Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 29 september 2022, over Mijnbouw/Groningen
33 529 Gaswinning
Nr. 1069 VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
            
Vastgesteld 14 oktober 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft op 29 september 2022 overleg
                  gevoerd met de heer Vijlbrief, Staatssecretaris Mijnbouw, over:
               
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 29 juni 2022 inzake rapport Herafweging
                           verwerking productiewater Schoonebeek (Kamerstuk 33 529, nr. 1040);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 1 juli 2022 inzake ontwerpbesluit tot
                           wijziging van het Besluit Tijdelijke wet Groningen in verband met de afstemming tussen
                           de uitvoering van de versterking en de vergoeding van schade (Kamerstuk 35 603, nr. 88);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 5 juli 2022 inzake nulmeting gebouwen
                           en afhandeling van schade door zoutwinning (Kamerstuk 32 849, nr. 212);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 8 juli 2022 inzake appreciatie van
                           de rapportage Voortgang van de versterkingsopgave en de afbouw van de gaswinning (’21-’22)
                           (Kamerstuk 33 529, nr. 1057);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 15 juli 2022 inzake versnellingsplan
                           gaswinning Noordzee (Kamerstuk 33 529, nr. 1058);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 16 september 2022 inzake evaluatie
                           Tijdelijke wet Groningen (Kamerstuk 35 250, nr. 45);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 16 september 2022 inzake verlenging
                           waardevermeerderingsregeling woningen gaswinning Groningen tot 1 december (Kamerstuk
                           33 529, nr. 1061);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 19 september 2022 inzake stikstofinstallatie
                           Zuidbroek (Kamerstuk 33 529, nr. 1063);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 20 september 2022 inzake werkprogramma
                           Adviescollege Veiligheid Groningen 2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1062);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 26 september 2022 inzake gaswinning
                           uit het Groningenveld in gasjaar 2022–2023 (Kamerstuk 33 529, nr. 1065);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 26 september 2022 inzake diverse onderwerpen
                           aardbevingen Groningen (Kamerstuk 33 529, nr. 1067);
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 26 september 2022 inzake verschillen
                           in de schadeafhandeling en versterking als gevolg van de gaswinning in Groningen;
– de brief van de Staatssecretaris Mijnbouw d.d. 28 september 2022 inzake juridische
                           consequenties/aansprakelijkheid verkoop van NAM door Shell en ExxonMobil (Kamerstuk
                           33 529, nr. 1066).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Nava
Voorzitter: Graus
Griffier: Van Dijke
Aanwezig zijn tien leden der Kamer, te weten: Beckerman, Boulakjar, Graus, Van Haga,
                  Jansen, Agnes Mulder, Nijboer, Van Raan, Segers en Van Wijngaarden,
               
en de heer Vijlbrief, Staatssecretaris Mijnbouw.
Aanvang 17.01 uur.
De voorzitter:
Van harte welkom bij dit commissiedebat van de vaste Kamercommissie voor Economische
                     Zaken en Klimaat. Ik heet allereerst van harte welkom de mensen op de publieke tribune
                     en ook de mensen die thuis kijken en luisteren via het digitale kanaal, evenals de
                     Staatssecretaris en zijn collega, en ook alle leden. Van harte welkom. Ik stel een
                     spreektijd voor van vijf minuten per fractie. Ik zal daar soepel mee omgaan. Ik wil
                     meteen even melden dat de heer Van Haga dadelijk als eerste gaat spreken en daarna
                     de heer Van Raan. Zij gaan ons ook weer vlug verlaten, omdat ze ook plenair zitten.
                     Ze zijn dus simultaan aan het debatteren, in de plenaire zaal en in deze zaal. Meneer
                     Van Raan.
                  
De heer Van Raan (PvdD):
Zo komen toch de verhalen in de wereld. Ik ga niet plenair, maar ik heb een andere
                     verplichting.
                  
De voorzitter:
O, ik hoorde dat net. Meneer Van Haga wel. En de heer Van Raan gaat andere dingen
                     doen, waar we het niet over zullen hebben.
                  
Iedereen is op de hoogte van de parlementaire enquêtecommissie over de aardgaswinning
                     in Groningen. Ik verzoek u, leden der Staten-Generaal, daarmee rekening te houden
                     tijdens uw inbreng. Ik denk dat ik niet hoef uit te leggen waarom ik dat vraag. Dan
                     geef ik graag als eerste het woord aan de heer Van Haga, namens de Groep Van Haga.
                  
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Belang van Nederland, voorzitter. De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning
                     Groningen is op dit moment in volle gang en het wordt inmiddels pijnlijk duidelijk
                     dat de Staat grote fouten heeft gemaakt. Ik noem ze even op. Jarenlang is het productieniveau
                     te hoog geweest, met als dieptepunt de 53 miljard kuub per jaar in 2013, met als gevolg
                     extra seismische activiteit in Groningen. En omdat er geen water- of stikstofinjectie
                     is toegepast, is de druk in het veld inmiddels gedaald van 350 bar naar 80 bar. Dat
                     heeft ook weer geleid tot extra aardbevingen. De overheid heeft de inkomsten uit het
                     Groninger gasveld niet, net als Noorwegen, in een gasfonds gestopt, maar volledig
                     verjubeld. Vervolgens zijn de Groningers jarenlang geschoffeerd: geen compensatie,
                     geen versterkingsoperatie, maar schandalige onwil en incompetentie. En tot slot, de
                     grootste fout: het sluiten van het Groninger gasveld, terwijl het technisch volkomen
                     mogelijk is om 1.000 miljard euro aan gas veilig te produceren, en daarmee de Groningers
                     ruimhartig te compenseren. Het sluiten van het Groninger gasveld is überhaupt niet
                     verstandig, gezien de mondiale ontwikkelingen op de gasmarkt.
                  
Voorzitter. Deze onzekere tijden laten goed zien waarom het in het belang van Nederland
                     is om te kunnen voorzien in onze eigen energievoorziening. BVNL is voor energiesoevereiniteit.
                     Burgers en bedrijven betalen nu een prijs die vele malen hoger is dan in andere Europese
                     landen. In de Algemene Politieke Beschouwingen werd vaak gesproken over een hoge gasprijs
                     vanwege tekorten. Dat kan wel zo zijn, maar in Nederland kunnen we daar iets aan doen,
                     namelijk meer gas produceren uit het gasveld in Groningen. Dit kan veilig, door de
                     druk in het veld op peil te houden en op een realistisch niveau te produceren, van
                     bijvoorbeeld 12 miljard kuub per jaar. Erkent de Staatssecretaris dat het technisch
                     mogelijk is om veilig te produceren? Heeft de Minister de mogelijkheid van stikstofinjectie
                     onderzocht, bijvoorbeeld door gebruik te maken van het stikstof uit de net opgeleverde
                     stikstoffabriek?
                  
Het is wat BVNL betreft zeer onverstandig om vanaf april 2023 nog eens zes productielocaties
                     te sluiten. Waarom kiest de Staatssecretaris hiervoor in deze onzekere tijden, terwijl
                     de Gasunie nota bene adviseert om dit niet te doen? De Gasunie heeft in een brief
                     aangegeven dat de kans in ieder geval aanwezig is dat we volgend jaar 1 miljard kuub
                     extra uit het Groninger veld moeten produceren, boven op de 2,8 miljard kuub die nu
                     gepland staat, bijvoorbeeld als we minder gas besparen dan gedacht. Dus laten we daar
                     dan nu voor kiezen, zodat de Groningers in ieder geval duidelijkheid hebben. Graag
                     een reactie van de Staatssecretaris daarop.
                  
In de tussentijd moet er vol worden ingezet op de versterkingsoperatie. Het SodM concludeert
                     dat met het huidige tempo niet het doel wordt gehaald om in 2028 de versterkingen
                     te hebben afgerond. Dit is werkelijk veel te traag. BVNL vindt dit zorgelijk. Zaken
                     als de dorpen aanpakken en een meerjarenversterkingsplan zijn een stap in de goede
                     richting, maar er moet veel meer gebeuren. Dus wat is nu eigenlijk het plan van de
                     Staatssecretaris? Op deze manier blijft het een debacle.
                  
Voorzitter. Tijdens de APB heeft BVNL gepleit voor het houden van een referendum in
                     Groningen over de gaswinning. We zijn er heilig van overtuigd dat ook de Groningers
                     voor de gaswinning zullen kiezen, als we kunnen laten zien wat die hun oplevert. Daarom
                     vinden we ook dat de Groningers zich hierover dienen uit te spreken. Ik ben benieuwd
                     wat de Staatssecretaris hiervan vindt. Hij is nota bene van D66-huize, dus een referendum
                     zou hem moeten aanspreken.
                  
Voorzitter. BVNL ziet dat de Staatssecretaris werk maakt van extra gaswinning op de
                     Noordzee. Wij ondersteunen dit van harte, want we vergroten daarmee in ieder geval
                     onze leveringszekerheid. Dit vraagt echter om een versnelling in de procedures en
                     een betere informatievoorziening. Het versnellingsplan van de Staatssecretaris kijkt
                     ook naar deze aspecten, maar BVNL vindt het vooral van belang dat de bureaucratie
                     uit de vergunningsprocedure wordt gehaald. Bedrijven weten waar de knelpunten zitten.
                     Ik vraag de Staatssecretaris om continu met hen in contact te staan, ook als er maatregelen
                     zijn genomen. Dit is een proces waarin continu naar verbeteringen moet worden gekeken.
                     Kan de Staatssecretaris dit toezeggen? Daarnaast ben ik ook benieuwd naar hoe het
                     staat met mijn aangenomen motie over het versnellen van de procedures voor winning
                     op land.
                  
Voorzitter. We kregen kort geleden het bericht van de Staatssecretaris dat de stikstofinstallatie
                     in Zuidbroek wederom vertraging heeft opgelopen. Wat gaat er nu steeds mis waardoor
                     de opleverdatum niet wordt gehaald? Wat zijn de consequenties voor bijvoorbeeld de
                     aannemer?
                  
Voorzitter, tot slot. Ik rond af. De overheid heeft een puinhoop gemaakt van onze
                     energievoorziening. Mensen kunnen hun gasrekening niet meer betalen, terwijl de oplossing
                     voorhanden is. Het Groninger gasveld moet gewoon weer open, in het belang van Nederland.
                  
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga, namens de Groep Van Haga. Meneer Van Raan, Partij voor
                     de Dieren, die zich dadelijk laat verontschuldigen omdat hij moet vertrekken.
                  
De heer Van Raan (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Omdat ik wat eerder weg wil – moet, moet ik eigenlijk zeggen –
                     zal ik maar één duidelijk punt maken: wil het kabinet alsjeblieft stoppen met de plannen
                     voor gasboringen in de Waddenzee?
                  
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng.
De heer Van Raan (PvdD):
Wil deze Staatssecretaris meehelpen om ervoor te zorgen dat de vergunningverlening
                     om te boren bij Ternaard wordt gestopt? In, op, onder, schuin, schuin boven, ten noorden
                     van de Waddenzee boren naar gas: de creativiteit waarmee dit kabinet steeds de grenzen
                     blijft opzoeken, is zó korte termijn gedacht, zó verhullend. Het resultaat hiervan
                     valt altijd in het voordeel uit van de grote vervuiler, en is niet in het belang van
                     de natuur.
                  
Voorzitter. Het is net een week geleden dat de Koning voor het eerst in de troonrede
                     zei: het zal anders zijn, want onze huidige manier van leven stuit op economische,
                     sociale en ecologische grenzen. Dat vergt een andere economische aanpak en arbeidsmarkt,
                     een andere omgang met ruimte en natuur. Maar wat gaat er dan precies anders? Dat is
                     geen retorische vraag, maar een serieuze uitnodiging tot een bespiegeling van de Staatssecretaris,
                     aan de vooravond van de grote veranderingen die in de troonrede zijn aangekondigd.
                     In het geval van de Staatssecretaris gaat het dan om de plannen voor gasboringen bij
                     Ternaard. Die hangen nog steeds in de lucht. Hoe is het nou toch mogelijk dat de Staatssecretarissen
                     die hierover gaan, deze wegen nog steeds niet hebben afgesloten?
                  
Voorzitter. Het Waddengebied is 's lands meest unieke en kwetsbare stuk natuur, met
                     werelderfgoedstatus. Dat wil zeggen dat het beschermd is. Terwijl werkelijk alle seinen
                     voor gaswinning in de Waddenzee, nationaal en internationaal, ontegenzeggelijk op
                     dieprood staan – doe het niet, zeggen alle experts – gaat dit kabinet gewoon door.
                     Doe het niet, zeggen alle experts, van de Waddenvereniging tot aan UNESCO, van wetenschappers
                     tot aan bestuurders, van onafhankelijke juristen tot de landadvocaat, van het Staatstoezicht
                     op de Mijnen tot de sg van de Verenigde Naties. In de woorden van de directeur van
                     de Waddenvereniging en versterkt door de oproep van 400 wetenschappers gisteren aan
                     het Ministerie van EZK: doe het niet. De mijnbouw in zee, voor de winning van gas
                     maar ook zout, vormt een groot risico voor de beschermde natuur van de Waddenzee.
                     Als gevolg van al die mijnbouwactiviteiten, zeker in combinatie met de stijgende zeespiegel,
                     is niet uitgesloten met duidelijke zekerheid – en daar gaat het eigenlijk om – dat
                     de bodem zal dalen. Daardoor wordt het wad dus van twee kanten bedreigd. Einde natuurgebied.
                     Dag, vogels. Dag, vissen. Dag, mensen.
                  
Voorzitter. Dat is in strijd met de wet. Die zegt dat je, als je niet 100% zeker weet
                     dat er geen natuurschade zal zijn, niet mag boren. Het past niet in een Natura 2000-gebied,
                     zegt de Waddenvereniging. Het past niet in een gebied met de werelderfgoedstatus,
                     zegt UNESCO. Kan de Staatssecretaris dan ook de recent ontvangen brief van 400 wetenschappers,
                     die er ook toe oproepen om ermee te stoppen, duiden en van een reactie voorzien?
                  
Voorzitter, hoeveel tijd heb ik nog?
De voorzitter:
U hebt nog ongeveer een minuut.
De heer Van Raan (PvdD):
O, dat gaat helemaal goed, voorzitter. De Staatssecretaris gaat er niet over. Dat
                     is namelijk LNV. Maar is hij bereid om mee te helpen om die plannen voor gasboringen
                     uit de lucht te halen? Zo nee, kan hij dan uitleggen waarom hij vindt dat de wet hier
                     wel mogelijk overtreden mag worden? Waarom mag hij het aangenomen amendement uit 2016
                     van Kamerlid Jan Vos van de PvdA, dat gasboring in de Waddenzee onmogelijk maakt,
                     met voeten treden? Liefst dan niet van die woordspelletjes, zo van: ja, maar dat was
                     in het Waddengebied, of onder het Waddengebied. Ik neem aan dat de Staatssecretaris
                     groter is dan dat hij in dat soort woordspelletjes wil treden. En waarom mag hij de
                     regel uit de Habitatrichtlijn dat er geen redelijke wetenschappelijke twijfel over
                     mag bestaan dat plannen en projecten geen schadelijke gevolgen kunnen hebben voor
                     een Natura 2000-gebied, zoals de Waddenzee, aan zijn laars lappen? Waarom vindt hij
                     dat het klimaatakkoord van Parijs, dat bepaalt dat er geen ruimte meer is voor nieuwe
                     gasboringen, niet van toepassing is op het moment dat de grote vervuilers in ons land
                     ook nog eens willen cashen ten koste van het landschap? Met andere woorden: graag
                     een toelichting van de Staatssecretaris met de focus op de juiste indicatoren, en
                     met de uitdaging dat die toelichting ook over tien jaar nog hout snijdt. Maar bovenal,
                     kan hij een duidelijk antwoord geven op de vraag of hij gaat meehelpen om de vergunningverlening
                     tegen te houden?
                  
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Raan, namens de Partij voor de Dieren, en succes met datgene
                     wat u dadelijk nog allemaal moet doen, met uw verplichtingen. Dan gaan we naar meneer
                     Jansen. Hij spreekt namens Forum voor Democratie.
                  
De heer Jansen (FVD):
Dank u wel, voorzitter. Groningen, dat zou onze oplossing kunnen zijn voor heel veel
                     problemen in dit land. Ik praat de laatste tijd met heel veel mensen, ondernemers,
                     particulieren, die de komende winter echt niet zien zitten, die echt met de handen
                     in het haar zitten en denken: hoe ga ik in hemelsnaam mijn energierekening betalen?
                     Iedereen heeft de voorbeelden gezien, maar het gaat echt over zulke absurde bedragen.
                     Het gaat over stijgingen met honderden tot wel duizenden euro's. Ik was vorige week
                     bij een ondernemer. Voor één pand betaalde hij € 500 in de maand. Dat gaat nu naar
                     € 3.600 in de maand voor energie, voor stroom en gas. Dat zijn zulke absurde bedragen.
                     Deze mensen worden massaal het faillissement in geholpen, terwijl we gewoon een oplossing
                     voorhanden hebben. We zitten er al maanden tegen aan te hikken. We schuiven dit al
                     maanden voor ons uit, maar uiteindelijk zal het kabinet eraan moeten geloven. In 2018
                     pleitte mijn partijleider er al voor, toen het gasveld gesloten zou worden: hou het
                     alsjeblieft open; gebruik de baten voor het ruimhartig compenseren van de Groningers,
                     maar gebruik ze ook voor de nationale welvaart.
                  
De voorzitter:
Meneer Van Raan is zijn pasje vergeten; vandaar dat de heer Segers even opstaat. Maar
                     gaat u rustig door.
                  
De heer Jansen (FVD):
Dus gebruik ze ook voor de nationale welvaart. Hij waarschuwde er toen al voor dat
                     de prijzen enorm zouden gaan stijgen. We worden afhankelijk gemaakt van de internationale
                     gasmarkt.
                  
In het najaar van vorig jaar waren die prijzen al aan het stijgen. Toen was Nederland
                     al afhankelijk geworden van internationale gasprijzen. Ik zei toen tegen Staatssecretaris
                     Yeşilgöz: laten we toch alsjeblieft Groningen weer openstellen. Het kan gewoon. Er
                     zijn technische mogelijkheden om dit veilig te doen, om die bevingsschade te herstellen
                     en om mensen veilige huizen te geven, en om mensen ook ruimhartig te compenseren.
                     Geef die mensen gewoon waar ze al decennia recht op hebben, maar geef Nederland ook
                     weer het gas dat het nodig heeft. Want wij kunnen voor een heel groot deel onafhankelijk
                     worden van de internationale markt. Er wordt nu al 20 miljard kuub per jaar uit de
                     grond gehaald. Dat gaat bijna allemaal naar het buitenland, voor onbekende bedragen.
                     Voor particuliere huishoudens in Nederland is er 10 miljard kuub per jaar nodig. Het
                     zit gewoon in de grond. We kunnen het er zelf uithalen. We kunnen dit tegemoet laten
                     komen aan onze eigen mensen. Maar het kabinet wil er niet aan, vorig jaar oktober
                     al niet. Afgelopen januari wilde Rob Jetten het ook niet doen. Toen zeiden wij al:
                     jongens, er gebeuren allemaal dingen aan de grens tussen Oekraïne en Rusland die weleens
                     tot een conflict kunnen leiden; het kan weleens een oorlog worden. Dat gebeurde ook.
                     Dat had natuurlijk hele grote consequenties voor de gasprijs.
                  
Het kabinet stak gewoon zijn kop in het zand, terwijl we toen al konden zien aankomen
                     waar we nu in zitten. De dagprijs van gas was vandaag € 3,80. Dat zijn absurde, astronomische
                     prijzen, die niet op te hoesten zijn voor normale mensen.
                  
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Mulder, namens het CDA.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Is het de heer Jansen ook bekend waarom het kabinet dit niet wil, wat de reden daarvan
                     is?
                  
De heer Jansen (FVD):
Ik vermoed dat het kabinet allerlei redenen naar voren schuift, maar de echte reden
                     is dat de energietransitie door moet gaan. Dat heeft Sigrid Kaag ook nog verklaard.
                     We kunnen de gasprijzen nu niet verlagen, want dat zou het verkeerde signaal zenden.
                     Mensen zouden dan niet van het gas af gaan.
                  
De voorzitter:
Met Sigrid Kaag bedoelt u ...
De heer Jansen (FVD):
De Minister van Financiën.
De voorzitter:
De Minister van Financiën. Dank u wel.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
En het woord «veiligheid» voor de inwoners van Groningen, is u dat ooit opgevallen
                     in de antwoorden van het kabinet?
                  
De heer Jansen (FVD):
Dat is natuurlijk een veelvoorkomend probleem en een veelvoorkomend antwoord op die
                     vragen. Dat is iets wat iedere keer terugkomt. Maar zoals de heer Van Haga net al
                     aangaf, zijn er gewoon technische oplossingen voor. Het kabinet, het Ministerie van
                     Economische Zaken heeft zelf laten uitrekenen wat het kost om die huizen te herstellen.
                     Dat is een hersteloperatie van bij elkaar 8,5 miljard. Er zit voor 1.000 miljard euro
                     in de grond. We kunnen dit gewoon doen. Boven op die hersteloperaties kunnen we de
                     mensen ook nog eens compenseren voor de schade, ook de emotionele schade, die ze hebben
                     geleden. Daar is genoeg welvaart voor voorhanden. Er is geen rationale keuze waarom
                     dit niet gebeurt, want de veiligheid is uiteindelijk te garanderen. Dat heeft het
                     ministerie zelf laten uitrekenen. Dus het kan niet gaan om veiligheid. Het kan uiteindelijk
                     alleen maar gaan, zoals de Minister van Financiën ook al aangaf, om die groene agenda,
                     om die groene droom, die inmiddels een vreselijke nachtmerrie is geworden voor alle
                     normale Nederlanders.
                  
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Is de heer Jansen bekend met hoe het Staatstoezicht op de Mijnen kijkt naar veiligheid
                     en op welke termijn de zaken die hij beschrijft, zoals water of iets anders in het
                     veld stoppen, daadwerkelijk een oplossing kunnen bieden?
                  
De voorzitter:
Mevrouw Mulder, u heeft nog één interruptie. Het zijn vier losse.
De heer Jansen (FVD):
Ik ken niet de exacte termijnen. Maar dat maakt uiteindelijk ook niet uit. Het gaat
                     erom dat het gewoon mogelijk is. Het gaat erom dat het al heel lang niet is gebeurd.
                     Daar is uw partij natuurlijk ook bij betrokken geweest, in alle verschillende kabinetten.
                     We zitten nu met een heel acuut probleem. Alle Nederlanders hebben hier nu mee te
                     maken. Omdat het kabinet heeft besloten ons over te leveren aan de internationale
                     gasmarkt, moeten alle Nederlanders, of een heel groot deel van de Nederlanders, de
                     komende winter in de kou gaan zitten. Dit is toch totaal niet uit te leggen?
                  
De voorzitter:
Mevrouw Mulder, de vierde en laatste interruptie.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
We weten dat Forum voor Democratie zich, ook bij monde van uw lijsttrekker en voorman,
                     graag uitlevert aan Rusland. Dat is uw keus. Dat mag natuurlijk. Dat mag je vinden,
                     maar ik vind het onverstandig. Maar ik vind het wel stuitend dat u het SodM, dat gaat
                     over de veiligheid van de Groningers, en de adviezen die het geeft, zomaar terzijde
                     schuift, terwijl we weten dat uw oplossing niet een echte oplossing is. U zegt dat
                     het niet relevant zou zijn op welke termijn het zou kunnen. Dat vind ik wel stuitend.
                  
De heer Jansen (FVD):
Ik vind dit hele betoog stuitend. Uw kabinet, waar het CDA deel van is, heeft ons
                     uitgeleverd aan de Russische gasmarkt. Het vorige kabinet, waar u ook in zat, heeft
                     besloten om Groningen dicht te doen. Dat is een besluit geweest van het vorige kabinet.
                     Daarom zijn we juist afhankelijk van de internationale gasmarkt. Het is niet zo dat
                     dat ons ineens is overkomen: o, plotseling ging de gasbel in Groningen dicht en nu
                     moeten we iets. Nee, het is een beleidsmatige keuze geweest van kabinet-Rutte III
                     om Groningen te sluiten en ons afhankelijk te maken van de internationale gasmarkt,
                     waaronder dus die van Rusland. Dat vind ik stuitend. Ik vind het stuitend – ik weet
                     niet of u met mensen hebt gesproken en wat uw eigen energierekening aan het doen is
                     op dit moment – dat heel veel mensen nu van hun vaste contracten worden gehaald en
                     te maken krijgen met variabele tarieven. Dat zijn zulke absurde bedragen. Mensen gaan
                     ineens van € 300 naar € 1.200 in de maand, voor elektra en gas. Dat kunnen ze niet
                     betalen. Mensen gaan massaal failliet als dit zo doorgaat. U en uw kabinet kunnen
                     dit nu oplossen. U kunt een oplossing bieden voor Nederlanders om de winter door te
                     komen. Dan kunnen we allemaal heel verontwaardigd gaan doen over deze oplossing, maar
                     ik ben er verontwaardigd over dat mensen straks allemaal het faillissement in gejaagd
                     worden, allemaal de armoede of de kou in gejaagd worden. Ze moeten kiezen tussen armoede
                     of kou. Dat vind ik erg.
                  
De voorzitter:
We spreken overigens in de derde persoon. Dus als u «u» zegt, bedoelt u mij, maar
                     ik voel me niet aangesproken. U bedoelt mevrouw Mulder van het CDA. Meneer Segers,
                     nog bedankt dat u als Zoef de Haas het pasje naar meneer Van Raan hebt gebracht.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Dat is inderdaad goed gekomen.
We hebben een heel groot probleem met de gasprijs, met de energierekening. We hebben
                     er vorige week twee dagen over gedebatteerd, waarbij ik toch maar even opmerk dat
                     uw fractie bij het grootste deel van het debat niet aanwezig was. Het kabinet heeft
                     ruim 17 miljard uitgetrokken om het te compenseren, om te denken over hoe we de energierekening
                     naar beneden kunnen brengen en de koopkracht kunnen versterken. Ondertussen heeft
                     de regering gewerkt aan een lng-terminal in Groningen. Die is in no time aangelegd.
                     Er gaan heel veel dingen mis in Nederland, maar soms gaan er ook dingen goed. Dit
                     is echt goed gegaan. Er wordt ingesprongen op de veranderende omstandigheden.
                  
Maar nu gaat het over Groningen, over de veiligheid van de Groningers. We hebben één
                     instituut dat kijkt naar de veiligheid van de Groningers, het Staatstoezicht op de
                     Mijnen. Zij zeggen: als je nu gaat pompen, neem je een risico met de veiligheid van
                     Groningers. Zegt u: dat sla ik in de wind; het kan me niet schelen? Of bent u bereid
                     om de veiligheid van de Groningers serieus te nemen?
                  
De heer Jansen (FVD):
Natuurlijk nemen we de veiligheid van de Groningers serieus. Natuurlijk is het heel
                     erg voor de mensen die in het gebied wonen dat zij te maken hebben met deze bevingen.
                     Maar het is minstens zo erg dat we een economische crisis tegemoetgaan die het hele
                     land treft. Dat is ook regeren; dat is ook keuzes maken. Ik snap dat het kabinet de
                     andere keuze heeft gemaakt. Ik begrijp dat dat ook niet gaat veranderen. Ik denk dat
                     er uiteindelijk niet aan ontkomen kan worden, maar ik zou ervoor kiezen om mensen
                     deze winter door te helpen. Ik zou de gaskraan inderdaad verder opendraaien en er
                     alles aan doen om de Groningers te helpen, ook om ze ruimhartig te compenseren. Maar
                     ik kies er wel voor dat mensen hun kachel aan kunnen zetten deze winter en dat ze
                     niet met tien lagen aan truien en kleden op de bank moeten zitten. Er is gewoon geen
                     andere mogelijkheid voor heel veel mensen.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
De gasopslagen worden gevuld. Lng wordt aangevoerd. Er wordt koortsachtig gewerkt
                     aan alternatieven. Er worden pogingen gedaan om de energierekening omlaag te brengen.
                     Dus er zijn alternatieven. Maar de vraag is nu: neem je een risico met de veiligheid
                     van Groningers, ja of nee? Dat is de keuze waarvoor je staat. Dat zijn keuzes die
                     heel diep ingrijpen. Ik weet niet of de heer Jansen iets heeft gezien van de parlementaire
                     enquêtecommissie. Deze week was er een vrouw die vertelde wat het met haar gezin heeft
                     gedaan en voor hoeveel ellende het heeft gezorgd, ook psychische ellende. Dus dan
                     toch maar even heel bot. Zegt de heer Jansen: dat kan me niet zo veel schelen, want
                     uiteindelijk vind ik het belangrijker om voor een dubbeltje op de eerste rij te zitten,
                     ten koste van de veiligheid van Groningen? Of is hij bereid om met het kabinet na
                     te denken over alternatieven, met inachtneming van die veiligheid van Groningen?
                  
De heer Jansen (FVD):
Natuurlijk zijn er heel veel schrijnende gevallen, en dat is heel erg. Natuurlijk
                     vind ik het heel erg als mensen letterlijk in doodsangst leven in hun eigen huis.
                     Dat wil ik natuurlijk ook niet. Dat wil Forum niet; dat wil niemand. Maar de alternatieven
                     die het kabinet schetst, zoals energieplafonds en vloeibaar gas uit Amerika, gaan
                     het probleem niet oplossen. De gasprijs gaat daardoor niet significant naar beneden.
                     Daardoor blijven we nog steeds met de situatie zitten dat mensen te maken hebben met
                     een stijging van hun energierekening met honderden tot duizenden euro's, die ze niet
                     kunnen betalen, niet kunnen ophoesten. Ik snap dat het een dilemma is. Je hebt twee
                     erge dingen en je moet kiezen voor het een of het ander. Ik vind het heel erg dat
                     de komende maanden misschien wel tienduizenden mkb-bedrijven failliet zullen gaan.
                     Daar zijn ook heel veel levens aan verbonden. Daar zullen ook heel veel mensen huilend
                     op de bank zitten, die hun hele leven en alles wat ze hebben opgebouwd, zien verdwijnen.
                     Dat is ook heel erg. Het ene leed moet je afwegen tegen het andere leed. Ik denk dat
                     we op dit moment in de acute situatie zitten waarin de energierekening zo hoog wordt
                     voor zo ontzettend veel mensen dat ik inderdaad kies voor het weer openstellen van
                     Groningen.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Tot slot. Er zijn alternatieven. Er komt een prijsplafond voor de energierekening.
                     Er worden mensen ontzien. Het mkb wordt ontzien. Er komen regelingen, dus er komt
                     hulp. Maar ik kan niet serieus luisteren naar een statement van Forum voor Democratie
                     waarin wordt gezegd: het gaat me echt aan het hart dat mensen doodsangsten uitstaan
                     en dat het allemaal heel erg is. Maar tegelijkertijd is het een pleidooi om nu – dus
                     niet eerst versterken, want daar zijn we echt nog jaren mee bezig – de gaskraan open
                     te zetten. Dan weet je dat je nú een risico neemt met de veiligheid van Groningers.
                     Ik vind het echt onbestaanbaar.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Segers. U heeft nog één interruptie hierna.
De heer Jansen (FVD):
Hier is een aantal dingen over te zeggen. Wat die versterkingsoperatie betreft: natuurlijk
                     gaat het jaren duren om al die huizen te fixen en zo. Maar tegelijkertijd gaan die
                     bevingen niet stoppen als we nu acuut stoppen met boren. Dat blijkt ook uit alle rapporten.
                     Dat gaat ook nog decennia door. Je zit dus sowieso in die situatie. Dan moet je toch
                     deze keuze maken. Je kunt binnen een paar maanden operationeel zijn in Groningen om
                     het weer op te krikken. En dan gaat de gasprijs voor Nederlanders significant naar
                     beneden. Ik vind het leed aan alle kanten verschrikkelijk. Dat is wat ik net zei.
                     Dat meen ik ook echt. Ik meen dat echt. Vorige week was ik bij een tuinder. Die gaat
                     voor het eerst in 22 jaar zijn kas leeghalen. Er staan voor het eerst in 22 jaar geen
                     bloemen meer in, want het kan niet meer uit. Waarschijnlijk gaat de meerderheid van
                     de tuinders in Nederland hun hele bedrijf kwijtraken. Daar hebben ze decennia aan
                     gebouwd. Daar onderhouden ze hun gehele gezin van. Ze onderhouden er heel veel gezinnen
                     van, want er werken ook heel veel mensen. Dat zijn ook allemaal levens. Dat zijn ook
                     allemaal mensen die nu in de afgrond worden gestort. Ook de kabinetten waar de heer
                     Segers met zijn partij aan heeft deelgenomen, hebben al die jaren die compensatie
                     en die hersteloperaties nagelaten. Het is niet gebeurd. Het lost het probleem niet
                     op als je nu zegt: het duurt nog jaren voordat we daaraan kunnen beginnen, dus laten
                     we dan maar een beetje klooien met wat maximumtarieven, en dit en dat, en er heel
                     veel milieu tegenaan gooien. De gasprijs gaat dan nog steeds euro's per kubieke meter
                     zijn, waar Nederlanders heel veel last van hebben. Ik vind dat een beetje mosterd
                     na de maaltijd. De ChristenUnie heeft net zo veel boter op het hoofd als de rest van
                     de coalitiepartijen. Dit had al jaren geleden moeten gebeuren. Het is dus geen excuus
                     om deze keuze zo te maken.
                  
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Wat we hier horen, is toch een beetje een valse koppeling tussen hoe mensen er thuis
                     bij zitten, wel of niet warm, waar iedereen zich denk ik terecht grote zorgen over
                     maakt, en het wel of niet oppompen van meer gas in Groningen. Daarmee wordt voorbijgegaan
                     aan de prijscompensatie, die net al genoemd is, waardoor het wel betaalbaar blijft,
                     waardoor iedereen de winter kan doorkomen. Maar er wordt ook voorbijgegaan aan alternatieven,
                     namelijk gas oppompen waar het wel veilig kan, uit kleine velden op land of in de
                     Noordzee. Dus waarom niet eerst daarvoor kiezen? Er werd net aan mevrouw Mulder gevraagd
                     of ze heeft gesproken met ondernemers. Ik denk dat wij hier dat allemaal doen. Maar
                     ik zou een vraag terug willen stellen aan de heer Jansen: heeft u gesproken met mensen
                     in het bevingsgebied? Duizenden huizen moeten daar nog versterkt worden. Sommige kinderen
                     slapen op zolder naast een schoorsteen, dat dan een gevaarlijk object is. Bij extra
                     winning, wat u hier voorstelt, sodemietert die schoorsteen om. Die kinderen liggen
                     daar te slapen. Die mensen zijn hartstikke angstig. De versterking moet nog beginnen,
                     maar u stelt voor om maar extra op te pompen. Dat gaat toch volledig voorbij aan de
                     veiligheid van die kinderen, die daar op die zolder liggen te slapen? Ik zeg het maar
                     even beeldend.
                  
En twee. U stelt een afkoopmodel voor. Koop iedereen maar uit, want dan levert het
                     genoeg op. Maar dat gaat toch volledig voorbij aan het feit dat sommige mensen en
                     families daar al generaties lang wonen en daar helemaal niet weg willen? Stelt Forum
                     dan een gedwongen volksverhuizing à la China voor? Want die mensen willen daar niet
                     weg. Als je meer gaat winnen, is het niet veilig. Dat leidt tot meer bevingen. Het
                     is gewoon een levensgevaarlijk voorstel, dus hoe moet ik dat met elkaar rijmen?
                  
De voorzitter:
De vragen en ook de antwoorden mogen korter en puntiger. We spreken in de derde persoon.
                     Als u «u» zegt, spreekt u mij aan, maar u bedoelt meneer Jansen van Forum voor Democratie.
                  
De heer Jansen (FVD):
Natuurlijk, hoe meer je focust op individuele gevallen, hoe meer je het leed zichtbaar
                     maakt. Ik begrijp dat ook heel goed. Er zullen inderdaad, zoals u beschrijft, kinderen
                     naast schoorstenen slapen die mogelijk om kunnen vallen. Dat is heel erg. Maar tegelijkertijd
                     zullen die bevingen nu niet minder worden. Die grond is instabiel. Die druk is laag.
                     Als we nu doorgaan, blijft die situatie dus ongeveer gelijk. Als we nu ineens 10 miljard
                     eruit pompen, zal het niet ineens extreem stijgen. Zo werkt het niet. Het is niet
                     een knop die ineens leidt tot bevingen. Het is niet zo dat dat ding gaat pompen en
                     er ineens een aardbeving is. Dus zo direct is die relatie niet. Maar natuurlijk moet
                     worden afgewogen wat de precieze hoeveelheid moet zijn. Daar zal de Staatssecretaris
                     dan een uitwerking van moeten geven. Daar hebben we de rekenmeesters voor: hoeveel
                     kunnen we oppompen om nog op een veilig niveau te zitten? Maar ik denk wel dat het
                     acceptabele niveau nu hoger is geworden, omdat de rest van Nederland, maar ook de
                     Groningers, die ook hun energie moeten betalen, zo enorm in de problemen zit. De koppeling
                     tussen ons eigen gas kunnen leveren en daarmee dus onafhankelijk worden van de internationale
                     gasmarkt is wel heel direct. Dus we kunnen die gasprijs voor Nederlanders wel weer
                     onder de euro krijgen. Dat moet gewoon kunnen. Er moet een rekensom worden gemaakt
                     van hoeveel gas we precies nodig hebben om precies op een soort van grens uit te komen.
                     Ik ben geen econometrist en geen ingenieur, dus ik ga dat niet uitrekenen. Heel slimme
                     mensen komen daar vast wel uit, maar wij moeten hier de politieke keuze maken: wat
                     willen we? Willen we heel Nederland in de armoede storten? Willen we heel Nederland
                     een economische recessie in duwen? Willen we heel Nederland in de kou zetten? Of willen
                     we toch het risico nemen om iets meer gas uit de grond halen? Dat zou inderdaad mijn
                     keuze zijn.
                  
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Dank voor de reactie, zeg ik via u, voorzitter. Maar dan liggen de standpunten van
                     Forum en het kabinet misschien niet zo heel ver van elkaar, want ook het kabinet heeft
                     gezegd dat Groningen een last resort is, de allerlaatste optie als mensen in Nederland
                     echt in de kou dreigen te komen zitten. Dan is het een optie. Maar, vraag ik dan aan
                     Forum, als er minder vergaande en veiligere alternatieven zijn, zoals de prijscompensatie
                     waar de heer Segers het net over had, of gaswinning op kleine velden waar het wel
                     veilig kan, bijvoorbeeld op de Noordzee, hebben die toch altijd de voorkeur, ook van
                     Forum, boven een onveiligere optie?
                  
De heer Jansen (FVD):
In theorie heeft de veilige optie natuurlijk altijd de voorkeur boven de onveilige
                     optie, maar het prijsplafond – daar is ook al veel mee gerekend – gaat voor heel veel
                     Nederlanders uiteindelijk niet een heel groot verschil maken. Volgens mij valt 77%
                     van de mensen ruim buiten die grenzen. Natuurlijk gaat het iets compenseren, maar
                     het gaat de Staat ook weer ontzettend veel geld kosten. Dat geld moet ook weer ergens
                     vandaan komen. Dat zal de belastingbetaler uiteindelijk moeten ophoesten. Dus ja,
                     dit soort dilemma's blijven gewoon. Het blijven keuzes. Ik denk wel dat Groningen
                     nu de oplossing biedt. Misschien kunnen kleine velden hier en daar ook bijdragen aan
                     meer gas voor Nederlanders. Dat lijkt mij uitstekend. Daar hebben wij ook helemaal
                     geen bezwaar tegen. Maar de olifant in de kamer is Groningen. Daar ligt zo ontzettend
                     veel gas onder de grond. Daar ligt nog ongeveer 500 miljard kuub onder de grond. Omgerekend
                     naar deze gasprijzen kan dat een astronomisch bedrag opleveren. Dan heb je het over
                     duizenden miljarden euro's. Het zal waarschijnlijk niet zo gaan als je het in één
                     keer op de markt brengt. Dat is wel een nationale welvaart van 1.000 miljard. Met
                     versterkingsoperaties die 8,5 miljard kosten, en misschien nog een grote compensatieronde
                     van 10 miljard, wegen die aantallen niet tegen elkaar op.
                  
De heer Boulakjar (D66):
Voorzitter, excuus dat ik wat later was. Ik zat in een ander debat, net als collega
                     Nijboer en mevrouw Beckerman.
                  
De voorzitter:
Het zij u vergeven.
De heer Boulakjar (D66):
Dank u wel, voorzitter. Het is heel verleidelijk om niet te reageren op wat Forum
                     continu herhaalt over de gaswinning in Groningen: «Ik vind het heel vervelend, en
                     het is ellendig voor mensen, maar het is wel de oplossing.» De een zegt «geef Groningers
                     € 1.000», de ander zegt «geef ze een veilig heenkomen» en weer een ander zegt «geef
                     alle Groningers een nieuwe woning». De heer Jansen zegt: geef alle Groningers een
                     Lamborghini. Dat is wel pijnlijk. Er gaat enorm veel leed achter schuil, in Groningen.
                     Ik spreek heel veel mensen. Ik krijg ook heel veel appjes. Ik hoor nergens in het
                     verhaal van Forum voor Democratie dat veiligheid boven alles gaat. «Ja, het is ellendig,
                     maar de economie gaat voor.» Waarom denkt Forum dat gaswinning in Groningen nu de
                     oplossing is? Het is laagcalorisch gas, dus andere landen dan Nederland hebben er
                     niks aan. We hebben de gasopslagen gevuld. We hebben de lng-terminal, zoals de heer
                     Segers ook al aangaf. En we hebben andere maatregelen geïmplementeerd.
                  
De heer Jansen (FVD):
Om op dat allerlaatste punt in te gaan: en nog steeds is de gasprijs vandaag € 3,84.
                     Dat is natuurlijk een absurd bedrag. Twee jaar geleden was het € 0,30, of zo. Al die
                     maatregelen zijn leuk, maar ze helpen niet echt. Dan moet je toch iets anders overwegen.
                     Het kabinet heeft inderdaad gezegd: als het echt niet anders kan, dan zullen we misschien
                     meer uit Groningen moeten halen. Maar ik denk dat het echt niet anders kan. Ik denk
                     dat we dat punt al heel lang bereikt hebben en dat we dat punt ook al heel lang hadden
                     kunnen zien aankomen. Ik denk dat we nu een winter tegemoetgaan waarin mensen hun
                     energierekening letterlijk niet kunnen betalen. Ik vind het wel echt erg voor de mensen
                     in Groningen. Misschien gelooft u dat niet, maar ik heb dat net ook meerdere keren
                     aangegeven.
                  
Maar gaat veiligheid boven alles? Nee, natuurlijk gaat dat niet boven alles. Er zijn
                     heel veel factoren in het leven, ook heel veel factoren waar een regering rekening
                     mee moet houden, buiten alleen veiligheid. Dat hebben we ook gezien met corona. Toen
                     zijn we in een soort veiligheidskramp geschoten: laten we maar alles doen om ... Nee,
                     er zijn heel veel dingen in het leven die onveilig zijn, maar toch goed. Ik ga ook
                     niet helemaal mee in de stelling dat het zó onveilig zou zijn. Er zijn vast ook veilige
                     niveaus. Nee, natuurlijk gaat dat niet boven alles. Er zijn heel veel andere dingen
                     die ook heel belangrijk zijn. En er zijn heel veel mensen, miljoenen Nederlanders,
                     die nu ontzettend in de problemen komen. In een enquête is aan de Groningers gevraagd
                     wat ze zouden willen: zouden jullie de gasboringen weer willen verhogen, als jullie
                     gecompenseerd worden en als dat leidt tot een lagere energierekening? 60% van de Groningers
                     gaf aan dat zij een voorkeur hebben voor dat scenario. Dus het is ook allemaal niet
                     zo zwart-wit.
                  
De voorzitter:
De antwoorden moeten iets korter en puntiger.
De heer Jansen (FVD):
O, sorry.
De voorzitter:
Want anders zitten we hier vanavond om twaalf uur nog. Meneer Boulakjar, u bent tevreden?
                     Hij is niet tevreden, maar hij komt dadelijk nog aan het woord. Meneer Jansen, u kunt
                     uw betoog vervolgen. U hebt nog twee minuten en tien seconden.
                  
De heer Jansen (FVD):
Ik heb best wel veel gezegd in antwoord op alle vragen. Ik vind het eigenlijk ook
                     best wel een mooie vorm, want ik wil niet alleen maar zenden en zeggen: wij zeggen
                     het al heel lang. Ik ben ook gewoon blij om het gesprek aan te gaan. En ik snap echt
                     wel dat jullie, de Kamerleden, andere overwegingen hebben dan wij. Die overwegingen
                     hebben wij natuurlijk wel echt in ogenschouw genomen, maar ik denk echt dat we een
                     situatie hebben bereikt waarin het niet anders kan. Ik denk echt dat het nu beter
                     is om weer te beginnen met boren in Groningen en om ten minste 10 miljard kuub, wat
                     per jaar nodig is voor de particuliere huishoudens, eruit te halen, om er zo voor
                     te zorgen dat Nederlanders deze winter doorkomen. Want uiteindelijk zijn wij dat aan
                     hen verplicht. We moeten het probleem nu acuut oplossen. Ik weet niet hoe de situatie
                     op de internationale gasmarkt er volgend jaar uitziet. Misschien is er dan geen oorlog
                     meer, of misschien wel, maar dat zien we dan wel weer. Maar nu zitten we gewoon met
                     een heel groot probleem, dat mensen € 1.000 per maand moeten ophoesten, terwijl ze
                     dat niet hebben, en gewoon failliet zullen gaan. Bedrijven zullen failliet gaan en
                     gezinnen kunnen niet meer rondkomen. Dat vind ik nu een heel schrijnende, erge situatie,
                     die op te lossen is als het kabinet ervoor kiest om Groningen weer op te starten.
                  
Voorzitter, ik heb het best vaak herhaald, dus ik zal het hierbij laten. Ik hoop dat
                     het kabinet dit wil gaan doen. Dank u wel.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Jansen, voor uw inbreng namens Forum voor Democratie. Er is een
                     interruptie van mevrouw Beckerman, Socialistische Partij.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik denk dat het volledig terecht is om in veel debatten aandacht te vragen voor de
                     torenhoge energierekening en voor wat dit voor mensen betekent. Er is maar één debat
                     waarin we aandacht kunnen vragen voor de situatie waar Groningen in zit, en dat is
                     dit debat. We zijn nu 35 minuten bezig en ik heb van alle sprekers nog niet één concreet
                     voorstel gehoord over wat u zou willen doen – via de voorzitter, excuus – om die teringbende
                     die al jarenlang in mijn provincie wordt aangericht door de Staat, op te lossen. Als
                     de heer Jansen zo'n grote jongen is om hier in dit debat te komen en te zeggen «ik
                     wil die veiligheid opofferen», wat zijn dan drie concrete voorstellen die hij zou
                     willen doen voor zaken die we nú kunnen doen om gedupeerde Groningers te helpen. Drie
                     concrete voorstellen, alstublieft.
                  
De voorzitter:
De korte versie graag, meneer Jansen.
De heer Jansen (FVD):
Oké, een hele korte versie. Het ministerie heeft zelf drie concrete voorstellen laten
                     onderzoeken, waaronder een verstevigingsoperatie. Dat heeft Economische Zaken gewoon
                     onderzocht, en dat kan. Sommige panden zullen wellicht niet meer kunnen ... Sommige
                     mensen zullen inderdaad naar andere panden moeten. Dat is heel erg. Dat begrijp ik.
                     Dat gaf de heer Boulakjar ook aan. Dat zal misschien zo zijn. En dan moeten we die
                     mensen daar natuurlijk heel erg bij helpen en heel ruimhartig voor compenseren. Want
                     dat zou mijn derde voorstel zijn: laten we ze gewoon allemaal twee ton geven, of drie
                     ton. Het maakt me echt niet uit. Het kan bijna niet op; zo veel zit daar onder de
                     grond. Geef die mensen gewoon een goede zak geld. Ik denk dat heel veel mensen dat
                     verkiezen boven de huidige situatie.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
«Die mensen ...» De heer Jansen heeft werkelijk geen idee waarover hij het heeft.
                     Een verstevigingsoperatie betekent dat je 30 minuten hebt om levend je huis uit te
                     komen. Die gaskraan nu opendraaien zal betekenen dat heel veel huizen opnieuw zullen
                     moeten. Heel veel huizen zijn nog helemaal niet gedaan. Ik heb vanmiddag een stukje
                     verhoor gekeken van de parlementaire enquête. Toen ze degene die verantwoordelijk
                     is voor de versterking vroegen of het in 2028 klaar is, moest hij eerst even lachen
                     en daarna even nadenken. Hij had geen idee. Ik ga niet meer interrumperen. Ik wil
                     het in dit debat gewoon hebben over concrete oplossingen voor Groningen. Dat is niet
                     mensen verhuizen. En twee ton? Voor sommige mensen kun je de schade nog niet eens
                     met 1 miljoen vergoeden, omdat ze een lekkende mestkelder hebben of omdat hun fundament
                     gescheurd is. U heeft geen idee waar u het over heeft. Laten we het hebben over waar
                     het wel over moet gaan. Deze provincie heeft Nederland 60 jaar lang warm gestookt.
                     Daarvan is nog niet eens 1% in het Noorden terechtgekomen, terwijl ze wel met die
                     diepe ellende zitten. Als u geen idee heeft over oplossingen, laat ik het hierbij.
                  
De heer Jansen (FVD):
Natuurlijk moet je mensen überhaupt schadeloosstellen, voor zover dat nodig is, voor
                     het erf of het pand waar een en ander betrekking op heeft. Ik doelde op een compensatieregeling.
                     Daar ging die twee, drie ton over: geef die mensen gewoon extra geld boven op de schadeloosstelling,
                     boven op de versterkingsoperaties. Ik wil ook echt niet suggereren dat allerlei mensen
                     moeten verhuizen. Dat is absoluut het laatste wat er moet gebeuren. Laten we erop
                     inzetten dat zo veel mogelijk mensen, hopelijk alle mensen, kunnen blijven wonen waar
                     ze wonen. Maar het is niet terecht om hier nu helemaal op in te zoomen. Ik vind het
                     ook heel erg dat veel Groningers hier last van hebben. Ik vind het heel erg dat er
                     al decennia niet naar hen wordt omgekeken. Tijdens de afgelopen kabinetsperiodes zijn
                     er iedere keer allerlei Kamerdebatten geweest. Iedereen vindt er dan wat van. Er wordt
                     commissie na commissie opgericht. Uiteindelijk gebeurt er helemaal niets. Het is een
                     grote, grote schande dat het in 2028 dan nog steeds niet gebeurt. Maar ja, de energierekening.
                     Die wordt zó torenhoog. Mevrouw Beckerman geeft aan dat zij dat ook weet. Dan moet
                     mevrouw Beckerman toch ook snappen dat dit een oplossing biedt? Nederlanders worden
                     straks geconfronteerd met € 1.000 per maand. Die hebben ze niet. Dat is per maand,
                     hè? Toen we het begin dit jaar hierover hadden, ging het over een stijging van € 900
                     per jaar.
                  
De voorzitter:
De antwoorden moeten echt korter, meneer Jansen.
De heer Jansen (FVD):
Voorzitter, mag ik toch nog even wat zeggen? Ik heb even teruggekeken naar oktober
                     2021. Toen hadden we het over de stijgende gasprijzen. Die waren toen al verdubbeld,
                     omdat we afhankelijk waren van de internationale gasmarkt. Toen waren we geschrokken
                     door het feit dat het € 900 per jaar gemiddeld omhoog zou gaan. Nu hebben we het over
                     stijgingen van € 900 per maand. Dat kunnen mensen toch niet betalen? Dat kan een normaal
                     gezin toch niet ophoesten? Waar moeten ze dat geld vandaan halen? Deze regering heeft
                     de taak om voor heel Nederland te zorgen. Dan moet je soms lastige keuzes maken. Laten
                     we die zo goed mogelijk maken. Laten we de Groningers heel ruimhartig compenseren.
                     Laten we hun huizen verstevigen.
                  
De voorzitter:
U valt in herhaling.
De heer Jansen (FVD):
Maar laten we ook kiezen voor de rest van Nederland, die we deze winter door moeten
                     laten komen.
                  
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman, wil u nog reageren? Nee? Oké.
De heer Boulakjar (D66):
Mijn laatste korte interruptie op dit punt, voorzitter. De heer Jansen brengt continu
                     op tafel dat de energieprijs dé reden van Forum voor Democratie is voor extra gaswinning.
                     Ik heb ook even teruggekeken. Extra gaswinning in Groningen is al sinds 2018 het standpunt
                     van Forum voor Democratie. Waarom legt u nu zo prominent de koppeling met de gasprijs,
                     terwijl u al jaren voor extra gaswinning in Groningen pleit?
                  
De voorzitter:
Ik pleit niet voor extra gaswinning; u bedoelt meneer Jansen van Forum voor Democratie.
De heer Jansen (FVD):
Dat is een hele goede vraag. Ik ben eigenlijk heel blij dat u die stelt. Dat heb ik
                     namelijk niet goed uitgelegd. Wij wilden altijd al graag dat Groningen openbleef,
                     omdat wij waarschuwden voor het scenario dat de gasprijzen zo hoog zouden worden.
                     Dat was een te voorzien scenario. Ik heb destijds ook aan Staatssecretaris Jetten
                     gevraagd ...
                  
De voorzitter:
Hij was Minister.
De heer Jansen (FVD):
O, sorry, «Minister». Sorry, er waren ook veel kabinetswisselingen. Hij is dus niet
                     gewisseld. Anyway, het gaat er uiteindelijk ook niet om of iemand Minister of Staatssecretaris
                     is; het gaat er natuurlijk om wat we voor Nederland doen. We hebben altijd gewezen
                     op dit punt. Uiteindelijk komt dit allemaal uit het hele groene gebeuren. Iedereen
                     moest duurzaam worden. Iedereen moest van het gas af. Alle huizen moesten omgebouwd
                     worden naar elektrisch. Dit en dat. De consequentie daarvan is dat de energierekening
                     omhooggaat. Dat hebben we ook altijd gezegd. Daarom waren we altijd voor het openhouden
                     van Groningen. Daarom waren we altijd voor het op gas houden van huizen, zodat de
                     energierekening betaalbaar blijft. We zien nu de directe consequentie van het groene
                     beleid dat het vorige kabinet – het kabinet daarvoor deed dat eigenlijk ook al – heeft
                     ingezet. Dit kabinet blijft dat ook uitvoeren. Iedereen moest van het gas af. We zien
                     waar dat toe leidt. Groningen is gesloten met het idee van aan de ene kant de veiligheid
                     van Groningers en aan de andere kant het hele duurzaamheidsideaal. Daarom waren we
                     daarvoor. Anders gaat de energierekening omhoog. Dat zien we nu gebeuren.
                  
De voorzitter:
Meneer Boulakjar? Ook niet meer? Oké.
Dan gaan we naar de geachte afgevaardigde Beckerman. Ze komt helemaal vanuit Groningen.
                     Zij spreekt namens de Socialistische Partij.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel. De Staatssecretaris is nu een tijd bezig. Hij is vaak in Groningen geweest.
                     Dat vind ik goed. Ik zou hem als eerste willen vragen: heeft u iemand gesproken met
                     wie het goed gaat? Kwam u tijdens gesprekken mensen in de versterkingsoperatie tegen
                     die zeiden: het gaat goed? Kwam u tijdens gesprekken mensen met meervoudige schade
                     tegen die zeiden: het gaat goed? Kwam u tijdens gesprekken mensen tegen die ten minste
                     zeiden: het gaat beter?
                  
In augustus was het tien jaar sinds de aardbeving bij Huizinge. Samen met de Groninger
                     Bodem Beweging, het Groninger Gasberaad en Chris Garrit ben ik een actiemaand gestart.
                     We spraken in die maand honderden gedupeerden tijdens themabijeenkomsten. Het volgende
                     greep mij echt gruwelijk naar de strot. Als je die bijeenkomsten vijf jaar geleden
                     had gedaan, was iedereen kwaad, maar had een deel in ieder geval hoop. De wanhoop
                     tijdens de gesprekken dit jaar raakte mij. Ik zou aan de Staatssecretaris willen vragen:
                     voelt u die wanhoop ook? Ik verwacht helemaal niet dat de Staatssecretaris kan toveren.
                     Ik verwacht helemaal niet dat hij in korte tijd goed kan maken wat er in decennia
                     aan puinhoop is aangericht door een overheid die liegt, vernielt en vernedert.
                  
Ik zie echter ook nu nog dat er beloftes gebroken worden. Ik noem er twee. Ten eerste
                     de mensen die te weinig waardedaling vergoed kregen van de NAM. Dat zijn mensen die
                     om velerlei redenen hun huis met een zwaar verlies moesten verkopen. Zij moeten soms
                     nu nog hun schuld afbetalen. Wij hebben jaren gestreden om die mensen te compenseren.
                     We legden voorbeeld op voorbeeld neer. Uiteindelijk werd er een motie van mij en anderen
                     aangenomen en kwam er 25 miljoen. Dat is bijna een jaar geleden. Het wordt niet uitbetaald.
                     De Staatssecretaris beloofde: in mei eerst een wetswijziging en dan zo spoedig mogelijk,
                     na de zomer, uitbetalen. Waar blijft het?
                  
Het tweede voorbeeld is de ongelijkheid tussen gedupeerden. De Ombudsman zette Groningen
                     op de kaft van het jaarverslag: een rij Groningers wachtend in de kou. Als reactie
                     daarop deed het kabinet vier beloftes. De meest concrete belofte voor heel veel van
                     die gedupeerden was de volgende. Ik formuleer ’m even letterlijk. «Het kabinet informeert
                     uw Kamer voor de zomer over de mogelijkheden om onuitlegbare verschillen zo veel mogelijk
                     te beperken.» Het is inmiddels na de zomer en maandag kregen we die brief. Er staat
                     niet één concrete maatregel in om onuitlegbare verschillen bij de versterking aan
                     te pakken, niet één! We hebben u zo veel voorbeelden laten zien van mensen met dezelfde
                     huizen in dezelfde straat, waarvan de mensen die op de even nummers wonen een nieuw
                     huis krijgen en die op de oneven nummers niet. We hebben die voorbeelden ook laten
                     zien bij de waardedaling. Een woning in de straat met postcode 9746 krijgt het wel
                     en de andere woning met postcode 9745 niet. Denk aan de mensen in Zoutkamp, Niekerk,
                     Lauwersoog. Het verandert niet. De Ombudsman zei: de burger kan niet meer wachten.
                     Waarom laat u Groningen dan opnieuw wachten? Want met het voorbeeld over de ongelijkheid
                     wilde ik eigenlijk terugkomen bij mijn eerste vraag: heeft u al gedupeerden gesproken
                     met wie het goed gaat? Dat raakt aan de vraag: denkt u dat we er zijn met wat kleine
                     aanpassingen? We horen de Staatssecretaris namelijk steeds stellig zeggen dat hij
                     geen stelselwijziging wil, maar we zien dat er met al die aanpassingen nauwelijks
                     iets verandert voor de mensen die al in dat stelsel zitten en die al helemaal vast
                     zijn gelopen. Hoe komt het goed als je niet wil zien dat het systeem faalt?
                  
We hebben, en dat vind ik zo mooi, met de gedupeerden zeven eisen opgesteld voor hoe
                     het wel moet, een weg uit deze ramp. Ik zou van de Staatssecretaris eigenlijk op alle
                     zeven een reactie willen.
                  
De eerste is: stop met Groningers te zien als tweederangsburgers. Er is 454 miljard
                     verdiend aan de gaswinning, maar ondanks al dat geld verlopen de schadeafhandeling
                     en de versterking voor huurders en eigenaren nog steeds dramatisch.
                  
De tweede eis is heel logisch: kom nou met die crisisaanpak voor schade en onveiligheid.
                     De huidige aanpak is gebaseerd op gestold wantrouwen. Er worden miljoenen verkwist
                     om euro's te besparen in de uitvoering. Stop die verdienmodellen. Stop die juridificering.
                     Zorg dat er één loket komt voor álle gedupeerden. Ik zag daarvan deze week weer een
                     voorbeeld. Er zijn zo veel rechtszaken. Er zijn zo veel gedupeerden die niets anders
                     kunnen dan naar de rechter gaan, waar ze gewoon op achterstand staan tegen een overmacht
                     aan juristen van het Rijk. Dat geldt zelfs voor mensen die hun juridische steun vergoed
                     krijgen. Ik sprak deze week iemand die zei: ik heb er recht op, het is ook al toegezegd,
                     maar ik heb nu mijn spaargeld moeten aanspreken, want ik krijg het maar niet vergoed,
                     want het IMG kan daar zomaar maanden over doen.
                  
De derde eis is om complexe zaken prioriteit te geven. De meest complexe zaken staan
                     nu vaak achteraan, zoals die van monumenteigenaren, ondernemers, boeren, huishoudens
                     met meervoudige schade en funderingsschade. In december vertelde ik het verhaal van
                     Boelo en Annemarie en hun beschadigde boerderij. Zij hebben hun boerderij inmiddels
                     roze geverfd uit wanhoop en we zien meer van die roze monumenten. Waar blijft de oplossing
                     voor hen?
                  
De vierde eis – ik ben er bijna – is dat het bewijsvermoeden juist gehanteerd moet
                     worden. Dat gebeurt gewoon niet goed.
                  
De vijfde eis luidt: leg wettelijk vast dat de gaswinning stopt en zorg dat de Groningse
                     problemen niet verplaatst worden naar bewoners boven gasopslagen en kleine gasvelden.
                     Nog steeds zien we ook bij de gasopslagen dat die schadeafhandeling niet geregeld
                     wordt.
                  
De zesde eis is: geef de Groninger jeugd toekomst. Investeer decennialang.
De zevende eis luidt: geef Groningers macht. Gedupeerden lopen stuk op een machtige
                     overheid als ze hun recht willen halen. Organiseer tegenmacht voor bewoners en zorg
                     dat mensen kunnen bouwen aan hun eigen toekomst en aan die van ons gebied.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Beckerman namens de SP. Er is een interruptie van de meneer Van
                     Wijngaarden, VVD.
                  
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik kan niet genoeg benadrukken hoezeer ik altijd de betrokkenheid, en ook de emotionele
                     betrokkenheid, van mevrouw Beckerman bij dit dossier waardeer. Ik denk dat dat ook
                     heel waardevol is, maar ik had net bij de eerste van die punten – zeven waren het
                     er volgens mij – toch wel even een vraag. Het punt richting de Staatssecretaris was
                     namelijk: stop met Groningers te zien als tweederangsburgers. Dat vind ik nogal een
                     uitspraak. Ik wil mevrouw Beckerman toch even in de gelegenheid stellen om dat te
                     nuanceren, want misschien bedoelt zij: probeer het gevoel weg te nemen dat mensen
                     tweederangsburgers zijn. Ik wil hier niet te veel semantische woordspelletjes spelen,
                     maar ik vind wel dat woorden ertoe doen. Ik vind niet dat we zomaar ongemerkt het
                     kabinet dit soort dingen moeten aanwrijven. Ik ben dus erg benieuwd of mevrouw Beckerman
                     die woorden nog wil nuanceren of van een toelichting wil voorzien.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Nee, ik wil die woorden niet nuanceren. Dit is een eisenpakket dat we gemaakt hebben
                     tijdens negen grote bijeenkomsten met honderden gedupeerden. De Staatssecretaris was
                     ook bij een van die bijeenkomsten. Dit is een eisenpakket voor Groningen. Wat heel
                     veel Groningers zeggen is: we hebben soms niet meer het gevoel dat we onderdeel zijn
                     van dit land en we hebben het gevoel dat we gebruikt zijn als wingewest. En onder
                     die eis staat – ik heb ze omwille van de tijd niet helemaal voor kunnen lezen, maar
                     u kunt ze nalezen op www.respectvoorgroningen.nl – hoeveel geld er verdiend is aan die gaswinning in Groningen, namelijk 454 miljard.
                     Van het deel waarvan we het weten – dat is maar een klein deel – weten we dat nog
                     niet eens 1% in het Noorden terecht is gekomen. Er is dus zoveel welvaart in Groningen
                     verdiend en tegelijkertijd zitten mensen nu al jaren in diepe ellende. We moeten niet
                     te veel over de parlementaire enquête praten, maar u ziet verhoor op verhoor hoe Groningers
                     willens en wetens in die ellende zijn gestort door Shell, door Exxon, door de NAM,
                     maar ook door de Staat. We hebben leugens voorbij zien komen. Er komen eindelijk geheimen
                     boven waarvan heel veel Groningers al heel lang wisten dat ze waar waren. Ik zou niet
                     weten hoe je dat anders kunt uitleggen. U bent nu, en ik vond dat mooi hoor, heel
                     erg voor die veiligheid. Maar in 2013 na die beving, werd de gaskraan opengezet. Dat
                     gebeurde willens en wetens. We stellen nu veiligheid voorop, maar dat is toen niet
                     gebeurd.
                  
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Mevrouw Beckerman gaat natuurlijk helemaal over haar eigen woorden. Ik vond het wel
                     belangrijk om dit opgemerkt te hebben. Ik moet ook zeggen dat in haar toelichting
                     toch ook wel het gevoel van Groningers centraal stond. Dat vind ik fijn om gehoord
                     te hebben.
                  
De voorzitter:
Meneer Van Wijngaarden, dit was uw laatste interruptie, in deze ronde althans. U zit
                     er dus vanaf nu voor spek en bonen bij wat interrupties betreft.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Het is niet alleen gevoel, maar het zijn natuurlijk ook keiharde feiten. Die feiten
                     liegen er niet om. En het is nog steeds een feit dat mensen – ik hoop dat u ze ook
                     spreekt – gewoon tegenover de overheid staan in de rechtszaal en tegenover Pels Rijcken
                     staan in de rechtszaal. Zij staan tegenover een overmacht, alle mooie woorden en alle
                     beloftes ten spijt. Ik heb er net twee uitgelicht. Eindelijk hadden we die strijd
                     gewonnen. Mensen die hun waardedaling onvoldoende vergoed kregen, zouden we gaan steunen
                     en zij zouden geld krijgen. Er is geld voor vrijgemaakt, maar dat wordt niet overgemaakt.
                     We zouden mensen in zo'n ongelijke situatie gaan helpen. Er is niet één concrete maatregel.
                     Dat is geen gevoel. Dat zijn gewoon feiten.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Beckerman namens de SP.
Mevrouw Mulder, CDA, aan u het woord.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter, dank. Wat ik deel met mevrouw Beckerman is de opvatting dat de verdeling
                     van de lusten en lasten gewoon niet goed is in Groningen. Daar lopen we nog steeds
                     tegen aan. Je verwacht dan als inwoner je recht te kunnen halen, dan zit je in zo'n
                     versterkingsopgave, dan ga je al die stadia door en dan duurt dat allemaal best wel
                     lang. Wij horen bijvoorbeeld dat als je dan in het stadium van de begroting voor jouw
                     versterkingsopgave terechtkomt, zo'n begroting soms wel tot vijf keer toe wordt afgewezen.
                     Ik denk dan: hoe kan dat nou? Dan duurt het vaak ook twee maanden voordat je daar
                     een reactie op krijgt, dus dan ben je zo weer een jaar verder. Ik denk ook dat dat
                     de voorbeelden en de feiten zijn waar onze Groninger inwoners gewoon nog steeds tegen
                     aanlopen. Ik hoop ook dat de Staatssecretaris, die veel in Groningen is, zijn oor
                     goed te luisteren legt en hier ook naar wil kijken. Hoe kan je nou in het laatste
                     stadium voorkomen dat dat allemaal nog steeds zo traag gaat? Want vijf keer een begroting
                     afkeuren ... Als dat twee keer gebeurt, zou je denken dat je eens een keer om tafel
                     gaat met als insteek: waarom krijgen we het nog niet goed voor elkaar en hoe gaan
                     we ervoor zorgen dat het wel voor elkaar komt? Ik vroeg me ook af of de Staatssecretaris
                     deze signalen ook krijgt en of hij daar een oplossing voor heeft. Wat gaat hij daaraan
                     doen?
                  
We lezen dat de opnames en de beoordeling een goede voortgang kennen, maar dat de
                     doorstroming naar de fase van de uitvoering nog onvoldoende is. Waar komt dat nou
                     door? Komt dat door schaarste aan grondstoffen en bouwmaterialen? Zijn er andere oorzaken?
                     Wij horen eigenlijk dat er voldoende capaciteit zou zijn, ook onder aannemers. Dus
                     waar zit het ’m nou in? Hebben we genoeg mensen om alle huizenbezitters te kunnen
                     helpen om die stappen te maken en om voldoende continuïteit in de continue instroom
                     van nieuwe huizen te bereiken, zodat we uiteindelijk 2028 toch gaan halen? Ook het
                     Staatstoezicht op de Mijnen maakt zich daar namelijk grote zorgen over.
                  
Voorzitter. Dan de waardedalingsregeling. Collega Beckerman gaf het ook al aan: eind
                     vorig jaar is 25 miljoen euro vrijgemaakt om de verschillen tussen de schadevergoeding
                     volgens de waarderegeling van de NAM en de waardedalingsregeling van het IMG te compenseren.
                     In zijn brief van mei dit jaar zei de Staatssecretaris te verwachten dat hij met het
                     IMG spoedig na de zomer van start zou kunnen gaan met het uitkeren van compensatie.
                     Van bewoners hoor ik dan jammer genoeg dat het IMG hun nog steeds niet duidelijk kan
                     maken wanneer die regeling er nou is. Vervolgens is de angst dan ook dat als die misschien
                     pas per 1 januari 2023 wordt toegepast, dan die compensatie lager zou kunnen zijn.
                     Ze kunnen er eigenlijk niets aan doen en ze zien het achteruit kachelen. Hoe kijkt
                     de Staatssecretaris daarnaar en kan hij ook toezeggen dat die aangepaste percentages
                     dan niet gaan gelden? Die toezegging zou ik namelijk graag krijgen.
                  
Voorzitter. Tot slot bespreek ik het toepassen van het bewijsvermoeden bij Norg. Wij
                     zoeken nog steeds naar een goede oplossing voor de mensen daar. Wanneer wordt er nou
                     eens een oplossing in gang gezet? Want het is straks op 5 oktober een jaar geleden
                     dat ik samen met collega Grinwis mijn motie daarover indiende. Ik vind een jaar wel
                     heel erg lang. Natuurlijk is deze Staatssecretaris pas zes maanden aan de slag, maar
                     ik hoop toch wel dat hij op korte termijn met een oplossing kan komen, want de willekeur
                     die ook daarbij zichtbaar is, valt niet te verklaren. Ik hoop gewoon dat schade netjes
                     wordt vergoed en dat niet alleen schade als gevolg van aardbevingen vergoed wordt,
                     want die zul je daar niet zo veel zien, maar dat ook mijnbouwschade vergoed wordt.
                     Want de grond gaat op en neer door het vullen en leeghalen van die berging.
                  
Voorzitter. Tot slot maak ik complimenten aan de Staatssecretaris voor de waakvlamstand
                     en ook aan het kabinet voor het daadwerkelijk terug willen gaan naar nul. Ik denk
                     dat de Groningers dat voor de veiligheid hard nodig hebben. Ik weet dat er partijen
                     in dit parlement zijn die dat minder of niet belangrijk vinden of daar een andere
                     afweging in maken, maar voor het CDA is het van belang dat we de veiligheid van de
                     Groningers met de adviezen van het Staatstoezicht op de Mijnen, die wij altijd hebben
                     gevolgd, blijven volgen.
                  
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Mulder namens het «Gristen» Democratisch Appèl.
De door mevrouw Mulder aangehaalde meneer Grinwis behoort tot de «GristenUnie», evenals
                     de buurman, meneer Segers, die we nu het woord gaan geven.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Is het «GristenUnie» of «ChristenUnie»? Dat is altijd de vraag. U had zo'n rollende
                     g.
                  
De voorzitter:
Ik zei vroeger ChristenUnie, maar ik heb hier geleerd dat het toch beter klinkt als
                     «GristenUnie».
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
We keuren het allemaal goed.
De voorzitter:
En het past ook goed bij meneer Grinwis van de «GristenUnie».
De heer Segers (ChristenUnie):
Zeker, zeker.
Ter zake, meneer de voorzitter: Groningen. Ruim tien jaar geleden was de eerste grote
                     beving in Huizinge. Deze zomer was ik in Loppersum, waar een speciale kerkdienst plaatsvond
                     om dat te herdenken. Dat was een heel bijzonder moment. Het was een heel ingetogen
                     en waardig moment. Maar het is ook tien jaar pijn en tien jaar onzekerheid. Afgelopen
                     weekend was er weer een beving. Die was kleiner, maar het was toch een blijvende herinnering
                     aan de onzekerheid van Groningen. Dat was in Uithuizen. Die ene beving daar leverde
                     alleen al 77 schademeldingen op. Dat laat precies zien met hoeveel onzekerheid Groningers
                     nog steeds leven en al heel lang leven. Des te blijer ben ik met de rechte rug die
                     de Staatssecretaris heeft als het gaat om de winning in Groningen, dus sluit ik me
                     aan bij collega Mulder. De Staatssecretaris heeft het nooit 100% uitgesloten, maar
                     heeft hier altijd duidelijk gemaakt dat dat echt zijn aller-, aller-, allerlaatste
                     optie is. Dat waren geen loze woorden, maar dat laat hij iedere keer zien. Daar ben
                     ik blij om. Daarvoor is het wel nodig dat de gasopslag in Norg, in Drenthe, goed wordt
                     gevuld en ook op dat punt sluit ik me aan bij collega Mulder. Daar geldt die omgekeerde
                     bewijslast sinds 2021, maar dat blijkt toch echt een lege huls te zijn. Wat kan de
                     Staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat schadegevallen in Norg gewoon in behandeling
                     worden genomen door het IMG? En is de al eerder voorgestelde aanwijsbevoegdheid daartoe
                     een mogelijkheid of kan de Tijdelijke wet Groningen worden aangepast? Met andere woorden,
                     ik roep de Staatssecretaris op om zo snel mogelijk met een oplossing te komen voor
                     omwonenden van die gasopslag.
                  
Dan ga ik verder met de juridische procedures bij het IMG, waar collega Beckerman
                     al aan refereerde. Ik heb daar pas lang over gesproken met een advocaat die de bewoners
                     bijstaat. Het lijkt erop dat het IMG heel ruimhartig is als het gaat om vergoeden.
                     Als je eruit komt, is het prima. Maar zodra er bezwaar wordt aangetekend, en helemaal
                     bij beroep, lijkt het wel alsof echt alles uit de kast wordt getrokken, in hele stevige
                     procedures. Dan wordt de landsadvocaat in stelling gebracht en dan eindigt iets van
                     90% van de zaken in verlies voor de bewoners. Het is pijnlijk dat we nog steeds op
                     die manier met bewoners omgaan. Er worden deskundigen opgevoerd die exclusief werken
                     voor het IMG terwijl ze onafhankelijk zijn. Dat is best apart. Als je onafhankelijk
                     bent, moet je onafhankelijk zijn. Waarom worden ze dan exclusief door het IMG ingezet?
                     Zou de Staatssecretaris kunnen aangeven of er ook weleens mediation plaatsvindt? Vindt
                     die veel minder confronterende manier van omgaan met bezwaren en beroep ook plaats?
                     Wordt daarop ook gestuurd? En is de Staatssecretaris het met mij eens dat er met redelijkheid,
                     billijkheid en barmhartigheid geoordeeld moet worden? Moet er gewoon niet recht worden
                     gedaan, en gehandeld worden naar de geest en niet zozeer naar de letter van de wet?
                  
Voorzitter. Dan de versterkingsprocedure. Ik heb eerder dit jaar een motie ingediend
                     waarin de regering wordt gevraagd om bewoners binnen het halfjaar duidelijkheid te
                     geven over hoe het ervoor staat en wat de planning is. Dat werkte heel goed en dat
                     leverde ook duidelijkheid, alleen kan het in de uitvoering nog wel vijf jaar duren.
                     Zou het niet goed zijn om in die uitvoering – dat gaat om de NCG – elk halfjaar een
                     update te geven? Elk halfjaar wordt die operatie herijkt. Is het niet goed om bewoners
                     dan ook een update te geven van de verwachting? Ik denk namelijk dat het gebrek aan
                     duidelijkheid vaak frustrerend is. Ik denk dat het zeer helpt als die duidelijkheid
                     er wel komt, ook als dat betekent dat het soms wat langer duurt. Ik overweeg op dit
                     punt een motie, maar ik hoor graag eerst de suggestie van de Staatssecretaris.
                  
Dan de dorpenaanpak. Daar heeft de Staatssecretaris eerder dit jaar een brief over
                     geschreven, maar ik hoor daar nogal wat klachten over. Dus het loopt nog niet helemaal
                     soepel, ook vanwege grote tijdsdrukken. Misschien kan ik de Staatssecretaris toch
                     vragen naar de eerste lessen die daaruit te trekken zijn.
                  
En helemaal aan het eind, voorzitter, want ik zie u een beetje op het puntje van uw
                     stoel zitten: de waardevermeerderingsregeling. Die loopt eind dit jaar af, ook omdat
                     het geld op is. Tegelijkertijd is het wel een hele goede regeling. Kunnen we die niet
                     verlengen? Is er geen ruimte om daar toch met grotere ruimhartigheid mee om te gaan?
                  
En dan zet ik een punt, meneer de voorzitter.
De voorzitter:
U was netjes binnen de tijd, hoor. Voor de mensen die minder ter zake deskundig in
                     het dossier zitten, zeg ik nog even dat IMG staat voor Instituut Mijnbouwschade Groningen,
                     en dat de heer Segers met NCG doelde op de Nationaal Coördinator Groningen. Dat zeg
                     ik voor de mensen die minder goede kennis van deze dossiers hebben. Dank u wel, meneer
                     Segers. U was netjes binnen de tijd, hoor, maar ik zit altijd op het puntje van de
                     stoel, anders kom ik niet met mijn voeten bij de grond. Het is dus meer van praktische
                     aard. Dan nu meneer Van Wijngaarden, namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
                  
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Dank, voorzitter. Ik heb vier onderwerpen: de herafweging Schoonebeek, de gaswinning
                     op de Noordzee, de voortgang van de versterkingsopgave in Groningen en de gaswinning
                     uit het Groningenveld.
                  
Ten eerste ga ik in op het grootste oliereservoir onder land van West-Europa, het
                     Schoonebeek-oliereservoir. De olie die we eruit halen is te prefereren boven de bloedolie
                     van Poetin. Met het verplaatsen naar Drenthe vind ik het van belang dat de veiligheid
                     van de bewoners en het milieu vooropstaat. Hoe ziet de Staatssecretaris daarop toe?
                  
Ten tweede de gaswinning op de Noordzee. De Staatssecretaris neemt een aantal maatregelen
                     om de vergunningverlening te versnellen en daarmee ook de productie. Dit is vooral
                     gericht op het verbeteren van het vergunningverleningsproces. Ik zie het als een zeer
                     positieve ontwikkeling dat de Staatssecretaris met die versnellingsplannen is gekomen.
                     De VVD heeft zich al langer ingezet voor versnelde exploitatie. Ik wil de Staatssecretaris
                     vragen hoe hij de Kamer op de hoogte gaat houden van het waarmaken van onze gedeelde
                     ambitie om te komen tot een halvering van de tijd die het gemiddeld in beslag neemt
                     om een vergunning te krijgen om op de Noordzee naar gas te boren. Is hij bereid om
                     de Kamer halfjaarlijks een voortgangsrapportage te sturen, die ook kwantitatief inzichtelijk
                     maakt hoe het staat met de versnellingsoperatie? De afgelopen week, met de vermeende
                     sabotage van de Nord Streamleidingen, heeft nogmaals duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar
                     Europa is en hoezeer we ons moeten inzetten om onze strategische onafhankelijkheid
                     te verkleinen. Ik lees nu in de brief dat vanwege de versnelling binnen één tot drie
                     jaar 1 miljard kubieke meter extra aan winning gerealiseerd kan worden op de Noordzee.
                     Dat is een marge van twee jaar. Waarom is die marge zo groot? Wat is er nodig om dit
                     binnen één jaar te realiseren? Nederland snakt immers naar dit gas en onze energieonafhankelijkheid
                     is belangrijker dan ooit.
                  
Ten derde ga ik in op de versterkingsopgave. De rapportage van het SodM laat ons een
                     aantal positieve ontwikkelingen zien. Zo is er een grote inhaalslag gemaakt met het
                     beoordelen van huizen. Maar de rapportage is ook kritisch. Met een gemiddelde van
                     500 tot 600 daadwerkelijk versterkte huizen per jaar is het doel om nog 13.000 huizen
                     voor 2028 te versterken, niet in zicht. Hoe verloopt de dorpenaanpak? Hoe zijn de
                     eerste ervaringen? De heer Segers vroeg daar ook al naar. Heeft de aanpak geleid tot
                     een betere omgang met burgers? Het is belangrijk dat deze tekorten weggewerkt worden.
                     Hoe is de Staatssecretaris van plan om een inhaalslag te bewerkstelligen? Hoe verlopen
                     de gesprekken met bouwbedrijven en aannemerscombinaties hierover, en waar wringt de
                     schoen?
                  
Ten vierde de begrijpelijke keuze van de Staatssecretaris en het kabinet om de winning
                     uit het Groningenveld te reduceren tot de minimale waakvlamwinning. Het SodM-rapport
                     maakt nogmaals duidelijk wat onzekerheid en stress met de gezondheid van Groningers
                     doen; daar is zonet ook al uitgebreid naar verwezen. Ook uit persoonlijke gesprekken
                     en uit de vele getuigenissen bij de parlementaire enquête wordt duidelijk waarom het
                     Groningenveld alleen de allerlaatste optie is bij ernstige tekorten, mede afhankelijk
                     van de geopolitieke situatie. Hoe zijn en worden de Groningers bij die besluitvorming
                     betrokken?
                  
Tot slot, voorzitter, iets wat nog een beetje in de lucht hangt. De heer Van Haga
                     vraagt iedere keer naar die stikstofinjectie als een soort alternatief. Bij mijn weten
                     is dat meer een studie op papier en is het nog nooit echt grootschalig toegepast,
                     in ieder geval niet in een veld met die omvang. Bovendien is ieder veld geologisch
                     ook weer anders, lijkt mij. Maar ik vind het wel belangrijk dat dit een keer van een
                     antwoord wordt voorzien, zodat er ook een einde komt aan de twijfel die daar soms
                     over lijkt te bestaan. Ik ben dus benieuwd hoe het staat met die toezegging.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Wijngaarden namens de VVD. Dan gaan we naar meneer Nijboer
                     van de Partij van de Arbeid. Voor degenen die hem niet zien zitten: hij zit echt achter
                     die grote stapel papieren.
                  
De heer Nijboer (PvdA):
Ja, voorzitter, ik heb allemaal in elkaar overlopende debatten vandaag; daar komt
                     dat door. Dat hebben we gelukkig niet elke dag.
                  
Voorzitter. Ik ben de afgelopen weken regelmatig naar de Blinkerdlaan geweest, waar
                     ik ben opgegroeid. Daar zijn de huizen nu afgebroken vanwege de sloop en nieuwbouw
                     daar. Het is daar net ... Nou, ik zal het geen oorlogsgebied noemen, maar het is daar
                     één grote, kale vlakte, met allemaal hekken eromheen. De tranen springen je in je
                     ogen als je dat ziet. Het is nodig hoor; die huizen moeten opnieuw gebouwd worden.
                     Daarachter ligt de Ommelanderstraat, waar ik de Staatssecretaris vaker op heb bevraagd.
                     Een deel van die Ommelanderstraat is namelijk ook sloop en nieuwbouw, en een ander
                     deel, met precies dezelfde huizen, krijgt een regeling aangeboden die daar in de verste
                     verte niet bij in de buurt komt. Die mensen denken: ik kijk uit op dat gebied waar
                     100 of 120 huizen komen die allemaal nieuw en duurzaam worden, en ik krijg een huis
                     dat aan alle kanten tocht en waaraan eigenlijk niks gebeurt, terwijl ik precies hetzelfde
                     huis heb. Dat zijn de dilemma's die ik de Staatssecretaris ook heb voorgehouden in
                     het afgelopen jaar. Samen met de heer Segers heb ik in een debat gepleit om daar een
                     oplossing voor te vinden. Ik zag erg uit naar die dilemmabrief en ik heb die echt
                     goed geprobeerd te lezen, maar ik begrijp gewoon niet precies wat de Staatssecretaris
                     nou voorstelt in die brief. Wat betekent die brief nou voor dit voorbeeld? En wat
                     betekent die brief voor het voorbeeld met de postcodes bij Zoutkamp in de buurt, waar
                     in de verschillende dorpen de een wel € 10.000 vergoeding kreeg en de ander niet?
                     Er staan allemaal criteria en dilemma's in, maar ik heb nog geen antwoord op de vraag
                     wat die mensen hieraan hebben. Daar had ik eigenlijk wel op gehoopt. Wat betekent
                     het voor Delfzijl, waar mensen aan de ene kant van de straat voor € 30.000 in het
                     versterkingsprogramma zitten en daaruit kunnen omdat ze niet met zekerheid versterkt
                     worden, en mensen aan de andere kant van de straat die die keuze niet hebben? Wat
                     betekent het voor buren die die keuze wel willen maken en andere buren die dat niet
                     willen, terwijl ze wel diezelfde keuze moeten maken? Wat betekent het nou voor al
                     die gevallen? Ik zie de dilemma's wel een beetje, maar het is mij oprecht niet helder
                     wat de Staatssecretaris nou precies voorstelt in die brief, behalve dat er dilemma's
                     zijn.
                  
Er staan ook criteria bij. Een van de criteria is de mate van technische en juridische
                     onderbouwing. Ik zeg natuurlijk niet dat mensen helemaal niks juridisch moeten onderbouwen,
                     maar dit criterium zou ik snel weggooien. Mensen in Groningen zijn helemaal zat van
                     die juridische onderbouwingen. Bij voorspelbaarheid van handelen kan ik me wel wat
                     voorstellen. Dus ik kan me bij die zeven zaken, zoals overlast – dat willen we ook
                     niet – wel wat voorstellen. Vergelijkbaarheid van situaties – dat is het zevende punt –
                     vind ik de belangrijkste. Kun je het nog een beetje aan mensen uitleggen dat de ene
                     buurman of buurvrouw dit krijgt en de andere dat? Is dat nog een beetje redelijk,
                     met dezelfde bouw? Ik vraag de Staatssecretaris daar echt op in te gaan. Ik zie dat
                     hij de dilemma's schetst. Ik zie ook wel dat er dilemma's zijn. Ik wil graag een antwoord
                     op de paar voorbeelden, maar er zijn er tal van. Die kent de Staatssecretaris ook
                     en beschrijft hij ook deels. Wat is nou het antwoord? Wat gaat er gebeuren voor die
                     mensen?
                  
Voorzitter. Ik wil ook de waardedalingsregeling graag nog een keer in herinnering
                     roepen. Ik wil Aukje de Vries daarvoor prijzen; laat ik ook eens royaal zijn. Zij
                     heeft er 25 miljoen voor afgedwongen. Dat was niet meer dan normaal, maar het is nog
                     steeds niet geregeld. Dat is inmiddels ook alweer een maand of negen terug, misschien
                     nog wel langer. Dan ben je een jaar verder. Hoe kan dat nou toch? Mensen kunnen er
                     gewoon naartoe en zeggen: «Dit is mijn WOZ-waarde. Hier heb ik recht op en dit heb
                     ik gekregen» – of nou ja, gekregen – «voor dit bedrag heb ik in die tijd geschikt
                     met de NAM. Dit is het verschil. Dit moet ik krijgen.» Dat is nog steeds niet rond.
                     Hoe kan dat nou? Mensen zijn dat wel een beetje spuugzat.
                  
Voorzitter. Ten aanzien van Norg sluit ik me gemakshalve aan bij collega Mulder. En
                     wat betreft de Waddenzee sluit ik me aan bij collega Van Raan. Hij heeft daar zijn
                     hele betoog over gehouden, dus daar is al veel over gezegd.
                  
Voorzitter. Ik zou nog wat anders willen voorhouden, namelijk de verkoop en de splitsing
                     van de NAM. De Staatssecretaris heeft daarbij toestemmingsbevoegdheid. Ik vraag de
                     Staatssecretaris in hoeverre hij dat kan oprekken, want eigenlijk kan alles wat de
                     NAM op dit moment doet, het daglicht niet verdragen. De verhoren schijnen daar nog
                     meer licht op, tot en met Van Roost aan toe die niet wil komen bij de enquêtecommissie.
                     Maar denk ook aan het niet voldoen van de rekeningen en het overal een probleem van
                     maken. We hebben dat vaak besproken. De Staatssecretaris kent mijn positie daarin.
                     Alles wat zij van de Staat vragen, doen we wat mij betreft dus niet als het enigszins
                     kan. Hoe staat de Staatssecretaris daarin? Hij kan dat wellicht als drukmiddel gebruiken.
                  
Tot slot, voorzitter. De Staatssecretaris heeft mijn vragen beantwoord over het niet
                     verschijnen bij de enquêtecommissie door Van Roost van Exxon. De Staatssecretaris
                     is daar net zo ongelukkig mee als wij. Ik zag in de beslisnotitie dat hij keuze had
                     uit het op drie manieren uitspreken van zijn ongenoegen. Ik weet niet precies welke
                     term het is geworden. Hij zou nog contact opnemen. Ik ben benieuwd of dat nog ergens
                     toe heeft geleid. Zijn ze bereid zijn om te luisteren naar een Staatssecretaris die
                     opbelt namens het kabinet? Of zeiden ze: zak er maar in; het hoeft niet?
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nijboer namens de PvdA. Ik kan me de wijk waarin u bent opgegroeid
                     nog goed herinneren, want daar heeft u mij op gewezen toen we er met de bus vanuit
                     Loppersum langsreden. Ik kan mij dat dus nog goed herinneren. Meneer Boulakjar namens
                     D66.
                  
De heer Boulakjar (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik begin mijn bijdrage met de aardbevingen bij Uithuizermeeden.
                     Vorige week werd het dorp getroffen door stevige aardbevingen. De veiligheidsregio
                     Groningen omschreef een van de bevingen als «een enorme knal» en gaf daarnaast aan
                     dat de schrik er bij mensen goed in zat. Opnieuw worden Groningers geconfronteerd
                     met angst en onzekerheid, en opnieuw zullen Groningers zich melden voor schade en
                     versterking. Allereerst wens ik vanaf deze plek de getroffen Groningers heel veel
                     sterkte. Daarnaast vraag ik de Staatssecretaris: zijn er veel schademeldingen ontvangen
                     vanuit het gebied? En hoe wordt hierop geacteerd?
                  
Voorzitter. Dan de voortgang van de versterkingsoperatie. In zijn voortgangsrapportage
                     concludeert het SodM dat met het huidige tempo de versterkingsdoelstelling om de versterkingsopgave
                     in 2028 af te ronden, niet gaat worden gehaald. Welke stappen kunnen er concreet worden
                     gezet om het tempo nu eindelijk eens te versnellen? Het SodM is positief over het
                     meerjarenversterkingsplan en specifiek over de dorpenaanpak, waar de heer Segers het
                     ook al over had. Het SodM herkent hierin elementen van de crisisaanpak die het eerder
                     had aanbevolen. Hoe staat het nu met deze dorpenaanpak? Hoe kunnen we ervoor zorgen
                     dat deze aanpak, als deze succesvol is, zo snel mogelijk kan worden uitgerold?
                  
Voorzitter. Het SodM, het Staatstoezicht op de Mijnen, constateert dat de doorstroming
                     van adressen vanuit de fase van planvorming naar de fase van uitvoering onvoldoende
                     is. De Staatssecretaris geeft aan dat hij de komende tijd zal gebruiken om een versnelling
                     te realiseren. Welke stappen heeft hij tot dusver gezet en welke mogelijkheden ziet
                     de Staatssecretaris nog om deze doorstroom te verbeteren?
                  
Voorzitter. Naast de versterkingsoperatie hebben de Groningers ook baat bij een betaalbare
                     energierekening. Goede isolatie is daarvoor onmisbaar. Kan de Staatssecretaris aangeven
                     hoe de verduurzamingsopgave mee wordt genomen in het besluit om over te gaan tot versterking
                     of nieuwbouw?
                  
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Ja, nog over die versterkingsoperatie. Ik dacht: laat ik even het blokje afwachten.
                     De Ombudsman zette Groningen, een foto van Groningers wachtend in de rij, voorop op
                     het jaarverslag. Het kabinet deed vier toezeggingen. Een van die toezeggingen was
                     heel concreet, namelijk dat er voor de zomer een brief zou komen over hoe de ongelijkheid
                     aangepakt zou worden. Voor de zomer kwam die brief niet. Inmiddels is het na de zomer.
                     Er zit niet één concrete maatregel in om die ongelijkheid bij de versterking aan te
                     pakken. Ik ben wel heel erg benieuwd wat D66 daarin graag zou zien.
                  
De voorzitter:
Wat is daarop uw antwoord, meneer Boulakjar?
De heer Boulakjar (D66):
Ik heb die brief niet zo snel paraat. Dus met uw toestemming geleid ik dit door naar
                     de Staatssecretaris, die daar zeker heel verstandige woorden over kan zeggen. Als
                     dat niet zo verstandig is, bekijk ik met mevrouw Beckerman wat we samen met de rest
                     van de commissieleden kunnen doen om daar toch mee aan de slag te gaan.
                  
De voorzitter:
Kunt u het geduld opbrengen tot na de schorsing? Of wilt u nog een interruptie?
Mevrouw Beckerman (SP):
Nou, niet om flauw te doen, maar ik vind het gewoon heel erg lastig, omdat we natuurlijk
                     al jarenlang zien dat die versterking dramatisch verloopt en al jarenlang zien dat
                     er ongelijkheid ontstaat. Maar we zien ook dat er in de Kamer een heleboel moties
                     zijn aangenomen om die ongelijkheid tegen te gaan. Er zijn net al een aantal voorbeelden
                     genoemd, bijvoorbeeld om bepaalde postcodes toe te voegen waar mensen nu niks krijgen,
                     terwijl hun buren in dezelfde straat wel iets krijgen. Die maatregel is gewoon aangenomen,
                     maar het wordt niet uitgevoerd. Dat gaat dan over waardedalingsrecht, maar ook bij
                     de versterking hebben we steeds gezegd: voorkom dit nou. Ik vind dat we daar als Kamer
                     gewoon een heel belangrijke rol in hebben, omdat we zien dat het niet gebeurt, zelfs
                     niet na aangenomen moties.
                  
De heer Boulakjar (D66):
Zeker. Ik ben het helemaal eens met mevrouw Beckerman. Ongelijkheid moeten we zeker
                     niet bevorderen. We moeten het in ieder geval tegengaan. Ik wacht toch even de reactie
                     af. Ik stoor me er ook aan dat moties niet worden uitgevoerd, zeg ik tegen mevrouw
                     Beckerman. Ik kan me niet voorstellen dat deze Staatssecretaris dat ook doet. Dus
                     ik verwacht dat hij moties uitvoert, zeker die waar D66 onder staat.
                  
Voorzitter ....
De voorzitter:
Bedankt voor uw beantwoording. U hebt nog drie minuten spreektijd. Ik denk dat iedereen
                     zich met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aansluit bij de goede wensen
                     die u net uitte tegen de Groningers. U hebt nog drie minuten spreektijd.
                  
De heer Boulakjar (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat het wel moet lukken. Nog steeds geven Groningers
                     aan veel juridisch gedoe te ervaren bij de schadeafhandeling, ook voor kleine schades.
                     De uitvoeringskosten bedragen nog altijd, of inmiddels eigenlijk, € 0,74 op iedere
                     euro. Toen ik begon met dit dossier, was het rond € 0,50 en dat is nu gegroeid naar
                     € 0,74. Dat is onacceptabel. Er is mij verteld dat er ook andere modellen mogelijk
                     zijn waarmee schade effectiever en efficiënter kan worden vergoed. Kan de Staatssecretaris
                     toezeggen dat hier uitgebreid onderzoek naar wordt gedaan en dat de Kamer zo snel
                     mogelijk, liefs nog dit jaar of eventueel kort na het kerstreces, hierover wordt geïnformeerd?
                  
Voorzitter. Bij de stukken van vandaag zat ook de beloofde evaluatie van de Tijdelijke
                     wet Groningen. Het resultaat is een zevental aanbevelingen voor verbetering. De Staatssecretaris
                     geeft aan zijn appreciatie hiervan nog met de Kamer te zullen delen. Wat is de eerste
                     reactie van de Staatssecretaris op deze aanbevelingen? Wanneer verwacht hij een uitgebreide
                     appreciatie met de Kamer te kunnen delen?
                  
Voorzitter. Recht doen aan de menselijke maat is een van de hoofddoelen van de Tijdelijke
                     wet Groningen. Aanbeveling 4 gaat hier specifiek op in. In het rapport wordt voorgesteld
                     om een adviesraad van het IMG samen te stellen, bestaande uit inwoners en maatschappelijke
                     organisaties, die het IMG adviseren over de uitvoering van zijn taak en de mogelijkheden
                     om daarin zo veel mogelijk recht te doen aan de menselijke maat. Kan de Staatssecretaris
                     toezeggen dat hij dit voortvarend zal oppakken?
                  
Voorzitter. Dan het kopje Ternaard. Ja, we hebben het vandaag over mijnbouw. Eerder
                     deze maand ontving de Staatssecretaris samen met zijn collega van LNV opnieuw een
                     oproep vanuit het veld om geen vergunning af te geven voor gaswinning bij Ternaard.
                     Eerder gaf UNESCO Nederland al een waarschuwing. Ditmaal gaat het om een brief namens
                     ongeveer 400 wetenschappers. Ook deze brief roept het kabinet op om de kwetsbare Waddenzee
                     te beschermen en dus geen vergunning te verlenen voor gaswinning bij Ternaard. Ik
                     begrijp dat de heer Van Raan daar uitgebreid over gesproken heeft. Hoe duidt de Staatssecretaris
                     deze oproep? Deelt hij de mening dat deze brief bevestigt dat hierover gerede wetenschappelijke
                     twijfel bestaat en dat het verlenen van een vergunning voor Ternaard negatieve ecologische
                     effecten zou kunnen hebben? Welke opvolging zal hij samen met Minister van der Wal
                     geven aan deze brief?
                  
Voorzitter, ik rond af. In ieder debat over mijnbouw en Groningen heb ik het over
                     de positie van kinderen. Een gevoel van onveiligheid en het gemis van een veilig thuis
                     hebben grote effecten op de mentale gezondheid van mensen, en zeker op die van kinderen.
                     Ik kijk dan ook uit naar de voorstellen rondom de mentale gezondheid van zowel kinderen
                     als volwassenen die de Staatssecretaris aanhaalt in zijn brief van 8 juli. Hoe staat
                     het met het opvolgen van de motie-Boulakjar/Paulusma over het organiseren van een
                     jongerentop? Is er reeds contact gelegd met de organisatie? En helemaal afrondend
                     vraag ik de Staatssecretaris om in dit dossier aandacht te blijven houden voor de
                     positie van kinderen en om die continu hoog op de agenda te blijven houden.
                  
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank, meneer Boulakjar, van D66.
De heer Nijboer (PvdA):
Ik sluit me van harte aan bij dat laatste punt. Ik heb geen interruptie, maar slechts
                     de mededeling dat ik mede namens GroenLinks heb gesproken. Dat is niet vanwege desinteresse
                     van mevrouw Kröger, maar ze was een beetje ziekig. Daar komt het eigenlijk op neer.
                     Ze kon er niet bij zijn. Dat had ik even moeten zeggen aan het begin van mijn termijn.
                  
De voorzitter:
Dat staat nu genoteerd, dus dat is geen probleem. De Staatssecretaris gaat zich even
                     mentaal voorbereiden op de beantwoording. Ik stel een schorsing voor tot 18.40 uur.
                     Dat moet genoeg zijn om een sanitaire pitstop te maken en een gevulde koek te nuttigen.
                     Ik zie meneer Segers bedenkelijk kijken.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Als we het ietsje langer doen, kunnen we nog even eten. Is dat geen goed idee?
De voorzitter:
Dan schorsen we tot 19.00 uur. Ik zie dat iedereen het eens is met meneer Segers.
                     Dan schors ik tot 19.00 uur en dan zien we elkaar terug. Dank u wel.
                  
De vergadering wordt van 18.24 uur tot 19.00 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik ga dadelijk het woord geven aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat.
                     Ik stel aan de leden het volgende voor. Ik denk dat u het wel redt met vier interrupties
                     per fractie; dat moet lukken. Meneer de Staatssecretaris, ik weet niet of u met blokjes
                     werkt. Mocht dat zo zijn, dan zou het fijn zijn als u dat aangeeft. Dan stel ik de
                     leden aan het einde van het blokje in de gelegenheid om vragen te stellen en loopt
                     uw verhaal wat beter door. Alstublieft, meneer de Staatssecretaris.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dank u, voorzitter. Dank aan de leden, soms voor de vriendelijke woorden en voor de
                     vragen. Ik ga beginnen met een kort stukje over Drenthe, omdat wij een speciale gast
                     in het publiek hebben zitten. Die moet zo meteen terug naar Drenthe. Het verzoek was
                     of ik dat aan het begin wilde doen. Dat doe ik graag. Dat is overigens wel een antwoord
                     op de vraag van de heer Van Wijngaarden. Die is er nog niet, maar die hoort dat dan
                     wel weer. Daarna ga ik het hebben over Groningen in het algemeen, over gaswinning,
                     schade en versterken. Ik kom de volgende keer terug op het grotere beeld rond Groningen.
                     Dat is allemaal heel kort. Daarna ga ik iets zeggen over mijnbouw. Ik zal eindigen
                     met Ternaard en de Wadden.
                  
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter?
De voorzitter:
Er is nog iemand uit Drenthe hier; dat is mevrouw Mulder.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ja, dat klopt. Ik zit te kijken naar de Friezen. Als zij nog terug moeten naar Friesland,
                     wil ik eigenlijk wel verzoeken of Ternaard ook wat naar voren mag.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ja, hoor. Dan doe ik eerst Drenthe en dan Ternaard.
De voorzitter:
Dan hebben we dat ook afgetikt, dank u wel.
Staatssecretaris Vijlbrief:
De heer Van Wijngaarden vroeg het volgende. In zijn vraag lag eigenlijk impliciet
                     besloten dat hij het geloof ik een goed idee vond dat de waterinjectie verschuift,
                     dat die weggaat uit Twente en naar Drenthe gaat. Laat ik daar eerst nog iets over
                     zeggen. Dit is het afgelopen jaar een heel groot dossier geweest. Er lag een onuitgevoerde
                     motie van de Kamer over. Ik vind eigenlijk zelf – laat ik dat ook een keer zeggen –
                     dat de samenwerking tussen het kabinet en de Kamer hierbij heel goed geweest is. We
                     zijn erin geslaagd om in Twente te stoppen met deze injectie van water, die daar tot
                     heel veel onrust leidde. De NAM heeft mij verzekerd dat ze ook dit jaar niet gaan
                     herstarten. We gaan daarna zo snel mogelijk in Drenthe beginnen. De vraag van de heer
                     Van Wijngaarden was: hoe let je daarbij dan op de veiligheid van de bewoners en het
                     milieu? Het moet schoon en veilig. De omschakeling naar Drenthe biedt juist de kans
                     om dat verwerkingsproces beter in te richten. Op verzoek van de bestuurders in Drenthe
                     ben ik een uitgebreid gebiedsproces gestart, waarbij omwonenden en belanghebbenden
                     de kans krijgen om hun zorgen te uiten en om afspraken te maken. Die afspraken worden
                     onderdeel van de vergunning. Daar houdt SodM toezicht op. Ik kan de mensen in Drenthe
                     verzekeren dat we dit niet zullen doen met een vluggertje, om het maar even plat te
                     zeggen. We zullen dit netjes doen. Natuurlijk is er voor NAM wel een belang om in
                     Drenthe niet te lang te wachten met starten, omdat ze in Twente niet meer kunnen en
                     het ook niet gewenst is. Maar dat zullen we dus zorgvuldig doen. Dat is één.
                  
Ik had ook beloofd om de Friezen tegemoet te komen rond Ternaard. Daar kan ik een
                     heel kort antwoord op geven, na een heel lang betoog van de heer Van Raan. Het antwoord
                     daarop is dat het proces daar gewoon loopt. Zoals de Kamer weet, ligt er nu een verzoek
                     voor een natuurvergunning en een omgevingsvergunning bij mevrouw Van der Wal, de Minister
                     voor Natuur en Stikstof. Zij is dat aan het bestuderen. Zodra dat bestuderen tot een
                     uitkomst heeft geleid, zal het kabinet dat aan de Kamer laten weten. Eerder kan ik
                     daar ook niks over zeggen. We hebben hier heel vroeg in mijn ambtstermijn – ik dacht
                     in de tweede week waarin ik Staatssecretaris was – een debat gehad over Ternaard en
                     de Wadden. Toen heb ik aangegeven wat ik persoonlijk vind van boren in de Wadden.
                     Ik vind dat niet verstandig. Het kabinet gaat dat ook niet meer doen. Maar over dit
                     dossier is er in het regeerakkoord opgeschreven: het proces wordt afgemaakt. Dat doen
                     we dan ook. Mevrouw Van der Wal, de Minister voor Natuur en Stikstof, is daar dus
                     naar aan het kijken. Dat zal een dezer weken of maanden tot een uitkomst moeten leiden.
                     Meer wil ik daar nu niet over zeggen, want meer helpt nu eigenlijk niet, denk ik.
                  
De voorzitter:
Drenthe, Twente en Ternaard. Eerlijkheidshalve was mevrouw Mulder de eerste. Daarna
                     bent u, meneer Boulakjar.
                  
De heer Boulakjar (D66):
Zij komt uit Drenthe, dus aan haar ...
De voorzitter:
Ja, zij komt uit Drenthe inderdaad.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Laat anders eerst ... Deze vraag gaat over Ternaard; die van mij gaat nog over Drenthe.
                     Ik verwacht eigenlijk namelijk nog een antwoord over Norg en de gasopslag.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat komt ook nog.
De voorzitter:
Dat komt nog.
Staatssecretaris Vijlbrief:
De vertegenwoordiger wil dat graag nog even. Dan doe ik dat ook nog. Dan kunt u daarna
                     de vragen toelaten. Sorry.
                  
Norg vergt even iets meer uitleg en woorden. Wat is er aan de hand? Ik was zelf in
                     Grijpskerk. Daar zat in juli een deputatie uit Norg in een bloedheet dorpshuis. De
                     discussie liep daar best wel hoog op. Wat was de irritatie bij de delegatie uit Norg?
                     De irritatie is dat het bewijsvermoeden daar ooit voluit is toegepast en dat dat nu
                     niet meer gebeurt. Dat was in een stuk van dat gebied. Dat wordt onrechtvaardig geacht.
                     Ik ben het daarmee eens. Ik vind dat niet verstandig. Nu is het probleem hier dat
                     dit in handen is van het IMG. Om het huiselijk te zeggen: dat waren twee oren aan
                     het gaswinningsgebied. Het IMG heeft van het ene oor een klein stukje afgehaald door
                     te zeggen: dat kan nooit aardbevingsschade zijn. Ik vind dat een ongewenste situatie,
                     omdat die mensen eerder wel in dat gebied hoorden. Dat is een van die verschillen
                     die niet goed begrepen wordt.
                  
Ik heb daar twee wettelijke mogelijkheden voor; ik dacht dat de heer Segers die al
                     noemde. Ik heb twee mogelijkheden: de aanwijzingsbevoegdheid of het veranderen van
                     de wet. Laat ik toezeggen aan de Kamer en de mensen uit Drenthe die kijken en die
                     daar in de buurt wonen: linksom of rechtsom ga ik regelen dat het bewijsvermoeden
                     daar gewoon weer wordt toegepast en dat niet van tevoren vaststaat dat het nooit mijnbouwschade
                     kan zijn. Dat is nu het geval in dat stuk. Dat vind ik ongewenst. Dat is wat ik zal
                     gaan doen. Daar zal ik de Kamer over berichten. Het is nu eind september. Dat moet
                     ik toch in de komende maanden kunnen doen; ik denk in november op z'n laatst. Ik ga
                     het proberen. Als het een wetswijziging moet zijn, dan staat het de Kamer natuurlijk
                     ook altijd nog vrij – ik doe helemaal geen suggesties, maar ik zeg het toch maar even –
                     om zelf die wetswijziging mogelijk te maken via een amendement. Dat moet nog wel behandeld
                     worden in deze Kamer.
                  
Voorzitter, dat was wat ik over Norg wilde zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer de Staatssecretaris. Mevrouw Mulder.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik heb vorig jaar, op 5 oktober, met collega Grinwis een motie ingediend over dit
                     punt, en later in februari nog met collega Segers. Ik ben blij dat de Staatssecretaris
                     het wil oplossen en het ook onrechtvaardig vindt. Maar behalve het punt dat hij net
                     heel beeldend omschreef, is het soms ook gewoon zo dat de ene buur het wel krijgt
                     en de andere niet. Die ongelijkheid zit dus ook daarin. De voorbeelden wil ik de Staatssecretaris
                     wel doen toekomen, zodat hij daar ook naar kan kijken. Je wil namelijk gewoon dat
                     dat netjes wordt opgelost. Het kan gewoon niet kloppen dat de een het onder dezelfde
                     argumenten wel krijgt en de ander niet. Dat kan niet de bedoeling zijn. Als de Staatssecretaris
                     dat ook in zijn oplossing wil meenemen, dan ben ik hem daarvoor erkentelijk.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Het korte antwoord is: ja. Maar daar kom ik straks nog even op terug bij de verschillenbrief.
                     Het is namelijk eigenlijk onderdeel van de verschillenbrief. Ik zal er zo nog even
                     wat meer over zeggen. Maar het antwoord is ja.
                  
De voorzitter:
Dank u wel voor de toezegging. Meneer Segers en dan meneer Boulakjar.
De heer Segers (ChristenUnie):
Op dit punt. Dank voor de reactie van de Staatssecretaris. Hij zegt: ik wil kijken
                     naar de aanwijzingsbevoegdheid en de mogelijke aanpassing van de tijdelijke wet. Misschien
                     heeft hij het al gezegd, maar toch nog even voor de zekerheid: wanneer komt hij met
                     een reactie op dat punt?
                  
De voorzitter:
Hij zei: in november. Ik zag zijn collega naast hem heel bedenkelijk kijken, dus het
                     zal wel december worden. Maar hij zei november, ja.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Er zijn snelle en langzame methodes. Als ik zelf een wetswijziging moet aanbrengen,
                     dan moet ik langs een bepaald aantal kanalen, zoals u weet. Als de Kamer iets amendeert,
                     kan dat veel sneller. Als het via de aanwijzingsbevoegdheid kan, dan kan het misschien
                     nog sneller. Daarom hield ik even een slag om de arm als het gaat om wanneer precies.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, meneer de Staatssecretaris. Mevrouw Beckerman?
Mevrouw Beckerman (SP):
Dit is eigenlijk heel technisch. We hebben nu de antwoorden gekregen op de novelle.
                     Die kan in die zin dus ingepland worden voor behandeling. Dat is een raam waardoor
                     we kunnen amenderen. Maar als de Staatssecretaris zegt: ik kom zelf pas eind november
                     met die brief ...
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Het loopt nu door elkaar. Ik kan eerder een brief sturen. Laten we zeggen dat u de
                     novelle begin november zou willen behandelen. Dan staat er dacht ik toch al iets als
                     een WGO ingepland. Dan zal ik ervoor zorgen dat er voor die tijd een brief ligt met
                     de mogelijkheden, anders wordt het ingewikkeld. Ik begrijp de vraag nu beter, sorry.
                     Als ik het zelf moet doen, duurt het langer. Dat probeerde ik net al te zeggen.
                  
De voorzitter:
Dank u wel. De griffier heeft alles genoteerd. Meneer Boulakjar.
De heer Boulakjar (D66):
Ik kom niet uit Drenthe of uit Friesland, maar uit Brabant. Daar gaat mijn vraag overigens
                     niet over. Mijn vraag gaat over Ternaard. De Staatssecretaris gaf aan dat het weken
                     kan duren, maar ook maanden. Daar schrik ik een beetje van, omdat we eerder hebben
                     gehoord dat er deze zomer een beslissing zou worden genomen. Ik kan nog wel leven
                     met weken, maar kunnen het ook vier of vijf maanden zijn? Kan de Staatssecretaris
                     iets meer duidelijkheid en richting geven?
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Eigenlijk niet. Ik deed het bewust zo losjes, omdat het in handen is van mijn collega.
                     Die collega moet zich ontfermen over het oordeel over bijvoorbeeld het punt van de
                     heer Van Raan over de Habitatrichtlijn et cetera. Dit zit niet in mijn portefeuille.
                     Maar ik had beter niet «maanden» kunnen zeggen. Ik had beter kunnen zeggen «een week»
                     of «een maand». Dan was ik helderder geweest. Het was meer om aan te geven dat ik
                     het niet in mijn handen heb.
                  
De voorzitter:
Staatssecretaris, dan gaan we naar Groningen algemeen, blokje twee.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik ga een wat langere inleiding houden. Ik heb daar behoefte aan, omdat er in de afgelopen
                     maanden echt heel veel gebeurd is rond het dossier Groningen, rond gaswinning, maar
                     ook rond allerlei gesprekken die ik daar gevoerd heb. Ik sprak twee weken geleden
                     met een aantal hulpverleners, aardbevingscoaches in Groningen en één geestelijke verzorger.
                     Er zat één bewoner bij. Die bewoner was al tien jaar aan het vechten tegen de overheid.
                     Dat gesprek was op de dag voordat ik mevrouw Beckerman ergens zag in een paneldiscussie
                     waar zij het net over had. Dat gesprek heeft een hele diepe indruk op mij gemaakt.
                     Waarom maakte dat zo'n diepe indruk? Omdat hier iets heel principieels aan de hand
                     is. Dat wil ik met de Kamer delen. Het principiële punt dat daar aan de hand is, is
                     dat deze mensen het gevoel hebben dat de overheid tegenover hen staat en niet naast
                     hen. Dat is terecht in mijn ogen. Dat is naar mijn waarneming een van de oorzaken
                     waardoor er weleens gesproken wordt over wantrouwen in de overheid en allerlei andere
                     daaraan gerelateerde problemen.
                  
Er zijn een paar dingen belangrijk bij. Het is niet alleen belangrijk dat ik daar
                     ben en dat ik een open houding heb ten opzichte van de problemen van die mensen, maar
                     het is ook belangrijk dat hun problemen worden opgelost. Dat bleek ook de avond daarna,
                     toen ik op de slotbijeenkomst van Respect voor Groningen was, georganiseerd door maatschappelijke
                     organisaties en mevrouw Beckerman. Ik ga het toch nog maar een keer zeggen. Degenen
                     die een pleidooi hielden voor het openen van Groningen, meer dan de waakvlam, zijn
                     niet meer aanwezig. Die zullen dit ongetwijfeld ooit horen of lezen. De problemen
                     worden toch uiteindelijk veroorzaakt door gaswinning. Linksom of rechtsom worden die
                     veroorzaakt door gaswinning. Ik ga straks een heleboel zeggen over versterken en schade.
                     Ik ben het ook nog wel met de Kamer eens dat het allemaal nog beter en sneller moet,
                     et cetera. Ik zal mijn best daarvoor doen. Maar het begint met gaswinning.
                  
Ik heb die avond bij dat panel ook gezegd: de druk op mij als Staatssecretaris is
                     aanzienlijk, niet alleen vanuit de Kamer, maar ook vanuit de maatschappij. In kranten
                     staan regelmatig stukken waarin ervoor wordt gepleit om het Groningenveld te openen,
                     ongeveer langs de lijnen van de redenering van de heren Van Haga en Jansen. Dit is
                     een vrij land, dus dat mag allemaal. Maar dat gaan we dus niet doen. De reden daarvoor
                     is eigenlijk toch in vier woorden te omschrijven: het is niet veilig. Ik heb daar
                     verder heel weinig aan toe te voegen. De heer Van Wijngaarden zei terecht: tenzij
                     er een noodsituatie is. Ik heb altijd gezegd: als er een situatie ontstaat waarin
                     er een fysiek tekort aan gas ontstaat in Nederland, of in een van de ons omringende
                     landen, gaan we opnieuw praten. Een fysiek tekort aan gas wil dus zeggen dat je je
                     huis niet meer kunt verwarmen, dat je niet meer kunt koken, dat een ziekenhuis niet
                     verwarmd kan worden en een school ook niet. Als er zo'n situatie ontstaat, gaan we
                     opnieuw praten. Anders mag een overheid haar burgers niet willens en wetens in gevaar
                     brengen. Dat doe je door meer gas te winnen. Punt.
                  
De Kamer heeft de beslissingen die ik heb genomen over de gaswinning gezien. Ik ga
                     Groningen echt niet verder openen, ook niet om de prijs van gas te drukken. Ik vond
                     het jammer dat ik net zelf niet mocht interrumperen. Ik heb hier in juni al gezegd
                     dat het beperkte aantal bcm's – SodM zegt daarover: dan is het gevaar al groot, maar
                     oké, doe eens 10 bcm – dat je uit Groningen kunt halen, de prijs van gas op de wereldmarkt
                     natuurlijk niet zal drukken. Dat is een wereldmarkt van honderden bcm's. Het is dus
                     een slecht idee. Het is een mythe om te denken dat het helpt. Daarnaast breng je mensen
                     in een provincie van Nederland willens en wetens in gevaar. Ik heb van de week op
                     de radio gezegd dat ik het één keer zou zeggen, maar ik kan het toch niet laten: zouden
                     al deze mensen hetzelfde zeggen als dit om Amsterdam, Den Haag of Rotterdam ging?
                     Zouden ze dan net zo makkelijk zeggen: dan brengen we wel een zak geld naar de Jordaan
                     of naar de mij zo geliefde buurt rond de Kuip? Het is gewoon niet oké om dat te zeggen.
                     U hoort enige emotie in mijn stem, en die voel ik ook.
                  
Tenzij er andere veiligheidsbelangen in het geding zijn, zal in Groningen winnen een
                     allerlaatste optie zijn. Dat is de lijn van het kabinet, en die gaan we niet wijzigen.
                     Ik wil daarbij nog extra aandacht geven aan het mentale welzijn van de mensen in het
                     aardbevingsgebied, vooral dat van kinderen; de heer Boulakjar vroeg daarom. Dat was
                     een terechte opmerking. Toen ik twee weken geleden in Groningen was, sprak ik een
                     aantal kinderen op basisschool De Wieken in Ten Post. Ook dat gesprek kwam heel hard
                     binnen. Er was een jongetje bij die het grootste ding vond dat hij een scheur zag
                     ontstaan achter de tv toen hij naar Max Verstappen zat te kijken. Een ander kind vertelde
                     dat hij uit zijn bed gerold was door de trillingen van de aardbevingen. Een van de
                     acties die we gaan doen, is dat we bij De Kindertelefoon een speciale mogelijkheid
                     starten om te bellen over de ervaringen en de emoties van die kinderen.
                  
Dan schadeherstel en versterken. Ik ga er zo veel dieper op in, hoor. Dit is dus niet
                     het enige wat ik erover ga zeggen. Even heel kort. Ik heb de Kamer een brief gestuurd
                     over verschillen die zijn opgetreden. Ik hoor aan de Kamer dat die zegt: «Dit is te
                     abstract. Dit heb je niet goed gedaan, want we kunnen de praktische voorbeelden niet
                     goed relateren aan de categorieën die zijn gemaakt in de brief.» Daar hadden meneer
                     Nijboer en mevrouw Beckerman het over. Ik heb dat wel geprobeerd. Het is blijkbaar
                     niet goed gelukt. Ik denk dus dat het verstandig is dat ik dat alsnog doe. Ik ga proberen
                     om de categorieën uit de brief te relateren aan de praktische voorbeelden – het gebeurde
                     al een beetje – en daar ook oplossingen bij te noemen. Ik kom straks nog even wat
                     uitgebreider terug op die categorieën. Ik wil niets liever dan dat er een einde aan
                     komt dat mensen, iedere keer weer als ik in Loppersum mensen spreek, binnenkomen met
                     boodschappentassen vol met ordners van hun administratie, hetzij met het IMG of met
                     de NCG.
                  
Ik wil wel een ding zeggen voor de kijkers die nu de indruk krijgen dat er in Groningen
                     helemaal niks gebeurd is. Dat is niet waar. We hebben echt wel dingen gedaan. Ik geef
                     een paar voorbeelden. Het IMG gaat vanaf volgend jaar funderingsschade vergoeden,
                     het zogenaamde duurzame herstel. Dat is niet niks. Het IMG gaat ook vanaf volgend
                     jaar verschillen in schadeuitkeringen proberen weg te nemen. Ik ben het met iedereen
                     eens die zegt: het gaat nog niet goed genoeg. Ik ga daar straks preciezer op in, ook
                     op de dorpenaanpak. Ik ben het met iedereen eens dat het niet goed genoeg gaat.
                  
Ik wil nog één ding zeggen over een recente beving; dan rond ik mijn inleiding over
                     Groningen af. Die vond plaats in het weekend voordat ik mijn beslissing over de gaswinning
                     naar buiten bracht. Ik heb echt vrij veel appjes gehad van mensen uit Groningen die
                     toch weer geschrokken waren. De concrete vraag van de heer Boulakjar was hoeveel schadegevallen
                     er waren. Ik zie het nu even niet hier staan, maar ik kom het zo meteen nog wel tegen.
                     Ik doe het even uit mijn hoofd. Ik dacht dat er inmiddels meer dan 150 meldingen van
                     schade waren. Dit was een relatief zware beving. Het blijft ingewikkeld als je met
                     mensen uit andere landen praat, want 2,7 is in Italië natuurlijk een lichte trilling
                     van een espressokopje. Maar doordat de beving in Groningen hoog in het gebied plaatsvindt
                     en het weke grond is, heeft een lichte beving van 2,7 al vrij grote gevolgen. Dat
                     was dus wat mij betreft weer een waarschuwing dat we echt moeten stoppen met de gaswinning.
                  
Ik hoor net dat er 802 schademeldingen waren. Ik zat er niet zo'n beetje naast, maar
                     ongeveer 650. 802 schademeldingen.
                  
De heer Boulakjar (D66):
De vervolgvraag die ik daarbij had, was heel simpel: hoe wordt daarop geacteerd? Hoe
                     gaat zo'n proces, met die 800 meldingen die binnenkomen, verder?
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Van die 802 – dat was dus het getal dat dichter in de buurt zat; dat had ik onthouden –
                     zijn er 180 in het effectgebied. Als je in het effectgebied zit, doet het IMG dit
                     en als je erbuiten zit, gaat het via de Commissie Mijnbouwschade. Dat is het korte
                     antwoord.
                  
De voorzitter:
Zijn er nog meer interrupties op dit blokje? Dan gaan we naar de gaswinning.
Staatssecretaris Vijlbrief:
De heer Van Haga stelde de vraag die hij in ieder debat stelt en waar hij steeds hetzelfde
                     antwoord op krijgt, namelijk: kun je stikstof of water injecteren en daarmee het probleem
                     voorkomen? De heer Van Wijngaarden zei terecht: het is misschien goed om dit nu voor
                     eens en altijd tot een einde te brengen. Ik geef ook telkens weer hetzelfde antwoord,
                     namelijk dat er in het najaar – dat is dit najaar; ik zal nakijken wanneer dat precies
                     is – een aanvullend onderzoek gereedkomt naar de effecten van injectie in Groningen.
                     Dat zal ik dan onverwijld met de Kamer delen. Mijn vermoeden is dat dat geen optie
                     is. Als dat namelijk een optie was geweest, dan hadden we dat natuurlijk al veel eerder
                     gedaan.
                  
De heer Van Haga vroeg: erkent de Staatssecretaris dat het onverstandig is gedurende
                     het jaar productielocaties te sluiten? Jazeker, dat heb ik dan ook niet gedaan. Voorzitter,
                     toch maar even voor de notulen: het viel mij op dat de heer Jansen een aantal keren
                     zei dat het Groningengasveld gesloten is. Dat is niet correct. Er zijn elf locaties
                     open. Die staan alleen op de waakvlam. Ik heb dus nog niet besloten om nu locaties
                     te sluiten. Dat is niet voor niks. Dat doen we namelijk bewust vanwege de oorlog die
                     gaande is. Het doel is nog steeds om per 1 april de helft van de locaties te sluiten,
                     maar dat laten we afhangen van de situatie rond de oorlog.
                  
Voorzitter. Ik geloof dat ik daarmee het gaswinningsdeel gehad heb. Een van uw leden
                     – ik ben even kwijt wie dat was; dat was ook de heer Jansen – vroeg: er is toch niet
                     zo'n rechtstreeks verband tussen gaswinning en aardbevingen? Nou, dat is er dus wel.
                  
Voorzitter. Meer heb ik daar eigenlijk niet over te zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer de Staatssecretaris. Beide heren worden waargenomen door medewerkers,
                     dus ze krijgen dit uiteraard te horen. Hier zijn ook geen interrupties. Dan gaan we
                     naar de schade, het volgende blokje.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Schade. De aanwijzingsbevoegdheid. Ik dacht ... Nee, dat weet ik wel zeker; ik moet
                     niet zeggen «ik dacht». Er ligt een ontwerpamendement van mevrouw Beckerman bij de
                     Tijdelijke wet Groningen om een aanwijzingsbevoegdheid voor het kabinet te creëren
                     bij het IMG. Ik heb daar een appreciatie van gegeven, namelijk dat ik nog niet weet
                     wat ik daarmee ga doen. Dat is ook vrij letterlijk zo. Ik zal proberen dat uit te
                     leggen. De reden waarom ik daarover twijfel, is dat ik me beter wil verdiepen in de
                     vraag of ik met die aanwijzingsbevoegdheid bereik wat ik wil bereiken. Ik ga weer
                     terug naar dat voorbeeld van Norg. Er wordt getwijfeld of een aanwijzingsbevoegdheid
                     er bijvoorbeeld voor zou kunnen zorgen dat het probleem dat de heer Segers aansneed,
                     waar we het net in het begin even over hadden, namelijk dat stukje gebied waar het
                     dan niet meer toegepast wordt, door mij met een aanwijzingsbevoegdheid formeel juridisch
                     geregeld kan worden. Als dat niet kan, kan ik beter de wet veranderen. Die discussie
                     hebben we net gehad.
                  
Dan nog kun je vinden dat een aanwijzingsbevoegdheid nuttig zou kunnen zijn. Er is
                     een aantal jaar geleden, toen deze wet tot stand kwam, gekozen om die aanwijzingsbevoegdheid
                     niet te creëren. Ik ben dus in twijfel, omdat ik heel precies wil weten wat ik met
                     een aanwijzingsbevoegdheid wel en niet kan bereiken. Dat debat gaan we ongetwijfeld
                     voeren als we een wetgevingsoverleg hebben, maar dat is de reden waarom ik de appreciatie
                     heb gegeven zoals ik hem u gaf.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Ik heb niet een vraag of een interruptie, maar ik zou aan de Staatssecretaris iets
                     willen vragen, want dat artikel zit er bij heel veel zbo's – we hebben nogal wat zbo's
                     in Nederland – vaak wel in. Zou de Staatssecretaris de Kamer een overzicht kunnen
                     geven van wanneer dit wordt gebruikt en voor welke doeleinden? Voor zover ik kan nagaan,
                     zijn er namelijk maar heel weinig zbo's waar dat niet in de kaderwet staat.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik hoor geen recensies uit te delen, maar mevrouw Beckerman heeft gewoon gelijk. Dit
                     is een van de weinige waarbij dit niet gebeurd is. Dit was voor mijn tijd als Staatssecretaris,
                     maar ik begrijp dat dat niet gebeurd is en dat daar een specifieke reden achter zit.
                     Ik zal het toch nog een keer uitleggen, zodat iedereen het begrijpt, los van of je
                     het ermee eens bent of niet. De redenering is toen geweest dat het niet gewenst is
                     dat het Rijk zich bemoeit met het handelen van het IMG, omdat het IMG ook schade afhandelt
                     waarvoor het Rijk verantwoordelijk is. Maar ik zal er graag een overzicht aan toevoegen
                     dat aangeeft hoe we dat bij andere zbo's doen en wat je daarmee kunt bereiken, want
                     dat hoort toch bij de hele behandeling van die wet, de novelle en de appreciatie van
                     het amendement van mevrouw Beckerman. Dat is wat zij vraagt, dus dat zal ik graag
                     doen.
                  
De voorzitter:
Op welke termijn kunnen we dat verwachten? Of komt dat tezamen?
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat moet samen. Het moet er zijn voordat wij een WGO hebben over de novelle. Dus dan
                     praten we over de maand oktober, denk ik, ergens eind oktober.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, meneer de Staatssecretaris. Dan gaan we naar blokje vijf, versterking.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Nee, nee, dat dacht u maar.
De voorzitter:
Niet?
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik ben nog steeds bij schade, hoor. Ik was nog maar bij het eerste punt van schade.
De voorzitter:
O ja, klopt. Mevrouw Beckerman ging er even op door.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik heb alleen nog maar de aanwijsbevoegdheid gehad. Ik ga even naar de vraag van de
                     heer Boulakjar: zou je ook kunnen onderzoeken, verkennen, of er andere methodes van
                     schadevergoeding zijn? Ik zit even te twijfelen of ik een referte ga maken naar iets
                     wat ik vanmiddag gezien heb. Ik ga het toch maar doen, want het hangt anders een beetje
                     boven de markt. Vanmiddag werd de heer Kortmann ondervraagd door de enquêtecommissie.
                     Daar zei de heer Kortmann: ik zou wel meer willen, maar ik mag het niet van de wet.
                     Hij suggereerde in zijn interview ook dat door de wettelijke beperking eigenlijk al
                     het gedoe is ontstaan met de experts et cetera, et cetera. Ik begrijp de vraag van
                     de heer Boulakjar als volgt: zou een veel losser model, bijvoorbeeld een forfaitair
                     model, of veel meer een model zoals verzekeraars dat toepassen, namelijk «we geloven
                     u tot we u niet meer geloven» – ik zeg het nu even huiselijk – niet beter zijn? Ik
                     denk dat het wijs is om dat te gaan onderzoeken. Ik denk dat het niet alleen wijs
                     is omdat de heer Boulakjar dat aan mij vraagt, maar ik denk dat het wijs is omdat
                     ik zomaar vermoed dat dit op een of andere manier best een rol zou kunnen spelen nadat
                     de enquêtecommissie haar rapport heeft afgerond. Nu heb ik al veel te veel gezegd,
                     maar ik denk dat zelf. Ik denk zelf dat er discussie gaat ontstaan of deze manier
                     van schadevergoeding eigenlijk de goede manier is, met al die experts et cetera, et
                     cetera. Dus het korte antwoord op de vraag van de heer Boulakjar is ja. Dit was het
                     lange antwoord.
                  
De voorzitter:
Op welke termijn gaat dat allemaal plaatsvinden?
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ja jeetje, voorzitter. U wil de hele tijd termijnen. Die mensen werken al zo hard
                     allemaal.
                  
De voorzitter:
Dat ben ik met u eens, maar we moeten u toch ook ergens aan kunnen houden.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik denk dat we hiervan moeten zeggen: ergens aan het begin van het volgende jaar?
                     Een. Ik moet de ambtenaren beschermen. En twee. We moeten ook een beetje samen oplopen
                     met andere rapporten die misschien nog verschijnen tegen die tijd.
                  
De heer Boulakjar (D66):
Het is prima als dit zo onderzocht kan worden. Als dit systeem ingevoerd kan worden,
                     waardoor we voorkomen dat € 0,74 van iedere euro eigenlijk weggegooid wordt, dan ben
                     ik bereid om daar rustig op de wachten. Nou, niet al te lang, maar ik kan er wel mee
                     leven als we kort na het kerstreces iets terugkrijgen van de Staatssecretaris. Dank
                     voor deze toezegging.
                  
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik kan mij herinneren dat we het ook wel eerder over het verzekeringsmodel hebben
                     gehad, dus ik hoop dat er dan ook nog informatie boven tafel komt over waarom we dat
                     toen niet allemaal hebben gedaan. Want ik heb ook gesprekken gehad met Univé, die
                     veel klanten heeft in het gebied en die er veel mee te maken heeft. Die hebben dat
                     destijds ook allemaal aangegeven, dus het is niet helemaal een nieuwe gedachtegang.
                     Ik ben dus wel benieuwd waarom het dan nu wel zou kunnen.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ja, dit is een heel flauw antwoord: ik ook. Dit is precies waarom ik hiervoor ook
                     even tijd wil hebben. Nogmaals, mijn intuïtie zegt me dat deze lijn ergens gaat komen
                     in de komende tijd, omdat iedereen dat toch denkt en zelfs Kortmann, de baas van IMG,
                     zelf zoiets zegt, of daar althans op lijkt te preluderen.
                  
De voorzitter:
U bent nog niet klaar met het blokje, of wel?
Staatssecretaris Vijlbrief:
Nee.
De voorzitter:
We wachten even. Ik moet meneer Segers nu ook de kans geven. Ik heb het het liefst
                     altijd aan het einde van een blokje, maar als ik anderen de kans geef, moet ik u ook
                     de kans geven.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Toch nog even het volgende. De Staatssecretaris leek dit te linken aan de uitkomst
                     van de enquêtecommissie: het zou zomaar zo kunnen zijn dat de enquêtecommissie daar
                     ook mee komt. Dat zal pas later in 2023 zijn. Er komt dan nog een debat. Het duurt
                     dan langer. Als die € 0,74 ons nu al allemaal als een graat in de keel steekt, als
                     we denken «waar slaan die overheadkosten op?», als we toch een shortcut kunnen nemen,
                     laten we dat dan alsjeblieft eerder doen.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dit probleem speelt op meer terreinen. Ik ben het gewoon eens met de heer Segers dat
                     we niet gaan wachten tot de enquêtecommissie bevalt van haar rapport en daar uitgebreid
                     debat over heeft plaatsgevonden. U heeft daar groot gelijk in. Daarom had ik het ook
                     over het begin van het jaar. Maar het wordt ook wat ongemakkelijk als we aan het begin
                     van het jaar een hele andere koers inzetten en dan na een halfjaar wéér een hele andere
                     koers. Ik ga hierover zo nog iets tegen mevrouw Beckerman zeggen, naar aanleiding
                     van haar vraag of we het niet heel anders moeten aanpakken. Maar ik beloof de heer
                     Segers dat het in het begin van het jaar zal zijn. Volgens mij is dat dan dus voordat
                     het rapport van de enquêtecommissie verwacht wordt.
                  
Voorzitter. Zal ik doorgaan met schade?
De voorzitter:
Ja, precies. Het volgende blokje is blokje vier, over schade.
Staatssecretaris Vijlbrief:
De heer Segers vroeg ook naar mediation. Ik ben het daarmee eens. Dat komt voort uit
                     die avond in Groningen die mevrouw Beckerman mede had georganiseerd. Daar werd een
                     punt dat hier ook een paar keer in het debat gewisseld werd namelijk heel hard duidelijk.
                     Ik kom vaak mensen tegen die me in Loppersum hun verhaal vertellen. Als ze bij het
                     IMG in beroep gaan, komen ze tegenover een zware delegatie van de landsadvocaat te
                     staan. Ze hebben het gevoel dat ze eigenlijk kansloos zijn. Op die avond verwees Hans
                     Alders – ik kijk mevrouw Beckerman even aan – naar de vroegere arbiters van voor mijn
                     tijd. In ieder geval dacht hij die avond al dat het wel gek is dat er tussen een beslissing
                     en een gang naar zo'n zwaar proces niets in zit. Laat ik dit dus maar gelijk meenemen
                     als ik antwoord geef op de vraag van de heer Boulakjar. Ik denk eigenlijk dat mediation
                     een goed idee is, maar ik moet kijken naar de voor- en nadelen ervan. Ik wil ook eens
                     goed kijken naar waarom die arbiters er toen waren en waarom ze uit het proces zijn
                     gehaald. Dat is allemaal van voor mijn tijd.
                  
De voorzitter:
Blokje vier is nu gedaan, hè?
Staatssecretaris Vijlbrief:
Nee.
De voorzitter:
Als u het heel even af wilt maken, geef ik meneer Segers het woord.
Staatssecretaris Vijlbrief:
De waardevermeerderingsregeling valt ook onder het blokje schade. De heer Segers vroeg
                     daarnaar. De waardevermeerderingsregeling gaat niet verdwijnen, maar ik ga haar wel
                     meer toespitsen op om wie het gaat. Het gaat namelijk om mensen die lang hebben gewacht
                     op een oplossing. Laat ik het zo maar even formuleren; dat is het breedste. Ik kom
                     daarmee naar de Kamer. Ik heb kort geleden alleen nog een keer iets meer tijd gekocht
                     omdat het voorstel dat er intern was voorbereid mij nog niet helemaal beviel. Ik ben
                     daar dus nog op aan het studeren.
                  
Hoeveel meldingen zijn er binnengekomen? Daarop had ik het antwoord wel. Ik had dat
                     net gewoon voor moeten lezen. Er zijn 800 meldingen binnengekomen, waarvan 180 in
                     het schadegebied. Dit hadden we al gehad.
                  
De heer Segers had het ten slotte over billijkheid en redelijkheid. Moeten die centraal
                     staan? Ja, zeker. Dat is precies de reden dat we, zeker bij schade, maar straks ook
                     bij versterking, ook wel naar andere mogelijkheden moeten zoeken.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Als ik de verhalen hoor, lijkt het wel alsof het echt gewoon een wedstrijd is: wie
                     gaat er winnen? Als je advocaten goed genoeg zijn, komt de landsadvocaat. Als je de
                     procedure goed genoeg doet, komen de stukken heel laat voor in zitting. Dat zijn tenminste
                     de verhalen die ik hoor. Dan is de kans groot dat een burger het verliest van de overheid.
                     Het is geen wedstrijd. Dat is niet het soort strijd dat je zou willen uitvechten.
                     Ik ben dus blij dat de Staatssecretaris wil kijken naar mediation, naar een andere
                     relatie met de burger. Het kan dan nog altijd zo zijn dat iemand niet helemaal tevreden
                     is, maar dan kom je in ieder geval in een andere verhouding tegenover elkaar. Dat
                     vind ik dus een hele belangrijke toezegging. Ook daar speelt alleen weer de vraag
                     hoelang dat gaat duren. Ik vond het gewoon een pijnlijk verhaal om te horen. Ik denk
                     dat je in deze procedure ook al die redelijkheid en billijkheid zou kunnen onderstrepen,
                     ook wanneer de aanpak toch tot het bestuursrecht komt.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik moet toch even verwijzen naar de opmerking die mevrouw Beckerman net maakte. Ik
                     hoorde die net. Omdat er gekozen is voor de juridische constructie waar IMG mee werkt,
                     is er ook gekozen voor het model waarin je dan tegenover elkaar komt te staan. Ik
                     ben geen jurist. Ik moet onderzoeken of mediation ook in dit model past, of dat dat
                     automatisch betekent dat je het model moet aanpassen. Als je het schademodel, het
                     afhandelingsmodel, daarvoor moet aanpassen, past dat eigenlijk een beetje in het traject
                     dat we toch met de heer Boulakjar aan het doorlopen zijn. Als het gewoon in deze situatie
                     al kan worden ingebouwd, heeft de heer Segers gelijk; dan kan dat sneller. Maar ik
                     moet daar natuurlijk even naar kijken. Ik kom daar dan op terug. We hebben vast wel
                     weer een volgend commissiedebat of WGO waarbij ik daarop dan graag terugkom.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Het gaat mij eigenlijk ook meer om de spirit van de zaak. Er is een pool van deskundigen
                     die exclusief door het IMG wordt gebruikt. Burgers hebben daarbij echt het idee dat
                     ze tegen een hele hoge muur opkijken waar zij nooit overheen komen. 90% van de zaken
                     wordt ook verloren. In elk van die zaken zal je een verhaal kunnen houden, maar die
                     verhouding tussen overheid en burger voelt niet goed. De Staatssecretaris zegt dat
                     hij erop terugkomt. Graag. Als dat gaandeweg al bijgestuurd kan worden, of als dat
                     eens tegen het licht kan worden gehouden, zou dat wel heel mooi zijn.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ja, dat ga ik ook doen. Laat ik dan maar even open zijn over het probleem dat ik ervaar.
                     Het IMG is een zbo, een zelfstandig bestuursorgaan. Dat doet dingen op zijn manier.
                     Daarom komt het heel dicht bij de discussie die we net zaten te voeren over de aanwijzingsbevoegdheid
                     en over de rol van het IMG. Ik kan vriendelijk aan het IMG gaan vragen of ze dit willen
                     doen, maar ik denk, eerlijk gezegd, dat het zo in de processen zit ingeslepen dat
                     het niet ... Zij vinden trouwens ook – kijk het interview van vanmiddag terug – dat
                     ze dit doen. Ik kom alleen mensen tegen die zeggen dat ze dat niet doen. Ik denk zelf
                     dus dat ik een zwaarder middel nodig heb om dit erin te brengen. Ik wil daar gewoon
                     goed naar kijken.
                  
Voorzitter. Ik ga het even scherp maken. Ik denk dus dat er twee routes zijn. Via
                     de eerste route kan ik nu juridisch gewoon, in het huidige stelsel, een vorm van mediation
                     ertussen zetten of die bespreken. Dat kan ik dan regelen. We doen het dan snel. Als
                     het past in een andere manier van schadeafhandeling, duurt het iets langer, maar ik
                     vind het dan nog steeds een goed idee. Dat is eigenlijk het antwoord.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Het probleem is dat we dan nog steeds aan het bouwen zijn op een fundament dat niet
                     klopt. We hebben dat bij de tijdelijke wet natuurlijk ook keer op keer betoogd: voorkom
                     die juridificering. Als we het dan toch over het verhoor hebben, vond ik het volgende
                     wel heel pijnlijk. De Staatssecretaris haalt het zelf aan. Aan de ene kant zie ik
                     de heer Kortmann gewoon vertellen over hoe de landsadvocaat daar in zo'n rechtszaal
                     zit. Aan de andere kant hoor ik hem ook zeggen dat hij die aanpak met stapels rapporten
                     eigenlijk helemaal niet wil. Dat is denk ik wel de crux. Voordat we er namelijk weer
                     een laag tussen bouwen ... Er zat wel een heel groot nadeel aan die arbiter, namelijk
                     dat de NAM uiteindelijk helemaal niet gebonden was aan die uitspraak. We hadden dus
                     mensen die na jarenlange strijd eindelijk hadden gewonnen en dan gewoon opnieuw in
                     de stront zakten. De NAM deed namelijk gewoon niks. Vervolgens mag je niet twee keer
                     dezelfde schade aanmelden; u kent het verhaal. Volgens mij moeten we dus echt nog
                     steeds beginnen met die fundamentele discussie. Voorkom dat hele traject. Je staat
                     namelijk elke keer zoveel-nul achter omdat het IMG dat hele apparaat aan deskundigen
                     heeft. Daar moet je dan maar tegen opboksen.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Mevrouw Beckerman gebruikt andere woorden, maar ik geloof dat ze precies hetzelfde
                     bedoelt als ik. Je hebt ofwel de weg waarbij je mediation in de huidige situatie inbouwt.
                     Mevrouw Beckerman en ik weten niet zeker of dit gaat werken. Of je hebt een andere
                     weg. De discussie over die andere weg gaan we wel voeren als we de tijdelijke wet,
                     de novelle et cetera behandelen. De kern van de zaak zit daarin natuurlijk. Als de
                     Kamer dan in meerderheid zou zeggen: wij willen echt dat dat op een andere manier
                     gebeurt ... Maar dat heeft ook wel iets te maken met hoe je de schade precies afhandelt.
                     Dat heeft wel iets te maken met het systeem. We hebben nu een systeem waarbij er,
                     als je die € 5.000 niet neemt, maar je die melding doet, een expert moet komen et
                     cetera. Dat werkt nu eenmaal zo. Die expert moet zich menselijk gedragen et cetera.
                     Je zou naar een systeem kunnen waarin veel minder van dit soort controlemechanismes
                     zitten. U hoort aan mij dat ik daarnaar neig. Alleen, dat is wel meer werk. Dat kost
                     wel meer tijd. Ik denk dat mevrouw Beckerman zich daar ook van bewust is.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Laten we het heel concreet maken. De Staatssecretaris zegt dat ze funderingsschade
                     nu gaan meenemen en gaan vergoeden; dat is terecht en heel goed. Tegelijkertijd weet
                     de Staatssecretaris ook dat er mensen zijn die nog tot de rechter toe worden bevochten,
                     omdat ze dat soort schades hebben gemeld. Die mensen komen niet ineens weer in aanmerking
                     om het wel te laten beoordelen. Bij dat soort zaken sta je als normale inwoner ineens
                     tegenover de Staat. Dat is bijna niet te doen. Daarom vind ik nog steeds dat je fundamenteel
                     naar dat systeem moet kijken, maar ook naar de gevallen, de mensen, die de strijd
                     hebben verloren, omdat die gewoon heel vaak niet te winnen is. Ik vond het een pijnlijke
                     opmerking dat de Staatssecretaris zegt: moet je dan niet wachten tot de parlementaire
                     enquête? Dat nam hij ook weer een beetje terug. Dat is heel pijnlijk voor mensen die
                     hier al heel lang zitten. We hebben eerst jarenlang gehoord «we wachten met de start
                     van de parlementaire enquête totdat al die zaken opgestart zijn», en nu moeten we
                     weer wachten tot die afgerond is voordat we het kunnen verbeteren.
                  
De voorzitter:
De Staatssecretaris had het inderdaad ook over de shortcut, maar dat zal hij zelf
                     zeggen.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Nu legt mevrouw Beckerman mij iets in de mond wat ik niet gezegd heb. Ik heb gezegd
                     dat het het mooiste zou zijn als je nu een grote verandering in processen aanbrengt.
                     Het rapport van de enquête pleit daar ook voor. Dat weet ik helemaal niet. Maar stel
                     dat het zo zou zijn, dan hoef je niet twee keer een verandering aan te brengen. Toen
                     zei de heer Segers: daar gaan we toch zeker niet op zitten wachten? Dat is precies
                     uw punt. Toen zei ik al: nee, daar gaan we niet op zitten wachten. Daar zijn we het
                     over eens. Ik ga daar niet op zitten wachten. Mevrouw Beckerman weet ook dat ik probeer
                     om de individuele gevallen in Loppersum steeds te bespreken met mensen en door te
                     kabelen naar de desbetreffende institutie. Nogmaals, zover gaat mijn macht in het
                     geval van het IMG. Ik heb geen macht om tegen het IMG te zeggen: los dit op. Dan zijn
                     we weer terug bij de aanwijzingsbevoegdheid en wat dat vermag. Ik denk dat ik hiermee
                     antwoord heb gegeven.
                  
De voorzitter:
Ik denk dat we dan naar het blokje versterking kunnen gaan. Nu wil ik echt wachten
                     tot het einde van het blokje met het toestaan van interrupties.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik ga naar het blokje versterken toe. Ik heb de analyse van de verschillen gestuurd.
                     In de brief zitten wel degelijk een aantal concrete voorbeelden, maar het is niet
                     helemaal goed gelukt. Ik heb een aantal factoren genoemd, die de heer Nijboer net
                     al ongeveer langsliep, die verschillen veroorzaken: de grootte van de afwijking, de
                     voorspelbaarheid van overheidshandelen, de mate van technische en juridische onderbouwing,
                     de handelingsruimte van bewoners, sociale nabijheid, overlast en vergelijkbaarheid.
                     Ik heb in de brief geprobeerd om al die verschillende casussen, die bij mij op tafel
                     komen en natuurlijk ook bij u in de Kamer bekend zijn, zo veel mogelijk te passen
                     in een kader. Anders wordt het willekeur. Ik probeerde dus om dat te doen. Dat is
                     nog niet goed gelukt; dat hoor ik. Als iedereen daarin leest «het is allemaal wel
                     aardig, maar we begrijpen niet wat u concreet gaat doen», dan is de opzet niet geheel
                     geslaagd.
                  
Ik zal het volgende doen. Ik zal aan deze brief een vervolg geven. Daarin zal ik een
                     aantal concrete voorbeelden – dat gebeurde in twee of drie gevallen al; daar staan
                     kadertjes in de brief – zetten van bijvoorbeeld de Ommelanderstraat en de postcodes.
                     Ik zeg er wel bij tegen de Kamer dat ik niet overal ga zeggen dat ik vind dat een
                     verschil ongerechtvaardigd is. Daar hebben we dan een discussie over met elkaar, want
                     dat is volgens mij ook de bedoeling van debatten. Ik ga dat doen. Ik ga dit dwars
                     zetten op concrete gevallen. Ik zal daar ook bij zetten, als ik dat nu al kan zeggen:
                     dat zou ik zo en zo kunnen oplossen. Dan moeten we dat debat de volgende keer maar
                     hebben. Wat me niet bevalt, is dat we die brief zo kort voor het debat versturen.
                     Daardoor is het lastig om het allemaal tot je door te laten dringen. Ik zal proberen
                     die een week of zo voor het debat te sturen, zodat we het daar in het volgende debat
                     echt over kunnen hebben. Het is overigens echt niet waar, zeg ik dan toch maar, dat
                     we er helemaal niks aan doen. Die suggestie werd net even gewekt. Dat is niet waar.
                     Ik zeg wel: IMG gaat vanaf volgend jaar een aantal verschillen die ontstaan waren
                     wel degelijk aanpakken. Het ging me net te ver om te zeggen dat er helemaal niks gebeurt.
                     Ik ben het er wel mee eens dat dit beter kan. Dat is één over de versterking.
                  
Het tweede punt over de versterking is de dorpenaanpak. Dat is de aanpak waarbij we
                     de vier dorpen Garrelsweer, Zeerijp, Wirdum en Leermens als één project zien en dorp
                     voor dorp gaan aanpakken. Wientjes is sinds 1 augustus aan het werk in Garrelsweer.
                     Dat klopt inderdaad. Degene die dat zei, was bijzonder goed geïnformeerd. Heel veel
                     dank daarvoor. Wientjes belde mij gister. In oktober moest in Garrelsweer begonnen
                     worden. We gaan zien of men dat haalt. Het zogenaamde Actieteam Aardbevingen Garrelsweer
                     heeft daar dus kritiek vanuit de bewoners op hoe de NCG en gemeenten samenwerken.
                     Dit was toch ongeveer precies wat ik wilde bereiken met de dorpenaanpak. Ik wil namelijk
                     eens een keer begrijpen waarom het in de dorpen spaak loopt. Wientjes belde mij dus
                     gister en zei: er is daar een probleem. Daar heb ik met hem over zitten praten. Dit
                     is hoe hij dat doet. Ik geef dit concrete voorbeeld maar even. Hij gaat mij een rapport
                     uitbrengen over al zijn ervaringen in oktober. Dat rapport en mijn opvatting daarover
                     zal ik doorsturen voor het volgende debat. De dorpenaanpak zou ik oktober beginnen.
                     Het is nu 29 september. Het is een beetje vroeg om te zeggen dat het ook al niet gelukt
                     is, want oktober moet nog beginnen. Wientjes is daar dus echt bezig om te proberen
                     te doen wat ik graag wilde dat hij deed, namelijk als mensen daar zitten te bekvechten
                     over hoe het moet, dan gaat hij daar gewoon tussen staan en zich daarmee bemoeien
                     namens mij. Dat was ook precies de bedoeling. Dat wilde ik zeggen over de dorpenaanpak.
                  
Even kijken, hoor. Dit waren de verschillen. Dit heb ik ook allemaal gehad. Eén momentje,
                     ik moet even kijken of ik nu alles gehad heb. Ik hoor al dat dat niet zo is.
                  
De waardedalingsregeling van 25 miljoen. Ik was mij niet bewust – waarvoor excuses
                     aan de Kamer – dat er zo'n enorme baard aan dat dossier zit, zeg ik maar even op z'n
                     Nederlands. Voor zover ik weet, ligt het nu ter advisering bij de Raad van State.
                     Het zou binnenkort terug moeten komen, want het ligt er sinds begin juli. Als dat
                     terug is, kan het daarna snel in werking treden. Dat is wat ik over de waardedalingsregeling
                     wou zeggen.
                  
Voorzitter, u wou eerst het hele blokje afmaken, hè?
De voorzitter:
Ja, het blokje versterking.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dan de vraag van mevrouw Mulder over een begroting die vijf keer is afgewezen. Hier
                     zijn dingen fout gegaan. Het is gewoon niet goed gegaan. Dat had niet zo gemoeten.
                     Deze casus kom ik meerdere keren tegen, ook als ik in Loppersum zit. Ik denk dat de
                     NCG deze casus kent, als ik het antwoord zie. Ik zal de vinger aan de pols houden
                     dat dat goed blijft gaan, maar ik kom dit soort dingen regelmatig tegen. Die koppel
                     ik dus terug naar de NCG en naar de gesprekken in Loppersum.
                  
Dan de vraag van mevrouw Mulder en de heer Boulakjar: waarom blijft een groot aantal
                     woningen in de planvormingsfase hangen? Dit is precies waarom ik de dorpenaanpak doe.
                     De dorpenaanpak moet er juist voor zorgen dat dingen niet in de planfase blijven hangen.
                     Ik zeg het nog één keer tegen de Kamer, want ik heb het al vaker gezegd: het meest
                     moeilijke aan het hele Groningendossier vind ik het versterken. Daar gebeuren namelijk
                     dingen in de vertraging die ik zelf soms ook niet begrijp. Daarom heb ik daar Wientjes
                     en de dorpenaanpak op. Ik probeer daar tempo op te houden. Ik hoorde overigens een
                     van uw leden net zeggen: 2028 is ook alweer uit het vizier. Nee. Het feit dat de ex-directeur
                     van de NCG, Peter Spijkerman, gaat lachen als hij 2028 hoort, moet hij zelf weten.
                     Ik niet. 2028 is gewoon het doel; punt.
                  
De heer Segers vroeg nog of er een halfjaarlijks rapport kan komen aan bewoners over
                     waar we staan. Er is een jaarlijks rapport aan bewoners over waar ze staan. Er wordt
                     gewerkt aan een portal waar bewoners altijd online kunnen zien waar zij staan in de
                     versterkingsoperatie. Dat lijkt mij nog fraaier dan een halfjaarlijkse brief.
                  
Voorzitter. Dat was even het deel versterken.
De voorzitter:
Dank u wel. Eerst gaan we naar meneer Nijboer en dan naar mevrouw Beckerman. Mevrouw
                     Beckerman, dit is tevens uw laatste interruptie.
                  
De heer Nijboer (PvdA):
Tussen de papieren door: de waardedalingsregeling. Dat duurt echt heel erg lang. Ik
                     had helemaal niet begrepen dat daar per se een wetswijziging voor nodig was. Dat was
                     toch gewoon een subsidieregeling van 25 miljoen bovenop wat was toegekend? Ik snap
                     dat nog steeds niet, want dan moet de Eerste Kamer hier ook nog weer iets over zeggen.
                     En die heeft ook nog een keer verkiezingen, dus dan zijn we er dus nog lang niet.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Als ik het goed begrijp is het een algemene maatregel van het bestuur. Die moest blijkbaar
                     langs de Raad van State. Ik kijk nu even naar mijn ambtelijke ondersteuning. Maar
                     de heer Nijboer heeft gelijk dat we ook nog de Eerste Kamer hebben.
                  
De heer Nijboer (PvdA):
We hebben het toen echt wel ... Ik heb dat niet zelf gedaan. Aukje de Vries heeft
                     dat echt getrokken in die tijd. Het was toen een groot ding en het zou snel gebeuren.
                     Het verbaast me dat we een jaar verder zijn en dat ik er nu pas achter kom dat het
                     met de Raad van State en met een algemene maatregel van bestuur moet en dat het daarna
                     nog in de praktijk geregeld moet worden. Is de praktijk al een beetje klaar? Ik ben
                     een beetje moe, voorzitter, maar ik denk dat niet de NCG, maar het IMG dit zal moeten
                     doen, want het is compensatie.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Zal ik de Kamer hier maar even een apart briefje over sturen? Anders ga ik nu zitten
                     freestylen waarom dit al een jaar duurt. Ik weet het gewoon niet. Ik kan wel gaan
                     freestylen over wat hier allemaal gebeurd is, maar voor een deel is het voor mijn
                     tijd gebeurd en voor een deel is het in mijn tijd gebeurd. Ik heb in mei blijkbaar
                     in een brief gemeld dat het naar de Raad van State toe ging et cetera. Ik hoorde dit
                     ook aan en zit daar met afgrijzen naar te luisteren, maar dit heeft allemaal niet
                     zo veel zin, want daar heeft de Kamer niks aan. Ik kan dus maar beter uitzoeken hoe
                     het zit.
                  
De voorzitter:
Meneer de Staatssecretaris, ik wil geen ambetant manneke spelen, maar wanneer kunnen
                     we die brief verwachten? We moeten altijd een termijn stellen waar we u aan kunnen
                     houden.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dit kan heel snel. Dit kan volgende week. We zullen volgende week een brief sturen
                     over de stand van zaken en over wat er eigenlijk is gebeurd.
                  
De voorzitter:
Dank u wel voor die toezegging, meneer de Staatssecretaris. Mevrouw Beckerman en dan
                     mevrouw Mulder.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Dit is geen interruptie. De brief van 11 mei is er. Ik heb dit punt in het debat in
                     mei ook gemaakt. Dit ging over een motie van ons die in november vorig jaar werd aangenomen.
                     In mei heb ik dit punt ook gemaakt. In de brief van 11 mei staat dat er eerst een
                     consultatieronde zou plaatsvinden en dat het daarna pas naar de Raad van State zou
                     gaan. Die consultatie heb ik ook niet gezien. Daar zou ik ook wel heel graag iets
                     over zien in die brief.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Als ik toch een briefje maak, doe ik de full monty en zal ik dit ook meenemen. Ik
                     ga de brief van 11 mei zelf ook even teruglezen om te weten wat daar nou precies in
                     stond. Ik ben even open en transparant. Ik weet het nu gewoon niet.
                  
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman is een kapoentje, maar ik heb dit niet als interruptie geteld, want
                     dit zou weleens heel wezenlijk kunnen zijn.
                  
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wil de Staatssecretaris in die brief dan ook meenemen dat het geen effect heeft – althans,
                     dat hoop ik dan – op de percentages? Daar had ik nog vragen over gesteld.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Het antwoord daarop is: nee, het heeft geen effect. Maar dat zal ik ook nog een keer
                     in de brief opschrijven.
                  
De voorzitter:
Meneer Segers, het is ook uw laatste interruptie, helaas.
De heer Segers (ChristenUnie):
Oei. Ik had de Staatssecretaris inderdaad gevraagd om het schrijven van de NCG, dus
                     om regelmatig een update te geven over de versterkingsoperatie. De Staatssecretaris
                     zegt: nee, we zijn aan een portal aan het werken, zodat ze elk moment kunnen inloggen.
                     Nu is de combinatie van ICT en overheid natuurlijk heel spannend. Het is de vraag
                     of het gaat lukken en wanneer. De eerste brief heeft wel goed gewerkt. Mensen kregen
                     binnen een halfjaar duidelijkheid en dat was heel fijn. Ik zou inderdaad graag vooral
                     het doel voor ogen willen houden en dat is gewoon dat mensen blijvende zekerheid en
                     duidelijkheid heel hard nodig hebben.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik ben twee jaar verantwoordelijk geweest voor de Belastingdienst, dus ik voel helemaal
                     mee met de opmerking over de overheid en de ICT. Volgens mij wordt dit nu even nagevraagd.
                     Ik probeer nog in de eerste termijn antwoord te geven op de vraag wanneer dat komt,
                     want dat weet ik nu even niet. Maar dan hoeft dat niet in tweede termijn.
                  
De voorzitter:
Dan gaan we naar mevrouw Mulder.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Op het gebied van de versterking heb ik ook gevraagd in hoeverre bijvoorbeeld bouwmaterialen
                     of de aanbodcapaciteit van bouwers al dan niet een probleem zijn. Misschien komt dat
                     in de dorpenaanpak weer terug. Dat hoor ik dan graag. Ik hoor in ieder geval uit het
                     veld dat de capaciteit er wel is, terwijl we een tijdje lang ook gehoord hebben dat
                     die er niet was. Ik hoop dat dat nog een positief effect kan hebben.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat klopt. Wat mevrouw Mulder zegt, klopt helemaal. Voordat de dorpenaanpak startte,
                     heb ik met Bouwend Nederland afgesproken dat dat nooit meer een belemmering zou kunnen
                     zijn. Dat heb ik ook verteld aan de Kamer, dacht ik. Voor zover ik weet, is dat ook
                     geen belemmering. Ik krijg daar ook geen signalen van. Maar ik ga nu zelf even cynisch
                     doen: met de hoeveelheid die er nu vertimmerd wordt in Groningen, begrijp ik wel dat
                     dat niet zo'n belemmering is. Want als je kijkt naar de aantallen van wat er dit jaar
                     echt versterkt is, zie je dat die gewoon te laag zijn. Dat heeft u ook kunnen zien
                     in het rapport van de NCG. Als ik dat combineer met het feit dat de dorpenaanpak in
                     oktober start, dan begrijp ik wel dat er nu geen capaciteitsprobleem is. Ik dacht
                     dat ik daar goede afspraken over gemaakt had met de voorzitter van Bouwend Nederland.
                     Als dat wel een probleem zou worden, dan is dat precies wat de dorpenaanpak moet doen.
                     Dan moet ik namelijk een seintje krijgen van Wientjes dat dit een probleem is en ga
                     ik weer aan de telefoon hangen om ervoor te zorgen dat er voldoende bouwers zijn.
                     Het heeft iets van: je moet er continu bovenop zitten om ervoor te zorgen dat dit
                     gaat lukken. Ik denk dat ook echt.
                  
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar blokje zes: Groningen in het groter geheel, zoals u het
                     zelf noemde.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat is omdat mevrouw Beckerman recht heeft op een antwoord op de vraag of ik op die
                     zeven punten in kan gaan. Dat had ik beloofd. In die zeven punten komen een aantal
                     dingen samen. Ik ga eerlijk tegen mevrouw Beckerman zeggen dat ik nog geen eindantwoord
                     heb op alle punten. Dat weet zij ook wel, want ik heb aan de maatschappelijke bewegingen
                     in Groningen beloofd dat ik in november een keer terug zou komen bij hen om hun punten
                     – toen wist nog niet dat het er zeven waren – te bespreken. Dat zal ik dus sowieso
                     doen. Ik loop de punten nu toch even langs.
                  
Stop met Groningers zien als tweederangsburgers! Ik word zelf nog verhoord door de
                     enquêtecommissie. Ik ga dan van alles zeggen over het verleden. Ik geloof dat ik door
                     de manier waarop ik met de mensen en het probleem in Groningen omga, probeer uit te
                     stralen dat Groningers geen tweederangsburgers zijn. Dat is het ongeveer wat ik eraan
                     kan doen. Ik probeer op alle manieren uit te stralen dat hier een soort ereschuld
                     uit het verleden ligt. Zo voel ik dat zelf. Mevrouw Beckerman heeft overigens gelijk
                     dat dat ook moet blijken uit de manier waarop er wordt omgegaan met mensen bij het
                     versterken van schade. Zo begreep ik haar en daar ben ik het mee eens.
                  
De crisisaanpak van schade en onveiligheid. Daar hebben we het net over gehad. Dat
                     is een heel groot deel van de discussie die we net hadden. Dit gaat voor een deel
                     over de juridificering. Daar hebben we het net over gehad, dus daar wil ik nu eigenlijk
                     even geen extra aandacht aan geven.
                  
Complexe zaken prioriteit geven. Ik was toevallig in de paneldiscussie toen deze stelling
                     voorlag. Daar kwam geen helder beeld uit naar voren. Iedereen vond wel dat dit moest,
                     maar niemand wist eigenlijk precies hoe. Dit is zo'n voorbeeld van iets waar ik meer
                     tijd voor nodig heb, namelijk om een doorleefd antwoord te geven op de vraag hoe je
                     dat dan doet.
                  
Ik zie een interruptie, maar ik maak dit nu even af, als u het goed vindt, voorzitter.
Bewijsvoering moet juist gehanteerd worden. Daar hebben we het net over gehad. Daar
                     ben ik het totaal mee eens. Mevrouw Beckerman kent dit dossier als geen ander en ik
                     weet zeker dat zij het volgende gaat zeggen: dit speelt niet alleen bij Norg, maar
                     ook in het bevingsgebied zelf, in het kerngebied met de trillingstool. Voor de kijkers
                     die nu nog ingeschakeld zijn: de trillingstool is een ICT-apparaatje dat maakt dat
                     je kunt uitrekenen of je aardbevingsschade kunt hebben of niet. Ik zeg het maar even
                     zo. Het is fijn dat die trillingstool gebruikt wordt, maar die mag in mijn ogen niet
                     het bewijsvermoeden tegenwerken. Dat is ook wat mevrouw Beckerman hier volgens mij
                     zegt.
                  
Leg letterlijk vast dat de gaswinning stopt! Het antwoord is: ja, maar pas als ik
                     zeker weet dat we kunnen stoppen, ga ik het wettelijk vastleggen. Dat zeg ik tegen
                     de hele commissie, want dit is een groot ding. En natuurlijk heb ik bewust gezegd
                     dat ik de putten nog even openhoud tot het voorjaar. Misschien weten we dan ook meer
                     over de oorlog.
                  
Geef Groninger jeugd toekomst en investeer decennialang! Daar ben ik het zeer mee
                     eens. Ik heb op die avond ook toegezegd dat ik een jeugdtop ga houden, want die moest
                     ik sowieso al een keer gaan organiseren; iemand kwam daar net nog op terug. Bij een
                     van mijn volgende bezoeken zal ik een bijeenkomst hebben met Groninger jeugd. Ik ben
                     het daar zeer mee eens.
                  
Geef Groningers macht! Die avond ging het vooral over macht en tegenmacht. Ik herhaal
                     dit toch even en dan is er een full circle met mijn begin: het ergste aan dit dossier
                     vind ik dat mensen het gevoel hebben dat ze tegenover de overheid staan, dus dat ze
                     niet worden geholpen door de overheid, omdat de overheid geen bondgenoot is, maar
                     tegenover hen staat. Dat vind ik zelf het allerergste aan dit dossier. Dat is niet,
                     omdat ik een beter mens ben en dat zo voel. Dat is, omdat ik zelf echt denk dat dit
                     een van de belangrijke redenen is voor het feit dat er veel wantrouwen richting de
                     overheid is. Groningen wordt bij dat onderwerp ook altijd genoemd. Ik ben het daar
                     dus mee eens. Het is overigens nog niet zo heel eenvoudig om dit handen en voeten
                     te geven. Ik moet dus ook beter nadenken over hoe ik dat nou ga doen. Daarmee heb
                     ik heel erg mijn best gedaan.
                  
De voorzitter:
Dat waren de zeven eisen van Beckerman.
Mevrouw Beckerman (SP):
Zeker. Ik wilde eigenlijk terugkomen op die complexe zaken, want die zijn het meest
                     ingewikkeld, maar we vragen daar hier ook al jarenlang aandacht voor. We zien dat
                     mensen hun huis, hun boerderij, nu roze verven. Dat doen ze niet, omdat het een vrolijke
                     kleur is. Dat doen ze echt, echt, echt uit wanhoop. Die voorbeelden hebben we hier
                     ook al eerder aan de orde gehad. We zien dat mensen echt vermalen en vermorzeld worden
                     door al de dingen die met elkaar samenhangen. In een van die roze boerderijen woont
                     een melkveehouder. Hij zegt: ik kan aan de ene kant niks, omdat het een monument is,
                     maar aan de andere kant is nog steeds niet geregeld dat het geld voor monumenten weer
                     loskomt. Noem het maar op! Daar wordt al heel snel over gezegd: dan gaan we naar een
                     commissie voor bijzondere situaties. Maar het gaat erom dat je niet maatwerk wilt
                     toepassen, als je beleid slecht is; dat vond ik ook zo goed aan wat de Ombudsman zei.
                     Het systeem moet zo zijn dat hier de volle aandacht voor is. Als er iets is gebleken
                     uit die negen avonden, dan is het dat wel. De Staatssecretaris heeft hier al iets
                     over gezegd en hij heeft al tijdens een paar debatten beloofd dat hij terugkomt op
                     de voorbeelden, zoals dat van die monumenten. Maar die pot is echt leeg en daar is
                     nog steeds geen toekomst voor.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
As we speak wordt er gepraat over het weer opvullen van deze pot. Ik heb tegen mevrouw
                     Beckerman, toen ze dat de vorige keer vroeg, ook al gezegd dat het najaar daar het
                     goede moment voor is, omdat we dan de begrotingen bespreken. In oktober ga ik met
                     mevrouw Uslu naar een aantal van die monumenten toe, dus dan gaan we er ook naar kijken.
                     Ik denk dat ik in het volgende debat kan melden hoe het staat met die pot. Maar nu
                     ga ik zelf maar even Kamerlid spelen: complexe situaties gaan natuurlijk verder dan
                     alleen maar monumenten. Ik heb daar gewoon geen kant-en-klare oplossing voor, zeg
                     ik eerlijk. Ik moet daar even over nadenken. Ik zeg ook tegen mevrouw Beckerman dat
                     ik daarover even moet nadenken. Ik zie een aantal dingen. Voor de monumenten gaan
                     we linksom of rechtsom geld proberen te regelen. We gaan daarnaartoe et cetera. Maar
                     dat lost nog niet helemaal de complexe situaties op van al de mensen die bij mij zijn
                     langsgekomen. Ik heb laatst ook weer een situatie gehad die ik heel ingewikkeld vond.
                     Dat kan ook komen doordat de situatie gewoon echt complex is, omdat er een heleboel
                     regelingen bij elkaar komen. Ik sluit dat niet uit. Geeft u mij even de kans om daarover
                     na te denken. Nu gaat de voorzitter natuurlijk weer vragen: hoelang moet u daarover
                     nadenken?
                  
De voorzitter:
U beloofde net: voor het volgende debat in november.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat is sowieso het geval rond de monumenten. Maar ik moet even iets meer rust hebben
                     om hier rustig over na te denken.
                  
De voorzitter:
Soms gaat zorgvuldigheid boven tijdigheid of snelheid. Er zijn geen interrupties meer
                     en dus gaan we naar blokje zeven over mijnbouw.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat is eigenlijk toch een blokje dat vooral gaat over de oproep van de heer Nijboer
                     om vooral stevig te blijven richting de NAM; laat ik het even op die manier zeggen.
                     Ik zal dat doen. Ik heb vanmorgen inderdaad contact opgenomen met Shell/Exxon om even
                     met hen te bespreken dat het toch eigenlijk wel de bedoeling is dat mensen die worden
                     uitgenodigd, ook verschijnen bij een enquêtecommissie. Shell/Exxon heeft natuurlijk
                     niet de macht om tegen de heer Van Roost te zeggen dat hij moet komen. Ik heb gezegd
                     dat ik dat zeer ongewenst vind. Veel verder reikt mijn macht niet, behalve dan dat
                     ik op alle fronten rondom de kosten van schade en versterken probeer om de NAM zo
                     verantwoordelijk mogelijk te maken als in mijn macht ligt. Maar dat weet de heer Nijboer
                     wel. Maar dit is ongewenst. Ik vind het jammer dat de heer Van Roost daar niet verschijnt.
                     Ik ken de reden niet. Ik ga ook niet vragen naar de redenen, maar het ware beter dat
                     iedereen die uitgenodigd wordt, daar ook verschijnt. Wij Nederlanders moeten dat.
                     De heer Van Roost heeft de Belgische nationaliteit en mag wegblijven, maar dat lijkt
                     me niet gewenst.
                  
De heer Nijboer (PvdA):
Dat is zo. Je kunt hem niet daarnaartoe slepen, wat je met Nederlanders trouwens wel
                     kan. Maar hij is nog wel commissaris bij Exxon. Daar kan natuurlijk wel druk op worden
                     gezet. Is dat nog wel verenigbaar hiermee? Zelfs oliebedrijven zeggen weleens dat
                     ze maatschappelijk verantwoord willen zijn. Daar past dit toch voor geen ene meter
                     bij? Het kan natuurlijk ook de andere kant op gedrukt worden, zo van: ik wil dat hij
                     komt en het heeft consequenties als hij niet komt.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Hij is om precies te zijn commissaris bij Esso Nederland. Ik begrijp het signaal van
                     de heer Nijboer. Ik zal dit nog wel een keer melden bij de directeur Benelux van Shell/Exxon.
                     Met hem heb ik gesproken. Ik zal hem nog een keer melden dat het gevoelen in de Kamer
                     is dat de heer Van Roost toch beter kan verschijnen en dat het gevoelen in de Kamer
                     ook is dat niet verschijnen moeilijk verenigbaar is met een rol als commissaris. Verder
                     gaat Shell/Exxon ook daar natuurlijk weer over, maar dat hoef ik de heer Nijboer niet
                     uit te leggen.
                  
De voorzitter:
U bent nog niet klaar met het blokje mijnbouw.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Nee, nee, nee! Ik was nog niet eens begonnen, voorzitter. Eigenlijk ging het blokje
                     mijnbouw vooral over de versnelling, het versnellingsplan gaswinning op zee. De heer
                     Van Wijngaarden zei: binnen één tot drie jaar 1 miljard kubieke meter is wel een enorme
                     marge. Hij vroeg: kan dat niet korter, kan het niet één tot twee jaar worden? Dat
                     hangt er een beetje vanaf. De meeste potentie voor extra winning zit eigenlijk in
                     het ontwikkelen van nieuwe velden op zee. Op land is het anders. Als er op land nog
                     veel potentie is, dan zit die vooral in meer halen uit de velden die er al zijn. Op
                     zee kun je nieuwe velden ontwikkelen. Het boren van nieuwe productieputten kost maximaal
                     drie jaar en het beter benutten van bestaande putten duurt één jaar. Daar komen die
                     één tot drie jaar vandaan. Overigens kan dat dan, zegt de logica, gemiddeld best twee
                     jaar of zelfs korter dan twee jaar zijn. Dat hangt maar net af van wat de doorslag
                     geeft. Wat ik wel zou kunnen doen, is nog eens praten met Element NL, de branchevereniging,
                     om te kijken of het ontwikkelen van nieuwe productieputten sneller kan en wat ik daar
                     dan aan kan bijdragen. Zo hoorde ik de heer Van Wijngaarden.
                  
Even kijken. Misschien kom ik even op de gaswinning op land. Daar vroeg de heer Van
                     Haga naar. De gaswinning op land is ingewikkelder dan de gaswinning op zee, niet omdat
                     die technisch ingewikkelder is, maar omdat de omgeving op land natuurlijk iets lastiger
                     is dan die op zee. Ik heb aan de Kamer beloofd dat ik kom met een contourennota. Dat
                     is bewust een discussiestuk. Dat is zo afgesproken met de Kamer. Ik geef daarin aan
                     wat ik met een aantal mijnbouwactiviteiten wil. Gaswinning op land speelt daarin een
                     grote rol. Ik kom daar dus op terug in de contourennota. Voordat u het vraagt, voorzitter:
                     wat mij betreft komt die contourennota volgende maand.
                  
De voorzitter:
Dank u wel voor de toezegging.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dan heb ik nog één antwoord te geven, namelijk op een vraag van de heer Nijboer over
                     de NAM. Ik deed hem niet helemaal recht, want hij vroeg ook naar de verkoop en de
                     splitsing. Het is goed om nog een keer heel helder aan te geven dat het stuk Groningen
                     niet verkocht wordt. Dat is één. Twee. Ik moet steeds toestemming geven voor de verkoop.
                     Bij die toestemming zal ik altijd in de gaten moeten houden dat de koper zijn maatschappelijke
                     verantwoordelijkheden kan nakomen. Zo simpel is het. De koper moet dus financieel
                     solide zijn et cetera, et cetera. Ik zal dat zorgvuldig doen.
                  
Voorzitter, hiermee heb ik ook dit blokje afgerond, dacht ik. Ik denk dat ik in ieder
                     geval de meeste vragen heb beantwoord.
                  
De voorzitter:
Dat was het laatste blokje. De heer Van Wijngaarden.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik werd net wel even getriggerd door het vraagstuk van een niet-Nederlander die dan
                     niet bij zo'n enquêtecommissie verschijnt. Ik vind dat inderdaad wel een zeer terechte
                     vraag. Misschien kan deze casus wel reden zijn voor bredere reflectie in het kabinet
                     op hoe we daar eigenlijk mee omgaan. Maar goed, ik snap ook dat je daarbij op een
                     «case by case»-benadering uitkomt; sorry voor het Engels. Hoe dan ook, ik zou het
                     wel fijn vinden als we daar iets van een terugkoppeling op krijgen. Ik vind de opmerking
                     van de heer Nijboer zeer terecht: als bedrijven gebruik willen maken van de Nederlandse
                     bodem en hier geld willen verdienen, is dat allemaal prima – van harte welkom – maar
                     ze spugen het Nederlandse parlement wel in het gezicht op het moment dat ze weigeren
                     daar te verschijnen. Ik vind dat daar best consequenties aan verbonden mogen worden.
                     Ik wil de Staatssecretaris dus van harte ondersteunen bij het signaal dat hij gaat
                     afgeven. Ik vind dat ze gewoon de morele plicht hebben om te verschijnen. Zeker in
                     deze casus vind ik het echt een totaal ongepast signaal dat ze dat weigeren. Het juridische
                     en legistische kader laat ik daarbij even terzijde.
                  
De voorzitter:
Ik weet niet of de Staatssecretaris hier nog op wil reageren?
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik heb één ding, maar ik moet echt heel erg uitkijken, want het gaat over een persoon.
                     Het kan zijn dat er redenen zijn die niet in de aard liggen van niet willen; het kunnen
                     ook redenen zijn van niet kunnen, bijvoorbeeld om gezondheidsredenen. Daarom druk
                     ik me de hele tijd heel voorzichtig uit. Ik heb niet het recht om te vragen waarom
                     iemand niet komt, dus ik moet dat allemaal heel omzichtig doen. Maar ik heb de vraag
                     van de heer Van Wijngaarden gehoord en ik zal proberen om daaraan tegemoet te komen.
                  
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik vind het zeer terecht dat de Staatssecretaris die laatste nuance aanbrengt, want
                     dat is wel zo, en dat zou het in een volledig ander daglicht plaatsen. Het soort redenen
                     waarnaar de Staatssecretaris verwees, kunnen er gewoon zijn. Maar, ja, we wachten
                     het even af.
                  
De voorzitter:
Meneer Nijboer, u gaat uw laatste interruptie plaatsen.
De heer Nijboer (PvdA):
Ja, mijn laatste interruptie. Die gaat over de NAM; hoe kan het ook anders? De Staatssecretaris
                     zegt: ik vind dat de koper een maatschappelijke verantwoordelijkheid moet nakomen.
                     De verkoper doet dat in ieder geval niet. Maar in hoeverre moet dat? Want de NAM is
                     in dit geval de verkoper. Als je daar een maatschappelijkeverantwoordelijkheidstoets
                     neerlegt, dan denk ik dat het wijdverbreide parlementaire oordeel – nou ja, misschien
                     niet van Van Haga – zal zijn dat dat niet zo is. Kan dat niet gebruikt worden om hier
                     toch het been dwars te zetten?
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik durf het antwoord daar nu even niet op te geven. De heer Nijboer stelt uiteindelijk
                     een vrij juridische vraag. Wat kun je nog? Ik interpreteer de vraag als volgt. De
                     NAM wil graag delen van haar bezit vervreemden. Kun je dat tegenhouden omdat – het
                     zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de heer Nijboer – de NAM niet altijd haar
                     maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft getoond? Daar moet ik echt even over nadenken.
                     Dat weet ik ook in de tweede termijn niet; dat zeg ik alvast maar. Ik moet daar even
                     over nadenken. En nu gaat u vragen hoelang. Dat weet ik niet. Dit vergt even overleg
                     met juristen.
                  
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dit gaat natuurlijk over de brief van gisteren. Die staat formeel nog niet eens op
                     deze agenda, denk ik, maar ik was er wel benieuwd naar omdat met name mensen in Twente,
                     maar straks ook in de buurt van de Waddenzee, denken: wat gebeurt er dan exact, wat
                     is de impact daarvan op ons gebied, kan het bij wijze van spreken dan alsnog weer
                     worden opgestart? Deze zorgen leven rondom dit soort verkooppakketten. Misschien kunnen
                     we daar een volgende keer wat dieper op ingaan of kan de Staatssecretaris daar dan
                     op reageren. Die zorgen zitten er natuurlijk aan vast, niet aan het Groningenveld,
                     maar wel aan de rest. Wat gebeurt er dan? We hebben nu een heel traject met Drenthe.
                     Hoe werkt het in praktijk als dat heel anders opgepakt kan worden? Die zorg zit erachter.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik probeerde die zorg weg te nemen met de formule die ook in de brief staat, maar
                     dat is niet helemaal gelukt. Ik heb de brief even niet bij de hand, maar daar staat
                     in dat ik een verkoop toets op financiële degelijkheid. Ik heb hier tijdens het interpellatiedebat
                     over Twente, denk ik, een vrij fel debatje over gehad met de heer Omtzigt. Hij vroeg:
                     wat als dit nou in handen komt van een partij die lak heeft aan al dit soort eisen?
                     Toen heb ik gezegd dat we de verkoop dan niet toestaan; dan geven we gewoon geen vergunning
                     af voor de verkoop en dan houdt dat weer op. Maar ik begrijp wel wat mevrouw Mulder
                     vraagt. Mevrouw Mulder vraagt het iets preciezer. Mag ik dat even meenemen in mijn
                     denkproces over de vraag die u stelde? Mevrouw Mulder zei al «voor een volgend debat».
                     Ik denk dat het zich daar ook beter voor leent. Ik moet daar even over nadenken.
                  
De voorzitter:
Mevrouw Mulder, in de reservetijd. Dit gaat u een gevulde koek kosten, want uw interrupties
                     zijn op.
                  
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Nou, dan zal ik die regelen, voorzitter. Dank voor het voorzitten, ook vandaag. Dank
                     voor dit antwoord in ieder geval van de Staatssecretaris. Deze vraag leeft inderdaad
                     ook bij Pieter Omtzigt en bij Suzanne Kröger. We hebben daar vandaag nog met z'n drieën
                     contact over gehad. Dank dat deze zorg ook wordt beantwoord.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik was aan het eind van mijn termijn, voorzitter.
De voorzitter:
Ja, dan gaan we naar de tweede termijn van de Kamer. Anderhalve minuut per fractie.
                     Mevrouw Beckerman van de Socialistische Partij, uw tijd loopt.
                  
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag meteen een tweeminutendebat aanvragen.
Voorzitter. Deze week zei een gedupeerde het volgende tegen mij; ik wil dat citaat
                     nog even aan u voorleggen. «Wij zijn mensen met een virtuele enkelband die nooit meer
                     kunnen verhuizen. Voor ons is het vertrouwen in een oprechte overheid voor altijd
                     verdwenen.» Waarom lees ik dit voor? Niet omdat het zo heftig is, maar omdat ik deze
                     week twee mensen sprak die uit de versterkingsoperatie zijn gestapt en zeiden: ik
                     wil het niet meer; weg! Ik vond dat heel heftig. Een van hen was bij Bedrijfsbureau
                     BI, waar we veel klachten over krijgen. Ik zou heel graag een update willen van hoe
                     dat gaat. De woorden van de Staatssecretaris vind ik mooi en ik dank hem voor de reactie
                     op het eisenpakket voor bijvoorbeeld de trillingstool, maar tegelijkertijd gaat de
                     Staatssecretaris daar nu nog steeds niet over. Ik vind dat we het heel concreet moeten
                     maken. Ik heb hele concrete dingen gevraagd, bijvoorbeeld over de waardedalingsregeling
                     van de NAM. Daar zijn we heel lang mee bezig en nu moeten we weer wachten op een brief.
                     Dat was in mei ook zo. Toen kregen we een brief, maar die blijkt nu niet te kloppen.
                  
Helemaal tot slot, voorzitter. Dit weekend waren er weer bevingen. De Staatssecretaris
                     noemde hoeveel schade er is. Er zijn nu ook twee acuut onveilige situaties waar meteen
                     moest worden ingegrepen. Eerder zei SodM: we zien meer seismiciteit dan we hadden
                     verwacht. Daar komt dit bovenop. Ik heb de Staatssecretaris al verzocht om een brief,
                     maar ik wil ook kijken of er maatregelen nodig zijn, want we zien dat mensen acuut
                     in onveiligheid zijn geraakt. Er zit bijvoorbeeld dat onveilige condensaatstation
                     bij. Ik zou graag willen dat de Staatssecretaris de vraag of we nu meer seismische
                     activiteit zien bij de gasopslagen meeneemt.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Beckerman van de SP. Mevrouw Mulder, CDA.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter, dank. Dank dat de Staatssecretaris in de verschillende begrotingen gaat
                     kijken naar de afrondende fase van de versterking, want we moeten het niet meer op
                     die manier gaan zien. Dank dat hij ook goed kijkt hoe we de continuïteit van de instroom
                     kunnen bevorderen in de nieuwe aanpak waar Wientjes mee bezig is. Dat wacht ik nog
                     even af.
                  
Over de waardedalingsregeling krijgen we een brief. Het wordt breed in de Kamer gedeeld
                     dat we die eigenlijk al eerder hadden verwacht. Fijn dat daarin ook nog eens uitsluitsel
                     over de percentages wordt gegeven.
                  
Tot slot het bewijsvermoeden en Norg. Dank dat er in november, voor het WGO, een brief
                     komt, zodat we weten welke kant de Staatssecretaris daarmee op wil. Het gaat mij om
                     een oplossing voor huizen die direct naast elkaar staan, maar waar verschillende behandelingen
                     voor zijn, en breder om de vraag: wie krijgt er wel een omkering van de bewijslast
                     en wie niet? Als je die niet krijgt, moet je wel weten waar het aan ligt, want dat
                     weten de mensen gewoon niet. Dank dat daarvoor een oplossing wordt gezocht. Daar reken
                     ik ook op.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt voor uw inbreng namens het CDA. Waarde heer Segers, ChristenUnie.
De heer Segers (ChristenUnie):
Dank, voorzitter. Wat ik echt goed vind van de Staatssecretaris is dat hij deze hele
                     aanpak plaatst in de relatie tussen overheid en burger. Hij zei: het ergste vind ik
                     dat de overheid geen bondgenoot van de burger is, maar tegenover de burger staat.
                     Ik denk dat hij daarmee de spijker op z'n kop slaat. Als het vertrouwen weg is, duurt
                     het heel lang voor het terug is, maar het kan alleen maar terugkomen door heel hard
                     te werken en door de goede dingen te doen. In de toezeggingen vandaag proef ik dat
                     de Staatssecretaris echt op zoek is naar een manier om weer bondgenoot van de burger
                     te worden. Dank daarvoor.
                  
Dat we bij schadeherstel uitgaan van een verzekeringsmodel, dus van vertrouwen in
                     plaats van wantrouwen, vind ik echt een belangrijke omslag.
                  
Ik sluit me aan bij de reactie over Norg. Dat wachten we af, maar dank dat de Staatssecretaris
                     ook daar een beweging maakt. Dat geldt ook voor het Instituut Mijnbouwschade en de
                     mediation bij de procedures, want ook daar zouden we tot een andere relatie moeten
                     komen.
                  
Helemaal tot slot. Ik denk dat de Staatssecretaris mij nog een antwoord schuldig is
                     over de Nationaal Coördinator en de portal waaraan gebouwd wordt. Als ik hoor dat
                     de overheid bouwt aan een portal, word ik altijd een heel klein beetje zenuwachtig.
                     We hebben nog altijd het systeem van enveloppen en postzegels en printers, die een
                     brief kunnen uitprinten – dat om de mensen gerust te stellen – maar kan de Staatssecretaris
                     op dat punt toch even aangeven wat de planning is? Ik had gezegd dat ik een motie
                     op dat punt overweeg, maar dat laat ik afhangen van wat de Staatssecretaris hierover
                     nog te melden heeft.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
We gaan het straks horen. De Staatssecretaris vermeldde dat al voor u uitgesproken
                     was, dus hij komt er straks op terug.
                  
Meneer Van Wijngaarden, VVD.
De heer Van Wijngaarden (VVD):
Dank, voorzitter, en dank aan de Staatssecretaris voor de antwoorden. Kort gezegd,
                     hij zit er gewoon goed in en hij zit erbovenop. Ik zie een Staatssecretaris die de
                     Groningers en het belang van de Groningers op één zet, en zo hoort het volgens mij
                     ook. Het moet echter wel gezegd worden – de Staatssecretaris begon daar ook mee en
                     verwees daar ook naar – dat het allemaal plaatsvindt tegen een donkere achtergrond.
                     We zitten in onbekend vaarwater, een economische oorlog, waarin het ook wel een kwestie
                     is van hopen op het beste en voorbereid zijn op het ergste. Ik vind het belangrijk
                     om dat nog even genoemd te hebben.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dat zijn mooie en wijze woorden. Meneer Nijboer, PvdA.
De heer Nijboer (PvdA):
Dank u wel, voorzitter. De Staatssecretaris kan weer terug met best een «pokkel» werk,
                     zoals ze in Groningen zeggen, want hij gaat de verschillenanalyse nog verder uitwerken.
                     Dat lijkt me verstandig. Ik zie ook wel dat die met de beste bedoelingen is gemaakt,
                     maar we zijn het er denk ik over eens dat je nu nog niet bij mensen thuis kunt komen
                     met die brief in de zin van: dit gaat er met u gebeuren. Dat vinden we redelijk. Maar
                     dat is wel het doel.
                  
De turbo gaat op de waardedalingsregeling. Dat is natuurlijk eigenlijk te laat; dat
                     is water onder de brug. Maar het is wel belangrijk dat dat gebeurt.
                  
Dan de vervreemding. Ik ben echt wel benieuwd naar de juridische analyse, ook omdat
                     NAM, Shell en Exxon niets anders deden dan alle juridische middelen gebruiken. De
                     overheid moet dat niet nalaten. Ik blijf altijd bang dat NAM uiteindelijk nog afgezonken
                     wordt en een lege nv blijft. Nu zijn er garanties, maar ik ben bang dat als er in
                     2040 nog een keer een aardbeving is, de overheid aan de lat staat. Dit soort verkopen
                     faciliteren dat alleen maar.
                  
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nijboer. Meneer Boulakjar, D66. Ik zag een hoop fans naar u kijken.
De heer Boulakjar (D66):
Ja, dat zijn allemaal fans van mij, voorzitter. Nee, volgens mij zijn het fans van
                     de hele commissie.
                  
Voorzitter. Allereerst sluit ik me helemaal aan bij de woorden van de heer Van Wijngaarden,
                     die het had over het niet komen opdagen van een zekere persoon bij de commissie, maar
                     daarbij denk ik ook wel aan de nuance van de Staatssecretaris: we weten niet wat er
                     aan de hand is. Maar ook ik heb me daar natuurlijk kapot aan geërgerd.
                  
Ik heb me er ook aan geërgerd dat er twee partijen in deze commissie zijn met allerlei
                     wilde ideeën over extra gaswinning, die vervolgens verdwijnen en niet het respect
                     hebben om de rest van de commissievergadering bij te wonen.
                  
Ik sluit me aan bij alle complimenten aan de Staatssecretaris voor zijn standvastigheid
                     en zijn harde werk. Ga vooral zo door.
                  
Ik ben blij met de toezegging over het verzekeringsmodel. Andere partijen hebben zich
                     daar in het verleden ook hard voor gemaakt, dus ook complimenten aan die partijen.
                     Ik kijk ernaar uit.
                  
Ik ben ook blij dat de Staatssecretaris zegt de belofte richting de jeugd over hun
                     perspectief en hun situatie hoog op de agenda te houden, dus dank daarvoor.
                  
En natuurlijk dank aan onze fantastische voorzitter vandaag.
De voorzitter:
Dank u wel voor dat compliment, meneer Boulakjar. Ik wil wel even vermelden dat meneer
                     Van Haga zich heeft afgemeld omdat hij naar de plenaire zaal moest. Dat wil ik er
                     even bij zeggen. Nogmaals, iedereen gaat over zijn eigen agenda; dat is duidelijk.
                  
Meneer de Staatssecretaris, kunt u meteen antwoorden? Ja, hoor ik. Aan u het woord
                     dan.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Voorzitter. Toen ik het verzoek uit de procedurevergadering om een brief over aardbevingen
                     las, dacht ik in eerste instantie: ik begrijp niet helemaal wat mevrouw Leijten – zij
                     sprak toen voor mevrouw Beckerman – precies wil. Ik dacht: ja, er is een aardbeving
                     geweest en iedereen kan lezen wat daar gebeurd is. Maar ik begrijp het nu beter, met
                     de toelichting van mevrouw Beckerman. Ik zal het even herhalen, dan kan mevrouw Beckerman
                     horen of dat is wat ze bedoelt. Ik zal een brief maken over seismiciteit, ook bij
                     de opslagen. Aanstaande maandagavond is er volgens mij een informatiebijeenkomst in
                     Het Hogeland, met SodM en KNMI erbij, over de vraag: schuiven de aardbevingen nu langzaam
                     op naar het noorden? Dat is de vraag daar. Dat neem ik mee in die brief. Ik zal ook
                     aangeven hoe we omgaan met de acuut onveilige situaties. Dat zeg ik mevrouw Beckerman
                     toe.
                  
De voorzitter:
Ik wilde de Staatssecretaris eigenlijk netjes laten uitpraten. Nou, goed dan.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel, voorzitter. Eerder al heeft SodM aan zowel NAM als TNO gevraagd om te
                     reageren op de recente seismiciteit, niet zijnde de twee bevingen van nu. Ik wil daar
                     ook gewoon de bovengrondse kant bij betrekken. Wat moet daar gebeuren? Dat kan niet
                     via deze partijen. We hebben nu twee acuut onveilige situaties. Die neemt de Staatssecretaris
                     al mee. Maar het overslagstation voor aardgascondensaat, dat niet veilig genoeg is,
                     ligt ook in dat gebied. Misschien moet er wel een set maatregelen genomen worden om
                     ervoor te zorgen dat de veiligheid bovengronds ook zo groot mogelijk is.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik begrijp de vraag. Mevrouw Beckerman doelt op het station in Roodeschool, denk ik.
                     Dat wordt op dit moment niet meer gebruikt. Nee, niet alleen nu niet, mevrouw Beckerman.
                     Ik heb met de operator afgesproken dat we daar naar een andere oplossing zoeken. Ze
                     werken nu met vrachtauto's, die dat vervoeren. Mevrouw Beckerman had het over problemen
                     bij het bedrijfsbureau. Dat moet ik uitzoeken. Ze moet mij even die case geven, voor
                     wat daar aan de hand is. Dan reageer ik daarop. Ik weet dat even zo niet.
                  
Ten slotte die portal. Dat duurt langer dan ik leuk vind. De heer Segers voelde dat
                     weer haarfijn aan. Ik krijg hier nu door dat er eind dit jaar duidelijkheid is over
                     de implementatie, inclusief een tijdlijn. Daar word ik niet heel vrolijk van, en hij
                     ook niet. Ik begrijp dat mensen die in de versterking zitten twee brieven krijgen:
                     eentje over hun eigen situatie en eentje over de algemene situatie. De heer Segers
                     zegt eigenlijk: verander dat nou in halfjaarlijks in plaats van per jaar. Zal ik het
                     als volgt doen? Ofwel we veranderen dat in een fysieke brief per halfjaar, ofwel die
                     portal gaat dat doen. Zullen we het zo afspreken? Dan heb ik denk ik de beste afspraak.
                  
De heer Segers (ChristenUnie):
Dat lijkt me een hele heldere toezegging, waar die bewoners veel aan hebben. Dat lijkt
                     me heel mooi. Dank.
                  
Staatssecretaris Vijlbrief:
Voorzitter, verder zou ik de commissie hartelijk willen danken en u natuurlijk ook
                     weer voor het voorzitterschap. Ik zou de commissie er ook voor willen danken dat er
                     voor het grootste deel steun is voor de lijn rond de gaswinning. Ik kom toch nog één
                     keer terug op de opmerking die de heer Van Wijngaarden helemaal aan het eind maakte.
                     Het is volkomen terecht dat hij die opmerking maakte. Er hangen donkere wolken boven
                     het dossier, maar dat is niet omdat we morgen Groningen daarmee gaan opzadelen. Dat
                     ga ik helemaal niet doen. Dat is helemaal niet de wens. Maar het is wel zo – ik moet
                     daar eerlijk in zijn – dat ik putten heb opengehouden voor de acute situatie die zou
                     kunnen ontstaan bij een fysiek gastekort. Daar moeten we ook eerlijk in zijn. Ik probeer
                     dat ook te zijn. Ik zeg dat ook steeds in Groningen. Ik dank de heer Van Wijngaarden
                     dus voor zijn wijze woorden.
                  
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer de Staatssecretaris. Dank u wel, leden der Staten-Generaal.
Er is een tweeminutendebat aangevraagd, waarin mevrouw Beckerman met een aan zekerheid
                     grenzende waarschijnlijkheid de eerste spreker zal zijn.
                  
Er zijn wat toezeggingen gedaan. Kan de Staatssecretaris even goed meeluisteren zodat
                     we weten dat die goed geformuleerd zijn? Het volgende commissiedebat Mijnbouw/Groningen
                     staat overigens gepland voor 30 november 2022. Dat heeft ook te maken met veel toezeggingen
                     die zijn gedaan.
                  
– De Staatssecretaris stuurt de Kamer in november een brief over de mogelijkheden betreffende
                           de toepassing van bewijsvermoeden Norg;
                        
Als u niet piept, ga ik door.
– De Staatssecretaris stuurt voor de behandeling van de novelle een brief betreffende
                           de mogelijkheden aanwijzingsbevoegdheid Instituut Mijnbouwschade Groningen;
                        
– De Staatssecretaris doet onderzoek naar de mogelijkheden van een andersoortig model
                           schadevergoeding en informeert de Kamer begin 2023 voor het rapport van de enquêtecommissie
                           hierover en betrekt de vraag waarom hier niet eerder voor is gekozen in de brief;
                        
Het is een hele lange zin, maar wat er staat klopt wel allemaal.
– De Staatssecretaris wil de waardevermeerderingsregeling toespitsen op langwachtenden
                           op een oplossing en informeert de Kamer hierover;
                        
Daar had ik graag nog een termijn voor gehad.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat komt snel. De huidige regeling is tot 1 december verlengd. Dat betekent dat ik
                     de Kamer voor die tijd zal melden hoe het vervolg eruit zal zien.
                  
De voorzitter:
Dank u wel, Staatssecretaris en collega.
– De Staatssecretaris onderzoekt of methodes als mediation en het schadevergoedingsmodel
                           kunnen worden geïntroduceerd en informeert de Kamer voor het volgende commissiedebat
                           hierover;
                        
Dat is dus dat debat van 30 november 2022.
– De Staatssecretaris zegt toe de Kamer uiterlijk een week voor het volgende commissiedebat
                           een vervolgbrief toe te sturen over de zogenaamde onverklaarbare verschillen, voorzien
                           van de concrete voorbeelden;
                        
Dat betekent dus de een na laatste week van november.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Ik denk dat ik het zelf heb gedaan, maar volgens mij zou dit niet moeten worden aangeduid
                     als de onverklaarbare verschillen, want er zijn ook verklaarbare verschillen. Volgens
                     mij zou dit formeel moeten worden aangeduid als de verschillenanalyse. Ik zeg het
                     maar, voordat het verkeerd in de boeken terechtkomt. Dan hebben we een feit waarvan
                     iemand weer denkt: hoe kan dat?
                  
De voorzitter:
Dat wordt aangepast, excellentie. Dat is geen probleem.
– De Staatssecretaris zegt toe om het rapport van de verbinder over de dorpenaanpak
                           dat in oktober wordt gepubliceerd, te voorzien van een reactie. Hij zal die voor het
                           volgende commissiedebat – daar is ie weer, die 30 november! – naar de Kamer sturen;
                        
– De Staatssecretaris zegt toe om volgende week een brief over het proces richting de
                           waardedalingsregeling naar de Kamer te sturen en daarin onder andere de vermeende
                           consultatieronde en de kwestie rondom de percentages te betrekken;
                        
Staatssecretaris Vijlbrief:
Inmiddels lijkt de vermeende consultatieronde te hebben plaatsgevonden in mei, begrijp
                     ik van mijn collega hiernaast. Maar we zullen dat ook melden in de brief.
                  
De voorzitter:
Dank u wel.
– De Staatssecretaris informeert de Kamer voor het volgende commissiedebat over de financiële
                           situatie van de monumentenregeling;
                        
– De Staatssecretaris zegt toe om met de branchevereniging in gesprek te gaan betreffende
                           gaswinning op de Noordzee en de mogelijke versnelling van het plan;
                        
– De Staatssecretaris zegt toe de contourennota voor de wijziging van de Mijnbouwwet
                           de komende maand naar de Kamer te sturen.
                        
Staatssecretaris Vijlbrief:
Voorzitter, misschien mag ik daarvan maken «voor het komende debat»? Het heeft toch
                     geen zin om dat eerder te doen, althans het wordt dan pas besproken. Het wordt dan
                     dus «de allerlaatste contourennota voor het volgende commissiedebat».
                  
De voorzitter:
De griffier heeft het al aangepast.
Staatssecretaris Vijlbrief:
Dat geeft iets meer ...
De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn geen nabranders, uitbranders. Meneer Segers, een gezegende avond.
                     Ik ben aan het einde gekomen. Ik wil de mensen op de publieke tribune en de mensen
                     die thuis hebben gekeken hartelijk danken. Er luisteren zeker veel Groningers. Kop
                     d'r veur, zeggen we vanuit hier. Er wordt aan gewerkt. Ik dank de Staatssecretaris
                     en zijn collega, de Kamerleden, maar zeker ook de Dienst Verslag en Redactie en onze
                     trouwe Kamerbode. Allemaal hartelijk dank. Heb elkander lief en kom allemaal veilig
                     thuis, ook meneer Segers. Een behouden thuiskomst. Een gezegende avond.
                  
Sluiting 20.34 uur.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 D.S. Nava, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
