Brief regering : Fiche: Mededeling nieuwe strategische agenda met India
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 4192
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2025
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling nieuwe strategische agenda met India
Fiche: Mandaatverlening overeenkomst inzake digitale handel met Canada (Kamerstuk
22 112, nr. 4193)
Fiche: [MFK] Verordening programma voor onderzoek en opleiding Euratom 2028–2032 (Kamerstuk
22 112, nr. 4194)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
Fiche: Mededeling nieuwe strategische agenda met India
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel:
Joint communication to the European Parliament and the Council on a New Strategic
EU-India Agenda
b) Datum ontvangst Commissiedocument
17 september 2025
c) Nr. Commissiedocument
JOIN(2025) 50
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025JC0050…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken (RBZ)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
2. Essentie voorstel
Met de gezamenlijke mededeling leggen de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger
voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna: Hoge Vertegenwoordiger) een
uitgebreide nieuwe strategische agenda voor die voorziet in het verdiepen, verbreden
en beter coördineren van de samenwerking tussen de Europese Unie en India, met als
doel de strategische samenwerking met India te verdiepen en te versterken in een breed
aantal thema’s. De mededeling richt zich op vijf pilaren, elk met concrete initiatieven.
In de eerste pilaar van de mededeling gaat in op de thema’s welvaart en duurzaamheid.
De mededeling benoemt dat nauwere samenwerking met India rondom toeleveringsketens
en het op regels gebaseerde handelssysteem vitaal is. Het streven wordt genoemd om
de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en India voor het einde
van 2025 af te ronden. De mededeling stelt daarnaast voor dat de EU inzet op een investeringsbeschermingsovereenkomst
en een memorandum of understanding tussen betreffende instanties omtrent clearing (het verwerken van betaalverkeer), onder andere gericht op het tegengaan van witwaspraktijken,
op een overeenkomst inzake bescherming van geografische aanduidingen, een uitgebreide
luchtvaartovereenkomst aangaat en het opzetten van een luchtvaartdialoog initieert.
Daarnaast wil de mededeling dat de EU samen met India inzet op toeleveringsketens
en economische veiligheid door, mede via de Trade and Technology Council, prioriteit te geven aan samenwerking op het terrein van groene technologieën. De
mededeling benoemt verder het opzetten van een systeem dat tijdig toeziet op knelpunten
in de waardeketens van actieve farmaceutische ingrediënten alsook een noodplan voor
voedseltoeleveringsketens opstelt, met de mogelijkheid die uit te breiden naar de
maakindustrie en biotechnologie. Ook stelt de mededeling voor om externe dreigingen
gezamenlijk te analyseren locaties waar de productie, opslag, distributie en het gebruik
van blauwe waterstof (o.a. voor verduurzaming van de zware industrie) worden gestimuleerd
op te zetten. Verder wil de mededeling dat de Europese Unie de energietransitie bevordert
door business-to-business uitwisseling over offshore-wind te organiseren, een taskforce voor groene waterstof instelt, het hervatten van
het EU-India Environmental Forum onderzoekt en de samenwerking op bioeconomie en duurzame landbouw versterkt. In het
kader van de One Health benadering van de Wereldgezondheidsorganisatie stelt de mededeling voor om gezamenlijk
beter voorbereid te zijn op bestaande en nieuwe gezondheidsdreigingen. Ook stelt de
mededeling voor dat de Europese Unie de samenwerking op klimaatmitigatie en -adaptie
verdiept, onder andere door middel van het instellen van een administratieve regeling
voor rampenmanagement.
De mededeling gaat daarna in de tweede pilaar in op de thema’s technologie en innovatie.
De mededeling stelt voor dat de Europese Unie een beperkt aantal EU-India innovatiehubs
en een EU-India startuppartnerschap opzet en dat de Europese Unie en India ruimtesamenwerking
verdiepen en een ruimtedialoog lanceren. De Europese Unie als doel heeft om, gebaseerd
op de toekomstige handelsregels met India, een digitaal ecosysteem te creëren, alsook
in het kader van samenwerking rondom publieke digitale infrastructuur samen met India
in te zetten op technische interoperationaliteit en het stimuleren van digitale infrastructuur
in derde landen. De mededeling richt zich verder op het ondersteunen van kritieke
opkomende technologieën, het bevorderen van een gunstige digitale omgeving en onderzoekssamenwerking
middels Horizon Europe en Euratom.
De derde pilaar van de mededeling gaat in op veiligheid en defensie. De mededeling
informeert dat de Europese Unie en India het aangaan van een veiligheids- en defensiepartnerschap
onderzoeken en voornemens zijn te onderhandelen over een informatieovereenkomst. De
mededeling stelt voor dat de Europese Unie de betrokkenheid bij regionale veiligheid
verdiept. Hierbij wordt voorgesteld dat de EU samenwerkt met India in het bestrijden
van traditionele en hybride bedreigingen, waarbij de Europese Unie en India zich kunnen
richten op het bewustzijn en het kennisniveau in het maritieme domein, en het beschermen
van kritieke onderzeese infrastructuur. Tevens bepleit de mededeling verdere inzet
op het uitbreiden van de operationele samenwerking met de Indiase marine, een verdiepte
samenwerking op cyberveiligheid(met name door middel van de EU-India Cyber Dialoog),
en dat de EU zich als doel stelt om de toezichtsamenwerking met India te versterken
om zo grensoverschrijdende georganiseerde misdaad tegen te gaan. De mededeling stelt
verder voor dat de Europese Unie industriële samenwerking op defensiegebied stimuleert,
waarbij een door de industriesector geleide EU-India defensie-industrieforum opgezet
kan worden.
De vierde thematische pilaar van de mededeling betreft connectiviteit en mondiale
vraagstukken. De mededeling stelt een leidende rol voor de Europese Unie voor inzake
de India-Middle-East-Europe Economic Corridor, mede door middel van investeringen in het kader van Global Gateway. Aanvullend kunnen
de Europese Unie en India samenwerken om groene shipping corridors te ontwikkelen. De mededeling stelt ook voor dat de Europese Unie en India samenwerken
in derde landen, mogelijk een EU-India partnerschap voor humanitaire dienstverlening
aangaan en zich samen inzetten voor effectief mondiaal bestuur inclusief hervorming
van multilaterale instituties. Hiernaast stelt de mededeling voor om samen met India
de volledige implementatie van zowel het Kunming-Montreal Raamwerk, waarmee deelnemende
landen toezeggen nationale doelstellingen voor biodiversiteit op te stellen, als de
Global Water Agenda garandeert, een oceaan- en visserijdialoog instelt en honger-
en voedselonzekerheid wereldwijd aanpakt. Op het gebied van mensenrechten informeert
de mededeling dat de Europese Unie uitziet naar continuering van de ingezette lijn
ten opzichte van India, zowel bilateraal als in multilateraal verband.
Als laatste pilaar bevat de mededeling een aantal dwarsdoorsnijdende factoren die
verdieping en verbreding van de samenwerking ondersteunen. De mededeling stelt voor
dat migratie «verstandig» wordt gemanaged, door illegale migratie tegen te gaan en
op een gebalanceerde manier talentmobiliteit toe te staan, onder andere door middel
van het lanceren van een pilot voor een Europees juridisch loket in India in India
om informatie te geven over en ondersteuning te bieden voor arbeidsmigratie naar de
EU, en door het opstellen van een kader voor samenwerking rondom mobiliteit en marge
van het toekomstige vrijhandelsakkoord. Ook stelt de mededeling voor dat de Europese
Unie een onderwijs- en skillsdialoog start.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Zowel bilateraal als in EU-verband is India een strategische samenwerkingspartner
van Nederland. Vanwege zijn bevolkingsomvang van ruim 1,4 miljard mensen, strategische
ligging in de Indo-Pacifische regio, als vierde – en binnenkort derde – economie van
de wereld, en in het kader van diversificatie voor bestaande afhankelijkheden op het
gebied van economie, weerbaarheid en veiligheid. Maar ook als grootste democratie
van de wereld en traditioneel voorstander van multilaterale samenwerking waarbij India,
net als Nederland en de Europese Unie, waarde hecht aan een goed functionerende internationale
rechtsorde.
De vijf thematische pilaren van de mededeling geven een duidelijk beeld van de breedte
en het potentieel van de EU-India relatie en zijn complementair aan het beleid dat
Nederland bilateraal voert ten aanzien van India. In lijn met de prioriteiten van
het kabinet op het gebied van verdienvermogen, veiligheid en weerbaarheid zal in onderstaande
beoordeling bijzondere aandacht zijn voor de eerste pilaar (welvaart en duurzaamheid)
en de derde pilaar (veiligheid en defensiesamenwerking).
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de mededeling voor een nieuwe EU-India strategische agenda.
De doelstellingen van de mededeling zijn passend bij het geopolitieke en geo-economische
belang van India en sluiten goed aan bij de inzet van het kabinet voor het sluiten
van een strategisch partnerschap met India. Het kabinet is positief over het ambitieniveau
dat uit de mededeling naar voren komt, maar zal in de verdere implementatie van de
nieuwe strategische agenda oog houden voor de haalbaarheid in de samenwerking met
India.
In de mededeling benadrukken de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het
belang van het verdiepen van samenwerking op het gebied van welvaart en duurzaamheid
(pilaar I) in het licht van de grote economische belangen die de EU en India hebben.
Het kabinet steunt de inzet om tot een zo spoedig mogelijke afronding van een gebalanceerd,
economisch betekenisvol vrijhandelsakkoord te komen, met voldoende aandacht voor het
beschermen van de interne Europese regels op duurzaamheid en bescherming van strategische
sectoren als staal en chemie en technologieën als kwantum, AI en biotech, en zal de
uitkomsten van de onderhandelingen zorgvuldig wegen. Het kabinet vindt het positief
dat er aandacht wordt besteed aan financieel toezicht en anti-witwasstandaarden. Dit
draagt bij aan de stabiliteit van internationale financiële markten. Voor Nederland
als handelsland is dat belangrijk. Ook de inzet op investeringsbescherming is waardevol
gezien de aanwezigheid van ruim 300 Nederlandse bedrijven in India.
Het kabinet merkt op dat de inzet op een overeenkomst inzake geografische aanduidingen1 past binnen de bredere Europese handelsagenda. Het kabinet wacht het besluit over
de competentieverdeling aan de hand van de Oman-hofzaak af voor een positie over een
mogelijk EU-India luchtvaartakkoord. Tevens verwelkomt het kabinet de inzet op Global
Gateway-investeringen. Deze bieden kansen voor Nederlandse bedrijven in duurzame energie,
waterbeheer, stedelijke mobiliteit, de maritieme sector en digitale infrastructuur.
In bredere zin is het kabinet van mening dat de voorstellen goed aansluiten bij de
Nederlandse inzet op handel, groene transitie en (mondiale) gezondheid. Van bijzonder
belang zijn hierbij de versterking van waardeketens via de Trade and Technology Council,2 de implementatie van het halfgeleiderakkoord,3 samenwerking op groene technologieën, actieve farmaceutische ingrediënten en kritieke
grondstoffen. Ook de taskforce voor groene waterstof, samenwerking op offshore-wind
en duurzame mobiliteit, en de ontwikkeling van koolstofmarkten en circulaire economie
bieden directe kansen voor de Nederlandse economie en kennisinstellingen.
Tot slot acht het kabinet de samenwerking op duurzame landbouw, bioeconomie, waterbeheer
en klimaatmitigatie en -adaptatie in lijn met Nederlandse beleidsprioriteiten. Al
met al dragen de voorstellen bij aan de versterking van het Nederlands verdienvermogen
en veiligheid. Daarnaast is het een positief signaal in de mondiale strijd tegen klimaatverandering
dat, in lijn met de Overeenkomst van Parijs en United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), het stimuleren van multilaterale initiatieven die gericht zijn op het geleidelijk
uitfaseren van fossiele brandstoffen als gezamenlijke EU-India doelstelling wordt
benoemd.
De tweede pilaar van de mededeling beschrijft de inzet op het gebied van technologie
en innovatie. Het kabinet ziet nauwere samenwerking met India op het gebied van technologie
en innovatie als strategisch noodzakelijk. In een wereld waarin geopolitieke spanningen,
afhankelijkheden in kritieke waardeketens en de mondiale race om technologische leiderschap
steeds belangrijker worden, is India een cruciale partner. Het land combineert een
snelgroeiende economie en een grote interne markt met een sterke digitale infrastructuur
en een bloeiend innovatie-ecosysteem. Voor Nederland, als open en kennisintensieve
economie, is toegang tot talent, data en groeimarkten essentieel om de internationale
concurrentiepositie te behouden. Het kabinet steunt zodoende het voorstel van de Europese
Commissie en Hoge Vertegenwoordiger voor samenwerking op kritieke opkomende technologieën,
onderzoek en een gunstig digitaal ecosysteem.
In de samenwerking tussen de Europese Unie en India op het gebied van technologie
en innovatie ziet het kabinet veel aanknopingspunten met de Nederlandse prioriteiten
uit de Nationale Technologiestrategie.4
Het kabinet verwelkomt daarom de voorstellen van de Europese Commissie en de Hoge
Vertegenwoordiger om de samenwerking te intensiveren, onder meer door de oprichting
van EU-India Innovation Hubs, een Startup Partnerschap en gezamenlijke onderzoeksprojecten
op terreinen als halfgeleiders en kunstmatige intelligentie (AI). In het licht van
de Nederlandse inzet op sleuteltechnologieën zoals halfgeleiders, kwantumtechnologie,
AI, biotechnologie en cyberveiligheid, sluiten deze initiatieven goed aan bij het
belang van Nederland als open en kennisintensieve economie.
Het kabinet staat ook positief tegenover de voorgestelde versterking van samenwerking
op het gebied van AI-veiligheid, high-performance computing, ruimtevaart en de bescherming van kritieke technologieën, aangezien dit
aansluit bij de Nederlandse inzet op kennisveiligheid en betrouwbare, veilige technologie.
Ook de beoogde samenwerking rond een gunstig digitaal klimaat, waaronder afspraken
over gegevensbeheer, cyberveiligheid en digitale identiteit, ondersteunt het Nederlandse
belang bij veilige, open en eerlijke digitale markten.
Het kabinet verwelkomt ten slotte de verdieping van onderzoekssamenwerking via Euratom
en het verkennen van de mogelijkheid tot associatie bij Horizon Europe, waarmee kansen
ontstaan voor Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven in uiteenlopende domeinen.
Daarmee dragen de voorstellen bij aan de versterking van de open strategische autonomie
van de Europese Unie, aan internationale standaardisering en aan de concurrentiekracht
van het Nederlandse innovatie-ecosysteem.
In de samenwerking tussen de Europese Unie en India op het gebied van veiligheid en
defensie (de derde pilaar van de mededeling) wordt het potentieel momenteel nog niet
volledig benut. Het kabinet verwelkomt dan ook de ambitie van de Europese Commissie
en Hoge Vertegenwoordiger om deze samenwerking te verdiepen en in te zetten op het
afsluiten van een veiligheids- en defensiepartnerschap met India. In het licht van
een sterk gedeeld belang bij vrije doorvaart en stabiele toeleveringsketens tussen
Europe en Azië, ziet het kabinet veel mogelijkheden voor verdergaande samenwerking
met India in het bevorderen van maritieme veiligheid in de Indische Oceaan als toegangspoort
tot Europa en cruciale link tussen Europa en Azië. Tevens verwelkomt het kabinet de
inzet van de Europese Commissie en Hoge Vertegenwoordiger om de industriële samenwerking
op defensiegebied tussen de Europese Unie en India verder te stimuleren.
In het licht van het Nederlandse belang bij stabiele toeleveringsketens en diversificatie,
staat het kabinet positief tegenover de voorgestelde inzet ten aanzien op het gebied
van connectiviteit (de vierde pilaar) waaronder een leidende rol van de Europese Unie
in de operationalisering van de India-Middle-East-Europe Corridor (IMEC). Het gebruik van investeringen van Global Gateway voor dit strategisch belangrijke initiatief sluit goed aan bij het Nederlandse beleid
om EU Global Gateway beter in lijn te brengen met de geopolitieke en geo-economische prioriteiten van
de Europese Unie. Met name op het gebied van maritieme samenwerking liggen hier ook
grote kansen voor Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven.
In de laatste pilaar van de mededeling wordt ingegaan op de dwarsdoorsnijdende voorwaarden
die bijdragen aan bovenstaande doelen. Het kabinet heeft een positieve grondhouding
ten aanzien van de geschetste initiatieven die bijdragen aan het versterken van wederzijdse
kennis en samenwerking tussen de EU en India. Kennisversterking, intensiveringen van
uitwisselingen en bilaterale dialogen, en mobiliteit van kenniswerkers, kunnen een
belangrijke bijdrage leveren aan de bredere samenwerking tussen de EU en India. Het
kabinet ziet arbeidsmigratie niet als structurele oplossing voor tekorten op de arbeidsmarkt,
maar herkent wel de noodzaak om gericht en selectief talent, bijvoorbeeld digitaal
talent, aan te trekken dat van belang is voor de Nederlandse kenniseconomie. Daarbij
is het essentieel dat lidstaten ruimte houden voor een eigen invulling van arbeidsmigratie-
en arbeidsmarktbeleid. Het kabinet staat daarom in beginsel zeer terughoudend tegenover
afspraken op het terrein van arbeidsmigratie van de Unie. Ten aanzien van deze en
andere specifieke voorstellen op het gebied van migratie, waaronder het in de mededeling
opgenomen voorstel voor het opzetten van een pilot met geïnteresseerde EU lidstaten
voor een informatie- en ondersteuningsloket in India, wacht het kabinet verdere informatie
af voordat het een standpunt inneemt.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De mededeling is positief ontvangen door EU-lidstaten. Er is sprake van brede steun
voor verdieping van de relatie tussen de Europese Unie en India, in lijn met een verdieping
die veel lidstaten van de Europese Unie ook bilateraal met India zijn aangegaan.
Voor verschillende onderdelen van de mededeling, waaronder een vrijhandelsakkoord
en een veiligheids- en defensiepartnerschap, geldt dat lidstaten een positieve grondhouding
hebben, maar dat tegelijkertijd appreciatie ook afhankelijk zal zijn van de uiteindelijke
uitkomsten van de onderhandelingen hierover.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft betrekking op gemeenschappelijke
handel, economische betrekkingen, vervoer, milieu, de ruimte van vrijheid, veiligheid
en recht, landbouw en visserij, onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte,
ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp, industrie, toerisme, onderwijs, beroepsopleiding,
gezondheid, jongeren en sport en het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
(GBVB). Dit zijn onderwerpen die deel uitmaken van het strategisch partnerschap tussen
de Europese Unie en India en waarop de Europese Unie vanuit een aanjagende rol en
vanuit een faciliterend en regulerend kader bevoegd is. Op het terrein van gemeenschappelijke
handel is sprake van een exclusieve bevoegdheid van de EU (artikel 3, lid 1, onder
e VWEU). Op het terrein van economische betrekkingen is sprake van een gedeelde bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, aanhef en onder c VWEU). Op het terrein
van vervoer is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel
4, lid 2, aanhef en onder g VWEU). Op het terrein van milieu is sprake van een gedeelde
bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, aanhef en onder e VWEU).
Op het terrein van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht is sprake van een gedeelde
bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, aanhef en onder j VWEU).
Op basis van artikel 79, lid 5 VWEU wordt bepaald dat het aan de lidstaten is om zelf
te bepalen hoeveel derdelanders tot hun grondgebied worden toegelaten teneinde daar
al dan niet in loondienst of als zelfstandige arbeid te verrichten. Op het terrein
van landbouw en visserij is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de
lidstaten (artikel 4, lid 2, aanhef en onder d VWEU). Op het terrein van onderzoek,
technologische ontwikkeling en de ruimte is sprake van een parallelle bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 3 VWEU). Op het terrein van ontwikkelingssamenwerking
en humanitaire hulp is sprake van een parallelle bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten
(artikel 4, lid 4 VWEU). Op het terrein van industrie heeft de EU een ondersteunende
bevoegdheid (artikel 6 onder b VWEU). Op het terrein van toerisme heeft de EU een
ondersteunende bevoegdheid (artikel 6 onder d VWEU). Op het terrein van onderwijs,
beroepsopleiding, jongeren en sport heeft de EU een ondersteunende bevoegdheid (artikel
6 onder e VWEU). Op het terrein van GBVB is sprake van een sui generis bevoegdheid
van de EU en de lidstaten (artikel 2, lid 4, VWEU).
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel de bestaande
strategische samenwerking met India te verdiepen en te versterken op een breed aantal
thema’s. Gezien het transnationale karakter van alle doelen en thema’s, en hoe deze
zien op de geopolitieke positie van de EU in de wereld, kan dit onvoldoende door de
lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is
een EU-aanpak nodig. Om die reden is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel door middel
van een nieuwe strategische agenda de samenwerking met India te verdiepen en te versterken
op een breed aantal thema’s. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling
te bereiken, omdat er verschillende dialogen en akkoorden worden voorgesteld die invulling
geven aan de breed gedragen thematische prioriteiten. Het voorgestelde optreden gaat
niet verder dan noodzakelijk, omdat de mededeling enkel ambities uitdraagt, en daarmee
ruimte laat voor de daadwerkelijke invulling van de plannen.
d) Financiële gevolgen
(Eventuele) toekomstige budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de
beleidsverantwoordelijk(e) departement. De implementatie van de in de mededeling genoemde
voorstellen zal volgens de Commissie geschieden binnen het huidige Meerjarige Financiële
Kader. Dat sluit aan bij de Nederlandse positie dat de benodigde EU-middelen gevonden
dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting
2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Het kabinet verwelkomt de mededeling en ziet de genoemde doelstellingen als passend
bij het geopolitieke en geo-economische belang van India en de inzet van het kabinet
voor het afsluiten van een bilateraal strategisch partnerschap met India. Er zijn
geen negatieve gevolgen voor de geopolitieke aspecten voorzien.
De mededeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De voorgestelde verdere samenwerking
op het gebied van defensie-industrie, (kritieke) infrastructuur, energie en handel
kan positieve effecten hebben op het EU-concurrentievermogen.
Geopolitiek zet de mededeling in op een nauwere band met India. Hiermee zou niet alleen
de positionering van de EU wereldwijd veranderen, maar ook die van India. Uiteindelijk
moet de strategie ertoe leiden dat de wereldwijde veiligheid en voorspelbaarheid vergroot
wordt, door de inzet op een op regels gebaseerd handelssysteem, de inzet op veiligheidssamenwerking
en herbevestigde commitment aan de Overeenkomst van Parijs.
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken