Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 20 oktober 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3265
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 oktober 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 20 oktober 2025
Op maandag 20 oktober vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Luxemburg. De
Minister van Buitenlandse Zaken heeft deelgenomen. Op de agenda stond de Russische
agressie tegen Oekraïne, de EU-Indo-Pacific relaties en de situatie in het Midden-Oosten.
Onder lopende zaken werd gesproken over Soedan, Georgië en Moldavië. Verder wordt
uw Kamer middels dit verslag geïnformeerd over de EU-Irak Samenwerkingsraad en de
ministeriële bijeenkomst over veiligheid en stabiliteit rond de Zwarte Zee.
Tot slot wordt uw Kamer geïnformeerd over motie Ceder met betrekking tot de Rode Zee,
motie Kahraman over de positie van religieuze en etnische gemeenschappen in Syrië
en motie Piri met betrekking tot Marokko.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad stond stil bij de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en
sprak over het belang van voortzetting van EU-steun aan Oekraïne. De Oekraïense Minister
van Buitenlandse Zaken Andrii Sybiha sloot aan bij het eerste gedeelte van de bespreking.
De Raad sprak over de noodzaak om druk op Rusland op te voeren. Een brede groep lidstaten,
waaronder Nederland, riep op tot snelle aanname van het negentiende sanctiepakket
tegen de Russische Federatie. De Raad bereikte hierover op 23 oktober een akkoord.
Uw Kamer zal hierover nader geïnformeerd worden middels het verslag van de Europese
Raad van 23 en 24 oktober. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland bepleitten ook
spoedig werk aan een twintigste pakket. Conform de moties Yeşilgöz c.s.1 en Ceder2 van 11 september jl. spande het kabinet zich gedurende de onderhandelingen in voor
gerichte sancties tegen bedrijven en personen in derde landen die Rusland helpen sancties
te omzeilen. Een groot aantal lidstaten liet tevens weten positief te staan tegenover
het initiatief van de Europese Commissie om reparatieleningen aan Oekraïne te verstrekken
op basis van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. Ook Nederland liet weten
de voorstellen van de Commissie tegemoet te zien en onderstreepte het belang van eerlijke
lastenverdeling en betrokkenheid van G7-partners, evenals de het belang van de bijdrage
van de steun aan noodzakelijke hervormingen.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) Kaja Kallas en een brede groep lidstaten benadrukte
het belang van de aanpak van de schaduwvloot en identificeerde verschillende handelingsopties
tegen de schaduwvloot. HV stelde voor centraal coördinatiepunt in te stellen bij EDEO.
Het kabinet zal actief onderzoeken op welke manieren Nederland intensief kan bij blijven
dragen aan de initiatieven op schaduwvloot.
De HV Kallas en een brede groep lidstaten benadrukten daarnaast het belang van geïntensiveerde
militaire, begrotings- en energiesteun. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten
dat juist nu de militaire steun aan Oekraïne geïntensiveerd moet worden. In dit kader
onderstreepte Nederland dat alle EU-lidstaten hieraan hun bijdrage moeten leveren.
Ten aanzien van de grote energienoden van Oekraïne gaf Nederland aan aanvullende steun
te verkennen en riep anderen op hetzelfde te doen. Een brede groep lidstaten verwelkomde
de voortgang ten aanzien van de oprichting van het Agressietribunaal. Aangaande het
vredesproces onderstreepte een aantal lidstaten dat de EU zich moet inspannen voor
een staakt-het-vuren voorafgaand aan een mogelijke vredesdeal.
EU-Indo-Pacific Forum
De Raad sprak over de EU-Indo-Pacific betrekkingen in aanloop naar het EU Indo-Pacific
ministerieel Forum op 20 en 21 november 2025. De HV benadrukte het belang van de regio,
vooral op het gebied van defensie en veiligheid, de groene en digitale transitie,
en handel en economie. Er werden Raadsconclusies aangenomen over de implementatie
van de EU Indo-Pacific Strategie, waarin het belang van een versterkte strategische
samenwerking met de Indo-Pacific regio wordt benoemd op het gebied van (maritieme
en digitale) veiligheid, op het gebied van steun voor internationaal recht zoals zeerecht,
klimaatverdragen en verdragen die zien op de aanpak van internationale criminaliteit,
en op het gebied van handel door het versterken van handel tussen de EU en de landen
in de Indo-Pacific.
Situatie in het Midden-Oosten
De Raad sprak over de situatie in het Midden-Oosten, met name over de voortgang van
de implementatie van het vredesplan van president Trump ter beëindiging van het conflict
in de Gazastrook. De Raad heeft in het bijzonder besproken hoe de EU kan bijdragen
aan het succes van dit vredesplan.
De EU heeft middels een EU27-verklaring op 10 oktober jl. het akkoord over de eerste
fase van het plan verwelkomd en bereidheid getoond om bij te dragen aan de implementatie,
o.a. op het gebied van humanitaire hulp, wederopbouw en goed bestuur.3
Nu Israël, de Palestijnse Autoriteit en relevante regionale spelers zich achter het
vredesplan van president Trump hebben geschaard, is de inzet van het kabinet primair
gericht op het laten slagen van het vredesplan. Nederland heeft tijdens de RBZ benadrukt
dat het van essentieel belang is dat de afspraken over de eerste fase volledig worden
geïmplementeerd en dat betrokken partijen eveneens werken aan de uitwerking van de
volgende fasen, met als doel het bereiken van een duurzame vrede tussen Israëliërs
en Palestijnen. Het kabinet heeft in dit verband het vrijlaten van de gijzelaars verwelkomd
en benadrukt het belang dat alle stoffelijke resten van de resterende gijzelaars worden
overgedragen en dat humanitaire hulp de burgers in Gaza bereikt. Nederland heeft verder
benadrukt dat Hamas geen rol kan spelen in het toekomstige bestuur van Gaza, en dat
het belangrijk is om druk op Hamas te houden, o.a. via EU-sancties en via contacten
met landen die invloed kunnen uitoefenen, zoals Turkije, Egypte en Qatar.
De situatie op de Westelijke Jordaanoever blijft zorgen baren. Daarom heeft Nederland
ook gepleit voor aanname van het door Nederland en Frankrijk voorgestelde derde sanctiepakket
gericht op gewelddadige kolonisten. De Ministers Ben Gvir en Smotrich blijven in het
Schengen Information System (SIS) gesignaleerd staan. Ook blijft het kabinet in samenwerking
met gelijkgestemde partners werken aan handelspolitieke maatregelen ten aanzien van
goederen afkomstig uit de illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie
van Campen en Boswijk4 en de motie Paternotte c.s.5
Nederland bracht de recente aanval op een Nederlands-gevlagd schip in de Rode Zeeregio
onder de aandacht, onderstreepte de aanhoudend negatieve rol van de Houthi’s in de
regio en heeft gepleit voor hun toevoeging aan de EU-terrorismelijst.
Lopende zaken
Moldavië
De Raad blikte terug op de parlementaire verkiezingen in Moldavië, die plaatsvonden
op 28 september jl. De HV, Commissaris Kos en een brede groep lidstaten verwelkomden
de verkiezingsuitslag. De HV benadrukte de belangrijke rol van Europese steun in het
waarborgen van vrije en eerlijke verkiezingen en pleitte ervoor dat de EU op basis
van de geleerde lessen ook Armenië zou moeten steunen in het waarborgen van vrije
en eerlijke parlementaire verkiezingen die in 2026 zullen plaatsvinden. Tevens gaf
Eurocommissaris Kos aan een positief signaal te willen afgeven over de voortgang ten
aanzien van het openen van Cluster 1 van het EU-toetredingsproces met Moldavië.
Georgië
De Raad besprak eveneens de situatie in Georgië. De Georgische autoriteiten varen
met hun acties een autoritaire koers en verwijderen zichzelf daarmee van Europese
normen en waarden. De HV benadrukte het belang van aanvullende maatregelen. Dit werd
erkend door een groep lidstaten, die hun bezorgdheid uitte en pleitte voor sancties
en visummaatregelen. Ook werd door Commissaris Kos vooruitgekeken naar de uitbreidingsrapportage.
Soedan
De Raad sprak over de situatie in Soedan mede op Nederlands verzoek. Er werd onder
andere stilgestaan bij de nog altijd verslechterende humanitaire situatie en mensenrechtenschendingen
in Soedan. In samenwerking met de EU-kerngroep voor Soedan heeft Nederland zich ingezet
voor ambitieuze Raadsconclusies die in deze Raad werden aangenomen. In de Raadsconclusies
wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de bescherming van burgers en ongehinderde
toegang voor humanitaire hulp. Conform de toezegging aan uw Kamer roept de EU bovendien
externe actoren op te stoppen met het leveren van wapens en het bieden van financiële
of enige andere steun aan strijdende partijen. Nederland heeft daarnaast herhaaldelijk
gepleit voor intensievere informatie-uitwisseling tussen lidstaten over omleidingsrisico’s.6
Overig
EU-Irak Samenwerkingsraad
Aan de vooravond van de RBZ kwam ook de EU-Irak samenwerkingsraad samen. De Commissie
complimenteerden Irak over haar voortgang met betrekking tot veiligheid, migratie
en democratie, met het oog op de aankomende verkiezingen, en steun aan Oekraïne. Tegelijkertijd
werden zorgen geuit over de situatie van vrouwen en meisjes, en hoopt de EU op meer
samenwerking ten aanzien van terugkeer. Nederland was niet op politiek niveau aanwezig.
Ministeriële Zwarte Zee
En marge van de Raad vond een eerste ministeriële bijeenkomst over de Zwarte Zee regio
plaats onder leiding van HV Kallas en Commissaris Kos. Naast EU-lidstaten waren Turkije,
Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië en Oekraïne vertegenwoordigd. Directe aanleiding voor
de bijeenkomst was de recent gepubliceerde EU Zwarte Zee strategie (28 mei jl.).7 Aanwezigen waren uitgenodigd om hun initiatieven en ideeën in dit kader te delen.
De Benelux benadrukte het belang van het veiligheidsaspect van de regio, evenals de
rol van de Zwarte Zee op het gebied van handel, connectiviteit en persoonlijke en
regionale verbinding.
Motie Kahraman c.s.
In lijn met motie Kahraman c.s.8 heeft Nederland de afgelopen periode tijdens diverse contactmomenten actief de veiligheid
en de positie van religieuze en etnische gemeenschappen in Syrië onder de aandacht
gebracht. Tijdens deze Raad is Syrië niet specifiek aan de orde gekomen. Ter uitvoering
van motie Ceder c.s.9 heeft Nederland in de OPCW het voorstel van Qatar ondersteund om de vernietiging
van resterende chemische wapens in Syrië te versnellen, en tevens haar steun uitgesproken
voor de oprichting van het Special Fund for Syria ter financiering hiervan.
Motie Piri c.s.
Mensenrechten vormen een belangrijk en vast onderdeel van de dialoog tussen Nederland
en Marokko, op alle niveaus. In lijn met de motie van Piri en Dobbe10 heeft Nederland recent op hoogambtelijk niveau zorg uitgesproken over politieke gevangenen,
zoals de heer Zefzafi. Nederland zal zich hier ook in de toekomst sterk voor blijven
maken.
Motie Ceder c.s.
Conform motie Ceder11 heeft Nederland in EU-verband gepleit voor verdere versterking van de EU-operatie
Aspides, onder meer door meer synergie en samenwerking met EU-operatie Atalanta. Nederland
zet zich sinds de oprichting van Aspides in voor effectievere inzet van de missie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken