Brief regering : Extra middelen voor de aanpak van zorgfraude
28 828 Fraudebestrijding in de zorg
Nr. 161
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARISSEN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 oktober 2025
Fraude in de zorg ondermijnt ons zorgsysteem. Deze fraude tast de betrouwbaarheid
en betaalbaarheid van onze zorg aan. Het is een probleem dat ons allemaal raakt. Het
overgrote deel van de zorgaanbieders en zorgverleners levert met goede intenties waardevolle
zorg. Tegelijkertijd trekt een sector, waarin veel geld omgaat, ook minder goede organisaties
aan die het systeem willen misbruiken om er zelf beter van te worden ten koste van
kwetsbaren. De omvang van zorgfraude is niet bekend. De genoemde tien miljard is een
schatting waar geen sluitende onderbouwing voor is, maar het is helaas duidelijk dat
het om veel geld gaat. Het is nog altijd te eenvoudig voor kwaadwillenden om frauduleuze
activiteiten voort te zetten. De gevolgen hiervan zijn ernstig. Jeugdigen, cliënten
en patiënten worden de dupe van zorgfraude en, in bredere zin, van criminaliteit in
de zorgketen. Zij krijgen minder, verkeerde of zelfs helemaal geen zorg waar zij wél
recht op hebben. Fraude en criminaliteit in de zorgketen leiden bovendien vaak tot
zorgverwaarlozing en kan de veiligheid van zorgmedewerkers onder druk zetten. Alle
betrokken partijen delen de ambitie om fraude en criminaliteit in de zorgketen te
voorkomen en te doen dalen met een effectieve aanpak. Eenieder heeft hierin een verantwoordelijkheid.
In deze brief informeren wij u over de aanpak van fraude en criminaliteit in de zorgketen.
Hiermee doen wij diverse toezeggingen gestand. Dit betreffen de toezegging van toenmalige
Ministers van VWS en OCW om uw Kamer in het najaar van 2025 te informeren over de
voortgang van de aanpak van criminaliteit in de zorgketen,1 en diverse toezeggingen om uw Kamer te informeren over zorgfraude.2
In deze brief gaan wij in op de volgende onderwerpen:
1. AZWA-afspraken aanpak zorgfraude
2. Interdepartementale aanpak van criminaliteit in de zorgketen
1. AZWA-afspraken aanpak zorgfraude
In het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) committeren alle betrokken partijen
zich aan de uitvoering van afspraken om fraude in de zorg te voorkomen, op te sporen,
te stoppen en te bestraffen. Het is een belangrijke stap dat met het recent ondertekende
akkoord structurele middelen beschikbaar zijn gekomen om de aanpak van zorgfraude
daadwerkelijk te verstevigen. Deze extra middelen zijn vanaf 2027 beschikbaar en lopen
op tot € 50 miljoen per jaar vanaf 2030.
Hieronder worden de afspraken uit het AZWA op hoofdlijnen toegelicht en, waar van
toepassing, voorzien van een inhoudelijke update. Voor een volledig overzicht van
de afspraken verwijzen wij uw Kamer naar de brief met bijgevoegd het afgesloten akkoord.3
1.1. AZWA-afspraken om zorgfraude te voorkomen
Om te voorkomen dat malafide aanbieders in de zorg actief worden zetten wij stevig
in op een betere screening van potentiële malafide aanbieders. Samen met betrokken
partijen worden afspraken langs de volgende lijnen uitgewerkt:
– Het vergroten van de bewustwording en alertheid
Het effectief aanpakken van zorgfraude begint met het tijdig signaleren en delen van
vermoedens van misstanden. Hierbij spelen regionale samenwerkingsverbanden een belangrijke
rol als agenderingsplatform voor lokale partijen zoals verzekeraars en gemeenten.
Branche- en beroepsorganisaties ondersteunen dit proces door bewustwording en weerbaarheid
binnen de sector te vergroten.
– Verbreding en verdieping van de vergunningplicht
Zoals in de Verzamelbrief zorgfraude van 4 april 2025 gemeld,4 lopen er al diverse verkenningen naar een mogelijke verbreding van de vergunningplicht op grond van de Wtza:
– In beginsel staan de IGJ en NZa positief tegenover een mogelijke verbreding van de
vergunningplicht naar onderaannemers. In de huidige fase van de verkenning worden
de gevolgen voor onder meer de uitvoering en het toezicht in geval van een verbreding
bezien. Hierover voeren wij momenteel gesprekken met onder andere het CIBG en de IGJ.
– Over de verkenning naar een eventuele introductie van een vergunningplicht voor de
Wmo 2015 en de Jeugdwet is er in de eerste fase van de verkenning gesproken met diverse
stakeholders, die positief staan tegenover een vergunningplicht als middel tegen fraude
en ter kwaliteitsverbetering. De huidige, tweede fase van de verkenning richt zich
onder andere op het toetsen van proportionaliteit, toezicht, handhaving, impact op
gemeenten, en een mogelijke toepassing op pgb-aanbieders. Aan de hand van de uitkomsten
van de tweede fase, kan besloten worden of het wenselijk is voor de Wmo 2015 en/of
Jeugdwet een vergunningplicht in te voeren.
De verdieping van de vergunningplicht gaat over het stellen van mogelijke aanvullende voorwaarden
aan de vergunningverlening, waaronder een VOG-plicht voor (categorieën van) bestuurders:
– Ons voornemen is om bij een vergunningaanvraag op grond van de Wtza voortaan standaard een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te vragen aan leden van de dagelijkse of
algemene leiding, al dan niet voor bepaalde risicogroepen. Dat kan via een aanpassing
van het Uitvoeringsbesluit Wtza: de Wtza biedt een grondslag om van bepaalde categorieën
van personen een VOG te verlangen. Wij zullen dit voornemen de komende maanden inhoudelijk
verder uitwerken en met betrokkenen (CIBG en ministerie JenV) bezien wat de gevolgen
zijn voor de uitvoering en de regeldruk.
– Beter benutten van de Wet Bibob waar mogelijk
Op dit moment wordt beperkt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Wet Bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) biedt om zorgaanbieders
te toetsen. Recent hebben wij Uw Kamer hierover bericht.5Uit de eerste resultaten van de Proeftuinen Aanpak Zorgfraude in het gemeentelijke
domein,6 blijkt dat toepassing van de Wet Bibob een belangrijke bijdrage kan leveren aan het
buiten de zorg houden van malafide aanbieders en het waarborgen van veilige en goede
zorg. In de regio Twente blijkt dat door een structurele inzet van de Wet Bibob zorgaanbieders,
met bijvoorbeeld vuurwapendelicten en zedendelicten op hun naam, zijn weerhouden van
een contract. Op dit moment worden vanuit de Proeftuin Aanpak Zorgfraude in Twente
ook een tiental andere gemeenten en regio’s in Nederland geholpen bij een structurele
inzet van de Wet Bibob.
In 2025 zijn er tot nu toe zes Bibob-onderzoeken gestart door het CIBG, tegenover
twee in 2024. Dit betekent dat het aantal onderzoeken is verdrievoudigd, hoewel het
absolute aantal nog beperkt blijft. Daarom willen we samen met onder andere het CIBG
en andere instanties die gebruik kunnen maken van de Wet Bibob, onderzoeken welke
maatregelen nodig zijn om de Wet Bibob (op een meer risicogerichte manier) toe te
passen.
1.2. AZWA-afspraken om zorgfraude te stoppen en te bestraffen
De volgende maatregelen worden met betrokken partijen uitgewerkt om zorgfraude te
stoppen en te bestraffen:
– Door uitbreiding van de capaciteit zullen toezichthouders en opsporingsinstanties
in staat worden gesteld om het aantal zaken van zorgfraude dat zij bestuursrechtelijk
en strafrechtelijk kunnen oppakken, te vergroten en te versnellen en waar mogelijk
zorggelden terug te halen.
– VWS zal wetgeving ter hand nemen om de bestuursrechtelijke handhaving op spooknota’s
door de NZa mogelijk te maken. De Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) moet hiervoor
worden aangepast. Deze wijziging loopt mee in een breder wijzigingstraject van de
Wmg waarvan de verwachting is dat deze in 2026 bij uw Kamer kan worden ingediend.
– Startende, of net gestarte, zorgaanbieders moeten vaker met een bezoek of gesprek
getoetst worden, waardoor fraudeurs niet ongezien hun gang kunnen blijven gaan. Er
worden daarom middelen beschikbaar gesteld om pilots te starten waarin op basis van
risicoanalyses beoogde nieuwe en herstartende zorgaanbieders intensiever worden getoetst/gecontroleerd
door betrokken partijen.
– De Stichting Informatieknooppunt Zorgfraude (hierna: St. IKZ) is per 1 januari 2025
operationeel. Afgesproken is dat uiterlijk 1 januari 2026 alle deelnemende partijen
(waaronder zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten) signalen van fraude in de
zorg aan St. IKZ melden conform de vereisten van de Wet bevorderen samenwerking en
rechtmatige zorg (Wbsrz). De resultaten zijn bemoedigend. Tot en met 1 september jl.
heeft de St. IKZ 440 signalen ontvangen, waarmee het aantal meldingen nu al het totaal
over geheel 2024 overtreft. Inmiddels is ruim de helft van het totaal aantal gemeenten
aangesloten bij St. IKZ. In de loop van 2026 zal St. IKZ een eerste meldingenoverzicht
(«Jaarbeeld») publiceren.
Samen met alle betrokken partijen nemen we de uitvoering van de AZWA-afspraken voortvarend
ter hand. Op dit moment worden de afspraken in een plan van aanpak uitgewerkt. Met
de AZWA-afspraken komen we tegemoet aan de volgende toezegging en moties:
– Toezegging over de verkenning naar een vergunningplicht voor onderaannemers;7
– Motie lid Claassen over verkenning uitbreiding vergunningplicht;8
– Motie lid Tielen over exponentieel meer Wet Bibob-controles in de zorgsector;9
– Motie lid Claassen over het verplicht opnemen van de AGB-code of het KvK-nummer op
de declaratie.10 Momenteel wordt de (juridische) haalbaarheid met de NZa en zorgverzekeraars verkend;
– Motie van lid Thiadens om het intensieve toezicht op mensen met een chronische ziekte
of handicap te verminderen en zich meer te richten op de fraude die zorgbreed plaatsvindt
voor 10 miljard euro.11
2. Aanpak criminaliteit in de zorgketen
In de afgelopen maanden is de volgende voortgang gemaakt met de aanpak van criminaliteit
in de zorgketen. Mede namens de Minister van OCW informeren wij u, conform onze toezegging,
over de voortgang hiervan.12
Met frauduleus verworven kwalificaties kan toegang verkregen worden tot de zorgsector.
Meer resultaat van de aanpak is te behalen als ook de bij deze kwalificaties betrokken
partijen, vanuit hun eigen taken en verantwoordelijkheden, hun waakzaamheid op mogelijke
fraude aanscherpen.
In onze brief van 31 maart jl. hebben we uw Kamer geïnformeerd over de ondernomen
acties om fraude bij opleidingen te ontmoedigen en de bewustwording bij betrokken
partijen te vergroten. Denk bij fraude op dit gebied bijvoorbeeld aan vervalsing van
diploma’s, frauduleus verworven EVC-ervaringscertificaten of vervalste aftekenstages.13 Onderstaand volgt een update van de vervolgstappen.
2.1 Maatregelen vervalste diploma’s en EVC’s
In het voorjaar van 2025 heeft Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een tool opgeleverd
waarmee werkgevers op de website van DUO eenvoudig kunnen controleren of een mbo-,
hbo- of wo-diploma echt is.
In juni 2025 heeft de Minister van OCW, in aanvulling op zijn eerdere brief, alle
onderwijsinstellingen opgeroepen om permanent terughoudend te zijn met het verlenen
van vrijstellingen op basis van EVC-ervaringscertificaten.14 Zijn oproep betrof alle beroepsopleidingen, niet alleen de zorgopleidingen. De MBO
Raad heeft aangegeven dat onderwijsinstellingen hieraan massaal gehoor hebben gegeven.
Aan onderwijsinstellingen is gevraagd om eigen betrouwbare methodes in te zetten voor
het (h)erkennen van eerder opgedane leer- en werkervaring van zij-instromers, zodat
laagdrempelig om- en bijscholen naar de zorg mogelijk blijft. De Inspectie van het
Onderwijs blijft risicogericht toezicht houden op naleving van de eisen die in de
wet worden gesteld aan onderwijs en examinering (waaronder het verlenen van vrijstellingen)
en kan, in het uiterste geval, een bekostigingssanctie opleggen of examinerings- en
diplomarechten ontnemen.
Ook voert de Inspectie van het Onderwijs samen met de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs
Bedrijfsleven (SBB) een risicogerichte analyse uit naar leerbedrijven die stageplaatsen
aanbieden voor mbo-opleidingen. Doel van deze risicoanalyse is om misstanden beter
in beeld te krijgen en waar mogelijk erkenningen van leerbedrijven in te trekken.
De Minister van SZW heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Stichting
van de Arbeid (StvdA) gevraagd hieraan bij te dragen.15 De VNG is opgeroepen om haar achterban te informeren over de misstanden met de oproep
om terughoudend te zijn met het gebruik van EVC in de dienstverlening en subsidieregelingen.
De StvdA is gevraagd haar achterban te informeren en met stakeholders in gesprek te
gaan over verbetering van het EVC-stelsel. Aanleiding om de StvdA aan te schrijven
is de aanwijzing door de StvdA van de Stichting Examenkamer als toezichthouder van
het EVC-stelsel.16
Het is voor alle professionals, aanbieders en het vertrouwen in de zorg van belang
om stevig op te treden bij EVC-ervaringscertificaten die op frauduleuze wijze zijn
verkregen. Brancheverengingen in de zorg, waaronder VGN en Jeugdzorg Nederland, hebben
hun leden opgeroepen om alert te zijn op fraude met diploma’s en bij de screening
van tijdelijk personeel via malafide bemiddelingsbureaus. De Stichting Kwaliteitsregister
Jeugd (SKJ) heeft afgelopen voorjaar maatregelen ingezet om EVC-fraude in het Kwaliteitsregister
Jeugd tegen te gaan. Zo is de SKJ een fraudeonderzoek gestart naar geregistreerden
op basis van EVC en heeft SKJ de procedure voor registratieaanvragen op basis van
EVC verscherpt.17. SKJ geeft aan dat uit het fraudeonderzoek dat nu wordt uitgevoerd blijkt dat bij
het merendeel van de erkende EVC-aanbieders onregelmatigheden in de EVC-trajecten
voorkomen. SKJ verwacht het grootste deel van haar fraudeonderzoek eind januari 2026
af te ronden. SKJ zet tijdelijk extra medewerkers in om het onderzoek voortvarend
en zorgvuldig uit te voeren.
De Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport en Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid hebben hiervoor financiële middelen aan SKJ verstrekt.18 Ondanks dat de reeds ingezette maatregelen om de EVC-fraude aan te pakken effecten
hebben, verkennen wij gezamenlijk met de verschillende ministeries (OCW, SZW en VWS)
en de inspecties aanvullende maatregelen om de EVC-fraude aan te pakken.
2.2 Fieldlab Ondermijning in de zorg
In april 2025 heeft het Fieldlab Ondermijning in de zorg plaatsgevonden. De opkomst
van partijen uit het zorg- en veiligheidsdomein was hoog. Het doel van dit fieldlab
is om samen innovatieve interventies te bedenken om criminaliteit in de zorg terug
te dringen. Deze integrale aanpak wordt positief ervaren. Inmiddels heeft de eerste
terugkomdag plaatsgevonden waar de eerste positieve resultaten zijn gepresenteerd.
In november worden de eindresultaten gepresenteerd. De resultaten dragen bij aan de
aanpak van criminaliteit in de zorgketen.
Tot slot
Wij zijn positief over de afspraken en extra middelen voor de aanpak tegen zorgfraude.
De ondertekening van het AZWA en daarmee de actieve betrokkenheid van zoveel partijen
is een belangrijke stap in het voorkomen en bestrijden van zorgfraude. Het uitwerken
en oppakken van de gemaakte afspraken en de verankering van uitvoering in de praktijk
is waar we nu mee aan de slag zijn.
We houden uw Kamer op de hoogte van de voortgang en resultaten, gericht op het effectief
verminderen van fraude met geld dat voor de zorg bestemd is.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.A. Bruijn
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
N.J.F. Pouw-Verweij
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.Z.C.M. Tielen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport