die in samenhang te bekijken.
                     Ten aanzien van de regelingen die onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie
                     van Economische Zaken vallen, is het ingewikkeld dat een deel ook valt onder het Klimaatfonds.
                     Dat is toegewezen en met uw Kamer afgesproken. De percelen zijn benoemd. Er is inderdaad
                     een aantal regelingen die mede op aangeven van de vertegenwoordigers, bracheorganisaties,
                     zijn versterkt of ingevoerd. In algemene zin ben ik het zeer met de heer Aartsen eens
                     dat je op gezette tijden zou moeten kijken naar wat we nou eigenlijk allemaal in rij
                     en gelid hebben gezet en hoe je dat misschien wat efficiënter zou kunnen doen. Als
                     ik ’m dus in algemene zin mag meenemen, ga ik dat zeker doen. Dat is natuurlijk ook
                     wat ik beoog met het in kaart brengen van alles wat er is en met het laten zien waar
                     de overlap zit en waar misschien de blinde vlekken nog zitten. Ik vind ook dat je
                     regelingen moet samenvoegen als dat misschien beter is. Ik weet niet of ik het voor
                     het hele totaalpakket kan doen, want dat is echt een heel grote ambitie, maar ik onderschrijf
                     de behoefte wel.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw de Minister. Het laatste blokje met overige vragen is er nog,
                     hè?
                  
Minister Adriaansens:
Ja.
De voorzitter:
Welkom, de heer Van Haga. Het laatste blokje met overige vragen is nu begonnen.
Minister Adriaansens:
Dat was het stukje met onzin. Daar was ik het niet helemaal mee eens. Het blokje onzin...
                     Maar even serieus. Ik begin met een aantal vragen van JA21. De heer Eerdmans vroeg
                     met name over de schuif van de energiebelasting die voorligt, of je gas zwaarder gaat
                     belasten en elektriciteit minder om daarmee die beweging te geven. Vanuit de gedachte
                     van de energietransitie is die logisch, want je wil elektriciteitsverbruik stimuleren
                     en aanmoedigen, maar de realiteit is echter dat het net vol is en dat een verzwaring
                     van de aansluiting van bedrijven niet altijd tijdig mogelijk is in verband met die
                     netcongestie. Net zoals de heer Eerdmans hecht ik ook aan een reëel handelingsperspectief
                     voor bedrijven om tijdig te kunnen verduurzamen. Ik werk in ieder geval nauw samen
                     met mijn collega bij het Ministerie van Financiën om een impactanalyse uit te voeren
                     om in de zomer... De bedoeling is namelijk om aan de hand van die uitkomsten een definitief
                     pad vast te stellen in de zomer en dus om de impactanalyse mee te nemen. Verder is
                     het denk ik goed om te melden dat er nu wel grote investeringen worden gedaan in het
                     net, namelijk 7 miljard. Dat zijn echt grote bedragen. We willen, doordat we het gebruik
                     van flexibele afname willen stimuleren, ruimte creëren op het net, waardoor meer bedrijven
                     kunnen verduurzamen. Ik heb bijvoorbeeld begrepen dat het probleem met name in de
                     continue vraag ligt, dus als je zeven keer 24 uur nodig hebt, maar dat het in een
                     heleboel gevallen opgelost kan worden met bijvoorbeeld het contracteren van 22 uur.
                     Dat is niet bij iedereen bekend en het wordt ook niet door alle netbeheerders op dezelfde
                     wijze uitgevoerd, maar dat zijn wel oplossingen die heel snel lucht kunnen geven.
                     In samenspraak met provincies en netbeheerders versnellen we ook de vergunningverlening
                     en de netverzwaring, zoals gemeld, maar daar zit wel wat meer tijd in.
                  
Wat betreft het bevorderen van het flexibele gebruik werken we nauw samen met VNO-NCW
                     en MKB-Nederland. Ik wil even voor de volledigheid zeggen dat de bedoeling van de
                     maatregel waar we het over hadden en waar de vraag mee begon wat betreft de energiebelasting,
                     vooral is om de CO2-reductie te bevorderen en niet zozeer om een lastenverzwaring te realiseren. Dat
                     is iets wat ik scherp in het vizier zal houden.
                  
De heer Eerdmans (JA21):
De oneerlijkheid zit hem volgens mij in het feit dat er een gasprijsverhoging aan
                     zit te komen. Ik zei al dat het voor ondernemers gaat om 111% meer en straks om 200%
                     meer, terwijl ze nu dus niet op het net kunnen. Er zijn allemaal redenen voor, maar
                     men kán het niet. Ik vind het zwaar oneerlijk en onrechtvaardig dat ondernemers wél
                     de prijs gaan betalen en niet eens de mogelijkheid hebben om erop te komen. Ik vind
                     het niet rechtvaardig als dat wordt doorgezet zonder dat er eerst in ieder geval inzichtelijk
                     wordt gemaakt voor ons als Tweede Kamer en voor ondernemers: dit is het parcours ernaartoe
                     en u krijgt tot die tijd respijt of er is geen verhoging van de gasbelasting. Zij
                     kunnen er namelijk niks aan doen. Ik vind dat dus echt straffen voor goed gedrag.
                     Ik wil graag weten hoe u dat ziet en of we daar niet juist een time-out op kunnen
                     zetten, voordat het helder is en in ieder geval inzichtelijk is voor deze ondernemers.
                  
De voorzitter:
Ik heb allereerst nog even een vraag, want de heer Van Haga zit ook plenair en moet
                     nu weer terug. Hij wil graag een tweeminutendebat aanvragen naar aanleiding van de
                     beantwoording. Is er iemand van de heren die dadelijk een tweeminutendebat gaat aanvragen?
                     Dan kunnen we de heer Van Haga mogelijk eerste spreker laten zijn. Dan is het opgelost.
                     Dat is zeer collegiaal, de heer De Jong. Dat vind ik echt collegiaal. Bedankt daarvoor.
                     Dat is zeer sympathiek. De heer Van Haga, veel succes in de plenaire zaal. U bent
                     hier ontheven van uw verplichting. Excellentie, gaat u rustig verder.
                  
Minister Adriaansens:
Ik ben het met de heer Eerdmans eens dat we heel goed moeten opletten dat we wel iets
                     van ondernemers vragen wat ze ook kúnnen doen. In de tabel die nu in de Voorjaarsnota
                     staat, wordt het bedrag opgebouwd dat het moet opleveren. Het was technisch nodig
                     om het op te nemen. Het is nog niet een afspraak. Er staat ook bij dat het voorlopig
                     is. Dat begint pas in 2025, als ik het goed heb. Dat wordt nog even gecheckt. Ja,
                     het gaat om 2025. Ik wil daarmee zeggen, en dat is denk ik belangrijker, dat ook de
                     ingangsdatum nog ter discussie staat. Ook daar kunnen wij dus nog met elkaar over
                     spreken. Ik wil de impactanalyse daarvoor gebruiken. Ik wil hier het comfort geven
                     aan de heer Eerdmans dat ik de zorg die hij uitspreekt, volledig begrijp. Dat wil
                     niet zeggen dat ik het daarmee gelijk van tafel kan halen. Er spelen hier namelijk
                     andere argumenten. Er moet een meerderheidsbesluit genomen worden over hoe die afwegingen
                     gaan plaatsvinden. Toch zal ik deze zorgen zeker meenemen.
                  
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben blij met die toezegging aan ons dat het tijdstip in ieder geval niet een wet
                     van Meden en Perzen is, om het zo maar te zeggen, maar zeker nog losstaat en arbitrair
                     is. Wij denken bij JA21 namelijk heel anders over de transitie. Wij vinden dat die
                     sowieso veel te snel gaat en niet haalbaar en betaalbaar is. Daar heeft de heer Van
                     Haga ook al een paar vragen over gesteld. Maar in dit geval zijn er groene ondernemers
                     die wel mee willen doen en dan dus ook nog die strafporto gaan betalen. Dat vinden
                     wij niet oké. In die zin ben ik er blij mee voor de mkb'ers dat 2025 niet als een
                     gegarandeerd zwaard van Damocles boven de onderneming hangt. Begrijp ik dat goed?
                  
Minister Adriaansens:
Ja.
De voorzitter:
Het jaartal komt er dadelijk nog aan.
Minister Adriaansens:
In de tabel staat nu 2025, maar dat is dus niet het besluit dat in de zomer genomen
                     gaat worden. Ik heb net toegezegd dat de impactanalyse waar wij heel erg op gedrukt
                     hebben, wordt meegenomen, omdat ik de zorgen van de heer Eerdmans onderschrijf. We
                     moeten er de juiste balans in vinden.
                  
De voorzitter:
Helder. Dat is duidelijk. U kunt verdergaan met de beantwoording van de vragen uit
                     het blokje overig.
                  
Minister Adriaansens:
Voorzitter. De heer Aartsen vroeg aandacht voor de zero-emissiezones in ten minste
                     34 gemeenten. Hij pleit eigenlijk voor een landelijk meldpunt of een landelijke plek,
                     zodat ondernemers een uitzondering kunnen krijgen in plaats van dat ze zich in al
                     die gemeenten moeten melden. Ik begrijp die behoefte eigenlijk wel. In goed overleg
                     met de brancheorganisaties en milieuorganisaties wordt dit voorbereid. Vanaf 1 januari
                     2025 worden de eerste zero-emissiezones in twintig gemeenten ingevoerd. In 2026 volgen
                     er nog acht. We hebben hierbij landelijke vrijstellingen en ontheffingen voorzien.
                     Ook is er een landelijke overgangsregeling. De hardheidsclausule is een maatregel
                     die is voorbehouden aan de individuele gemeente. Die geeft de gemeente de ruimte om
                     ontheffing te verlenen aan specifieke gevallen, zoals een dreigend faillissement of
                     een naderend pensioen. Die gevallen worden onder andere genoemd. In 2026 is een evaluatiemoment
                     voorzien. Om het de ondernemer enigszins makkelijk te maken, werken we samen met deze
                     gemeenten aan een centraal loket, zodat ondernemers alle ontheffingen die voor al
                     die gemeenten zouden gelden, via één portaal kunnen aanvragen. Daar zetten we ons
                     voor in. Ik wil er nog wel extra aandacht aan besteden, zodat we dat voor elkaar gaan
                     krijgen.
                  
De heer Aartsen (VVD):
Het is goed nieuws dat er in ieder geval één portaal komt. Dat scheelt al 28 keer
                     bij verschillende gemeenten aankloppen. Ik wil alleen wel bepleiten dat de Minister
                     ook haar nek gaat uitsteken om de uitzonderingsgronden wat breder te gaan doen. We
                     hebben de faillissementen en het pensioen, maar laat ik een voorbeeld geven van een
                     taxibedrijf voor mensen die mindervalide zijn. Dat zijn vaak van die grote units met
                     accu's die op en neer moeten. Dat is een heel specifieke techniek waardoor je maar
                     heel weinig kilometers kan rijden. Die zijn er simpelweg niet vóór die datum. Die
                     kun je nu dus bestellen, maar dan komen ze pas na die datum daadwerkelijk binnen.
                     Dat geldt voor meer van dit soort terreinen. Dat is iets anders dan een faillissement
                     en dat is iets anders dan met pensioen zijn. Er zijn in sommige gevallen aantoonbaar
                     situaties dat een ondernemer wel wil, maar gewoon niet kán. Dan vind ik dat we daar
                     een uitzondering of een hardheidsclausule voor moeten inbouwen. Dat kan helemaal als
                     er zo meteen één loket is, zou ik zeggen. Is de Minister bereid om dit samen met haar
                     collega, de Staatssecretaris, op te pakken?
                  
Minister Adriaansens:
Ik kan vanuit mijn portefeuille de zorgen die er zijn over bepaalde uitzonderingen
                     die door de heer Aartsen genoemd worden... Ik ga eens even inventariseren welke situaties
                     zich zouden kunnen voordoen en dan zal ik de VNG vragen om daar serieus aandacht aan
                     te besteden. Ik begrijp dat namelijk. Ik vond faillissement en pensioen zelf eigenlijk
                     ook wel summier.
                  
De voorzitter:
Wanneer kunnen we er een terugkoppeling van verwachten?
Minister Adriaansens:
Het is lastig dat het aan gemeenten is. Volgens mij ligt het bij de Staatssecretaris
                     van IenW. Ik zal haar vragen om te rapporteren over de voortgang van dat meldpunt.
                  
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Adriaansens:
Voorzitter. Dan een vraag van de VVD. De heer Aartsen gaf eigenlijk een aantal voorbeelden
                     van creatieve oplossingen die er zouden kunnen zijn om om te gaan met de beperkte
                     netcapaciteit. Er zijn best wel verschillende oplossingen die de heer Aartsen naar
                     voren bracht, die je zou kunnen toepassen, maar die worden nu geremd door regelingen,
                     door gebrek aan informatie of misschien de uitvoeringscapaciteit. Ik vind het eigenlijk
                     wel een heel goed idee om de oplossingen te inventariseren en daarmee aan de slag
                     te gaan. Ik weet dat mijn collega, de Minister voor KenE, dat onder andere doet in
                     het Landelijk Actieprogramma Netcongestie. Daar wordt samen met ACM, netbeheerders
                     en marktpartijen gewerkt aan wet- en regelgeving die slimme oplossingen mogelijk moet
                     maken, bijvoorbeeld door het delen van de aansluiting, zoals al genoemd werd, cable
                     pooling of groepstransportovereenkomsten. Dat is ook een voorstel dat daar gedaan
                     wordt. We zijn ook een online platform aan het ontwikkelen met praktijkverhalen en
                     Q&A's. Medeoverheden, marktpartijen en netbeheerders zijn daarbij aangesloten. Het
                     ministerie faciliteert dat om oplossingen te vinden hoe we het net flexibel kunnen
                     gebruiken. Netbeheerders worden via dat platform doorgeleid naar aangesloten organisaties,
                     bijvoorbeeld EZK of VNO. Het is even zoeken of dit de aanpak is die de VVD voorstaat
                     en of we voldoende praktisch zijn. Dat was volgens mij namelijk het accent van de
                     heer Aartsen. Op deze wijze geven we het nu invulling. Ik wil wel de toets doen of
                     het voldoende tegemoetkomt aan de voorstellen van de heer Aartsen.
                  
De heer Aartsen (VVD):
Volgens mij willen we het volgende. De komende jaren gaan er tal van knelpunten ontstaan.
                     Daar zijn onze wetten en regels niet op toegerust. Dat zien we nu bij de Energiewet.
                     Je wil voorkomen dat het eindeloos gaat duren. Je wil dat er gewoon snel geschakeld
                     kan worden, dat uitzonderingen en ontheffingen kunnen worden toegekend, et cetera.
                     Creatieve ondernemers zullen zeggen: ik moet nu vier jaar wachten, maar als ik het
                     zo en zo doe, lukt het mij wel. Ondernemers zijn niet voor niks creatief en innovatief.
                     Die gaan we dus steeds meer krijgen. Het zou mooi zijn als er ergens een plek is –
                     hoe je die moet inrichten, is om het even – waar we inventariseren waar ze tegenaan
                     lopen en hoe je heel snel meters kunt maken, zodat je op creatieve manieren steeds
                     meer krijgt. De grote massa-elektrificering gaan we natuurlijk nog krijgen.
                  
Minister Adriaansens:
Er loopt nu een aantal initiatieven. Ik wil kijken of dat voldoende tegemoetkomt aan
                     het verzoek van de heer Aartsen. Als dat niet zo is, ga ik echt even creatief kijken
                     of we iets anders kunnen toevoegen wat meer een praktische handreiking aan ondernemers
                     doet.
                  
Voorzitter. Er was een vraag van de heer Eerdmans over het budget van de EIA. Tijdens
                     de augustusbesluitvorming gaat het kabinet daar nader naar kijken en besluiten over
                     de lasten die bij huishoudens en bedrijven optreden en welke mogelijkheden we hebben
                     om die te matigen. Onderdeel daarvan is de nadere besluitvorming over het budget en
                     de parameters voor de EIA, mede in het licht van de uitkomsten van de evaluatie. Er
                     is dus nog niet besloten dat het budget wordt verlaagd.
                  
D66 heeft een vraag gesteld over de verzekeraars. Tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling
                     heeft D66 samen met de heer Rahimi van de VVD een motie ingediend om met verzekeraars
                     om de tafel te gaan zitten om te kijken waar knelpunten zouden zitten bij het verzekeren
                     van zonnepanelen op bedrijfsdaken. De Minister voor Klimaat en Energie is daarover
                     in gesprek met verzekeraars. Ik heb begrepen dat veel wel goed verzekerbaar is. Dat
                     krijg ik terug uit de gesprekken. Dat heeft volgens mij te maken met voortschrijdend
                     inzicht, extra ervaring, maar ook met alternatieve zonnepanelen die iets lichter zijn.
                     Soms is het zware gewicht van de zonnepanelen het probleem. In die gesprekken wordt
                     er dus met meer precisie naar gekeken. Ik begrijp dat de Kamer vóór de zomer wordt
                     geïnformeerd over de uitkomsten van deze vraag.
                  
Ik ben erdoorheen, voorzitter.
De voorzitter:
Dat was ’m. Dank u wel voor de beantwoording.
De heer Romke de Jong (D66):
Ik wil toch die laatste interruptie gebruiken, want ik heb één vraag als het goed
                     is niet gehoord. De Minister heeft wel veel verteld als het gaat over de kleine windmolens
                     en de subsidieregeling, maar er was ook een vraag van mij, namelijk: kan de Minister
                     in overleg treden met de provincies om te kijken of de kleine molentjes, de zogenaamde
                     15 metermolentjes, ook mogelijk zijn op bedrijfsterreinen? Daar heb ik de Minister
                     niet over gehoord.
                  
Minister Adriaansens:
Daar kom ik op terug in de tweede termijn. Dat gebeurt namelijk ook in afstemming
                     met mijn collega.
                  
De voorzitter:
Dan kunnen wij beginnen... Heeft u nog een interruptie, de heer Eerdmans?
De heer Eerdmans (JA21):
Ik had de vraag gesteld over de algemene regeldruk met dit mooie schema erbij. Was
                     die vraag beantwoord of niet? Niet echt of echt niet?
                  
Minister Adriaansens:
Ik vroeg of het echt een vraag was.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, het is ook een mening. Dit is nooit vrijblijvend, voorzitter.
Minister Adriaansens:
Het mag duidelijk zijn dat ik niet blij ben met oranje. Maar het is wel zo dat er
                     natuurlijk op dit moment extra regeldruk bij zit. Dat komt door alles wat we in de
                     transitie willen veranderen: normeren, beprijzen en stimuleren. Dat is waar. Dat is
                     ook onvermijdelijk. Ik ben er niet blij mee. Ik vind op enig moment dat we daar weer
                     terughoudender in moeten zijn. Dat zal ik ook zeker bepleiten.
                  
De heer Aartsen (VVD):
Ik heb een punt van orde. Ik heb net het briefje van de heer Eerdmans bekeken. Rood
                     staat voor het socialisme van voormalig Minister-President Kok, Balkenende is groen
                     en Rutte is oranje. Het heeft dus te maken met politieke kleuren.
                  
Minister Adriaansens:
Dan vind ik oranje wel heel leuk.
De heer Aartsen (VVD):
Het is aan u om er een andere interpretatie aan te geven.
De voorzitter:
Als we u toch niet hadden.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik wist niet dat jullie alleen oranje hadden, maar ik dacht dat er blauw... Even zonder
                     gekheid. Het is wel goed om te analyseren wat eronder ligt waarom het verslechterd
                     is. Ik vind het heel zorgwekkend als je ziet dat de kosten van vorig jaar van de ministeries
                     200 miljoen euro extra zijn door de regels van vorig jaar. Dat vind ik gewoon beangstigend.
                     Ik ben niet eens een ondernemer. Dat frustreert dus. De groene agenda wordt er niet
                     beter van. Daar moeten we eerlijk over zijn. Dat is de Minister volgens mij ook. De
                     vraag is dus: wat is de reactie op het ATR-verhaal en het schema voor de toekomst?
                     Moeten we niet opnieuw met Actal of andere extra interventies aan de slag om die regels
                     tegen te houden, of met een stoffer en blik op de ministeries of whatever? Er moet
                     wel iets gebeuren, denk ik.
                  
De voorzitter:
Normaal gesproken leg ik afkortingen nog weleens uit aan de kijkers thuis, maar vandaag
                     wordt er met zo veel afkortingen gegooid dat ik het voor een keer opgeef.
                  
Minister Adriaansens:
Dat klopt. U heeft gelijk, voorzitter. Ik was er zelf ook debet aan. Ik heb een nieuw
                     regeldrukprogramma gelanceerd en dat wordt uitgevoerd. Daar bericht ik uw Kamer op
                     gezette tijden over. Het is heel praktisch ingericht om ervoor te zorgen dat we bij
                     ondernemers met mkb-indicatorbedrijven in samenwerking met het mkb heel gericht kijken
                     naar situaties, bijvoorbeeld het kopen van een pand of de overname van een bedrijf
                     of als er iets is van een event, en dat je daar echt ingrijpt op regeldruk. Dat is
                     tastbaar en daar maken we voortgang.
                  
Aan de andere kant heeft de heer Eerdmans volledig gelijk. Ik wil misschien nog even
                     voor de volledigheid het volgende zeggen. We hebben het ATR weer verlengd en een rol
                     gegeven ten aanzien van de Europese regeldruk. Dat is nieuw. Dat heb ik ingevoerd
                     en dat komt omdat op dit moment, geloof ik, 75% van de regeldrukkosten nog steeds
                     wordt veroorzaakt door Europa. Dat heeft ook weer te maken met alle ambities die we
                     daar hebben op het gebied van het reguleren van nieuwe markten. Op digitaal vlak gebeurt
                     bijvoorbeeld het nodige, maar ook op het gebied van verduurzaming, Fit for 55 en alles
                     wat daarmee samenhangt, richtlijnen, et cetera. Die moeten allemaal weer geïmplementeerd
                     worden en dat creëert heel veel regeldruk. Dat is twee.
                  
Het derde punt is natuurlijk dat wij zelf door onze ambities die ook in het regeerakkoord
                     staan en de termijnen die we onszelf daarbij opleggen ook regeldruk genereren. We
                     stellen bijvoorbeeld doelen die op een gegeven moment getoetst moeten worden, waar
                     we het PBL of andere organen die daarover gaan, op zetten. Die berichten dan of wij
                     dat wel of niet goed doen. Als we dat niet goed genoeg doen, komt er een soort van
                     grote druk – ik zeg het neutraal – om te zorgen dat we nóg sneller gaan. Dan grijpen
                     we naar instrumenten als normeren en beprijzen in plaats van stimuleren. Daar ben
                     ik niet direct een voorstander van, maar het is wel iets waar we ons met z'n allen
                     aan verbonden hebben. Ik denk dat het heel erg goed is dat we met elkaar de consequenties
                     daarvan beter doorspreken. In uw Kamer is immers ook niet iedereen dezelfde mening
                     toegedaan. We kunnen wel blijven drukken, maar er is op een gegeven moment een grens
                     aan wat je een ondernemer kan vragen. Daar zijn we voor een deel zelf bij. Ik denk
                     dat ik die balans voor mijn positie probeer te bewaken. Ik heb me gecommitteerd om
                     bepaalde doelen te behalen, maar ik heb me ook gecommitteerd om de regeldruk te beperken,
                     dus ik zoek de balans in het midden.
                  
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we beginnen aan de tweede en laatste termijn van de Kamer. Ik
                     stel voor dat anderhalve minuut moet lukken en dat er geen interrupties meer gedaan
                     hoeven worden. De heer De Jong van D66.
                  
De heer Romke de Jong (D66):
Voorzitter, dank u wel. Allereerst wens ik een tweeminutendebat aan te vragen, en
                     ik vraag of collega Van Haga eerste spreker mag zijn, aangezien hij dit debat moest
                     verlaten voor een volgend debat.
                  
Dat gezegd hebbende, voorzitter, kom ik op het volgende. Na mijn initiële teleurstelling
                     over het niet uitvoeren van het amendement van de Kamer, ben ik wel erg blij met de
                     toezegging van de Minister. Ik hoor het hier breed gedragen: ondernemers willen wel
                     verduurzamen, maar hebben daar hulp bij nodig. Laten we die hulp daar dan ook voor
                     bieden. Ik ben ook heel blij dat we überhaupt dit debat hebben. Ik wil daarom ook
                     even een compliment geven aan collega Aartsen. Ik had dit debat plenair aangevraagd.
                     Hij heeft dat gedaan in commissieverband. Het is namelijk goed dat we ook hier erover
                     spreken. Waar zo veel aandacht is voor het vergroenen van onze industrie, kunnen en
                     moeten we het mkb niet vergeten. Zoals de Minister aangaf, is dat namelijk de ruggengraat
                     van onze economie en o zo belangrijk.
                  
Voorzitter. Ik neem de opmerking van de Minister ter harte, ook de bal die ze op de
                     stip legt als het gaat over hoe we de ondernemers gaan helpen. Ik ga proberen om in
                     deze Kamer tot een voorstel te komen.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, de heer Romke de Jong namens Democraten 66. Geachte afgevaardigde Aartsen
                     slaat de beurt over?
                  
De heer Aartsen (VVD):
Ja precies. Ik kom nog met een motie over de 150 miljoen, maar dat is bij het tweeminutendebat.
                     Dank voor de beantwoording.
                  
De voorzitter:
Dan de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank voor de beantwoording. Ik heb er voldoende aan op dit moment. Ik had wel graag
                     in ieder geval de toezegging aan mij straks of nu herhaald horen worden door de voorzitter.
                     Ik zie uit naar het indienen van een motie bij de plenaire afronding.
                  
De voorzitter:
Dank u wel. Er is inderdaad een tweeminutendebat aangevraagd door het lid De Jong.
                     Het is heel sympathiek, wat ik al eerder heb gezegd, dat hij de eerste spreekbeurt
                     aan de heer Van Haga geeft, die ons helaas heeft moeten verlaten omdat hij een plenaire
                     verplichting heeft. Er is ook nog een toezegging gedaan.
                  
– De Minister komt vóór de zomer in een brief terug op de kosteloze CO2-footprintmeting naar aanleiding van de motie-Romke de Jong.
Sorry, dat moet een amendement zijn. Dat wordt veranderd, de heer De Jong. Er is ook
                     een toezegging gedaan aan de heer De Jong. Is dat zo goed geformuleerd, mevrouw de
                     Minister?
                  
Minister Adriaansens:
Ja.
De voorzitter:
Prima, dank u wel. Dan kunnen we er een einde aan gaan breien.
Minister Adriaansens:
Ik heb nog één vraag liggen over de windturbines van 15 meter. Ik moet eerlijk zeggen
                     dat ik uw Kamer het antwoord even schuldig blijf. Ik kom er schriftelijk op terug.
                     Ik kan dat in het tweeminutendebat doen. Dat is een goede suggestie. Dan doe ik dat.
                  
De voorzitter:
Bij het tweeminutendebat.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb een toezegging van de Minister gekregen over de gasprijsverhoging per 2025.
                     Die datum staat niet vast, is flexibel en is nog niet in beton gegoten. Dat vind ik
                     een belangrijke toezegging, want dat geeft ondernemers lucht.
                  
De voorzitter:
Dat klopt. Die toezegging is gedaan. Dat staat natuurlijk allemaal in de Handelingen,
                     maar wij lezen altijd alleen de toezeggingen voor die middels een brief zijn toegezegd.
                     Laat ik het zo zeggen. Dat is hetgeen wij noteren.
                  
De heer Eerdmans (JA21):
Maar dit is toch ook een harde toezegging?
Minister Adriaansens:
Het staat in de Voorjaarsnota. Ik heb eigenlijk uitgelegd wat daar stond.
De voorzitter:
Ik ga u geruststellen. Het is geen probleem.
De heer Eerdmans (JA21):
We weten wat er gezegd is. Dat is inderdaad vastgelegd. Dan checken we het bij de
                     Voorjaarsnota.
                  
De voorzitter:
Geen zorgen, de heer Eerdmans. Nogmaals bedankt. De Minister verwijst naar het tweeminutendebat.
                     We gaan een einde maken aan het commissiedebat Verduurzaming mkb.
                  
Ik wil allereerst de mensen bedanken op de publieke tribune. Ik wens u een behouden
                     thuiskomst. Ook wil ik de mensen bedanken die thuis hebben gekeken en geluisterd via
                     het digitale kanaal. Hartelijk dank aan de Minister, haar team, de leden der Staten-Generaal,
                     de Dienst Verslag en Redactie, en onze trouwe bode en griffier. Ik sluit dit commissiedebat
                     en ik wens u een gezegende dag verder.
                  
Sluiting 16.44 uur.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.J. Klink, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Mede ondertekenaar
D.S. Nava, griffier 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.