Brief regering : Nederlandse bijdragen aan 6 multilaterale gezondheidsorganisaties vanaf 2026 en de effecten van de bezuinigingen op het SRGR-beleid
36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 177
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2025
Zoals toegezegd tijdens het tijdens het Commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken
– Ontwikkeling van 14 mei 20251 en tijdens het debat over de suppletoire begroting, samenhangende met de Voorjaarsnota
van 30 juni 20252, informeer ik uw Kamer hierbij over de Nederlandse bijdragen aan zes multilaterale
gezondheidsorganisaties vanaf 2026. Met deze Kamerbrief informeer ik u tevens over
de invulling van de motie Dobbe c.s., waarin de regering wordt verzocht de steun voor
mondiale gezondheidsinitiatieven, zoals Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria (Global Fund), Gavi, the Vaccine Alliance (Gavi) en UNAIDS te waarborgen.3
Ten slotte voldoe ik met deze brief ook aan de toezegging die gedaan is door de Minister
van Buitenlandse Zaken, tijdens het notaoverleg over toegang tot abortus is een mensenrecht
op 8 september jl. Dit betreft een toezegging aan Kamerlid Hirsch, om voor de behandeling
van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, middels een brief nadere
toelichting te geven op de effecten van de bezuinigingen op het SRGR-beleid.4
Nederlandse bijdragen aan multilaterale gezondheidsorganisaties
Vanaf 2026 blijft Nederland bijdragen aan Global Fund, Gavi, UNAIDS, de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO),het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) en GFF,5 een financieringsmechanisme van de Wereld Bank voor de gezondheid van moeders, kinderen
en adolescenten. De totale kernbijdrage aan deze zes organisaties wordt € 141,6 miljoen
per jaar.6 Dit is een afname van € 31 miljoen ten opzichte van de kernbijdragen in 2024.
De verminderde kernbijdragen zijn een consequentie van de dalende budgetten voor mondiale
gezondheid (2024: 543 miljoen; 2025: 448 miljoen; 2026: 384 miljoen en 2027: 385 miljoen).7
De bezuiniging op de Nederlandse kernbijdragen aan multilaterale gezondheidsorganisaties
van € 31 miljoen per jaar (zie tabel 1) wordt in vergelijkbare mate verdeeld over
UNFPA, UNAIDS, GFF, Gavi en het Global Fund. De kernbijdrage aan de WHO blijft gehandhaafd
op het huidige niveau, om haar rol als overkoepelende coördinerende organisatie in
mondiale gezondheid te borgen. Dit is essentieel nu het mondiale gezondheidssysteem
en de capaciteit van de WHO sterk onder druk staan, vanwege afnemende donorfinanciering.
Tabel 1: Kernbijdragen 6 multilaterale gezondheidsorganisaties vanaf 2026
Organisatie
Bijdrage in 2025
Bijdrage vanaf 2026
1. Gavi
€ 15 miljoen/jaar
€ 12,4 miljoen/jaar1
2. Global Fund
€ 60 miljoen/jaar
€ 48,8 miljoen/jaar
3. GFF
€ 30 miljoen/jaar
€ 23,9 miljoen/jaar
4. UNAIDS
€ 23 miljoen/jaar
€ 18,2 miljoen/jaar
5. UNFPA
35 miljoen/jaar
€ 28,7 miljoen/jaar
6. WHO
€ 9,6 miljoen/jaar
€ 9,6 miljoen/jaar
Totaal
172,6 miljoen/jaar
€ 141,6 miljoen/jaar
X Noot
1
Daarnaast heeft NL zich in 2021 voor een periode van 10 jaar gecommitteerd aan een
jaarlijkse bijdrage van € 25 miljoen aan Gavi’s innovatieve financieringsmechanisme
(IFFIm), hetgeen neerkomt op een totaal van € 250 miljoen voor de periode 2021–2030.
Effecten van de bezuinigingen op het SRGR beleid
Mondiale gezondheid blijft een prioriteit binnen het nieuwe BHO-beleid en de SRGR
inzet is hier een belangrijk onderdeel van. NL blijft een belangrijke donor met een
substantieel budget.
Begrotingsartikel 3.1. betreft programmering op het gebied van mondiale gezondheid
(zoals bijvoorbeeld pandemische paraatheid, kindervaccinaties en ontwikkeling van
nieuwe medicatie) en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (zoals bijvoorbeeld
moeder- en kindzorg, de preventie en aanpak van hiv-aids en beschikbaarheid van anticonceptie).
Vanwege het teruglopende budget, zoals hierboven aangegeven, moeten er – op basis
van het nieuwe BHO-beleid8 en de kabinetsbrede mondiale gezondheidsstrategie9 – keuzes gemaakt worden.
In begrotingsartikel 3.1, is een exact onderscheid tussen Mondiale Gezondheid en SRGR
niet te maken. De dienstverlening waaraan NL bijdraagt omvat de brede basisgezondheidszorg
en SRGR diensten zijn hier een integraal onderdeel van. We kunnen daarom de specifieke
effecten van de bezuinigingen op het SRGR beleid niet berekenen.
Het kabinet spant zich in – mede op verzoek van uw Kamer10 – om het SRGR beleid zoveel mogelijk overeind te houden binnen de beschikbare financiële
ruimte. Er is sprake van een aantal langlopende verplichtingen, die niet geraakt worden.
Het gaat bijvoorbeeld om een meerjarige bijdrage aan Gavi, via een innovatief financieringsmechanisme
ten behoeve van kindervaccinaties. Het gaat om een bijdrage aan UNFPA Supplies, ten
behoeve van de beschikbaarheid van anticonceptie en om meerjarige financiering voor
een wereldwijde organisatie als IPPF,11 die SRGR diensten verleent via lokale organisaties in meer dan 145 landen.
Zoals hierboven toegelicht zal er nog een significant budget zijn voor multilaterale
gezondheidsorganisaties. Deze organisaties hebben te kampen met krimpende budgetten.
Middels hervormingen om de efficiëntie te vergroten, proberen de organisaties de gevolgen
hiervan te beperken. Nederland neemt in de bestuursorganen van deze organisaties actief
deel aan de besluitvorming over het stellen van prioriteiten. Om de gevolgen van de
bezuinigingen te beperken, zet Nederland in op duurzame versterking van nationale
gezondheidssystemen waarbij de landen zelf een grotere verantwoordelijkheid nemen
en daarvoor meer eigen middelen inzetten.
Onder het nieuwe Focus kader (dat start vanaf 2026) is er minder geld beschikbaar
voor samenwerking met maatschappelijke organisaties dan onder het lopende kader voor
Versterking Maatschappelijk Middenveld. Voor de twee SRGR-thema’s van het Focus-kader,
bestrijding van hiv-aids en schadelijke praktijken (vrouwelijk genitale verminking
en kind huwelijken), wordt daarentegen meer geld gereserveerd.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken