Brief regering : Initiatieven gericht op beleidsontwikkeling met betrekking tot online aangejaagde openbare-ordeverstoringen
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 814
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2025
Er is de afgelopen jaren groeiend aandacht voor de aanpak van online aangejaagde openbare-ordeverstoringen.
Daarbij wordt (soms) gevraagd om bevoegdheden die fundamentele grondrechten van burgers
kunnen raken. Zoals een bevoegdheid om burgers te kunnen verbieden om bepaalde uitingen
te doen. Dat raakt grondrechten, want ook op sociale media heeft iedereen de vrijheid
om zijn of haar mening te delen. Dit is een belangrijk recht maar het kan ook zorgen
voor onrust in de fysieke wereld. Bepaalde oproepen of uitingen op online platforms
of sociale media kunnen leiden tot openbare-ordeverstoringen.
Wanneer online gedrag voor onrust zorgt, is het voor burgemeesters en politie een
grotere uitdaging om de openbare orde te handhaven. Tegelijk is het beschermen van
grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting en de eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer, een kerntaak van de overheid. Om een balans daarin te vinden, staan de
volgende vragen centraal:
• Hoe beschermen we deze grondrechten, zonder dat dit leidt tot gevaarlijke situaties
en verstoringen van de openbare orde?
• Hoe ga je hier als overheid mee om?
• Wanneer grijp je in, en wanneer niet?
• En welke rol hebben bedrijven en burgers zelf?
1. Beleidsontwikkeling
Op 14 mei 2024 is uw Kamer voor het eerst uitvoerig geïnformeerd over de aanpak van
online aangejaagde openbare-ordeverstoringen en heeft uw Kamer een overzicht van activiteiten
in dat kader ontvangen.1 Hierbij is het belang benadrukt om in gesprek te blijven over deze belangrijke maatschappelijke
opgave. Ook is de behoefte geuit om het perspectief van burgers te betrekken. In de
brief is een overzicht van een aantal lopende dan wel afgeronde acties en producten
aan uw Kamer gegeven. Sindsdien wordt er gewerkt aan die activiteiten en zijn er inmiddels
aanvullende activiteiten gestart. De opbrengsten hiervan bevatten aanknopingspunten
die beleidsmatig verder uitgewerkt zullen worden. Oplossingsrichtingen die beleidsmatig
niet onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid vallen zullen onder de aandacht
worden gebracht van de desbetreffende departementen. Over de inhoud van de activiteiten
informeer ik uw Kamer middels deze brief.
Burgerdialoog
Volgend op een verkenning naar de kansen en mogelijkheden van burgerparticipatie op
dit thema is dit voorjaar een burgerdialoog georganiseerd over online aangejaagde
openbare-ordeverstoringen. Uw Kamer is hierover eerder geïnformeerd.2
De uitkomsten van de burgerdialoog laten zien dat de groep deelnemers een genuanceerde
blik op het onderwerp heeft. Zij herkennen dat het gaat om een complex vraagstuk,
waarvoor geen eenvoudige oplossing bestaat. De deelnemers voorzien dat vooral de overheid
en internetplatforms een rol hebben in de aanpak van dit fenomeen. Zo zien zij voor
de overheid vooral een rol waar het gaat om toezicht en handhaving, maar vinden deelnemers
ook dat de overheid zelf een voorbeeldfunctie heeft. De uitkomsten laten ook zien
dat de deelnemers vinden dat internetplatforms een verantwoordelijkheid toekomt, zo
stellen deelnemers bijvoorbeeld voor dat platforms transparant zouden moeten zijn
over algoritmes en de inrichting van platforms, hun verwijderbeleid en het gebruik
van disclaimers of contextlabels bij (schadelijke) content. De deelnemers zien ook
een rol voor burgers, maar voorzien dat zij daarbij moeten worden gesteund door bijvoorbeeld
maatschappelijke campagnes om verantwoord online gedrag te bevorderen.
Een aantal aanbevelingen komt overeen met waar momenteel op wordt ingezet. Zo wordt
aanbevolen om beter zicht te krijgen op «online onruststokers» zodat daarop kan worden
gehandhaafd waar nodig. Met het wetsvoorstel gegevensvergaring openbare orde beoog
ik de bevoegdheden van de politie uit te breiden om informatie online te verzamelen
over mogelijke grootschalige openbare-ordeverstoringen. Met een versterkte informatiepositie
zijn burgemeester en politie beter in staat om te voorkomen dat online gedrag leidt
tot ernstige verstoringen van de openbare orde. Ook wijzen deelnemers op het belang
om in Europees verband op te treden. De digitaledienstenverordening (Digital Services
Act, DSA) is in dit kader relevant. Dit is een Europese verordening met onder andere
tot doel de online veiligheid te vergroten, waardoor (digitale) grondrechten van burgers
beter worden beschermd. De DSA biedt duidelijke kaders voor de rol en verplichtingen
van internetplatforms en andere tussenhandeldiensten.3
Tot slot benoemen deelnemers het belang van een goede verbinding met de samenleving,
waar volgens hen de organisatie van een burgerdialoog aan bijdraagt. Aanbevolen wordt
om dit vaker te benutten, zowel op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau.
De opbrengsten zullen worden betrokken in de verdere beleidsontwikkeling, en waar
nodig trekt JenV daarbij op met andere departementen.
In de beantwoording van eerdere Kamervragen over de burgerdialoog heeft mijn voorganger
toegezegd de kosten van de dialoog met uw Kamer te delen.4 In de voorbereidende fase is verkennend onderzoek gedaan; de kosten hiervan bedroegen
afgerond € 60.000. De uitvoering van de burgerdialoog heeft circa € 344.000 gekost.
De grootste kostenposten hierbij waren de inhuur van het gespecialiseerde bureau,
de locatiehuur met eenvoudige catering en de onkostenvergoeding voor deelnemers.
Deskundigenbijeenkomst
Dit voorjaar is er een deskundigenbijeenkomst georganiseerd, waarbij experts vanuit
verschillende disciplines – zowel uit de wetenschap als de praktijk – met elkaar in
gesprek zijn gegaan over mogelijkheden om het bestaande handelingsperspectief te versterken
of uit te breiden. Aan verschillende gesprekstafels kregen deelnemers de kans om vanuit
hun eigen kennis en expertise inzichten over het vraagstuk te delen. Een sfeerimpressie
en verslag van de bijeenkomst is onlangs gedeeld met de deelnemers en gepubliceerd
in het webdossier over online aangejaagde openbare-ordeverstoringen op de website
van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), medeorganisator
van de bijeenkomst.5
De overkoepelende conclusies waren:
• Uit alle tafels kwam naar voren dat er een duidelijke behoefte is aan meer bewustwording
en kennisdeling over het thema; zowel binnen gemeenten als bij hun partners. Het is
belangrijk dat de overheid zich daarbij realiseert dat we leven in een hybride samenleving,
waarin online en offline nauw met elkaar verweven zijn. Meer bewustwording helpt om
het fenomeen beter te begrijpen, inclusief de verschillende fasen waarin het zich
kan ontwikkelen. Dit inzicht biedt kansen om eerder op te treden en effectiever samen
te kunnen werken met partners.
• De rol van de burgemeester werd breed erkend als belangrijk, maar er bestaan uiteenlopende
opvattingen over hoe die rol precies ingevuld zou moeten worden. Sommige deelnemers
benadrukten dat eerst meer inzicht nodig is in het fenomeen zelf, voordat duidelijk
kan worden welke taken en verantwoordelijkheden daarbij voor de burgemeester zijn
weggelegd.
• Tot slot werd aan meerdere tafels benadrukt dat overheden bij het ontwikkelen van
een aanpak ook aandacht moeten besteden aan het versterken van de verbinding met de
samenleving.
Vorig jaar liet mijn voorganger uw Kamer weten dat kennisdeling essentieel is en dat
dit ook bijdraagt aan een versterking van de samenwerking tussen partners op dit terrein.6 De deskundigenbijeenkomst onderschrijft ook het belang hiervan. In opdracht van mijn
departement heeft het CCV diverse instrumenten ontwikkeld om partijen te ondersteunen
in de aanpak van dit fenomeen. Samen met het CCV blijf ik de komende tijd inzetten
op het actief onder de aandacht brengen van deze instrumenten en blijf ik in gesprek
met gemeenten, politie en het OM over deze maatschappelijke opgave.
Internationaal vergelijkend onderzoek
Via het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) wordt momenteel een internationaal
vergelijkend onderzoek uitgevoerd naar online aangejaagde openbare-ordeverstoringen.
In het onderzoek wordt onder andere geïnventariseerd welke interventies er in andere
landen zijn ontwikkeld voor het voorkomen of beheersen van online aangejaagde openbare-ordeverstoringen
en hoe hiervan kan worden geleerd. Het onderzoek zal naar verwachting eind eerste
kwartaal van 2026 afgerond zijn. In samenhang met dit onderzoek zal in 2026 een bijeenkomst
worden georganiseerd, met als doel om kennis uit te wisselen en de (internationale)
samenwerking op dit thema te versterken.
City Deal – Lokale Weerbaarheid Cybercrime
Er wordt vanuit de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime en in samenwerking met
het CCV geïnvesteerd in lokale en regionale initiatieven om de aanpak van online aangejaagde
openbare-ordeverstoringen te versterken. Er zijn in totaal vier projecten geselecteerd.
Deze zijn aan het begin van het jaar van start gegaan. De projecten richten zich onder
andere op het ontwikkelen van een e-learning en praktijkgerichte scenario-oefeningen
en het opstellen van een handreiking voor de toepassing van de noodbevelsbevoegdheid
door de burgemeester. De resultaten van de projecten worden aan het eind van het jaar
verwacht.
Verdere verkenning landelijke meldvoorziening voor burgemeesters
Het CCV gaat in samenwerking met relevante partners een verdere verkenning uitvoeren
naar een mogelijke landelijke meldvoorziening voor burgemeesters ten behoeve van het
ontoegankelijk (laten) maken en (laten) verwijderen van online content die kan leiden
openbare-ordeverstoringen. Het doel van de verdere verkenning is om de meerwaarde,
werkbaarheid en positionering van een laagdrempelige meldvoorziening te verkennen.
Er wordt hierbij inspiratie ontleend aan bestaande meldpunten zoals die voor online
grensoverschrijdend gedrag en Meld.Online Discriminatie. De resultaten van de verkenning
worden aan het begin van het tweede kwartaal van 2026 verwacht.
2. Opvolging en vervolgstappen
Ik ga aan de slag met de waardevolle inzichten die de initiatieven hebben opgeleverd.
In dit kader volg ik ook met veel interesse het initiatiefwetsvoorstel online aangejaagde
ordeverstoring dat aanhangig is gemaakt door het lid Michon-Derkzen.7
Ik zal uw Kamer uiterlijk in het tweede kwartaal van 2026 informeren over de opbrengst
van het internationaal vergelijkend onderzoek dat via het WODC wordt uitgevoerd en
welke vervolgstappen – op basis van de bovenstaande initiatieven – zullen worden gezet.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F. van Oosten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid