Brief regering : IBO mentale gezondheid en ggz
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 769 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 oktober 2025
Met deze brief bieden wij het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) mentale gezondheid en ggz aan uw Kamer aan. Het IBO is een onafhankelijk ambtelijk onderzoek dat in opdracht
van het kabinet is opgesteld. Deze aanbiedingsbrief gaat in op de acties die het kabinet
uitvoert die ingrijpen op de oorzaken van de problemen die in het IBO zijn geconstateerd.
Het bevat geen reactie op de nieuwe beleidsopties en de denkrichtingen voor hervormingen
uit het IBO. Het bieden van een kabinetsreactie op het IBO is aan een nieuw kabinet.
Met het aanbieden van het IBO wordt de motie van het lid Raemakers afgedaan.1
Het IBO mentale gezondheid en ggz laat zien dat er serieuze zorgen zijn over de mentale
gezondheid in Nederland. Een kwart van de volwassenen had in de afgelopen twaalf maanden
een psychische aandoening. De mentale gezondheid onder jongeren is zorgelijk en meisjes
en vrouwen ervaren meer problemen met hun mentale gezondheid en hebben vaker een psychische
aandoening dan jongens en mannen. Het IBO constateert ook dat de zorg en ondersteuning
voor mensen met psychische klachten tekortschiet. Psychische klachten en aandoeningen
trekken langdurig sporen in het persoonlijk leven van mensen. Wachttijden worden steeds
langer en leiden tot schrijnende situaties. Voor mensen met een complexe hulpvraag
is er onvoldoende passend aanbod beschikbaar. Mensen vallen daardoor niet zelden tussen
wal en schip. En er zijn hoge maatschappelijke kosten mee gemoeid. De uitgaven aan
de ggz groeien harder dan verwacht en harder dan in andere zorgsectoren.
Het kabinet is samen met aanbieders, cliëntenorganisaties, gemeenten en verzekeraars
begonnen met het aanpakken van problemen en het afspreken en uitvoeren van verbeteringen.
We schetsen hieronder een aantal van deze maatregelen die momenteel lopen.
Preventie mentale gezondheid en werk
In het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA) en het Actieprogramma Mentale Gezondheid
en ggz wordt gewerkt aan een gerichte aanpak op preventie voor mentale gezondheid.2 Er wordt ingezet op een aanpak met veel maatschappelijke partijen, structurele middelen
voor gemeenten en er wordt verkend of wettelijke verankering van gezondheidstaken
van gemeenten daarbij effectief zijn. Vanwege de grotere en vaak andersoortige druk
op de mentale gezondheid van meisjes en vrouwen, vinden wij het belangrijk om aandacht
en inzicht te hebben voor vrouw-manverschillen, bijvoorbeeld in het vervolg op het
«Onderzoeksprogramma geestelijke gezondheidszorg» van ZonMW.
Werken geeft structuur, inkomen en een sociale basis, en heeft daarmee een positieve
invloed op de mentale gezondheid. Met het convenant «Sterk door Werk» en Individuele
Plaatsing en Steun (IPS) stimuleren sociale partners en het kabinet dat meer mensen
met een psychische kwetsbaarheid duurzaam aan het werk kunnen komen. Het programma
Brede Maatschappelijke Samenwerking Burn-outklachten biedt met kennis, tools en aanpakken
ondersteuning aan werkgevers en werknemers voor een preventieve aanpak voor mentale
gezondheid op de werkvloer.
Ondersteuning en zorg bij psychische problematiek
In het AZWA hebben we diverse afspraken gemaakt om de zorg en ondersteuning voor mensen
met psychische klachten toegankelijker te maken.3 De AZWA-afspraken zijn gemaakt met veel verschillende veldpartijen en met patiëntenorganisaties,
waaronder MIND. Wij gaan nu met de ondertekenaars aan de slag met het realiseren van
deze afspraken.
Het is belangrijk dat ook mensen met ernstige psychische problematiek passende zorg
krijgen. Het rapport beveelt aan een hervorming te overwegen, van in ieder geval de
inkoop van de zorg voor mensen met ernstige psychische problematiek. Op dit moment
doet de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzoek naar op welke wijze budgetbekostiging
met inkoop in representatie voor delen van de acute ggz (HIC en IHT)4 kan bijdragen aan het borgen van de beschikbaarheid van deze zorg.5
IBO mentale gezondheid en ggz
In het IBO zijn vier kernoorzaken van de problemen in kaart gebracht en is overkoepelend
geconstateerd dat een primair medische benadering bij een deel van de mensen te beperkt
is, en bij een ander deel van de mensen juist niet nodig. Daarnaast zijn 37 beleidsopties
uitgewerkt om deze problemen te adresseren. De beleidsopties zijn onderdeel van de
bouwblokken Voorkomen, Prioriteren, Sturen en Verbreden. Hierbij is ook een aantal
fundamentele denkrichtingen voor hervormingen van het stelsel voor zorg en ondersteuning
bij psychische problematiek uitgewerkt. Een deel van de beleidsopties in het IBO bouwt
voort op huidig beleid, zoals hierboven beschreven. Verschillende afspraken uit het
AZWA grijpen ook in op de kernoorzaken van de problemen die in dit IBO zijn geconstateerd.6 Andere beleidsopties uit het IBO bieden alternatieven. De beleidsopties uit het IBO
bieden keuzemogelijkheden voor een volgend kabinet. De wijze waarop deze problematiek
in samenhang wordt beschreven in dit IBO is herkenbaar en wordt onderschreven. Dit
IBO is een waardevol rapport dat de urgentie van de problematiek rondom mentale gezondheid
en de ggz onderstreept.
Het rapport brengt ook enkele fundamentele denkrichtingen in kaart voor mogelijke
hervormingen van het stelsel van zorg en ondersteuning bij psychische problematiek.
Het onderkent hierbij dat elk stelsel zijn voor- en nadelen heeft en dat een eventuele
overgang uitdagingen met zich mee zal brengen. Gelet op de urgentie van de problematiek
is het goed dat deze denkrichtingen zijn beschreven. Wij willen de mensen die hebben
meegewerkt aan het opstellen van dit IBO bedanken voor hun werk.
Het is aan een volgend kabinet om een uitspraak te doen over het gehele rapport.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, N.J.F. Pouw-Verweij
Indieners
-
Indiener
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport