Brief regering : WGA-dienstverlening
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 855
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2025
Werk is belangrijk. Niet alleen om een inkomen te verdienen, maar ook voor zingeving
en om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Het lukt echter niet iedereen om
zelfstandig een passende baan te vinden. Door middel van re-integratie worden mensen
door UWV ondersteund bij het vinden van werk. Dat is goed voor de betrokkenen en voor
de samenwerking. Re-integratie aan deze groep vraagt om maatwerk en vakmanschap, terwijl
het tegelijkertijd om grote aantallen gaat. Er is goede wet- en regelgeving, goed
beleid en een goede uitvoering hiervan nodig. Hierbij is het belangrijk dat zowel
UWV, gemeenten, werkgevers en mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering hierin
hun rol pakken.
Om dienstverlening aan mensen met een werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten
(WGA-uitkering) zo effectief mogelijk in te zetten wordt er onderzoek gedaan naar
de dienstverlening aan deze groep. Met deze brief stuur ik uw kamer hierover twee
onderzoeken: het onderzoek scholingsexperiment WGA en de effectevaluatie WGA. Deze
onderzoeken leiden tot nieuwe kennis en inzichten. In deze brief wordt een reactie
op de onderzoeken gegeven.
Ook informeer ik u over de acht verbetermaatregelen die – mede naar aanleiding van
de onderzoeken – worden genomen om de dienstverlening te verbeteren. In deze brief
zal ook worden ingegaan op de prestatieafspraken tussen UWV en SZW. Hiermee wordt
opvolging gegeven aan de motie Saris (NSC)1.
In de bijlage is voor de volledigheid een beschrijving opgenomen van de huidige WGA-dienstverlening
en ontwikkelingen die daar spelen.
Onderzoeken
Om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van de dienstverlening aan mensen met
een WGA-uitkering en deze dienstverlening te verbeteren, zijn er de afgelopen jaren
verschillende onderzoeken gestart. Twee van deze onderzoeken zijn de afgelopen periode
afgerond als onderdeel van het Kennisprogramma van SZW en UWV Onbeperkt aan het Werk: het scholingsexperiment en het experiment WGA-dienstverlening. In deze paragraaf
geef ik een reactie op de onderzoeken.
Scholingsexperiment
Het rapport laat nogmaals zien dat scholing een effectief re-integratiemiddel kan zijn voor mensen met een arbeidsbeperking. Scholing is echter niet voor
elke cliënt de oplossing. De professional dient samen met de cliënt te onderzoeken
wat hij nodig heeft en welke (on)mogelijkheden er zijn. Dit kan bijvoorbeeld door
loopbaancoaching of scholingsadvies in te zetten voordat het gesprek over scholing
wordt gevoerd. Adequate inzet van scholing en leer-werktrajecten vereisen een hoge
mate van expertise en vaardigheid van de UWV-professional. UWV heeft daarom kritisch
gekeken naar wat er voor nodig is om scholing op het juiste moment in te zetten als
re-integratiemiddel. Dit komt terug in de paragraaf over de verbeteringen van de re-integratiedienstverlening.
Onderzoek effectevaluatie WGA-dienstverlening
Het rapport geeft de resultaten van een meerjarig gerandomiseerd experiment naar activerende
dienstverlening van mensen in de WIA. Ik ben de onderzoekers en deelnemers dankbaar
voor het lange en intensieve traject. Dergelijke uitgebreide onderzoeken worden maar
zelden gedaan en bieden de mogelijkheid om evidence based beleid te voeren.
Uit de evaluatie komen verbeterpunten voor onderzoek naar voren, zoals zorgen voor
voldoende groot verschil tussen de reguliere en intensieve dienstverlening zodat de
groepen ook echt onderscheidend zijn. Het onderscheid was gedurende de looptijd van
dit onderzoek beperkt. Dat was het bij het begin al en is nog kleiner geworden. Dat
komt doordat in de looptijd van het onderzoek extra middelen beschikbaar zijn gekomen
voor de reguliere dienstverlening.
Het onderzoek laat zien dat dienstverlening waarde heeft voor mensen met een WIA-uitkering.
Deze dienstverlening zetten we dan ook voort. Of mensen aan het werk komen, is mede
afhankelijk van de arbeidsmarkt en de bereidheid van werkgevers om mensen met een
WIA-achtergrond in dienst te nemen.
Mede naar aanleiding van het onderzoek gaat UWV kijken naar de verschillen in dienstverleningsresultaten
tussen de kantoren. Dit komt terug in de paragraaf over de verbeteringen van de re-integratiedienstverlening.
Verbetering re-integratiedienstverlening
Er wordt continu gewerkt om de dienstverlening van het UWV aan mensen met een WGA-uitkering
te verbeteren. Daarbij gaat het zowel om het verbeteren van (de uitvoering van) bestaande
processen en projecten als het vernieuwen hiervan. Onder andere de inzichten uit de
hierboven bespreken onderzoeken worden daarbij gebruikt. UWV wil mensen zo vroeg mogelijk
de dienstverlening bieden die hen helpt bij hun re-integratie richting duurzaam (betaald)
werk, ongeacht de wet waar ze op dat moment onder vallen, het UWV-organisatieonderdeel
waar ze onder vallen en de medewerker die hen begeleidt. Graag ga ik in op de acht
maatregelen die op dit moment in voorbereiding zijn of zijn ingezet om de dienstverlening
aan mensen met een WGA-uitkering te verbeteren.
Vakmanschap re-integratieprofessional
Het doel van UWV is om waar mogelijk mensen weer naar werk te begeleiden. Hierin hebben
mensen een wisselende ondersteuningsbehoefte en dus is re-integratie maatwerk. De
effectiviteit van dat maatwerk is sterk afhankelijk van het vakmanschap van de re-integratieprofessional
en de kwaliteit van de ingekochte trajecten. Dit professioneel handelen is essentieel
om mensen effectief naar werk te begeleiden. Om daar meer aandacht aan te geven staat
binnen het kennisprogramma Onbeperkt aan het werk, onder andere vakmanschap en het professioneel handelen van re-integratieprofessional
centraal. Het doel van de kennisprojecten is dat UWV en SZW-handvatten krijgen om
de uitstroom naar duurzaam betaald werk te vergroten via het versterken van het professioneel
handelen van re-integratieprofessionals. Dit moet leiden tot kwalitatief betere dienstverlening:
cliënten die zich meer gezien, gehoord en geholpen voelen en meer cliënten die duurzaam
aan het werk komen.
Inzet Scholing
UWV heeft gedurende de looptijd van het eerdergenoemde scholingsonderzoek het inkoopproces
voor scholing vereenvoudigd, waardoor aanvragen sneller kunnen worden verwerkt. Daarnaast
zet UWV zich in om scholing eerder en vaker bespreekbaar te maken met cliënten. Ook
wordt er meer geïnvesteerd in het vakmanschap van de professionals bij het inzetten
van scholing en heeft de scholingsadviseur een prominentere en duidelijkere rol gekregen.
Daarnaast richt UWV zich op het versterken van bestaande samenwerkingen met onderwijs,
werkgevers en partners in de regio. UWV zal volgend jaar via de stand van de uitvoering
rapporteren over de eerste resultaten.
Werkcentra
In 2025 en 2026 worden in alle 35 arbeidsmarktregio’s Werkcentra geopend waar werkenden,
werkzoekenden en werkgevers terecht kunnen met vragen over werk. Het Werkcentrum dient
als toegangspoort voor dienstverlening van een publiek-private netwerksamenwerking.
De samenwerking wordt vastgelegd in de wet SUWI met als beoogde ingangsdatum 1 januari
2027.
In het Werkcentrum wordt samengewerkt door gemeenten, UWV, werkgevers, vakbonden en
onderwijspartijen. Via het Werkcentrum wordt beschikbare arbeidsmarktdienstverlening
toegankelijk gemaakt. Ook wordt er (gezamenlijk) dienstverlening ontwikkeld en verbeterd.
Advies en doorverwijzing over en naar scholingsdienstverlening, zoals ontwikkelpaden,
leerarrangementen en loopbaanadvies, vormt een vast onderdeel van de dienstverlening
van het Werkcentrum.
Het Werkcentrum is toegankelijk voor iedereen met vragen over werk en ontwikkeling
naar werk, ongeacht inkomenssituatie of doelgroep. Ook mensen die tot WGA-doelgroep
behoren kunnen in contact komen met het Werkcentrum en gebruik maken van dienstverlening
in/via het Werkcentrum. Partijen, in het geval van de WGA-doelgroep UWV en werkgevers,
blijven zelf verantwoordelijk voor de eigen doelgroepen en de inzet van dienstverlening.
Via het Werkcentrum kunnen beschikbare dienstverlening en initiatieven beter worden
benut.
Verschil tussen kantoren
Ieder UWV-kantoor heeft te maken met een eigen regionale arbeidsmarkt. Kennis van
de regionale arbeidsmarkt is onmisbaar bij het goed begeleiden van mensen naar werk.
De resultaten van de dienstverlening tussen kantoren varieert, dit blijkt uit een
eerste analyse naar aanleiding van de effectevaluatie WGA-dienstverlening. De vraag
is of dit ligt aan verschillen in de regionale omstandigheden of in een verschillende
werkwijze. UWV verwacht meer te kunnen leren van de verschillende tussen de regio’s.
UWV gaat hier een analyse van maken om leerpunten te identificeren, zodat er nog meer
mensen naar werk begeleid kunnen worden.
Pilot handelingsperspectieven
Onderzoekers van Regioplan, Centerdata en TU Delft deden in opdracht van UWV-onderzoek
naar het gedrag van mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij re-integratie
en werk. Het onderzoeksrapport Een wankel evenwicht laat zien dat mensen op vijf manieren kunnen vastzitten in hun traject richting werk
na een periode van ziekte. Naar aanleiding van het onderzoek is er een interventie
ontwikkeld waarbij er door middel van een set kaarten met vragen een handreiking wordt
gegeven aan re-integratieprofessionals om met de klant te bepalen wat iemand nodig
heeft om stappen te zetten richting werk. De interventie bleek tijdens een pilot kansrijk
en wordt op dit moment doorontwikkeld. Eind 2026 wordt deze pilot naar verwachting
afgerond. Afhankelijk van de resultaten zal UWV de interventie kunnen gebruiken ter
verbetering van de dienstverlening van WGA cliënten die vastzitten in hun participatie.
Tijdige start re-integratie
Door de achterstanden bij de beoordeling van de WIA-aanvragen beginnen mensen later
aan hun re-integratietraject vanuit de WIA. Onderzoeken laten zien dat het juist goed
is om zo vroeg mogelijk met re-integratie te beginnen. Op dit moment wordt ondersteuning
aangeboden aan mensen die wachten op hun WIA-beoordeling om alvast met re-integratie
te beginnen. Hier wordt slechts beperkt gebruik van gemaakt. UWV beziet hoe ze cliënten
beter kunnen voorlichten over hun rechten en plichten en het belang van een tijdige
start van de re-integratie, zodat cliënten ook eerder weer (gedeeltelijk) aan het
werk kunnen gaan.
Psychische kwetsbaarheden
UWV ziet een toegenomen aantal mensen met een psychische kwetsbaarheid de uitkering
instromen, vooral in de leeftijd tot veertig jaar.
UWV is de dienstverlening voor mensen met psychische kwetsbaarheden aan het uitbreiden.
UWV heeft bijvoorbeeld het aanbod van re-integratietrajecten uitgebreid met Individuele
Plaatsing en Steun (IPS). Daarnaast organiseert UWB kennissessies van het UWV Servicepunt
Psychische Gezondheid & Werk om werkgevers en professionals met werkgeverscontacten
te ondersteunen bij het creëren van een mentaal veerkrachtige organisatie.
In opdracht van VWS/SZW loopt het project Hoofdzaak werk, hetgeen onderdeel is van het landelijk convenant Sterk door Werk.
Partijen werken hierin samen aan een mentaal veerkrachtige werkenden samenleving,
waarin meer mensen met een psychische kwetsbaarheid duurzaam aan het werk worden geholpen
en werkgevers worden ondersteund. Sinds 2015 liep er een project om de samenwerking
tussen werk en inkomen en GGZ tot stand te brengen, te optimaliseren en te borgen.
Het programma komt tot een einde. Alle partijen zien het belang van deze samenwerking
en wensen dat dit thema niet meer als project wordt behandeld, maar dat het wordt
geborgd in de organisaties. Daarom wordt dit onderwerp voortaan besproken in een aparte
thematafel van het landelijk beraad werkcentra.
Loonkostensubsidie
De loonkostensubsidie is bedoeld voor werkgevers die iemand met een ziekte of handicap
in dienst nemen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Deze subsidie
is op dit moment alleen beschikbaar voor mensen die een uitkering ontvangen vanuit
de Participatiewet. Werkgevers vragen de loonkostensubsidie aan bij de gemeente. Dit
instrument zou ook kunnen helpen om mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering
die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen aan een baan te helpen. Ik ben
daarom voornemers om loonkostensubsidie ook mogelijk maken voor mensen met een WIA-uitkering
80–100. Dit maakt onderuit van het traject Beperkte verbreding Banenafspraak. Hierover wordt uw kamer apart geïnformeerd.
Prestatieafspraken
De ambitie van SZW en UWV is om zoveel mogelijk mensen vanuit de WIA het werk weer
te laten hervatten, zodat zij hun restverdiencapaciteit kunnen benutten. Sinds 2023
heeft SZW in overleg met UWV een prestatie-indicator vastgesteld die het aantal mensen
in beeld brengt dat door UWV aan het werk is geholpen en daarbij de volledige restverdiencapaciteit
benut.
De Minister van SZW heeft geconstateerd dat de doelstelling in 2023 ruimschoots is
behaald. Daarom heeft SZW in 2024 in overleg met UWV gewerkt aan het herijken van
deze indicator. De plaatsingsindicator leverde geen volledig beeld op over het resultaat
van de inzet van UWV op re-integratie. Naast uitstroom naar werk met benutten van
volledige restverdiencapaciteit stromen ook mensen uit naar werk die de restverdiencapaciteit
gedeeltelijk benutten. Verderzet UWV zich met de dienstverlening in voor het aan het
werk houden van mensen in de WIA. Deze drie resultaten vormen de basis voor een nieuwe
prestatie indicator. Voor 2025 heeft de Minister van SZW met UWV afgesproken om toe
te werken naar jaarlijks cumulatief 12.000 plaatsingen en contractverleningen te realiseren.
Gelet op de door UWV afgegeven prognose, waarbij in 2025 deze norm naar verwachting
niet gerealiseerd wordt, kan worden gesteld dat het gaat om een ambitieuze norm.
Naast deze zogenoemde outputindicator rapporteert UWV ook over de inzet van de dienstverlening
aan mensen in de WIA. Deze kengetallen geven een beeld van de dienstverlening. SZW
voert periodiek met UWV het gesprek over deze kengetallen en de realisatie van de
prestatie indicator. Indien nodig zal de norm worden bijgesteld.
Tot slot
Op dit moment loopt er een experiment om dienstverlening te bieden aan mensen met
een IVA- of Wajong DGA-uitkering. Ook lopen er twee interdepartementale beleidsonderzoeken die raken aan dit thema: Mentale gezondheid en ggz en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Hopelijk leveren het experiment en de beleidsonderzoeken nieuwe aanknooppunten voor
UWV, gemeenten en werkgevers om de dienstverlening aan mensen met een ondersteuningsbehoefte
te verbeteren. Tot die tijd gaan UWV en SZW aan de slag met deze acht maatregelen
om ervoor te zorgen dat nog meer mensen met hulp van het UWW passend werk vinden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M.L.J. Paul
BIJLAGE 1: DIENSTVERLENING UWV: WERKWIJZE EN ONTWIKKELINGEN
Inleiding
In ons stelsel zijn op verschillende momenten, verschillende partijen aan zet als
het gaat om de ondersteuning en re-integratie bij ziekte van de werknemer. Als een
werknemer ziek wordt, betaalt de werkgever diens loon maximaal twee jaar door. In
die periode krijgt de werknemer gedurende twee jaar minimaal 70% van het brutoloon
doorbetaald. Tijdens die periode werken werknemer en werkgever samen aan re-integratie.
Er geldt hierbij een stappenplan dat gevolgd moet worden. In het eerste ziektejaar
wordt met name gekeken naar mogelijkheden om in de oude baan terug te keren. Na maximaal
een jaar dient er ook gekeken te worden naar andere mogelijkheden, bijvoorbeeld in
een andere functie of re-integratie bij een andere werkgever. Voor mensen van wie
een contract voor bepaalde duur tijdens ziekte afloopt, of zich ziekmelden op het
moment dat ze werken als uitzendkracht of een werkloosheidsuitkering ontvangen, neemt
UWV de rol van de werkgever over. De meeste mensen die ziek worden, lukt het om binnen
die twee jaar het werk te hervatten in (aangepast) eigen of ander werk. De mensen
die na twee jaar nog ziek zijn en geen passend werk hebben gevonden, vragen een WIA-uitkering
aan. Mensen die vervolgens instromen in de WIA hebben al een lang traject doorlopen.
Dit beïnvloedt de (netto)effectiviteit van de re-integratie voor deze groep.
UWV is direct verantwoordelijk voor de re-integratie van de mensen die gewerkt hebben
bij publiek verzekerde werkgevers. Werkgevers die eigenrisicodrager zijn, zijn zelf
de eerste tien jaar zelf verantwoordelijk voor de re-integratie van (ex-)werknemers
in de WIA. Ex-werknemers van eigenrisicodragers kunnen na jaar aanspraak maken op
de dienstverlening van UWV.
Fasen van re-integratie
UWV ondersteunt mensen die onder de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten
(WGA) van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) vallen om stappen te zetten
op weg naar werk. UWV biedt ondersteuning bij het vinden van werk door middel van
persoonlijke gesprekken, trainingen en inkoop van scholing en re-integratietrajecten.
Cliënten stellen samen met hun arbeidsdeskundige of re-integratie-adviseur een plan
op om de terugkeer naar de arbeidsmarkt te bevorderen en te realiseren. Hierbij wordt
voortgebouwd op de re-integratie die tijdens de loondoorbetalings- of ziektewetperiode
is gestart. Vaak zijn er meerdere (kleine) stappen nodig om bij het uiteindelijke
doel van betaald werk te komen. UWV onderscheidt daarbij vier fasen:
A. Stabiliseren en participeren: de klant is nog niet in staat om te werken aan werk. Voorliggende problematiek moet
beheersbaar (gestabiliseerd) worden, voordat stappen op weg naar werk te zetten zijn.
Zodra de situatie van de klant dit toelaat, vinden de eerste activeringactiviteiten
plaats. Daarbij kan UWV re-integratiebevorderende instrumenten inzetten, zoals Participatie-interventie en Bevorderen maatschappelijke deelname.
B. Werkfit worden: de klant is nog niet helemaal klaar om het werk te hervatten. De klant werkt aan
het opfrissen van werknemersvaardigheden, het opdoen van arbeidsritme en het oriënteren
op nieuwe beroepen.
C. Op weg naar Werk: de klant beschikt over voldoende vaardigheden en kwaliteiten om te werken in inkomensvormende
arbeid. In deze fase vindt ook de match tussen vraag en aanbod plaats.
D. Aan het werk: de klant is (met of zonder voorzieningen) werkzaam in betaald werk.
Participatieladder
UWV maakt gebruik van de participatieladder om te kunnen behoordelen waar mensen staan
in hun ontwikkeling. Dit is een instrument dat de afstand tot de arbeidsmarkt van
mensen inzichtelijk helpt te maken. Aan de hand van de participatieladder kan de ontwikkeling
die mensen doormaken in beeld worden gebracht. Er zijn zes treden op de participatieladder:
1. Geïsoleerd.
2. Sociale contacten buitenshuis.
3. Deelname aan georganiseerde activiteiten.
4. Onbetaald werk.
5. Betaald werk met ondersteuning.
6. Betaald werk.
Kenmerkend aan mensen in de WGA is dat zij op het moment van instroom vaak al twee
jaar geheel of gedeeltelijk niet meer deelnemen aan het arbeidsproces. De afstand
tot de arbeidsmarkt is veelal groot. Meer dan de helft van het dienstverleningsbestand
is laag op de participatieladder ingeschaald (trede 1 of 2). Kijkend naar de ontwikkelingen
van WGA-gerechtigden op de participatieladder valt op dat er sprake is van dynamiek.
Uitkeringsgerechtigden verkleinen hun afstand tot de arbeidsmarkt en/of gaan aan het
werk en zetten daardoor stappen vooruit op de participatieladder. Ook zetten uitkeringsgerechtigden
stappen achteruit vanwege verslechtering van de gezondheid of verlies van werk. Er
is ook een vrij grote groep die dezelfde trede behoudt als op het moment van instroom.
Tot slot is er een groep die uitstroomt uit de dienstverlening omdat hun uitkering
na een herbeoordeling wordt omgezet naar een IVA-uitkering, omdat zij volledig duurzaam
arbeidsongeschikt zijn.
Activeren van mensen met een arbeidsbeperking is maatwerk. Arbeidsdeskundigen en re-integratiedeskundigen
zetten begeleiding in door middel van persoonlijke gesprekken met uitkeringsgerechtigden.
Elk dienstverleningstraject begint met een oriëntatiegesprek met de uitkeringsgerechtigde.
De adviseur maakt dan gebruik van het Kader methodische aanpak re-integratie. Deze
aanpak zorgt voor een informatiestructuur die helpend is bij het in beeld brengen
van de participatiebelemmeringen en de kansen die iemand heeft. Aan de hand van persoonlijke en externe
factoren kan besproken worden welke belemmeringen er zijn en waar ondersteuning vanuit
UWV of uit de omgeving van de cliënt voor nodig is. De voorgeschiedenis, die onder
andere bekend is vanuit de claimbeoordeling (o.a. het re-integratieverslag van de
ex-werkgever of informatie uit ziektewet), wordt daarbij meegenomen. Samen met de
cliënt wordt vervolgens afgesproken welke actie zij zelf ondernemen, welke dienstverlening
UWV ter ondersteuning gaat inzetten en welke afspraken daarover worden gemaakt tussen
UWV en de cliënt. Deze afspraken worden vastgelegd in een werkplan. UWV houdt vervolgens
periodiek gesprekken die tot doel hebben om de uitkeringsgerechtigde te activeren
en te begeleiden.
Re-integratiedienstverlening
De reguliere re-integratiedienstverlening van UWV bestaat uit (coachings)gesprekken,
assessments, workshops, testen, trainingen en scholing. Deze dienstverlening wordt
primair ingekocht bij re-integratiebedrijven omdat UWV een zogenaamde uitbestedingsplicht
kent. Daarnaast biedt UWV zelf ook dienstverlening in de vorm van onder andere (coahings)gesprekken.
Ook kunnen werknemersvoorzieningen worden toegekend als er sprake is van een structurele
functionele beperking, zoals jobcoaching en aanpassing van de werkplek. Dienstverlening
omvat ook inkoop van re-integratietrajecten.
○ Een Werkfit-traject is gericht op klanten die beschikken over arbeidsvermogen, maar
nog niet voldoende zijn toegerust om het werk te hervatten. Activiteiten die vallen
onder Werkfit-dienstverlening vallen uiteen in drie categorieën:
1. het verbeteren van de persoonlijke effectiviteit,
2. het versterken van werknemersvaardigheden en
3. het in beeld brengen van de arbeidsmarktpositie.
○ Voor modulaire trajecten geldt dat UWV bepaalde diensten kan inkopen voor cliënten
die nog niet toe zijn aan een Werkfit-traject of die niet onder een Naar werk-traject
vallen, bijvoorbeeld omdat de klant de klant zich laag op de participatieladder bevindt
en eerst stappen gezet moeten worden ter stabilisatie, voordat er stappen richting
werk gezet kunnen worden
○ Scholing is een nuttige en effectieve manier om een nieuwe, duurzame, positie op de
arbeidsmarkt te krijgen. UWV heeft mogelijkheden om scholing in te kopen voor mensen
met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Bovendien kan UWV de dienst Begeleiding bij scholing inzetten voor cliënten die ondersteuning nodig hebben bij het volgen van scholing.
○ IPS staat voor Individuele Plaatsing en Steun. Het is een gestandaardiseerde methode voor mensen met ernstige psychische problemen
waarbij ggz-zorg en re-integratie wordt gecombineerd. Bij IPS wordt gewerkt volgens
het principe first place, then train, waarbij voor deelnemers zo snel mogelijk werk
wordt gezocht en vervolgens op de werkplek benodigde vaardigheden worden aangeleerd.
○ Een Naar werk-traject heeft tot doel klanten te plaatsen in werk en hen vervolgens
aan het werk te houden.
○ Re-integratiedienst Werkbehoud verstevigt de match met werk na de werkhervatting.
Gedurende drie maanden ontvangt een UWV-uitkeringsgerechtigden extra begeleiding om
bijvoorbeeld te wennen aan (het type) werk en de balans tussen privé en werk te vinden.
Deze dienst is mede in de markt gezet met het oog op UWV-cliënten die al langer uit
het arbeidsproces zijn zoals de WGA-cliënt.
Ontwikkelingen
UWV streeft ernaar om de dienstverlening met menselijke maat te bieden aan cliënten,
zodat zij zich gezien, gehoord en geholpen voelen. Hiervoor heeft UWV een meerjarenstrategie
opgesteld. Via klantreizen worden klantsignalen en pijnpunten in de dienstverlening
opgehaald, daarnaast vinden er veel kennisonderzoeken plaats ter verbetering van de
dienstverlening. UWV en SZW werken samen aan het Kennisprogramma Onbeperkt aan het Werk. Dit programma levert een breed scala aan onderzoeksrapporten op het gebied van re-integratiedienstverlening
op met aanbevelingen om de dienstverlening te verbeteren. Deze aanbevelingen worden
vertaald in zogenaamde benuttingsadviezen met verbeterpunten. De afgelopen jaren zijn
er verschillende verbeteringen doorgevoerd. Zo is er een breder aanbod aan re-integratiedienstverlening
gekomen, zodat ook mensen die verder afstaan van de arbeidsmarkt externe re-integratieondersteuning
kunnen ontvangen. Het proces om tot inzet van een arbeidsmarktgerichte scholing te
komen is vereenvoudigd. Daarnaast is er naar aanleiding van het onderzoek Wat kopen we in voor wie? een nieuw format van het werkplan gekomen, waarmee het eerdergenoemde Kader Methodisch
Re-integreren als basismethodiek wordt gebruikt om de inzet van dienstverlening te
onderbouwen. Met ingang van 2023 verantwoordt UWV zich ook over hoe cliënten en werkgevers
de kwaliteit van de dienstverlening ervaren. Dat meet UWV met de Menselijke Maat Monitor, welke in de tertaalverslagen openbaar worden gemaakt. UWV gebruikt de uitkomsten
om de dienstverlening waar nodig verder aan te passen.
De situatie waarin veel cliënten zich bevinden is afgelopen jaren complexer geworden.
Steeds vaker krijgt UWV te maken met cliënten met psychische en multiproblematiek
die beperkt werk-gerelateerd is. Dit betreft vaak situaties waarin de invloed van
UWV beperkt is. UWV zoekt actief de samenwerking op met partijen als GGZ instellingen
en wijkteams, om cliënten te begeleiden naar de ondersteuning die zij nodig hebben.
Het is belangrijk dat ook werkgevers openstaan voor het in dienst nemen van mensen
met een arbeidsbeperking. Over het algemeen geldt dat re-integratie bij de eigen werkgever
het makkelijkst en het meest kansrijk is. Lastig is dat in de praktijk blijkt dat
werkgevers terughoudend te zijn met het in dienst nemen van mensen met een psychische
kwetsbaarheid. Stigma en het ontbreken van handvatten spelen hier ook een rol. Door
goede voorlichting en ondersteuning, kunnen er mogelijk meer plekken gecreëerd worden
voor mensen met een psychische kwetsbaarheid die vaak willen en kunnen werken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid